CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD



Vergelijkbare documenten
CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD

JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD 2014

CENTRA VOORTPLANTINGS TECHNIEKEN PAARD

JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD 2017

Vlaanderen is landbouw & visserij JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGSTECHNIEKEN PAARD 2016 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

Vlaanderen is landbouw & visserij JAARRAPPORT CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

Centra voor spermawinning, inseminatie en embryotransplantatie bij paarden - Overzicht

Jaarrapport 2010 CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD. Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Handel in levende producten van rundvee

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Handel in levende producten van rundvee

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

De rol van de Vlaamse overheid in fokkerij. Vlaamse Fokkerijdag 2018

Activiteit : het winnen, behandelen, bewaren en de opslag van paardensperma bestemd voor het intracommunautair handelsverkeer.

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Europese Verordening Fokkerij

Erkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor paardachtigen, actief in het handelsverkeer

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Erkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor schapen en geiten, actief in het handelsverkeer

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Gearchiveerd op 03/01/2013

Infovergadering fokkerijbesluit. Welkom

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Erkenningsvoorwaarden voor spermacentra voor paarden VANAF 01/09/2010

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Erkenningsvoorwaarden voor embryoteams en embryoproductieteams voor paarden VANAF 01/09/2010

Dank aan Willy Van Gastel, Eveline De Vidts en An De Praeter

Dit rapport wordt u aangeboden door: Uitgever

COMMISSIE. (Voor de EER relevante tekst) (2009/712/EG)

SPERMACENTRA VARKENS. Jaarrapport Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

19 MAART Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren - BS 7 mei 2010

Gelet op het koninklijk besluit van 25 mei 1992 betreffende de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de handel in rasdieren;

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Hoe gaan. daarmee om? (OP)FOKKERS. Veranderde btw-tarieven voor paardenhouderij

Gearchiveerd op 01/07/2015

SUBSIDIEMAATREGEL ZORGBOERDERIJEN JAAROVERZICHT 2016

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

KONINKRIJK BELGIË ADVIES /3 VAN 12 JANUARI 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE

SPERMACENTRA VARKENS RAPPORT Vlaanderen is landbouw & visserij DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/717 VAN DE COMMISSIE

2. Hoeveel ondernemingen werden in de eerste negen maanden van 2014 erkend door de RVA? Graag een overzicht per provincie.

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Arbeidsmarkt Onderwijs

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

ZIEKTE VAN NEWCASTLE. Toelating voor non-commerciële verzamelingen voor hobbykwekers van pluimvee

Arbeidsmarkt Onderwijs

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

KWPN-directeur Johan Knaap nam TOEGELICHT. VERENIGING Rondetafelgesprek De impact van nieuwe voortplantingstechnieken

Arbeidsmarkt Onderwijs

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

SUBSIDIEMAATREGEL ZORGBOERDERIJEN. Vlaanderen is landbouw & visserij DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ JAAROVERZICHT 2015

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Sectoranalyse Horeca 2012

nr. 46 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 14 oktober 2014 aan PHILIPPE MUYTERS Dienstencheques - Gebruikers

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Deze vorm van begeleiding is beperkt in tijd (3 jaar), maar niet in het aantal begeleidingen.

Ontwikkeling leerlingaantallen

Genetische diversiteit in de Gelderse paarden populatie

Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten, Wijziging Regeling rundersperma en Wijziging Regeling tarieven

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Arbeidsmarkt Onderwijs

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

B A S I S O N D E R W I J S

Definitieve resultaten eindejaarscontroles

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

RICHTLIJN 2008/73/EG VAN DE RAAD

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

Feitenfiche gemeentelijke verordeningen

Arbeidsmarkt Onderwijs

De aanvrager van de renovatiepremie moet voldoen aan een aantal voorwaarden m.b.t.: - inkomen; - woning; - eigendom; - facturen; - aantal aanvragen.

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Peter Daels Bevruchting van de merrie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

BISNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Invoegbedrijven. Maatregel. De begunstigden en bestedingen

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Arbeidsmarkt Onderwijs

STUDIE. Faillissementen februari 2017

b) Zo ja, hoeveel en om welke reden? Graag een opsplitsing van de cijfers per provincie.

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek

S E C U N D A I R O N D E R W I J S in beeld

ALGEMENE DEKVOORWAARDEN BOND VAN KWPN HENGSTENHOUDERS NEDERLAND

Arbeidsmarkt Onderwijs

Transcriptie:

Jaarrapport CENTRA VOORTPLANTINGS- TECHNIEKEN PAARD Jaarrapport 2013 Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij

CENTRA VOORTPLANTINGSTECHNIEKEN PAARD JAARRAPPORT 2013 Entiteit: Departement Landbouw en Visserij Afdeling: Duurzame Landbouwontwikkeling Auteurs: Hanne Geenen Datum: 17/06/2014

COLOFON Samenstelling Entiteit: Departement Landbouw en Visserij Afdeling: Duurzame Landbouwontwikkeling Verantwoordelijke uitgever Jules Van Liefferinge, Secretaris-generaal Depotnummer D/2014/3241/198 Lay-out Carine Van Eeckhoudt, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Druk Vlaamse overheid Een digitale versie vindt u terug op www.vlaanderen.be/publicaties Aansprakelijkheidsbeperking Deze brochure werd door het Vlaams Gewest met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld. Er wordt evenwel geen enkele garantie gegeven omtrent de juistheid of de volledigheid van de informatie in deze brochure. De gebruiker van deze brochure ziet af van elke klacht tegen het Vlaams Gewest of zijn ambtenaren, van welke aard ook, met betrekking tot het gebruik van de via deze brochure beschikbaar gestelde informatie. In geen geval zal het Vlaams Gewest of zijn ambtenaren aansprakelijk gesteld kunnen worden voor eventuele nadelige gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van de via deze brochure beschikbaar gestelde informatie. De informatie uit deze uitgave mag worden overgenomen mits bronvermelding.

INHOUD INLEIDING RESULTATEN SEIZOEN 2013 1 INLEIDING... 1 1.1 Erkenning... 1 1.2 Blik op de toekomst... 2 2 ERKENDE CENTRA... 3 3 SPERMAWINNING... 5 3.1 Aantal ingezette hengsten... 5 3.2 Aantal dosissen sperma... 6 3.2.1 Vers sperma... 6 3.2.2 Diepvriessperma... 8 3.3 Verdeling per provincie... 9 3.4 Aantal actieve centra... 10 4 INSEMINATIE... 12 4.1 Aantal ingezette hengsten... 12 4.2 Aantal geïnsemineerde merries... 13 4.3 Verdeling per provincie... 14 4.4 Drachtigheidsresultaat... 15 5 EMBRYOTRANSPLANTATIE... 16 6 ROL VAN HET DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ... 17 6.1 Fokkerij - stamboekwerking... 17 6.2 Fokkerij centra voortplantingstechnieken paard... 17 BESLUIT... 18 FIGURENLIJST... 19 TABELLENLIJST... 20 BIJLAGEN... 21 BIJLAGE 1: LIGGING VAN DE ERKENDE CENTRA IN VLAANDEREN... 21

INLEIDING Het jaarrapport 2013 over de centra voor voortplantingstechnieken bij paarden bevat naar jaarlijkse gewoonte een aantal interessante kengetallen over de winning van sperma, de inseminatie van merries en embryotransplantatie tijdens het seizoen 2013. Om deze activiteiten te mogen uitvoeren, moet een centrum over de nodige erkenningen beschikken. Deze erkenningen worden afgeleverd door de Vlaamse overheid in het geval van nationale handel en door de federale én Vlaamse overheid in het geval van intracommunautaire handel. Op 31 december 2013 waren er 103 centra erkend bij de Vlaamse overheid voor één of meerdere activiteiten. Jaarlijks bezorgen deze centra in het voorjaar een overzicht van hun activiteiten met betrekking tot het voorgaande seizoen aan de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling. Deze gegevens worden verwerkt tot een jaarverslag en vergeleken met cijfers van voorgaande jaren. Het jaarverslag geeft waardevolle informatie over tendensen in de sector. De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling dankt de bedrijfsleiders van de centra voor het ter beschikking stellen van deze informatie. Carine Van Eeckhoudt wil ik bedanken voor de lay-out en de eindafwerking van deze brochure. Ir. Johan Verstrynge Afdelingshoofd Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

RESULTATEN SEIZOEN 2013 1 INLEIDING 1.1 Erkenning Het winnen, behandelen en/of bewaren van sperma, eicellen en embryo s, bestemd voor derden, mag uitsluitend uitgevoerd worden door centra die daartoe een erkenning hebben. Sinds 1 januari 2011 is het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 maart 2010 betreffende de organisatie van de fokkerij van voor de landbouw nuttige huisdieren van kracht. Dit besluit staat ook bekend als het Fokkerijbesluit. Het Fokkerijbesluit bepaalt in artikel 35 het volgende: Voor het winnen of opslaan van sperma, eicellen en embryo s van paardachtigen is een erkenning vereist met het oog op het in de handel brengen ervan onder de vorm van een verkoop, een bezit met het oog op verkoop, een aanbieding voor verkoop en iedere beschikbaarheidsstelling, levering of overdracht aan derden tegen of zonder vergoeding, met het oog op gebruik. De erkende centra mogen enkel sperma winnen, bewaren, insemineren of verhandelen van hengsten die door een erkende vereniging of organisatie van fokkers toegelaten zijn tot de voortplanting. Deze hengsten beschikken over dekcertificaten en hun nakomelingen kunnen ingeschreven worden in het stamboek van een erkende vereniging of organisatie van fokkers. De centra die sperma, eicellen of embryo s winnen die uitsluitend bestemd zijn voor de nationale handel, worden erkend door de Vlaamse overheid. Het Departement Landbouw en Visserij houdt toezicht op het vervullen van de erkenningsvoorwaarden. Deze voorwaarden hebben betrekking op: o o o infrastructuur en uitrusting waaraan het centrum moet voldoen; zoötechnische voorwaarden waaraan donorhengsten moeten beantwoorden; administratieve voorwaarden waaronder de productie en de handel van sperma, eicellen en embryo s moet gebeuren. De werking van deze centra wordt opgevolgd door de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van het Departement Landbouw en Visserij. De centra die sperma, eicellen of embryo s winnen, die bestemd zijn voor de intracommunautaire handel, worden zowel door de Vlaamse overheid erkend als door de federale overheid, meer bepaald door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). o o De Vlaamse overheid is in dit geval bevoegd voor de zoötechnische en administratieve voorwaarden. De federale overheid is bevoegd voor de voorwaarden betreffende infrastructuur en uitrusting van het centrum en de sanitaire aspecten waaraan donorhengsten en donormerries moeten voldoen. Ook de werking van deze centra wordt opgevolgd door de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van het Departement Landbouw en Visserij voor wat betreft het 1

zoötechnische en administratieve aspect. Het FAVV staat in voor de controles aangaande infrastructuur, uitrusting en sanitaire aspecten. Onderstaande tabel 1 geeft een overzicht van de activiteiten waarvoor een erkenning verleend wordt, samen met de bevoegde overheid. Tabel 1. Overzicht van te erkennen activiteiten en bevoegde overheid Activiteit Winning van sperma nationaal Opslag van sperma nationaal Winning van sperma intracommunautair Opslag van sperma intracommunautair Winning van embryo s nationaal Opslag van embryo s nationaal Winning van embryo s intracommunautair Opslag van embryo s intracommunautair Winning van eicellen nationaal Opslag van eicellen nationaal Winning van eicellen intracommunautair Opslag van eicellen intracommunautair Overheid die de erkenning verleent Vlaamse overheid Vlaamse overheid Vlaamse overheid + FAVV Vlaamse overheid + FAVV Vlaamse overheid Vlaamse overheid Vlaamse overheid + FAVV Vlaamse overheid + FAVV Vlaamse overheid Vlaamse overheid Vlaamse overheid + FAVV Vlaamse overheid + FAVV 1.2 Blik op de toekomst Momenteel is het FAVV op federaal niveau bezig met het uitwerken van een nieuw Koninklijk Besluit tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de handel en de invoer van sperma, eicellen en embryo s van paardachtigen en tot vaststelling van de voorschriften voor spermacentra, spermaopslagcentra, embryoteams en embryoproductieteams, net als de voorschriften voor als donor fungerende paardachtigen. Belangrijkste nieuwigheid aan dit Koninklijk Besluit zijn de bepalingen met betrekking tot de nationale handel. Dit betekent dat vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, ook de centra die sperma, eicellen of embryo s verhandelen voor de nationale handel, erkend zullen moeten zijn door het FAVV. Het FAVV zal dan voorwaarden opleggen in verband met de sanitaire aspecten waaraan de infrastructuur van het centrum en donordieren zullen moeten voldoen en de centra controleren op het naleven van deze voorwaarden. De erkening door het FAVV zal gepaard gaan met bijkomende kosten voor de nationale centra. De inwerkingtreding is momenteel voorzien op 1 januari 2015. 2

2 ERKENDE CENTRA In 2013 waren er in Vlaanderen 103 centra erkend waarop één of meerdere van de in tabel 1 vermelde activiteiten, werden uitgevoerd. Sinds 2009 is een duidelijke stagnatie in het aantal erkende centra (figuur 1). In vergelijking met 2012, hebben 4 centra hun activiteiten en bijhorende erkenning stopgezet in de loop van 2013 terwijl er 4 nieuwe centra zijn bijgekomen. 120 100 80 73 77 80 78 84 82 88 96 100 102 103 102 103 103 60 40 20 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Figuur 1. Evolutie van het aantal erkende centra in Vlaanderen Bijlage 1 geeft de ligging van de erkende centra weer. De centra liggen verspreid over de verschillende provincies waarbij Antwerpen het grootste aantal centra heeft en Vlaams-Brabant, samen met West-Vlaanderen het laagste aantal (figuur 2). 30 25 23 27 24 20 15 15 14 10 5 0 Limburg Antwerpen Oost Vlaanderen West Vlaanderen Vlaams Brabant Figuur 2. Verdeling van de erkende centra in Vlaanderen 3

Onderstaande tabel 2 geeft een overzicht van het aantal erkende activiteiten per provincie. Eenzelfde centrum kan een erkenning hebben voor verschillende activiteiten. Tabel 2. Overzicht van de erkende activiteiten per provincie Sperma Embryo Winning Opslag Winning Opslag Nat. IC Nat. IC Nat. IC Nat. IC Limburg 15 4 15 6 4 0 3 0 Antwerpen 23 2 24 2 2 1 2 1 Oost-Vlaanderen 16 4 18 5 4 1 4 1 West-Vlaanderen 4 7 6 8 5 2 5 2 Vlaams-Brabant 11 2 11 2 0 2 0 2 Er is bovendien in Vlaanderen 1 centrum erkend voor de winning en opslag van eicellen voor de intracommunautaire handel. 4

3 SPERMAWINNING Enkel sperma dat gewonnen wordt op een erkend centrum mag verhandeld worden en gebruikt worden voor inseminatie van merries van derden. Bovendien mag er op deze centra enkel sperma gewonnen worden van hengsten die door een erkend stamboek toegelaten zijn tot de voortplanting. 3.1 Aantal ingezette hengsten In 2013 waren er in totaal 307 actieve hengsten aanwezig op de centra voor spermawinning. Dit is een lichte stijging van 3,34% ten opzichte van 2012. In figuur 3 is te zien dat het aantal ingezette hengsten schommelt rond de 309. 340 333 320 300 292 315 297 307 280 260 240 220 200 2009 2010 2011 2012 2013 Aantal hengsten Gemiddeld aantal hengsten = 309 Figuur 3. Evolutie van het aantal hengsten waarvan sperma wordt gewonnen In de onderstaande figuur 4 wordt het aantal actieve hengsten getoond per type/ras. Het merendeel van de ingezette hengsten zijn rijpaarden. Dit zijn paarden die goedgekeurd zijn tot de voortplanting door stamboeken zoals Zangersheide (Z), Belgisch Warmbloedpaard (BWP), Belgisch Sportpaard (SBS), Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland (KWPN), Selle Français (SF), Holstein, Anglo European Studbook (AES) De term overige in figuur 4 omvat de rassen IJslander, Irish Cob, Paso peruano, Palomino en Quarter horse alsook enkele rijpony s. 5

4,56% 4,23% 7,17% 10,42% Rijpaard Arabier Draver Trekpaard overige 73,62% Figuur 4. Actieve hengsten aanwezig op de centra voor spermawinning, per type/ras Er werd op 60 centra sperma gewonnen van 329 hengsten. Dit aantal ligt hoger dan de hierboven vermelde 307 actieve hengsten omdat sommige hengsten naar meerdere centra gingen voor spermawinning. In de meeste gevallen gaat het hier over hengsten waarvan vers sperma op het thuiscentrum wordt gewonnen en die tussendoor of op het einde van het seizoen naar een gespecialiseerd centrum gaan voor de winning van diepvriessperma. 3.2 Aantal dosissen sperma Sinds 2011 wordt er een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het aantal dosissen vers sperma en het aantal rietjes diepvriessperma. Een dosis vers sperma is in principe die hoeveelheid vers sperma die nodig is om één merrie te insemineren met een goede kans op drachtigheid. In de praktijk komt één dosis vers sperma overeen met één buisje of tube waarin het sperma bewaard wordt. De dosis die nodig is om één merrie te insemineren met diepvriessperma, bestaat gewoonlijk uit een aantal rietjes diepvriessperma. Dit benodigde aantal wordt onder meer bepaald aan de hand van de kwaliteit van het sperma en de invriesbaarheid. Dit kan verschillen van hengst tot hengst en ook van dag tot dag. 3.2.1 Vers sperma In 2013 werden er 20.239 dosissen vers sperma gewonnen van 271 hengsten op de centra. Dit is vergelijkbaar met het aantal dosissen vers sperma dat in 2012 werd gewonnen (figuur 5). Aangezien er in totaal 307 actieve hengsten waren in 2013, betekent dit dat er van 36 hengsten uitsluitend diepvriessperma werd gewonnen. 6

35000 30000 25000 20000 31480 24522 24547 22349 19554 23450 25558 30613 28407 22794 19817 20239 15000 10000 5000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Dosissen vers sperma Gemiddelde = 24444 Figuur 5. Evolutie van het aantal gewonnen dosissen sperma Van het aantal geproduceerde verse dosissen werden er 5.769 dosissen gebruikt op de centra zelf en 8.557 dosissen werden verzonden naar buiten de centra (figuur 6). In vergelijking met 2012 is er, zoals de voorgaande jaren, een daling merkbaar in het aantal dosissen dat op de centra zelf gebruikt wordt voor inseminatie. Het aantal verzonden dosissen is dan weer licht gestegen in vergelijking met de periode 2010-2012. 25000 20000 15000 10000 9872 9424 10416 8680 7744 8093 8202 8960 8831 8317 6233 5769 5000 11087 8035 10040 9100 7751 7342 8798 8899 7800 7680 7956 8557 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 verzonden gebruikt Figuur 6. Evolutie van het aantal gebruikte en verzonden verse dosissen 7

3.2.2 Diepvriessperma In 2013 werden 28.869 rietjes diepvriessperma van 91 hengsten gewonnen om in te vriezen op 9 erkende centra. In vergelijking met 2012 werden er minder rietjes gewonnen maar wel van meer hengsten (figuur 7). Het winnen van diepvriessperma gebeurt veelal op gespecialiseerde centra die erkend zijn voor de winning en opslag van sperma voor de intracommunautaire handel. 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 2011 2012 2013 Aantal rietjes 21805 36341 28869 Aantal hengsten 94 74 91 Aantal centra 9 11 9 Figuur 7. Evolutie van het aantal gewonnen rietjes diepvriessperma Het grootste deel van de voorraad diepvriessperma dat aanwezig is op de centra wordt ofwel permanent bewaard op het centrum zelf, ofwel verzonden naar klanten. Slechts een kleine minderheid van het diepvriessperma wordt gebruikt voor inseminatie (figuur 8). 18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 2011 2012 2013 gebruikt 834 636 775 verzonden 8661 13992 14550 Figuur 8. Evolutie van het aantal verzonden en gebruikte rietjes 8

3.3 Verdeling per provincie Tabel 3 geeft het gemiddeld aantal gewonnen verse dosissen weer per centrum voor de verschillende provincies. Hierbij is enkel rekening gehouden met centra die in 2013 actief waren wat betreft spermawinning. In Limburg werd het hoogste aantal verse dosissen gewonnen per centrum, terwijl West-Vlaanderen het laagste aantal verse dosissen per centrum had. Tabel 3. Gemiddeld aantal gewonnen verse dosissen per centrum, per provincie Provincie Aantal centra Aantal gewonnen dosissen Gemiddeld Limburg 12 4.997 416,42 Antwerpen 18 5.794 321,89 Oost-Vlaanderen 16 6.062 378,88 West-Vlaanderen 7 1.379 197,00 Vlaams-Brabant 7 2.007 286,71 Gemiddeld: 337,30 Tabel 4 geeft de situatie weer voor het aantal rietjes diepvriessperma. Uit deze tabel 4 blijkt dat het grootste aantal rietjes gewonnen werd in Limburg. Tabel 4. Aantal gewonnen rietjes diepvriessperma per provincie Provincie Aantal gewonnen rietjes Limburg 11.891 Antwerpen 2.301 Oost-Vlaanderen 3.102 West-Vlaanderen 2.629 Vlaams-Brabant 8.946 9

3.4 Aantal actieve centra In vergelijking met de voorgaande jaren is het aantal niet-actieve centra duidelijk gestegen van gemiddeld 21,49% in de periode 2010-2012 naar 31,82% in 2013 (figuur 9). De niet-actieve centra zijn centra die een erkenning bezitten voor het winnen van sperma maar waar in het betreffende jaar geen sperma werd gewonnen. Aangezien het aantal hengsten licht gestegen is en het aantal actieve centra gedaald, betekent dit dat er sprake lijkt te zijn van een schaalvergroting. 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2010 2011 2012 2013 Aantal niet actieve centra 18 19 20 28 Aantal actieve centra 69 70 69 60 Percantage niet actieve centra 20,69 21,35 22,47 31,82 Figuur 9. Evolutie van het aantal erkende centra waar effectief sperma werd gewonnen Gemiddeld werd er op de centra sperma gewonnen van 5 hengsten. Er is echter veel variatie in het aantal hengsten per centrum (figuur 10). Zo zijn er 29 centra waar slechts 1 tot 2 hengsten langs kwamen voor spermawinning terwijl 3 centra sperma wonnen van meer dan 20 hengsten. 10

35 30 28 29 25 20 15 14 10 5 8 6 3 0 0 1 2 3 5 6 10 11 19 20 Aantal hengsten Aantal centra per klasse Figuur 10. Aantal centra per klasse Er waren 9 centra waar meer dan 10 hengsten langs kwamen voor spermawinning. Hiervan waren er 2 gelegen in Limburg, 3 in Antwerpen, 1 in Vlaams-Brabant en 3 in Oost-Vlaanderen. Deze 9 centra zijn verantwoordelijk voor 40,94% van het totale aantal gewonnen dosissen vers sperma terwijl 6 centra hiervan ook instonden voor 87,59% van het totale aantal gewonnen rietjes diepvriessperma. 11

4 INSEMINATIE Jaarlijks geven de erkende centra cijfers door met betrekking tot de inseminaties die uitgevoerd werden op hun centrum. Hierbij moet opgemerkt worden dat de inseminaties die uitgevoerd werden bij de merriehouders thuis, niet opgenomen zijn in de resultaten. 4.1 Aantal ingezette hengsten In 2013 werden er in totaal 619 verschillende hengsten ingezet op de centra, dit wil zeggen dat van deze hengsten merries geïnsemineerd werden op de centra. Deze hengsten waren niet allemaal fysiek aanwezig op de centra. Het aantal ingezette hengsten kent een dalende trend (figuur 11). 680 670 660 650 640 630 620 610 600 590 668 651 652 632 619 2009 2010 2011 2012 2013 Aantal hengsten Figuur 11. Evolutie van het aantal gebruikte hengsten In de onderstaande figuur 12 wordt het aantal ingezette hengsten getoond per type/ras. Het merendeel van de ingezette hengsten zijn rijpaarden zoals beschreven in paragraaf 2.3.1. De term overige in figuur 12 omvat de rassen Andalousiër, Palomino en Paso peruano. 12

3,55% 2,26% 0,65% 2,10% 8,24% 8,56% Rijpaard Arabier Draver Trekpaard Quarter Horse Pony 74,64% overige Figuur 12. Aantal ingezette hengsten per type/ras 4.2 Aantal geïnsemineerde merries Er werden in totaal 4.804 merries geïnsemineerd op erkende centra. Dit aantal is quasi gelijk aan het aantal geïnsemineerde merries in 2012 (figuur 13). Het aantal inseminaties lijkt bijgevolg te stagneren, na de dalende trend die zich vanaf 2008 doorzette. 8000 7000 6000 5826 6265 6219 6116 6263 6604 6703 6294 6011 5656 5000 4754 4804 4000 3000 2000 1000 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Aantal merries Gemiddelde = 5960 Lineair (Aantal merries) Figuur 13. Evolutie van het aantal geïnsemineerde merries 13

In 2013 werden er op 67 erkende centra merries geïnsemineerd, zodat er gemiddeld 72 merries per centrum werden geïnsemineerd. Ook hier is er veel variatie tussen de centra. In figuur 14 wordt het aantal centra weergegeven per klassegrootte. Veertig centra hadden minder dan 50 merries geïnsemineerd. Er waren 5 centra die meer dan 200 merries insemineerden. Op deze 5 centra werd 38,49% van het totale aantal merries geïnsemineerd. 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 40 36 10 7 5 3 2 0 1 49 50 99 100 149 150 199 200 399 399 Aantal merries Aantal centra per klasse Figuur 14. Aantal centra per klasse 4.3 Verdeling per provincie De verdeling van het aantal geïnsemineerde merries over de verschillende provincies is weergegeven in onderstaande figuur 15. Het grootste aantal inseminaties wordt uitgevoerd in Oost-Vlaanderen. 10,62% 19,17% Limburg 19,32% 15,17% Antwerpen Oost Vlaanderen West Vlaanderen Vlaams Brabant 35,72% Figuur 15. Verdeling van het aantal geïnsemineerde merries per provincie 14

Tabel 5 geeft het gemiddeld aantal inseminaties per centrum weer voor de verschillende provincies. Hierbij werd enkel rekening gehouden met centra waar in 2013 een inseminatieactiviteit plaats vond. In West-Vlaanderen wordt het hoogste aantal inseminaties uitgevoerd per centrum terwijl dit het laagste is voor Antwerpen. Tabel 5. Gemiddeld aantal geïnsemineerde merries per centrum, per provincie Provincie Aantal centra Aantal geïnsemineerde merries Gemiddeld aantal merries per provincie Limburg 13 921 70,85 Antwerpen 18 729 40,50 Oost-Vlaanderen 19 1.716 90,32 West-Vlaanderen 9 928 103,11 Vlaams-Brabant 8 510 63,75 Gemiddeld: 71,70 4.4 Drachtigheidsresultaat In 2013 was 73,69% van de merries, die geïnsemineerd werden op de centra, drachtig op het einde van het seizoen (figuur 16). Het gemiddelde drachtigheidspercentage sinds 2000 bedraagt 73%. Hierbij moet opgemerkt worden dat bij 5,72% van de geïnsemineerde merries het resultaat van de inseminaties niet gekend was. In 2010 was dit nog 15,42%, in 2011 9,64% en in 2012 5,85%. De centra worden dus steeds beter geïnformeerd door de merriehouders over het resultaat van de inseminaties. 78 76 74 74 76 75 76 75 75 74 72 70 69 71 69 69 70 68 66 64 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Percentage drachtige merries Gemiddelde = 73% Figuur 16. Evolutie van het drachtigheidsresultaat 15

5 EMBRYOTRANSPLANTATIE In 2013 werden er embryo s gewonnen van 868 donormerries op 16 centra. Deze merries waren hoofdzakelijk rijpaarden. In vergelijking met 2011 en 2012 is het aantal donormerries gestegen (figuur 17). 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2011 2012 2013 Overige 2 1 3 Arabier 91 101 150 Rijpaard 608 613 715 Figuur 17. Evolutie van het aantal donormerries per ras Op de erkende centra werden in totaal 1346 embryo s gewonnen. Hiermee komt het aantal gewonnen embryo s terug naar het niveau van 2011, na een daling in 2012. Uiteindelijk werden er 1.256 embryo s ingeplant bij draagmerries op 12 erkende centra. Het is opmerkelijk dat 92,68% van deze embryo s ingeplant werd op slechts 3 erkende centra, wat aangeeft er een sterke mate van specialisatie in deze sector is. Op het einde van het seizoen waren 802 draagmerries drachtig, oftewel 63,85% van de merries bij wie een embryo werd ingeplant (figuur 18). Het drachtigheidspercentage kent een dalende trend. 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 2010 2011 2012 2013 Gewonnen 926 1426 949 1346 Ingeplant 1173 1389 1116 1256 Drachtig 844 934 731 802 Percentage drachtigheid 71,95% 67,24% 65,50% 63,85% Figuur 18. Evolutie van het aantal gewonnen en ingeplante embryo s en het aantal drachtige draagmerries, en ook het percentage van drachtigheid 16

6 ROL VAN HET DEPARTEMENT LANDBOUW EN VISSERIJ 6.1 Fokkerij - stamboekwerking De Vlaamse overheid verleent steun aan de fokkerijsector van de paardachtigen in Vlaanderen: door het erkennen van een coördinerende vereniging en ook het erkennen van verschillende verenigingen voor het bijhouden van stamboeken; door het toezien op de correcte uitvoering van de fokprogramma s door de erkende organisaties; door het subsidiëren van prestatieonderzoeken van rijpaardhengsten. In samenwerking met de KULeuven wordt een Genetische Springindex berekend voor hengsten. Dit is een schatting van de erfelijke aanleg van sportpaarden voor springwedstrijden; door het subsidiëren van kosten verbonden aan stamboekwerking; door het subsidiëren van projecten die innovatie en kwaliteitsverbetering beogen in de fokkerij. 6.2 Fokkerij centra voortplantingstechnieken paard De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van het Departement Landbouw en Visserij volgt de correcte werking op van de erkende centra voor voortplantingstechnieken bij paarden en heeft een beleidsondersteunende rol. De centra worden regelmatig bezocht door een ambtenaar van de afdeling. Daarbij wordt nagegaan of het centrum in staat is om sperma en embryo s van hoge kwaliteit te winnen en op te slaan en of voldaan is aan alle zoötechnische en administratieve voorwaarden. 17

BESLUIT Reeds enkele jaren is de economische crisis voelbaar in de paardensector. De handel in jonge paarden is sterk achteruit gegaan en dit laat zich ook voelen in de fokkerij. Terwijl in 2012 het aantal gewonnen dosissen vers sperma en ook het aantal geïnsemineerde merries op de centra nog daalde, bleven de aantallen voor 2013 redelijk stabiel. Enkel het aantal gewonnen rietjes diepvriessperma daalde. Er werd daarnaast een duidelijke daling vastgesteld in het aantal actieve centra voor spermawinning, ondanks dat het totale aantal erkende centra in Vlaanderen stabiel is sinds 2009. Aangezien het aantal aangeboden hengsten en het aantal gewonnen dosissen vers sperma quasi gelijk gebleven is, is een zekere mate van schaalvergroting en specialisatie merkbaar in de sector. Deze specialisatie is ook het geval voor de winning van diepvriessperma. In 2013 werd er diepvriessperma gewonnen op 9 van de in totaal 88 erkende centra. Centra die diepvriessperma winnen en bewaren zijn veelal erkend voor de intracommunautaire handel aangezien export hier een belangrijke rol speelt. Specialisatie is ten slotte ook te zien in de sector van de embryotransplantaties waar het overgrote deel van de ingeplante embryo s, namelijk zo n 93%, werd ingeplant op slechts 3 erkende centra. Samengevat kunnen we dus stellen dat ook in 2013 de crisis voelbaar was op de erkende centra, waarbij schaalvergroting en specialisatie sterker tot uiting kwamen. Ook op het terrein wordt dit vastgesteld waarbij de groten groter worden en de kleintjes kleiner. Het blijft voor de erkende centra een uitdaging om in te spelen op deze tendensen. Bovendien zal de specialisatie en schaalvergroting vermoedelijk versneld worden met de inwerkingtreding van het nieuwe Koninklijke Besluit tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor de handel en de invoer van sperma, eicellen en embryo s van paardachtigen en tot vaststelling van de voorschriften voor spermacentra, spermaopslagcentra, embryoteams en embryoproductieteams, alsmede de voorschriften voor als donor fungerende paardachtigen. Door de hieraan verbonden bijkomende kosten zullen een aantal kleinere centra mogelijk hun activiteiten stopzetten. Een goede begeleiding en advisering voor de huidige erkende centra is bijgevolg noodzakelijk. 18

FIGURENLIJST Figuur 1. Evolutie van het aantal erkende centra in Vlaanderen... 3 Figuur 2. Verdeling van de erkende centra in Vlaanderen... 3 Figuur 3. Evolutie van het aantal hengsten waarvan sperma wordt gewonnen... 5 Figuur 4. Actieve hengsten aanwezig op de centra voor spermawinning, per type/ras... 6 Figuur 5. Evolutie van het aantal gewonnen dosissen sperma... 7 Figuur 6. Evolutie van het aantal gebruikte en verzonden verse dosissen... 7 Figuur 7. Evolutie van het aantal gewonnen rietjes diepvriessperma... 8 Figuur 8. Evolutie van het aantal verzonden en gebruikte rietjes... 8 Figuur 9. Evolutie van het aantal erkende centra waar effectief sperma werd gewonnen... 10 Figuur 10. Aantal centra per klasse... 11 Figuur 11. Evolutie van het aantal gebruikte hengsten... 12 Figuur 12. Aantal ingezette hengsten per type/ras... 13 Figuur 13. Evolutie van het aantal geïnsemineerde merries... 13 Figuur 14. Aantal centra per klasse... 14 Figuur 15. Verdeling van het aantal geïnsemineerde merries per provincie... 14 Figuur 16. Evolutie van het drachtigheidsresultaat... 15 Figuur 17. Evolutie van het aantal donormerries per ras... 16 Figuur 18. Evolutie van het aantal gewonnen en ingeplante embryo s en het aantal drachtige draagmerries, en ook het percentage van drachtigheid... 16 19

TABELLENLIJST Tabel 1. Overzicht van te erkennen activiteiten en bevoegde overheid... 2 Tabel 2. Overzicht van de erkende activiteiten per provincie... 4 Tabel 3. Gemiddeld aantal gewonnen verse dosissen per centrum, per provincie... 9 Tabel 4. Aantal gewonnen rietjes diepvriessperma per provincie... 9 Tabel 5. Gemiddeld aantal geïnsemineerde merries per centrum, per provincie... 15 20

BIJLAGEN BIJLAGE 1: LIGGING VAN DE ERKENDE CENTRA IN VLAANDEREN 21

22

Jaarrapport