Technisch Bureau Bouwnijverheid



Vergelijkbare documenten
Stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2011

Stichting Aanvullingsfonds voor het Bouwbedrijf. Jaarverslag over het boekjaar 2009

stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2014

Stichting Aanvullingsfonds voor het Bouwbedrijf. Jaarverslag over het boekjaar 2008

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf Jaai^erslag 2015

Opleldings- en Ontwikkelingsfonds Afboutv

III. REGLEMENT AANVULLINGEN EN UITKERINGEN

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2011

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf

INHOUDSOPGAVE. Stichting Aanvullingsfonds Bouw & Infra 3 Bestuursverslag over het boekjaar Jaarrekening

Betreft : jaarstukken fondsen 2012 CAO BTER voor de Timmerindustrie Referentie : uw brief van 23 april 2013

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf

stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2013

Jaarrekening Stichting VUTilVI te Bussum. Van: statutaire vestigingsplaats: Bussum Adres: Nieuwe 's-gravelandseweg HM Bussum

Reglement tijdelijke vergoeding pensioenpremie bij ontslag op economische gronden Inhoudsopgave

Stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf. Jaarverslag 2009

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf in liquidatie (i.l.) Liquidatieverslag tot en met

Liquidatieverslag t/m STICHTING VUT WATERBOUW in liquidatie

T FONDSENBEHEER WATERBOUW BV

a. het fonds: de Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Schilders- en Onderhoudsbedrijf;

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2011

Arbeidsongeschikt. Wat betekent dat voor mijn pensioen?

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Timmerfabrieken

Jaarrekening Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds voor de Timmerfabrieken te Bussum. Van:

Uta-werknemers CAO voor de Bouwnijverheid

Arbeidsongeschiktheid en uw pensioen

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf Jaarverslag 2010

STICHTING FONDSENBEHEER WATERBOUW

Reglement Aanvulling pensioenopbouw ouderen bij ontslag Voor werknemers in het Natuursteenbedrijf geboren op of na 1 januari 1950

Uw werknemer is arbeidsongeschikt. Wat doet PMT? Wat betekent het voor uw administratie?

stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Dakbedekkingsbedrijf (in liquidatie) Jaarverslag 2014

stichting Vrijwillig Vervroegd Uittreden voor het Natuursteenbedrijf i.l. Jaarverslag 2014

Overgoo jz Leidschendam,,.. _,..,.,_ ^ Ministene van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2260 AK Leidschendam directie Uitvoeringstaken

STICHTING STEUNFONDS HAAGS HISTORISCH MUSEUM DEN HAAG Rapport inzake jaarstukken 2012

Uw kenmerk uw brief van Ons kenmerk Datum Bestuursbureau december 2015 Bpf Koopvaardij

Reglement Overbruggingsregeling pensioen bij ontslag voor werknemers in de Afbouw geboren op of na 1 januari 1950

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2011

JAAR REKE NING Stichting Vrienden Ymere

1 < < w T FONDSENBEHEER WATERBOUW B.V. Jaarverslag 2014 STICHTING VAKANTIEFONDS WATERBOUW

Vereniging Aangeboren Heupafwijkingen gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2015

Arbeidsongeschiktheid en uw pensioen

Stichting Dagopvang Utrecht te Utrecht

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WIA

Loondoorbetaling bij ziekte. Informatie voor werknemers

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2013 publicatie gegevens inzake vernieuwde ANBI regelgeving

Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum gevestigd te Den Haag

Jaarrekening Stichting Sociaal Fonds Taxi

Werkloos Wat betekent dat voor uw pensioen?

Jaarrekening Stichting Vrienden van Dôme

Ziek of arbeidsongeschikt

FONDSENBEHEER WATERBOUW BV

STICHTING A&O FONDS GRAFIMEDIABRANCHE GEVESTIGD TE AMSTELVEEN

Vorderingen Overige vorderingen Liquide middelen

J A A R STUKKEN Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

Stichting Steunfonds Haags Historisch Museum

Jaarbericht OFE Detailhandel. Jaarrekening Overige gegevens Resultaatbestemming Controleverklaring Gebeurtenissen na balansdatum

Pensioen 2 WIA Aanvulling Plus

Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid. Jaarverslag over het boekjaar 2009

Jaarrekening Bibliotheek IJmond Noord

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Stimuleren mobiliteit en voorkomen van werkloosheid van werknemers ouder dan 55 jaar

Toekenning van aanspraken op de Zorgverlofregeling en van vergoedingen

Vrijwillige aansluiting bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw)

STICHTING DEPOSITARY QUANTRUST MACRO FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2013

stichting Aanvullingsfonds Natuursteenbedrijf i.l.

REGLEMENT LOONKOSTENSUBSIDIE. Realiseren banen voor (langdurig) werklozen tot 55 jaar. Maatregel 5 in het kader van het sectorplan bouw & infra

Stichting Steunfonds KansPlus gevestigd te Houten

Stichting Manege voor Gehandicapten Amsterdam, Amsterdam Rapport inzake jaarstukken 2013

Stichting Van Herel Fonds. Jaarverslag 2016

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2014: publicatiegegevens inzake ANBI-regelgeving

STICHTING VUT FONDS ECI IN LIQUIDATIE

Stichting Producties De Nieuwe Kerk en Hermitage Amsterdam 2017 publicatie gegevens inzake ANBI regelgeving

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Balans per 31 december 2017

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

Jaarrekening Stichting Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik

Financiële jaarstukken 2018

JAARREKENING Stichting Fondsenbeheer Landbouw en Zorg Nederland Jaarrekening pag. 1

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds

Financiële verantwoording Vereniging het Verschil

Alopecia Vereniging gevestigd te Zoetermeer. Jaarrekening 2018

Jaarrekening Bibliotheek IJmond Noord

\y J. van Dongen secretaris cao-partijen. Technisch Bureau Bouwnijverheid

Jaarrekening Stichting Verkaart Development Team De Lierseweg PD Wateringen

Rapport. Uitgebracht aan het bestuur van de. UMC St Radboud Steunstichting Neurologie. te Nijmegen. INZAKE FINANCIEEL JAARVERSLAG over 2016

3. Jaarrekening Stichting KHO-Heliomare

Pensioen 2 WIA Arbeidsongeschiktheidspensioen

Stichting Prof.J.W. van Belkum Fonds gevestigd te Utrecht Jaarverslag 2011

Jaarrekening Stichting Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik

CAO voor de Bitumineuze en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds

Uw pensioenreglement. Alles wat u moet weten bij tijdelijke of volledige arbeidsongeschiktheid

Jaarverslag 2014 stichting theater het Kruispunt

Stichting VEVAM Fonds SVF

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

Arbeidsongeschikt Wat betekent dat voor uw pensioen?

JAARSTUKKEN Stichting De Wissel

Transcriptie:

Technisch Bureau Bouwnijverheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardènwetgeving t.a.v. dhr. mr. M.H.M, van dergoes Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Harderwijk, 27 juni 2013 kenmerk: 666/13/JD/ro Uwref.: 2013-0000046719 betreft: Jaarverslagen 2012 Geachte heer Van der Goes, In antwoord op uw bovengenoemde brief d.d. 23 april jl. zenden wij u hierbij (in drievoud en in twee enveloppen) de jaarstukken met bijbehorende accountantsverklaringen van de volgende stichtingen: - Stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid - Stichting Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid - Stichting Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid - Stichting O&O-fonds voor de Bouwnijverheid, inclusief de bij het jaarverslag behorende verantwoordingen. De digitale exemplaren zijn bijgesloten. Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, J. van Dongen secretaris cao-partijen Bijlagen Postbus 1128, 3840 BC Harderwijk, Tel: 0341 43 63 60 Fax: 0341 43 63

stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarverslag over het boekjaar 2012

Inhoudsopgave Jaarverslag 2012 Voorwoord 3 Bestuur 4 Doelstelling van het fonds 4 Kerncijfers 6 Premiebeleid 7 Uitvoering van de regelingen 8 Communicatie 17 Jaarrekening 2012 Balans per 31 december 2012 19 Staat van baten en lasten over 2012 20 Kasstroomoverzicht over 2012 21 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 22 Toelichting op de balans per 31 december 2012 25 Toelichting op de staat van baten en lasten over 2012 29 Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 32 Statutaire bestemming van het saldo van baten en lasten 34 2

Voorwoord Bijdragen aan toekomstbestendigheld Het Aanvullingsfonds verstrekt eenmalige uitkeringen aan mensen die werkloos zijn geworden. Daarnaast vergoedt het fonds tijdelijk premies voor de pensioenopbouw. Het fonds biedt niet alleen financiële ondersteuning. Het richt zich ook op bevorderen van de instroom van werklozen, zieken en arbeidsongeschikten. Daarvoor verstrekt het fonds re-integratiebonussen. Het Aanvullingsfonds kent naast de re-integratiebonus voor de werkgever de vergoedingsregeling bij opname van extra verlofdagen door oudere werknemers. De hogere loonkosten voor dit verlof worden volledig gecompenseerd voor de werkgevers. Dat zorgt voor solidariteit in de bedrijfstak tussen jonge en 55+ werknemers. Het fonds biedt zo de ondersteuning die op dat moment nodig is. Op die manier stuurt het Aanvullingsfonds op continuïteit en draagt bij aan de toekomstbestendigheid van de bedrijfstak. Het bestuur van de Stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid is onderdeel van het cluster van besturen bedrijfstakeigen regelingen (clusterbestuur ). 3

Bestuur De Stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid is gevestigd te Harderwijk. Het bestuur van de stichting is paritair samengesteld uit vijf werkgevers- en vijf werknemersleden; vijf zijn benoemd door Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven, drie door FNV Bouw en twee door CNVVakmensen. Werkgeversbestuursleden (namens Bouwend Nederland) N.J. van Til, voorzitter A.W.J. Borst W. Ketting G.C.J.J. Peek^ G. Werkhoven Werknemersbestuursleden Mw. M.B. van Veldhuizen, fungerend voorz/ïïe/-(namens FNV Bouw) J.G. Crombeen (namens FNV Bouw) J.W.M. Kerstens (namens FNV Bouw)^ G. Lokhorst (namens CNV Vakmensen) A.A. van Wijngaarden (namens CNV Vakmensen)^ Doelstelling van het fonds Het Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid verstrekt aanvullingen aan werknemers die een uitkering ontvangen als gevolg van een Sociale Verzekeringswet en verstrekt stimuleringsuitkeringen bij reintegratie. Daarnaast voorziet het fonds in een tegemoetkoming in de loonkosten van de werkgever voor extra verlofdagen van werknemers die 55 jaar of ouder zijn. Regelingen en aanvullingen Partijen bij de CAO voor de Bouwnijverheid hechten waarde aan re-integratie van zieke werknemers. Hiervoor is de bonusregeling bij succesvolle re-integratie ingesteld. De regeling houdt in dat als een werknemer in zijn tweede ziektejaar voor ten minste 50 procent re-integreert, zowel hij als zijn werkgever recht heeft op een bonus. Daarbij mag de werknemer re-integreren in zijn oude of nieuwe functie, eventueel bij een nieuwe werkgever en zelfs buiten de bedrijfstak. l De heer Reek is de opvolger van dhr. C. de Groot. Dhr. De Groot is afgetreden per 1 januari 2012. " De heer Kerstens is afgetreden per 20 september 2012. De ontstane vacature is in 2012 nog niet ingevuld. ^ De heer Van Wijngaarden is afgetreden per 1 januari 2013 4

Het Aanvullingsfonds betaalt bovendien kosten voor opleiding, begeleiding en bemiddeling als een werknemer gebruikmaakt van het zelfstandig recht op inschakeling van een re integratiebedrijf. Het Aanvullingsfonds verhaalt deze kosten overigens in een later stadium op de werkgever als blijkt dat die te weinig heeft ondernomen om zijn werknemer te laten re integreren. Overzicht van alle aanvullingsregelingen Er zijn aanvullingsregelingen voor werknemers en voor werkgevers. De werknemersregelingen zijn: eindejaarsuitkering aan wao uitkeringsgerechtigden; eindejaarsuitkering aan iva uitkeringsgerechtigden; eenmalige uitkering aan de werknemer die werkloos is geworden; doorbetaling van ouderdomspensioenpremie over maximaal zes maanden bij een werkloosheiden/of ziektewetuitkering; doorbetaling van pensioenpremie voor de aanvullingsregelingen 55+ en 55 van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfbouw) bij ontslag op economische gronden. Dit betreft een tijdelijke regeling. De werkgeversregelingen zijn: tegemoetkoming in loonkosten voor extra verlofdagen van bouwplaatswerknemers van 55 jaar en ouder; bonus voor de werkgever'' bij re integratie van de werknemer in zijn tweede ziektejaar. in afzonderlijke reglementen van het Aanvullingsfonds is geregeld welke voorwaarden gelden voor de toekenning van een aanvulling. * De werknemer ontvangt van de vi/erkgever een aanvulling tot 100 procent van het loon. 5

Kerncijfers 2011 2010 2009 2008 WÊÊÊmm Aantal werkgevers ultimo verslagjaar 9.317 10.171 10.521 11.075 11.519 Aantal werknemers ultimo verslagjaar kl 121.748 140.503 147,422 156.804 169.545 Bijdragen (in miljoenen euro's) 45,0 30,4 32,1 34,5 63,2 Aanvullingen (in miljoenen euro's) 18,5 ' 16,4 17,8 15,6 15,6 6

Premiebeleid Het premiepercentage en de aanvulling daarvan wordt jaarlijks door het bestuur van het Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid vastgesteld en vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan Bouwend Nederland, FNV Bouw en CNV Vakmensen. Bij de vaststelling wordt gekeken naar de te verwachten uitgave, de ontwikkelingen van de loonsom en de hoogte van de noodzakelijke reserve. Over het algemeen wordt getracht grote premiefluctuaties van jaar tot jaar te voorkomen. 7

Uitvoering van de regelingen Per 1 januari 2006 is de administratie van het Aanvullingsfonds opgedragen aan APG. Voorheen werd die door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) uitgevoerd. Eindejaarsuitkering voor arbeidsongeschikte werknemers Als aanvulling op een arbeidsongeschiktheidsuitkering verstrekt het Aanvullingsfonds aan het einde van het kalenderjaar een uitkering. De hoogte van de aanvulling is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Eindejaarsuitkering aan wao-uitkeringsgerechtigden De werknemer aan wie voor 1 januari 2006 een wao-uitkering is toegekend, heeft bij voortduring van die uitkering recht op een eindejaarsuitkering. In de regel is de hoogte van de eindejaarsuitkering afhankelijk van de arbeidsongeschiktheidsklasse op 1 november van het kalenderjaar waarop de eindejaarsuitkering betrekking heeft. Eindejaarsuitkering aan iva-uitkeringsgerechtigden De wao is per 29 december 2005 vervangen door de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (wia). Werknemers aan wie voorheen een wao-uitkering is toegekend, kunnen die uitkering behouden. Werknemers die na deze datum arbeidsongeschikt zijn geworden, komen niet meer in aanmerking voor de wao, maar voor de wia. Net als bij de wao is ook bij de wia de mate van arbeidsongeschiktheid van de werknemer van belang voor de hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering. De wia kent twee regelingen: één voor volledig en één voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers. Volledig arbeidsongeschikte werknemers (meer dan 80 procent) ontvangen een uitkering op basis van de Wet Inkomensvoorziening Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten (iva). Het Aanvullingsfonds verstrekte tot en met 2008 alleen aan volledige arbeidsongeschikte werknemers een eindejaarsuitkering. De hoogte van de eindejaarsuitkering is gelijk aan die voor de waouitkeringsgerechtigden in dezelfde arbeidsongeschiktheidsklasse. Als de iva-uitkering in de loop van het kalenderjaar is begonnen of beëindigd, bestaat er recht op een eindejaarsuitkering naar rato. Eindejaarsuitkering aan wga-uitkeringsgerechtigden Gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (meer dan 35 procent, maar minder dan 80 procent) ontvangen doorgaans een uitkering op basis van de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (wga). In tegenstelling tot wao-uitkeringsgerechtigden in diezelfde arbeidsongeschiktheidsklassen ontvangen deze werknemers geen eindejaarsuitkering. Als een werknemer (nog) volledig arbeidsongeschikt is, maar hij heeft wel een goede kans op herstel, dan ontvangt die werknemer geen iva- maar een wga-uitkering. Sinds 2009 hebben wga- 8

uitkeringsgerechtigden bij volledige arbeidsongeschiktheid voortaan ook recht op de eindejaarsuitkering. Werknemers die vallen onder de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en een volledige arbeidsverhouding hebben, komen niet in aanmerking komen voor de eindejaarsuitkering. Zij worden geacht een volwaardig inkomen te kunnen verwerven. Hierbij wordt overigens geen onderscheid gemaakt tussen wao- of wia-uitkeringsgerechtigden. Indexering Het bestuur van het Aanvullingsfonds besloot in 2008 de eindejaarsuitkeringen voortaan jaarlijks te indexeren. De indexatie vindt plaats op basis van de procentuele stijging van de cao-lonen in de bouwnijverheid per 1 juli van het kalenderjaar ten opzichte van 1 juli een jaar eerder. Ook in 2012 zijn de eindejaarsuitkeringen verhoogd op basis van deze loonindex. Het garantieweekloon vakvolwassen werknemers functiegroep E per: 1 juli 2012 is 621,20 1 juli 2011 is 615,20. De verhoging bedraagt: 621,20:6,1520 = 100,97 geeft 0,97%. AO-klasse uitkering 2011 2012 na indexering met 0,97% 2012 afgerond 80-100 Incl. IVA en WGA 65-80 55-65 45-55 35-45 694,02 700,75 701,00 555,21 560,60 561,00 451,11 455,49 455,00 381,70 385,40 385,00 312,61 315,64 316,00 Overzicht uitgekeerde (afgeronde) bedragen eindejaarsuitkeringen wao/iva/wga (in euro's) AO-klasse 2012 2011 2010 2009 2008 80-100% incl. IVA en WGA 701,00 694,00 685,00 673,00 662,00 65-80% 561,00 555,00 548,00 539,00 529,00 55-65% 455,00 451,00 445,00 438,00 430,00 45-55% 385,00 382,00 377,00 370,00 364,00 35-45% 316,00 313,00 309,00 303,00 298,00 Minder dan 35% Geen Geen Geen Geen Geen 9

Eindejaarsuitkering naar rato van het kalenderjaar Als iemand slechts een deel van het kalenderjaar recht heeft op een wao- of iva-uitkering, dan bestaat recht op de eindejaarsuitkering naar rato van de duur van de uitkering. Daartoe is in 2007 door caopartijen besloten. Dit betreft doorgaans gevallen waarbij men in de loop van het jaar met pensioen is gegaan, overleden is of ingedeeld wordt in een arbeidsongeschiktheidsklasse die niet langer recht geeft op een eindejaarsuitkering. Administratieve uitvoering van de eindejaarsuitkering wao Formeel geldt voor de werknemer een zelfmeldprocedure om in aanmerking te komen voor de eindejaarsuitkering. Maar werknemers die al bekend zijn in de administratie als rechthebbende op de eindejaarsuitkering als wao-uitkeringsgerechtigde worden jaarlijks in november aangeschreven. In de brief worden de werknemers geïnformeerd over hun rechten, wanneer de eindejaarsuitkering wordt betaald en op welk rekeningnummer de uitkering wordt overgemaakt. De werknemers worden uitdrukkelijk gevraagd het betaalrekeningnummer te controleren dat in de administratie bekend is. Alleen als de werknemer de eindejaarsuitkering op een ander rekeningnummer uitbetaald wil hebben dan van hem bekend is, dient hij het Aanvullingsfonds daarover tijdig te informeren. Administratieve uitvoering van de eindejaarsuitkering Iva en wga Werknemers die recht hebben op de eindejaarsuitkering als iva- of wga-uitkeringsgerechtigde geldt zowel formeel als praktisch de zelfmeldprocedure. Zij moeten zich ieder jaar opnieuw aanmelden om in aanmerking te komen voor de eindejaarsuitkering. Een ex-bouwplaatswerknemer moet zich bij één van de werknemersorganisaties melden. De UTA-werknemer kan zich ook bij APG aanmelden. Reglementswijzigingen eindejaarsuitkering De hoogte van de gestaffelde eindejaarsuitkeringen werden in het reglement genoemd. Het reglement maakt deel uit van de CAO Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid. Bij iedere wijziging in de hoogte van de eindejaarsuitkering moest het reglement aangepast worden, terwijl de CAO een looptijd kent van doorgaans vijfjaren. In het verslagjaar heeft het clusterbestuur besloten de bedragen uit het reglement te schrappen en te vervangen door "het bestuur stelt de hoogte van de uitkering jaarlijks vast." Eenmalige uitkering aan de werknemer die werkloos is geworden Het Aanvullingsfonds verstrekt aan de werkloos geworden werknemer een eenmalige uitkering van 425 euro bruto. De werknemer dient deze bij de aanvang van zijn werkloosheid zelf aan te vragen. Bij nieuwe werkloosheid binnen twaalf maanden bestaat niet opnieuw recht op deze uitkering. In 2012 zijn 6.266 eenmalige uitkeringen verstrekt. In 2011 waren dit er 3.009. 10

Verstrekking van de eenmalige uitkering In beginsel verstrekt het Aanvullingsfonds de uitkeringen nadat de aanvraag van de betrokken werknemer goedgekeurd is. Op voordracht van de werknemersorganisaties heeft het bestuur in 2009 ingestemd met een toevoeging op deze administratieve procedure. Sinds medio 2009 bestaat de mogelijkheid dat ook de werknemersorganisaties de netto-uitkering verstrekken aan de rechthebbenden. Het voordeel van deze werkwijze is dat de werkloos geworden werknemer nog eerder over de eenmalige uitkering beschikt. Na ontvangst en verwerking van de aanvraagformulieren worden de werknemersorganisaties uit het Aanvullingsfonds betaald. Aanvragen van de eenmalige uitkering Om in aanmerking te komen voor de eenmalige uitkering moet een werknemer twee documenten overleggen: een inschrijfbewijs als werkzoekende bij UWV-WERKbedrijf; een ontslagbewijs. Een bewijs van toekenning van een WW-uitkering door UWV is bij de eerste aanvraag niet vereist. In het verleden duurde het namelijk soms erg lang voordat UWV het recht op WW definitief kon vaststellen. Voor de eenmalige uitkering is nu juist van belang dat de werkloze werknemer hierover snel moet kunnen beschikken. De eenmalige uitkering is echter niet bedoeld voor diegenen die ontslagen zijn en direct daarna ander werk hebben gevonden. Een bewijs van toekenning van een WW-uitkering is daarom wel gewenst. Het bestuur heeft in het vierde kwartaal van 2009 dan ook besloten de aanvraagprocedure aan te passen. De werknemer dient op zijn aanvraagformulier te verklaren dat hij desgevraagd achteraf een bewijs van toekenning van de WW-uitkering zal insturen. Doorbetaling van ouderdomspensioenpremie over maximaal zes maanden van werkloosheid De werkloos geworden werknemer heeft gedurende maximaal zes maanden recht op doorbetaling van de ouderdomspensioenpremie. Deze vergoeding moet de werknemer zelf aanvragen. Hij kan dit doen na afloop van zijn werkloosheidsuitkering of, als de periode van werkloosheid langer dan zes maanden heeft geduurd, na afioop van de eerste zes maanden van werkloosheid. Doorbetaling van ouderdomspensioenpremie voor zieke werklozen Tot 1 januari 2006 kende het Aanvullingsfonds een bepaling die voorzag in een vergoeding van pensioenpremie voor 'zieke werklozen'. Dat zijn diegenen die ziek zijn terwijl ze geen dienstverband (meer) hebben. Zij ontvangen dan een Ziektewetuitkering. De vergoedingsbepaling is per 1 januari 2006 vervallen bij het Aanvullingsfonds. Als de werknemers niet of niet snel herstellen, dan komen zij na het einde van hun wachttijd in de Ziektewet in aanmerking voor een wia-uitkering. Zowel over de Ziektewet- als de wia-periode wordt voor hen geen ouderdomspensioen opgebouwd. Doordat zij voorafgaand aan hun wia-uitkering geen deelnemer zijn in het Bedrijfstakpensioenfonds van de 11

Bouwnijverheid (bpfbouw), komen zij ook niet in aanmerking voor premievrije bijboeking tijdens arbeidsongeschiktheid. Dit in tegenstelling tot de werknemer die voor minstens 35 procent arbeidsongeschikt is en direct uit een dienstverbandsituatie voor een wia-uitkering in aanmerking komt. Dat laatste is bepaald in de pensioenregeling van bpfbouw. Cao-partijen voor de bouwnijverheid vonden deze situatie voor zieke werklozen ongewenst. Zij vroegen aan het bestuur van het Aanvullingsfonds of er een oplossing mogelijk is voor deze werknemers. Nadat in eerdere verslagjaren door cao-partijen een aantal principiële zaken zijn besproken, waaronder de definitie van de doelgroep, is in juni 2012 de regeling door cao-partijen vastgesteld en is de regeling door het clusterbestuur in uitvoering genomen. De regeling betreft een vergoeding ouderdomspensioenpremie voor zieke werklozen waarvan de eerste ziektewetdag ligt na 31 december 2005 en voor 1 juli 2012. Dit betreft een uitzondedijke regeling die een ruime mate van terugwerkende kracht kent voor een afgebakende doelgroep. Per 1 juli 2012 zijn de reglementen van het Aanvullingsfonds aangepast en kennen ook de zieke werklozen in de toekomst een vergoeding ouderdomspensioenpremie. Vergoeding pensioenpremie bij werkloosheid wegens bedrijfseconomische redenen Werkloosheid heeft negatieve gevolgen voor de pensioenopbouw. Cao-partijen voor de bouwnijverheid hebben besloten deze gevolgen te beperken voor een bepaalde groep oudere werknemers. Cao-partijen zijn daarom op 16 juni 2009 een tijdelijke regeling overeengekomen die bepaalt dat deze groep werknemers een vergoeding voor de pensioenopbouw krijgt. Aanvankelijk was de regeling van toepassing op werknemers die tussen 1 juli 2009 en 1 april 2011 werkloos zijn geworden. De regeling is verlengd voor werkloosheid ontstaan tot en met 31 december 2013. De vergoeding is uitsluitend bedoeld voor werknemers die wegens bedrijfseconomische redenen werkloos zijn of worden. Met de vergoeding wordt voorkomen dat deze werknemers pensioenaanspraken uit de aanvullingsregelingen van bpfbouw verliezen. De vergoeding bestaat uit de pensioenpremies voor de aanvullingregelingen 55- én 55+ van bpfbouw en wordt voor maximaal drie jaar verstrekt. De regeling is ingevoerd op 20 oktober 2009 en heeft een terugwerkende kracht tot 1 juli 2009. Op voordacht van cao-partijen heeft het bestuur van het Aanvullingsfonds ingestemd met een budget van 10 miljoen euro voor de tijdelijke regeling. Dit budget is zowel bestemd voor de pensioenpremies als voor de uitvoeringskosten. 12

Voorwaarden voor de vergoeding Om in aanmerking te komen voor de vergoeding gelden de volgende voorwaarden: een werknemer is ontslagen wegens bedrijfseconomische redenen in de periode 1 juli 2009 tot 1 april 2011^; en er is sprake van een ontslagdatum die maximaal drie jaar voor de 60-jarige leeftijd (of de 62-jarige voor UTA-personeel) ligt; en er is sprake van een volledige beëindiging van het dienstverband (werknemers die voor een deel werkloos zijn geworden, komen niet in aanmerking voor de tijdelijke vergoeding); en een werknemer voldoet aan alle voorwaarden van de aanvullingsregeling 55- of de aanvullingsregeling 55+ van bpfbouw. Het Aanvullingsfonds kent al mogelijkheden om pensioen te blijven opbouwen. Zo verstrekt het Aanvullingsfonds een vergoeding ouderdomspensioenpremie over de eerste zes maanden van werkloosheid. Ook de stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering (FVP) bood onder voorwaarden de mogelijkheid pensioenopbouw voort te zetten. In verband met het uitputten van de financiële ruimtewas 2011 het laatste jaar waarin de FVP-regeling van krachtwas. Beide regelingen vergoeden uitsluitend premies voor het ouderdomspensioen van bpfbouw en niet voor de aanvullingregelingen 55- en 55+ van bpfbouw. De vergoeding aanvullingregelingen 55- en 55+ van het Aanvullingsfonds wordt verstrekt zolang de aanvrager nog werkloos is én nog niet de leeftijd van 60 jaar (voor bouwplaatsmedewerkers) of 62 jaar (voor UTA-medewerkers) heeft bereikt. Het Aanvullingsfonds controleert steeds na afloop van elke zes maanden van werkloosheid of de aanvrager nog aan de voorwaarden voldoet. In het verslagjaar heeft de bestuurlijke commissie Aanvullingsfonds besloten tot een aantal wijzigingen in het reglement. Op basis van voorgelegde gevalsbehandeling bleek dat in de praktijk een strikte toepassing van het reglement leidde tot ongewenste uitkomsten. Voortaan komen ook in aanmerking voor vergoeding de deelnemers die: al voor de ontslagdatum in deeltijd werkzaam waren in verband met gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid; na ontslag en toekenning van de vergoeding weer tijdelijk werkzaam zijn geweest [vergoeding dan alleen over de uren van werkloosheid]. 5 Op voordracht van cao-partijen isde looptijd van de regeling in 2010 verlengd van 1 april 2011 tot 31 december 2011. In 2011 is besloten de regeling te verlengen voor werkloosheid ontstaan tot en met 31 december 2012. In 2012 is besloten de regeling nogmaals te verlengen, nu tot en met 31 december 2013. 13

Bonus bij re-integratie in het tweede ziektejaar Als een zieke werknemer re-integreert in zijn tweede ziektejaar bestaat er recht op een reintegratiebonus uit het Aanvullingsfonds. De werknemer ontvangt zijn bonus van zijn werkgever. Deze vult het loon van de werknemer aan tot 100 procent over de periode vanaf de eerste dag van het tweede ziektejaar tot en met de laatste dag van zijn re-integratie. De werkgever ontvangt de bonus van het Aanvullingsfonds. Hij heeft bij succesvolle re-integratie van zijn werknemer recht op een eenmalig bedrag van 2.500 euro. Er is sprake van succesvolle re-integratie als de werknemer minimaal twee loonbetalingperioden van vier weken of een maand onafgebroken weer aan het werk is voor minimaal 50 procent van het voorheen geldende arbeidspatroon. Als er al sprake is van re-integratie in het eerste ziekjaar van 50 procent of meer dan bestaat geen recht op de bonus. Er is dan immers al sprake van aanvang van reintegratie van een zeer grote omvang. In 2012 zijn 103 verzoeken voor een re-integratiebonus afgehandeld. In 2011 waren dat er 103. In 2012 zijn 94 bonussen bij succesvolle re-integratie uitbetaald door het Aanvullingsfonds. In 2011 waren dat er 87. De hiernavolgende figuur geeft een overzicht van de afgelopen jaren. 120 100 40 I Afgehandeld I Uitbetaald 20 2012 2011 2010 2009 Betaling extra verlofdagen oudere werknemers In de CAO voor de Bouwnijverheid is vastgelegd dat bouwplaatsmedewerkers van 55 jaar en ouder recht hebben op tien extra doorbetaalde verlofdagen. Werknemers van 60 jaar en ouder hebben recht op dertien extra doorbetaalde veriofdagen. De werkgever krijgt een tegemoetkoming in de loonkosten voor dit extra veriof, zodat de oudere werknemer voor de werkgever niet duurder is dan de werknemer tot 55 jaar. UTA-personeel kent ook extra veriof bij hogere leeftijden, maar dit valt niet onder de declaratieregeling van het Aanvullingsfonds. 14

Toeslagpercentage en aantal gedeclareerde dagen De werkgever krijgt bij naast de tegemoetkoming in de loonkosten ook een vergoeding in de vorm van een toeslag op het dagloon voor alle werkgeverslasten die aan de loondoorbetaling gekoppeld zijn. Het toeslagpercentage wordt elk halfjaar opnieuw vastgesteld op basis van het loon van een zogenoemde 'maatman'. Eind 2011 werd het toeslagpercentage voor het eerste halfjaar van 2012 vastgesteld op 53 procent. Dit percentage behoefde geen wijziging voor het tweede halfjaar van 2012. In 2012 zijn 154.747 extra veriofdagen gedeclareerd. In 2011 waren dat er 150.025. Het uitgekeerde bedrag bedroeg in 2012 32,1 miljoen euro. In 2011 was dat 30,9 miljoen euro. Elektronische verwerking declaraties extra verlofdagen (EVD) oudere werknemers Het bestuur heeft in het najaar van 2011 ingestemd met een nieuwe administratieve procedure voor de verwerking van declaraties EVD. Nieuw is dat de papieren declaratie van de werkgever komt te vervallen. Voortaan kan de werkgever de declaraties elektronisch indienen via de website van de bedrijfstakeigen regelingen: www.bter-bouw.nl. De kernpunten van de nieuwe declaratieprocedure: 1. elektronische gegevensaanlevering is steeds meer een geaccepteerde standaard (zoals ook gebruikt door de Belastingdienst, UWV en ook de opgave loon en premie aan APG); 2. betalingen zullen sneller plaatshebben als een foufloze declaratie is ingediend; 3. aansluiting van de elektronische loonadministratie en de declaratie-indiening wordt mogelijk gemaakt (grote werkgevers en/of loonadministratiebureaus); 4. fouten in aanlevering worden aan de bron (bij de werkgever) gesignaleerd voordat de declaratie kan worden ingestuurd; 5. geen papieren communicatie noodzakelijk over de reden waarom een declaratie (nog) niet kan worden venwerkt; 6. er is voor de werkgever 'real time' inzicht in de status van afhandeling van de declaraties; 7. er is voor de werkgever altijd (24 uur per dag, zeven dagen per week) inzicht beschikbaar in de declaratie- en betaalhistorie; 8. de werknemer wordt geïnformeerd over gedeclareerde EVD en zijn rechten. Deze nieuwe declaratieverwerking en de nieuwe informatieve taak van het Aanvullingsfonds aan de oudere werknemer (onder punt 8) is tot stand gekomen in nauw overieg met de werknemersorganisaties. 15

Een elektronische declaratie kan niet ingediend worden als: het geen bouwplaatswerknemer betreft; er onvoldoende EVD-rechten zijn opgebouwd; er een te grote premiebetalingsachterstand is; er niet-declarabele datums zijn ingevuld; de declaratietermijn veriopen is. Als niet aan alle voorwaarden is voldaan voor vergoeding wordt de declaratie niet geaccepteerd. De reden daarvoor wordt direct teruggekoppeld aan de werkgever. Communicatie achteraf waarom de declaratie (nog) niet verwerkt kan worden, komt daardoor te vervallen. Bij een juiste declaratie beschikt de werkgever sneller over de vergoeding. Ook de handtekening van de werknemer op het papieren declaratieformulier is dan niet meer aan de orde. Ter controle op juistheid van de gedeclareerde EVD wordt aan alle bouwplaatswerknemers die ouder zijn dan 55 jaar eenmaal per jaar een informatieve brief gestuurd met algemene EVD-informatie en wordt de werknemer geïnformeerd over welke dagen zijn werkgever EVD heeft gedeclareerd. De werknemer wordt daardoor meer bewust van zijn EVD-rechten. Dat proces wordt voor het eerst in het eerste kwartaal van 2013 uitgevoerd. In het verslagjaar is voldoende gelegenheid geweest in de bedrijfstak vertrouwd te raken met de elektronische declaratieprocedure. Aan het eind van 2012 is door het clusterbestuur besloten de papieren declaratiemogelijkheid te laten vervallen per 1 juli 2013. Papieren declaraties worden daarna niet meer geaccepteerd. De bedrijfstak wordt daarover meer keren tijdig geïnformeerd. Beleggingen De beleggingen van het fonds zijn onderhevig aan de inherente risico's die samenhangen met beleggen. Het beleggingsbeleid is gericht op het beperken van deze risico's. Het belangrijkste risico van de beleggingen is het kredietrisico. Dit wordt beperkt door de obligaties en deposito's alleen af te sluiten met tegenpartijen met een hoge kredietwaardigheid. 16

Communicatie Sinds 2008 is het internetportaal voor de -fondsen toegankelijk. Het adres van deze website is: wvto/.-bouw.nl. Het Aanvullingsfonds communiceert ook via Cordares Post en het jaarboek. Desgevraagd kan telefonisch om informatie verzocht worden bij de informatiemedewerkers van APG. Ook is het mogelijk om informatie over de verschillende aanvullingsregelingen terug te vinden op de door APG beheerde internetsite www.administratienet.nl. De declaratieformulieren voor de bonus bij re-integratie tijdens het tweede ziektejaar zijn op deze website terug te vinden en te downloaden. Informatie en begeleiding door de werknemersorganisaties Naast communicatie is extra informatie over de aanvullingsregelingen heel belangrijk. Financiële regelingen zijn vaak ingewikkeld en is geen dagelijkse kost voor de werknemer. Welke regelingen zijn er, welke voorwaarden gelden er, hoe en wanneer moet een aanvraag ingediend zijn? Vragen waarop de werknemersorganisaties goed antwoord kunnen geven. Naast informatie over de aanvullingsregelingen kunnen de werknemersorganisaties de werknemers ook verder begeleiden en informeren, en helpen bij het invullen van de aanvraagfomriulieren. 17

stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid Jaarrekening 2012 18

Balans per 31 december 2012 (Naresultaatbestemming,bedragen in duizenden euro's) Activa 2012 2011 Belegde middelen (1) Obligaties Deposito's en kasgeldleningen 5.013 12.000 4.962 35.140 Som der belegde middelen 17.013 40.102 Vlottende activa (2) Vorderingen op werkgevers Overige vorderingen Nog te ontvangen interest 4.189 2.898 786 364 66 146 Som der vlottende activa 5.041 3.408 Liquide middelen (3) 29.207 17.451 Totaal activa 51.261 60.961 Passiva 2012 2011 Beschikbaar saldo van baten en lasten (4) 2.862 8.686 Kortlopende schulden (5) Te betalen vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers Te betalen loonheffing Nog te betalen uitkeringen Te betalen vakantiewaarden Overige schulden 39.991 44.808 3.578 3.934 3.427 2.144-105 1.403 1.284 Som der kortlopende schulden 48.399 52.275 Totaal passiva 51.261 60.961 19

staat van baten en lasten over 2012 (Bedragen in duizenden euro's) Baten 2012 2011 Bijdragen (6) Beleggingsopbrengsten (7) Overige baten (8) 44.975 555 360 30.409 891 663 Totaal baten 45.890 31.963 Lasten 2012 2011 Vergoedingen extra veriofdagen oudere werknemers (9) 27.270 30.121 Eindejaarsuitkeringen (10) 11.022 12.289 Organisatielasten Loopbaantraject Bouw & Infra (11) - 1.219 Aanvullingen ww-uitkeringen (12) 7.459 4.115 Re-integratiebonus (13) 235 218 Administratiekosten (14) 5.104 5.463 Overige lasten (15) 624 391 Totaal lasten 51.714 53.816 Saldo van baten en lasten./ 5.824 /. 21.853 20

Kasstroomoverzicht over 2012 (Bedragen in duizenden euro's) 2012 2011 Kasstroom uit loopbaan- en aanvullingsactiviteiten Bijdragen van weri<gevers Aanvullingen Uitgekeerde extra veriofdagen Administratiekosten Overige 44.301./. 16.208./. 32.087./. 6.167./. 1.807 30.550 16.202 30.896 5.855 712 Kasstroom uit aanvullingsactiviteiten./ 11.968 23.115 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Aankoop beleggingen Vericoop en aflossingen van beleggingen Directe beleggingsopbrengsten./. 54.258 77.398 584./. 90.322 86.172 1.085 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten 23.724 1. 3.065 Mutatie liquide middelen 11.756 (. 26.180 Liquide middelen primo periode Mutatie liquide middelen 17.451 11.756./ 43.631 26.180 Liquide middelen ultimo periode 29.207 17.451 21

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen Het Aanvullingsfonds verstrekt aanvullingen op uitkeringen en/of eenmalige uitkeringen aan werknemers die werkloos zijn of een ziektewetuitkering ontvangen. De administratie van het Aanvullingsfonds is bij contract is opgedragen aan Cordares, vanaf september 2012 handelend onder de naam APG (hierna: APG). Aanvullingen bij werkloosheid Een eenmalige uitkering van 425 euro voor de werkloos geworden werknemer; Een aanvulling pensioenpremie om een volledige pensioenopbouw tijdens het eerste halfjaar van de WW-uitkering te realiseren; Aanvullingen bij werkloosheid tijdens ziekte Een eenmalige uitkering van 425 euro voor werkloos geworden zieke werknemer; Een vergoeding van de ouderdomspensioenpremie voor zieke werkelozen. Andere doelstellingen van het Aanvullingsfonds De verstrekking van eindejaarsuitkeringen aan werknemers met een wao- of iva-uitkering. Het Aanvullingsfonds betaalt ook kosten voor opleiding, begeleiding en bemiddeling als een werknemer gebruik maakt van het zelfstandig recht op inschakeling van een re-integratiebedrijf. Het Aanvullingsfonds verstrekt tegemoetkomingen aan werkgevers voor de kosten die zij moeten maken op basis van hun plicht het loon door te betalen over extra veriofdagen waarop werknemers van 55 jaar en ouder recht hebben. In de reglementen van het Aanvullingsfonds is geregeld welke voonwaarden gelden voor toekenning van een aanvulling of uitkering. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Met ingang van 2012 is de jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 'Organisaties zonder winststreven'. De toepassing van RJ640 heeft geen invloed op het resultaat en het beschikbaar saldo van baten en lasten. 22

Waardering van activa en passiva Algemeen Een actief wordt in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen vloeien en de waarde van het actief betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Belegde middelen Obligaties Obligaties worden gewaardeerd op marktwaarde, exclusief opgelopen rente. Zowel ongerealiseerde als gerealiseerde waardeverschillen worden rechtstreeks in de staat van baten en lasten verantwoord. Deposito's en kasgeldleningen Deposito's en kasgeldleningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Vlottende activa Vorderingen op werkgevers Voor vorderingen op werkgevers wordt op de nominale waarde een voorziening voor mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht. Deze voorziening is gerelateerd aan de uitstaande vorderingen met betrekking tot bijdragen die vermoedelijk buiten incasso worden gesteld. Overige vorderingen De waardering vindt plaats tegen nominale waarde. Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Kortlopende schulden Te betalen vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers Deze post betreft de nog te betalen vergoeding van extra veriofdagen aan werknemers van 55 jaar en ouder. De post is opgebouwd door de opgebouwde, nog niet opgenomen extra veriofdagen van werknemers met een dienstbetrekking ultimo boekjaar te vermenigvuldigen met een gemiddeld dagtarief. De overige kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. 23

Resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen als een vermeerdering van het economisch potentieel heeft plaatsgevonden, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt als een vermindering van het economisch potentieel heeft plaatsgevonden, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting en de omvang daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Bijdragen De bijdragen zijn toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Hierbij is rekening gehouden met de bijdragen in januari, februari en maart 2013 die betrekking hebben 2012 en eerder. Beleggingsopbrengsten De beleggingsopbrengsten bestaan uit directe beleggingsopbrengsten en indirecte beleggingsopbrengsten. Onder de directe beleggingsopbrengsten wordt de interest van de beleggingen en de liquide middelen verantwoord. De indirecte beleggingsopbrengsten betreffen zowel de ongerealiseerde als gerealiseerde waardeontwikkelingen. Vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers Deze vergoeding betreft de lasten van tien of dertien extra veriofdagen, toegekend aan werknemers van 55 jaar en ouder, respectievelijk 60 jaar en ouder. A dministratiekosten De administratiekosten worden toegerekend aan de periode waarop het door APG in rekening gebrachte bedrag betrekking heeft. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. 24

Toelichting op de balans per 31 december 2012 (Bedragen in duizenden euro's, tenzij anders vermeld) Activa 1. Belegde middelen Obligaties Onderstaand is het verioop van de obligaties weergegeven. 2012 2011 stand begin boekjaar Verkopen Herwaardering 4.962 51 10.037./. 4.990./. 85 Stand einde boekjaar 5.013 4.962 Deposito's Onderstaand is het verioop van de aan- en verkopen van deposito's weergegeven. 2012 2011 stand begin boekjaar Aankopen Veri<open./. 35.140 23.258 54.398./. 26.000 90.322 81.182 Stand einde boekjaar 4.000 35.140 Het openstaande saldo ultimo het boekjaar omvat één deposito. Deze deposito loopt af in februari 2013. 25

Kasgeldleningen Onderstaand is het verioop van de lening aan Tijdspaarfonds voor de Bouwnijverheid weergegeven. 2012 2011 stand begin boeicjaar Uitgeleend Afgelost./. 31.000 23.000 - stand einde boekjaar 8.000-2. Vlottende activa Vorderingen op werkgevers 2012 2011 Nog te innen bijdragen van werkgevers 6.040 4.111 Af: voorziening dubieuze vorderingen - stand begin boekjaar - afgeboekte bijdragen - toevoeging voorziening dubieuze vorderingen 1.213 21 617 1.139 302 376 - stand einde boekjaar 1.851 1.213 stand einde boekjaar van de vorderingen op werkgevers 4.189 2.898 Voor de vorderingen op in faillissement verkerende werkgevers is een 100 procent voorziening getroffen. De vorderingen op werkgevers die in surseance van betaling verkeren en werkgevers vallend onder de Wet schuldsanering natuuriijke personen zijn voor 60 procent voorzien. Overige vorderingen Dit betreft een vooruitbetaald bedrag inzake een liquiditeitsbuffer aan het Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid 310 (2011: 310), nog te vorderen administratiekosten 449 (2011: 54) en nog te vorderen overige 28 (2011: 0). Nog te ontvangen interest Dit betreft nog te ontvangen interest op de belegde middelen. 26

3. Liquide middelen De liquide middelen betreffen het saldo van de bankrekeningen van de Stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid en staan ter vrije beschikking van het fonds. Het saldo bevat voor 26,3 miljoen aan liquide middelen die op een private banking spaarrekening staan met een hoger rendement dan een reguliere bankrekening. 27

Passiva 4. Beschikbaar saldo van baten en lasten Dit is het cumulatieve saldo van lasten en baten. Het verioop is als volgt:.'-. 1-.i. 2012 2011 stand begin boekjaar Saido van de staat van baten en lasten./. 8.686 5.824./. 30.539 21.853 stand einde boekjaar 2.862 8.686 Het beschikbaar saldo van baten en lasten is vrij besteedbaar. 5. Kortlopende schulden Te betalen vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers Dit bedrag betreft de per 31 december 2012 te betalen extra veriofdagen die tot uiteriijk 31 december 2016 kunnen worden opgenomen. Te betalen loonheffing Deze post omvat de nog afte dragen loonheffing over uitkeringen 3.578 (2011: 3.934). Nog te betalen uitkeringen Dit betreft nog te betalen aanvullingen 3.427 (2011: 2.144). Te betalen vakantiewaarden Nog te betalen vakantiewaarden bedraagt O (2011: 105). Overige schulden Deze post omvatte betalen pensioenpremies 1.237 (2011: 645), te betalen immateriële prikkel O (2011: 212), nog te betalen bedragen aan Fundeon O (2011: 253) en nog te betalen overige kosten 166(2011: 174). Niet uit de balans blijkende verplichtingen Naast de op de balans opgenomen schuld bestaat er ultimo 2012 een potentiële verplichting inzake extra veriofdagen ad 26,0 miljoen (2011: 24,4 miljoen) aan werknemers zonder dienstverband ultimo 2012. Per jaar wijzigt circa 1,5 a 2,0 procent van deze potentiële verplichting in een reële verplichting doordat werknemers weer een dienstverband in de sector verkrijgen. Daartegenover staat dat per jaar circa 24 a 25 procent van de reële verplichtingen omgezet wordt in een potentiële verplichting doordat werknemers hun dienstverband beëindigen. 28

Toelichting op de staat van baten en lasten over 2012 (Bedragen in duizenden euro's, tenzij anders vermeld) Baten 6. Bijdragen Sinds 1 januari 2006 zijn de bij het fonds aangesloten werkgevers verantwoordelijk voor het aanleveren van de loongrondslag ten behoeve van de premieberekening. Over deze grondslag wordt vervolgens de premie voor het fonds vastgesteld. Dientengevolge worden de premiebaten voor de jaarrekening bepaald op de door werkgevers aangegeven loongrondslag en de daarop vastgestelde premie tot en met drie maanden na afloop van het boekjaar. Per cao bedraagt het gemiddelde bijdragepercentage voor: 2012 2011 Bouw/bedrijf 1,390 1,040 UTA-personeel in de Bouwbedrijven 0,390 0,000 De bijdragen voor Bouwbedrijf, respectievelijk UTA-personeel in de Bouwbedrijven, betreffen in het jaar 2012 36,866 miljoen, respectievelijk 8,109 miljoen. 7. Beleggingsopbrengsten Dit betreft de rente over de beleggingen en het saldo van de liquide middelen, alsmede het resultaat als gevolg van de waardevermeerdering van de obligaties. 8. Overige baten Dit betreft een vrijval van de schuld vakantiewaarden 39 (2011: 527), vrijval immateriële prikkel 212 (2011: 0), baten incassokosten 69 (2011: 63) en overige incidentele baten 40 (2011:73). 29

Lasten 9. Vergoeding extra verlofdagen oudere werknemers Deze vergoeding betreft de lasten van tien of dertien extra veriofdagen, toegekend aan werknemers van 55 jaar en ouder, respectievelijk 60 jaar en ouder. 10. Eindejaarsuitkeringen Deze post betreft de verstrekking van eindejaarsuitkeringen aan werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. 11. Organisatielasten Loopbaantraject Bouw & Infra In 2012 zijn geen kosten meer verantwoord in verband met de organisatielasten Loopbaantraject Bouw & Infra (2011: 1.219). 12. Aanvullingen ww-uitkeringen Deze post betreft de aanvulling op werkloosheidsuitkeringen van 7.459 (2011: 4.115). 13. Kosten re-integratie Deze kosten betreffen de vaste bonus aan de werkgever van 2.500 euro. De bonus is een tegemoetkoming in de extra loonkosten en de kosten voor re-integratie ten behoeve van de werknemer die in zijn tweede ziektejaar voor tenminste 50 procent van zijn gebruikelijke arbeidspatroon het werk heeft hervat. 14. Administratiekosten De administratiekosten zijn als volgt te specificeren: 2012 2011 Administratiekosten APG Fondskosten Kosten convenant infonnatie- en Verwijstaken 3.470 479 1.155 3.804 532 1.127 5.104 5.463 30

15. Overige lasten Dit betreft overige resultaatposten. Deze post is als volgt te speciflceren: 2012 2011 Toevoeging voorziening oninbaarheid Overige incidentele lasten 617 7 376 15 624 391 Ondertekening van de jaarrekening Harden/vijk, 19 juni 2013 Namens het bestuur, N.J. van Til M.B. van Veldhuizen 31