KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen



Vergelijkbare documenten
Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (B.S )

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 3. Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

Infosessie bijscholing preventieadviseurs

WAAROM KIEZEN VOOR ELECTROTEST?

27 oktober 2005 Brand cellencomplex Schiphol Oost. Lessen uit - de eerste acties - de evacuatie

28 MAART Koninklijk besluit betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen

BRAND- EN INTERVENTIEDOSSIER

KB 28 maart 2014 Preventie van brand op de arbeidsplaats

Brandpreventie- dossier. Caroline Deleu. Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Overzicht wetgeving brandpreventie. Ir. Pieter De Munck

Brandpreventie op de arbeidsplaats KB 28/03/14 BS 23/04/14. Infosessie September 2014

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

Risicoanalyse brandpreventie Aanpak Mensura EDPB. Stijn Tielemans Preventieadviseur niveau I stijn.tielemans@mensura.be

Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (BS )

Preventie en wetgeving. Focus op brandpreventie 2014/2

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015

Brandbestrijding in het onderwijs. Lt. Jörge Engels technicus brandvoorkoming, interventieplanning, jeugdbrandweer

BRANDPREVENTIE OP DE ARBEIDSPLAATSEN Nota over de wetgeving

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

Focus op brandpreventie

BRANDVEILIGHEID BRANDPREVENTIE -RISICOANALYSE - ALGEMEEN

Interne evacuatieplanning

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen INHOUD. 1.Inleiding. ir Paul Van Haecke - TWW OVL 26 september 2014

Oprichting van een gemeenschappelijke interne dienst voor preventie en bescherming op het werk

Opleiding niveau Brandweerman. Hoofdstuk 3 Arbeidsveiligheid. Kapt. Jean-Paul Heyens

Leidraad voor opstellen interventiedossier

Brandbeveiligingsregels

HSE World Event Marc Aspeslagh 27 april 2017

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Oprichten en opleiden van de brandbestrijdingsdienst. Luc De Wilde directeur Provinciale Brandweerschool van Oost-Vlaanderen

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Brandpreventie in de praktijk

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

Welzijnsbeleid - Risicoanalyse

Brandpreventie. Jo De Jonghe, Expert Health & Prevention

Het Intern Noodplan. BrandPreventie-Dossier.be. Een praktische toelichting. Weet wat te doen bij brand!!

Belangrijke wijzigingen in de welzijnsreglementering

Brandpreventie op arbeidsplaatsen. Kristof WELLENS ATECON vzw

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota

Uitgebreide toelichting over controle en onderhoud van beschermingsmiddelen tegen brand

Nieuwe Wetgeving. Programma 18/05/2015

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches

Vreemde talen op de bouwplaats

Back to Basics Hoe begin ik aan een risicoanalyse omtrent brandveiligheid? Date 2017/10/05 vzw ANPI asbl

Hierna volgt een beknopt overzicht van de nieuwe regelgeving.

ONTHAAL EN BEGELEIDING VAN BEGINNENDE WERKNEMERS

Arborisico s bij politie (Nederland) Arbeidsveiligheid als opdracht voor de werkgever. Morele plicht

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Risicoanalyse brand Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreven>e op de arbeidsplaatsen (B.S )

27 MAART KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BELEID INZAKE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK

1 Beschrijving. 3 Regelgeving. 3.1 KB Eerste hulp Definities Eerste hulp

OMSTANDIG VERSLAG ERNSTIG ONGEVAL (volgens KB )

Eerste hulp op het werk

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

Brandveiligheid in WZC & werking commissie brandveiligheid. Lieven CARRON

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

Vanaf nu moeten, bij een ernstig arbeidsongeval, ook de psychosociale oorzaken opgenomen worden in het omstandig verslag.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

Welzijn van uitzendkrachten: nieuwe bepalingen

MEDEDELING MAATREGELEN BETREFFENDE HET WELZIJN OP HET WERK VAN UITZENDKRACHTEN

Opstellen van een evacua-eplan en een nood- en interven-eplan; Claude Monserez Ommegangstraat 1P 8550 Zwevegem 0475/

BRAND. Module 4. Van art. 52 van het ARAB naar de nieuwe brandpreventiewelzijnswetgeving in de Codex

Ilonka Sommen Groep IDEWE

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S

AREI : DE KB 2012 AANPASSINGEN

DOSSIER ANPI TD

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Wetgeving rond brandveiligheid voor de kinderdagverblijven

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Eerstehulpverlening: wat zegt de wetgeving?

Juridische aansprakelijkheid inzake brandveiligheid. Mr. Rik Honoré. Uniqum Advocaten.

MEDEDELING Voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op de arbeidsplaatsen

Risicoanalyse brand toepassen in een schoolomgeving

Handleiding brandpreventieverslag

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk.

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012)

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties

Elektrische installaties - Vragen

Opstellen GPP en JAP op basis van verslagen. Els Fias

Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk

Evacuatieoefeningen houden, een praktische aanpak. September / oktober 2016 Eddy CODDENS

TWW - partner of controleur?

Risicoanalyse BRAND. infosessie IS /03/2018

VOORLOPIG VERSLAG ERNSTIG ONGEVAL (volgens KB )

Circulaire ETIKETTERING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN

Voorwoord. Beste verzekerde, dan bestrijden! Veel leesplezier! Nummer. Periodieke informatie van de preventiedienst. Oktober 2014 InfoRisk

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Transcriptie:

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van het ARAB over de preventie van brand. Het is in werking getreden op 3 mei 2014 en is in de Codex over het welzijn op het werk opgenomen als Hoofdstuk III Brandpreventie op de arbeidsplaatsen onder Titel III Arbeidsplaatsen. Het toepassingsgebied van dit KB Brandpreventie is hetzelfde als voor het KB Arbeidsplaatsen 1. Dit houdt in dat het KB niet van toepassing is op bouwwerven zelf, maar wel op kantoren en in magazijnen, depots, ateliers, Desondanks bevat het KB enkele onderwerpen die van belang zijn voor de bouwsector. Het vervangt heel wat bepalingen van artikel 52 van het ARAB. De artikelen over de constructie van gebouwen uit het ARAB blijven voorlopig wel van kracht, maar zullen later vervangen worden door een ander koninklijk besluit, waarin dan regels vastgesteld zullen worden voor de constructie van gebouwen waarin werknemers aanwezig zijn. Er bestaat een concordantietabel waarin u kunt zien welke bepalingen uit artikel 52 van het ARAB van toepassing blijven (zie website FOD WASO 2 ). Vroegere situatie Wanneer we artikel 52 van het ARAB lezen, stellen we vast dat de preventie van brandrisico s op een gestructureerde manier aan bod kwam: 1. preventie van brandrisico s; 2. evacuatie van de aanwezigen; 3. brandbestrijding; 4. constructie van gebouwen; 5. periodieke controles; 6. opleiding van de werknemers. Met deze verschillende groepen van preventiemaatregelen werden alle fundamentele aspecten van een beleid ter preventie van brandrisico s aangepakt. Artikel 52 vertoonde echter één groot nadeel: een belangrijk onevenwicht tussen het aantal maatregelen om brandrisico s te voorkomen en het - zeer grote - aantal bepalingen in verband met de constructie van het gebouw. 1 Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden 2 Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg 1/6

Wat is nieuw? Het koninklijk besluit van 28 maart 2014 is bedoeld om dit onevenwicht te corrigeren. De bepalingen uit het ARAB in verband met de constructie van gebouwen werden behouden, maar de bepalingen uit het ARAB in verband met risicopreventie werden grotendeels vervangen en verder uitgewerkt in het nieuwe koninklijk besluit. 1. Naar analogie met andere KB s uit de Codex voert het KB de verplichting in om een risicoanalyse uit te voeren. De werkgever moet alle situaties onderzoeken die kunnen leiden tot het ontstaan van brand. Naar aanleiding van deze risicoanalyse met betrekking tot het brandrisico moeten preventiemaatregelen genomen worden. 2. Er moet een brandbestrijdingsdienst worden opgericht. De taken van deze dienst zijn opgenomen in een afzonderlijk artikel. 3. De nodige beschermingsmiddelen tegen brand moeten voorzien worden en voldoen aan de eisen uit het KB van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (CBM s). 4. Verder moet er ook een intern noodplan opgesteld worden met schriftelijke procedures in verband met de brandbestrijdingsdienst, de evacuatie, de evacuatieoefeningen, het gebruik van beschermingsmiddelen tegen brand en de informatie en opleiding van de werknemers. 5. De werkgever moet nagaan of de constructie van het gebouw de evacuatie toelaat van alle werknemers en andere personen die aanwezig zijn op de arbeidsplaatsen. Deze evacuatie kan autonoom gebeuren of met de hulp van anderen. Verder moeten de hulpdiensten in alle veiligheid kunnen optreden en moet de constructie van het gebouw voldoen aan de algemene principes van brandveiligheid. Dit houdt in dat de stabiliteit van de dragende elementen en zo nodig van het hele gebouw gewaarborgd moet worden en dat rook- en brandverspreiding en de uitbreiding van de brand naar aanpalende gebouwen vermeden moeten worden. Alle gebouwen, zowel bestaande als nieuwe, moeten voldoen aan de algemene principes van brandveiligheid. Voor bestaande gebouwen vormt de risicoanalyse de basis om deze principes te controleren. Voor nieuwe gebouwen betekent dit dat de risicoanalyse al tijdens de ontwerpfase toegepast moet worden. Risicoanalyse en preventiemaatregelen Er zijn negen risicofactoren waar rekening mee gehouden moet worden. Ook de risicoanalyse moet regelmatig bijgewerkt worden. Hiervoor is geen periodiciteit opgegeven, maar er moet in elk geval een update gebeuren bij wijzigingen die een invloed hebben op het brandrisico. De volgende risicofactoren moeten geanalyseerd worden: 1. waarschijnlijkheid van het ontstaan van brand; 2. arbeidsmiddelen gebruikte stoffen processen interacties; 3. aard van de activiteiten; 4. grootte van de onderneming; 5. bezetting (werknemers en eventuele andere mensen); 6. specifieke risico s eigen aan bepaalde groepen personen die aanwezig zijn; 7. ligging en bestemming; 2/6

8. omliggende gebouwen ondernemingen; 9. werkzaamheden van externe ondernemingen. Zoals al gezegd, vormt de risicoanalyse de basis voor preventiemaatregelen die de volgende doelstellingen beogen (in deze volgorde): 1. elke brand voorkomen; 2. de veiligheid (en de eventuele snelle evacuatie) verzekeren van iedereen die aanwezig is op de arbeidsplaats (werknemers en andere personen); 3. elk begin van brand bestrijden om uitbreiding te verhinderen; 4. de schadelijke gevolgen van brand beperken; 5. de tussenkomst van de hulpdiensten vergemakkelijken. Verder moeten er ook nog specifieke preventiemaatregelen getroffen worden, zoals 1. de oprichting van een brandbestrijdingsdienst, het vastleggen van procedures en het bijhouden van een brandpreventiedossier; 2. maatregelen in verband met met de bepalingen over evacuatiewegen, uitgangen, nooduitgangen, enz. (zoals opgenomen in artikel 52 van het ARAB); 3. maatregelen in verband met de opleiding en informatie van werknemers, periodieke controles en collectieve beschermingsmiddelen tegen brand. Brandbestrijdingsdienst Elke werkgever is verplicht een brandbestrijdingsdienst op te richten, ongeacht het aantal werknemers dat hij tewerkstelt. Aan de hand van een risicoanalyse kan bepaald worden hoe groot de brandbestrijdingsdienst moet zijn en over welke middelen hij moet beschikken, maar kunnen deze zaken ook aangepast worden aan de brandrisico s in de onderneming. De brandbestrijdingsdienst heeft de volgende taken: - het ontstaan en de verspreiding van een brand vermijden. Belangrijk hierbij is situaties die vermoedelijk een brand kunnen veroorzaken, opsporen en signaleren; - de evacuatie vergemakkelijken door: - te zorgen voor de waarschuwing en de melding; - de aanwezige personen in veiligheid te brengen (in afwachting van de tussenkomst van de openbare hulpdiensten); 3/6

- de goede tussenkomst van de openbare hulpdiensten te waarborgen. - een begin van brand blussen of beheersen. Om hun taak te kunnen vervullen, moeten de leden van de brandbestrijdingsdienst een gepaste opleiding krijgen. Verder is het ook belangrijk dat ze betrokken worden bij de uitvoering van de brandrisicoanalyse en bij het opstellen van de procedures in het kader van het noodplan. Periodieke controle en onderhoud van de beschermingsmiddelen tegen brand De beschermingsmiddelen tegen brand moeten periodiek onderhouden en gekeurd worden volgens de voorschriften van de fabrikant. Daarnaast moeten de voorschriften uit het eerder vermelde KB CBM s gevolgd worden. Dat KB bevat een overzicht van de verplichtingen van de werkgever in verband met de installatie, het gebruik, de controle en het onderhoud van de collectieve beschermingsmiddelen en de informatie aan de werknemers. Het interne noodplan In het interne noodplan moet de werkgever vooraf procedures vastleggen over: - de uitvoering van de taken van de brandbestrijdingsdienst; - de evacuatie van personen; - de evacuatieoefeningen; - het gebruik van beschermingsmiddelen tegen brand; - de informatie en opleiding van werknemers; - Het brandpreventiedossier Om brandrisico s op de arbeidsplaatsen te voorkomen, moeten vaak diverse preventiemaatregelen toegepast worden. Een efficiënt brandpreventiebeleid moet ervoor zorgen dat al deze maatregelen een samenhangend geheel vormen. Daarom moet de werkgever een brandpreventiedossier opmaken en regelmatig bijwerken. Dit dossier, met inbegrip van alle documenten rond brandpreventie (procedures, evacuatieplan, interventiedossier, resultaat van de risicoanalyse,...), moet ervoor zorgen dat de verschillende betrokken personen zich een globaal beeld kunnen vormen van het brandpreventiebeleid van de onderneming. Onder betrokken personen verstaat we de werkgever, de preventieadviseur, de leden van het Comité PBW, de met het toezicht belaste ambtenaren en de openbare hulpdiensten. Opleiding en informatie van de werknemers De werkgever is verplicht zijn werknemers op te leiden en te informeren over: - de brandrisico s; - de preventiemaatregelen; 4/6

- de waarschuwings- en alarmsignalen; - de toe te passen maatregelen bij brand; - de evacuatie. Elke werknemer moet deze informatie ten laatste op de dag van zijn indiensttreding krijgen en de werknemers moeten ook ingelicht worden als er bijkomende risico s ontstaan. Ze moeten informatie krijgen over de preventiemaatregelen die genomen moeten worden en over de manier waarop ze moeten reageren als er brand zou ontstaan. Minstens eenmaal per jaar moet er ook een evacuatieoefening plaatsvinden. Belangrijk voor de bouwsector Brush Script Afdeling 7: Werkzaamheden uitgevoerd in de inrichting van de werkgever (art. 28-30) van het KB Brandpreventie bevat nieuwe bepalingen in verband met de verplichtingen die een werkgever heeft tegenover de aannemer(s) wanneer hij werken laat uitvoeren aan het gebouw waarin hij mensen tewerkstelt. De werkgever moet aan elke aannemer informatie verstrekken over de risico s eigen aan het bedrijf en de preventiemaatregelen die genomen moeten worden. Verder moet hij zich ervan vergewissen dat elke aannemer deze instructies begrijpt en moet hij bij elke aannemer alle informatie inwinnen over de eventuele brandrisico s die de werken met zich meebrengen. De aannemers (en onderaannemers) zijn voortaan dus verplicht om informatie over de brandrisico s van hun werkzaamheden te verstrekken. De werkgever moet erop toezien dat dit ook effectief gebeurt. Wanneer de werkzaamheden bijkomende risico s inhouden, onderwerpt de werkgever de uitvoering ervan aan zijn voorafgaande toestemming. De voorafgaande toestemming van de werkgever wordt opgenomen in een document dat inzonderheid de volgende elementen bevat: 1 de plaats waar de werkzaamheden worden uitgevoerd, de aard van de uit te voeren werkzaamheden alsook de risicoanalyse en de preventiemaatregelen die moeten genomen worden; 2 de door de aannemer of de onderaannemer als noodzakelijk beoordeelde bijkomende preventiemaatregelen, bovenop deze bedoeld in 1. Het document wordt ondertekend door de werkgever, zijn bevoegde preventieadviseur en de aannemer, of in voorkomend geval de onderaannemer, die een afschrift ontvangt (cf. art. 29). Opgelet: dit is niet hetzelfde document als de vuurvergunning. Ter verduidelijking is hierbij de interpretatie van de problematiek opgenomen die opgesteld werd door dhr. C. Deneve van de FOD WASO (met pensioen sinds 1 april 2015). - Het KB Brandpreventie spreekt niet over het ondertekenen van de vuurvergunning, maar over het ondertekenen van de voorafgaande toestemming. - Met de voorafgaande toestemming wordt bedoeld de volledige procedure 5/6

betreffende werkzaamheden in de inrichting van de werkgever die brandrisico s kunnen inhouden, terwijl de vuurvergunning het document is dat finaal moet worden ondertekend indien effectief dergelijke werkzaamheden worden uitgevoerd. - De preventieadviseur ondertekent de procedure, wat betekent dat hij akkoord gaat met de beschreven te volgen procedure. Het ondertekenen is specifiek in de regelgeving opgenomen om zich te verzekeren dat de preventieadviseur betrokken werd in dit proces. - De plaatselijke verantwoordelijke en de uitvoerder van de werken ondertekenen de vuurvergunning. Bijkomende informatie Op de website van de FOD WASO vindt u allerlei fiches over: - de vaardigheden en de opleiding van de leden van de brandbestrijdingsdienst; - brandpreventie; - de brandbeschermingsmiddelen, periodieke controles en onderhoud; - het interne noodplan; - het brandpreventiedossier; - de opleiding en informatie van werknemers. http://www.werk.belgie.be/defaulttab.aspx?id=41382 6/6