Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

[Ondertekenaar 1] [Ondertekenaar 2] [Ondertekenaar 3] [Ondertekenaar 4] Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

A8-0316/13

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. ingediend overeenkomstig artikel 123, lid 2, van het Reglement

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zittingsdocument B8-0221/2015 ONTWERPRESOLUTIE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

A8-0375/22. Luke Ming Flanagan, Paloma López Bermejo, Marina Albiol Guzmán, Ángela Vallina namens de GUE/NGL-Fractie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GEZAMENLIJK BESLUIT VAN DE EUROPESE COMMISSIE EN DE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE RAAD VAN EUROPA HOEDER VAN DE MENSENRECHTEN SAMENVATTING

Verslag van de bijeenkomst van het Gemengd Comité en de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken, 18 november 2016 te Brussel

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad tijdens de in hoofde genoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De verklaring van Bratislava

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 18 APRIL 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HAAGSE VERKLARING INZAKE GEMEENSCHAPPELIJKE PERSPECTIEVEN:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 8 mei 2015 Betreft Nederlandse inzet Top Oostelijk Partnerschap in Riga, 21 en 22 mei 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HET STRATEGISCH ORGAAN VAN DE EU

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zittingsdocument B8-0223/2015 ONTWERPRESOLUTIE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

6068/16 YEN/hw 1 DGG 1B

Datum 9 juni 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de registratie van jihadgangers en terugkeerders

Voor de delegaties gaan hierbij de conclusies van de Raad over Iran, die op 4 februari 2019 door de Raad zijn aangenomen.

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

8792/1/16 REV 1 dui/cle/as 1 DG G 2B

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DE LEGALITEIT VAN DE INTERNATIONAALRECHTELIJKE RECHTVAARDIGINGSGRONDEN VOOR DE WESTERSE INTERVENTIES IN SYRIË EN IRAK.

Benelux Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders.

PUBLIC. Brussel, 11 november 1999 (15.12) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11662/99 LIMITE OJ/CONS 52 JAI 84

Tweede Kamer der Staten-Generaal

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

Hierbij bied ik u aan de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 april 2015.

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken Procedurevergadering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJLAGE. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE EUROPESE RAAD EN DE RAAD

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2025(INI)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het conflict in Oekraïne: nieuwe breuklijn tussen Oost en West?

Zittingsdocument B8-0878/2015 ONTWERPRESOLUTIE

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2017/2050(INI)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken Nr. 1451 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26 januari 2015 Hierbij bied ik u aan het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 19 januari 2015. De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders kst-21501-02-1451 ISSN 0921-7371 s-gravenhage 2015 Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 21 501-02, nr. 1451 1

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 19 JANUARI 2015 Indonesië Bij aanvang van de Raad veroordeelde HV Mogherini de recente uitvoering van de doodstraf in Indonesië, in lijn met de verklaring die de HV op 15 januari 2015 uitgaf. De EU blijft tegenstander van de doodstraf en roept alle landen ter wereld op deze af te schaffen. De HV gaf aan dat de EU ook specifiek Indonesië oproept om alle geplande executies op te schorten en een moratorium op de tenuitvoerlegging van de doodstraf te overwegen, als eerste stap naar een volledige afschaffing van de doodstraf. Nederland gaf aan dat er nog meer executies gepland zijn. Ook om die reden was de verklaring van de HV van belang. De EU moet blijven aandringen op een moratorium als stap richting volledige afschaffing. HV Mogherini onderstreepte dit en gaf aan dat de EU zich in zal blijven zetten voor het wereldwijd afschaffen van deze wrede en onmenselijke straf, die bovendien geen afschrikwekkende werkign heeft en een onaanvaardbare ontkenning betekent van de menselijke waardigheid en integriteit. De HV condoleerde Nederland met de betreurenswaardige executie en betuigde haar solidariteit met ons land. Rusland Ministers spraken over de strategische relaties tussen de EU en Rusland, het centrale thema van deze RBZ, mede ter voorbereiding van de discussie op de Europese Raad van maart a.s. HV Mogherini benadrukte dat dit debat niet tot doel had het Europese beleid aan te passen, maar te bezien op welke wijze de EU effectiever kan opereren richting Rusland, mede met het oog op een vreedzame oplossing van het conflict in Oekraïne. Situatie in Oekraïne De Raad besprak de situatie in Oekraïne, mede in het licht van de recente gewelddadigheden waaronder rondom het vliegveld van Donetsk. Sinds de laatste RBZ kwam de trilaterale contactgroep (bestaande uit Oekraïne, Rusland en separatisten, onder leiding van de OVSE) op 24 december jl. bijeen in Minsk en werd overeenstemming bereikt over uitwisseling van gevangenen op 26 december jl. Dit was een van de punten uit de Minsk-Akkoorden. Ook is er sprake van een intensivering van de contacten in het Normandië formaat (d.w.z. Oekraïne, Rusland, Duitsland en Frankrijk) over het conflict in Oost-Oekraïne, mogelijk uitmondend in een overleg tussen de desbetreffende partijen in Astana op 15 januari a.s. Tegelijkertijd deelden de Ministers de analyse dat er nog onvoldoende voortgang is geboekt ten aanzien van de implementatie van de Minskakkoorden, vooral ten aanzien van cruciale onderdelen zoals afspraken over een demarcatielijn, staakt-het-vuren en effectieve grensmonitoring. Zij achtten het van belang te blijven zoeken naar een vreedzame, politieke oplossing van het conflict. Via overleg in de daartoe beschikbare fora (zoals het Normandië-formaat) zou toegewerkt moeten worden naar een Top tussen betrokken regeringsleiders in Astana. Hiertoe zou dient voldoende voortgang te worden geboekt op de Minsk-afspraken om ervoor zorg te dragen dat een dergelijke Top daadwerkelijke resultaten kan opleveren. Een aantal Ministers benadrukte het belang om een manier te vinden om ook separatistische groepen te blijven betrekken bij de dialoog, zonder deze te erkennen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 21 501-02, nr. 1451 2

Sancties Ministers benadrukten het belang van EU-eenheid en coördinatie richting Rusland. Tot nu toe is de EU gecoördineerd opgetrokken richting Rusland en is het Rusland niet gelukt EU-lidstaten tegen elkaar uit te spelen. De Ministers waren, net als Nederland, van mening dat er gelet op de huidige omstandigheden geen reden was het sanctieregime aan te passen. Aanpassing van het sanctieregime blijft verbonden aan concrete voorwaarden, waarbij voortgang op de Minsk-afspraken centraal staat. Een aantal lidstaten wees hierbij op de economische omstandigheden in Rusland. Ook wezen lidstaten erop dat de sancties geen doel op zichzelf zijn, maar bijdragen aan het beleid van de EU om te komen tot een politieke oplossing van het conflict. Ten aanzien van de sancties die door de EU zijn opgelegd vanwege de illegale annexatie van de Krim werd benadrukt dat zolang niet aan de voorwaarden is voldaan er geen reden was deze aan te passen. Met betrekking tot de annexatie van de Krim blijft de EU een niet-erkenningsbeleid voeren. Dialoog Ministers deelden de visie dat dialoog met Rusland om tot een oplossing voor het conflict in Oost-Oekraïne te komen onontbeerlijk is. Ministers waren het erover eens dat zonder concrete vooruitgang ten aanzien van de implementatie van de Minsk-afspraken er geen sprake kon zijn van «business as usual» met Rusland. Van intensivering van de relaties tussen de EU en Rusland of het herstarten van stilgelegde sectorale overlegfora en dialogen kon geen sprake zijn. Ten aanzien van overleg en dialoog over mondiale aangelegenheden of conflicten, zoals klimaatverandering of de onderhandelingen met Iran, waren Ministers het erover eens dat Rusland een belangrijke speler is en dat de dialoog met Rusland over deze onderwerpen voortgezet moet worden. Compartimentalisering en differentiatie van de relaties was van belang. Nederland drong aan op het concreter uitwerken van deze benadering. Ook moest de EU in blijven investeren in dialoog over het versterken van contacten tussen de bevolkingen van de EU en Rusland. Nederland lichtte in dit verband de stand van zaken ten aanzien van de MH17 toe en benadrukte daarbij het belang van steun van zowel de EU als Rusland voor de verdere afhandeling hiervan. Ministers spraken ook over de Euraziatische Unie (EAU) en de wijze waarop de EU daarmee om zou moeten gaan. Het merendeel van de lidstaten gaf aan eerst meer duidelijkheid te willen hebben over de rechtsbasis, precieze aard en handelwijze van de EAU alvorens hierover een besluit kon worden genomen. Een aantal lidstaten benadrukte dat hierbij ook de positie van de EU ten aanzien van de landen van het Oostelijk partnerschap moest worden betrokken, inclusief de contractuele relaties tussen de EU en een aantal OP-landen. Strategische communicatie De Ministers spraken over het belang om Russische propaganda tegen te gaan en als EU meer in te zetten op het ondersteunen van de verspreiding van correcte informatie door betrouwbare medianetwerken. Stappen die daarbij gezet kunnen worden zijn het verkrijgen van beter inzicht in het Russische medialandschap, het beter gebruik maken van bestaande, betrouwbare mediakanalen en het ondersteunen van betrouwbare Russische mediakanalen en journalisten. Ministers ondersteunden deze aanpak, maar tekenden daarbij aan dat vermeden moet worden dat de EU zelf aan propaganda doet. HV Mogherini gaf aan dat op basis van deze Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 21 501-02, nr. 1451 3

discussie het punt van strategische communicatie verder zal worden uitgewerkt ter voorbereiding van een volgende Raad. Terrorismebestrijding Naar aanleiding van de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs op 7 januari jl., besprak de Raad de externe aspecten van terrorismebestrijding en de rol die de EU daarin kan spelen. Daarbij werd meerdere malen de samenhang van de interne en externe dimensie van veiligheidsbeleid onderstreept. Commissaris Avrampolous gaf aan dat de EU reeds actief is op het gebied van terrorismebestrijding en verwees daarbij onder meer naar implementatie van de in oktober jl. aangenomen EU-strategie ten aanzien van contraterrorisme / buitenlandse strijders m.b.t. Syrië, Irak en ISIS. Verdere maatregelen zijn noodzakelijk om de veiligheid van burgers te waarborgen: onder meer snelle aanname van de EU Passenger Name Record (PNR) richtlijn, het ontwikkelen van activiteiten op het terrein van circulatie van illegale wapens, de preventie van radicalisering en sterke verbetering van de uitwisseling van informatie. Ook benadrukte hij het belang van samenwerking met derde landen, zoals de VS, Canada, Australië en China. Vervolgens gaf de Commissaris kort een overzicht van activiteiten die al worden ontwikkeld, waaronder de versterking van de controles aan buitengrenzen, de mogelijkheden van het opzetten van Joint Investigation Teams, voorstellen voor de verbetering van informatieuitwisseling en de preventie van radicalisering, waarbij het Radicalisation and Awareness Network een belangrijke rol speelt. De EU Coördinator voor Contraterrorisme Gilles de Kerkhove ondersteunde de voorstellen van de Hoge Vertegenwoordiger en noemde als belangrijkste punten: de diversiteit en ernst van de dreiging, de vergroting van de dreiging door onder andere failed states en de gevolgen van de Arabische Lente. Ook drong hij aan op politieke betrokkenheid van belangrijke spelers in de moslimwereld, waaronder Turkije. De EU zou ook financiële steun kunnen bieden aan projecten in landen in de Arabische regio die gewelddadig extremisme tegengaan. Communicatie met de Arabische wereld en het ontwikkelen van een duidelijke EU-boodschap was van groot belang. De Franse Minister van Buitenlandse Zaken sprak zijn erkentelijkheid uit voor alle EU-steun en aanwezigheid bij de protestmars op 17 januari jl. Verschillende Ministers, waaronder de Nederlandse, hielden een pleidooi voor bescherming van de fundamentele vrijheden, waarden en normen. Vrijheid van meningsuiting vormde hiervan een belangrijk onderdeel; de grenzen hiervan worden uitsluitend door de wet bepaald. Tevens werd benadrukt dat islamofobie moet worden voorkomen. Veel Ministers noemden in hun interventies de aandacht voor preventie van radicalisering en communicatie. Informatie-uitwisseling werd genoemd als belangrijk aandachtspunt, alsook de bestrijding van de financiering van terrorisme, de snelle aanname van de EU PNR-richtlijn. Ook moest er meer aandacht zijn voor de economische situatie in landen in de Arabische regio. Steun voor projecten ter bestrijding van gewelddadig extremisme was daarom van belang bij de aanpak van root causes en het belang van samenwerking met derde landen. Turkije werd in dit verband als belangrijke partner genoemd. Nederland gaf aan dat regionale strategieën een goed instrument kunnen zijn om de problematiek op een geïntegreerde wijze aan te pakken, in samenhang met andere multilaterale fora zoals het Global Counter Terrorism Forum. Het geweld van andere organisaties als Boko Haram in Noord-Nigeria zijn uitingen van een bredere internationale en regionale dreiging die daarin meegenomen moet worden. Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 21 501-02, nr. 1451 4

In haar conclusie gaf HV Mogherini aan dat naast het openbaar maken van (delen van) de contraterrorismestrategie de volgende acties in gang zullen worden gezet: goede coördinatie tussen interne en externe veiligheidsaspecten waaronder het «mainstreamen» van terrorismebestrijding in het buitenlandbeleid, de verbetering van samenwerking en communicatie met Arabische landen, het vergroten van het aantal experts op het gebied van veiligheid bij EU-delegaties, meer aandacht voor preventie van radicalisering en voor de bestrijding van financiering van terrorisme, de verbetering van uitwisseling van informatie op alle niveaus en de versterking van de controles aan de buitengrenzen. Tot slot werd een verklaring aangekomen die op initiatief van Nederland was opgesteld en waarin het geweld door Boko Haram in het noorden van Nigeria in sterke bewoordingen werd veroordeeld. De regionale problematiek van Boko Haram zal spoedig op de RBZ worden geagendeerd. Bijeenkomst met SG Arabische Liga In een informele lunchbijeenkomst met de secretaris-generaal van de Arabische Liga, Nabil El-Araby, werd ingegaan op een aantal regionale kwesties, waaronder de situatie in Libië, het MOVP, en Syrië. Ook werd stilgestaan bij terrorisme en buitenlandse strijders. El-Araby gaf aan dat ook de Arabische Ministers terrorisme veroordelen en dat religie geen rechtvaardiging kan vormen voor geweld, zoals bij de aanslag in Parijs. Op basis van het debat met de EU-Ministers concludeerde HV Mogherini dat het van belang is de samenwerking tussen de EU en de Arabische Liga te versterken, op zowel politiek als op ambtelijk niveau, om de gemeenschappelijke uitdagingen te adresseren. Na de lunch ondertekenden de HV Mogherini en de SG El-Araby een Memorandum of Understanding om de samenwerking tussen EDEO en de Arabische Liga verder invulling te geven. Klimaatverandering Na een korte inleiding van Commissaris Cañete nam de Raad het Actieplan Klimaatdiplomatie aan. Met het oog op het behalen van een ambitieus akkoord in Parijs is het de inzet om als EU en lidstaten georkestreerd op te treden in aanloop naar COP21 in Parijs in december dit jaar. HV Mogherini zegde toe waar nodig de politieke uitdagingen op weg naar Parijs op de RBZ te zullen agenderen. Zij onderstreepte dat het actieplan een «levend instrument» is dat Ministers voortdurend zullen evalueren en indien nodig aan zullen passen. Libië Wegens tijdgebrek is het onderwerp Libië niet aan de orde gekomen tijdens de RBZ. Het onderwerp zal bij een eerstvolgende RBZ worden opgepakt. EUTM Somalië Langs deze weg maakt het kabinet van de gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren over het besluit de Nederlandse bijdrage van maximaal 10 functionarissen aan EUCAP Nestor, de regionale maritieme capaciteitsopbouwmissie van de EU in de Hoorn van Afrika, te verlengen tot eind 2016, conform de looptijd van het EU-mandaat voor de missie. Nederland neemt sinds juli 2013 deel aan deze missie. Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 21 501-02, nr. 1451 5

Centraal Afrikaanse Republiek Tevens wordt van deze gelegenheid gebruik gemaakt uw Kamer te informeren over het besluit van de RBZ de EU-operatie Military Assistance Mission in de Centraal Afrikaanse Republiek (EUMAM CAR) op te richten als opvolger van EUFOR CAR, die op 15 maart a.s. eindigt. EUMAM CAR heeft een mandaat voor 1 jaar en een omvang van ongeveer 50 personen. Hoofddoel van deze missie is het ondersteunen van de militaire autoriteiten bij het SSR-proces, dat zal starten na verkiezingen (voorzien voor juni-juli 2015). Het kabinet is niet voornemens een bijdrage te leveren aan EUMAM CAR. Wel zal Nederland zijn verplichtingen aangaande de vulling van de Command and Control structuren van EU-missies nakomen, net als nu ook al het geval is met EUFOR CAR. Dat betekent dat Nederland, indien nodig, gevraagd kan worden maximaal 5 stafposities te vervullen. Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, 21 501-02, nr. 1451 6