STUDENTEN

Vergelijkbare documenten
STUDIETOELAGEN VAN DE VLAAMSE OVERHEID

STUDIETOELAGEN VAN DE

voor studenten 18de editie centen Deze brochure is een realisatie van de studentenvoorzieningen van alle hogescholen en universiteiten in Vlaanderen.

Centen voor Studenten

STUDENTEN

1 7 d e e d. i t i e m a a r t

STUDENTEN

voor studenten 22ste editie centen

STUDENTEN CENTEN VOOR

voor studenten 21ste editie centen

CENTEN VOOR STUDENTEN

voor studenten 23 ste editie centen

CENTEN VOOR STUDENTEN

AANVRAAGFORMULIER VERMINDERD STUDIEGELD academiejaar

INFORMATIEVE BEREKENING STUDIETOELAGE VOOR VERMINDERD STUDIEGELD EN/OF VOORSCHOT OP DE STUDIETOELAGE Academiejaar

CENTEN VOOR STUDENTEN

AANVRAAGFORMULIER INFORMATIEVE BEREKENING STUDIETOELAGE academiejaar

Studiefinanciering. Infofiche 1. WAT VOORAF GING

STUDIEGELD, STUDIETOELAGE & STUDIEFINANCIERING

Centen voor studenten

JOBSTUDENTEN - INKOMSTEN 2014

JOBSTUDENTEN - INKOMSTEN 2013

Centen voor studenten

JOBDIENST Werken als jobstudent in 2016

WIE IS STUDENT? SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN VOOR STUDENTEN

WIE IS STUDENT? SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN VOOR STUDENTEN WORK

26 maart Algemene regels

Beste student(e) Wij wensen je alvast een toffe job toe!

JOBSTUDENTEN - INKOMSTEN 2017

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2011 en

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2013 en

Studentenarbeid: waarmee moet u rekening houden?

JURIDISCHE ACTUA Studentenarbeid 2017 INHOUD. Het sluiten van een studentenovereenkomst. Fiscale aspecten van studentenarbeid

studiebeurs Voorwaarden voor het secundair onderwijs

school- en studietoelagen Nieuw eenvoudig aanvraagformulier Vlaanderen is onderwijs

Studentenarbeid. Weerslag op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders - Inkomstenjaren 2010 en

SOCIALE TOELAGE / LENING LANGE TERMIJN / VERMINDERING STUDIEGELD

SOCIALE TOELAGE / LENING LANGE TERMIJN / VERMINDERING STUDIEGELD

SOCIALE DIENST STUDENTEN

school- en studietoelagen Vlaanderen is onderwijs Vraag ze op tijd aan (vanaf de kleuterschool).

SOCIALE TOELAGE / LENING LANGE TERMIJN / VERMINDERING STUDIEGELD

EXTERNE BEURZEN. Met dit formulier kan je één of meerdere externe beurs/beurzen aanvragen. Je kan een aanvraag indienen tot en met 30 november 2018.

AFGESTUDEERD? WAT NU?!

??! Bij wie kun je terecht? Aan de slag. Take a break?

AANVRAAG OM TOESLAG. KidsLife Vlaanderen, Sint-Clarastraat 48, 8000 Brugge T: M:

EXTERNE BEURZEN

Infoblad - werknemers

afgestudeerd? wat nu?!

DE TEWERKSTELLING VAN STUDENTEN (2015)

EXTERNE BEURZEN. Met dit formulier kan je één of meerdere externe beurs/beurzen aanvragen. Je kan een aanvraag indienen tot en met 30 november 2017.

School- en studietoelagen basis-, secundair en hoger onderwijs

WEGWIJS VOOR studenten. Versie januari 2017 Studenten

Jobstudentenfolder 2012

SOCIALE DIENST STUDENTEN

Voorwaarden voor het secundair onderwijs

JOBSTUDENTENFOLDER 2018

Een studentenjob. De Jobdienst 2009

AFGESTUDEERD? WAT NU?!

Kinderbijslag na de leerplicht Studenten

Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen

Sociaal statuut afstuderende Jobinfodag 8 maart An Francier, Juridische Dienst Studenten Tine Haemhouts, Sociale Dienst

Studiefinanciering van de Vlaamse overheid?

Afgestudeerd! Wat nu?

Jobstudentenfolder 2011

Je inschrijving wijzigen of stoppen met studeren tijdens het academiejaar

Studenten. arbeid. ACLVB Jongeren

Afgestudeerd! Wat nu?

Weerslag van de studentenarbeid op de belastingtoestand van de student en die van zijn ouders. (inkomsten van het jaar 2005)

FISC brief 1: provisionele ambtshalve beslissing tot toekenning

Afgestudeerd! Wat nu? partner in de Universitaire Associatie Brussel

U ontvangt dit formulier omdat u kinderbijslag krijgt voor een jongere die al 18 jaar is of het dit jaar wordt.

Studenten. arbeid. ACLVB Jongeren

Kinderbijslag. Contact Post verzenden naar PB GENT. Te herinneren aub Ons kenmerk: Periode

Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalige onderwijs

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari Vrije visie, eigen stem

Infoblad - werknemers Hoeveel bedraagt uw uitkering na een tewerkstelling?

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari 2019

BESTEMMELING. K i n d e r b i j s l a g n a d e le e r p l i c h t - S t u d e n t e n

uw kenmerk XXXXXXXXXXXX telefoonnummer 1700

uw kenmerk 1 telefoonnummer 1700

Afgestudeerd! Wat nu?

Met dit formulier kun je als je met je gezin in België woont een toeslag op de kinderbijslag aanvragen als:

Infoblad - werknemers Hebt u recht op de werkhervattingstoeslag?

AANVRAAG BEURSTARIEF Zelfstandig, gehuwd/samenwonend of alleenstaand student

JOBDIENST Een studentenjob 2014

Aanvraag voor een toeslag op de kinderbijslag

JOBSTUDENTENFOLDER. Een modelcontract voor tewerkstelling van studenten kan je terugvinden op volgende website:

GEMEENTELIJKE GEZINSTOELAGE

25-dagen regeling voor occasioneel werk

Bedrijfsvoorheffing. vanaf 1 januari Vrije visie, eigen stem

AANVRAAGFORMULIER STUDIEFINANCIERING

Studietoelage. Kom jij in aanmerking?

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

Infoblad - werknemers U wenst mantelzorg te verlenen?

Nieuwe uitkeringen vanaf 1 mei 2011

Sociaal statuut afstuderende

Is de jongere gestopt met studeren? Vul het formulier in a.u.b, onderteken het en stuur het dadelijk terug.

Transcriptie:

2012 CENTEN VOOR STUDENTEN www.centenvoorstudenten.be Deze brochure is een realisatie van de studentenvoorzieningen van alle hogescholen en universiteiten in Vlaanderen.

P.4 Studietoelagen van de Vlaamse overheid 2012-2013 P.22 Kinderbijslag P.18 Studiefinanciering via de Sociale Dienst Studenten P.30 Belastingen P.26 Studentenarbeid 1 2 3 4 5 Verlies ik mijn kinderbijslag als ik werk? Wanneer ontvang ik een studietoelage als zelfstandig student? Moeten mijn ouders mijn studies betalen? Waar kan ik aankloppen voor financiële ondersteuning?

P.34 Onderhoudsplicht van de ouder(s) P.42 Studeren met een werkloosheidsuitkering P.38 Het leefloon van het OCMW Je inschrijving wijzigen of stoppen met studeren tijdens het academiejaar P.46 Studeren met... P.52 6 7 8 9 10 Met deze brochure willen wij jou en je ouder(s) overzichtelijke basisinformatie geven over de verschillende mogelijkheden om je studies te financieren. Het blijft weliswaar een kluwen van wetgeving, administratieve en juridische aspecten. Het is niet de bedoeling, noch haalbaar, alle finesses van de wetgeving in deze brochure te verwerken. Voor meer informatie kan je steeds terecht bij de sociale dienst van je onderwijsinstelling. Regelgeving en cijfergegevens veranderen voortdurend. Surf naar www.centenvoorstudenten.be voor de meest recente en uitgebreide informatie.

1 Studietoelagen van de Vlaamse overheid 2012-2013 Centen voor studenten Bereken zelf je studietoelage Vermindering studiegeld (=inschrijvingsgeld Nationaliteitsvoorwaarden Financiële voorwaarden Studievoorwaarden Wanneer en hoe aanvragen?

Er zijn drie voorwaarden waaraan je moet voldoen om een studietoelage van de Vlaamse overheid te verkrijgen, namelijk nationaliteits-, studie- en financiële voorwaarden. Leeftijd speelt geen rol. Voldoe je aan alle voorwaarden dan kom je in aanmerking voor een studietoelage van de Vlaamse overheid én betaal je minder studiegeld (= inschrijvingsgeld) aan je onderwijsinstelling. 1 Nationaliteitsvoorwaarden 2 Studievoorwaarden Je bent Belg of je voldoet aan de specifieke criteria voor studenten met een andere nationaliteit. Je volgt een financierbare opleiding Je kan een studietoelage ontvangen voor het behalen van 2 bachelordiploma s, 1 masterdiploma, 1 schakelprogramma, 1 voorbereidingsprogramma en 1 specifieke lerarenopleiding als vervolgopleiding aan een hogeschool of universiteit. Voor een vervolgopleiding (bv. BanaBa, ManaMa, ) of het voorbereidingsprogramma hierop kan je geen studietoelage krijgen. Je studeert met een diplomacontract Je komt enkel in aanmerking als je ingeschreven bent met een diplomacontract van minstens 27 studiepunten (uitzondering: diplomajaar). Studiepunten die je opneemt met een credit- of examencontract geven geen recht op een studietoelage. Je hebt nog studietoelagekrediet Je hebt recht op een studietoelage voor zover je over studietoelagekrediet beschikt: als je voor het eerst in het hoger onderwijs bent ingeschreven, krijg je een startkrediet van 60 studiepunten; de volgende academiejaren is je studietoelagekrediet gelijk aan het aantal studiepunten waarvoor je in het voorgaande studiejaar een credit hebt behaald; 5

1 STUDIETOELAGEN als je onvoldoende studietoelagekrediet hebt, wordt dit aangevuld vanuit je jokerkrediet (= reserve van 60 studiepunten voor je volledige studieloopbaan). 3 Financiële voorwaarden STAP 1 Tot welke leefeenheid behoor je op 31 december 2012? gehuwd student: je bent feitelijk samenwonend met je partner waarmee je een kind hebt, wettelijk samenwonend of gehuwd; zelfstandig student: je hebt/had een inkomen; student ten laste; alleenstaand student: je voldoet aan specifieke voorwaarden. Overloop ze achtereenvolgens om te bepalen tot welke leefeenheid je behoort. Gehuwd student Je bent gehuwd student als je op 31 december 2012: gehuwd bent of; een verklaring van wettelijke samenwoning bij de burgerlijke stand van je gemeente hebt ondertekend of; je feitelijk samenwonend bent en samen met je partner één of Als inkomen wordt beschouwd: Nettobelastbaar beroepsinkomen (zie hoofdstuk 5 Belastingen) Brutobelastbare uitkering (werkloosheid, ziekte, ) Leefloon van het OCMW Brutobelastbaar rust- of overlevingspensioen Inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap Niet-belastbare beurs onderworpen aan RSZ (bv. doctoraatsbeurs) meer gemeenschappelijke kinderen hebt. EN Je samen met je partner vanaf datum huwelijk of samenwonen, gedurende 12 maanden, een inkomen van minstens 6 161,46 hebt verworven en dit uiterlijk 31 december 2013. Gaat het enkel om inkomen uit arbeid, dan betekent dat voor 2012 een brutobelastbaar inkomen van minstens 7 986,77. Deze 12 maanden hoeven niet aaneensluitend te zijn. Zelfs als je in een maand slechts 1 dag inkomsten hebt verworven, mag je deze als maand meetellen. Je studietoelage zal worden berekend op basis van het referentieinkomen (STAP 3) van jou en je partner. 6

Eerder al aangetoond dat je gehuwd student bent? Dan word je dit academiejaar opnieuw als gehuwd student beschouwd, tenzij je op 31 december 2012 bij je ouder(s) gedomicilieerd bent. In dat geval moeten jij en je partner in 2012 samen méér dan 2 990 inkomen aantonen. Gaat het enkel om inkomen uit arbeid, dan betekent dat een brutobelastbaar inkomen van minstens 4 193,55. Zelfstandig student Je bent zelfstandig student als je je financiële zelfstandigheid kan aantonen op 31 december 2012. Een apart domicilie is geen vereiste. Als zelfstandig student moet je aan 2 voorwaarden voldoen. Je bent geen gehuwd student. EN Je moet ten laatste op 31 december 2012 gedurende 12 maanden een inkomen van minstens 6 161,46 aantonen. Gaat het enkel om inkomen uit arbeid, dan betekent dat voor 2012 een brutobelastbaar inkomen van minstens 7 986,77. Deze 12 maanden moeten vallen binnen een periode van 2 aaneensluitende kalenderjaren eindigend op 31 december van het academiejaar: waarvoor je de studietoelage aanvraagt of; waarin je de studies hebt aangevat of hervat. Deze 12 maanden hoeven niet aaneensluitend te zijn. Zelfs als je in een maand slechts 1 dag inkomsten hebt verworven, mag je deze als maand meetellen. Je studietoelage zal worden berekend op basis van je referentieinkomen (STAP 3). Eerder al aangetoond dat je zelfstandig student bent? Dan word je dit academiejaar opnieuw als zelfstandig student beschouwd, tenzij je op 31 december 2012 bij je ouder(s) gedomicilieerd bent. In dat geval moet je in 2012 méér dan 2 990 inkomen aantonen. 7

1 STUDIETOELAGEN Gaat het enkel om inkomen uit arbeid, dan betekent dat een brutobelastbaar inkomen van minstens 4 193,55. Student ten laste Je bent student ten laste als je op 31 december 2012 niet tot één van bovenstaande leefeenheden behoort, zelfs al ben je niet meer fiscaal ten laste (zie hoofdstuk 5 Belastingen). Je studietoelage zal worden berekend op basis van het referentie-inkomen van je ouder(s) (STAP 3). Als je op 31 december 2012 bij een andere persoon dan je ouder(s) woont, wordt er rekening gehouden met het inkomen van die andere persoon indien je ofwel: al drie jaar bij die persoon woont en een ziekenfonds of kinderbijslagfonds erkent dat je effectief drie jaar van die persoon ten laste bent; al drie jaar fiscaal ten laste bent van die persoon; fiscaal ten laste bent van die persoon ten gevolge van een beslissing van een rechter of een comité voor bijzondere jeugdzorg. In onderstaande tabel vind je het inkomen waarmee rekening zal worden gehouden. Indien je ten laste bent van een andere persoon dan vervang je ouder(s) door die andere persoon. Ten laste van Statuut ouder Andere criteria Referentie-inkomen Twee ouders Al dan niet gehuwd Inkomen beide ouders Eén ouder Alleenstaand Inkomen ouder Gehuwd of wettelijk samenwonend met een nieuwe partner Feitelijk samenwonend met een nieuwe partner Je ouder en nieuwe partner hebben samen een kind dat tot de leefeenheid behoort Je bent fiscaal ten laste van de nieuwe partner Je bent niet fiscaal ten laste van de nieuwe partner Inkomen ouder + nieuwe partner Inkomen ouder + nieuwe partner Inkomen ouder + nieuwe partner Inkomen ouder 8

Alleenstaand student Je bent alleenstaand student als je op 31 december 2012 niet tot één van bovenstaande leefeenheden behoort en je in één van volgende situaties verkeert: je ontvangt een leefloon op basis van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie en je bent niet bij je ouder(s) gedomicilieerd; je beide ouders zijn overleden; je bent halve wees: je woonde na de echtscheiding van je ouders bij één van hen, die ouder is overleden en je bent niet bij de andere ouder gaan wonen; je bent erkend als verlaten wees door het kinderbijslagfonds; je woont zelfstandig en wordt begeleid door een begeleidingstehuis, een gezinstehuis of een dienst voor begeleid zelfstandig wonen; je bent/was opgenomen in een begeleidingstehuis, een gezinstehuis of valt onder begeleid zelfstandig wonen; je werd door een dienst voor pleegzorg in een pleeggezin geplaatst en je valt door je meerderjarigheid niet langer onder de bevoegdheid van een comité voor bijzondere jeugdzorg of van een jeugdrechtbank; je ouder(s) is/zijn ontzet uit het ouderlijke gezag; je behoort tot een bepaalde categorie van buitenlandse studenten (bv. erkend politiek vluchtelingen). Je studietoelage zal worden berekend op basis van je referentieinkomen (STAP 3). STAP 2 Bereken het aantal punten in je leefeenheid Je leefeenheid wordt uitgedrukt in punten. Hoe meer punten, hoe hoger het inkomen mag zijn om voor een studietoelage in aanmerking te komen (STAP 4). Om het aantal punten te bepalen wordt rekening gehouden met je gezinssituatie op 31 december 2012. Opgelet: voor één persoon kan je verschillende punten tellen. Bv. iemand die fiscaal ten laste is én een handicap heeft, telt voor 2 punten. 9

1 STUDIETOELAGEN Pluspunten (optellen) Minpunt (aftrekken) 1 punt per persoon die fiscaal ten laste is. Echtgenoten zijn niet fiscaal ten laste van elkaar en tellen niet mee. Studenten die niet meer fiscaal ten laste zijn, maar ook niet voldoen aan de voorwaarden van gehuwd, zelfstandig of alleenstaand student, worden wel meegeteld. Studenten die voldoen aan de voorwaarden van gehuwd, zelfstandig of alleenstaand student worden niet meegeteld. Zij vormen een eigen leefeenheid. 1 punt per persoon die hoger onderwijs volgt. Dit aantal verminder je met 1 punt. Enkel de personen van hierboven en deze van wie het inkomen in aanmerking wordt genomen. 1 punt per persoon die fiscaal als gehandicapt wordt beschouwd (vanaf 66% invaliditeit). 1 punt als je gehuwd student of student ten laste bent. 1 punt als je zelfstandig of alleenstaand student bent en je minstens 1 kind ten laste hebt. Je moet 1 punt aftrekken als bij je leefeenheid één of meerdere nietverwanten wonen die over een inkomen beschikken. Een leefloon of een inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap wordt niet als een inkomen beschouwd. In dat geval moet geen minpunt worden toegepast. Indien er gemeenschappelijke kinderen zijn of je bent fiscaal ten laste van de nieuwe partner van je ouder, dan moet ook geen minpunt worden afgetrokken. Het aantal punten in je leefeenheid kan nooit lager zijn dan nul. Totaal = STAP3 Bereken je referentie-inkomen De studietoelage voor 2012-2013 wordt berekend op basis van het referentie-inkomen van je leefeenheid aan de hand van het aanslagbiljet inkomsten 2010 (aanslagjaar 2011). Gezinssituatie gewijzigd? Bij een wijziging in je gezinssituatie tussen 31 december 2010 en 1 januari 2013 wordt rekening gehouden met het inkomen van het jaar van de wijziging (bv. door echtscheiding, huwelijk, overlijden). Met een feitelijke scheiding wordt pas rekening gehouden, als er op 31 december 2012 al één jaar een verschillend domicilie is. 10

Als je na 31 december 2010 tot een andere leefeenheid bent gaan behoren doordat je gehuwd, zelfstandig of alleenstaand student geworden bent, dan wordt rekening gehouden met het inkomen van het kalenderjaar waarin je aan de criteria van die leefeenheid voldoet. Inkomen gedaald? Het is mogelijk dat het inkomen van je leefeenheid sinds 2010 is gedaald (bv. door ziekte, werkloosheid, tijdskrediet). In dat geval kan je de studietoelage op het vermoedelijk inkomen van 2012 laten berekenen. Berekening op basis van het aanslagbiljet inkomsten 2010 (aanslagjaar 2011) en bijkomende attesten: Waar te vinden? Gezamenlijk belastbaar inkomen Aanslagbiljet personenbelasting Buitenlandse inkomsten Buitenlands aanslagbiljet of attest 80% van de ontvangen alimentatiegelden Rekeninguittreksel 2010 voor alle kinderen die tot de leefeenheid behoren Afzonderlijk belastbare inkomsten Aanslagbiljet personenbelasting bv. vervroegd vakantiegeld, achterstallen, Leefloon Attest OCMW Inkomensvervangende tegemoetkoming aan personen met een handicap Niet-belastbare beurs onderworpen aan RSZ bv. doctoraatsbeurs 2 x kadastraal inkomen (KI) Vreemd Gebruik (= het KI van alle onroerende goederen in het bezit, behalve het eigen huis en de onroerende goederen die voor eigen beroepsdoeleinden worden gebruikt) 1 x kadastraal inkomen voor eigen beroepsdoeleinden Attest FOD Sociale Zaken Attest Aanslagbiljet personenbelasting (luik Samenvatting ): codes 1106, 2106, 1107, 2107, 1108, 2108, 1109, 2109, 1112, 2112, 1115 en 2115 te vermenigvuldigen met 1,5461 Aanslagbiljet personenbelasting (luik Samenvatting ): codes 1105 en 2105 te vermenigvuldigen met 1,5461 Referentie-inkomen = Je inkomen 11

1 STUDIETOELAGEN Bestaat je inkomen voor minstens 70 % uit vervangingsinkomsten? Dan mag je op het totaal van deze vervangingsinkomsten de forfaitaire aftrek, zoals hieronder beschreven, berekenen en de uitkomst aftrekken van je referentie-inkomen. Als vervangingsinkomsten worden beschouwd: Werkloosheidsuitkering Ziekteuitkering Brugpensioen Opgelet: gewone pensioenen zijn geen vervangingsinkomsten Inkomen 2010 Inkomen 2011 Inkomen 2012 28,70% Op de eerste schijf van 5 190 10% Op het gedeelte tussen 5 190 en 10 310 5% Op het gedeelte tussen 10 310 en 17 170 28,70% Op de eerste schijf van 5 300 10% Op het gedeelte tussen 5 300 en 10 530 5% Op het gedeelte tussen 10 530 en 17 530 28,70% Op de eerste schijf van 5 490 10% Op het gedeelte tussen 5 490 en 10 910 5% Op het gedeelte tussen 10 910 en 18 150 3% Boven 17 170 3% Boven 17 530 3% Boven 18 150 Max. aftrek 3 590 Max. aftrek 3 670 Max. aftrek 3 790 Berekening op basis van een ander inkomstenjaar: Wanneer men uitgaat van een ander inkomstenjaar dan 2010, gebeurt de berekening van je referentie-inkomen voorlopig op basis van loonbrieven en attesten. Wanneer het inkomen van dat jaar nagezien is door de belastingdienst, zal je aanvraag worden herzien op basis van het aanslagbiljet van dat ander inkomstenjaar. 12

STAP 4 Voldoe je aan de financiële voorwaarden? Je komt in aanmerking voor een studietoelage wanneer je referentie-inkomen (STAP 3) lager ligt dan de maximumgrens die overeenstemt met het aantal punten van je leefeenheid (STAP 2). Punten maximumgrens minimumgrens maximum - minimum 0 16 118,07 7 312,27 8 805,80 1 23 804,71 13 214,53 10 590,18 2 29 822,44 15 280,34 14 542,10 3 34 626,61 17 018,21 17 608,40 4 39 835,31 18 067,53 21 767,78 5 46 257,66 19 105,94 27 151,73 6 50 606,65 20 144,27 30 462,38 7 52 932,90 21 182,62 31 750,28 8 55 259,11 22 220,98 33 038,12 9 57 635,85 23 259,35 34 376,50 10 60 164,35 24 297,71 35 866,64 Let op met onroerende goederen waarin je zelf niet woont (bv. een vakantiewoning, gronden of een huis dat al dan niet wordt verhuurd). Als het geïndexeerd kadastraal inkomen van deze onroerende goederen hoger is dan 1 250 en te hoog in verhouding tot het inkomen, dan krijg je geen studietoelage ook al is het referentieinkomen lager dan de maximumgrens. Je komt misschien wel in aanmerking voor een vermindering van het studiegeld. 13

1 STUDIETOELAGEN 4 Bereken zelf je studietoelage Het bedrag van je studietoelage wordt bepaald door je referentieinkomen (STAP 3), het aantal studiepunten waarvoor je studietoelagegerechtigd bent en of je al dan niet op kot zit. Als je referentie-inkomen lager ligt dan of gelijk is aan de maximumgrens, bedraagt je studietoelage minstens 240,16. Ligt het inkomen boven de maximumgrens dan is er geen recht op een studietoelage. Misschien kom je wel in aanmerking voor een vermindering van je studiegeld (zie punt 6 Vermindering studiegeld). Het aantal studiepunten waarvoor je studietoelagegerechtigd bent, wordt bepaald door het aantal studiepunten dat je opneemt en waarvoor je nog studietoelagekrediet hebt. Indien je studietoelagegerechtigd bent voor 60 studiepunten en je referentie-inkomen: lager ligt dan of gelijk is aan de minimumgrens, ontvang je de maximum studietoelage: 3 716,60 voor een kotstudent (gehuwd, zelfstandig of alleenstaand studenten worden steeds als kotstudent beschouwd); 2 230,68 voor een niet-kotstudent; tussen de minimum- en de maximumgrens ligt, wordt je studietoelage als volgt berekend: max.grens referentie-inkomen max.grens min.grens 3 716,60 of 2 230,68 lager ligt dan of gelijk is aan 1/10 van de maximumgrens, dan wordt aan bepaalde categorieën van studenten een uitzonderlijke studietoelage toegekend: 5 003,89 voor een kotstudent en 3 237,03 voor een niet-kotstudent. 14

Indien je voor minder dan 60 studiepunten studietoelagegerechtigd bent, wordt het bedrag van je studietoelage op een andere manier berekend: studietoelagegerechtigd voor 27 tot 59 studiepunten: kotstudent resterende 70% x 30% van je studietoelage op basis van 60 studiepunten + 60 financierbare studiepunten niet-kotstudent resterende 80% x 20% van je studietoelage op basis van 60 studiepunten + 60 financierbare studiepunten studietoelagegerechtigd voor minder dan 27 studiepunten: je studietoelage op basis van 60 studiepunten x 60 financierbare studiepunten 15

1 STUDIETOELAGEN 5 Wanneer en hoe aanvragen? Dien je aanvraag vanaf 1 augustus 2012 in (bij voorkeur volledig), ook al heb je hiervoor tijd tot en met 1 juni 2013. Via de link online diensten op www.studietoelagen.be kan je met behulp van een federaal token of je elektronische identiteitskaart je aanvraag digitaal indienen. Op deze site kan je het aanvraagformulier ook downloaden om het per post naar de afdeling Studietoelagen op te sturen. 6 Vermindering studiegeld (= inschrijvingsgeld) Ontvang je een studietoelage van de Vlaamse overheid dan betaal je aan je onderwijsinstelling het beurstarief. Ligt je referentie-inkomen onder de maximumgrens, maar kom je niet in aanmerking voor een studietoelage omdat je niet aan de studievoorwaarden voldoet, dan kan je een vermindering op het studiegeld aanvragen. Is je inkomen te hoog en is het verschil tussen je referentieinkomen en de maximumgrens niet groter dan 1 465 (bedrag 2011-2012), dan word je als bijna-beursstudent beschouwd en betaal je een tussentarief. Indien je geen studietoelage ontvangt omwille van het kadastraal inkomen, kan je misschien toch in aanmerking komen voor een vermindering. Meer informatie bij de sociale dienst van je onderwijsinstelling afdeling Studietoelagen, Koning Albert II laan 15, 1210 Brussel www.studietoelagen.be 16

Notities 17

23 Externe beurzen Centen voor studenten 5 4 Voorschot op je studietoelage Vermindering van het studiegeld Renteloze studielening Sociale toelage Studiefinanciering via de Sociale Dienst Studenten Huurtoelage 6 Bijzondere procedure huisvesting 7

De Sociale Dienst Studenten wil studeren aan de Vrije Universiteit Brussel voor iedereen mogelijk maken. Daarom kan je er terecht voor financiële, sociale en praktische ondersteuning. Je vraag wordt er discreet behandeld, rekening houdend met je specifieke situatie. Het volledige aanbod dienstverlening kan je terugvinden op de website: www.vub.ac.be/studiefinanciering. Voorschot op je studietoelage Veel studenten krijgen de studietoelage van de Vlaamse overheid pas uitbetaald in de loop van het academiejaar. De meeste kosten vallen echter vooral in het begin van het academiejaar, wat tot financiële moeilijkheden kan leiden. Om dit te vermijden kan je een voorschot vragen op je studietoelage. Hiervoor gelden geen specifieke voorwaarden. Sociale toelage Word je financieel niet meer gesteund door je ouder(s)? Zijn er zware medische kosten? Vader of moeder plots werkloos geworden? Moeite om de eindjes aan elkaar te knopen? Studenten die een basisopleiding volgen én het financieel moeilijk hebben om hun studies te bekostigen, kunnen bij de Sociale Dienst Studenten een sociale toelage aanvragen. Een toelage is een vorm van studiefinanciering waarbij het ontvangen bedrag niet moet worden terugbetaald. Met dit bedrag kan je dan de studiekosten betalen. Er wordt rekening gehouden met de sociale en financiële situatie van de student en/of het gezin. Elke aanvraag wordt individueel behandeld. Renteloze studielening Afhankelijk van de sociaal-financiële situatie van de student kan de Sociale Dienst Studenten een renteloze studielening toekennen. Een lening op korte termijn vangt een tijdelijke financiële nood op en betaal je terug in de loop van het academiejaar. Daarnaast kan je ook een lening op lange termijn aanvragen. Zowel de Vrije Universiteit Brussel als de OudStudentenBond van de Vrije Universiteit Brussel kunnen deze leningen toekennen (telkens via de Sociale Dienst Studenten). Een lening op lange termijn betaal je na het beëindigen of stopzetten van je studies terug. 19

2 Studiefinanciering via de Sociale Dienst Studenten Vermindering van het studiegeld Studenten die geen recht hebben op een studietoelage, maar waarbij het referentie-inkomen niet meer dan 1 465 euro (bedrag academiejaar 2011-2012) boven de maximumgrens voor het bekomen van een studietoelage ligt, kunnen een aanvraag indienen voor een vermindering van het studiegeld. Ook studenten die geen recht hebben op een studietoelage omdat het kadastraal inkomen een te groot aandeel vormt in het totaal gezamenlijk belastbaar inkomen, kunnen hiervoor in aanmerking komen. In beide gevallen bezorg je de aanvraag aan de Sociale Dienst Studenten. Bij toekenning betaal je het bijna-beurstarief. Heb je als student geen recht meer op een studietoelage omwille van de studievoorwaarden, maar voldoe je wel aan de financiële en nationaliteitsvoorwaarden? Dan kan je alsnog genieten van een vermindering op het studiegeld mits aanvraag bij de Sociale Dienst Studenten. Bij toekenning betaal je het beurstarief. Dit geldt echter niet voor een Master-na-Master of een Voortgezette Academische Opleiding. Externe beurzen De Sociale Dienst Studenten krijgt via giften elk academiejaar de mogelijkheid om een aantal externe beurzen toe te kennen aan studenten van de Vrije Universiteit Brussel. Voor sommige externe beurzen gelden voorwaarden wat betreft studierichting, studieresultaten en woonplaats. Je kan de externe beurzen aanvragen bij de Sociale Dienst Studenten en meer informatie over de mogelijk voorwaarden kan je terugvinden op het aanvraagformulier voor externe beurzen. De bedragen variëren van 225 tot 1.000. Naast de externe beurzen bestaan er nog studiebeurzen, studieleningen en alternatieve fondsen van andere organisaties. Meer informatie hierover kan je verkrijgen bij de Sociale Dienst Studenten of op de website www.centenvoorstudenten.be. 20

Huurtoelage Indien het moeilijk is om de maandelijkse huur van je kot te betalen, dan kan je een huurtoelage aanvragen. Zo n huurtoelage kan enkel verkregen worden voor een kamer van de Vrije Universiteit Brussel en voor een privé-kamer via de website van Br(ik (Brussel & ik www.brik.be). Om voor een huurtoelage in aanmerking te komen, moet je aan een aantal voorwaarden voldoen en wordt de sociaal-financiële situatie van de student en/of het gezin onderzocht. Voor meer informatie kan je de website raadplegen van de Dienst Huisvesting (www.vub.ac.be/huisvesting) of kan je contact opnemen met de Sociale Dienst Studenten. Bijzondere procedure huisvesting Via een bijzondere procedure kunnen studenten prioritair een kamer toegewezen krijgen. Dit is enkel mogelijk wanneer een kamer van de Vrije Universiteit Brussel essentieel is om de studies aan te vatten of tot een goed einde te brengen. Er moet aangetoond worden dat het niet hebben van een kamer van de Vrije Universiteit Brussel de studies onmogelijk maakt. Vooral fysieke beperkingen, medische redenen en sociale of psychologische oorzaken kunnen hier aan de basis liggen. Om een aanvraag in te dienen, moet de student voor een persoonlijk gesprek bij de Sociale Dienst Studenten langsgaan. Meer informatie www.vub.ac.be/studiefinanciering 21

Centen voor studenten 3 Kinderbijslag Hoeveel bedraagt de kinderbijslag? Wie ontvangt de kinderbijslag?

Er wordt kinderbijslag betaald: tot en met de maand waarin je 25 jaar wordt; op voorwaarde dat je tijdens het academiejaar ingeschreven bent én blijft voor minstens 27 studiepunten met een diploma-, credit- en/of examencontract. Zit je in je diplomajaar, dan zijn geen 27 studiepunten vereist; voor een volledig academiejaar als je ten laatste op 30 november bent ingeschreven. Ben je na 30 november ingeschreven, dan heb je recht op kinderbijslag vanaf de maand na je inschrijving. Als je tijdens het academiejaar je inschrijving wijzigt, kan dit gevolgen hebben voor je kinderbijslag (zie hoofdstuk 10 Je inschrijving wijzigen of stoppen met studeren tijdens het academiejaar). Als je werkt tijdens je studies, kan je de kinderbijslag verliezen (zie hoofdstuk 4 Studentenarbeid). 1 Hoeveel bedraagt de kinderbijslag? Het bedrag dat wordt uitbetaald, is afhankelijk van de aard van de inkomsten van je ouder(s) (werknemer, andersvalide, werkloos, gepensioneerd, alleenstaand, zelfstandige, ), van je persoonlijke situatie (andersvalide, wees, ), van het aantal kinderen in je gezin en hun leeftijd. Onderstaande tabel (index februari 2012) geeft een overzicht van hoeveel de kinderbijslag voor 18-jarigen kan bedragen: Ouder is werknemer Ouder is zelfstandige 1ste kind geboren na 31/12/90: 115,57 82,78 of 134,63 * geboren tussen 01/01/85 en 31/12/90: 121,54 2de kind 223,51 163,77 of 223,51 * 3de en volgende 304,26 244,52 of 304,26 * * ben je het enige of het jongste kind, dan gelden de laagste bedragen 23

3 kinderbijslag 2 Wie ontvangt de kinderbijslag? De kinderbijslag wordt meestal uitbetaald aan de moeder. Je kan de kinderbijslag zelf ontvangen als je een afzonderlijk domicilie hebt, gehuwd bent of kinderbijslag ontvangt voor je eigen kinderen. Dit kan gevolgen hebben voor het bedrag dat je zelf ontvangt. Ook de kinderbijslag van de andere kinderen in je oorspronkelijke gezin wijzigt dan (2de kind wordt 1ste kind, ). Om het voordeel van de rangorde in je oorspronkelijke gezin en de eventuele verhogingen te behouden, kan je ouder je kinderbijslag blijven ontvangen en jouw deel doorstorten. Meer informatie ouder is werknemer > www.rkw.be (met een programma om de kinderbijslag van je gezin zelf te berekenen) ouder is zelfstandige > www.rsvz-inasti.fgov.be bij de sociale dienst van je onderwijsinstelling 24

Notities 25

Centen voor studenten 4 Studentenarbeid Werken als loontrekkende Werken als zelfstandige

1 Werken als loontrekkende Als student mag je gedurende het hele jaar werken, zowel tijdens het academiejaar als in de zomervakantie. De gevolgen voor de sociale zekerheid, de kinderbijslag en de belastingen zijn verschillend en afhankelijk van je arbeidsovereenkomst, de periode waarin je werkt, hoeveel je werkt en het loon dat je verdient. Studentencontract In principe werk je met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten. Het voordeel van zo n studentencontract is dat elke partij de overeenkomst vrij soepel, met een korte opzeggingstermijn, kan beëindigen en dat je ouders minder kans hebben om hun belastingvermindering te verliezen (zie hoofdstuk 5 Belastingen). Een studentencontract is altijd tijdelijk, de maximumduur bedraagt 12 maanden. Een voorbeeld van een studentencontract vind je op: http://vdab.be/jos/modelcontract.pdf Wat staat er op je loonbrief? BRUTOLOON (staat vermeld in je contract) RSZ-bijdrage (13,07%) of solidariteitsbijdrage (2,71%) = (BRUTO)BELASTBAAR bedrijfsvoorheffing (voorschot op de personenbelasting) = NETTOLOON (wat je effectief ontvangt) Studentenarbeid en sociale zekerheid Als algemene regel geldt dat studentenarbeid onderworpen is aan de sociale zekerheid. Dat betekent dat zowel je werkgever als jijzelf een sociale zekerheidsbijdrage (RSZ-bijdrage) moeten betalen. Voor jou als werknemer bedraagt die RSZ-bijdrage 13,07% die automatisch van je brutoloon wordt afgehouden. Hierdoor open je een aantal rechten die de bijdrage grotendeels compenseren (bv. vakantiegeld). In uitzonderlijke situaties kom je in aanmerking voor een werkbonus en voor een uitkering bij ziekte. 27

4 studentenarbeid Studentenarbeid kan vrijgesteld worden van de normale RSZ-bijdrage en slechts onderworpen zijn aan een solidariteitsbijdrage als: je werkt met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten EN je per kalenderjaar maximaal 50 dagen werkt. Het aantal dagen dat je kan werken met afhouding van een solidariteitsbijdrage heet het studentencontingent. Op www.studentatwork.be kan je zien hoeveel dagen er reeds geregistreerd zijn door je werkgever(s). Voor de berekening van de 50 arbeidsdagen tellen alle dagen waarvoor je loon ontvangt mee (bv. ook betaalde feestdagen). De solidariteitsbijdrage bedraagt 2,71% van je brutoloon. Er wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden, waardoor je nettoloon gelijk is aan je brutoloon verminderd met 2,71%. Je hebt geen recht op vakantiegeld. Werk je meer dan 50 dagen, dan wordt je tewerkstelling vanaf de 51ste dag onderworpen aan de normale RSZ-bijdrage. Conclusie je mag meer dan 50 dagen werken zonder nadelige gevolgen voor jou. Studentenarbeid en kinderbijslag Hoeveel je verdient en het soort contract waarmee je werkt, heeft geen invloed op je kinderbijslag. Je kinderbijslag behouden is enkel afhankelijk van het aantal gewerkte uren en de periode waarin je werkt: buiten de zomervakantie mag je niet meer dan 240 uren per kwartaal werken. Er zijn 4 kwartalen per jaar: januari tot maart, april tot juni, juli tot september, oktober tot december. Enkel de effectief gepresteerde uren tellen en bv. niet de betaalde feestdagen. Werk je meer dan 240 uren in een kwartaal, dan verlies je de kinderbijslag voor de 3 maanden van dat kwartaal. 28

Werk je in het volgende kwartaal minder dan 240 uur en voldoe je nog aan alle voorwaarden dan zal het recht op kinderbijslag hernieuwd worden. tijdens de zomervakantie is er geen beperking op het aantal uren dat je mag werken, met uitzondering van de laatste zomervakantie (afstudeerjaar), want dan geldt de 240 uren-regel. Studentenarbeid en belastingen Of je nog fiscaal ten laste bent van je ouder(s) hangt af van hoeveel je verdient. Indien je inkomen op jaarbasis (kalenderjaar) te hoog is, zullen je ouders hun belastingvermindering verliezen. Zélf belastingen betalen is enkel afhankelijk van hoeveel 2 Werken als zelfstandige je verdient. Als je inkomen te laag is om zelf belastingen te betalen dan wordt de afgehouden bedrijfsvoorheffing volledig terugbetaald. Meer informatie vind je in hoofdstuk 5 Belastingen. Je kan als zelfstandige werken, maar hier zijn zeer specifieke voorwaarden aan verbonden. Je moet je inschrijven bij een ondernemingsloket voor zelfstandigen en bijdragen betalen. Als student kan je onder bepaalde voorwaarden (gedeeltelijk) worden vrijgesteld van deze vaak hoge bijdragen. Informeer je goed voor je begint te werken als zelfstandige! Meer informatie vind je op www.rsvz-inasti.fgov.be/nl 29

Centen voor studenten 5 Belastingen Belastingvermindering voor ouders Zelf belastingen betalen

1 Belastingvermindering voor ouders Voor het inkomstenjaar 2012 ben je fiscaal ten laste van je ouders indien je op 1 januari 2013 bij hen bent gedomicilieerd én je nettobestaansmiddelen (zie verder) in 2012 niet hoger zijn dan 2 990. Voor éénoudergezinnen wordt dit bedrag opgetrokken tot 4 320. Indien je niet meer fiscaal ten laste bent, zullen je ouder(s) onderstaande belastingvermindering verliezen: Evolutie aantal kinderen ten laste Gehuwde/wettelijk samenwonende ouder(s) met een belastbaar inkomen Alleenstaande ouder met een belastbaar inkomen < 25 270 > 25 270 < 25 270 > 25 270 Van 1 naar 0 360 360 800 786,50 Van 2 naar 1 692 678,50 718 691 Van 3 naar 2 1 734 1 707 1 844 1 844 Van 4 naar 3 2 097 2 083,50 2 169 2 155,50 Van 5 naar 4 2 317,50 2 317,50 2 317,50 2 317,50 En volgende 2 317,50 2 317,50 2 317,50 2 317,50 (deze bedragen zijn exclusief gemeentebelasting omdat die verschilt van gemeente tot gemeente) Ouders met een laag inkomen betalen soms geen belastingen en kunnen daardoor bovenstaande belastingvermindering niet genieten. Als fiscale compensatie krijgen zij 420 per kind. Je nettobestaansmiddelen bereken je als volgt: Tel het belastbaar loon dat op je loonbrieven staat, je vervangingsinkomsten, je leefloon, op (De eerste 2 490 van je loon verdiend met een studentencontract tel je niet mee) Trek van dit bedrag 20% af (met een minimum van 420) = Tussentotaal A Tel je alimentatiegeld op (De eerste 2 990 tel je niet mee) Trek van dit bedrag 20% af = Tussentotaal B A + B = nettobestaansmiddelen 31

5 belastingen 2 Zelf belastingen betalen Zelf moet je pas belastingen betalen als je nettobelastbaar inkomen van 2012 (zie tabel hieronder) hoger is dan 7 070. Let op! Alimentatiegelden worden voor 80% meegerekend. Je betaalt enkel belastingen op het gedeelte boven dit bedrag. Indien er van je loon bedrijfsvoorheffing werd afgehouden en je nettobelastbaar jaarinkomen lager blijkt dan 7 070, wordt deze bedrijfsvoorheffing na controle van de belastingdiensten volledig terugbetaald. Wanneer je enkel inkomsten uit arbeid ontvangt, bereken je het nettobelastbaar inkomen als volgt: Je inkomen (Bruto)belastbaar Beroepskosten Op een loonbrief terug te vinden als belastbaar loon. Om een beroep uit te oefenen, maak je kosten. De belastingdienst past daarom een forfaitaire aftrek toe op het brutobelastbaar inkomen. Forfaitaire aftrek: 28,70% op de eerste 5 490 10% op het gedeelte tussen 5 490 en 10 910 5% op het gedeelte tussen 10 910 en 18 150 3% vanaf 18 150 De forfaitaire aftrek bedraagt maximaal 3 790 Als je veel kosten hebt, dan kan je kiezen om de werkelijke beroepskosten aan je belastingaangifte toe te voegen. Nettobelastbaar = brutobelastbaar inkomen beroepskosten Meer informatie het contactcenter van de FOD Financiën: 0257 257 57 je plaatselijk belastingkantoor www.minfin.fgov.be: Home > Thema s > Gezin > Student de sociale dienst van je onderwijsinstelling 32

Notities 33

Centen voor studenten 6 Onderhoudsplicht van de ouder(s) Wat betekent dit? Wat kan je doen bij onenigheid?

De ouders dienen naar evenredigheid van hun middelen te zorgen voor de huisvesting, het levensonderhoud, de gezondheid, het toezicht, de opvoeding en de opleiding en de ontplooiing van hun kinderen. Indien de opleiding niet voltooid is, loopt de verplichting door na de meerderjarigheid van het kind. (art. 203 1, van het burgerlijk wetboek) 1 Wat betekent dit? Je hebt het recht om met financiële steun van je ouder(s), in verhouding tot hun middelen, een hogere studie aan te vatten mits deze keuze in overeenstemming is met je mogelijkheden en talenten. Onder middelen worden niet enkel de beroepsinkomsten gerekend, maar tevens roerende of onroerende inkomsten, vervangingsinkomsten of andere voordelen. Indien je een keer niet slaagt, krijg je doorgaans nog een tweede kans. Wanneer je studies een grote vertraging oplopen, neemt de ouderlijke plicht een einde tenzij de vertraging niet aan jou te wijten is. Je moet je ouder(s) op de hoogte te houden van je studieverloop en hen je resultaten meedelen. In sommige omstandigheden kan de ouderlijke plicht opnieuw ontstaan indien je blijk geeft van goede wil. Als meerderjarige ben je wettelijk niet verplicht om thuis te wonen. Daaruit mag je niet afleiden dat je ouder(s) altijd de kosten van je kot moet(en) betalen. Enkel wanneer het afzonderlijk wonen noodzakelijk is omwille van de studies of omwille van familiale redenen, worden de extra woonkosten ten laste gelegd van je ouder(s). De onderhoudsplicht van de ouder(s) omvat gewone kosten voor dagelijks onderhoud (bv. voeding) en buitengewone kosten (uitzonderlijke, noodzakelijke of onvoorzienbare uitgaven die het normale budget overschrijden, bv. medische kosten). Bij het bepalen van de onderhoudsplicht van je ouder(s), kan rekening worden gehouden met je eigen inkomsten (bv. inkomsten uit kapitaal of onroerende goederen, beroepsinkomsten door het uitoefenen van studentenjobs). 35

6 onderhoudsplicht Als je gehuwd of wettelijk samenwonend bent, moet je in de eerste plaats beroep doen op je partner om je kosten te dekken. Als je partner niet of onvoldoende kan tussenkomen, kunnen je ouder(s) door de rechter worden verplicht bij te dragen. Er wordt in de rechtspraak rekening gehouden met de relaties die bestaan tussen ouder(s) en kind. Een totaal gebrek aan respect kan de rechter ertoe doen besluiten dat de onderhoudsplicht van je ouder(s) vervalt. Van zodra je één diploma in het hoger onderwijs behaalt, heb je normaal gezien voldoende kansen op de arbeidsmarkt. Wil je nog een tweede opleiding volgen dan valt die buiten de onderhoudsplicht van je ouder(s). Soms kan een kortlopende bijkomende opleiding (bv. een specialisatie van één jaar) je kansen op tewerkstelling in belangrijke mate verhogen. Bepaalde rechters rekenen dit tot de onderhoudsplicht. 2 Wat kan je doen bij onenigheid? Je sociale dienst kan bemiddelen tussen jou en je ouder(s) indien je niet tot een compromis komt. Lukt dit niet, dan kan je contact opnemen met het OCMW of overwegen een vordering in te stellen tegen je ouders of tegen één van hen. De bevoegde rechter is de vrederechter van de woonplaats van je ouder(s) of van je woonplaats. Meer informatie bij de sociale dienst van je onderwijsinstelling bij het Justitiehuis www.just.fgov.be: Justitie van A tot Z > Justitiehuizen 36

Notities 37

Centen voor studenten 7 Het leefloon van het OCMW Het leefloon en... Het OCMW Het recht op maatschappelijke integratie Bedrag van het leefloon

1 Het OCMW Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) erkent studenten als een specifieke doelgroep. Als je financieel niet meer gesteund wordt door je ouders en je onvoldoende of geen inkomen hebt, kan je een leefloon aanvragen om te studeren. Dit betekent niet dat studeren met leefloon een recht is. Het OCMW heeft hierin een grote beslissingsvrijheid. Je moet ook aan een aantal voorwaarden voldoen. Het betalen van je levensonderhoud en studies valt in principe onder de onderhoudsplicht van je ouders (zie hoofdstuk 6 Onderhoudsplicht van de ouders). Indien je ouders deze verplichting niet nakomen, kan het OCMW je een leefloon uitkeren. In elke Belgische gemeente is een OCMW actief. Je vraagt een leefloon aan bij het OCMW van de gemeente waar je bent ingeschreven in het bevolkingsregister. Indien je bij een ander OCMW je aanvraag indient, wordt deze binnen de 5 kalenderdagen doorgestuurd naar het bevoegde OCMW. Dat laatste OCMW is en blijft bevoegd tot het einde van de ononderbroken studies, ook indien je domicilieadres tijdens je studies wijzigt. Het OCMW onderzoekt je sociaal-financiële situatie en neemt binnen 1 maand een beslissing. Indien je niet akkoord gaat met deze beslissing, heb je 3 maanden de tijd om in beroep te gaan bij de Arbeidsrechtbank. 2 Het recht op maatschappelijke integratie Eén van de bevoegdheden van het OCMW is het uitvoeren van de wet op de maatschappelijke integratie, waarin rechten voor studenten (jonger dan 25 jaar) zijn opgenomen. Als uit het sociaal-financieel onderzoek blijkt dat je over onvoldoende bestaansmiddelen beschikt, dan kan het OCMW je een leefloon uitkeren in het kader van maatschappelijke integratie. Dit houdt in dat het OCMW je een geschikte tewerkstellingsopdracht kan aanbieden of 39

7 leefloon dat een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) wordt uitgewerkt dat op termijn leidt naar tewerkstelling. Hierin kan het OCMW aanvaarden dat je voltijds gaat studeren om zo je kansen op de arbeidsmarkt te verhogen. Dit GPMI is een schriftelijk contract waarin allerlei afspraken staan waar jij en het OCMW zich aan moeten houden. Zolang je deze vastgelegde afspraken in het GPMI naleeft, behoud je het recht op leefloon. 3 Bedrag van het leefloon. Het bedrag van het leefloon is afhankelijk van de categorie waartoe je behoort. Categorie Bedrag per maand samenwonend 523,74 alleenstaand 785,61 samenwonend met een gezin ten laste 1 047,48 (index februari 2012) 4 Het leefloon en Onderhoudsgeld Het OCMW kan je ouder(s) aanspreken in het kader van de onderhoudsplicht (zie hoofdstuk 6 Onderhoudsplicht van de ouders). Je kan vragen dat het OCMW afziet van terugvordering omwille van billijkheidsredenen (bv. beperkte financiële middelen van je ouders). Het OCMW kan hier ook zelf voor opteren. Kinderbijslag Het OCMW eist dat je het recht op kinderbijslag uitput. Je leefloon wordt verminderd met het bedrag van je kinderbijslag. De kinderbijslag die je ontvangt voor je eigen kind(eren), wordt vrijgesteld. 40

Studietoelage van de Vlaamse overheid Indien je een studietoelage ontvangt, mag deze niet van je leefloon worden afgetrokken. Bereidheid tot werken Het OCMW kan vragen dat je werkt. Dat kan zowel gaan over vakantiewerk als over een job tijdens het academiejaar. Onderstaande bedragen zijn vrijgesteld en mag je bovenop je leefloon verdienen. Hetgeen je meer verdient, wordt van je leefloon afgetrokken. Vrijstelling inkomsten uit arbeid Per maand met studietoelage Vlaamse overheid 64,14 zonder studietoelage Vlaamse overheid 229,95 (index februari 2012) Meer informatie bij de sociale dienst van je onderwijsinstelling bij elk OCMW www.mi-is.be 41

Centen voor studenten 8 Studeren met een werkloosheidsuitkering Studies die je zonder problemen kan combineren Opleiding hoger onderwijs in het kader van een erkend traject naar werk Studies waarvoor je een vrijstelling moet aanvragen Bachelor in verpleegkunde met een VDAB-overeenkomst

1 Studies die je zonder problemen kan combineren Je kan zonder toelating van de RVA studies combineren met een werkloosheidsuitkering wanneer je: voor minder dan 27 studiepunten inschrijft; voornamelijk na 17 uur en/of op zaterdag les volgt; met een examencontract inschrijft (ongeacht het aantal studiepunten); afstandsonderwijs (zonder verplichte aanwezigheid), een postacademische opleiding of volwassenenonderwijs volgt; een kort opleidingstraject volgt dat enkel leidt tot een getuigschrift. Je moet als werkzoekende ingeschreven blijven, beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en ingaan op iedere passende werkaanbieding. Let op: voor stage dien je een toelating aan te vragen bij de RVA (artikel 94 KB Wlh). 2 Studies waarvoor je een vrijstelling moet aanvragen (artikel 93 KB Wlh) Studies waarvoor je met een diploma- of creditcontract van 27 studiepunten of meer (volledig leerplan) bent ingeschreven, kan je enkel volgen met behoud van je werkloosheidsuitkering mits toelating van de RVA. Je komt in aanmerking voor een vrijstelling voor het volgen van studies met volledig leerplan wanneer je bij de officiële begindatum van het eerste jaar van de studiecyclus, aan volgende voorwaarden voldoet: je mag geen einddiploma hoger onderwijs bezitten (de directeur van het werkloosheidsbureau van de RVA kan op deze voorwaarde een afwijking toestaan); je moet je vorige studies minstens twee jaar hebben beëindigd; 43

8 werkloosheidsuitkering je bent uitkeringsgerechtigd volledig werkloos op het moment dat je de vrijstelling aanvraagt; je moet minimaal 312 dagen werkloosheidsuitkeringen hebben ontvangen in de loop van de twee voorafgaande jaren. Voor studies die voorbereiden op knelpuntberoepen is dit niet vereist. De RVA stelt voor elk academiejaar een nieuwe lijst van knelpuntberoepen op; de studies moeten van hetzelfde of van een hoger niveau zijn dan de reeds gevolgde studies, ofwel van een lager niveau op voor waarde dat deze studies deel uitmaken van het hoger (al dan niet universitair) onderwijs. Met een vrijstelling moet je niet meer als werkzoekende ingeschreven zijn bij de VDAB noch beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Je moet ook niet meer ingaan op een werkaanbieding maar moet wel arbeidsgeschikt zijn en in België verblijven. De vrijstelling kan slechts één keer (= voor één studiecyclus) worden toegekend en geldt voor de duur van een academiejaar, schoolvakanties inbegrepen. Er moet ieder academiejaar opnieuw een aanvraag tot verlenging worden ingediend. De vrijstelling kan worden verlengd indien: je voor alle opleidingsonderdelen bent geslaagd; je niet voor alle opleidingsonderdelen bent geslaagd maar van de onderwijsinstelling toelating krijgt om je voor minstens 27 nieuwe studiepunten van het volgende studiejaar in te schrijven; je niet bent geslaagd omwille van overmacht (bv. langdurige ziekte). Je kan je werkloosheidsuitkering combineren met een studietoelage van de Vlaamse overheid, maar niet met kinderbijslag. Hou er rekening mee dat het bedrag van je werkloosheidsuitkering tijdens je studieloopbaan kan wijzigen. 44

3 Bachelor in Verpleegkunde met een VDAB-overeenkomst Onder bepaalde voorwaarden (o.a. selectieproef) kan je de bachelor in Verpleegkunde aan een hogeschool volgen met een VDAB-overeenkomst. Je behoudt je leefloon of werkloosheidsuitkering. Tijdens je studie wijzigt het bedrag van je uitkering niet. De VDAB voorziet een tussenkomst in je studiekosten en betaalt bijkomende premies voor verplaatsingskosten en kinderopvang. 4 Opleiding hoger onderwijs in het kader van een erkend traject naar werk Je kan van de VDAB een tussenkomst in je studiekosten krijgen (beperkt tot maximum één academiejaar), als je voldoet aan volgende voorwaarden: je bent uitkeringsgerechtigd werkloos en ingeschreven als werkzoekende bij de VDAB; je hebt nog geen tweede cyclusdiploma of masterdiploma; je volgt de opleiding in het kader van een erkend traject naar werk (= ondersteund door de VDAB); je volgt de lessen in een Vlaamse instelling voor hoger onderwijs; je schreef je in voor een studietraject voor werkstudenten zoals opgenomen in het Hoger Onderwijsregister; je bent bereid te werken tijdens je studies en onderneemt acties om werk te vinden. De VDAB kan tijdens je studies voorzien in een stimulanspremie, tussenkomst in verplaatsingskosten en kinderopvang. Meer informatie bij de sociale dienst van je onderwijsinstelling bij je uitbetalingsinstelling de werkwinkel in je buurt www.rva.be www.vdab.be 45

Centen voor studenten 9 Studeren met... Tijdskrediet of loopbaanonderbreking Alternatieve fondsen Tegemoetkoming voor studenten met een functiebeperking Opleidingscheques Educatief verlof

1 Tijdskrediet of loopbaanonderbreking Voldoe je aan bepaalde anciënniteitsvoorwaarden, dan kan je je beroepsloopbaan geheel of gedeeltelijk onderbreken voor minimum 3 maanden en maximum 1 jaar en ontvang je een onderbrekingsuitkering. Naast dit algemeen recht op tijdskrediet bestaat er een specifiek tijdskrediet van maximum 36 maanden dat je kan aanwenden om een opleiding te volgen die aan bepaalde voorwaarden voldoet. Tijdskrediet vraag je aan bij je werkgever en de onderbrekingsvergoeding ter vervanging van je loon bij de RVA. Onder bepaalde voorwaarden kan je ook een aanmoedigingspremie van de Vlaamse overheid aanvragen. Meer informatie: bij je vakbond bij je werkgever www.rva.be www.werk.be/wn/aanmoedigingspremies 2 Betaald Educatief Verlof Ben je voltijds of deeltijds (onder bepaalde voorwaarden) werknemer in de privé-sector, dan heb je recht op Betaald Educatief Verlof (BEV) voor het volgen van bepaalde erkende opleidingen (die niet noodzakelijk verband houden met je werk). Het maximum aantal uren BEV ligt tussen 80 en 120 uren per jaar (afhankelijk van de opleiding). Enkel effectief gevolgde lesuren geven recht op BEV. Bachelor- en masteropleidingen (ook aanvullende opleidingen in het hoger onderwijs) die je volgt met een diplomacontract komen enkel in aanmerking als ze na 16u00 of in het weekend worden gegeven (hierop zijn enkele uitzonderingen). Ben je ingeschreven met een examencontract met het oog op het behalen van een diploma, dan heb je recht op BEV gelijk aan driemaal de wekelijkse arbeidsduur. 47

9 studeren met... Ben je ingeschreven met een examencontract met het oog op het behalen van credits dan heb je geen recht op BEV. Ben je ingeschreven met een creditcontract dan heb je geen recht op BEV. Je loon blijft behouden (begrensd tot een bruto maandloon van 2 653). Je afwezigheden op het werk moet je plannen met je werkgever en worden opgenomen tussen de datum van de aanvang van je opleiding en de datum van je laatste examen van de 1ste zittijd. Enkel als je effectief deelneemt aan de examens van de 2de zittijd wordt deze periode verlengd tot het einde van deze 2de zittijd. BEV kan je gebruiken voor het volgen van lessen, uitoefenen van een niet-bezoldigde stage, om te studeren, deel te nemen aan examens, Meer informatie www.werk.belgie.be: Thema s > Verloven > Betaald educatief 3 Opleidingscheques verlof bij de sociale dienst van je onderwijsinstelling Ben je werknemer of ambtenaar en werk je in Vlaanderen of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dan kan je met opleidingscheques een erkende opleiding betalen. Alle opleidingen in het Vlaamse hoger onderwijs zijn erkend (ongeacht het aantal studiepunten, het soort contract en het tijdstip waarop de lessen doorgaan), met uitzondering van: de doctoraatsopleiding; opleidingen uit het studiegebied Audiovisuele en Beeldende Kunsten (maar toegepaste grafiek en bouwkundig tekenen zijn wél erkend). Per kalenderjaar kan je voor maximum 250 cheques bij de VDAB bestellen, je betaalt hiervoor slechts de helft. Met de cheques kan je enkel de rechtstreekse studiekosten aan je onderwijsinstelling betalen (bv. studiegeld, boeken, cursussen, ). 48

Je kan de cheques tot 2 maanden na de start van je opleiding aanvragen en ze blijven 14 maanden geldig. Boeken en cursussen, aangekocht bij je onderwijsinstelling, kan je op een later tijdstip met opleidingscheques betalen op voorwaarde dat de datum van aankoop op de cheques wordt vermeld (dus niet de datum van de start van je opleiding). Heb je nog geen diploma hoger onderwijs en volg je een opleiding die langer dan 1 jaar duurt en heb je voor meer dan 250 studiekosten dan kan je elk kalenderjaar een extra tegemoetkoming bij de VDAB aanvragen. Volgende opleidingen komen in aanmerking: studies die leiden tot een bachelordiploma; studies in het hoger onderwijs ingericht door centra voor volwassenonderwijs; de specifieke lerarenopleiding. Meer informatie: www.vdab.be/opleidingscheques op het gratis telefoonnummer 0800 30 700 (elke werkdag van 8u00 tot 20u00) 4 Alternatieve fondsen Naast de studietoelagen van de Vlaamse overheid bestaan er nog studiebeurzen en studieleningen van andere organisaties. Meer informatie vind je op www.centenvoorstudenten.be 5 Tegemoetkomingen voor studenten met een functiebeperking Als student met een functiebeperking kan je beroep doen op een aantal faciliteiten en tegemoetkomingen. Vraag bij de sociale dienst van je onderwijsinstelling na wie hiervoor je aanspreekpunt is binnen je hogeschool of universiteit. 49