Werkinstructie : HSEW Blz. : 1 van 8 INDEX 1 SCOPE 2 DOEL 3 INLEIDING 3.1 Procesveiligstellingen 3.2 Elektrische veiligstellingen: 3.3 INSTRUMENTELE : 4 PROCEDURE 4.1 Voorwaarden 4.2 Organisatie 4.3 Werkwijze: 4.3.1 Aanbrengen van locks en tags: 4.3.2 Vul de tag in en registreer deze: 4.3.3 Dagelijkse bekrachtiging veiligstelling 4.3.4 (Tijdelijke) veranderingen van veiligstelling/overbrugging 4.3.5 Aandachtspunten: 4.3.6 Verwijderen van locks en tags: 5. UITKOMS 6. RAPPORTAGE 7 REFERENTIE NAAM & HANDTEKENING DATUM OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum GECONTROLEERD: Area Coordinator GOEDGEKEURD: Execution Manager P. van der Ree WIJZIGING: 06-01-2015 Bijlage 3 Main Heat Tracing Box toegevoegd Hangsloten verplicht bij hoofdveiligstelling en elektrische veiligstelling Sleutelbezit enregistratie op werkvergunning bijgevoegd
Werkinstructie : HSEW Blz. : 2 van 8 1 SCOPE Veiligstellen van de installatie is de verantwoordelijkheid van de LVP. Het veiligstelplan is het uitgangspunt. De veiligstelling wordt uitgevoerd conform de NAM operationele procedures en werkinstructies. Hierbij is het belangrijk dat de werkscope op tijd, volgens milestones en/of planningsafspraken wordt aangeleverd. NAM operations Groningen hebben de verantwoordelijkheid om m.b.v. de veiligstelling, voor GLT-PLUS een veilige werkplek te creëren en te waarborgen. 2 Doel Medewerkers van GLT PLUS in kennis stellen van het proces en de fysieke uitvoering van de veiligstelling door de NAM 3 Inleiding 3.1 Procesveiligstellingen De LVP is verantwoordelijk voor de scope van de mechanische veiligstelling van de plant en het bijhouden van de ingekleurde PEFS, de stekerlijst en het stappenplan conform CMS. Dit altijd in de veiligstel map bijgehouden tijdens stops. Voor de area produktie clusters geldt dat de veiligstellingen voor OH dagen ( < 1 dag ) op het veiligstel whiteboard in de controle kamer bijgehouden kunnen worden. NB indien de veiligstelling blijft zitten dient een LAP item in ODT aangemaakt te worden met verklaring van de geplaatste veiligstelling. Dit om de shift in het PCC adequaat te informeren Op de UGS staan alle veiligstellingen altijd op het bord in de controle kamer. De afsluiters/ blindflenzen/ brilflenzen/ stekers (de buitenste grenzen van het veiliggestelde proces) van een procesveiligstelling moeten altijd gelocked (geborgd) en getagged (gelabeld) zijn. In een geautoriseerd veiligstelstappenplan (ook op de PEFS) moet aangegeven zijn hoe en welke installatiedelen gelocked en getagged worden. Binnen de hoofdveiligstelling kan het nodig zijn om bijvoorbeeld voor het spoelen/ purgen een deelveiligstelling aan te brengen In het spoel-/ purgeplan zal worden aangegeven welke afsluiters dan eventueel gelocked en getagged moeten worden. Dit om bijvoorbeeld gereinigde en niet gereinigde delen van elkaar te scheiden. Een veiligstelling die wordt gemaakt om een operationele handeling (ononderbroken) uit te voeren, behoeft niet van lock en tag te worden voorzien.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 3 van 8 3.2 Elektrische veiligstellingen: Elektrotechnische veiligstellingen worden uitgevoerd volgens de elektrotechnische bedrijfsvoorschriften en vallen onder de verantwoording van de werkverantwoordelijken (lijst CMS) van Operations Groningen. De WV-er van de area is verantwoordelijk voor het bijhouden van de elektrotechnische veiligstellingen van de plant in de E-veiligstelboek. Deze taak is doorgaans overgedragen tijdens een stop/shutdown aan een schakelbevoegde van GLT-PLUS. De LVP is verantwoordelijk voor het controleren van de E-veiligstelling in het boek. De veiligstelling wordt uitgevoerd door daartoe bevoegd personeel conform de handleiding van de IV er. Het electrisch veiligstel certificaat wordt toegepast binnen Groningen. Voor shutdowns, OH-dagen en OH-weken met een significante E-veiligstelling zal er door GLT-PLUS in overleg met de area WV een master e-veiligstel lijst worden opgesteld voor alle geplande activiteiten. Voor deze master e-veiligstelling zal een e-certificaat wordt opgemaakt inclusief een e-veiligstel-lijst. De LVP beheert deze lijst en wordt tijdens de SD hierbij ondersteund door de VP-er. (GLT-PLUS schakelbevoegde). o Bestaande e-veiligstellingen moeten worden overgeheveld van de facility e-veiligstel map naar de shutdown, OH-dagen / weken e-veiligstel map. o Aan het einde van de shutdown, OH-dagen / weken moeten de rest e- veiligstellingen weer terug worden geschreven naar de facility e-veiligstel map. o De LVP tekent voor vrijgave om de veiligstellingen in te brengen en hij tekent voor vrijgave voor opheffen van de E veiligstellingen o Iedereen die werkt onder een E-veiligstelling dient een slot met nummer af te hangen aan de werkschakelaar. Dit om ongewenst inschakelen/ opheffen te voorkomen terwijl er nog werk aan een stuk equipment plaatsvindt. NB dit slot dient aan het eind van de dag met de vergunning ingeleverd te worden en wordt de volgende dag weer vrijgegeven met de vergunning o Voor niet geplande activiteiten zal een aparte e-veiligstelling met e-certificaat gemaakt moeten worden die in de shutdown, OH-dagen / OH-weken map zal worden opgenomen. Alle elektrotechnische veiligstellingen/schakelingen dienen goedgekeurd te worden door de Area Werk Verantwoordelijke. GLT-PLUS electrotechnisch personeel (schakel bevoegden) werkt onder verantwoording van installatieverantwoordelijke en de NAM Area WV-er. Binnen GLT-PLUS is een aanspreekpunt benoemd voor de organisatie en coördinatie van deze personen alsmede voor de voorbereidingen van de E-veiligstellingen (& E certificaten). Het locken en taggen (blokkeren) van werkschakelaars, MCC-paneelschakelaars en main heat tracing box voor beperkte operationele handelingen/werkzaamheden moet volgens bijlage 3 uitgevoerd worden Onder operationele handelingen/werkzaamheden, waarvoor het blokkeren van elektrisch aangedreven equipment voldoende is, wordt verstaan werkzaamheden zonder gevaar van elektriciteit of gevaar van draaiende en/of bewegende delen. Voorbeelden van deze werkzaamheden zijn: (de)montage heat tracing lint om (de)montage afsluiters mogelijk te maken Olie of oliefilter uitwisselen
Werkinstructie : HSEW Blz. : 4 van 8 3.3 Instrumentele veiligstellingen: De LVP ers binnen operations Groningen zijn verantwoordelijk voor de instrumentele overbruggingen van de plant en het bijhouden van de I -overbruggingen. De overrides dienen eveneens in ODT opgenomen te worden en structurele overrides dienen in overleg met TA s structureel opgelost te worden (structureel verwijderd uit de software en hardware). De overbrugging wordt aangevraagd en geplaatst door daartoe bevoegd personeel en wordt geautoriseerd door de ops supervisor / UGS plant manager of de ops teamleader. 4 Procedure 4.1 Voorwaarden Een goedgekeurde veiligstelling moet aangebracht zijn: Gebruik maken van voorgeschreven lock-/tag-middelen: 4.2 Organisatie NAM verzorgd de locking en tagging. NAM brengt de locking en tagging aan tijdens het uitvoeren van de veiligstelling en verwijderd de locking en tagging na uitvoering van de activiteiten. 4.3 Werkwijze: 4.3.1 Aanbrengen van locks en tags: Breng de locks en tags aan in de volgorde zoals aangegeven in het veiligstelstappenplan (indien van toepassing): Bij het locken van een afsluiter (blokkeren) moet zeker gesteld worden dat de afsluiter niet ongewild bediend kan worden. Hangsloten zijn altijd verplicht bij het borgen van de hoofdveiligstelling en bij elektrische veiligstellingen. Als de veiligstelling voor meerdere activiteiten en meerdere partijen van toepassing is, kan iedere betrokken partij, in overleg met Operaties, zijn eigen hangslot aanbrengen. Indien een hangslot wordt aangebracht dient de sleutel in het bezit te zijn van de persoon die de betreffende werkzaamheden uitvoert achter de beveiliging. Het nummer van dit houderslot dient op de werkvergunning genoteerd te worden. Het houderslot dient bij het dagelijks afsluiten van de werkvergunning verwijderd te worden. Veiligstellingen in de binnenring dienen bij voorkeur ook van locking en tagging voorzien te worden. 4.3.2 Vul de tag in en registreer deze: Alle borgingen in een veiligstelling moeten gelabeld zijn (inclusief gedraaide brilflenzen, aangebrachte steekflenzen/blindflenzen). De aangebrachte tag moet een uniek nummer hebben, overeenkomend met de stap in het veiligstelstappenplan, en goed zichtbaar zijn. Het nummer, naam (persoon die tag aan heeft gebracht) en datum (duur veiligstelling) dienen geregistreerd te worden in het veiligstelstappenplan. 4.3.3 Dagelijkse bekrachtiging veiligstelling De veiligstelling wordt dagelijks bekrachtigd middels vrijgave op de werkvergunning volgens de werkvergunning procedure. De Site Coordinator en de uitvoerder bespreken/controleren de veiligstelling voor aanvang van de werkzaamheden met de LVP.
Werkinstructie : HSEW Blz. : 5 van 8 4.3.4 (Tijdelijke) veranderingen van veiligstelling/overbrugging Bij (tijdelijke) veranderingen van de veiligstelling/overbruggingen (o.a. Waukesha) zullen deze voorafgaande de werkzaamheden worden besproken tussen de LVP en Site Coördinator. Deze (tijdelijke) aanpassingen moeten geborgd worden in de veiligstelmap (control room) op het daar voor bedoeld overzicht, zodat te allen tijde een actueel overzicht is van de huidige veiligstelling (verantwoordelijkheid LVP iom met operations supervisor). 4.3.5 Aandachtspunten: 1. Op zichzelf staande locks/tags (zonder een veiligstelstappenplan) dienen geregistreerd te worden. Dit kan gedaan worden in ODT OR, in ODT Logboek als Locatie AandachtsPunt (LAP) en wanneer van toepassing op de rood/blauw opgemerkte as-built PEFS. 2. Er is een mogelijkheid om een veiligstelling middels een warning in DCS zichtbaar te maken. Voorbeeld van een tag zie Bijlage 1. Elektrotechnische veiligstellingen: Voor het locken en taggen van elektrotechnische veiligstellingen zie [ref.1]. Voor een voorbeeld van een tag zie Bijlage 2. Instrumentele beveiligingen: Voor een voorbeeld van een tag voor het instrumenteel overbruggen zie Bijlage 2. 4.3.6 Verwijderen van locks en tags: Locks en tags verwijderen: Bij het opheffen van een veiligstelling volgens een veiligstelstappenplan moeten de locks en de tags in de juiste volgorde verwijderd worden. Vervolgens dienen de installatiedelen gecontroleerd te worden op de juiste posities, zoals omschreven in de rood/blauw opgemerkte as-built PEFS. Indien er geen gebruik gemaakt is van een veiligstelstappenplan (kleine activiteit) en het locken en taggen op andere wijze is geregistreerd zal deze veiligstelling volgens de rood/blauw opgemerkte as-built PEFS weer teruggebracht dienen te worden in de juiste posities. Registreer het verwijderen van locks en tags: Conform registratie aanbrengen van locks en tags. 5. Uitkomst: Zichtbaar, geborgde en geregistreerde veiligstellingen. 6. Rapportage: Registratie van aangebrachte en verwijderde veiligstellingen in de beschikbare systemen, zoals ODT- OR. 7 Referentie NAM.EP71.WI.30.09 Richtlijnen voor het locken en taggen bij veiligstellingen
Werkinstructie : HSEW Blz. : 6 van 8 BIJLAGE 1: Tag, geschikt voor taghouder, procesveiligstelling
Werkinstructie : HSEW Blz. : 7 van 8 BIJLAGE 2: Tag elektrotechnische veiligstelling / instrumentele overbrugging. Rood voor elektrisch en blauw voor instrumentatie
Werkinstructie : HSEW Blz. : 8 van 8 Bijlage 3: Blokkeren van werkschakelaar en MCC-paneelschakelaars Inleiding: Onder operationele handelingen/werkzaamheden, waarvoor het blokkeren van elektrisch aangedreven equipment voldoende is, wordt verstaan mechanische werkzaamheden zonder gevaar van draaiende en/of bewegende delen. Voor werkzaamheden aan draaiende en/of bewegende delen is een electrische veiligstelling aangebracht door minimaal een Vakbekwaam Persoon (VP) nodig. Operationele handeling: Schakel de bediening/werkschakelaar uit bij het aangedreven equipment/onderdeel: Blokkeren van heat tracing van de hoofdschakelaar op de main heat tarcing box is voldoende als er geen elektrotechnische werkzaamheden worden uitgevoerd. Schakel de bediening/werkschakelaar op de buitenkant van de paneeldeuren MCC/LVS uit: Het gaat hierbij om de elektrische voeding van het equipment, zoals ventilatoren, pompen, luchtcompressoren. Opmerking: De MCC/LVS deur mag NIET worden geopend. Controleer de blokkering ter plaatse bij het elektrisch aangedreven equipment: Geen verdere instructie. Breng een hangslot aan op de bediening/werkschakelaar: De sleutel van het aangebrachte hangslot dient in het bezit te zijn van de persoon die de werkzaamheden uitvoert. Het nummer van het hangslot dient op de werkvergunning genoteerd te worden. Er dient ook een label aangebracht te worden. Registratie van de blokkering: De blokkering moet geregistreerd worden in ODT Logboek.