werken aan zuiver water WERKBLAD VOOR DE LEERLING Aquafin - leerpakket NIVEAU 1 - MEERKEUZEVRAGEN 1. Hoeveel water gebruikt de Vlaming gemiddeld per dag? l 1. 120 liter l 2. 80 liter l 3. 200 liter 2. Een gemengde riool verzamelt: l 1. huishoudelijk en industrieel afvalwater l 2. afvalwater en regenwater l 3. oppervlaktewater en regenwater 3. Wanneer werkt een overstort? l 1. als de RWZI defect is l 2. als het water te vuil is l 3. bij hevige regenval 4. Welke verontreinigende stoffen worden bij de mechanische zuivering uit het afvalwater verwijderd? l 1. nutriënten l 2. slib 8. Welke zuiveringstechniek wordt vaak gebruikt voor de zuivering van het afvalwater van kleine woonkernen? l 1. een IBA l 2. een KWZI l 3. een RWZI 9. Het slibvolume is best: l 1. zo klein mogelijk l 2. zo groot mogelijk l 3. het volume speelt geen rol 10. Restjes verf en bijtende producten: l 1. mogen in de gootsteen l 2. mogen in het rioolputje l 3. breng je naar het containerpark 11. Wie controleert de kwaliteit van het oppervlaktewater? l 1. de steden en gemeenten l 2. de Vlaamse Milieumaatschappij l 3. Aquafin 5. Welke verontreinigende stoffen worden in het beluchtingsbekken uit het afvalwater verwijderd? l 1. slib l 2. organische stoffen 12. Wat betekent het begrip inwonersequivalent (IE)? l 1. het dagelijks waterverbruik per inwoner l 2. de hoeveelheid afvalwater van één persoon per dag l 3. het gemiddeld aantal inwoners per gemeente in Vlaanderen 6. De zuivering van organische stoffen gebeurt door middel van: l 1. roosters l 2. bacteriën en zuurstof l 3. scheikundige stoffen 13. Plaats onderstaande afbeeldingen in de juiste volgorde 7. Waar komt het gezuiverde water uit de RWZI terecht? l 1. in flessen als drinkwater l 2. in de riool l 3. in een beek of rivier Nabezinktank Beluchtingsbekken Influentvijzels
WERKBLAD VOOR DE LEERLING NIVEAU 2 - OPEN VRAGEN 1. Wat is het verschil tussen een gemengd en een gescheiden rioleringsstelsel? 9. Geef twee voorbeelden van nuttig hergebruik van gezuiverd afvalwater. a. b. 2. Waarvoor dient een overstort? 10. Waarom mag er geen olie in de afvoer? 3. Uit welke onderdelen bestaat de mechanische zuivering in de bezochte RWZI? 11. Los het kruiswoordraadsel op. Als alle antwoorden correct zijn, verschijnt in de blauwe verticale kolom de kernactiviteit van Aquafin. 4. Waarom is beluchting nodig? 5. Leg uit hoe het zuiveringsproces in het beluchtingsbekken het zelfreinigend vermogen van een beek nabootst. 6. Wat gebeurt er in de nabezinktank? 7. Waarom wordt het sliboverschot nog verder behandeld? 8. Noem twee bestemmingen waarvoor het behandelde slib nog kan dienen. a. b. 1. afkorting van rioolwaterzuiveringsinstallatie 2. haalt zand uit het water 3. halen grofvuil uit het water 4. haalt vet uit het water 5. eten het vuil op 6. schroeven die water oppompen 7. lucht toevoegen aan water 8. verwerkingsproces voor slib 9. blikjes, papier, bladeren, 10. gezuiverd water 11. treedt in werking bij hevige regen 12. wordt gemengd met het vuile water 13. hierin bezinkt het slib 14. verwerkingsproces voor slib 1 2 V 3 R 4 V 5 B 6 L 7 B T 8 G S G 9 R V 10 F F 11 S 12 S 13 B K 14 D R G VU: Sabine Schellens, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar
werken aan zuiver water HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHT Aquafin - leerpakket Deze Handleiding voor de leerkracht maakt deel uit van het Aquafin-leerpakket dat verder bestaat uit de brochure Rioolwater zuiveren voor schone waterlopen en een werkblad voor leerlingen bij hun bezoek aan een rioolwater zuiverings installatie (RWZI). INFORMATIEBROCHURE RIOOLWATER ZUIVEREN VOOR SCHONE WATERLOPEN Deze brochure beschrijft de oorzaken en de gevolgen van de verontreiniging van het oppervlaktewater. Daarnaast schetst ze hoe Aquafin in opdracht van het Vlaamse Gewest de water - zuivering in Vlaanderen aanpakt. De verschillende stappen van het waterzuiveringsproces en de slibverwerking komen uitvoerig aan bod. Maar ook het bredere kader van integraal waterbeleid en de rol van Aquafin worden belicht. WERKBLAD VOOR LEERLINGEN BIJ HET BEZOEK AAN EEN RWZI Het werkblad voor leerlingen is bedoeld als een hulpmiddel om de opgedane kennis tijdens de rondleiding in een RWZI te structureren. De ervaring leert dat het best achteraf in de klas gebruikt wordt. Het bevat een reeks meerkeuzevragen en een reeks open vragen voor respectievelijk niveau 1 (12 en 13 jaar) en niveau 2 (vanaf 13 jaar). De vragenlijst wordt afgesloten met een kruiswoordraadsel waarin enkele veelgebruikte termen uit de waterzuivering zijn opgenomen. NOG EEN TIP: Aquafin beschikt over enkele educatieve posters en een stripverhaal 'De Rioolrace' die u kan aanvragen via info@aquafin.be. Deze kunnen gebruikt worden als ondersteunend lesmateriaal in de klas.
HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHT NIVEAU 1 - MEERKEUZEVRAGEN 1. Hoeveel water gebruikt de Vlaming gemiddeld per dag? l 1. 120 liter l 2. 80 liter l 3. 200 liter 9. Welke zuiveringstechniek wordt vaak gebruikt voor de zuivering van het afvalwater van kleine woonkernen? l 1. een IBA l 2. een KWZI l 3. een RWZI 2. Een gemengde riool verzamelt: l 1. huishoudelijk en industrieel afvalwater l 2. afvalwater en regenwater l 3. oppervlaktewater en regenwater 10. Het slibvolume is best: l 1. zo klein mogelijk l 2. zo groot mogelijk l 3. het volume speelt geen rol 3. Wanneer werkt een overstort? l 1. als de RWZI defect is l 2. als het water te vuil is l 3. bij hevige regenval 11. Restjes verf en bijtende producten: l 1. mogen in de gootsteen l 2. mogen in het rioolputje l 3. breng je naar het containerpark 5. Welke verontreinigende stoffen worden bij de mechanische zuivering uit het afvalwater verwijderd? l 1. nutriënten l 2. slib 12. Wie controleert de kwaliteit van het oppervlaktewater? l 1. de steden en gemeenten l 2. de Vlaamse Milieumaatschappij l 3. Aquafin 6. Welke verontreinigende stoffen worden in het beluchtingsbekken uit het afvalwater verwijderd? l 1. slib l 2. organische stoffen 13. Wat betekent het begrip inwonersequivalent (IE)? l 1. het dagelijks waterverbruik per inwoner l 2. de hoeveelheid afvalwater van één persoon per dag l 3. het gemiddeld aantal inwoners per gemeente in Vlaanderen 7. De zuivering van organische stoffen gebeurt door middel van: l 1. roosters l 2. bacteriën en zuurstof l 3. scheikundige stoffen 14. Plaats onderstaande afbeeldingen in de juiste volgorde 3 2 1 8. Waar komt het gezuiverde water uit de RWZI terecht? l 1. in flessen als drinkwater l 2. in de riool l 3. in een beek of rivier Nabezinktank Beluchtingsbekken Influentvijzels
HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHT NIVEAU 2 - OPEN VRAGEN 1. Wat is het verschil tussen een gemengd en een gescheiden rioleringsstelsel? Bij een gemengd rioleringsstelsel worden regenwater en afvalwater samen door één buis afgevoerd. Een gescheiden rioleringsstelsel voorziet twee aparte buizen voor de afvoer van afvalwater en regenwater. 7. Waarom wordt het sliboverschot nog verder behandeld? Het overtollige slib bestaat voor 99% uit water. Een doorgedreven ontwatering verhoogt het drogestof - gehalte van het slib aanzienlijk. Door behandeling verkleint het slibvolume en is het gemakkelijker om het te vervoeren en te verwerken. 2. Waarvoor dient een overstort? Om het overtollige water bij hevige regen naar de waterloop te leiden, zodat de kans op wateroverlast vermindert. 3. Uit welke onderdelen bestaat de mechanische zuivering in de bezochte RWZI? Afhankelijk van de RWZI: grofrooster fijnrooster zandvanger vetvanger 4. Waarom is beluchting nodig? Om zuurstof in het slib-watermengsel te brengen. De bacteriën hebben dit nodig voor de afbraak van het organisch materiaal in het rioolwater tot koolstofdioxide, stikstofgas en water. 5. Leg uit hoe het zuiveringsproces in het beluchtingsbekken het zelfreinigend vermogen van een beek nabootst. In een beek staan de van nature voorkomende bacteriën in voor de afbraak van verontreinigende stoffen. Met behulp van zuurstof breken zij de organische stoffen af tot koolstofdioxide, stikstofgas en water. Dit zelfreinigend vermogen wordt in het beluchtingsbekken nagebootst (actief slib + zuurstof), weliswaar in een versneld tempo. 8. Noem twee bestemmingen waarvoor het behandelde slib nog kan dienen. Sedert enkele jaren wordt geen slib meer gestort. Het teveel aan slib wordt tegenwoordig opgewerkt tot een soort kunstklei waarmee stortplaatsen kunnen worden afgedekt. Verder vindt gedroogd slib een tweede leven als co-brandstof in elektriciteitscentrales en cementovens. Ontwaterd slib kan dan weer verbrand worden met energierecuperatie, waarbij de vrijgekomen warmte fungeert als energiebron. Na verbranding blijft ongeveer 1/3 van het slib als vliegassen over, die dan weer gebruikt worden in de asfaltindustrie. 9. Geef twee voorbeelden van nuttig hergebruik van gezuiverd afvalwater. a. Besproeiing b. Tankcleaning 10. Waarom mag er geen olie in de afvoer? Olie en vetten veroorzaken aanslibbing en verstopping van de waterafvoer. 6. Wat gebeurt er in de nabezinktank? Een troebel mengsel van slib en water komt toe in de nabezinktank. Daar bezinkt het slib, mits een voldoende lange verblijftijd en een rustige stroming. Het gezuiverde water (effluent) stort langzaam over om via een meet - installatie in de beek te belanden. Het slib wordt via een schraper op de bodem van de nabezinktank naar een centrale put geleid.
HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHT 11. Los het kruiswoordraadsel op. Als alle antwoorden correct zijn, verschijnt in de blauwe verticale kolom de kernactiviteit van Aquafin. 1. afkorting van rioolwaterzuiveringsinstallatie 2. haalt zand uit het water 3. halen grofvuil uit het water 4. haalt vet uit het water 5. eten het vuil op 6. schroeven die water oppompen 7. lucht toevoegen aan water 8. verwerkingsproces voor slib 9. blikjes, papier, bladeren, 10. gezuiverd water 11. treedt in werking bij hevige regen 12. wordt gemengd met het vuile water 13. hierin bezinkt het slib 14. verwerkingsproces voor slib 1 R W Z I 2 Z A N D V A N G E R 3 R O O S T E R S 4 V E T V A N G E R 5 B A C T E R I Ë N 6 V IJ Z E L S 7 B E L U C H T E N 8 G I S T I N G 9 G R O F V U I L 10 E F F L U E N T 11 O V E R S T O R T 12 S L I B 13 N A B E Z I N K T A N K 14 D R O G I N G Aquafin zet de deuren van enkele rioolwaterzuiverings - installaties open voor groepsbezoeken tijdens werkdagen van 8.00 tot 15.00 uur. De rondleiding door een ervaren gids duurt gemiddeld 2 uur en de minimum leeftijd van de deelnemers is 12 jaar (minimum vijfde leerjaar). Een bezoek is gratis en wordt bij voorkeur één maand vooraf aangevraagd via e-mail: rondleiding@aquafin.be of schriftelijk, gericht naar Aquafin-onthaal, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar. Op www.aquafin.be staat een overzicht met de installaties waar groepsbezoeken mogelijk zijn. U vindt er ook alle praktische informatie over de rondleidingen. VU: Sabine Schellens, Dijkstraat 8, 2630 Aartselaar