SECTOR DRANKEN, VOEDING & TABAK



Vergelijkbare documenten
VDAB SECTORRAPPORT SECTOR GRAFISCHE NIJVERHEID, PAPIER EN KARTON

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR OVERIGE INDUSTRIE

SECTOR HOUT- EN MEUBELINDUSTRIE

SECTOR DIENSTEN AAN PERSONEN

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR GEZONDHEIDSZORG

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR TRANSPORT, LOGISTIEK EN POST

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR ENERGIE, WATER EN AFVALVERWERKING

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR VERVAARDIGING VAN BOUWMATERIALEN

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR TEXTIEL, KLEDING EN SCHOEISEL

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR ONDERWIJS

SECTOR INFORMATICA, MEDIA EN TELECOM

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR HORECA & TOERISME

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR CHEMIE, RUBBER & KUNSTSTOF

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR OPENBARE BESTUREN

SECTOREN IN VLAANDEREN

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR ONTSPANNING, CULTUUR EN SPORT

VDAB SECTORRAPPORT BOUWSECTOR

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR FINANCIËLE DIENSTEN

VDAB SECTORRAPPORT PRIMAIRE SECTOR

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR ZAKELIJKE DIENSTVERLENING

VDAB SECTORRAPPORT METAALSECTOR

SECTOR GROOT- EN KLEINHANDEL

SUBREGIONALE ANALYSE VAN DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT. Departement WSE

nr. 337 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 9 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Activeringsmaatregelen 50-plussers - Stand van zaken

VOEDING EN DRANKEN IN WEST VLAANDEREN

Sectorrapport Arbeidsmarktindicatoren voor de voedingsnijverheid in Vlaanderen

nr. 349 van EMMILY TALPE datum: 13 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VDAB - Taalcursussen

nr. 421 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 25 maart 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Sociaal Interventiefonds - Hulp bij outplacement

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

Lokale arbeidsmarktindicatoren in de Vlaamse Arbeidsrekening (VAR)

Foto van de lokale arbeidsmarkt

NOVEMBER 2014 BAROMETER

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

Invoegbedrijven. Maatregel. De begunstigden en bestedingen

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

Werkgroep Arbeidsmarkt Onderwijs

Rapport samengesteld door: Lilong Mei Tom Vansteenkiste. Juni Nederlandse Kamer van Koophandel voor België en Luxemburg

Vlaamse Arbeidsrekening Definities

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt in de logistiek

Vlaamse Arbeidsrekening

Vlaamse Arbeidsrekening

nr. 357 van LYDIA PEETERS datum: 15 februari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Jeugdwerkloosheid - Stand van zaken trajecten

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse.

Vlaamse Arbeidsrekening

In 2012 werden vacatures geannuleerd. In In 2011 waren dat er , in

SECTORFOTO 2012 LOKALE BESTUREN

1. Algemene situering

Vlaamse Arbeidsrekening. Raming van het totaal aantal jobs

RESOC LIMBURG Streek Noord-Limburg DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES VOOR HET JAARLIJKS ONDERNEMINGSPLAN 2012.

Arbeidsmarkt Limburg JUNI 2018

Arbeidsmarkt Antwerpen JUNI 2018

DE VLAAMSE ARBEIDSMARKT IN SECTORAAL PERSPECTIEF

HERKOMSTMONITOR Arbeidsmarktpositie van personen met een buitenlandse herkomst

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

RESOC ZUID-OOST-VLAANDEREN DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES VOOR HET JAARLIJKS ONDERNEMINGSPLAN 2012.

Arbeidsmarkt Vlaams-Brabant JUNI 2018

Gemeentefoto. De Panne

Arbeidsmarkt West-Vlaanderen JUNI 2018

VERSO- Cahier 2/ 2014 Profiel van de medewerkers in de social profit

Statistieken. Een blik op de tewerkstelling in de paritaire comités van de metaalsector

BAROMETER. Taalgebruik in de Vlaamse Rand

Korte schets van de problematiek

Arbeidsmarkt Oost-Vlaanderen JUNI 2018

GROEPSSECTORFOTO 2012

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

Vergrijzing in de. Waar is de nood aan vervanging het hoogst? Boie Neefs Arbeidsmarktcongres Steunpunt WSE 7 februari 2013

RAADGEVEND COMITE VAN 25 april 2017 VERDELING van de HEFFINGKOSTEN TUSSEN SECTOREN

De Vlaamse arbeidsmarkt uit het dal? Luc Sels

STEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting

Hierdoor zullen we de instroom in dit stelsel toch als een uittrede uit de arbeidsmarkt kunnen beschouwen.

SECTORFOTO 2014 VOEDINGSMIDDELEN SECTOR

VDAB Studiedienst Keizerslaan 11, 1000 Brussel Tel Het overnemen van gegevens uit deze studie mag mits bronvermelding.

Vlaamse Arbeidsrekening.

BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

Individuele beroepsopleiding (in een onderneming) (IBO) - Aanwervingen en stopzettingen tweede kwartaal 2017

Personenvervoer 2008

De Vlaamse sectorconvenants in cijfers

Sectoren / paritaire comités Methodologie

verslag CRB

De arbeidsmarkt in april 2017

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

Graag het absolute aantal en het groeipercentage in de periode eind mei eind mei 2017.

HOOFDSTUK 2. Onze opdracht.

De sociale balans gewaardeerd en gecorrigeerd

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

De arbeidsmarkt in augustus 2017

Gemeentefoto. Oudenaarde

De arbeidsmarkt in mei 2017

Werken in de social profit. Infoavond KULeuven, 19 maart 2015 Dirk Malfait

De arbeidsmarkt in Vlaanderen: een ruimer (arbeidsmarkt)kader

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

Deel 7 ANDERE OPLEIDINGSVORMEN. Hoofdstuk 1 : VDAB-opleidingen

Sectorrapport: Social Profit

VERSO- Cahier 3/ 2015 Arbeidsplaatsen in de social profit

RESOC LIMBURG Streek Midden-Limburg DOSSIER TER ONDERSTEUNING VAN HET ADVIES VOOR HET JAARLIJKS ONDERNEMINGSPLAN 2012.

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

Transcriptie:

VDAB SECTORRAPPORT SECTOR DRANKEN, VOEDING & TABAK

SECTORRAPPORT DRANKEN, VOEDING EN TABAK VOORJAAR 2012

SECTORRAPPORT DRANKEN, VOEDING EN TABAK Inhoudstafel 3-4 VDAB Sectorrapporten: Inleiding 5-6 Binnenlandse werkgelegenheid: Situering van de sector 7-8 Loontrekkende werkgelegenheid: Subsector en regio 9-10 Loontrekkende werkgelegenheid: Geslacht 11-12 Loontrekkende werkgelegenheid: Leeftijd 13-14 Loontrekkende werkgelegenheid: Arbeidsregime 15-16 Jobs: Statuut 17-18 Jobs: Jobcreatie en jobdestructie 19-20 Jobs: Loontrekkende jobs 21-22 Bedrijven: Vestigingsgrootte 23-26 Vacatures: Ontvangen door VDAB 27-28 Knelpuntberoepen: Knelpuntvacatures 29-30 Remediëring: Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO) 31-32 Bijlage: NACE-codes Foto s: Pascal Vyncke, SeniorenNet.be - 2 -

VDAB Sectorrapporten Inleiding Invalshoek Deze sectorrapporten vertrekken van de vraagzijde van de arbeidsmarkt. We brengen de tewerkstelling in Vlaanderen per sector in kaart en bekijken de kenmerken. De sectorindeling is gebaseerd op de NACE-classificatie van 2008 die ondernemingen indeelt volgens economische activiteiten. Op die manier wijken we dus af van de indeling in paritaire comités die op werknemersniveau zijn gedefinieerd. Eén onderneming kan werknemers uit diverse paritaire comités tewerkstellen, terwijl de werknemers uit éénzelfde paritair comité in diverse economische activiteiten aan de slag kunnen zijn. Beide indelingen zijn zo verschillend dat ook de cijfers niet vergelijkbaar zijn. Voor een sectorrapportering op basis van paritair comité verwijzen we naar de rapporten van het Departement Werk en Sociale Economie http://www4dar.vlaanderen.be/sites/svr/pages/2012-02-06-wse.aspx In onze sectorindeling worden aanverwante activiteiten gegroepeerd. Op het eind van elk sectorrapport staan de opgenomen activiteiten opgelijst. Databronnen In dit rapport wordt gebruik gemaakt van cijfers die beschikbaar worden gesteld in de Vlaamse Arbeidsrekening van het Steunpunt Werk en Sociale Economie in samenwerking met het Departement WSE. Het gaat dus om verwerkte cijfers van diverse sociale zekerheidsinstellingen (vb. RSZ, RSZPPO, RSVZ ). Daarnaast publiceren we ook cijfers van de VDAB zelf. Er is de voorkeur gegeven aan administratieve data eerder dan cijfers die gebaseerd zijn op enquêtes zoals de Enquête naar de Arbeidskrachten. Structuur van het sectorrapport Figuur 1 toont hoe het rapport is opgebouwd. De tewerkstelling kan uitgedrukt worden in het aantal personen dat in Vlaanderen tewerkgesteld wordt nl. de binnenlandse werkgelegenheid, of het aantal arbeidsplaatsen dat er in Vlaanderen is nl. de jobs. Deze jobs zijn de ingevulde arbeidsplaatsen in de Vlaamse vestigingen. We spreken hier bewust over vestigingen en niet over bedrijven of ondernemingen. Een onderneming met vestigingen in Vlaanderen kan haar hoofdzetel hebben in Brussel. De openstaande arbeidsplaatsen worden uitgedrukt in vacatures. Eén van de remediëringsinstrumenten die VDAB hanteert om werkzoekenden aan het werk te krijgen is de Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO). - 3 - Sectorrapport

Figuur 1 Structuur van het sectorrapport TEWERKSTELLING IN VLAANDEREN Personen of VTE Arbeidsplaatsen BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID JOBS Ingevulde arbeidsplaatsen VESTIGINGEN Openstaande arbeidsplaatsen IBO VACATURES Remediëringsinstrument Regionale verdeling In het rapport zijn de cijfers ook beschikbaar gesteld op regionaal niveau. Resoc staat voor Regionaal Sociaaleconomisch Overlegcomité. Dit comité groepeert de sociale partners van de regionale SERR (Sociaal-Economische Raad van de Regio) samen met vertegenwoordigers van de lokale besturen (gemeenten en provincie). Voor Resoc Limburg is er gekozen om verder uit te splitsen naar streektafels omdat de regio anders te ruim is. Deze streektafels zijn er trouwens ook gekomen om de betrokkenheid van de lokale besturen te verhogen. Ze kunnen er werken aan streekgebonden knelpunten inzake sociale economie die door de provinciale RESOC-werking ondersteund worden. Vlaams rapport Naast de rapportering op sectorniveau is er ook een Vlaams rapport waarin de cijfers voor de gehele economie zijn opgenomen en de sectoren worden gebenchmarkt. Er is bewust gekozen om de Vlaamse cijfers niet telkens op te nemen in de sectorrapporten. DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 4 -

BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID Situering van de sector Wat betekent deze indicator? De binnenlandse werkgelegenheid heeft betrekking op de arbeid die wordt ingezet in de Vlaamse vestigingen. De binnenlandse werkgelegenheid kan bijgevolg worden omschreven als het totale aantal personen (vanaf 15 jaar) dat een hoofdjob heeft in Vlaanderen. Ook studenten, PWA ers behoren hiertoe. Ter verduidelijking, de werkende bevolking is de som van de binnenlandse werkgelegenheid en het saldo grensarbeid. Figuur 2 Werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar hoofdsector en aandeel sector (2009) 2% Primaire sector 57.251 30% 20% Secundaire sector Tertiaire sector 581.583 1.160.306 Dranken, voeding en tabak 3% Quartaire sector 758.067 45% Figuur 3 Werkgelegenheid in de sector: Indeling naar statuut (2009) 6% 2% Loontrekkend 63.146 Zelfstandig 4.456 Helper 1.599 92% - 5 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2009 Met ruim 69.000 werknemers behoort de voedingssector tot de middenmoot van de Vlaamse economie op vlak van werkgelegenheid. De voedingssector neemt ongeveer één achtste van de werkgelegenheid van de secundaire sector in. Voor maar liefst 92% gaat het om loontrekkende werkgelegenheid. Door de crisis kende de werkgelegenheid in de sector in 2009 een lichte terugval tegenover 2008 (-0,7%). Figuur 4 Werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar sector en evolutie (jaargemiddelde 2009 t.o.v. 2008) Groot- en kleinhandel Onderwijs Zakelijke dienstverlening M aatschappelijke dienstverlening Bouw Transport, logistiek en post Openbare besturen Metaal Gezondheidszorg Horeca en toerisme Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling Dranken, voeding en tabak Chemie, rubber en kunststof Primaire sector Financiële diensten Informatica, media en telecom Diensten aan personen Ontspanning, cultuur en sport Textiel, kleding en schoeisel Energie, water en afvalverwerking Grafische nijverheid, papier en karton Hout- en meubelindustrie Vervaardiging van bouwmaterialen Overige dienstverlening Overige industrie 211.644 210.033 205.498 173.960 154.027 149.428 148.241 140.342 112.900 95.449 69.201 65.132 57.251 55.275 50.970 47.535 34.007 28.784 26.940 22.738 20.313 19.661 17.147 6.613 434.116-12,5% -9,7% -0,4% -1,6% -0,8% -6,6% -0,7% -3,3% -0,0% -1,5% -3,6% -4,9% -0,7% -5,3% +0,1% +2,6% +2,4% +5,3% +2,1% +0,0% +0,1% +2,6% +2,6% +6,2% +1,1% DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 6 -

LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID Subsector en regio Wat betekent deze indicator? De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder gekend met een job die in loonverband wordt uitgevoerd. Figuur 5 Loontrekkende werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar leeftijd en geslacht: 10 belangrijkste subsectoren binnen de sector (2009) Vervaardiging van bakkerijproducten en deegwaren 16.724 45% 55% Vervaardiging van andere voedingsmiddelen 11.768 43% 57% Verwerking en conservering van vlees en vervaardiging van vleesproducten 10.558 29% 71% Vervaardiging van dranken 6.042 15% 85% Verwerking en conservering van groenten en fruit 5.634 33% 67% Vervaardiging van zuivelproducten 5.217 29% 71% Vervaardiging van diervoeders 2.330 19% 81% Vervaardiging van tabaksproducten 1.511 38% 62% Vervaardiging van maalderijproducten, zetmeel en zetmeelproducten 1.494 20% 80% Vervaardiging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten 974 22% 78% < 25 jaar 25-49 jaar >= 50 jaar Mannen Vrouwen De grootste subsector betreft de vervaardiging van bakkerijproducten en deegwaren waarin, in vergelijking met de andere activiteiten, een aanzienlijk aandeel jongeren tewerkgesteld is en de vrouwen duidelijk sterker vertegenwoordigd zijn dan de mannen. Op plaats twee en drie komen de vervaardiging van andere voedingsmiddelen en de verwerking en conservering van vlees en vervaardiging van vleesproducten. Hier zijn de mannen in de meerderheid en zijn er ook relatief meer ouderen actief. De regionale verdeling verschilt tussen de subsectoren. Antwerpen is koploper in de vervaardiging van bakkerijproducten en deegwaren terwijl bijvoorbeeld West-Vlaanderen sterk staat in de verwerking en conservering van groenten en fruit. - 7 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2009 Figuur 6 Loontrekkende werkgelegenheid in Vlaanderen: Indeling naar Resoc: 10 belangrijkste subsectoren binnen de sector (2009) Vervaardiging van bakkerijproducten en deegwaren Vervaardiging van andere voedingsmiddelen Verwerking en conservering van vlees en vervaardiging van vleesproducten Vervaardiging van dranken Antwerpen 2.661 1.442 824 946 92 279 184 87 270 54 Mechelen 935 675 145 444 9 21 19 0 0 7 Turnhout 2.555 1.674 1.384 1 663 879 281 450 183 0 Prov. Antwerpen 6.151 3.791 2.354 1.392 764 1.179 484 538 453 61 Halle-Vilvoorde 1.236 2.595 379 588 33 159 28 0 60 0 Leuven 783 827 181 1.507 9 532 60 209 166 0 Prov. Vlaams-Brabant 2.019 3.422 561 2.095 43 691 89 209 226 0 Brugge 758 389 278 341 0 18 122 2 101 0 Westhoek 878 322 367 58 1.172 1.107 68 183 10 0 Zuid-West-Vlaanderen 429 637 896 132 283 108 128 100 61 0 Oostende 305 221 64 5 107 3 37 0 0 0 Midden-West-Vlaanderen 832 86 1.465 104 1.987 5 539 4 114 630 Prov. West-Vlaanderen 3.202 1.655 3.070 640 3.548 1.241 894 289 286 630 Zuid-Oost-Vlaanderen 1.310 86 611 339 100 384 34 27 385 25 Dender-Waas 1.027 1.373 914 24 31 252 158 11 6 11 Gent en rand 630 810 991 669 1 188 106 3 18 222 Meetjesland-Leiestreek 765 384 947 26 67 511 478 3 111 24 Prov. Oost-Vlaanderen 3.732 2.653 3.463 1.058 198 1.335 776 43 519 282 Midden-Limburg 308 105 228 432 1 165 47 433 11 0 West-Limburg 478 54 41 0 74 460 27 0 0 0 Zuid-Limburg 435 26 35 264 178 15 11 0 0 0 Noord-Limburg 175 6 283 150 829 18 1 0 0 0 Maasland 224 55 523 13 0 114 0 0 0 0 Prov. Limburg 1.620 246 1.110 858 1.081 772 87 433 11 0 Vlaanderen 16.724 11.768 10.558 6.042 5.634 5.217 2.330 1.511 1.494 974 Verwerking en conservering van groenten en fruit Vervaardiging van zuivelproducten Vervaardiging van diervoeders Vervaardiging van tabaksproducten Vervaardiging van maalderijproducten, zetmeel en zetmeelproducten Vervaardiging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 8 -

LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID Geslacht Wat betekent deze indicator? De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder met een job die in loonverband wordt uitgevoerd. Hier wordt de loontrekkende werkgelegenheid onderverdeeld naar geslacht. Figuur 7 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar geslacht (2009) Mannen 39.291 37,8% Vrouw en 23.855 62,2% Figuur 8 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar geslacht en Resoc (2009) Mannen Vrouwen Antwerpen 4.009 2.843 Mechelen 1.190 1.129 Turnhout 4.333 3.737 Prov. Antwerpen 9.532 7.709 Halle-Vilvoorde 3.132 1.961 Leuven 2.965 1.309 Prov. Vlaams-Brabant 6.097 3.270 Brugge 1.497 915 Westhoek 2.768 1.472 Zuid-West-Vlaanderen 1.813 962 Oostende 495 442 Midden-W est-vlaanderen 3.969 1.831 Prov. West-Vlaanderen 10.542 5.621 Zuid-Oost-Vlaanderen 2.359 943 Dender-Waas 2.343 1.465 Gent en rand 2.526 1.121 Meetjesland-Leiestreek 2.141 1.183 Prov. Oost-Vlaanderen 9.368 4.712 Midden-Limburg 1.048 682 West-Limburg 697 513 Zuid-Limburg 646 318 Noord-Limburg 916 546 Maasland 445 483 Prov. Limburg 3.753 2.542 Vlaanderen 39.291 23.855-9 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2009 Figuur 9 Evolutie loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar geslacht en jaar 2008 39.502 24.102 2009 39.291 23.855 Mannen Vrouwen Figuur 10 Aandeel mannen in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009) De mannen maken ongeveer 62% van de tewerkstelling in de voedingssector uit. De regionale verschillen zijn aanzienlijk en hangen voor een deel samen met de aard van de activiteiten binnen de regio. In Oostende, Turnhout, Mechelen en Maasland is de tewerkstelling meer evenredig verdeeld over mannen en vrouwen. DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 10 -

LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID Leeftijd Wat betekent deze indicator? De loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid betreft alle personen vanaf 15 jaar en ouder met een job die in loonverband wordt uitgevoerd. Hier wordt de loontrekkende werkgelegenheid onderverdeeld naar leeftijd. Figuur 11 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar leeftijdscategorie (2009) < 25 jaar 7.482 11,8% 19,8% 25-49 jaar 43.168 >= 50 jaar 12.496 68,4% Figuur 12 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar leeftijdscategorie en Resoc (2009) < 25 jaar 25-49 jaar >= 50 jaar Antwerpen 1.353 4.084 1.416 Mechelen 416 1.434 468 Turnhout 909 5.484 1.677 Prov. Antwerpen 2.678 11.001 3.561 Halle-Vilvoorde 446 3.461 1.187 Leuven 453 2.773 1.048 Prov. Vlaams-Brabant 899 6.234 2.234 Brugge 345 1.647 420 Westhoek 409 3.100 731 Zuid-West-Vlaanderen 352 2.019 403 Oostende 110 634 192 Midden-West-Vlaanderen 602 4.106 1.092 Prov. West-Vlaanderen 1.819 11.506 2.839 Zuid-Oost-Vlaanderen 325 2.327 651 Dender-Waas 469 2.653 685 Gent en rand 423 2.657 568 Meetjesland-Leiestreek 333 2.319 672 Prov. Oost-Vlaanderen 1.550 9.955 2.575 Midden-Limburg 137 1.216 378 West-Limburg 119 871 221 Zuid-Limburg 97 618 248 Noord-Limburg 113 1.063 287 Maasland 72 703 153 Prov. Limburg 537 4.471 1.287 Vlaanderen 7.482 43.168 12.496 Bijna één vijfde van de werknemers in de voedingssector is 50 jaar of ouder. Halle-Vilvoorde, Leuven en Zuid-Limburg - Haspengouw kennen een oudere leeftijdsstructuur dan de andere regio s. In Mechelen en Antwerpen is het aandeel van de jongeren in de sector het grootst. - 11 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2009 Figuur 13 Evolutie totale loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar leeftijdscategorie en jaar 2008 7.949 43.926 11.729 < 25 jaar 25-49 jaar 2009 7.482 43.168 12.496 >= 50 jaar Figuur 14 Aandeel <25 jarigen in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009) Figuur 15 Aandeel >=50 jarigen in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009) DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 12 -

LOONTREKKENDE WERKGELEGENHEID Arbeidsregime Wat betekent deze indicator? Op basis van het arbeidsregime van de loontrekkende binnenlandse werkgelegenheid kan het aantal voltijdse equivalenten (VTE) afgeleid worden. Dit geeft het arbeidsvolume aan binnen de sector, waardoor deze indicator beter geschikt is als vergelijkingsbasis tussen verschillende sectoren. Figuur 16 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar arbeidsregime (2009) Voltijds 47.635 24,5% Deeltijds 15.430 75,5% Figuur 17 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Personen en VTE (2009) 63.604 63.146 45.993 45.507 Personen VTE 2008 2009 Figuur 18 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar arbeidsregime, geslacht en leeftijd (2009) Mannen Vrouwen 30.000 25.000 20.000 18.000 16.000 14.000 12.000 15.000 10.000 5.000 0 <25 jaar 25-49 jaar >=50 jaar 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 <25 jaar 25-49 jaar >=50 jaar Voltijds Deeltijds - 13 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2009 Figuur 19 Loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar arbeidsregime en Resoc (2009) Voltijds Deeltijds Antwerpen 4.588 2.257 Mechelen 1.445 873 Turnhout 5.772 2.297 Prov. Antwerpen 11.805 5.427 Halle-Vilvoorde 4.045 1.048 Leuven 3.290 952 Prov. Vlaams-Brabant 7.335 2.000 Brugge 1.864 546 Westhoek 3.505 729 Zuid-West-Vlaanderen 2.254 507 Oostende 707 229 Midden-W est-vlaanderen 4.837 960 Prov. West-Vlaanderen 13.168 2.970 Zuid-Oost-Vlaanderen 2.681 622 Dender-Waas 2.863 943 Gent en rand 2.907 736 Meetjesland-Leiestreek 2.451 869 Prov. Oost-Vlaanderen 10.902 3.169 Midden-Limburg 1.203 522 West-Limburg 843 366 Zuid-Limburg 688 276 Noord-Limburg 1.085 377 Maasland 605 323 Prov. Limburg 4.425 1.863 Totaal 47.635 15.430 Ongeveer 3 werknemers op 4 in de voedingssector is voltijds aan de slag. Uitzendarbeid is niet in deze grafiek opgenomen omdat ze in de sociale zekerheidscijfers bij de uitzendsector gevoegd wordt. Er zijn duidelijke verschillen tussen de regio s op te merken. In Vlaams-Brabant, West- en Oost-Vlaanderen wordt er gemiddeld meer voltijds gewerkt dan in Antwerpen en Limburg. Figuur 20 Aandeel voltijds arbeidsregime in de loontrekkende werkgelegenheid in de sector: Indeling naar Resoc (2009) DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 14 -

JOBS Statuut Wat betekent deze indicator? Jobs zijn het aantal vervulde arbeidsplaatsen in de in Vlaanderen gevestigde productie-eenheden. Een job kan als loontrekkende, zelfstandige of helper ingevuld worden en hoofd- of bijberoep zijn. Arbeidsplaatsen van werknemers die afwezig zijn wegens ziekte, verlof of tijdelijke werkloosheid worden ook geteld als jobs. Arbeidsplaatsen van werknemers in voltijdse loopbaanonderbreking of tijdskrediet worden niet geteld als jobs. Figuur 21 Aantal jobs in de sector: Indeling naar statuut (2010) Loontrekkend 64.116 7,0% 2,1% Zelfstandig 4.923 Helper 1.504 90,9% Figuur 22 Aandeel loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (2010) - 15 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2010 In de voedingssector zijn er ongeveer 13 loontrekkenden tegenover 1 zelfstandige. Er zijn wel wat regionale verschillen merkbaar. Het hoogste aandeel loontrekkenden is te vinden in Midden-West- Vlaanderen, Turnhout, Noord-Limburg en Leuven. DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 16 -

JOBS Jobcreatie en jobdestructie Wat betekent deze indicator? Jobcreatie en -destructie worden gemeten als het verschil tussen het aantal jobs op 30 juni 2010 en 30 juni 2009 van een onderneming. Op vestigingsniveau wordt er meer dynamiek waargenomen dan op het niveau van de onderneming maar hier wordt geen rekening mee gehouden. Als het aantal arbeidsplaatsen in een onderneming op het eind van de periode groter is dan in het begin, is er sprake van jobcreatie. Als het aantal jobs op het einde kleiner is dan in het begin, spreken we van jobdestructie. Figuur 23 Jobcreatie en -destructie in de sector: Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009) Figuur 24 Netto aangroei aantal jobs in de sector: Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009) -1.343 +1.160 0-9 wn -2,1% -948 +817 10-49 wn -1,0% -460 +489 50-199 wn +0,2% -472 +216 > 199 wn -1,5% Figuur 25 Aantal bedrijven en aantal jobs in de sector: Indeling naar bedrijfsgrootte (juni 2010 t.o.v. juni 2009) Bedrijven Jobs 164 45 8.769 658 16.847 13.346 2.643 16.086 0-9 wn 10-49 wn 50-199 wn > 199 wn - 17 - Sectorrapport

Bron: RSZ en Dynam-belgium.org Cijfers juni 2010 t.o.v. juni 2009 Achter de netto-evolutie van jobs gaat een ruimere dynamiek van jobcreatie en -destructie schuil. De sterkste dynamiek vindt plaats bij de kleine bedrijven waar veel jobs zijn verdwenen maar er ook nog veel nieuwe jobs werden gecreëerd. De kleine bedrijven maken ongeveer drie vierde van het ondernemingsbestand uit maar de groter e bedrijven zorgen in verhouding voor meer tewerkstelling. DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 18 -

JOBS Loontrekkende jobs Wat betekent deze indicator? Dit zijn de jobs die in loondienst worden uitgeoefend. W erknemers kunnen een job uitoefenen bij meerdere werkgevers. Arbeidsplaatsen ingevuld door uitzendkrachten worden geteld als jobs van het uitzendkantoor en niet van de onderneming waar ze effectief werken. Dit betekent dat het aantal jobs wordt onderschat indien veel gebruik gemaakt wordt van uitzendarbeid. Het aantal loontrekkende jobs is het hoogst in Antwerpen, Turnhout en Midden-W est-vlaanderen. Het aandeel van de sector in het totaal aantal loontrekkende jobs is groter in de Westhoek, Midden-West-Vlaanderen, Meetjesland-Leiestreek en Turnhout. De voedingssector is er in diverse regio s op achteruitgegaan in 2010. De daling was het grootst in Brugge, Halle-Vilvoorde, Midden-Limburg en Zuid-Limburg-Haspengouw. In Oostende, Gent en rand, Zuid-Oost-Vlaanderen, West-Limburg en Maasland liet de sector daarentegen nog een mooie groei optekenen. - 19 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2010 Figuur 26 Aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (2010) Figuur 27 Aandeel van de sector in het totaal aantal loontrekkende jobs: Indeling naar Resoc (2010) Figuur 28 Evolutie van het aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (jaargemiddelde 2010 t.o.v. 2009) DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 20 -

BEDRIJVEN Vestigingsgrootte Wat betekent deze indicator? Een onderneming kan op één enkele plaats gevestigd zijn of meerdere vestigingen met personeel hebben. De ondernemingsgrootte wordt hier berekend op vestigingsniveau. Dit betekent dat grote bedrijven met meerdere vestigingen worden opgesplitst. Voor alle duidelijkheid spreken we dan ook over vestigingsgrootte. Dit betekent dat alle arbeidsplaatsen in Vlaanderen meegenomen worden, ook als de hoofdzetel van een onderneming buiten Vlaanderen gelegen is. Figuur 29 Aantal vestigingen in de sector: Indeling naar vestigingsgrootte (2010) 0-9 wn 2.638 5,7% 1,4% 10-49 wn 706 19,6% 50-199 wn 205 > 199 wn 51 73,3% Figuur 30 Aantal vestigingen in de sector: Indeling naar vestigingsgrootte en Resoc (2010) 0-9 wn 10-49 wn 50-199 wn > 199 wn Antwerpen 305 125 26 4 Mechelen 122 41 7 2 Turnhout 195 71 31 6 Prov. Antwerpen 621 236 63 12 Halle-Vilvoorde 161 51 11 5 Leuven 156 32 7 6 Prov. Vlaams-Brabant 316 83 18 11 Brugge 167 37 6 1 Westhoek 158 27 20 3 Zuid-West-Vlaanderen 169 30 10 2 Oostende 93 11 6 0 Midden-West-Vlaanderen 146 49 19 6 Prov. West-Vlaanderen 733 154 61 12 Zuid-Oost-Vlaanderen 184 35 9 3 Dender-Waas 213 63 12 2 Gent en rand 177 46 15 1 Meetjesland-Leiestreek 105 32 8 5 Prov. Oost-Vlaanderen 678 176 44 11 Midden-Limburg 72 15 5 2 West-Limburg 54 12 5 1 Zuid-Limburg 70 11 3 1 Noord-Limburg 45 8 5 1 Maasland 48 14 2 1 Prov. Limburg 290 58 20 6 Vlaanderen 2.638 706 205 51-21 - Sectorrapport

Bron: Steunpunt WSE i.s.m. Departement WSE - Bewerking VDAB Studiedienst jaargemiddelde 2010 Figuur 31 Aandeel vestigingen met minder dan 50 werknemers: Indeling naar Resoc (2010) Figuur 32 Aandeel vestigingen met meer dan 199 werknemers: Indeling naar Resoc (2010) In de voedingssector zijn de kleine vestigingen oververtegenwoordigd. 73% van de vestigingen stellen minder dan 10 werknemers te werk. In de regio s Oostende, Brugge, Zuid-West-Vlaanderen, Zuid-Oost-Vlaanderen, Dender-Waas, Mechelen, Maasland en Zuid-Limburg-Haspengouw loopt dit aandeel op tot 93,7% à 96,6%. De grootste vestigingen zijn te vinden in Midden-West-Vlaanderen, Meetjesland-Leiestreek en Leuven. * Noot bij Figuur 30: door het afronden van de cijfers op het niveau van de regio, is de som van de regio s groter dan het totaal. DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 22 -

VACATURES Ontvangen door VDAB Wat betekent deze indicator? Vacatures zijn openstaande arbeidsplaatsen waarvoor de werkgever op zoek is naar een kandidaat-werknemer. Werkgevers kunnen deze vacatures melden aan de VDAB. In de cijfers wordt enkel rekening gehouden met vacatures uit het normaal economisch circuit zonder uitzendopdrachten (NECzU). Ook vacatures in het kader van tewerkstellingsmaatregelen worden buiten beschouwing gelaten. Tot slot zijn ook de vacatures in de sector uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling uit de cijfers gehaald. De regionale verdeling is gebaseerd op de hoofdzetel van de onderneming. Over de plaats van tewerkstelling is er onvoldoende informatie beschikbaar. Vacatures buiten Vlaanderen kunnen dus afkomstig zijn van ondernemingen met hoofdzetel in Brussel maar met vestigingen in Vlaanderen. Omgekeerd kunnen de ontvangen vacatures uit een regio eigenlijk tewerkstelling in een vestiging buiten deze regio betekenen. Figuur 33 Aantal ontvangen vacatures in Vlaanderen: Aandeel van de sector (2010) Dranken, voeding en tabak 3.394 1,8% Andere 188.226 98,2% Figuur 34 Vacaturegraad (openstaande vacatures t.o.v. loontrekkende jobs): Evolutie 1,2% 0,9% 1,0% 2008 2009 2010-23 - Sectorrapport

Bron: VDAB Studiedienst jaartotaal 2010 Figuur 35 Aantal ontvangen vacatures van de sector: 10 belangrijkste beroepsgroepen (2010) Verkoper 784 Arbeider voeding 714 Handlanger algemeen 340 Inpakker Andere bureaubedienden 230 208 Werknemer verkeer Metaalbew erker Havenarbeider, magazijnier Kader privé-sector Technicus 163 153 127 121 120 1,8% van alle ontvangen vacatures komt uit de voedingssector, wat laag is in verhouding tot het aandeel van de sector in de Vlaamse werkgelegenheid. Bij de vacaturegraad zetten we het jaargemiddelde van de openstaande vacatures af tegenover de som van het aantal loontrekkende jobs en de openstaande vacatures (volgens de definitie van het Steunpunt W erk en Sociale Economie). Deze indicator geeft dus het aandeel van de arbeidsplaatsen in de sector aan die niet ingevuld is. De vacaturegraad lag in het crisisjaar 2009 op 0,9%, wat een stuk lager dan de 1,2% van 2008. In 2010 steeg de vacaturegraad opnieuw licht naar 1%. De meeste vacatures betreffen verkopers en arbeiders voeding. DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 24 -

VACATURES Ontvangen door VDAB Figuur 36 Aantal ontvangen vacatures van de sector: Indeling naar Resoc (2010) Aantal vacatures Antwerpen 247 Mechelen 59 Turnhout 302 Prov. Antwerpen 608 Halle-Vilvoorde 157 Leuven 234 Prov. Vlaams-Brabant 391 Brugge 115 Westhoek 197 Zuid-West-Vlaanderen 128 Oostende 41 Midden-West-Vlaanderen 584 Prov. West-Vlaanderen 1.065 Zuid-Oost-Vlaanderen 97 Dender-Waas 119 Gent en rand 111 Meetjesland-Leiestreek 682 Prov. Oost-Vlaanderen 1.009 Midden-Limburg 84 West-Limburg 32 Zuid-Limburg 83 Noord-Limburg 27 Maasland 15 Prov. Limburg 241 Buiten Vlaanderen 80 Eindtotaal 3.394 De provincies West- en Oost-Vlaanderen zijn koplopers wat betreft het aantal ontvangen vacatures. Het relatieve belang van de voedingssector in het totaal aantal vacatures is het grootst in Midden- West-Vlaanderen en Meetjesland-Leiestreek, gevolgd door de regio s Westhoek en Turnhout. - 25 - Sectorrapport

Bron: VDAB Studiedienst jaartotaal 2010 Figuur 37 Aandeel ontvangen vacatures van de sector t.o.v. totaal aantal vacatures: Indeling naar Resoc (2010) DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 26 -

KNELPUNTBEROEPEN Knelpuntvacatures Wat betekent deze indicator? Niet elke vacature voor een knelpuntberoep geraakt moeilijk ingevuld. Bij de vacatures voor knelpuntberoepen waar het meer dan 90 dagen (of 3 maand) duurde voor ze ingevuld raakten, spreken we van knelpuntvacatures. Ook hier is voor de regionale verdeling rekening gehouden met de regionale knelpunten die kunnen afwijken van de Vlaamse lijst van knelpuntberoepen. Figuur 38 Aandeel knelpuntvacatures in de sector (2010) Figuur 39 Aandeel knelpuntvacatures in alle sectoren (2010) 18,3% 22,5% 77,5% 81,7% Geen knelpuntvacatures Knelpuntvacatures Minder dan één vijfde van de ontvangen vacatures in de voedingssector zijn knelpuntvacatures, wat iets lager ligt dan het gemiddelde over alle sectoren. De meeste knelpuntvacatures te vinden bij de beroepen bakker en banketbakker, onderhoudsmecanicien van machines en industriële installaties, en technicus. Het aandeel van de knelpuntvacatures in het totaal aantal vacatures in de voedingssector is in het grootst in Noord-Limburg en Zuid-Limburg - Haspengouw. - 27 - Sectorrapport

Bron: VDAB Studiedienst jaartotaal 2010 Figuur 40 Aantal knelpuntvacatures in de sector: 10 belangrijkste clusters van knelpuntberoepen (2010) Bakker en banketbakker 71 Onderhoudsmecanicien van machines en industriële installaties Technicus 45 45 Land- en tuinbouw arbeider 30 Vertegenw oordiger 28 Productieverantw oordelijke 23 Vleesbew erker 20 Vrachtw agenbestuurder 19 Productieoperator voeding 15 Ingenieur 13 Figuur 41 Aandeel van de knelpuntvacatures in het totaal aantal vacatures van de sector: Indeling naar Resoc (2010) DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 28 -

REMEDIËRING Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming (IBO) Wat betekent deze indicator? De individuele beroepsopleiding in de onderneming is een opleiding waarbij een cursist op de werkplek wordt getraind en begeleid. Het bedrijf betaalt geen loon en RSZ, enkel een productiviteitspremie. Na deze opleiding is het bedrijf verplicht om de cursist aan te werven met een contract voor onbepaalde duur. Figuur 42 Aantal gestarte IBO s in Vlaanderen: aandeel van de sector (2010) Dranken, voeding en tabak 257 2,2% Andere 11.544 97,8% Figuur 43 Aantal gestarte IBO s in de sector: Indeling naar kenmerk (2010) Geslacht 177 80 M V Leeftijd 117 129 11 <25 j. 25-49 j. >=50 j. Scholingsniveau 136 99 22 Laag Midden Hoog Knelpuntberoep 149 108 Knelpunt Geen knelpunt Origine 210 47 EU Niet-EU Werkloosheidsduur 196 45 13 <1 j. 1-2 j. 2-5 j. >5 j. De voedingssector is goed voor 2,2% van alle Individuele Beroepsopleidingen in de Onderneming (IBO). Tegenover het belang van de sector in de totale werkgelegenheid (6%) staan dus relatief weinig IBO s. Er worden vooral mannen via IBO tewerkgesteld. De jongeren en de leeftijdscategorie 25-49 jarigen zijn nagenoeg even sterk vertegenwoordigd. Vooral laagmaar ook middengeschoolden worden gevraagd. Allochtonen en langdurig werkzoekenden vinden moeilijker de weg naar een IBO. Bij de meerderheid van de IBO s gaat het om knelpuntberoepen. - 29 - Sectorrapport

Bron: VDAB Studiedienst jaartotaal 2010 Figuur 44 Aantal gestarte IBO s in de sector: Indeling naar Resoc (2010) Figuur 45 Aandeel van de gestarte IBO s t.o.v. aantal loontrekkende jobs in de sector: Indeling naar Resoc (2010) DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 30 -

BIJLAGE Nace-codes Deze sector omvat: NACE OMSCHRIJVING 10110 Verwerking en conservering van vlees, exclusief vlees van gevogelte 10120 Verwerking en conservering van gevogelte 10130 Vervaardiging van producten van vlees of van vlees van gevogelte 10200 Verwerking en conservering van vis en van schaal- en weekdieren 10311 Verwerking en conservering van aardappelen, exclusief productie van diepgevroren aardappelbereidingen 10312 Productie van diepgevroren aardappelbereidingen 10320 Vervaardiging van groente- en fruitsappen 10391 Verwerking en conservering van groenten, exclusief productie van diepgevroren groenten 10392 Verwerking en conservering van fruit, exclusief productie van diepgevroren fruit 10393 Productie van diepgevroren groenten en fruit 10410 Vervaardiging van oliën en vetten 10420 Vervaardiging van margarine en andere spijsvetten 10510 Zuivelfabrieken en kaasmakerijen 10520 Vervaardiging van consumptie-ijs 10610 Vervaardiging van maalderijproducten 10620 Vervaardiging van zetmeel en zetmeelproducten 10711 Industriële vervaardiging van brood en van vers banketbakkerswerk 10712 Ambachtelijke vervaardiging van brood en van vers banketbakkerswerk 10720 Vervaardiging van beschuit en biscuit en van ander houdbaar banketbakkerswerk 10730 Vervaardiging van macaroni, noedels, koeskoes en dergelijke deegwaren 10810 Vervaardiging van suiker 10820 Vervaardiging van cacao, chocolade en suikerwerk 10830 Verwerking van thee en koffie 10840 Vervaardiging van specerijen, sauzen en kruiderijen 10850 Vervaardiging van bereide maaltijden en schotels 10860 Vervaardiging van gehomogeniseerde voedingspreparaten en dieetvoeding 10890 Vervaardiging van andere voedingsmiddelen, n.e.g. 10910 Vervaardiging van veevoeders 10920 Vervaardiging van voeders voor huisdieren 11010 Vervaardiging van gedistilleerde dranken door distilleren, rectificeren en mengen 11020 Vervaardiging van wijn uit druiven 11030 Vervaardiging van cider en van andere vruchtenwijnen 11040 Vervaardiging van andere niet-gedistilleerde gegiste dranken 11050 Vervaardiging van bier 11060 Vervaardiging van mout 11070 Vervaardiging van frisdranken; productie van mineraalwater en ander gebotteld water 12000 Vervaardiging van tabaksproducten - 31 - Sectorrapport

DRANKEN, VOEDING EN TABAK - 34 -