Parkeernormering SROB/06/085. : 20 december 2006 Verkeer en Vervoer - 7



Vergelijkbare documenten
Nota parkeernormen Gemeente Meppel

NOTITIE PARKEERNORMEN LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA

Bijlage 4 Nota Parkeernormen

[XI Informatie Zienswijzen I wensen en bedenkingen Peilen van gevoelens

!" % " !" #, # " ) - "" '()., " " ) " !" # /!" #!" / ( / "

Bijlage 1. Parkeren. Wonen. Parkeernormen. Functie centrum schil rest bbk bezoek. woning groot >450 m3 woning 1,49 1,70 1,92 0,32

Parkeernormen in bestemmingsplannen

overwegende dat in januari 2006 de actualisatie van het parkeerbeleidsplan voor Tiel is vastgesteld;

Parkeernormennota. - naar integraal parkeerbeleid - Gemeente Heerde

Notitie Ruimtelijk Parkeerbeleid 2009

Bijlage 5 Parkeernormen

Parkeernormen Valkenswaard - Centrum

Parkeernormen naar categorie

gemeente Eindhoven In Eindhoven zullen de volgende drie gebieden worden onderscheiden:

NOTITIE PARKEREN AALBURG, WERKENDAM EN WOUDRICHEM

Hoogte van de parkeernormen

BIJLAGEN BIJ REGELS. Herziening Slottuin Heemstede. NL.IMRO.0397.BPh1slottuin vast te stellen

Bijlage 2. Nota Parkeernormen

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN. 1. Inleiding

1 Parkeernorm. 1.1 Gebiedsindeling

Bijlage 1 Parkeernormen Gemeente Berkelland

Wijziging bijlage 1 behorende bij de Bouwverordening Rotterdam 2010

Concept versie bij collegebesluit van 8 november Concept versie bij Raadsbesluit van 22 december 2011

Parkeernormen Gemeente Boxtel

Nota Parkeernormen. Concept versie bij collegebesluit van 8 november Concept versie bij Raadsbesluit van 22 december 2011

Bijlage 5 Nota Parkeernormen

Beleidsregels parkeernormen Hilversum 2009

Bijlage I: Parkeernormen gemeente Cuijk

Tot een parkeerplaats bij woningen, bedoeld in deze parkeernomen wordt verstaan:

Parkeernorm centrum. parkeernorm. bezoekersaandeel eenheid. functie

Bijlage 12 Cijfers verplaatsingsgedrag

Nota Bouwen en Parkeren

Beleidsregels ontheffing parkeernormen bestemmingsplan Stadscentrum

Nota parkeernormen

Mozartlaan 40. Gemeente Hilversum Afdeling Beleidsontw ikkeling, team Advies

BELEIDSNOTA PARKEERNORMERING GEMEENTE VALKENSWAARD - Beleidsregels naar aanleiding van de bouwverordening van de Gemeente Valkenswaard

Nota parkeernormen Winterswijk

Nota parkeernormen 2016

nota parkeernormering

Nota Parkeernormen gemeente Eindhoven

SPEELBOERDERIJ PARKEERBEHOEFTE BEREKENING

Beleidsregels Parkeernormen Gemeente Bronckhorst

Verkeer en vervoer 1 RAADSINFORMATIE inzake beleidsregels parkeren bij nieuwbouwprojecten

1,7 parkeerplaats per 100 m 2 b.v.o.

Bestemmingsplan Elsweide - Over het Lange Water

Nota parkeernormen. gemeente Overbetuwe 2016

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

NOTITIE TOEPASSING PARKEERNORMEN

Parkeernormen Gemeente Bronckhorst. (voldoende plek voor ieder voertuig)

Tabel 1 behorende bij de Beleidsregels Parkeren Maassluis 2012

11. Parkeernormen De bouwverordening en parkeernormen Parkeernormen en aanwezigheidspercentages

Toetsing parkeerbehoefte bouwaanvraag gemeente Purmerend

Paraplubestemmingsplan Parkeren

Nota Parkeernormen Gemeente Druten

Nota parkeernormen 2013

Nota parkeernormen. Registratie nummer: /9381. Versie V2.0 januari 2014 Gemeente Culemborg Afdeling stadsontwikkeling

Nota Parkeernormen Definitief

: Parkeren Inter Chalet Horst. Memo. Datum : 19 oktober 2012 / 9 april 2013 Opdrachtgever : de heer Clabbers. Opgesteld door : Arjan ter Haar i.a.a.

Parkeernota Zaltbommel 2018

Nota Parkeernormen 2015 gemeente Steenwijkerland

Nota Parkeernormen. Vastgesteld door het college van B en W op 16 juli Toepassing ASVV2012

Beleidsregel Parkeernormering gemeente Westland 2018

Overzicht parkeernormen

Bijlage 4: Overzicht parkeernormen Roermond

Functie Parkeernormen Per. 1,40 1,60 1,90 2,10 woning 0,3. 1,30 1,50 1,70 1,90 woning 0,3. 1,20 1,30 1,40 1,60 woning 0,3

Gemeente Baarn - Vaststelling Nota Parkeernormen

R-MRM/2015/492 NOTA PARKEERNORMEN BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

Concept-Beleidsregels Parkeren Maassluis 2012

Nota parkeernormen. gemeente Overbetuwe 2014

Afbeelding 2.1. Conceptuele weergave van de huidige parkeeroplossing

Notitie Gemeentelijk parkeerbeleid

2. Hoofdcategorie Werken Eenheid binnenstad schil binnenstad Aandeel Opmerking

Nota Parkeernormen Den Helder

Nota parkeernormen en parkeervoorzieningen. gemeente. Alphen aan den Rijn

Nota Parkeernormen MET GRAUMANS BAARN, NOTA PARKEERNORMEN , 11 novenber

Parkeeranalyse ontwikkeling gezondheidscentrum Hazenkamp aan de Vossenlaan in Nijmegen

7 Parkeren op orde: Parkeernormen en parkeereis

Bijlage 2: Parkeernormen 2011 (auto)

GVVP Stichtse Vecht Deel B: Nota Parkeernormen

Onderbouwing parkeerbalans (her)ontwikkeling Schalkstad

Parkeerkundige onderbouwing bestemmingsplan ABC-gebouw Nieuwpoortstraat, Amsterdam

Parkeernormen Almere datum: 1 januari 2017

Notitie. Punt 7 van het document Bespreekpunten werkvergadering Raad

Uittreksel van CROW-publicatie 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie'.

CVDR. Nr. CVDR434953_1. Nota Parkeernormen oktober Officiële uitgave van Baarn. Gemeente Baarn. Inhoudsopgave

Jaar: 2007 Nummer: 31 Besluit: B & W 3 april 2007 Gemeenteblad BELEIDSREGEL PARKEERNORMEN HELMOND 2007

In 2017 zal de volledige update van de parkeernormen die opgenomen staan in de Beleidsregel Parkeernormen Helmond 2007, opgepakt moeten worden.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

NOTITIE VERKEER EN PARKEREN KROMHOUT/WARMOEZIERSPAD TE DORDRECHT

Notitie parkeren bestemmingsplan Goedentijd 21b 23 te Alphen

Parkeervraag 'project Duinhoek

Overzicht parkeerkencijfers naar stedelijkheidsgraad

BIJLAGEN BIJ DE REGELS

Nota Parkeernormen Beleidsregel

Werken Voor de functies werken geldt, dat parkeren op eigen terrein dient plaats te vinden.

Nota Parkeernormen. Vastgesteld door het college van B en W op 10 maart Toepassing CROW (publicatie 317)

Nota Parkeernormen Rucphen

Nota Parkeernormen Zundert

Nota Bouwen en Parkeren

Transcriptie:

RVB06-0146 Gemeente jn Eergen op Zoom Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Programmanaam en nummer Parkeernormering SROB/06/085 : 0 december 006 Verkeer en Vervoer - 7 Sector : Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer : Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Voorstel: 1. Kennis te nemen van de Nota parkeemormering en de daarin opgenomen geactualiseerde parkeemormen en uitgangspunten.. Het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven deze uitgangspunten uit te werken in een wijziging van de bouwverordening en in voorstellen die leiden tot de intrekking van parkeemormen in vigerende bestemmingsplannen. Type voorstel: n D Kaderstellend Controlerend Rest Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Ja Nee Zijn doelen en/of effecten beschreven 3 D Financiële consequenties ö IE! Inspraak D 13 Samenvatting: Binnen de gemeente staan tal van ruimtelijke (her)ontwikkelingen op stapel. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (verdichting) betekent extra verkeer op bestaande wegen en ook extra vraag naar parkeerplaatsen. Met het vaststellen van het Verkeersstructuurplan Bergen op Zoom 005-015 is ingestemd met de actualisering van de parkeemormen overeenkomstig de parkeerkencijfers zoals die door het kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur (CROW) zijn opgesteld. Bijlagen : C"^0^ en ' ' ter inza 9 e gelegd; benoem en nummer deze bijlagen) 1. Nota Parkeemormering (bijgevoegd).

Gemeente fl Bergen op Zoom De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 1 november 006, nr. SROB/06/085; gelet op het door hem vastgestelde Verkeersstructuurplan en de bepalingen van de gemeentewet; BESLUIT: 1. Kennis te nemen van de Nota parkeemormering en de daarin opgenomen geactualiseerde parkeemormen en uitgangspunten.. Het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven deze uitgangspunten uit te werken in een wijziging van de bouwverordening en in voorstellen die leiden tot de intrekking van parkeemormen in vigerende bestemmingsplannen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van De griffier, De voorzitter, F.P.deVos

Bergen op Zoom Datum raadsvergadering : 0 december 006 Nummer Onderwerp : SROB/06/085 ' Parkeemormering Aan de gemeenteraad, Voorstel 1. Kennis te nemen van de Nota parkeemormering en de daarin opgenomen geactualiseerde parkeemormen en uitgangspunten.. Het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven deze uitgangspunten uit te werken in een wijziging van de bouwverordening en in voorstellen die leiden tot de intrekking van parkeemormen in vigerende bestemmingsplannen. Inleiding Binnen de gemeente Bergen op Zoom staan tal van ruimtelijke (her)ontwikkelingen op stapel. Deze (her)ontwikkelingen zullen op diverse locaties binnen de gemeente worden gerealiseerd. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (verdichting) betekenen extra verkeer op bestaande wegen en ook extra vraag naar parkeerplaatsen. Op 6 mei 005 (SROB/05/041) heeft u het Verkeersstructuurplan Bergen op Zoom 005-015 vastgesteld. Hiermee is ingestemd met de actualisering van de parkeemormen overeenkomstig de parkeerkencijfers zoals die door het kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur (CROW) zijn opgesteld. Beoogd maatschappelijk effect/doelstelling De parkeemormering is erop gericht eenduidige parkeemormen op te leggen bij nieuwe ruimtelijke plannen en projecten in de gemeente om in de toekomst in de parkeerbehoefte te kunnen voorzien en de bereikbaarheid en leefbaarheid te bevorderen. Hierbij wordt evenwicht gezocht tussen enerzijds de vraag naar parkeerplaatsen en anderzijds de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit evenwicht kan berekend worden met behulp van de parkeerbalans. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: De initiatiefnemer van een bouwplan draagt zorg voor zijn eigen parkeeroplossing, waardoor hij geen parkeerproblemen in de omgeving veroorzaakt; - Bij voorkeur wordt het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein opgelost, vanwege de kwaliteit en schaarste van de openbare ruimte; - Het college kan ontheffing verlenen van de eis tot aanleg van voldoende parkeervoorzieningen op het eigen terrein vanwege bijzondere omstandigheden waardoor het toepassen van de parkeernorm op overwegende

-- bezwaren stuit. Het college kan aan de ontheffing die op de aangegeven grond wordt verleend, de verplichting tot betaling van een geldbedrag te verbinden. - Aangezien in specifieke gevallen maatwerk noodzakelijk en wenselijk is kan het college in bijzondere gevallen afwijken van de parkeernormering. De parkeernormering zal worden opgenomen in de bouwverordening. Het uitgangspunt hierbij is dat de parkeerplaatsen indien mogelijk op het eigen terrein worden gerealiseerd. Tevens zal in de bouwverordening worden opgenomen dat in bijzondere omstandigheden het college ontheffing kan verlenen van de eis van aanleg van voldoende parkeervoorzieningen en dat aan deze ontheffing het college de verplichting tot betaling van een geldbedrag kan verbinden. De gemeente zal in deze gevallen toetsen of de extra parkeerdruk in de omgeving kan worden opgevangen door ofwel bestaande voorzieningen ofwel nog te realiseren voorzieningen. Indien er geen mogelijkheden zijn om de extra parkeerdruk op te vangen zal dit leiden tot een weigering van de bouwvergunning. Uitwerking voorstel Het benodigde of gewenste aantal parkeerplaatsen kan worden bepaald op basis van parkeerkencijfers of op basis van parkeernormen. Parkeernormen geven het aantal parkeerplaatsen (bij een functie) aan. Parkeerkencijfers zijn op de praktijk gebaseerde cijfers. De parkeerkencijfers zijn gebaseerd op recent (literatuuronderzoek en op praktijkervaringen van gemeenten. De kencijfers geven een gemiddeld beeld van de situatie die bij het onderzoek is aangetroffen. Uit de studie die in het kader van de door het CROW uitgegeven publicatie over parkeerkencijfersl is uitgevoerd, is geconcludeerd dat de vraag naar parkeerplaatsen wordt bepaald door de locatie van de functie en het aanbod en de kwaliteit van alternatieve vervoerwijzen. De door het CROW gehanteerde gebiedsindeling is voor de situatie in de gemeente Bergen op Zoom aangepast, omdat een duidelijk onderscheid tussen het centrum en de schil alleen voor de kern van Bergen op Zoom kan worden gemaakt. In de rest van de gemeente is een onderscheid te maken tussen overig bebouwd gebied (woonwijken en bedrijventerreinen) en het landelijk woongebied. Uitgegaan wordt van de volgende indeling: a. Centrum b. Schil c. Overig bebouwd gebied d. Landelijk woongebied De parkeernormen geven een indicatie van de omvang van het benodigde aantal parkeerplaatsen. Elke functie en gebied heeft zijn eigen karakter en omstandigheden. Vaak is uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen mogelijk, waardoor het niet noodzakelijk is de som van het aantal parkeerplaatsen van de functies in een gebied aan te leggen, maar slechts een deel ervan. De mogelijkheden voor uitwisselbaarheid in een gebied hangt af van de locatiekeuze van de parkeerplaatsen en de mate waarin de maximale parkeerbehoefte van verschillende functies in de tijd samenvalt. Consequenties van het voorstel Het opnemen van parkeernormering in de bouwverordening voorziet in een adequaat toetsingskader voor ruimtelijke initiatieven. In geval van aanpassing van de landelijke parkeernormen kan de bouwverordening op 1 CROW, Pa/fceerkend/fers-bas/s voorparkeemormering, publicatie 18, Ede juni 003. NB. Deze parkeerkencijfers zijn ook in het ASVV 004 opgenomen.

-3- eenvoudige wijze worden geactualiseerd. Dit verdient sterk de voorkeur boven het regelen van parkeemormen in bestemmingsplannen omdat deze in principe 10 jaar van kracht zijn. Er is geïnventariseerd welke vigerende bestemmingsplannen een parkeemormering kennen. Deze parkeemormeringen zullen worden ingetrokken, indien ze verouderd zijn. In sommige gevallen zijn in verband met specifieke omstandigheden parkeemormen opgenomen in het bestemmingsplan die gehandhaafd zullen blijven. De parkeemorm in het bestemmingsplan is in dit geval van toepassing. In beide gevallen bent u daarvoor bevoegd orgaan, zodat wij daarover met voorstellen bij u terugkomen. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De bui

Gemeente Bergen op Zoom Nota Parkeernormering // Bergen op Zoom, november 006

1 INLEIDING Vanwege de groei van de economie en het toenemende autobezit is het verkeers- en vervoerbeleid in Nederland al jaren gericht op het terugdringen van de stijging van het autogebruik. Onder andere door het stimuleren van alternatieve vervoerwijzen, het voeren van locatiebeleid (functies op die locaties inpassen waar hun verkeersaantrekkende werking het beste past) en het toepassen van parkeernormen, wordt aan dit beleid vorm gegeven. Parkeernormen geven het benodigde aantal parkeerplaatsen (bij een functie) aan. Gemeenten kunnen parkeernormen zelf vaststellen. Er bestaat geen landelijk voorgeschreven normering van parkeerplaatsen. Wel bestaan er door het CROW (kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur) opgestelde richtlijnen voor het toepassen van de parkeernormen. Deze richtlijnen zijn in de vorm van kencijfers opgenomen in het ASW 004 (Aanbevelingen voor verkeersvoorzieningen binnen de bebouwde kom). Deze nota gaat in op de doelstelling om eenduidige parkeernormen te formuleren voor nieuwe ruimtelijke plannen en projecten in de gemeente. Uitgangspunt daarbij is dat een bouwplan dient te voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Daarnaast wordt ingegaan op de verschillende juridische instrumenten die de gemeente ter beschikking heeft om bij de toetsing van een bouwaanvraag te gebruiken. Het college kan ontheffing verlenen van de eis van aanleg van voldoende parkeervoorzieningen op het eigen terrein vanwege bijzondere omstandigheden waardoor het toepassen van de parkeernorm op overwegende bezwaren stuit. Het college kan aan de ontheffing die op de aangegeven grond wordt verleend, de verplichting tot betaling van een geldbedrag verbinden. De parkeernormen voor de verschillende functies en de toepassing hiervan komen uiteraard uitgebreid aan de orde. 1.1 Aanleiding Binnen de gemeente Bergen op Zoom staan tal van ruimtelijke (her)ontwikkelingen op stapel. Deze (her)ontwikkelingen zullen op diverse locaties binnen de gemeente worden gerealiseerd. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen (verdichting) betekent extra verkeer op bestaande wegen en ook extra vraag naar parkeerplaatsen. In de raadsvergadering van 6 mei 005 is het besluit genomen het Verkeersstructuurplan Bergen op Zoom 005-015 vast te stellen. Hiermee is ingestemd met de actualisering van de parkeernormen overeenkomstig de parkeerkencijfers zoals die in het ASW 004 zijn opgenomen. Herziening parkeerkencijfers ASW Actualisatie van de parkeerkencijfers in het ASW was nodig in verband met een aantal ontwikkelingen: 1. Toename gemiddeld autobezit Het gemiddelde autobezit per inwoner/huishouden neemt nog steeds toe. De laatste jaren is het aantal personenauto's veel sterker gestegen dan het aantal huishoudens. Het gemiddelde autobezit per huishouden is toegenomen van 0,8 auto's per huishouden in 1980 tot 0,97 auto's in 003. Deze sterke toename betekent een extra vraag naar parkeerplaatsen (met name in woonwijken). Steeds meer huishoudens nemen een tweede of zelfs een derde auto. Een eerste verklaring hiervoor is dat men met de huidige welvaartmaatschappij steeds gemakzuchtiger wordt. Een andere verklaring is dat weliswaar het gebruik van de auto duurder wordt gemaakt door de eventuele kilometerheffing of rekeningrijden, maar dat het autobezit goedkoper wordt. In figuur 1.1 is de ontwikkeling van het voertuigenbezit van huishoudens aangegeven.

Huishoudens naar voertuigenbezit en achtergrondkenmerken Totaal huishoudens i 1994 1995 1996 1997 1993 1999 000 O01 00 003 Figuur 1.1: Huishoudens naar voertuigenbezit (bron: CBS). Toename autogebruik Op landelijk niveau geven de 'Nota Ruimte' en de concept 'Nota Mobiliteit' de nieuwe beleidslijn aan. "Mobiliteit mag en hoort bij de samenleving', is de centrale gedachte achter de plannen. Het beleid verandert van sturend en gericht op het terugdringen van de automobiliteit naar een meer voorwaardenscheppend beleid dat gericht is op het faciliteren van de groeiende mobiliteitsbehoefte. Daarbij wordt er naar gestreefd de gebruiker te verleiden een keuze te maken voor een gewenst vervoermiddel, zodat de leefbaarheid en de bereikbaarheid van de stad gegarandeerd blijven. Het beleid op stedelijk niveau sluit aan bij de gedachte vanuit het nationaal beleid. De ruimtelijke beleidsplannen (o.a. Structuurvisie 030) maken bovendien duidelijk dat er nog veel nieuwe ontwikkelingen in de gemeente te verwachten zijn. De mobiliteit zal hierdoor ook in Bergen op Zoom blijven toenemen. Figuur 1. geeft aan dat de auto steeds vaker wordt gebruikt. 100 0 a m$ «s Si O l l 3 O '85 '90 95 n ' Figuur 1.: Verkeersprestatie Nederlandse bevolking (miljard km)

3. Verschuiving in openingstijden van winkels en dergelijke Door verruiming van de winkelopeningstijden (bijvoorbeeld avondopenstelling en koopzondagen) wordt het bezoek aan onder andere de binnenstad verdeeld over meerdere uren. Dit leidt enerzijds tot een spreiding en anderzijds tot een menging van verschillende groepen parkeerders (bezoekers, bewoners, werkers). 1. Doelstelling De 'huidige' parkeernormen van de gemeente dateren uit 1993 en volgen het beleid uit het Structuurschema Verkeer en Vervoer, waarin geleiding en beperking van de mobiliteit de gedachtegang zijn. De lage normen voldoen niet meer aan de ontwikkelingen van de laatste jaren en zorgen voor steeds meer parkeerproblemen. Dit vraagt om aanpassing van de parkeernormen. Het doel van deze nota kan als volgt worden geformuleerd: Het ontwikkelen van eenduidige parkeernormen voor nieuwe ruimtelijke plannen en projecten in de gemeente Bergen op Zoom om in de toekomst in een parkeerbehoefte te kunnen voorzien en waarmogelijk de bereikbaarheid en leefbaarheid van Bergen op Zoom te waarborgen. Hierbij wordt evenwicht gezocht tussen enerzijds de vraag naar parkeerplaatsen en anderzijds de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit evenwicht kan berekend worden met behulp van de parkeerbalans. Hierbij dienen de volgende uitgangspunten in ogenschouw genomen te worden: - Elke initiatiefnemer van een bouwplan draagt zorg voor zijn eigen parkeeroplossing, waardoor hij geen parkeerproblemen in de omgeving veroorzaakt; - Bij voorkeur wordt het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein opgelost, vanwege de kwaliteit en schaarste van de openbare ruimte; - Het college kan ontheffing verlenen van de eis tot aanleg van voldoende parkeervoorzieningen op het eigen terrein vanwege bijzondere omstandigheden waardoor het toepassen van de parkeernorm op overwegende bezwaren stuit. Het college kan aan de ontheffing die op de aangegeven grond wordt verleend, de verplichting tot betaling van een geldbedrag te verbinden; - De nota kent een algemene strekking. Dit betekent dat de nota niet in alle gevallen direct toepasbaar is omdat in specifieke gevallen maatwerk noodzakelijk en wenselijk is. Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de parkeernormering

JURIDISCH KADER Hoofddoel van het opstellen van parkeernormen is het voorkomen van extra parkeerdruk op de openbare weg als gevolg van het oprichten van een nieuw bouwwerk c.q. het verbouwen van een bestaand bouwwerk. Uitgangspunt daarbij is dat een bouwplan dient te voorzien in voldoende parkeergelegenheid op het eigen terrein, waarbij intensivering van het ruimtegebruik dient te worden nagestreefd. Om dit hoofddoel te bereiken staat de gemeente een aantal juridische instrumenten ter beschikking die bij de toetsing van een bouwaanvraag worden gebruikt. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op deze juridische instrumenten. Bouwverordening De juridische basis voor het eisen van parkeervoorzieningen wordt gevonden in artikel.5.30 van de gemeentelijke bouwverordening. Op grond van artikel 44 van de Woningwet wordt een bouwaanvraag getoetst aan dit artikel van de bouwverordening waarin is bepaald dat indien de omvang of de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte van ruimte voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, in deze behoefte in voldoende mate moet zijn voorzien, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het daarbij behorende, onbebouwd blijvende terrein. Dit artikel beoogt de belangen te beschermen, die worden bedreigd door het ontbreken van voldoende parkeergelegenheid op een bouwperceel zelf. Bestemmingsplan Een ander instrument om parkeerbeleid vast te leggen is het bestemmingsplan. In de bouwverordening zijn weliswaar parkeereisen gesteld, maar het betreft dan altijd concrete situaties gekoppeld aan bouwvergunningen. Mobiliteits- en parkeerproblemen kunnen het beste aangepakt worden door een goede toedeling van functies aan gronden en dat gebeurt in het kader van een bestemmingsplan. De mogelijkheden van de bouwverordening werken in een dergelijk geval ondersteunend. Wanneer ter plaatse geen bestemmingsplan geldt of er een bestemmingsplan is dat niet afdoende een regeling voor het parkeren treft, biedt de bouwverordening uitkomst. Treft een bestemmingsplan daarentegen expliciet een regeling, dan treedt de regeling van de bouwverordening terug. Reikwijdte parkeernorm Als uitgangspunt geldt dat de aspirant-bouwer door bouwactiviteiten waarvoor een bouwvergunning nodig is extra parkeerdruk veroorzaakt. De parkeereis is van toepassing op (ver)nieuwbouw. Als er sprake is van (gedeeltelijk) vernieuwen, veranderen of vergroten geldt de parkeereis slechts voor zover deze direct verband houdt met die (gedeeltelijke) vernieuwing, verandering en vergroting. Een eventueel bestaand tekort aan parkeerplaatsen mag dus niet meegenomen worden bij de beoordeling van de bouwaanvraag. Indien er bijvoorbeeld een algehele renovatie is, waarbij geen functiewijziging of-uitbreiding plaats vindt, noch splitsing in meerdere eenheden, is de parkeereis niet van toepassing. De eis is wel van toepassing op bijvoorbeeld: nieuwbouw; - splitsing van een woning in meerdere woningen c.q. wooneenheden; - gehele en gedeeltelijke verbouwing van een pand met een bestemmingswijziging of -vrijstelling waarbij de nieuwe bestemming een meer verkeersaantrekkend karakter heeft; - vergroting van een pand (voor zover het dus de vergroting betreft), waarbij de vergroting (van bijvoorbeeld verkoop- of bedrijfsvloeroppervlakte) zal leiden tot verhoogde parkeeractiviteiten. Niet toegestaan tekort oudbouw te verrekenen met nieuwbouw Bij een nieuwbouw ter vervanging van een bestaande oudbouw is het niet toegestaan het eventueel bestaande tekort van de oudbouw te verrekenen met de nieuwbouw. Als bijvoorbeeld een bestaand gebouw volgens de parkeernorm een parkeerbehoefte heeft van 15 plaatsen maar geen parkeervoorzieningen op het eigen terrein heeft dan heeft het bestaande gebouw dus een tekort van 15 plaatsen. Als dit bestaande gebouw vervolgens wordt gesloopt en daarvoor in de plaats een nieuwbouw wordt gerealiseerd waarbij

volgens de norm 10 parkeerplaatsen op het eigen terrein zijn vereist dan moeten deze 10 parkeerplaatsen ook daadwerkelijk worden aangelegd en mag niet worden geredeneerd dat door de nieuwbouw de bestaande parkeerdruk op de openbare weg met 5 plaatsen wordt verminderd en de parkeerplaatsen daarom niet zouden moeten worden aangelegd. Bedacht moet immers worden dat de parkeerdruk in de regel al erg hoog is. Norm voor berekening benodigd aantal parkeerplaatsen Op 6 mei 005 heeft de gemeenteraad het verkeersstructuurplan Bergen op Zoom 005-015 vastgesteld. Onderdeel van dit verkeersstructuurplan is dat de parkeernorm is geactualiseerd conform de ASW 004. Aan de hand van deze norm kan afhankelijk van de grootte en het gebruik van het gebouw, de ligging in de gemeente, het te verwachten aantal bezoekers, de aanwezigheid van openbaar vervoer, etc wordt het minimaal benodigde aantal parkeerplaatsen bepaald (zie hoofdstuk 3). Om te toetsen of aan de functionele eis van artikel.5.30 bouwverordening wordt voldaan, worden bouwplannen dan ook getoetst aan de parkeernorm Bergen op Zoom gebaseerd op de ASW 004. Voorbeeld: nieuw te bouwen woongebouw met parkeerkelder (voldoende parkeergelegenheid op het eigen terrein). Er komt een aanvraag bouwvergunning binnen voor het nieuw bouwen van een appartementengebouw met een parkeerkelder op een onbebouwd terrein. Het bouwplan wordt eerst getoetst aan het bestemmingplan. In het bestemmingsplan zijn geen concrete voorschriften opgenomen over het aantal benodigde parkeerplaatsen. Het bouwplan wordt vervolgens getoetst aan artikel.5.30 van de bouwverordening waarin is bepaald dat het bouwplan in voldoende parkeerplaatsen op het eigen terrein moet voorzien. Om te bepalen of het bouwplan in voldoende parkeerplaatsen op het eigen terrein voorziet, wordt het getoetst aan de parkeernorm Bergen op Zoom waarin o. a. aan de hand van het vloeroppervlak van de woningen kan worden uitgerekend hoeveel parkeerplaatsen in het bouwplan moeten worden gerealiseerd. De uitkomst is dat het bouwplan voldoet aan deze norm waarmee is aangetoond dat is voldaan aan de eis van artikel.5.30 van de bouwverordening van de aanleg van voldoende parkeerplaatsen op het eigen terrein en de bouwvergunning kan worden verleend. Ontheffing van de eis van aanleg van voldoende parkeervoorzieningen op het eigen terrein Uitgangspunt is dat het ingediende bouwplan dient te voorzien in voldoende parkeergelegenheid op het eigen terrein. Er kunnen echter bijzondere omstandigheden zijn waardoor het strikt toepassen van de norm op overwegende bezwaren stuit of dat op andere wijze in voldoende parkeergelegenheid in de nodige parkeerruimte wordt voorzien. In artikel.5.30 lid 4 is daarom ook de mogelijkheid opgenomen om ontheffing te verlenen van de eis van artikel.5.30 lid 1 voor het aanleggen voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein: a) indien het voldoen aan de bepalingen in het eerste lid door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of b) voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien. Voorbeeld: nieuw te bouwen rijtjeswoningen (ontheffing op ander wijze voorzien in voldoende parkeergelegenheid) Een bouwaanvraag voor het nieuw bouwen van een strook rijtjeshuizen. Het bouwplan voldoet niet aan artikel.5.30 lid 1 van de bouwverordening omdat de woningen niet voorzien in voldoende parkeergelegenheid op het eigen terrein. Echter in de openbare weg waaraan de woningen worden gebouwd, worden/zijn een dusdanig aantal parkeervakken aangelegd dat aan de parkeernorm Bergen op Zoom wordt voldaan. Aan het bouwplan voor de rijtjeshuizen kan dan medewerking worden verleend met toepassing van een ontheffing op grond van artikel.5.30 lid 4 bouwverordening van de eis van het aanleggen van voldoende parkeervoorzieningen op het eigen terrein omdat op een andere wijze dan op het eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien. Op andere wijze moet overigens ruimer worden uitgelegd dan of op het eigen terrein of de openbare weg. Een naburig terrein kan ook geschikt zijn om op andere wijze in voldoende parkeergelegenheid te voorzien. Er wordt aan de norm voldaan maar op een andere wijze dan op het eigen terrein. Ontheffing vanwege bijzondere omstandigheden De situatie kan zich ook voordoen dat er een bouwaanvraag wordt ingediend voor het realiseren of verbouwen van een gebouw dat niet geschikt is voor het daarop of daaronder aanleggen van parkeervoorzieningen, terwijl van een daarbij behorend terrein niet of nauwelijks sprake is of dat een andere beleidsontwikkeling zoals het stimuleren van wonen boven winkels, stadsvernieuwing, etc meer gewenst is dan het voorzien in parkeergelegenheid op eigen terrein.

Situaties die zich met name in de binnenstad nogal eens voordoen. In principe zou de bouwvergunning dan moeten worden geweigerd, omdat het bouwplan niet voorziet in voldoende parkeergelegenheid. In de bouwverordening is echter de mogelijkheid opgenomen om voor deze bouwplannen op grond van artikel.5.30 lid 4 ontheffing te verlenen van de eis van aanleg van voldoende parkeervoorzieningen op het eigen terrein vanwege bijzondere omstandigheden of dat het toepassen van de parkeernorm op overwegende bezwaren stuit. Het voert te ver om de bijzondere omstandigheden uitputtend te benoemen, vanwege het bijzondere karakter. Het college van burgemeester en wethouders dient de afweging dan ook per geval te maken. Financieel voorschrift bij ontheffing In geval van ontheffing van de eis van aanleg van voldoende parkeervoorzieningen op het eigen terrein worden aan het verlenen van deze ontheffing financiële voorschriften verbonden. In de bouwverordening wordt geregeld dat het college bevoegd is aan de ontheffing die op de aangegeven grond wordt verleend, de verplichting tot betaling van een geldbedrag kan verbinden, doordat in het openbare gebied wordt of is voorzien in de nodige parkeerplaatsen. De gemeente zal in deze gevallen toetsen of de extra parkeerdruk in de omgeving kan worden opgevangen door ofwel bestaande voorzieningen ofwel nog te realiseren voorzieningen. Indien er geen mogelijkheden zijn om de extra parkeerdruk op te vangen zal dit leiden tot een weigering van de bouwvergunning. Voor de hoogte van de bijdrage wordt onderscheid gemaakt naar het gebied waar het bouwplan wordt gerealiseerd. Voor het centrum, gedeelte van de schil en Plein 13/stationsomgeving geldt een financiële bijdrage van 0.000,- per parkeerplaats en voor het overige gebied een bedrag van 3.000,- per parkeerplaats (zie bijlage 1). Verklaring hoogte financiële bijdragen In het centrum (schil/plein 131) is de parkeerdruk hoog en het aanleggen van nieuwe parkeervoorzieningen kan in het centrum enkel nog in gebouwde voomeningen. De aanleg van een parkeerplaats in een gebouwde voorziening kost gemiddeld 0.000,-. Hierbij wordt uitgegaan van een gebruiksoppervlakte van 5m per parkeerplaats. Dit is de parkeerplaats inclusief de ruimte die gebruikt wordt om aan- en af te rijden. Een parkeerplaats in de openbare ruimte kost gemiddeld 3.000 hierbij is tevens uitgaande van een gebruiksoppervlak van 5m per parkeerplaats (inclusief onderhoud).

3 PARKEERNORMEN Het benodigde of gewenste aantal parkeerplaatsen kan worden bepaald op basis van parkeerkencijfers of op basis van parkeernormen. Parkeernormen geven het aantal parkeerplaatsen (bij een functie) aan. Parkeerkencijfers zijn op de praktijk gebaseerde cijfers. De parkeerkencijfers zijn gebaseerd op recent (literatuuronderzoek en op praktijkervaringen van gemeenten. De kencijfers geven een gemiddeld beeld van de situatie die bij het onderzoek is aangetroffen. Ze geven echter geen kant-en-klaar antwoord op de vraag hoeveel parkeerplaatsen in een bepaalde situatie moeten worden gerealiseerd. Aan de hand van de parkeerkencijfers uit het ASW 004 (CROW) zijn de nieuwe parkeernormen in de gemeente Bergen op Zoom bepaald. Bij het gebruik van de parkeerkencijfers is rekening gehouden met de volgende invloeden: - bereikbaameidskenmerken van de locatie; - specifieke kenmerken van de functie, onderscheid wordt gemaakt in de functies: wonen, werkgelegenheid, detailhandel, onderwijs en overige functies; - mobiliteitskenmerken van de gebruikers/bezoekers van het gebouw; - het gemeentelijk parkeerbeleid. In de volgende paragrafen worden deze invloedsfactoren nader toegelicht. 3.1 Bereikbaarheidskenmerken van de locatie Uit de studie die in het kader van de door het CROW uitgegeven publicatie over parkeerkencijfers 1 is uitgevoerd, is geconcludeerd dat de vraag naar parkeerplaatsen wordt bepaald door: - de locatie van de functie; - het aanbod en de kwaliteit van alternatieve vervoerwijzen. Dit blijkt onder andere uit het feit dat functies in centra een lagere parkeervraag hebben dan functies van dezelfde aard elders in de bebouwde kom. Er bestaat dus een verband tussen de aanwezigheid van alternatieve vervoerwijzen en de vraag naar parkeerplaatsen. Naarmate de locatie verder van het centrum is gelegen nemen het aanbod en kwaliteit van alternatieven voor de auto (openbaar vervoer, fiets, lopen) af, en neemt de behoefte aan parkeerplaatsen toe. Deze bevinding is aanleiding geweest om voor de parkeerkencijfers onderscheid te maken naar: - centrum; - schil/ overloopgebied; rest bebouwde kom. Bergen op Zoom-principe De door het CROW gehanteerde gebiedsindeling is voor de situatie in de gemeente Bergen op Zoom aangepast, omdat een duidelijk onderscheid tussen het centrum en de schil alleen voor de kern van Bergen op Zoom kan worden gemaakt. In de rest van de gemeente is een onderscheid te maken tussen overig bebouwd gebied (woonwijken en bedrijventerreinen) en het landelijk woongebied. Uitgegaan wordt van de volgende indeling (zie ook bijlage ): a. Centrum (binnen de centrumring): centrum Bergen op Zoom (00) b. Schil (overloopgebied in de directe omgeving van het centrum): Havenkwartier (01) - Vestinggronden Noord (0) - Vestinggronden Zuid (03); c. Overig bebouwd gebied: Het Fort (04) - Zeekant (05) - Het Glacis (06) - Bergen op Zoom Noord - Bergen op Zoom Oost- Bergen op Zoom West- Halsteren; d. Landelijk woongebied: Heimolen; Buitengebied-Oost, Buitengebied-West, zuidelijke gedeelte van de Augustapolder, Nieuwe Molen, Halsters Laag, Vrederust, Halsterse Polders, Lepelstraat, Kladde, Klutsdorp, Oud Gfymespolder. 1 CROW, Parkeeritencijfers-basis voorpaiïeemomering, publicatie 18, Ede juni 003. NB. Deze parkeerkencijfers zijn ook in het ASW 004 opgenomen.

Ook de stedelijkheidsgraad is van invloed op het aanbod en de kwaliteit van alternatieve vervoerswijzen en dus op de hoogte van het parkeerkencijfer. De parkeerkencijfers worden naast stedelijke zone ook onderscheiden naar stedelijkheidsgraad. Het CBS heeft de typologie van stedelijkheidsgraden geïntroduceerd als vervanger van de urbanisatiegraad. Onder stedelijkheidsgraad wordt het aantal adressen per vierkante kilometer verstaan. Tabel 3.1 toont deze vijf stedelijkheidsgraden. Klasse Niet stedelijk Weinig stedelijk Matig stedelijk Sterk stedelijk Zeer sterk stedelijk Omgevingsadressendichtheid (adressen/km ) <500 500-1000 1000-1500 1500-500 >500 Aantal gemeenten 164 171 94 55 1 Tabel 3.1: Stedelijkheidsgraad van Nederlandse gemeenten (Bron: CBS, OVG 00) Gemiddeld aantal inwoners (X1000) 13 0 35 78 39 Voor Bergen op Zoom geldt dat op basis van de cijfers van het CBS het centrum en de schil tot de klasse sterk stedelijk behoren. Het overig bebouwd gebied heeft een stedelijkheidsgraad van matig stedelijk en het landelijk woongebied is niet tot weinig stedelijk. 3. Specifieke eigenschappen van de functies Medebepalend voor de parkeersituatie zijn eigenschappen als de aantrekkelijkheid, de kwaliteit en het invloedsgebied van een functie in verhouding tot concurrenten of alternatieven. Dit is bijvoorbeeld het geval bij winkelcentra: het ene winkelcentrum heeft een hoge kwaliteit en een grote regionale uitstraling, het andere, met dezelfde vloeroppervlakte, heefteen geringere aantrekkingskracht. Als de overige omstandigheden vergelijkbaar zijn, zal het totale bezoek aan het eerste winkelcentrum groter zijn en dus ook het noodzakelijke aantal parkeerplaatsen. Dergelijke verschillen zijn niet nauwkeurig in parkeerkencijfers te vertalen. Bij de bepaling van het aantal parkeerplaatsen zal daarom een keuze gemaakt moeten worden, een lagere of hogere parkeernorm te hanteren (maatwerk). 3.3 Mobiliteitskenmerken van de gebruikers/bezoekers Mobiliteitskenmerken van (potentiële) gebruikers van parkeervoorzieningen kunnen invloed hebben op de bepaling van het aantal parkeerplaatsen. Bijvoorbeeld bij een bedrijf dat aan het personeel een openbaar vervoerabonnement verstrekt, zijn minder parkeerplaatsen nodig dan gemiddeld. In deze specifieke situaties kunnen de parkeernormen van geval tot geval worden geïnterpreteerd en zonodig in overleg aangepast worden, uitvraagt mogelijk contractuele afspraken. 3.4 Gemeentelijk parkeerbeleid In de Parkeernota Lange Termijn (mei 1998) is het parkeerbeleid van de gemeente Bergen op Zoom voor de lange termijn beschreven. Centraal in het parkeerbeleid van de gemeente staat de realisering van het zogenaamde 'parkeerkompas'. De essentie van het parkeerkompas is het realiseren van een beperkt aantal grote parkeervoorzieningen (parkeergarages/parkeerterreinen), goed bereikbaar binnen de centrumring. In het parkeerkompas wordt gestreefd naar een kwaliteitsverbetering van het parkeren én het leefklimaat in het centrumgebied van Bergen op Zoom. 3.5 Nieuwe parkeernormen per functie Voor het bepalen van de hoogte van de nieuwe parkeernormen voor de gemeente Bergen op Zoom is gebruik gemaakt van de parkeerkencijfers zoals in het ASW 004 (CROW) is opgenomen. Zoals in de vorige paragrafen is beschreven, is er een gebiedsindeling voor de gemeente gemaakt en is hieraan een stedelijkheidsgraad toegekend. Voor de

parkeernormering wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende functies: wonen, werkgelegenheid, detailhandel, onderwijs en overige functies. 3.5.1 Wonen Voor de functie 'wonen' wordt een andere indeling gemaakt dan de richtlijnen van het ASW 004 (CROW) aangeven. Voor de implementatie in de bestemmingsplannen is een indeling naar 'type woning' beter toepasbaar. Wonen Grondgebonden woning (= rijtjes woning, vrijstaande woning, onder 1 kap) < 100 m go 100-160 m go > 160 m go Gestapelde woning (= appartementen) 60-80 m go 80-100 m go >100mgo 1 -kamerappartement (<60 m go) (HAT-woning) Zelfstandige woning (=geschikt wonen; beschermd wonen) Woning bij zorginstelling j=verzorgd wonen, geclusterd en verzorging) Woon- of verpleegeenheid in zorginstelling (= bejaardentehuis/verzorgingstehuis) Kamer verhuur Tabel 3.: Parkeernormen voor wonen Eenheid woning woning woning woning woning Wooneen heid kamer Centrum Schil Overig bebouwd B.oZ 8.0.Z gebied 0,7 0,5 0,4 1,3 1,4 1,5 1,3 1,4 1,5 0,8 1,4 1,6 1,7 1,4 1,6 1.7 0,9 1,6 1,8,0 1,6 1,8,0 1,0 Zoals grondgebonden of gestapelde woning Let op bij wonen gaan we uit van gebruiksoppervlakte (go) van de woning. Voor de begripsomschrijving gebruiksoppervlakte zie NEN 580. 0,7 0,5 0,4 0,7 0,5 0,4 Landelijk woon- aandeel opmerkingen gebied bezoekers 0,3 pp per woning 1,7 1,9,1 1,7 1,9.1 1,0 0,7 0,5 0,4 0,3 pp per woning 0,3 pp per woning 0,3 pp per woning 0,3 pp per woning 0. pp per woning Toelichting: - De parkeernormen zijn inclusief parkeerruimte voor bezoekers. Uit onderzoek blijkt dat de maximale parkeerbehoefte voor bezoekers uit 0,3 parkeerplaats per woning bestaat. Daarom moet altijd minimaal 0,3 parkeerplaats per woning in de openbare ruimte of in een openbaar toegankelijk gebied worden gerealiseerd; Het bewonersdeel moet in principe altijd op eigen terrein aangelegd worden, tenzij het niet anders kan, bijvoorbeeld bij meer dan aaneengeschakelde woningen. Omdat in de praktijk niet alle beschikbare parkeergelegenheid op eigen terrein als zodanig wordt benut, dienen hiervoor de volgende rekenwaarden te worden aangehouden: Soort parkeergelegenheid Theoretisch aantal Rekenwaarde Opmerking Enkele oprit zonder garage Lange oprit zonder garage of carport (> 1 meter) Dubbele oprit zonder garage Garage zonder oprit (bij woning) Garagebox (niet bij woning) Garage met enkele oprit Garage met lange oprit Garage met dubbele oprit Tabel 3.3: Rekenwaarde voor parkeergelegenheid op eigen terrein. 1 1 1 3 3 1 1.3 0,5 0,5 1 1,5 oprit min. 6,0 meter diep oprit min.5 meter breed oprit min. 6,0 meter diep oprit min. 5 meter breed 10

Voor het aantal te realiseren parkeerplaatsen in het openbare gebied, wordt van de toe te passen norm, de rekenwaarde (zoals in tabel 3.3 is aangegeven) afgehaald en vermenigvuldigd met het aantal woningen. \//-w\rfv V \J\Jt ASUr'ie/d: Erworden 10grondgebonden woningen (100-160m go) meteen 'garage zonder oprif gerealiseerd in een nieuwbouwwijk in het overige bebouwde gebied in de gemeente. Het aantal te realiseren parkeerplaatsen in het openbare gebied wordt dan 1,8 (norm) - 0,5 (rekenwaarde) = 1,3 er woning, is in totaal 13 parkeerplaatsen Deze rekenwaarden zijn uitsluitend van toepassing op een ontwikkeling van een gebied met meerdere woningen. Bij individuele bouw- of verbouwplannen gelden deze rekenwaarden niet, maar moeten er (afhankelijk van de geldende parkeernorm) één of twee parkeerplaatsen op eigen terrein overblijven. - Op eigen terrein gelden de genoemde normen als minimum norm. Op eigen terrein mogen dus meer parkeerplaatsen aangelegd worden dan de parkeernorm of parkeerbalans aangeeft; Bij woningen die voor ouderenhuisvesting bestemd zijn wordt onderscheid gemaakt in een zelfstandige woning, een woning bij een zorginstelling en een woning in een zorginstelling: Zelfstandige woning Een zelfstandige woonruimte voor ouderen, waarbij geen fysieke en/of organisatorische relatie bestaat met een bejaardencentrum of een andere zorginstelling. Het zijn woningen die inspelen op de specifieke wensen van ouderen, maar waarin bij een veranderende woningmarkt ook starters of een (klein) gezin gehuisvest kan worden. Woning bij zorginstelling Een zelfstandige woonruimte voor ouderen waarbij wel een fysieke en/of organisatorische relatie met een zorginstelling bestaat. Het zijn woningen in de directe nabijheid van (of behorende tot) een bejaardencentrum, waarbij de mogelijkheid bestaat desgewenst gebruik te maken van de diensten van de zorginstelling. Het betreft hier de tegenwoordige aanleunwoningen. Woon- ofverpleegeenheidin zorginstelling Een zorgplaats waarbij de (bejaarde) bewoner niet meer geheel zelfstandig kan wonen en gehele of gedeeltelijke verzorging nodig heeft. Te denken valt aan bewoners van een bejaardenhuis, verzorgingshuis of verpleegtehuis. - De parkeernormering die onder woon- of verpleegeenheid in zorginstelling wordt genoemd is berekend inclusief het personeel wat bij de instantie werkt. 11

3.5. Werkgelegenheid Werkgelegenheid (Commerciële} dienstverlening (kantoren met baliefunctie) Kantoren (kantoren zonder baliefunctie) Arbeidsextensieve/bezoekersextensieve bedrijven (loods, opslag, groothandel, transportbedrijf) Arbeidsintensieve/bezoekersextensieve bedrijven (industrie, garagebedrijf, laboratorium, werkplaats, transportbedrijf) Bedrijfsverzamelgebouw Eenheid 100m bvo 100m bvo 100m bvo 100m bvo 100m bvo Centrum B.O.Z. Tabel 3.4: Parkeernormen voorwerkgelegenheidsfuncties 1,8 1, 0,5 1,3 1,3 Schil B.O.Z.,3 1,4 0,6 1,3 1,3 Overig bebouwd gebied 3 1,8 0,9,7 1,3 Landelijk woongebied 3,3,1 0,9,7 1,3 aandeel bezoekers opmerkingen 1 arbeidsplaats = 5-35 m bvo 1 arbeidsplaats = 5-35 m bvo 1 arbeidsplaats = 5-35 m bvo 1 arbeidsplaats = 5-35 m bvo 1 arbeidsplaats = 5-35 m bvo Toelichting: - De genoemde normen zijn inclusief parkeerruimte voor bezoekers. Dus ook bezoekers zullen bij werkgelegenheidsfuncties op eigen terrein moeten parkeren. 3.5.3 Detailhandel Detailhandel Binnensteden/hoofdwinkelgebieden Stadsdeelcentra Wijk-, buurt- en dorpscentra Grootschalige detailhandel Bouwmarkt/tuincentrum (Week)markt Eenheid 100m bvo 100m bvo 100m bvo 100m bvo 100mbvo 100m bvo Arbeidsextensieve/bezoekersintensieve 100m bvo bedrijven (showroom) Tabel 3.5: Parkeernormen voor winkels Centrum Schil B.oZ B.O.Z. 3 3,3 3,3 3,3 5,5,5 3,3 3,3 0,7 0,9 Overig bebouwd gebied 3,5 3,3 7,5 3,3 1,7 Landelijk woongebied 3,8 7,5,5 3.8 1,7 aandeel bezoekers 8 8 8 8 8 8 3 opmerkingen 1 arbeidsplaats = 40mbvo 1 arbeidsplaats = 40mbvo 1 arbeidsplaats = 40mbvo 1 arbeidsplaats = 40m bvo 1 arbeidsplaats = 40mbvo 1m' = 6m (indien geen parkeren achter kraam dan + 1,0 pp per standhouder) 1 arbeidsplaats = 5-35mbvo Toelichting - In deze normen zit het parkeren voor eigen personeel en voor bezoekers verwerkt. In nieuwe situaties en bij uitbreidingen is het uitgangspunt dat er zo weinig mogelijk parkeerplaatsen in de openbare ruimte worden aangelegd (dit geldt niet voor de winkels in de binnenstad); - Onder de voorziening 'grootschalige detailhandel' wordt verstaan grote publiekstrekkers met een regionale of zelfs bovenregionale functie, zoals bijvoorbeeld een IKEA, een 'outlet centrum'.de nieuwe Intratuinformule of een XXLsupermarkt. 1

3.5.4 Onderwijs Onderwijs Eenheid Centrum Schil Overig bebouwd Landelijk aandeel opmerkingen B.O.Z. B.O.Z. gebied woongebied bezoekers Basisonderwijs leslokaal 0,8 0,8 0,8 0,8 Voorbereidend beroepsonderwijs leslokaal 0,8 0,8 0,8 0,8 (VWO,HAVO,Vbo)-dag WO/HBO-dag collegezaal 0 0 0 0 M B O (ROC)/WO/HBO-dag leslokaal 6 6 6 6 Avondonderwijs student 0,8 0,8 0,8 0,8 Creche/peuterspedzaal/kinder- arbeidsplaats 0,7 0,7 0,7 0,7 dagverblijf Tabel 3.6; Parkeernormen voor onderwijsvoorzieningen Toelichting - In nieuwe situaties en uitbreidingen is het uitgangspunt dat de parkeerplaatsen op eigen terrein worden aangelegd. 3.5.5 Overige functies exclusief Kiss&Ride leslokaal = circa 30 zitplaatsen leslokaal = circa 30 zitplaatsen totale parkeervraag = collegezalen + leslokalen collegezaal = circa 150 zitplaatsen totale parkeervraag = collegezalen + leslokalen leslokaal = circa 30 zitplaatsen exclusief Kiss&Ride arbeidsplaats = maximaal gelijktijdig aanwezig aantal werknemers Overige functies Cafe/bar/discotheek/cafetaria Restaurant Museum/bibliotheek Bioscoop/theater/schouwburg Sporthal (binnen) Sportveld (buiten) Dansstudio/sportschool Squashbanen Tennisbanen Golfbaan Bowlingbaan/biljartzaal Stadion Evenementenhal/beursgebouw/ congresgebouw/vergaderzaal Zwembad Themapark/pretpark Overdekte speeltuin/hal Manege Eenheid 100m bvo 100m bvo 100m bvo zitplaats 100m bvo ha. netto terrein 100mbvo baan baan hole baan/tafel zitplaats 100m bvo 100m opp. bassin ha. netto terrein 100mbvo box Centrum B.oZ 5 9 0,4 0, 1,8 0,5 1.3,5 0,1 3,5 8 8 7,5 Schil B.O.Z. 5 9 0,6 0, 0,5 1,3,5 0,1 5 9 8 7,5 Overig bebouwd gebied 6 13 1.1 0,4,8 0 3,5 1,3,5 7 0,1 7 11 8 7,5 0,4 Landelijk woongebied 7 15 1.1 0,4,8 0 4,5 1.3,5 7 0,1 7 11 8 7,5 0.4 aandeel bezoekers 9 9 9 9 9 9 99% 99% 99% opmerkingen Gymlokalen met alleen schootfunctie hebben geen extra parkeervraag / bij sporthal met wedstrijdfunctie: + 0,1-0, pp per bezoekersplaats 13

Cultureel centrum/wijkgebouw 100mbvo 3 Ziekenhuis maatwerk Arts/maatschap/kruisgebouw/ therapeut Apotheek behandelkamer 100mbvo 1.8 1.8 1,8 1,8 6 met minimum van 3 parkeerplaatsen per praktijk Hotel kamer 1 1 1 1 Volkstuin perceel 0.3 0,3 Religiegebouw zitplaats 0. 0, 0, 0, Begraafplaats/crematorium Jachthaven gelijktijdige begravenis/cre matie ligplaats 5 5 0,6 5 0,6 5 0,6 Tabel 3.7: Parkeernormen voor overige functies Toelichting - Alle parkeernormen zijn afgestemd op het parkeren voor eigen medewerkers, bezoek, klanten, et cetera; - In nieuwe situaties en uitbreidingen is het uitgangspunt dat er zo weinig mogelijk parkeerplaatsen in de openbare ruimte worden aangelegd; - Bij sportveld (buiten) wordt gesproken over parkeerplaatsen per ha. netto terrein. Hiermee wordt alleen het oppervlak van het sportveld bedoeld. Kleedruimtes, toiletten en trapveldjes vallen niet onder deze genoemde oppervlakte; Het CROW beschikt niet over een parkeerkencijfer voor jachthavens. Het aantal parkeerplaatsen heeft een relatie met het aantal ligplaatsen en niet met een oppervlaktemaat. Een parkeernorm van 0,6 per vaste ligplaats is de beste inschatting. In dit cijfer is geen rekening gehouden met passanten. 3.5.6 Maatwerk De beschreven parkeernormen geven ongetwijfeld niet voor alle denkbare gevallen een kanten klare oplossing. In een dergelijke situatie zal een specifieke oplossing op maat worden bepaald. 3.6 Uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen De parkeernormen geven een indicatie van de omvang van het benodigde aantal parkeerplaatsen. Elke functie en gebied heeft zijn eigen karakter en omstandigheden. Voordat de parkeernormen (en aanwezigheidspercentages) worden toepast moet men zich vooraf goed inleven in de kenmerken van de functies en het gebied. Parkeeronderzoek kan nauwkeurig inzicht geven in lokale omstandigheden en in de te hanteren parkeernormen. Vaak is uitwisselbaarheid van parkeerplaatsen mogelijk, waardoor het niet noodzakelijk is de som van het aantal parkeerplaatsen van de functies in een gebied aan te leggen, maar slechts een deel ervan. De mogelijkheden voor uitwisselbaarheid in een gebied hangen af van de locatiekeuze van de parkeerplaatsen en de mate waarin de maximale parkeerbehoefte van verschillende functies in de tijd samenvalt. De procentuele parkeerbehoefte is per dagdeel, koopavond en zaterdag weergegeven in bijlage 3. 14

Bijlage 1 Gebiedsindeling financiële bijdrage 15

4617 BUURKRENB OVBBCHTSKMOT CEKTRUI BERGS* OP XOt, KUL OM34G GEBED 16

Bijlage Gebiedsindeling parkeernormering wik O Bargen op ZaonvOude «tud B.D. 0 03 04 Mt OS 08 HrtGlrt» 10 11 «13 WIK 1 DerQfln op Zocm-Nocid MMMtoCRl w(k Bergen op Zoom-OoA 0 44 ^1 n a*mimm>mt 33 U 8 8 8 VtnpnUiriulHntMnckn 8 (lt 3 Bsigan op Zoom-VM»»t m 87 VmpwUBhuInnKWdi 81 VtnpmUilwtanNtriKiorp 17 f l l ~l 8CW.BEMEHCPWOII OMMKHUM» UlfBBJUNHOmaB

Bijlage 3 Aanwezigheidspercentages Functie ochtend middaq avond koopavond zaterdag Grondgebonden woning Gestapelde woning HAT-woning (<60 m) Zelfstandige woning (=geschikt wonen; beschermd wonen) Woning bij zorginstelling (=verzorgd wonen, geclusterd en verzorging) Woon- of verpleegeenheid in zorginstelling (= bejaardentehuis/verzorgingstehuis) Kamer verhuur (Commerciële) dienstverlening (kantoren met baliefunctie) Kantoren (kantoren zonder baliefunctie) Arbeidsextensieve/bezoekersextensieve bedrijven (loods, opslag, groothandel, transportbedrijf) Arbeidsintensieve/bezoekersextensieve bedrijven (industrie, garagebedrijf, laboratorium, werkplaats, transportbedrijf) Bedrijfsverzamelgebouw 1 1 1 1 1 1 Binnensteden/hoofdwinkelgebieden 3 7 Stadsdeeteentra 3 7 Wijk-, buurt- en dorpscentra 3 7 Grootschalige detailhandel 3 7 Bouwmarkt 3 7 Tuincentrum 3 7 (Week)markt Arbeidsextensieve/bezoekersintensieve bedrijven (showroom) Basisonderwijs 3 7 Voorbereidend beroepsonderwijs (VWO.HAVO, Vbo)-dag WO/HBO-dag MBO (ROCyWO/HBO-dag Avondonderwijs Creche/peuterspeelzaal/kinderdagverblijf Naschoolse opvang Café 7 Cafetaria Discotheek Restaurant Museum Bibliotheek 7 Bioscoop Theater/schouwburg Sporthal Sportveld, buiten (niet voetbal of tennis) 18

Sportschool Voetbalveld Gymnastieklokaal Dansstudio Squashbaan Tennisbaan Golfbaan Bowlingbaan/biljartzaal Stadion Evenementenhal/beursgebouw/congresgebouw/ver gaderzaal Zwembad Themapark/pretpark Overdekte speeltuin/hal Manege Cultureel centrum/wijkgebouw Ziekenhuis Arts/maatschap/kruisgebouw/ therapeut Apotheek Hotel/motel Volkstuin Religiegebouw Begraafplaats/crematorium Jachthaven 7 7 3 3 19