Interreg Eco2Profit Inventaris van ondersteuningsmaatregelen inzake duurzame energie in Vlaanderen en Nederland Alex Polfliet Zero Emission Solutions



Vergelijkbare documenten
Interreg Eco2Profit Inventaris van ondersteuningsmaatregelen inzake duurzame energie in Vlaanderen en Nederland Alex Polfliet Zero Emission Solutions

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2009 (aanslagjaar 2010) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Energiebesparende uitgaven Groene lening. Inkomsten 2011 (aangifte 2012) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Energiebesparende uitgaven Groene lening

Premies Vlaams Energieagentschap

SUBSIDIES PREMIES BELASTINGVOORDELEN

REG-premies REG-premies? Stimuleren Rationeel EnergieGebruik. Verkleinen. Meerdere premies voor éénzelfde investering. Soms maak je winst!

Energiebesparende investeringen. Inkomsten 2008 (aanslagjaar 2009) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

Steunmaatregelen voor geothermische investeringen in het Vlaamse Gewest

Mijn bedrijf en mijn energie

Deel 1 - Belastingvermindering voor de enige en eigen woning (de zgn. woonbonus) als u gaat lenen voor uw verbouwing

Vlaamse premie voor energiebesparende investeringen. folder niet-belastingbetalers vo1 1

niet uitsluitend voor het beroep gebruikte activa; activa die geen rechtstreeks verband houden met de bestaande of geplande economische werkzaamheid

Premies voor energiebesparende investeringen in 2014

voor energie- en milieu-investeringen Katrien De Maeyer

ZORGELOOS VERHUREN. Premies en steunmaatregelen voor verhuurders. Katja Calsyn projectcoördinator Beter Wonen aan de Gete

de woonkantoren van de stad Antwerpen

Hieronder sommen we aan de hand van een aantal topics de belangrijkste elementen op van de deminimisregel.

Energiepremies 2012 Gemeente Dilbeek

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

Luc Maes, Schepen voor Energiebeleid, Beveren. Welkom

Steun voor energiebesparende investeringen Agentschap Ondernemen. Joachim Castelain, 8 mei 2012

Dakwerken (geen isolatie)

Vastgoedcongres Fiscale incentives. Danny Stas Advocaat-vennoot Tiberghien

Vervanging en onderhoud van oude stookketel

5.2. Hoe groot is het voordeel?

Belastingvermindering voor dakisolatie. Inkomsten 2012 (aangifte 2013) Federale Overheidsdienst FINANCIEN

FAQ belastingvermindering voor uitgaven voor de beveiliging van een woning tegen diefstal of brand

Steunmaatregelen voor energie-investeringen (REG, HEB, WKK) in Vlaanderen

Overzicht premies energiebesparende investeringen 2011

Aanvraag van een renovatiepremie voor een woning

VOORWOORD 3 INHOUDSTAFEL 5 DEEL 1 DE GROENE LENING 11

PREMIES Premies voor ramen (glas en schrijnwerk) Renovatiepremie Premies van de netbeheerder Premie van 10 per m2 Totaalrenovatiebonus

Aanvraag van een onderhoudspremie voor monumenten

Aanvraag van een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure

Overwegende dat de emissies op basis van fossiele brandstoffen op korte of lange termijn de buffercapaciteit van de biosfeer kunnen overschrijden;

PREMIE 13 ZONNEBOILER Nieuwbouw + Renovatie

DAKISOLATIE AANVRAAGFORMULIER

Steunmaatregelen voor milieu- en energiebewust ondernemen

Infonamiddag Wonen en Energie Workshop energiepremies

PERSBERICHT. Annemie Turtelboom Vlaams Viceminister-president Annemie Turtelboom Vlaams minister van Financiën, Begroting en Energie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012;

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de voorwaarden waaronder investeringssubsidies kunnen worden toegekend aan toeristische logiezen

INFORMATIE lenen en verzekeren 2013

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT VOOR HET AANBRENGEN VAN DAKISOLATIE EN WINDDICHTE, ISOLERENDE ONDERDAKEN

Zoom in op uw dak: voor verhuurders

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. Onderwerp

Aanvraag van een erfgoedpremie volgens de standaardprocedure

Het ABC van EPB: REG-actieplan 2012 Patrick Steurbaut

Studiedag energie. Energielening en sociale isolatie huurwoningen. 18 september 2017

Subsidiereglement voor rationeel energiegebruik

Formulier A: Aanvraagformulier renovatiepremie jonge gezinnen

Percen- tage. 8. TOTAAL (nrs. 1 tot 7)... (A)... Afschrijfbare aanschaffings- of beleggingswaarde. 3. TOTAAL (nrs. 1 en 2)... (B)...

Kritische analyse van ondersteuningsmaatregelen duurzame energie in Vl en Nl

INVESTEREN IN DUURZAME ENERGIE FISCAAL VOORDELIG? Griet Smaers Schuermans & Schuermans Advocaten. Uitgangspunten voor deze bijdrage:

De nieuwe energiepremies

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

ONGESCHIKTHEID ONBEWOONBAARHEID

REG. Hoogrendementsbeglazing. REG-premieaanvraag 2014 (*) Niet-woongebouwen. Een premie aanvragen in 5 stappen. Afhandeling premie.

POM GROEPSAANKOOP: GROENE STROOM EN AARDGAS VOOR BEDRIJVEN

Subsidiedossier Dakisolatie

NATIONAAL. Particulier : Belastingsvermindering van 30% van de uitgaven met een max. = 750 Mogelijk voor zowel eigenaar als huurder VLAANDEREN

I. WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN Wetboek van de inkomstenbelastingen april

Energiepremies Energiepremies De drie bedragcategorieën voor de energiepremies. A - Energiestudies. B - Isolatie en verluchting

Aanvraagformulier premie

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JOOST-TEN-NODE PREMIES VOOR DE RENOVATIE VAN WONINGEN GELEGEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE GEMEENTE SINT-JOOST-TEN-NODE

Advies. Besluit micro-warmtekrachtinstallaties en warmtepompen

DEEL III: OFFERTEFORMULIER

ENERGIEZUINIG RENOVEREN? DIT ZIJN DE PREMIES DIE U KUNT KRIJGEN.

Uitvoeringsregeling subsidiëring energiebesparing bestaande koopwoningen

Voordeelgids Profiteer nu van 100 tot 700 cashback. Vervang uw verwarmingsketel en bespaar tot 35% op uw energieverbruik

ENERGIESUBSIDIES. Valérie de Groote INDEA 26 september 2013

Deel I. Overzicht. tegemoetkoming in de huurprijs lagere huurprijs door vermindering onroerende voorheffing tussenkomst huurwaarborg huurpremie

Premies Wonen Vlaanderen

100,00 voor 3 of 4 personen ten laste 200,00 voor 5 of 6 personen ten laste 300,00 voor 7 of meer personen ten laste

Energiepremies en energieleningen. Seminarie CIB - Ecohuis 26 april 2013

(van toepassing vanaf ) HOOFDSTUK I. - Definities.

Investeren in energiezuinige oplossingen? Dit zijn de premies die u kunt krijgen.

GEMEENTERAAD - BESLUIT

gevelverfraaiing (zie bijgevoegde lijst van subsidieerbare werken):

Reglement met betrekking tot toekenning van subsidies aan energiesnoeiersbedrijven

Informatieblad Warmtepomp

AANVRAAGFORMULIER VOOR HET PLAATSEN VAN EEN ZONNE- INSTALLATIE VOOR OPWEKKING VAN WARMTE

Federale Overheidsdienst FINANCIEN. Investeringsaftrek

ALGEMENE VOORWAARDEN ENERGIEPREMIES VOOR DE INDIVIDUELE WONINGEN

Besluit van de gemeenteraad

DOSSIER PREMIE ZONNE-INSTALLATIES

Subsidieregeling Energiezuinige Woning Zaanstad 2014

ENERGIEPREMIE 2012 VOOR GEBOUWEN VAN DE RESIDENTIËLE SECTOR

Na-isolatie van spouwmuren premies en communicatie 2012

DE BRUSSELSE GROENE LENING. Om energiebesparende werken in uw woning te financieren

Infofiche wonen. Hoogrendementsbeglazing

Provincieraadsbesluit

Subsidieregeling Energiebesparing bestaande woningbouw Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen;

Aanvraag van een vergoeding voor belangrijke wildschade of schade door beschermde soorten

Energiebesparende investeringen voor particulieren anno 2010

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d

Steunmaatregelen voor milieu- en energiebewust ondernemen

Adres : Telefoonr/GSM : heeft werken in het kader van duurzaam bouwen uitgevoerd aan de woning gelegen te

Transcriptie:

Interreg Eco2Profit Inventaris van ondersteuningsmaatregelen inzake duurzame energie in Vlaanderen en Nederland Alex Polfliet Zero Emission Solutions

Interreg Eco2Profit Kritische analyse van ondersteuningsmaatregelen inzake duurzame energie in Vlaanderen en Nederland Alex Polfliet Zero Emission Solutions bvba Ref. MSAP2011016 2

Partners: Met de steun van: Met financiële steun van: Ref. MSAP2011016 3

Ref. MSAP2011016 4

Inhoudstafel Revisie Overzicht... 7 Intellectuele eigendom... 7 Algemene contactgegevens... 8 1. Begunstigde van de studie... 8 2. Consultant... 8 I. Voorwoord... 9 I.1 Algemeen... 9 I.2 Omschrijving en afbakening van de opdracht... 9 I.3 Aanpak van het rapport en de inventaris... 9 I.4 Toelichting bij de vermelde budgetten... 10 II. Vlaanderen... 11 Inleiding... 12 Verhoogde fiscale aftrek voor bedrijven... 14 Belastingvermindering energiebesparing particulieren... 16 Groene lening... 18 6 % bij renovatie... 20 Vrijstelling van accijnzen... 22 Vlaamse dakisolatiepremie... 24 Premies netbeheerder... 26 Gemeentelijke premies voor particulieren... 28 Antwerpen: Provinciale energiesubsidies... 30 Limburg: Provinciale energiesubsidies... 32 Oost-Vlaanderen: Provinciale premies voor particulieren... 34 Vlaams-Brabant: Provinciale premies voor particulieren... 36 West-Vlaanderen: Provinciale premies voor particulieren... 38 Interreg IV A: Neem de mensen mee... 40 Korting onroerende voorheffing voor verlaagd E-peil... 42 CO2-neutrale bedrijventerreinen... 44 Thematisch energieadvies... 46 Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform... 48 PRODEM: Promotie en demonstratie van milieuvriendelijke technologieën... 50 Demonstratieproject VEA... 52 AGENTSCHAP ONDERNEMEN energiescan... 54 Benchmark convenant... 56 CO2-emissierechtenhandel... 58 Energie audit convenant... 60 KMO-portefeuille... 62 Ecologiepremie... 64 VLIF-steun... 66 Duurzame technologische ontwikkeling... 68 Ref. MSAP2011016 5

Groene stroom certificaten... 70 Warmtekrachtcertificaten... 72 Certificaten garantie van oorsprong... 74 Gratis eerste kilometer voor WKK-aansluiting... 76 Voorrang voor injectie stroom van HE of WKK... 78 Vrijstelling van injectietarieven voor groene stroom en WKK... 80 Nuttige groene warmte decreet... 82 III. Nederland... 84 Inleiding... 85 SDE+: Stimulering Duurzame Energieproductie 2011... 87 Leveranciersverplichting certificaten garantie van oorsprong... 89 EIA: Energie Investeringsaftrek... 91 MIA regeling... 93 VAMIL regeling... 95 Meerjarenafspraken MJA-3 en MEE... 97 Green Deal... 99 Warmte op Stoom : industriële restwarmte ( 2008-2012, is gesloten )... 101 Vrijstelling van belasting op aardgas voor WKK... 103 Regeling Meer met Minder (MMM)... 105 Regeling Schoon en Zuinig... 107 WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk)... 109 Financiering groenprojecten... 111 Voorrang voor duurzaam (injectie stroom van HE)... 113 MEI (marktintroductie Energie innovatie)... en IRE (Investeringsregeling Energiebesparing) 115 Regeling Praktijknetwerken... 117 Provinciale ondersteuningsmaatregelen... 119 Provinciale subsidies voor energie en milieu... 120 Ref. MSAP2011016 6

Revisie Overzicht 03/11/11: Basisversie Alex Polfliet, zaakvoerder 29/02/12: Finale versie Alex Polfliet, zaakvoerder Intellectuele eigendom Alle documenten die overgemaakt werden aan de partners van de stuurgroep van ECO2PROFIT en waarvoor het ereloon werd betaald behoren hen toe. Ref. MSAP2011016 7

Algemene contactgegevens 1. Begunstigde van de studie Eco2Profit Contactpersoon Naam: Isabelle Verdonck Functie: Expert Bedrijventerreinen, POM Antwerpen Tel. Nr.: +32 (0)3/240.68.12 E-mail: Isabelle.verdonck@pomantwerpen.be 2. Consultant Zero Emission Solutions bvba Contactpersonen Algemeen + Vlaanderen Waverstraat 1 Naam: Alex Polfliet 9310 Aalst Functie: Sustainable Energy Manager Tel. Nr.: +32 (0)5 341 66 66 Tel. Nr.: +32 (0)499 71 69 90 Fax: +32 (0)5 341 66 00 E-mail: alex.polfliet@zeroemissionsoluctions.com www.zeroemissionsolutions.com Nederland Naam: Paul Eyckman Functie: Zaakvoerder Hellemans Consultancy BV Tel. Nr.: +31 (0)6-10016390 E-mail: Eijkman@hellemansconsultancy.nl Ref. MSAP2011016 8

I. Voorwoord I.1 Algemeen De stuurgroep van het ECO2ROFIT-project, wenst in het kader van een Interreg Eco2Profitprogramma een inventaris te laten opmaken over ondersteuningsmaatregelen mbt energie (rationeel energiegebruik en hernieuwbare energie). Deze inventaris zal worden gebruikt om in een tweede fase hierover een kritische vergelijkende analyse te maken, teneinde voorstellen te formuleren aan beleidsmakers om de ondersteuningsmaatregelen te verbeteren en coherenter te maken. I.2 Omschrijving en afbakening van de opdracht Zero Emission Solutions zal een duidelijke, overzichtelijke en gestructureerde handleiding maken van alle beschikbare financiële steunmaatregelen ten gunste van energie-efficiëntie en duurzame energieproductie. De handleiding vermeldt : - de naam van de maatregel - het land waarin de maatregel van kracht is - de omschrijving van de doelstelling van de maatregel - de maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel - de minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel - het voorziene budget - de voorwaarden om de steun te bekomen - de formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen - het beleidsniveau dat deze maatregel beheert - de adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd - doelgroep - I.3 Aanpak van het rapport en de inventaris In overleg met de opdrachtgever ter gelegenheid van de kick-off meeting op 11 oktober jongstleden werd afgesproken dat Zero Emission Solutions de inventarisatie zou opvatten als een soort van steekkaarten systeem waarop per fiche de maatregel beknopt wordt weergegeven. De keuze voor een soort van fichesysteem moet het mogelijk maken om regelmatig een update te maken. Die inventaris van maatregelen zal onder de vorm van fiches voorlopig worden opgeleverd op 5 november 2011 om daarna op zwaarder papier te worden afgedrukt en in een klasseermap in 13 exemplaren afgeleverd. Daarnaast worden alle maatregelen digitaal opgeleverd in pdf-formaat. Met het oog op de kritische analyse worden de fiches ook reeds geïntegreerd in een opmaak tot eindrapport van de studie. Ref. MSAP2011016 9

I.4 Toelichting bij de vermelde budgetten De op de inventaris vermelde budgetten vermelden indicatief de budgetten die voor de maatregel zijn uitgetrokken. Indien budgetten voor 2012 reeds gekend zijn, wordt dit cijfer vermeld. Zoniet betreft het het bedrag voor 2011. Ref. MSAP2011016 10

II. Vlaanderen Ref. MSAP2011016 11

Inleiding Over het beleidsniveau De inventaris van ondersteuningsmaatregelen doet een poging tot volledigheid inzake alle maatregelen die van kracht zijn op het Vlaamse grondgebied. Eén opgenomen maatregel is van Europese aard (CO2 emissierechtenhandel) en geldt dus zowel in Vlaanderen als in Nederland. Sommige van deze maatregelen zijn ingesteld door het federale beleidsniveau en dus van kracht voor het hele Belgische grondgebied. Andere maatregelen zijn gemeentelijk of georganiseerd door een distributienetbeheerder en gelden bijgevolg niet voor het hele grondgebied. Toegankelijkheid van informatie Niet alle informatie die Zero Emission Solutions in de inventaris wou inbrengen is beschikbaar. In sommige gevallen betreft het wat verouderde data (al dateren de informatiebronnen nooit van voor 2010). Met name de informatie over het beschikbare totaalbudget is in vele gevallen niet beschikbaar. Zero Emission Solutions wil zich dan ook excuseren voor de onvolledigheid van dat deel van de informatie en hoopt deze in een verdere fase toch te kunnen aanvullen. Afbakening van de inventaris De inventaris neemt enkel de maatregelen op die een financieel voordeel opleveren, wat zich vertaalt in een subsidie of korting. Een gratis service die wordt aangeboden als bvb. het energieadvies bij nieuwbouw door het Vlaams Agentschap Ondernemen, wordt niet opgenomen omdat de inventaris in dat geval niet meer af te bakenen valt. Uiteraard worden meer algemene investeringssubsidies of ondersteuningsmaatregelen niet mee opgenomen omdat zij slechts een indirect effect hebben. Zo zal bvb. een projectontwikkelaar van windenergie of een HVAC-installateur mogelijks kunnen beroep doen op bvb. de notionele interest aftrek, wat zijn prijssetting kan verscherpen waardoor de koper of gebruiker van zijn product een indirect voordeel kan opleveren. Tenslotte zijn ook maatregelen mbt transport en transportbrandstoffen niet opgenomen. Europese de minimis'-regeling Referentie Verordening van de Commissie (EG) Nr. 1998/2006 van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de De-Minimissteun (Publicatieblad Nr. L 379, 28.12.2006, p.5), hierna genoemd "Verordening". Toepassingsgebied De Verordening is van toepassing op bedragen van staatssteun die van zo'n beperkte omvang zijn (zgn. De Minimis-steun) dat ze geen staatssteun vormen in de zin van artikel 87 (1) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Deze bedragen worden geacht geen invloed te hebben op de tussenstaatse handel of mededinging. De belangrijkste De Minimis' regels : - Het totaalbedrag dat een bedrijf kan ontvangen als indirecte staatssteun is beperkt tot een plafond van 200.000 euro per drie jaar per onderneming. Indien de verstrekking van Ref. MSAP2011016 12

een bepaalde dienst in het kader van een gesubsidieerde dienstverlening ertoe leidt dat een onderneming het steunplafond zou overschrijden, is deze verplicht voor de bedoelde dienst het totaalbedrag te betalen, d.i. met inbegrip van het gedeelte dat voorzien was voor subsidie. - De drie opeenvolgende jaren hebben een mobiel karakter: voor elke steun toegekend onder de De Minimisregeling dient het bedrag bepaald te worden van De Minimis steun toegekend gedurende drie opeenvolgende fiscale jaren (incl. het lopende fiscale jaar). - De Minimis-steun mag niet gecumuleerd worden met staatssteun ten behoeve van dezelfde in aanmerking komende kosten, indien dat zou leiden tot overschrijding van de maximale steunhoeveelheid zoals vastgesteld in de diverse vrijstellingsverordeningen of in beschikkingen van de Europese Commissie. - Alle overheidssteun moet worden opgeteld, zelfs indien die geheel of gedeeltelijk uit communautaire middelen wordt gefinancierd. Ref. MSAP2011016 13

Verhoogde fiscale aftrek voor bedrijven Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is België (het is een federale maatregel) De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Bedrijven die investeren in investeringen in hernieuwbare energie of energiebesparing, krijgen een verhoogde fiscale aftrek. Dit om dit soort investeringen aan te moedigen. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel 15,5 % extra aftrek (percentage voor 2012) bovenop de belastbare winst. Uitgaande van een bedrijfsbelasting van 34 %, komt dit neer op een netto subsidie van 5,27 %. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel 15,5 % in 2012 (in 2011 was dit 13,5 %) Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen Om in aanmerking te komen voor de investeringsaftrek moeten de investeringen aan 5 voorwaarden voldoen : 1. De investeringen moeten materiële of immateriële vaste activa zijn. 2. De investeringen moeten in nieuwe staat zijn verkregen of tot stand gebracht. 3. De activa moeten tijdens het jaar of het boekjaar zijn verkregen. 4. De activa mogen uitsluitend in België gebruikt worden voor het uitoefenen van de beroepsactiviteit. 5. De investeringen mogen niet behoren tot de bepaalde uitgesloten activa De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Om de investeringsaftrek te kunnen genieten, moet de belastingplichtige bij zijn fiscale aangifte waarin die aftrek is vermeld de volgende documenten voegen: 1. een ingevuld, gedateerd en ondertekend formulier nr. 276U. Vennootschappen krijgen dit samen met hun aangifteformulier toegestuurd. Particulieren kunnen het aanvragen bij de lokale controle waar de aangifte moet worden ingediend; 2. per categorie van vaste activa, een opgave voegen die voor elk activum vermeldt: 1. de datum van de aanschaffing of de totstandkoming; 2. de juiste benaming; 3. de aanschaffings- of beleggingswaarde; 4. de normale gebruiksduur en de afschrijvingsduur. 3. de bescheiden die nodig zijn voor een aftrek als 'energiebesparende investeringen' of als 'investeringen voor onderzoek en ontwikkeling' Ref. MSAP2011016 14

De investeringsaftrek gebeurt in de fiscale aangifte na aftrek van de vorige verliezen en is beperkt tot de overblijvende Belgische winst. De aftrek mag onbeperkt naar de volgende boekjaren worden overgedragen indien er geen of onvoldoende winst overblijft. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het federale ministerie van financiën De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Federale Overheidsdienst Financiën Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit North Galaxy - Koning Albert II-laan 33 1030 Brussel Tel. +32 2 576 21 11 Fax +32 2 572 57 57 info.tax@minfin.fed.be Meer informatie http://minfin.fgov.be/ Ref. MSAP2011016 15

Belastingvermindering energiebesparing particulieren Doelgroep Particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is België (het is een federale maatregel) De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Particulieren die investeren in energiebesparende maatregelen (8 technologieën, zie hieronder) of in een lage energiewoning, een passiefwoning of nul energiewoning, kunnen een belastingvermindering bekomen. Sommige belastingverminderingen zijn enkel van toepassing voor woningen die minstens 5 jaar in gebruik werden genomen bij de start van de werken. Voor 2012 werden deze fiscale gunstmaatregelen echter geschrapt. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Voor de vervanging en onderhoud van een oude stookketel: 40 %, max 2.830 Installatie van een geothermische warmtepomp: 40 %, max, 2.830 Plaatsen van hoogrendementsbeglazing: 40 %, max, 2.830 Investering in dakisolatie: 40 %, max, 2.830 Plaatsen van thermostatische kranen: 40 %, max, 2.830 Energieaudit van een woning: 40 %, max, 2.830 Installatie van een zonneboiler: 40 %, max, 2.830 Plaatsing van zonnepanelen: 40 %, max, 3.680 Passiefwoning: 850 gedurende10 jaar Nulenergiewoning: 1700 gedurende 10 jaar De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Afhankelijk van investering en belastingsvoet Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen de datum van betaling van de factuur is bepalend voor het aanslagjaar; sommige maatregelen zijn enkel van toepassing voor bestaande woningen (minstens 5 jaar in gebruik), voor andere maatregelen komen ook recentere woningen in aanmerking; overdraagbaarheid: bij woningen die al minstens 5 jaar in gebruik zijn bij de start van de werken wordt het restbedrag, boven de maximale aftrek, overgedragen naar de volgende 3 belastbare tijdperken; belastingkrediet: voor een aantal maatregelen is een belastingkrediet van toepassing (tot eind 2012). Ook wie weinig of geen belastingen betaalt, kan in dit geval toch genieten van deze belastingverminderingen; cumuleerbaar met andere premies en subsidies; Ref. MSAP2011016 16

de werken moeten uitgevoerd worden door een aannemer of een energieauditeur (maatregel energieaudit); alle facturen, ereloonnota's, betalingsbewijzen dienen ter beschikking gehouden te worden van de fiscus. De bewijsstukken zelf moeten niet opgestuurd worden; de aannemer moet de verplichte formuleringen op de factuur vermelden; zowel eigenaars, naakte eigenaars, huurders, erfpachters, opstalhouders, vruchtgebruikers kunnen de belastingvermindering aanvragen op voorwaarde dat de investeringen kunnen bewezen worden met een factuur op naam van de aanvrager. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Een kopie van de factuur of een betalingsbewijs ter beschikking houden van de belastingadministratie. De betreffende codes invullen op de belastingaangifte. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het federale ministerie van financiën De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Federale Overheidsdienst Financiën Administratie van de personenbelasting North Galaxy - Koning Albert II-laan 33 1030 Brussel Tel. +32 2 576 21 11 Fax +32 2 572 57 57 info.tax@minfin.fed.be Meer informatie http://minfin.fgov.be Ref. MSAP2011016 17

Groene lening Doelgroep Particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is België (het is een federale maatregel) De omschrijving van de doelstelling van de maatregel De federale overheid verleent een aantal voordelen voor leningen afgesloten door natuurlijke personen tussen 1 januari 2009 en 31 december 2011 die uitsluitend dienen om energiebesparende uitgaven als bedoeld in artikel 145 24, 1 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 te financieren. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel De federale overheid neemt de interest ten belope van 1,5% van deze leningen ten laste (interestbonificatie) en bovendien wordt voor de resterende interesten een belastingvermindering verleend. Deze belastingvermindering bedraagt 40% van de betaalde intresten, na aftrek van de intrestbonificatie. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Het ontleende bedrag moet minstens 1250 euro en mag hoogstens 15.000 euro bedragen. Deze grenzen gelden per kalenderjaar, per woning en per kredietnemer. Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen Leningen voor volgende toepassingen komen in aanmerking: - vervanging of onderhoud van een verwarmingsketel; - plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen of een zonneboiler; - installeren van een warmtepomp; - plaatsen van dubbele beglazing; - dak-, muur- en vloerisolatie; - plaatsen van thermostatische kranen of een klokthermostaat; - een energieaudit. De interestbonificatie en de belastingvermindering voor intresten van groene leningen wordt enkel toegekend voor hypothecaire leningen en consumentenkredieten voor energiebesparende uitgaven die bestemd zijn voor privédoeleinden. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen De kredietnemer dient via de kredietgever ten laatste op het ogenblik dat de leningsovereenkomst wordt ondertekend te verzoeken tot een toekenning van Ref. MSAP2011016 18

intrestbonificatie. De kredietgever is hierbij de tussenpersoon die zich tot de dienst bevoegd voor intrestbonificatie dient te wenden. De belastingvermindering voor intresten van groene leningen moet worden aangevraagd door in de belastingaangifte de passende codes in te vullen. De kredietgevers zullen de nodige attesten bezorgen om aanspraak te kunnen maken op de belastingvermindering. Deze attesten moeten ter beschikking worden gehouden van de belastingadministratie. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het federale ministerie van financiën De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Federale Overheidsdienst Financiën Administratie van de personenbelasting North Galaxy - Koning Albert II-laan 33 1030 Brussel Tel. +32 2 576 21 11 Fax +32 2 572 57 57 info.tax@minfin.fed.be Meer informatie http://www.minfin.fgov.be/portail2/nl/themes/dwelling/energysaving/green.htm Ref. MSAP2011016 19

6 % bij renovatie Doelgroep Eigenaars van gebouwen (particulier, bedrijf of non-profit) Het land waarin de maatregel van kracht is België (het is een federale maatregel) De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Voor nieuwbouwwoningen is een BTW-tarief van 21% van toepassing. Een woning renoveren kan aan een BTW-tarief van 6% (woningen vanaf 5 jaar oud). Deze maatregel is ook interessant voor energiebesparende maatregelen, zoals bvb.: de plaatsing van isolatie, zonneboiler, fotovoltaïsche zonnepanelen of het vervangen van een centrale verwarmingsketel, omdat hierop dan ook slechts 6% BTW dient te worden betaald. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel 6 % BTW. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel 6 % BTW Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen Om van het BTW-tarief van 6% te kunnen genieten moet aan volgende voorwaarden worden voldaan : Men mag de woning omvormen, renoveren, verbeteren, herstellen en onderhouden. Een oude woning volledig afbreken en herbouwen of alleen enkele muren behouden kan niet. Reinigingswerken, zoals het schoonmaken van ramen, zijn ook uitgesloten. Het moet gaan om een private woning. Kantoorgebouwen en winkels komen niet in aanmerking. Men moet de werken laten uitvoeren door een geregistreerd aannemer. Men moet de aannemer een attest laten afleveren waarin verklaard wordt dat de woning ouder is dan 5 jaar en dat deze voor private doeleinden zal gebruikt worden. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Geen Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het federale ministerie van financiën, BTW-administratie Ref. MSAP2011016 20

De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Federale Overheidsdienst Financiën Administratie van de personenbelasting North Galaxy - Koning Albert II-laan 33 1030 Brussel Tel. +32 2 576 21 11 Fax +32 2 572 57 57 info.tax@minfin.fed.be Meer informatie Vlaamse Confederatie Bouw Tel.: 02-545 57 49 E-mail : vcb@vcb.be Website : www.vcb.be Ref. MSAP2011016 21

Vrijstelling van accijnzen Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is België (het is een federale maatregel) De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Op elke MWh aardgas die verbruikt wordt, wordt een energiebijdrage (ook wel accijnzen genoemd) van momenteel 1,1966 /MWh aangerekend. Het gasverbruik voor WKK s en voor landbouwbedrijven wordt echter vrijgesteld van die bijdrage. De maatregel is dus deels (nl. mbt de kwijtschelding voor WKK s) ingegeven door het bevorderen van rationeel energieverbruik. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel De volledige kwijtschelding van de energiebijdrage. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel De volledige kwijtschelding van de energiebijdrage (er is geen tussenkorting ) Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen Om de vrijstelling te bekomen moet men een aanvraag (een zgn. vergunning energieproducten en elektriciteit) indienen bij de Gewestelijke Directie van Douane en Accijnzen. De vrijstelling geldt enkel voor het gasverbruik verbonden aan de WKK of het landbouwbedrijf, niet voor bvb het gasverbruik voor de verwarming van de privéwoonst gekoppeld aan het landbouwbedrijf. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Aan de hand van de NACE-code wordt bepaald of de aanvrager een bedrijf is dat tot de vrijgestelde sector behoort. Voor een WKK volstaat een verklaring op erewoord. Het formulier daarvoor vindt u op onderstaande website. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Douane en accijnzen, Ministerie van Financiën Ref. MSAP2011016 22

De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Gewestelijke directies van Douane en Accijnzen, adressen te vinden op onderstaande website Meer informatie http://fiscus.fgov.be/interfdanl/nl/index.htm Ref. MSAP2011016 23

Vlaamse dakisolatiepremie Doelgroep Particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Wie minimum 40 m² van het dak of de zoldervloer van zijn woning goed tot zeer goed isoleert, kan van de Vlaamse overheid een aanvullende premie krijgen. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel (*) de som van de door de netbeheerder en de Vlaamse overheid betaalde premies kan niet hoger zijn dan het betaalde factuurbedrag. Indien nodig wordt de Vlaamse premie afgetopt. Ook wie binnen de inkomens- en KI-grenzen valt van de Vlaamse verbeteringspremie komt in aanmerking (bruto jaarinkomen van 26.570 euro + 1.390 euro per persoon ten laste en KI van max. 1.200 euro) voor de verhoging indien de werken worden uitgevoerd door een aannemer. Hiervoor gebeurt de verhoging evenwel niet automatisch en dient de Vlaamse verbeteringspremie te worden aangevraagd. Afnemers die zowel beschermd zijn als onder de voorwaarden van de verbeteringspremie vallen kunnen maar 1 keer genieten van de verhoging. Beschermde afnemers zijn mensen die recht hebben op de sociale maximumprijzen. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel 500 Ref. MSAP2011016 24

Het voorziene budget 50 miljoen voor 2012. De voorwaarden om de steun te bekomen De premie moet niet afzonderlijk worden aangevraagd. Alles verloopt via de aanvraag bij de netbeheerder. Let er wel op dat de aanvraag tijdig wordt ingediend! Aanvragen voor facturen van 2011 is de uiterlijke indiendatum 30 juni 2012. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen De premie dient te worden aangevraagd bij de netbeheerder via een formulier dat ter beschikking wordt gesteld op de website of in de regionale kantoren van de DNB s. Bij de aanvraag dient een kopie van de factuur van de aannemer te worden gevoegd. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De distributienetbeheerders in uitvoering van een decretale openbare dienstverplichting. De VREG kijkt toe op naleving er van. De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd De websites van de distributienetbeheerders: www.eandis.be www.infrax.be Meer info www.eandis.be www.infrax.be Ref. MSAP2011016 25

Premies netbeheerder Doelgroep Bedrijven, particulieren en lokale besturen Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel De premies, die kaderen binnen de openbare dienstverplichting die distributienetbeheerders inzake rationeel energiegebruik hebben, zijn bedoeld voor particulieren, zelfstandigen, vrije beroepen, vzw s en openbare besturen. De premies die kunnen bekomen worden ondersteunen hoogrendementsbeglazing, warmtepompen, zonneboilers, condensatieketels, laag E-peil bij nieuwbouw, dak-, vloer en muurisolatie. De toepassingen waarvoor steun wordt gegeven wijzigen elk jaar en zijn verschillend voor de 2 overkoepelende netgebieden (Eandis en Infrax). Voor bedrijven en lokale besturen is er een premie voor snelheidsregelaars en hoogrendementsmotoren. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel De steun varieert jaarlijks en naar gelang de toepassing. Zo bekomt men voor het plaatsen van een warmtepomp via een aannemer 1700. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel De steun varieert jaarlijks en naar gelang de toepassing. Het voorziene budget Geen info, maar moet in theorie voldoende zijn om jaarlijks een energiebesparing van 2 % te realiseren. De voorwaarden om de steun te bekomen Om een premie bij een distributienetbeheerder aan te vragen moet het gebouw waarvoor de premie wordt aangevraagd gelegen zijn in het netgebied van die netbeheerder. Enkel toepassingen geïnstalleerd door een aannemer komen in aanmerking voor een premie. Doehet-zelvers kunnen bijgevolg geen premie aanvragen voor de aankoop van materialen. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen De premie dient te worden aangevraagd bij de netbeheerder via een formulier dat ter beschikking wordt gesteld op de website of in de regionale kantoren van de DNB s. Bij de aanvraag dient een kopie van de factuur van de aannemer te worden gevoegd. Ref. MSAP2011016 26

Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De distributienetbeheerders in uitvoering van een decretale openbare dienstverplichting. De VREG kijkt toe op naleving er van. De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd De websites van de netbeheerders: http://www.eandis.be/eandis/klant/k_energie_besparen.htm http://www.infrax.be/nl/premies-en-acties Meer info www.vreg.be/openbaredienstverplichtingen Ref. MSAP2011016 27

Gemeentelijke premies voor particulieren Doelgroep Particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Diverse gemeenten in Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Vele gemeenten in Vlaanderen reiken premies uit voor energiebesparende maatregelen of hernieuwbare energie. Dit kan gaan van isolatiepremies tot subsidie voor zonneboilers of zonnepanelen (al verdwijnen die laatste stilaan). Zo geeft bvb. de stad Kortrijk een premie voor dakisolatie, de stad Aalst een aanvullende gemeentelijke premie voor de plaatsing van een condensatieketel op aardgas en de gemeente Mortsel een gemeentelijke premie voor de plaatsing van een zonneboiler. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Verschillend van gemeente tot gemeente, van toepassing tot toepassing. De website www.energiesparen.be biedt een handige subsidiezoeker waar men op basis van de ingave van de gemeente of het postnummer kan traceren welke premies ter beschikking. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget Verschillend van gemeente tot gemeente De voorwaarden om de steun te bekomen Na te vragen bij de desbetreffende gemeente De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Verschillend van gemeente tot gemeente, maar over het algemeen een vrij eenvoudige procedure. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De gemeente De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Het gemeentehuis of de gemeentelijke website Ref. MSAP2011016 28

Meer informatie www.energiesparen.be of de gemeentelijke website Ref. MSAP2011016 29

Antwerpen: Provinciale energiesubsidies Doelgroep Particulieren De Provincie waarin de maatregel van kracht is Antwerpen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Sommige provincies in Vlaanderen reiken premies uit voor energiebesparende maatregelen of hernieuwbare energie, zoals bvb: Provincie Antwerpen: Zonneboilers De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Verschillend van provincie tot provincie, van toepassing tot toepassing. Provincie Antwerpen: Zonneboilers: 20 % van de investering De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget 200.000 De voorwaarden om de steun te bekomen Na te vragen bij de desbetreffende provincie De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Verschillend van provincie tot provincie, maar over het algemeen een vrij eenvoudige procedure. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De provincie Ref. MSAP2011016 30

De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Het provinciehuis of de provinciale website Meer informatie http://www.provant.be Ref. MSAP2011016 31

Limburg: Provinciale energiesubsidies Doelgroep Particulieren De provincie waarin de maatregel van kracht is Limburg De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Sommige provincies in Vlaanderen reiken premies uit voor energiebesparende maatregelen of hernieuwbare energie, zoals bvb: Provincie Limburg: diverse subsidies (zie verder) De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Provincie Limburg: Zonnepanelen: 2 /Wp Zonneboiler: max 750 Vloerisolatie: 10 /m² Dakisolatie: 10 /m² Groendak: 20 /m² Spouwmuurisolatie: 3 /m² Gevelisolatie: 3 /m² HR glas : 20 /m² Micro-WKK: 10 % investering, max. 500 Warmtepomp CV: 10 % investering, max. 500 Warmtepomp boiler: 10 % investering, max. 500 Warmtepomp: 1500 De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget Geen info De voorwaarden om de steun te bekomen Na te vragen bij de desbetreffende provincie De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Te consulteren op de website van de provincie, maar over het algemeen een vrij eenvoudige procedure. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De provincie Ref. MSAP2011016 32

De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Het provinciehuis of de provinciale website Meer informatie http://www.limburg.be http://www.limburg.be/ecache/15481/maak_kennis_met-subsidies.html Ref. MSAP2011016 33

Oost-Vlaanderen: Provinciale premies voor particulieren Doelgroep Particulieren De provincie waarin de maatregel van kracht is Oost-Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Sommige provincies in Vlaanderen reiken premies uit voor energiebesparende maatregelen of hernieuwbare energie, zoals bvb: Provincie Oost-Vlaanderen: Energiesnoeiers en dakisolatie De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel - Energiesnoeiers (4.000 aan energiesnoeiersbedrijven )en dakisolatie (max. 210 ) - Subsidies voor burgerinitiatieven klimaatverandering (Subsidies worden versterkt via CO²UPONs met een maximale waarde van 15.000 ) De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget Verschillend van provincie tot provincie De voorwaarden om de steun te bekomen Geen info De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Te consulteren op de website van de provincie, maar over het algemeen een vrij eenvoudige procedure. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De provincie De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Het provinciehuis of de provinciale website Ref. MSAP2011016 34

Meer informatie http://www.oost-vlaanderen.be http://www.oost-vlaanderen.be/public/wonen_milieu/milieu/subsidies/index.cfm http://www.oost-vlaanderen.be/public/wonen_milieu/energie/financieel/index.cfm Ref. MSAP2011016 35

Vlaams-Brabant: Provinciale premies voor particulieren Doelgroep Particulieren De Provincie waarin de maatregel van kracht is Vlaams-Brabant De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Sommige provincies in Vlaanderen reiken premies uit voor energiebesparende maatregelen of hernieuwbare energie, zoals bvb: Provincie Vlaams-Brabant: - dakisolatie en zonneboilers: verdubbeling van premie van netbeheerder voor het renoveren Woning De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen info De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget Verschillend van provincie tot provincie De voorwaarden om de steun te bekomen Na te vragen bij de desbetreffende provincie De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Te consulteren op de website van de provincie, maar over het algemeen een vrij eenvoudige procedure. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De provincie De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Het provinciehuis of de provinciale website Ref. MSAP2011016 36

Meer informatie www.vlaamsbrabant.be http://www.vlaamsbrabant.be/info/subsidies-overzicht.jsp Ref. MSAP2011016 37

West-Vlaanderen: Provinciale premies voor particulieren Doelgroep Particulieren De provincie waarin de maatregel van kracht is West-Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Sommige provincies in Vlaanderen reiken premies uit voor energiebesparende maatregelen of hernieuwbare energie, zoals bvb: Provincie West-Vlaanderen: - neem de mensen mee (zie aparte fiche) - Sensibiliseringsprogramma Energiejacht De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget Verschillend van provincie tot provincie De voorwaarden om de steun te bekomen Na te vragen bij de desbetreffende provincie De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Te consulteren op de website van de provincie, maar over het algemeen een vrij eenvoudige procedure. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De provincie De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Het provinciehuis of de provinciale website Ref. MSAP2011016 38

Meer informatie www.west-vlaanderen.be http://www.west-vlaanderen.be/kwaliteit/leefomgeving/milieu/energie/pages/default.aspx Ref. MSAP2011016 39

Interreg IV A: Neem de mensen mee Doelgroep Particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is De provincies Oost- en West-Vlaanderen en Zeeland De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Met het project 'Neem de mensen mee!' willen de provincies Oost-Vlaanderen, West- Vlaanderen en Zeeland (Nederland) burgers ondersteunen in hun initiatieven om de klimaatverandering te beperken (mitigatie) of aanpassingen aan de leefomgeving te realiseren (adaptatie). Ze worden als het ware 'burgerambassadeurs' in de strijd tegen klimaatverandering. Op die manier wordt ook het draagvlak vergroot. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Als burgerambassadeurs een stichting of vereniging meekrijgen in een duurzame actie kunnen ze financiële ondersteuning tot een maximum van 15.000 euro aanvragen in de vorm van een co2upon. Projecten worden voor 100% van de subsidiabele kosten gefinancierd, met een EFRO bijdrage van 50% van de totale kosten, de andere 50% bestaat uit provinciale cofinancieringsmiddelen van de drie deelnemende provincies. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel 1.500 Het voorziene budget Niet gekend De voorwaarden om de steun te bekomen Subsidieaanvragen mogen doorlopend ingediend worden tot 31 januari 2013 of totdat het maximum aan subsidies is verstrekt. De CO2UPON-regeling ondersteunt acties die aan de volgende criteria voldoen: a. Actieleider en partner(s) zijn rechtspersonen met statutaire zetel in België of Nederland en geen ondernemingen. b. De doelstelling van de actie dient inpasbaar te zijn binnen de doelstellingen van het project 'Neem de Mensen Mee'. Activiteiten mogen daarnaast niet strijdig zijn met beleid of regelgeving van de EU, de lidstaten Nederland en België, het Vlaams Gewest, de provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland, het Interreg-programma Vlaanderen-Nederland of gemeenten waarbinnen activiteiten in het kader van de actie plaatsvinden. Doelstelling en activiteiten mogen ook niet strijdig zijn met bevindingen uit het 'klimaateffectschetsboek', dat in het kader van het project is ontwikkeld. c. De actie richt zich (op een bij voorkeur originele wijze) op de doelstelling 'bewustwording omtrent klimaatverandering', de doelstelling 'mitigatie van de klimaatverandering' en/of de doelstelling 'adaptatie aan de klimaatverandering'. d. De actie heeft haar primaire ruimtelijke weerslag (lokatie(s) waar feitelijk activiteiten plaatsvinden) in de Euregio Scheldemond (Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Zeeland), bij voorkeur aan beide zijden van de grens Ref. MSAP2011016 40

e. De actie dient te voldoen aan de gestelde communicatievereisten, zoals verwoord in de communicatie handleiding. f. De actie is uitvoerbaar 6 maanden voorafgaand aan de einddatum van het project 'Neem de Mensen Mee' g. De subsidiabele kosten beslaan tenminste 1.500,00, het minimale bedrag dat met de CO2UPON beschikbaar kan worden gesteld. Enkel de hieronder vermelde kosten, te begroten en te declareren conform de handleiding Interreg, zijn subsidiabel: - kosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan cq. verbonden zijn met de actie; - kosten die gemaakt (betaald) worden binnen de duur van de actie; - personeelskosten, indien begroot volgens standaarduurtarief (zie handleiding Interreg); - vrijwilligersbijdragen, indien begroot zoals vergoed in eigen organisatie (max. 12 /u); - reiskosten, indien begroot zoals daadwerkelijk vergoed in de eigen organisatie; - overheadkosten (forfaitair 10 % van de personeelskosten); - leveringen (geen afschrijvingskosten) - diensten, inclusief advieskosten, voor zover aan de actie toe te rekenen; - externe kosten (leveringen, diensten) dienen altijd via originele facturen en betaalbewijzen te worden bewezen en indien van toepassing de wet op de overheidsopdrachten gevolgd; - (overige) maxima of corrigerende berekeningswijzen rondom kostensoorten worden niet gehanteerd. In de besluitvorming kan desondanks een project worden aangehouden of afgekeurd vanwege te hoog begrote kosten. h. De aanvraag voor een geldelijke steun voor de actie dient te zijn opgenomen in het aanvraagformulier en te voldoen aan de volgende vereisten: - Alle vragen zijn volledig, begrijpelijk en correct ingevuld - Een concrete en haalbare inhoudelijke projectomschrijving - Een concreet en haalbaar financieel overzicht - Andere gevraagde overzichten, bijlagen of motiveringen l. De Projectstuurgroep 'Neem de Mensen Mee' stelt geen (verdere) criteria vast ten aanzien van looptijd, omvang, ruimtelijke weerslag, ingebrachte kosten en financiering van de actie, doch behoudt ten allen tijde de mogelijkheid een project af te keuren op grond van een te korte of te lange looptijd, een te beperkte dan wel te grote financiële omvang, of een ruimtelijke weerslag, een kostenplan of een financieringsplan. m. De bijdrage uit de middelen van het fonds kan niet worden gebruikt als cofinanciering binnen een met Europese middelen ondersteund project. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Het invullen van een aanvraagformulier Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland (Nederland) De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Zeeland: Vincent Klap (0031)-(0)118-75 21 20, va.klap@zeeland.nl West-Vlaanderen: Doenja Lefebure 050/40 31 73, doenja.lefebure@west-vlaanderen.be Oost-Vlaanderen: Saskia van der Stricht 09/267 78 16, saskia.van.der.stricht@oostvlaanderen.be Meer informatie http://www.west-vlaanderen.be/kwaliteit/leefomgeving/milieu/energie/pages/default.aspx Ref. MSAP2011016 41

Korting onroerende voorheffing voor verlaagd E-peil Doelgroep Korting onroerende voorheffing voor verlaagd E-peil Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Indien men na 1 januari 2008 een energiezuinige nieuwbouwwoning heeft geplaatst, waarvoor een energieprestatiecertificaat bouw werd afgeleverd, kan men vanaf aanslagjaar 2009 in aanmerking komen voor een vermindering van de onroerende voorheffing. De korting bedraagt 20% van de jaarlijkse onroerende voorheffing voor woongebouwen met een E-peil van E60 of lager en 40% voor woongebouwen met een E-peil van E40 of lager. De vermindering is geldig gedurende 10 jaar. Indien men reeds over een energieprestatiecertificaat bouw beschikte voor 1 januari 2008 (met een E-peil onder E40 of E60), vangt de termijn van 10 jaar eveneens pas aan vanaf aanslagjaar 2009. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel 40 % korting op de onroerende voorheffing De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel 20 % korting op de onroerende voorheffing Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen Een laag E-peil van minstens < E60 hebben. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Automatisch toegekend op basis van aanslagbiljet waarop dit luik voorzien is. Indien dit niet gebeurt kan men een bezwaarschrift indienen. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Ministerie van Financiën van de Vlaamse Gemeenschap Ref. MSAP2011016 42

De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Provincie Oost-Vlaanderen Mercurius gebouw Bauwensplaats 13 - bus 1 9300 AALST Provincie West-Vlaanderen Koningin Astridlaan 29 5de verdieping 8200 SINT-MICHIELS (BRUGGE) Provincie Antwerpen Anna Bijns gebouw Lange Kievitstraat 111-113 bus 81 2000 ANTWERPEN Provincie Limburg Hendrik Van Veldeke gebouw Koningin Astridlaan 50 3500 HASSELT Provincie Vlaams Brabant Diestsepoort 6 3000 LEUVEN Brussel Ellips gebouw Koning Albert II-laan 35 bus 62 1030 BRUSSEL Meer info http://belastingen.vlaanderen.be Ref. MSAP2011016 43

CO2-neutrale bedrijventerreinen Doelgroep Bedrijven en intercommunales (projectontwikkelaars van bedrijventerreinen). Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel De Vlaamse overheid wil ontwikkelaars van CO2-neutrale terreinen tot 30 % subsidie geven als ook de kandidaat-investeerders hun CO2-neutraliteit bewijzen. Deze neutraliteit is alleen verplicht voor het elektriciteitsverbruik, dus bvb. niet voor lokaal gas- of stookolieverbruik. Bedrijven gelegen op het bedrijventerrein genieten dus onrechtstreeks ook van de voordelen aangezien zij minder kosten (investering- en onderhoud van het terrein en de nutswegen) zullen hebben. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel 30 % van de investering De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel geen Het voorziene budget Geen info De voorwaarden om de steun te bekomen Het Besluit van de Vlaamse Regering dd. 16/05/07 omschrijft de voorwaarden waaraan bedrijventerreinen moeten voldoen teneinde in aanmerking te komen voor ondersteuning. Inhoudelijk zijn de artikels 7, 8 en 13 van belang: Art. 7. 1. Het inrichtingsplan bevat minstens een beschrijving van de bestaande toestand, de algemene inrichtingsprincipes met de interne en externe ontsluitings- en nutsinfrastructuur van het terrein in relatie tot het omgevende plangebied, de stedenbouwkundige en de economische aspecten van het terrein en geeft de mogelijkheden tot ecologische en algemene veiligheidsmaatregelen aan. Het wordt voor advies inzake veilige inrichting aan de bevoegde autoriteiten voorgelegd. Het kan bestaan uit een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan dat voldoet aan de hiervoor vermelde bepalingen. Bij gebrek hieraan moet nog een (aanvullend) inrichtingsplan opgesteld worden. Het inrichtingsplan bevat alleszins maatregelen die leiden tot een intensief flexibel ruimtegebruik, zowel op de openbare als op de private eigendommen in functie van de geplande economische activiteiten en maatregelen die de CO2-neutraliteit van het terrein garanderen. 2. De volgende onderdelen van het inrichtingsplan moeten onverminderd het artikel 13 en 14 specifiek uitgewerkt worden : Ref. MSAP2011016 44

1 deelplan CO2-neutraliteit : bevat de maatregelen die de ontwikkelaar neemt om de CO2-neutraliteit van het terrein te garanderen. Dit onderdeel wordt ter advisering voorgelegd aan het Vlaams Energieagentschap dat een niet-bindend advies zal verlenen binnen een termijn van twintig werkdagen. ( ) Art. 8. Het herinrichtingsplan schetst de verouderingsproblematiek op het bedrijventerrein met de sterke en de zwakke punten ervan. Het geeft een beschrijving van de doelstellingen van de herinrichting en van de mogelijkheden inzake verduurzaming op economisch, juridisch, ruimtelijk, technisch vlak en vermeldt het stappenplan tot herstructurering. Een herinrichtingsplan bevat de onderdelen vermeld in artikel 7, 2 in functie van de bestaande toestand. Het herinrichtingsplan bevat in elk geval de maatregelen die worden genomen om aan de CO2-neutraliteit van het terrein te voldoen en wordt ter advisering voorgelegd aan het Vlaams Energieagentschap dat een niet-bindend advies zal verlenen binnen een termijn van twintig werkdagen. Deze verplichting geldt enkel bij de uitgifte van nieuwe kavels. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Bij de ontwikkeling van het terrein maximale energiezuinigheid nastreven bij de inrichting van de nutsvoorzieningen en de infrastructuurwerken; Het investeringsproject screenen op maximale energiezuinigheid: ook de kandidaatinvesteerders moeten daartoe hun CO2-neutraliteit in elektriciteitsverbruik bewijzen. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het agentschap ondernemen van de Vlaamse Gemeenschap De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Agentschap Ondernemen Dienst Ruimtelijke Economie Koning Albert II-laan 35, bus 12 1030 Brussel T 02 553 37 49 Contactpersonen: Lut Slabbinck & Koen Vermoesen ruimtelijke.economie@vlaanderen.be www.agentschapondernemen.be Het is echter het Vlaams Energie Agentschap (VEA) die het inrichtingsplan zal controleren. Meer info http://ae.vlaanderen.be/html_omgevingsfactoren/html_bijlages_bedrijfsterreinen/handleidin g_co2_neutraliteit.pdf (handleiding CO2-neutraliteit) Ref. MSAP2011016 45

Thematisch energieadvies Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Voor specifieke thema s (verlichting, perslucht, HVAC, WKK,...) kan men via het AGENTSCHAP ONDERNEMEN een audit laten uitvoeren door gespecialiseerde energiestudiebureaus. Voor specifieke energiethema's kan ook VITO de studies voor KMO's uitvoeren die door het EFROproject Prodem financieel worden gesteund. Het betreft een EFRO-project dat wellicht eind oktober 2012 af loopt. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Het Agentschap Ondernemen komt financieel tussen voor 50% van de kosten met een max. van 5.000 EUR De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel 50 % van de kost voor de audit. Het voorziene budget Geen info De voorwaarden om de steun te bekomen Vooreerst moet een AGENTSCHAP ONDERNEMEN-energiescan worden uitgevoerd of energieadvies bij nieuwbouw of renovatie zijn gegeven (ook via AGENTSCHAP ONDERNEMEN aan te vragen) VZW's en overheid zijn uitgesloten. Grote ondernemingen komen ook in aanmerking op voorwaarde dat de bedrijfsvestiging niet meer dan 250 werknemers tewerkstelt en het energieverbruik van deze bedrijfsvestiging niet groter is dan 25.000 MWh/jaar. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen De audit moet worden uitgevoerd door een door AGENTSCHAP ONDERNEMEN erkend gespecialiseerd energiestudiebureau. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het Vlaams Agentschap Ondernemen Ref. MSAP2011016 46

De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Agentschap Ondernemen Dienst Ruimtelijke Economie Koning Albert II-laan 35, bus 12 1030 Brussel T 02 553 37 49 Contactpersonen: Lut Slabbinck & Koen Vermoesen ruimtelijke.economie@vlaanderen.be www.agentschapondernemen.be Meer info http://www.agentschap Ondernemen.be Ref. MSAP2011016 47

Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Het Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform (MIP) werd na beslissing van de Vlaamse Regering in 2005 opgestart als een competentiepool waarin de beleidsdomeinen Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) en Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) samenwerkten. MIP stimuleert bedrijven om te investeren in nieuwe producten, processen en diensten die de impact op het milieu verminderen. MIP mikt hierbij op het sluiten van materiaal- en proceskringlopen volgens de Cradle-to-Cradle filosofie én op de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor slimme energieopwekking. MIP ondersteunt de transitie naar een nieuwe economie waarin men de consumptie en economie kan loskoppelen van de ecologische impact op onze aarde. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel De financiële tegemoetkoming die MIP voor haar rekening neemt bedraagt maximaal 50% van de kost. De steun voor bedrijven verloopt via het IWT en voor onderzoeksinstellingen via MIP. Bedrijven kunnen ook in-kind bijdragen waardoor de onderzoeksinstellingen meer middelen krijgen van MIP De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget 10 miljoen euro De voorwaarden om de steun te bekomen MIP beschikt over twee financieringsprogramma s: PROGRAMMA 1: Opzetten en uitvoeren van onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten Dit programma richt zich specifiek tot vraaggedreven onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten waarbij, in lijn met het vroegere MIP, onderzoeksinstellingen volledige financiering krijgen. Om het vraaggedreven karakter van het onderzoek te garanderen, voorzien bedrijven een evenwaardig pakket aan middelen binnen het project. Nieuw is het gebruik van een callsysteem. Projecten die voldoen aan de volgende criteria krijgen voorrang: 100% efficiënt gebruik van grondstoffen geen netto emissies (water, lucht, bodem, afval) geen gebruik van toxische stoffen in producten het concept van een gesloten cyclus in zich dragen Ref. MSAP2011016 48

Experts van het IWT (Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen) staan in voor de inhoudelijke evaluatie. Op basis van deze evaluatie is het aan de Raad van bestuur van VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) om de projecten al dan niet goed te keuren. Tip: Bedrijven kunnen binnen dezelfde aanvraagprocedure ook steun krijgen van het IWT. PROGRAMMA 2: Opzetten van duurzame product- en procescycli Het centrale instrument in dit programma is de haalbaarheidsstudie. MIP ondersteunt bedrijven of clusters van bedrijven die businessmodellen, met als basis duurzaam materiaalen energiegebruik, op de vrije markt wensen te lanceren. Dit soort projecten verloopt in nauw overleg met de betrokken overheden. Als regelgever zijn zij immers intensief betrokken bij het opstellen van de haalbaarheidsstudie. In deze studies zal MIP zich inzetten om experts uit diverse domeinen zoals juristen, technologen, projectleiders, economisten en marketeers te laten samenwerken. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen De indiening van een MIP-ICON projectvoorstel kan indien gewenst worden voorafgegaan door een adviserend gesprek met MIP en kan de nodige ondersteuning geboden worden in de patnersearch. Interessant om weten is dat de MIP-ICON procedure sterk afgestemd is op de IWT-O&O-bedrijfsprojectenprocedure zodat deelnemende partners de mogelijkheid hebben om rechtstreeks binnen de MIP-ICON aanvraag IWT-steun te vragen. Een MIP-ICON aanvraag wordt ingediend via de website door een consortium van bedrijven en onderzoeksinstellingen, waarbij de aanvraagcoördinator instaat voor de coherentie van het aanvraagdossier. Binnen één MIP-ICON aanvraag kan steun gevraagd worden voor de onderzoeksinstellingen via MIP, en kunnen de bedrijven die voldoen aan de IWTvoorwaarden meteen een aanvraag indienen voor IWT-steun. Een aanvraag voor een MIP-haalbaarheidsstudie wordt ingediend door een cluster van bedrijven. Het aantal bedrijven dat per haalbaarheidsstudie wordt voorgesteld is minimum drie, waarbij aan de term 'bedrijf' een ruime interpretatie mag gegeven worden. De cluster van bedrijven duidt één coördinator aan die de coördinerende rol op zich zal nemen en tevens optreedt als spreekorgaan en vertegenwoordiger van de cluster ten aanzien van MIP. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De Vlaamse ministeries van Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) en Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd MIP Roderveldlaan 5-1ste verdieping B - 2600 BERCHEM Tel. +32 3 286 74 58 Fax +32 3 286 74 56 info@mipvlaanderen.be Meer info http://www.mipvlaanderen.be/ Ref. MSAP2011016 49

PRODEM: Promotie en demonstratie van milieuvriendelijke technologieën Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Via PRODEM, het PROmotie- en DEMonstratiecentrum voor milieu- en energievriendelijke technologie, stelt VITO haar uitgebreide kennis ter beschikking van de Vlaamse kmo's. PRODEM hielp de laatste jaren ruim 300 kmo's bij het zoeken en realiseren van vernieuwende oplossingen om duurzamer te produceren. Zowel technologieleveranciers als productiebedrijven kloppen bij PRODEM aan voor resultaatgerichte projecten. Ze beogen allen de toepassing van nieuwe technologieën die de brug leggen tussen ecologie en economie. Bij PRODEM vertalen de VITO-experten hun expertise naar concrete oplossingen op maat van elke KMO. Ondersteuning van het Vlaamse Gewest en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) maakt het mogelijk om dit onderzoek ook betaalbaar te houden voor de KMO. De maatregel loopt af in oktober 2012. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Het VITO begeleid de projecten tegen gereduceerde kost, dankzij de ondersteuning die zij bekomen vanuit EFRO. Welke korting wordt gegeven is niet transparant. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen info (zie hierboven) Het voorziene budget Geen info De voorwaarden om de steun te bekomen Een voldoende innovatief project voorleggen aan VITO. Zij beoordelen of de verwachte of gebruikte technologie voldoende nieuw is. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Aanvraag met projectomschrijving richten aan VITO. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) Ref. MSAP2011016 50

De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd VITO Regio Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen Karen Vanderstraeten Tel. + 32 59 24 27 60 Fax + 32 14 33 55 99 GSM: + 32 499 54 67 78 VITO Regio Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg Michel Lievens Tel. + 32 14 33 69 14 Fax + 32 14 32 65 86 GSM: + 32 478 48 53 96 Meer info http://www.vito.be/vito/nl/homepageadmin/home/kmo/kmocontact Ref. MSAP2011016 51

Demonstratieproject VEA Doelgroep Bedrijven, non-profit en overheden Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel De maatregel wil via demonstratieprojecten innovatieve energietechnologieën of (ver)bouwconcepten ondersteunen om rationeel energieverbruik en hernieuwbare energie stimuleren. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Maximaal 35% van de investerings- en studiekosten die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het project; Dit zijn de investeringskosten (exclusief BTW) in installaties, machines en uitrustingen die rechtstreeks betrekking hebben op de toepassing van het innoverende deel van de gedemonstreerde technologie of het gedemonstreerde (ver)bouwconcept, alsook studie- en ontwerpkosten die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het project. De ondersteuning is beperkt tot 150.000 euro per project. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget Het budget voor de call september 2011 bedroeg 400.000 euro. Begin 2012 wordt een nieuwe call georganiseerd. De voorwaarden om de steun te bekomen De steun is niet cumuleerbaar met andere subsidiemaatregelen. De steun kan worden toegekend aan natuurlijke personen, ondernemingen, niet-commerciële instellingen en publiekrechtelijke rechtspersonen. Het Vlaams Energieagentschap onderzoekt de ontvankelijkheid van de aanvraag, met name of het project: reproduceerbaarheid bezit. Een project dat zo specifiek is dat het geen navolging kan vinden, komt niet in aanmerking. gericht is naar een rationeel energieverbruik en gepaard gaat met een voldoende grote energiebesparing in vergelijking met een traditionele installatie of traditioneel gebouw. De (energetische) terugverdientijd wordt berekend op basis van de energiebesparing en de meerkost van de nieuwe energietechnologie of de innoverende producten in vergelijking met een klassieke installatie of de traditionele producten die hetzelfde doel beogen. De (energetische) terugverdientijd bedraagt minimaal 5 jaar. De nieuwe technologie moet dus gepaard gaan met een duidelijke meerkost. De (energetische) terugverdientijd van projectvoorstellen met een technologische focus bedraagt maximaal 12 jaar. Ref. MSAP2011016 52

De projecten moeten echter ook van die aard zijn dat zij commercialiserings- en rendabiliteitsvooruitzichten blijven bieden. De (energetische) terugverdientijd van projecten met een focus op een zeer ingrijpende verbetering van energieprestaties van gebouwen bedraagt maximaal 30 jaar. De projectindiener dient in zijn aanvraag de energiebesparing en de meerkost duidelijk aan te geven. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Via een wedstrijdformule zal het projectvoorstel worden beoordeeld en al of niet subsidie worden toegekend. De evaluatie gebeurt op basis van verschillende criteria zoals onder andere de innovatieve waarde, reproduceerbaarheid, energiebesparing, kennisdiffusie Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het Vlaams Energie Agentschap De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Vlaams Energie Agenstchap Gebouw Graaf de Ferraris Koning Albert II-laan 20 bus 17 1000 Brussel Tel : 02/553.46.00 Fax : 02/553.46.01 Frank Van Droogenbroeck frank.vandroogenbroeck@vea.be Meer info http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/reg/doc/demonstratieprojecten_bro chure2011.pdf Ref. MSAP2011016 53

AGENTSCHAP ONDERNEMEN energiescan Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Accountmanagers van het AGENTSCHAP ONDERNEMEN brengen een bedrijfsbezoek en maken een oppervlakkige scan van het energieverbruik en mogelijke in te voeren maatregelen. Zij brengen energieverbruikers in kaart en stellen haalbare energiebesparingsmaatregelen voor. De beschikbare subsidies worden mee in kaart gebracht. Voorlopig loopt dit project tot eind 2012, maar mogelijks wordt dit verlengd. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Een gratis energiescan De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget Geen info De voorwaarden om de steun te bekomen De AGENTSCHAP ONDERNEMEN-energiescan is enkel toegankelijk voor bedrijven. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Via eenvoudige aanvraag (mail) bij het AGENTSCHAP ONDERNEMEN. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het Vlaams Agentschap Ondernemen De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Agentschap Ondernemen Dienst Ruimtelijke Economie Koning Albert II-laan 35, bus 12 1030 Brussel T 02 553 37 49 Ref. MSAP2011016 54

Antwerpen Lange Lozanastraat 223 2018 Antwerpen Fax 03 260 87 07 Limburg Kempische Steenweg 305 bus 201 3500 Hasselt Fax 011 29 20 01 Oost-Vlaanderen Seminariestraat 2 9000 Gent Fax 09 267 40 60 Vlaams-Brabant VAC Dirk Bouts Diestsepoort 6, bus 31 3000 Leuven Fax 016 31 10 51 West-Vlaanderen Jan Breydellaan 107 bus 1 8200 Sint-Andries/Brugge Fax 050 32 50 01 Hoofdzetel Koning Albert II-laan 35 bus 12 1030 Brussel Fax 02-553.38.69 Meer info http://www.agentschap Ondernemen.be Ref. MSAP2011016 55

Benchmark convenant Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Het Benchmarkingconvenant is opgesteld voor grote energie-intensieve bedrijven, uit alle industriële sectoren. De toetreding gebeurt per vestiging. Een ondergrens van 0,5 PJ primair energieverbruik per vestiging wordt gehanteerd. In specifieke gevallen kunnen bedrijven beneden 0,5 PJ toch beslissen om toe te treden tot het benchmarkconvenant. Het convenant loopt tot 2012. Door toe te treden tot het convenant gaan de bedrijven de verplichting aan om de energieefficiëntie van hun procesinstallaties op wereldtopniveau te brengen en/of te behouden tegen 2012, er mee rekening houdend dat het wereldtopniveau ook zal verbeteren in de tussenliggende periode. Het bedrijf maakt, uiterlijk anderhalf jaar na toetreding tot het convenant, een Energie Plan op, waarin alle maatregelen zijn opgenomen die nodig zijn om de achterstand tot de wereldtop blijvend te overbruggen. In het convenant wordt een fasering voorgeschreven hoe snel die maatregelen moeten worden uitgevoerd, afhankelijk van de economische rendabiliteit. Vanaf dan zal het bedrijf jaarlijks een opvolging- en monitoringverslag opstellen. Als tegenprestatie voor de inspanningen van de bedrijven garandeert de Vlaamse Overheid dat zij geen bijkomende maatregelen aan de bedrijven zal opleggen op gebied van rationeel energiegebruik of CO2; in het bijzonder geldt dit voor taksen of emissieplafonds. Verder zal ze alles in het werk stellen om voor de convenantbedrijven vrijstelling te verkrijgen van bijkomende Belgische of Europese maatregelen De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Belastingsverminderingen: korting op de federale bijdrage, korting op de kost voor Groene Stroom Certificaten, korting op de energiebijdrage. Uiteraard resulteert het Energie Plan ook in belangrijke energiebesparingen. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget Geen De voorwaarden om de steun te bekomen Een primair energieverbruik hebben dat groter is dan 0,5 PJ/jaar, toegetreden zijn tot de bench mark convenant en een energieplan opstellen en dit uitvoeren. Ref. MSAP2011016 56

De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Ondernemingen en Sectororganisaties kunnen tot dit convenant als partij toetreden, als zij de uit dit convenant voor hen voortvloeiende verplichtingen zonder voorbehoud aanvaarden. Bedrijven die wensen toe te treden delen hun wens om toe te treden tot dit convenant bij aangetekende brief mede aan de Commissie Benchmarking. Een Onderneming verklaart daarbij tevens voor welke grote energie-intensieve vestigingen zij wenst toe te treden (Verklaring van deelname). De Commissie Benchmarking toetst of de rechtspersoon die wenst toe te treden, voldoet aan de voorwaarden en deelt de betrokken rechtspersoon binnen 4 weken na ontvangst van de aanvraag per aangetekende brief mee of zij al dan niet aan die eisen voldoet. Indien dit zo is zijn de verplichtingen uit de convenant meteen van kracht. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De berekeningen en de uitvoering van het convenant zijn zeer belangrijk en worden zeer nauwkeurig opgevolgd door het Verificatiebureau. Dit verificatiebureau dient de benchmarkconsultants en de gebruikte methodieken goed te keuren vooraleer het benchmarkonderzoek start. Het keurt en verifieert ook het ingediende Energie Plan, de uitvoering van de maatregelen en de monitoring en verslaggeving. Het stelt adviezen en verslagen op ten behoeve van de Commissie Benchmarking. De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu, Natuur en Energie VBBV (Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen) Roderveldlaan 5/1 2600 BERCHEM tel: +32 3 2867430 fax: +32 3 2867439 vbbv@vbbv.be Meer info http://www.benchmarking.be/nl Ref. MSAP2011016 57

CO2-emissierechtenhandel Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is België - Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Via het European Trading Scheme (ETS) kunnen bedrijven die tot het Nationaal Actie Plan of het Vlaams Toewijzingsplan CO2-emissierechten en die dus emissierechtenplichtig zijn emissierechten (EUA, European Union emission Allowances) verhandelen. Het betreft bedrijven met een minimum jaarverbruik >0,5 PJ (dezelfde bedrijven die tot de Bench mark convenant kunnen toetreden). De bedrijven in kwestie kregen een basisallocatie. Indien bedrijven beter scoren inzake CO2-emissies (door bvb. energiebesparingsmaatregelen of door het implementeren van hernieuwbare energie op de betrokken site), hebben zij dus een overschot aan rechten dat zij kunnen verkopen aan bedrijven die een tekort aan rechten hebben doordat zij bvb. teveel energie verbruikten. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel De verkoopprijs van de rechten is dus eigenlijk de indirecte ondersteuning die bedrijven die tot het NAP behoren, bekomen. Op onderstaande grafiek wordt de marktprijs van die emissierechten weergegeven (Y-as = /ton): De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet van toepassing Ref. MSAP2011016 58

Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen Opgenomen zijn in het Nationaal Actie Plan (België) en dus als Vlaams bedrijf in het Vlaams Toewijzingsplan CO2-emissierechten. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Emissierechten kunnen enkel verhandeld worden via het European Trading Scheme die de data beheert van alle in Europa bij de respectievelijke nationale actieplannen opgenomen emissierechtenplichtigen. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Aangezien het dezelfde bedrijven betreft, is dit ook het verificatiebureau voor de bench mark convenant De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu, Natuur en Energie VBBV (Verificatiebureau Benchmarking Vlaanderen) Roderveldlaan 5/1 2600 BERCHEM tel: +32 3 2867430 fax: +32 3 2867439 vbbv@vbbv.be Meer info http://www.benchmarking.be/nl/andere_emissierechten.asp Ref. MSAP2011016 59

Energie audit convenant Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Dit Auditconvenant is er op gericht dat zoveel mogelijk industriële eindgebruikers van energie (jaarverbruik tussen 0,1 en 0,5 PJ primair) vooraanstaand worden en blijven op gebied van energie-efficiëntie. De convenant loopt af in 2013. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Kortingen op federale en energiebijdrage Uiteraard resulteert het Energie Plan ook in belangrijke energiebesparingen. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet van toepassing Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen In de feiten is het te laat om toe te treden tot de energie audit convenant, gelet op onderstaande timing: Ref. MSAP2011016 60

Indienen energieplan bij verificatiebureau uiterlijk 1 jaar na dag van Verklaring van Deelname door bedrijf aan de auditconvenant Uiterlijk 4 jaar na aanvaarding energieplan: uitvoeren van alle maatregelen met een interne rentevoet of IRR van minstens 15% na belastingen Indienen geactualiseerd energieplan bij verificatiebureau uiterlijk voor 10/6/2009 Uiterlijk 4 jaar na aanvaarding geactualiseerd energieplan: uitvoeren van alle maatregelen met een IRR van minstens 13,5% na belastingen Jaarlijks voor 1 april (ten vroegste 6 maand na indienen energieplan): uitbrengen verslag aan verificatiebureau van energieverbruik, vermeden CO2-emissies van vorig kalenderjaar en uitgevoerde maatregelen. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Toetreden (maar termijn voor toetreding is intussen verstreken) Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het verificatiebureau Auditconvenant Vlaanderen De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Verificatiebureau Auditconvenant Vlaanderen Roderveldlaan 5/1 2600 BERCHEM tel: +32 3 2867430 fax: +32 3 2867439 vbbv@vbbv.be Meer info http://www.auditconvenant.be Ref. MSAP2011016 61

KMO-portefeuille Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel De kmo-portefeuille is een laagdrempelige en interactieve webtoepassing waarlangs ondernemers subsidies kunnen bekomen voor ondersteuning in hun processen van ondernemen, innoveren en internationaliseren. De in aanmerking komende diensten werden onderverdeeld in vijf pijlers: opleiding, advies, technologieverkenning, advies voor internationalisering en strategisch advies. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget 33.480.000 De voorwaarden om de steun te bekomen De kmo-portefeuille richt zich tot vrije beroepen, kleine en middelgrote ondernemingen met een exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest, op voorwaarde dat zij cumulatief aan volgende voorwaarden voldoen: Tewerkstelling minder dan 250 Jaaromzet maximum 50 miljoen ofwel balanstotaal maximum 43 miljoen Enkel ondernemingen die een aanvaardbare hoofdactiviteit uitoefenen kunnen steun aanvragen. Een lijst van de Nace-codes van deze sectoren kan men raadplegen op de website www.kmo-portefeuille.be. De steun kan enkel verkregen worden bij de aankoop van ondernemerschapsbevorderende diensten die verleend worden door erkende dienstverleners. Ref. MSAP2011016 62

De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Vooraleer men een subsidie kunt aanvragen moet men zich als gemachtigde van de onderneming registreren op de website aan de hand van het federaal token of het e-id (elektronische identiteitskaart). Vooraleer men de aanvraag indient moet men een overeenkomst afgesloten hebben met een erkende dienstverlener. Best vraagt men dan zo snel mogelijk de subsidie aan. Dit moet gebeuren binnen de 14 kalenderdagen na aanvang van de prestaties. De eigenlijke aanvraagprocedure verloopt via de instructies vermeld op de website www.kmo-portefeuille.be. Bij een subsidieaanvraag voor strategisch advies moet naast het indienen van de subsidieaanvraag ook de overeenkomst aan het Agentschap Ondernemen (Vlaamse overheid) bezorgd worden. Het agentschap moet zich hiermee immers akkoord verklaren. Een uitspraak over het al dan niet in aanmerking komen voor de pijler strategisch advies gebeurt binnen de 30 kalenderdagen. Het bedrijf wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. Op het einde van het adviestraject (wanneer de klant al meer dan 80% van het globale factuurbedrag uit zijn KMO-portefeuille wil betalen) moet een kopie van het advies en een verslag van de dienstverlener aan het Agentschap Ondernemen bezorgd worden en moet het Agentschap Ondernemen zich hiermee opnieuw akkoord verklaren binnen de 30 kalenderdagen. Pas nadien kan het saldo met de elektronische portefeuille betaald worden. De aanvraag voor steun voor een doorstartplan in het kader van preventief bedrijfsbeleid moet worden ingediend volgens de procedure voor strategisch advies. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het Agentschap Ondernemen. Dit is een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid. Het behoort tot het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI). De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Enkel elektronisch via www.kmo-portefeuille.be Voor meer informatie www.kmo-portefeuille.be Ref. MSAP2011016 63

Ecologiepremie Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel De ecologiepremie is een financiële tegemoetkoming aan ondernemingen die ecologieinvesteringen realiseren in het Vlaamse Gewest. Onder ecologie-investeringen worden milieuinvesteringen en investeringen op energiegebied verstaan die op de limitatieve technologieënlijst voorkomen. Met de ecologiepremie wil de Vlaamse overheid ondernemingen stimuleren om hun productieproces milieuvriendelijk en energiezuinig te organiseren en zij neemt daarbij een gedeelte van de extra investeringskosten, die een dergelijke investering met zich brengt, voor haar rekening. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel De ecologiepremie wordt toegekend in de vorm van een subsidie. Het bedrag van de ecologiepremie wordt bepaald door de ecoklasse waartoe een technologie behoort op basis van zijn ecologiegetal, de grootte van de onderneming en de subsidiebonus. Elke technologie van de limitatieve technologieënlijst wordt op basis van haar ecologiegetal ingedeeld in en ecoklasse. De technologieën worden op basis van hun ecologiegetal ingedeeld in vier ecoklassen (A, B, C en D) met daaraan gekoppeld een subsidiepercentage voor elke klasse. Een technologie behorende tot klasse A is performanter en geniet van een hoger subsidiepercentage dan een technologie van klasse B, C en D. Kleine en middelgrote ondernemingen die een inspanning leverden om een eerstelijns energie-, milieu- of eco-efficiëntiescan te ondergaan en beschikken over een geldige scan op datum van indiening van de steunaanvraag kunnen genieten van een subsidiebonus. Ondernemingen die op de datum van indiening van de steunaanvraag beschikken over een geldig milieucertificaat (erkenningslogo) of een gecertificeerd milieumanagementsysteem hebben tevens recht op een subsidiebonus. Ref. MSAP2011016 64

Het totale bedrag aan toegekende subsidies aan een onderneming bedraagt maximaal 1.000.000 euro over een periode van 3 jaar te rekenen vanaf de indieningsdatum van de eerste positief besliste steunaanvraag. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget 102 miljoen De voorwaarden om de steun te bekomen De aanvraag komt in aanmerking voor een ecologiepremie indien de onderneming: haar ecologie-investeringen zal realiseren in het Vlaamse Gewest haar investeringen start na de indieningsdatum van de subsidieaanvraag en binnen de 6 maanden na de beslissing tot steuntoekenning haar hoofdactiviteit behoort tot een aanvaardbare sector kiest voor een ecologie-investering die voorkomt op de limitatieve technologieënlijst en zij in alle essentiële investeringscomponenten investeert (zie: http://ewblpublicatie.vlaanderen.be/servlet/contentserver?c=page&pagename=ondernemen/page/mvg_cms4 _VT_Special_Subnav&cid=1190944945144 voldoet aan de regelgeving die van toepassing is in het Vlaamse Gewest op indieningsdatum geen achterstallige schulden heeft bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid met de exploitatiezetel waar de gesubsidieerde investeringen worden gerealiseerd en geëxploiteerd toegetreden is tot het auditconvenant indien het een middelgrote energie-intensieve vestiging betreft met de exploitatiezetel waar de gesubsidieerde investeringen worden gerealiseerd en geëxploiteerd toegetreden is tot het benchmarkingconvenant indien het een energie-intensieve vestiging betreft de gevraagde stavingstukken tijdig ingezonden heeft De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Het indienen van een aanvraag voor een ecologiepremie kan enkel elektronisch via: www.ecologiepremie.be en dient te gebeuren voor de start van de investeringen. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het Agentschap Ondernemen is een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid, behorend tot het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie. De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd De verschillende regionale kantoren van Agentschap Ondernemen www.agentschap Ondernemen.be Voor meer informatie www.vlaanderen.be/ecologiepremie Ref. MSAP2011016 65

VLIF-steun Doelgroep Landbouwbedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Het investeringsbeleid wil landbouwers via financiële stimuli aanmoedigen om hun bedrijfsstructuren via investeringen voldoende snel aan te passen aan wijzigende omstandigheden. Investeringssteun wordt verleend voor investeringen die gericht zijn op een: verlaging van de productiekosten; verbetering en omschakeling van de productie; verhoging van de kwaliteit; verbetering van het leefmilieu, de hygiënische omstandigheden en/of de normen op het gebied van dierenwelzijn; bevordering van de diversificatie van de activiteiten Wat energie betreft komt een investering in zonneboilers en fotovoltaïsche zonnecellen in aanmerking voor VLIF. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel 8 % van de investering. In de periode 2007-2013 kan de investeringssteun maximaal verkregen worden op een investeringsbedrag van 1.000.000 euro per bedrijfsleider. Alleen natuurlijke personen die zich rangschikken als landbouwer volgens de VLIF-normen kunnen optreden als bedrijfsleider. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel 8 % van de investering. Het minimum investeringsbedrag is 15.000 euro (exclusief BTW). Dit bedrag kan betrekking hebben of één of meerdere investeringen. Het voorziene budget 67 miljoen De voorwaarden om de steun te bekomen De aanvrager is landbouwer. De aanvrager of de mandatarissen van de vennootschap zijn vakbekwaam. Bij een aanvraag om investeringssteun binnen een periode van 2 jaar te rekenen vanaf de vestiging van de aanvrager op een nieuw of een bestaand bedrijf, worden bovenstaande voorwaarden inzake vakbekwaamheid vervangen door die voor het verkrijgen van vestigingssteun Het bedrijf heeft een minimale bedrijfsomvang uitgedrukt in een minimum bruto bedrijfsresultaat per bedrijfsleider. Het bedrijf is in regel met alle nodige bouw- en milieuvergunningen. Het bedrijf voldoet aan de wettelijke normen inzake hygiëne en dierenwelzijn. Ref. MSAP2011016 66

Het bedrijf voert een bedrijfseconomische boekhouding, een dubbele boekhouding (handelsvennootschappen) of een bewijskrachtige fiscale boekhouding met systematische registratie van bedrijfsgegevens die toelaat een gepast bedrijfsbeheer te voeren. De steun wordt verleend op investeringsgoederen die in eigendom verworven worden door de aanvrager en gebruikt worden voor de land- of tuinbouwexploitatie. Privéinvesteringen worden niet gesubsidieerd. De subsidiabele investeringen worden opgesomd in een limitatieve lijst van subsidiabele investeringen als bijlage bij het besluit van de Vlaamse regering. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen De aanvraag om investeringssteun wordt met een volledig ingevuld aanvraagformulier ingediend. De aanvraag moet ingediend worden vooraleer de investering aanvangt en vooraleer de finale investeringsbeslissing genomen is. De datum van aanvraag is de registratiedatum door het VLIF van het aanvraagformulier. De datum van de eerste factuur (ook voorschotfactuur) is de ultieme aanvangsdatum van de investeringen. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Vlaams ministerie van Landbouw en Visserij. De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Vlaams ministerie van Landbouw en Visserij Ellipsgebouw (5de verdieping) - Koning Albert II-Laan 35, bus 40-1030 Brussel Tel. 02 552 77 69 - Fax 02 552 77 41 Voor meer informatie http://lv.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1838 Ref. MSAP2011016 67

Duurzame technologische ontwikkeling Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Duurzame technologische ontwikkeling (DTO) is een aanvullende steunregeling bij andere IWT-steunmaatregelen, om onderzoek- en ontwikkelingsprojecten gericht op duurzame technologische ontwikkeling te stimuleren. Projecten waarvan de innovatiedoelstelling (deels) gericht is op duurzame technologische ontwikkeling, kunnen genieten van extra steunvoordelen in de reeds bestaande steunmaatregelen voor onderzoek en technologische innovatie beheerd door het IWT-Vlaanderen. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Ondernemingen die projecten doen die een significante bijdrage kunnen leveren tot duurzame technologische ontwikkeling kunnen genieten van een DTO-subsidietoeslag: O&O bedrijfsprojecten: subsidietoeslag van 10%, daarenboven genieten deze projecten van prioriteitsstelling t.a.v. het beschikbare budget, op voorwaarde dat ze kwalitatief voldoende scoren. Deze subsidietoeslag is niet combineerbaar met LuRu (IWT-steun), automobiel of projecten in samenwerking met een onderzoeksinstelling, maar wel met de toeslag voor kmo s. Kmo-haalbaarheidsstudies: het steunplafond verhoogd tot maximaal 35.000 Kmo-innovatieproject: het steunplafond verhoogt tot maximaal 250.000 DTO-studie-activiteiten kunnen aan een basissteun van 50 % gesteund worden als ze gebeuren in het kader van een gesteund project. DTO-studie-activiteiten worden gedefinieerd als onderbouwende studies m.b.t. de weerhouden doelstellingen, waardoor de milieu-impact van een technologische innovatie a priori kan ingeschat worden (voorbeelden hiervan zijn levenscyclus analyse (LCA)-studies.) DTO-studie-activiteiten kunnen maximaal 10 % van de totale begroting uitmaken voor O&O bedrijfsprojecten. In kmo haalbaarheidsstudies kunnen deze activiteiten tot 50 % van de begroting uitmaken. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Minimaal 10.000 Het voorziene budget? De voorwaarden om de steun te bekomen Een project dat aanspraak wenst te maken op DTO-steun, moet voldoen aan de basisselectiecriteria voor IWT-steun, met name een voldoende wetenschappelijktechnologische kwaliteit en een voldoende valorisatiepotentieel dienen te worden aangetoond. Indien het project tevens aan bijkomende DTO-voorwaarden voldoet, kan het aanspraak maken op bijkomende steun voor DTO. Ref. MSAP2011016 68

Daarvoor moet het project gericht zijn op duurzame technologische ontwikkeling. Ivm energie moeten volgende doelstellingen worden gerealiseerd: energiebesparing; reductie van de emissies; vermindering van afval en van andere milieuhinder; ontwikkeling en gebruik van hernieuwbare grondstoffen- en energiebronnen; De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Na een eventuele voorbespreking met IWT, dient men een projectaanvraagformulier in te vullen. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Het IWT is een Vlaamse autonome overheidsinstelling, belast met het innovatiebeleid in Vlaanderen. De term IWT staat voor Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie. De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd IWT-Vlaanderen Kathleen Goris Koning Albert II-laan 35, bus 16 1030 Brussel Tel. 02 432 42 82 Fax 02 432 43 99 dto@iwt.be Meer informatie www.iwt.be/subsidies/extrasteun/dto Ref. MSAP2011016 69

Groene stroom certificaten Doelgroep Bedrijven, non-profit en particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel De Groene stroom certificaten zijn een ondersteuningsmechanisme (geen subsidie!) die de productie van groene stroom in Vlaanderen moet ondersteunen. Leveranciers zijn door een openbare dienstverplichting verplicht om voor een jaarlijks stijgend percentage GSC s in te leveren, berekend op het aantal MWh stroom die zij hebben verkocht. Indien zij er niet in slagen om voldoende GSC s bij de VREG in te leveren betalen zij een boete van 125 (in 2012 wordt dit 110, vanaf 2013 100 ). De Vlaamse producenten van groene stroom krijgen per MWh geproduceerde stroom uit 100 % hernieuwbare bronnen, één GSC die zij dan aan de elektriciteitsleveranciers aan marktprijs kunnen verkopen. Indien zij de GSC s niet kwijt kunnen aan een behoorlijke prijs, kunnen zij deze aan een specifieke minimumgarantie verkopen aan de netbeheerder. Voor PV ligt die minimumgarantie momenteel hoger dan de marktprijs. Op onderstaande grafiek wordt het jaarlijkse quotum weergegeven (Y-as = % quotum en /MWh boeteprijs). De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Een groene stroomcertificaat heeft een theoretisch maximum waarde van 125 aangezien dit tot 2012 de boete is die men als leverancier betaalt voor een ontbrekende GSC. Enkel de GSC s voor zonne-energie hebben een hogere waarde. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel De minimumgarantie die wordt voorzien voor installaties die aangesloten zijn op het distributienet is afhankelijk van de technologie: Ref. MSAP2011016 70

Voor zonne-energie geldt er een specifieke regeling die afhangt van de datum waarop de installatie in dienst werd genomen. Installaties kleiner dan 250 kva, geplaatst in kwartaal 4 van 2011 bedraagt die 270 /GSC, een waarde die elk kwartaal met 20 daalt. Installaties groter dan 250 kva zullen vanaf 01/01/12 nog slechts 90 per GSC bekomen. Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen De installatie moet zich op Vlaams grondgebied bevinden, dateren van na 2003 en stroom produceren uit hernieuwbare bronnen. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Men dient een aanvraag te richten aan de VREG, nadat men een keuring heeft laten uitvoeren. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De Vlaamse regulator voor de elektriciteits- en gasmarkt (VREG) De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Cel expertisedossiers Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 1000 Brussel Meer informatie www.vreg.be Ref. MSAP2011016 71

Warmtekrachtcertificaten Doelgroep Bedrijven, non-profit en particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel De warmtekrachtcertificaten zijn een ondersteuningsmechanisme (geen subsidie!) die de productie van stroom via warmtekrachtkoppeling in Vlaanderen moet ondersteunen. Leveranciers zijn door een openbare dienstverplichting verplicht om voor een jaarlijks stijgend percentage WKC s in te leveren, berekend op het aantal MWh stroom die zij hebben verkocht. Indien zij er niet in slagen om voldoende WKC s bij de VREG in te leveren betalen zij een boete van 45 (vanaf 2012 41 ). De Vlaamse WKK-producenten krijgen per 1.000 kwh primaire energie besparing één WKC die zij dan aan de elektriciteitsleveranciers aan marktprijs kunnen verkopen. Indien zij de WKC s niet kwijt kunnen aan een behoorlijke prijs, kunnen zij deze aan een minimumgarantie van 27 verkopen aan de netbeheerder. Op onderstaande grafiek wordt het jaarlijkse quotum weergegeven (Y-as = % quotum). De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Een warmtekrachtcertificaat heeft een theoretisch maximum waarde van 45 aangezien dit tot 2012 de boete is die men als leverancier betaalt voor een ontbrekende WKC. Daarna wordt dit 41. Ref. MSAP2011016 72

De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel De minimumgarantie die wordt voorzien voor installaties die aangesloten zijn op het distributienet bedraagt 27. Voor installaties die na 01/01/2012 in dienst worden genomen is dit 31. Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen De installatie moet zich op Vlaams grondgebied bevinden, dateren van na januari 2002 en een minimum primaire energie besparing realiseren van meer dan 0 % voor installaties kleiner dan 1 MW, en 10 % voor installaties grotere dan 1 MW. Deze laatste categorie moet ook een specifieke keuring ondergaan. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Men dient een aanvraag te richten aan de VREG, nadat men een keuring heeft laten uitvoeren (dit laatste enkel voor installaties > 1 MW). Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De Vlaamse regulator voor de elektriciteits- en gasmarkt (VREG) De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Cel expertisedossiers Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 19 1000 Brussel Meer informatie www.vreg.be Ref. MSAP2011016 73

Certificaten garantie van oorsprong Doelgroep Bedrijven, non-profit en particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Diverse landen in Europa (ook non-eu), ook in Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Certificaten garantie van oorsprong kunnen als herkomstlabels worden beschouwd. Ze worden toegekend bij de injectie van één MWh stroom op het Europese elektriciteitsnet. De GvO definieert op dat moment van welke primaire energiebron en technologie de geïnjecteerde stroom afkomstig is. In die zin is de GvO dan ook verschillend van bvb. een groene stroom certificaat aangezien dit laatste een louter regionaal instrument is en wordt toegekend per MWh productie. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Voor elke MWh stroom waarvoor een leverancier voor één van zijn klanten een GvO van hernieuwbare energie inlevert ( redeemt ) bij de regionale regulator (VREG in Vlaanderen) zal de federale regulator een korting geven op de federale bijdrage op elektriciteit. Met name de componenten Kyoto-fonds en Nucleair Passief worden vrijgesteld voor het percentage GvO s hernieuwbare energie, respectievelijk goed voor een korting van 1,2928 /MWh en 2,3227 /MWh. De kostprijs voor die GvO s schommelt tussen 0,25 en 1 (afhankelijk van de precieze herkomst), wat dus betekent dat het voordeel toch minstens 2,5 /MWh bedraagt. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet van toepassing Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen Groene stroom aankopen die gedekt is door GvO s die door de Association of Issuing Bodies (de Europese koepelorganisatie van regulatoren) als van hernieuwbare oorsprong worden erkend. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen De elektriciteitsleverancier dient de nodige formaliteiten te volbrengen. Dit houdt in dat deze moet opgeven voor welke EAN-codes (identificatie van de elektriciteitsaansluiting van de afnemer) de redeeming gebeurt. De elektriciteitsleverancier transfereert de aangekochte GvO s naar de VREG. Om redenen van administratieve vereenvoudiging, omwille van het voordeel voor de klanten en omwille van de beperkte kostprijs, bieden vele elektriciteitsleveranciers in Vlaanderen enkel nog groene stroom aan. Ref. MSAP2011016 74

Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De VREG De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 19 1000 Brussel Meer info http://www.vreg.be/search/apachesolr_search/garantie%20van%20oorsprong Ref. MSAP2011016 75

Gratis eerste kilometer voor WKK-aansluiting Doelgroep Bedrijven, non-profit en particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Het energiedecreet van 8 mei 2009 voorziet dat de kosten voor de aanleg van de eerste 1000 meter elektriciteits- en aardgasleidingen bij het aansluiten van een warmtekrachtkoppeling op het distributienet ten laste zijn van de netbeheerder. Dit uiteraard om de ontwikkeling van WKK te stimuleren: ART. 7.3.1. De kosten voor de aanleg van de elektrische leidingen over de eerste duizend meter op het openbaar domein tussen het elektriciteitsdistributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit en de productie-installatie, zijn ten laste van de netbeheerder in kwestie voor zover het aansluitingsvermogen van die productie-installatie niet hoger is dan 5 MVA. De aanvrager van de aansluiting draagt alle overige kosten bij een nieuwe aansluiting van een productie-installatie van elektriciteit uit kwalitatieve warmtekrachtkoppeling op het distributienet of het plaatselijk vervoernet van elektriciteit. De kosten voor de aanleg van de aardgasleidingen over de eerste duizend meter op het openbaar domein tussen het aardgasdistributienet en de productie-installatie zijn ten laste van de aardgasnetbeheerder voor zover de aansluitingscapaciteit van die productieinstallatie niet hoger is dan 2500 m3/h. De aanvrager van de aansluiting draagt alle overige kosten bij een nieuwe aansluiting van een productie-installatie van elektriciteit uit kwalitatieve warmtekrachtkoppeling op het aardgasdistributienet. De kosten, vermeld in het eerste en tweede lid, die ten laste van de netbeheerder gelegd worden, worden beschouwd als kosten ten gevolge van de openbare dienstverplichtingen van de netbeheerder als netbeheerder. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Dit voordeel moet op ongeveer maximum 65.000 geraamd worden. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet van toepassing Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen Erkend worden als kwalitatieve warmtekrachtkoppelingsinstallatie door de VREG. Ref. MSAP2011016 76

De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Bij de aanvraag van de netstudie en de netaansluiting dient men per definitie te vermelden dat het een aansluiting voor een WKK betreft. De distributienetbeheerder zal dan automatisch de eerste gratis kilometer opnemen in zijn offerte. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De distributienetbeheerders voeren het elektriciteits- en energiedecreet uit. De VREG ziet toe op correcte toepassing. De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Bij de distributienetbeheerders (www.eandis.be en www.infrax.be) Meer info http://www.vreg.be/energiedecreet Ref. MSAP2011016 77

Voorrang voor injectie stroom van HE of WKK Doelgroep Bedrijven, non-profit en particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Bij netcongestie krijgt de injectie van stroom afkomstig van hernieuwbare energie-installaties en/of WKK s voorrang op elektriciteit van fossiele of nucleaire oorsprong. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet van toepassing De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet van toepassing Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen Erkend worden als groene stroom installatie of kwalitatieve warmtekrachtkoppelingsinstallatie door de VREG. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Automatische toekenning Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De distributienetbeheerders voeren het elektriciteitsdecreet uit. De VREG ziet toe op correcte toepassing. De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Bij de distributienetbeheerders (www.eandis.be en www.infrax.be ) Meer info http://www.vreg.be/energiedecreet Ref. MSAP2011016 78

Ref. MSAP2011016 79

Vrijstelling van injectietarieven voor groene stroom en WKK Doelgroep Bedrijven, non-profit en particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel In het meerjarentarief van de distributienetbeheerders ressorterend onder de Eandis-koepel was een injectietarief voorzien voor decentrale productie die reststroom op het net wensten te injecteren. De CREG had dit tarief goedgekeurd. Bij decreet dd. 23/12/2010 heeft het Vlaams Parlement dit injectietarief echter afgeschaft: ART. 2. Aan titel IV, hoofdstuk I, afdeling VIII, van het Energiedecreet van 8 mei 2009 wordt een artikel 4.1.22/1 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 4.1.22/1. De netbeheerder voert alle taken die noodzakelijk zijn voor de injectie van elektriciteit, geproduceerd door middel van hernieuwbare energiebronnen en kwalitatieve warmte-krachtkoppeling, met uitzondering van de aansluiting op het distributienet of het plaatselijk vervoernet, kosteloos uit. De kosten die hiervoor ten laste gelegd worden van de netbeheerder, worden beschouwd als kosten ten gevolge van de openbare dienstverplichtingen van de netbeheerder als netbeheerder." De CREG is tegen deze beslissing in beroep gegaan bij het grondwettelijk hof, daar zij van mening was dat het Vlaams Parlement haar bevoegdheid te buiten was gegaan. De CREG is bevoegd voor de distributienettarieven, de Vlaamse overheid is bevoegd voor hernieuwbare energie en warmtekrachtkoppeling. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Dit voordeel moet op ongeveer maximum 2 /MWh geraamd worden. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet van toepassing Het voorziene budget Niet van toepassing De voorwaarden om de steun te bekomen Erkend worden door de VREG als kwalitatieve warmtekrachtkoppelingsinstallatie of als hernieuwbare energieproductie installatie. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Geen, de elektriciteitsleveranciers die de stroom koopt moet er op toezien dat dit tarief niet aan haar producenten wordt aangerekend. Ref. MSAP2011016 80

Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De distributienetbeheerders voeren het decreet uit. De VREG ziet toe op correcte toepassing. De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Bij de distributienetbeheerders (www.eandis.be en www.infrax.be) Meer info http://www.vreg.be/energiedecreet Ref. MSAP2011016 81

Nuttige groene warmte decreet Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Vlaanderen De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Dit ontwerp van decreet dient heden (4/11/11) nog te parlementaire weg te bewandelen. Het ontwerp van decreet voorziet in ondersteuning van het produceren van warmte op basis van hernieuwbare energie (enkel biomassa en biogas, niet geothermie). Het voorziet voorlopig in een 10 jaar gegarandeerde exploitatiesteun in /MWhth voor (geen certificatenmechanisme) Het betreft enkel voor hernieuwbare energie projecten en in bepaalde omstandigheden voor restwarmte en geldt enkel voor nieuwe installaties. Voor de ondersteuning en erkenning van biomassa voorziet men dezelfde duurzaamheidscriteria voor biomassa-gebruik als bij GSC s. De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel De steun moet nog worden vastgelegd bij uitvoeringsbesluit maar wordt afhankelijk gemaakt van de grootte van de installatie. Dit zijn de richtcijfers tot dusver: o Installaties tussen 300 kwth en 1 MWth: tot 500 MWhth/jaar krijgen zij 15 /MWh, tussen 500-1000 MWhth/jaar 10 /MWhth en hoger dan 1000 MWhth= 5 /MWhth. o Installaties boven 1 MW: Via call-systeem. Grote installaties moeten zelf hun onrendabele top berekenen, maar de maximum steun is hoe dan ook 6 /MWhth. De uitbetaling zou gebeuren via de DNB, maar niet doorgerekend worden in het distributietarief, maar worden gefinancierd via een jaarlijkse compensatie van Vlaamse overheid aan DNB s. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Het voorziene budget 80 miljoen euro? De voorwaarden om de steun te bekomen Het systeem is niet cumuleerbaar met groene stroom en/of WKK-certificaten. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen Nog niet gekend Ref. MSAP2011016 82

Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert Wellicht via de regulatoren of het VEA De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Nog niet gekend Meer info www.ode.be en www.cogenvlaanderen.be Ref. MSAP2011016 83

III. Nederland Ref. MSAP2011016 84

Inleiding Algemeen Deze studie geeft inzicht in de beleidsinstrumenten in de regio Nederland inzake energieefficiëntie, duurzame productie van energie en broeikasgasreductie voor bedrijven. Genoemde beleidsinstrumenten volgen het beleid dat de regering vaststelt op het gebied van energie. Door het nieuwe kabinet ( sinds oktober 2010 ) zijn zowel het beleid als de instrumenten het afgelopen jaar ingrijpend aangepast. De laatste bijstellingen van de Nederlandse overheid betreffen de Duurzaamheidsagenda, een rapport voor de Tweede Kamer, met daarin de strategie op weg naar een duurzame samenleving [ Ref 7, zie bijlage literatuur]. Onderdeel van de Duurzaamheidsagenda is onder andere de Green Deals met bedrijven en burgers. Als gevolg van de nieuwe kabinetsplannen waren de oude SDE (Stimulering Duurzame Energieproductie) regelingen al vervangen door de SDE+ waarin sterk de nadruk wordt gelegd op het zo efficiënt mogelijk bereiken van de Europese ( en ook Nederlandse ) doelstellingen op milieugebied. Het jaar 2020 is in deze Duurzaamheidsagenda een belangrijke mijlpaal op weg naar een klimaatneutrale economie in 2050. Hiervoor geldt de Europese doelstelling van een broeikasgas-emissiereductie van 20% ten opzichte van 1990. Naast een doelstelling voor broeikasgassen geldt ook een bindende Europese doelstelling voor hernieuwbare energie: in 2020 moet het aandeel hernieuwbare energie in de Nederlandse energievoorziening 14% zijn Het kabinet legt in deze Duurzaamheidagenda nadruk op die terreinen waar de urgentie het hoogst is, waar een samenhangende aanpak meerwaarde heeft en waar de grootste kansen zijn om zowel groene groei als het Nederlands bedrijfsleven een impuls te geven. Dit levert dit de volgende prioriteiten op: Grondstoffen en productketens Duurzaam water- en landgebruik Voedsel Klimaat en energie Mobiliteit Afbakening van de inventaris De inventaris neemt enkel de maatregelen op die een financieel voordeel opleveren, wat zich vertaalt in een subsidie of korting. Een gratis service die wordt aangeboden als bvb. het energieadvies bij nieuwbouw door het Vlaams Agentschap Ondernemen, wordt niet opgenomen omdat de inventaris in dat geval niet meer af te bakenen valt. Uiteraard worden meer algemene investeringssubsidies of ondersteuningsmaatregelen niet mee opgenomen omdat zij slechts een indirect effect hebben. Zo coördineert het Bureau Energieprojecten de bestuurlijke besluiten voor projecten die vallen onder de Rijkscoördinatieregeling. Doelstelling is niet primair duurzame projecten hoewel die er wel deel van uitmaken ( zoals windparken ). Ook de belastingen op energie via de Wet belastingen op milieugrondslag wordt niet opgenomen. Via een heffing het verbruik van energie onaantrekkelijker gemaakt. Enerzijds vergroot dit de voordelen die worden bereikt met energiebesparende maatregelen, anderzijds genereert dit ook weer inkomsten die aangewend kunnen worden door de overheid voor werkelijk stimulerende maatregelen. Een recent voorbeeld hiervan is de nieuwe SDE+ regeling die ten dele gefinancierd zal gaan worden door een extra heffing op energie. Ref. MSAP2011016 85

Tenslotte zijn ook maatregelen mbt transport en transportbrandstoffen niet opgenomen. Instrumenten op basis Wet Milieubeheer (WM) In de Wet Milieubeheer (WM) worden onder andere zaken vastgelegd die dwingend gelden voor energieverbruikers maar ook worden overheden gedwongen met programma s te werken (plannen) om het milieubeleid vorm te geven. In hoofdstuk 4 van de Wet milieubeheer worden de verschillende soorten milieuplannen onderscheiden zoals milieubeleidsplannen die er op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau zijn. Ze worden eenmaal per vier jaar door respectievelijk de ministers, Provinciale Staten en de gemeenteraad vastgesteld. In hoofdstuk 8 staat de milieuvergunning centraal. Het is verboden zonder vergunning een inrichting op te richten (a), te veranderen of de werking ervan te veranderen (b), of het in werking hebben van een inrichting die gevaar, schade of hinder kan veroorzaken (art. 8.1 Wm.). Bedrijven hebben met name te maken met de milieuvergunning. Grote bedrijven zullen dit rechtstreeks met de handhaver (gemeente of zelfs provincie) moeten afstemmen. Kleinere bedrijven vallen onder de uitzondering voor het verlenen van een milieuvergunning: Er is geen milieuvergunning vereist, wanneer het een categorie inrichting betreft die bij Algemene Maatregel van Bestuur is aangewezen (art. 8.40 lid 1 Wm.). Voor middelgrote ondernemingen ( jaarverbruik meer dan 50.000 kwh of 25.000 m3 gas ) resulteert de milieuvergunning op energiegebied in de verplichting om een energiebesparingsplan (EBP) te maken waarin wordt vastgelegd welke maatregelen een energiebesparing opleveren voor het bedrijf ( of instelling ). Maatregelen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar moeten worden uitgevoerd. In de praktijk hangt het af van de desbetreffende handhaver ( gemeente afdeling ) of er daadwerkelijk een EBP gemaakt dient te worden en of deze ook opvolging krijgt. Kanttekening Europese regelgeving In voorliggende studie is niet ingegaan op regelingen die vanuit Europees verband worden georganiseerd en beheerd. Er zijn uiteraard wel veel raakvlakken tussen Europese en Nederlandse regelgeving. Zo stelt een Europese richtlijn, de zogenaamde De-Minimis verordening beperkingen aan het verstrekken van subsidies aan bedrijven. Subsidies kunnen ervoor zorgen dat de concurrentieverhoudingen binnen Europa worden verstoord. Omdat dit ongunstig kan zijn voor het handelsverkeer stelt het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) beperkingen aan de mogelijkheden om steun te geven (artikel 107 en 108 VWEU). In de de-minimisverordening heeft de Europese Commissie verklaard dat steunmaatregelen (zoals subsidieverlening) tot een bepaalde drempel het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloeden en de mededinging niet vervalsen en daarom niet beschouwd worden als staatssteun in de zin van het VWEU. Deze drempel is gesteld op een bedrag van 200.000,- ( 100.000,- voor ondernemingen in de sector wegvervoer). Voor de visserijsector geldt een drempel van 30.000,-. Voor de landbouwproductiesector is de drempel gesteld op 7.500,-. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie belastingjaren. Steun die genoemde drempelbedragen niet overschrijdt, wordt aangemerkt als deminimissteun. Ref. MSAP2011016 86

SDE+: Stimulering Duurzame Energieproductie 2011 Doelgroep Bedrijven, non-profit en particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Nederland Omschrijving van de doelstelling van de maatregel Doel is om het Nederlandse bedrijfsleven aan te sporen tot energiebesparing en toepassing van duurzame energie. SDE stimuleert productie duurzame energie (hernieuwbaar gas en hernieuwbare elektriciteit) en SDE is het belangrijkste instrument om de doelstelling van 14% duurzame energie in 2020 te halen. Maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Exploitatiesubsidie: subsidie voor opgewekte duurzame energie en niet voor aanschaf productie-installatie. SDE vergoedt het verschil tussen de kostprijs van grijze energie en duurzame energie (onrendabele top) per eenheid (kwh of Nm3), waarbij: SDE-bijdrage = basisbedrag (voorlopig) correctiebedrag. Er is in 2011 (vanwege grote belangstelling alleen een eerste fase) een maximum basisbedrag van 90 /MWh (omgerekend 62 ct/nm3). Minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Exploitatiesubsidie: subsidie voor opgewekte duurzame energie. SDE vergoedt het verschil tussen de kostprijs van grijze energie en duurzame energie (onrendabele top) per eenheid (kwh of Nm3). Indien de marktprijs daalt zal de SDE bijdrage toenemen zodat het basisbedrag gegarandeerd blijft. Het voorziene budget Het maximum budget 2011 (voor totale verplichtingen die worden aangegaan over 15 jaar) bedraagt 1,5 miljard euro. Elk jaar wordt het budget opnieuw vastgesteld. Voorwaarden om steun te krijgen Eisen aan de installatie: Realisatietermijn per technologie vastgelegd Looptijden variëren van 12 tot 15 jaar subsidie Een maximum jaarproductie [kwh of Nm3] die valt binnen de subsidie U dient vergunning voor de installatie te hebben Ref. MSAP2011016 87

De installatie voor productie energie dient gecertificeerd te worden ( certiq voor kwh, Vertogas voor Nm3). Formaliteiten die vervuld dienen te worden om de steun aan te vragen Via e-loket: Digitaal aanvragen via eloket; Bedrijven en (non-profit)instellingen loggen in met eherkenning; eloket te bereiken via: www.agentschapnl.nl/sde of www.agentschapnl.nl/organisatie/eloket; e-herkenning e-herkenning regelt dat bedrijven zich digitaal kunnen identificeren wanneer ze elektronisch zaken regelen met de overheid. Behandeling van uw aanvraag Bijlagen stuurt u mee als upload. Hiervoor scant u het betreffende document in. Er kan per categorie-productieinstallaties, per adres, maximaal één aanvraag worden ingediend. Let op: aanvragen die na 17.00 uur binnenkomen worden bij de volgende werkdag gerekend. Bij overtekening wordt geloot onder de aanvragen die op de (werk)dag van overtekening ontvangen zijn. Alleen volledige aanvragen komen in aanmerking voor de loting. Stappen na subsidietoekenning Aanmelding certificerende instantie Realisatie project en ingebruikname installatie; Digitaal aanmelden bij CertiQ of Vertogas; CertiQ/Vertogas certificeert de duurzame energie die uw installatie produceert. Vastelling producent groene energie door netbeheerder CertiQ/Vertogas stuurt aanvraag door naar netbeheerder; Netbeheerder stelt vast of u duurzame energie produceert; Aanmelding bij certificerende instantie voltooid. Beleidsniveau die maatregel beheert Aanmelding geschiedt bij Agentschap NL, die toetst de melding op de technische en administratieve eisen. Adresgegevens om maatregel aan te vragen Digitaal bij AgentschapNL: www.agentschapnl.nl/sde, Tel: 0031/ 088-602 34 50 Meer info www.agentschapnl.nl/sde Ref. MSAP2011016 88

Leveranciersverplichting certificaten garantie van oorsprong Doelgroep Bedrijven, non-profit en particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Diverse landen in Europa (ook non-eu), ook in Nederland De omschrijving van de doelstelling van de maatregel Certificaten garantie van oorsprong kunnen als herkomstlabels worden beschouwd. Ze worden toegekend bij de injectie van één MWh stroom op het Europese elektriciteitsnet. De GvO definieert op dat moment van welke primaire energiebron en technologie de geïnjecteerde stroom afkomstig is. In die zin is de GvO dan ook verschillend van bvb. een groene stroom certificaat aangezien dit laatste een louter regionaal instrument is en wordt toegekend per MWh productie. De leveranciersverplichting verplicht leveranciers om voor een deel van de verkochte stroom Nederlandse garanties van oorsprong (GvO s) van hernieuwbare energie in te leveren, met name 14 % tegen 2020. Deze maatregel kadert in een green deal. Dit zorgt ervoor dat de prijzen voor Nederlandse Garanties van Oorsprong (GvO, het bewijs dat de elektriciteit duurzaam wordt geproduceerd) stijgen en dus een extraatje betekenen voor Nederlandse groene stroom. De onderhandelingen over de invulling van de LV zijn in volle gang (feb 2012). Dit zijn de kenmerken van het voorstel wat nu op tafel ligt: * Verplichting op leveranciers (alternatieven waren LV op distributiebedrijven of producentenverplichting) * Jaarlijkse target, koppeling met systeem van verhandelbare certificaten * Alleen RES-E (dus geen RES-H en geen WKK) * Alle technologieën zoals gedefinieerd als RES-E, incl bijstook bio in kolencentrales * Geen banding maar bonus/malus voor techn. met hoge/lage kosten. Hierbij wordt alleen gedacht aan wind offshore (bonus) en cofiring (malus) * Geldigheid gebankte certificaten uit bijstookverplichting Green Deal * Minimumprijs in eerste 2 jaar. Buy-out prijs tussen 90 en 130 * Banking mogelijk, geen borrowing * SDE projecten opnemen in certificaten systeem (liquiditeit vergroten) * Market maker obligation voor cofiring certificats en frequente veilingen De maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet van toepassing. De minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet van toepassing Het voorziene budget Niet van toepassing Ref. MSAP2011016 89

De voorwaarden om de steun te bekomen Per geïnjecteerde MWh afkomstig van een hernieuwbare energiebron in Nederland, bekomt men een GvO. De formaliteiten die dienen te worden vervuld om de steun aan te vragen De elektriciteitsleverancier dient de nodige formaliteiten te volbrengen. Dit houdt in dat deze moet opgeven voor welke EAN-codes (identificatie van de elektriciteitsaansluiting van de afnemer) de redeeming gebeurt. De elektriciteitsleverancier transfereert de aangekochte GvO s naar de Energiekamer. Het beleidsniveau dat deze maatregel beheert De Energiekamer De adresgegevens waar de maatregel kan worden aangevraagd Wattanders NV - Certiq Bezoekadres: De Zaale 11 5612 AJ EINDHOVEN Postadres: Postbus 80 5600 AB Eindhoven T: 040-8519080 F: 040-8519084 info@wattanders.nl Meer info http://wattanders.nl/duurzaamheid/garanties_van_oorsprong/wat_is_een_garantie_van_oors prong/ Ref. MSAP2011016 90

EIA: Energie Investeringsaftrek Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Nederland Omschrijving van de doelstelling van de maatregel Met de EIA kan 41,5% van de investeringskosten afgetrokken worden van de fiscale winst en kan toegepast worden naast de gewone investeringsaftrek. Doel is om het Nederlandse bedrijfsleven aan te sporten tot energiebesparing en toepassing van duurzame energie. Maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Maximaal 41,5% van de investering is aftrekbaar van de fiscale winst. Een rekenvoorbeeld is te vinden op de website van Agentschap NL. Per bedrijf is een maximale investering van 116 miljoen aftrekbaar. Minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Een rekenvoorbeeld is te vinden op de website van Agentschap NL. Bepalend voor minimumsteun is de investeringsdrempel van minimaal 2.200 aan energie-investeringen. Per maatregel minimale investering van 450,-. Het voorziene budget Het budget voor EIA bedraagt 151 miljoen. Voorwaarden om steun te krijgen De voorwaarden om voor de Energie Investeringsaftrek in aanmerking te komen zijn: Belastingplichtig in Nederland voor zowel de inkomsten- als vennootschapsbelasting; Men moet ondernemen voor eigen rekening; Tot maximaal drie maanden terug is een energie-investering gedaan in een bedrijfsmiddel dat voldoet aan de eisen van de Energielijst en het jaar waarin wordt geïnvesteerd; Vergunning voor de investering is aanwezig. Men komt in aanmerking voor de EIA als de investering in een bedrijfsmiddel voldoet aan de volgende 4 voorwaarden: het bedrag aan energie-investeringen is minimaal 2.200 Ref. MSAP2011016 91

het bedrijfsmiddel is niet eerder gebruikt het bedrijfsmiddel staat op de Energielijst. Men kan de Energielijst 2011 downloaden van de website van Agentschap NL Men kan voor hetzelfde bedrijfsmiddel geen energie-investeringsaftrek én milieuinvesteringsaftrek tegelijk krijgen. Formaliteiten die vervuld dienen te worden om de steun aan te vragen Stap 1: Energielijst: In de Energielijst vindt men de bedrijfsmiddelen die voor de EIA in aanmerking komen. Elk bedrijfsmiddel heeft een code, die men nodig heeft bij de aanvraag. Voor bedrijfsmiddelen die niet specifiek in de lijst staan, gelden generiek omschreven bedrijfsmiddelen. Stap 2: Meldingsformulier tijdig insturen: Het Bureau IRWA moet het meldingsformulier (2011), ontvangen hebben binnen drie maanden na het verstrekken van de opdracht voor de aanschaf van het bedrijfsmiddel. Stuurt men het formulier later in, dan heeft men geen recht meer op EIA. Men kan iemand machtigen om de aanvraag te doen. Download daarvoor het machtigingsformulier en stuur deze met de melding mee. Zijn er ook voortbrengingskosten gemaakt? Dan moet men deze melden binnen drie maanden na het eind van het kalenderkwartaal waarin deze kosten zijn gemaakt. Neemt men het bedrijfsmiddel waarvoor voortbrengingskosten zijn gemaakt in de loop van datzelfde kalenderkwartaal in gebruik? Meld de kosten dan binnen drie maanden na de datum van ingebruikneming. Men kan een voorbeeld meldingsformulier bekijken op de website van Agentschap NL. Stap 3: Behandeling van de aanvraag: Men krijgt binnen vier weken een ontvangstbevestiging van het Bureau IRWA met een registratienummer. Om vast te kunnen stellen of de investering aan de eisen voldoet, kan Agentschap NL aanvullende informatie opvragen. De Belastingdienst beslist over de toekenning van de EIA. Beleidsniveau die maatregel beheert Aanmelding geschiedt bij Bureau IRWA. Agentschap NL toetst de melding op de technische en administratieve eisen en geeft verklaring. De Belastingdienst beslist over de toekenning. Adresgegevens om maatregel aan te vragen Bureau IRWA: Bureau Investeringsregelingen en willekeurige afschrijving Postbus 3338 4800 DH Breda Meer info www.agentschapnl.nl/eia Ref. MSAP2011016 92

MIA regeling Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Nederland Omschrijving van de doelstelling van de maatregel Deze regelingen heeft tot doel om Nederlandse ondernemers te stimuleren om te investeren in milieuvriendelijke bedrijfsvoering. Maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Volgens MIA kan maximaal 36 procent van de milieuvriendelijke investeringskosten worden afgetrokken van de fiscale winst. Minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel De investering moet per aanvrager minimaal 2.200 per kalenderjaar bedragen. Het voorziene budget Het maximum budget voor MIA is 101 miljoen euro. Voorwaarden om steun te krijgen De onderneming is in Nederland gevestigd en belastingplichtig. Het bedrijfsmiddel staat op de milieulijst. De investering bedraagt minimaal 2.200 per kalenderjaar. De bedrijfsmiddelen zijn niet eerder gebruikt. Als men investeert in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen komt men in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek (MIA). Dat betekent dat men een bepaald percentage van de investering kan aftrekken van de inkomsten- of vennootschapsbelasting. De aftrek geldt voor de volgende kosten: o Aanschafkosten o voortbrengkosten (de kosten die u maakt wanneer uw onderneming het bedrijfsmiddel zelf produceert) o aanpassingskosten en/of aanschaf nieuwe onderdelen o kosten voor milieuadviezen (alleen voor mkb-bedrijven). Men kan MIA toepassen naast de Vamil-regeling. Formaliteiten die vervuld dienen te worden om de steun aan te vragen Ref. MSAP2011016 93

Het verzoek moet binnen 3 maanden na aanschaf van het bedrijfsmiddel worden ingediend. Men meldt de investering bij de Belastingdienst, Bureau Investeringsregelingen en Willekeurige Afschrijvingen in Breda. De aanmelding op naam van een investerende dochtermaatschappij wordt gedaan door de moedermaatschappij. Het aanvragen van MIA is eenvoudig. Men hoeft slechts één formulier in te vullen. Meestal is het meesturen van informatie niet noodzakelijk. Voor het aanvragen van MIA is geen accountantsverklaring nodig. Hieronder volgt een stappenplan: Men betaalt inkomsten- of vennootschapsbelasting en men is van plan een bepaalde investering te doen. Men kiest voor het innovatieve, milieuvriendelijke alternatief van deze investering die op de huidige Milieulijst staat. Men zorgt voor vergunningen of certificaten indien deze voor de milieu-investering zijn vereist. Men vult het meldingsformulier in. Men moet voor elke maat of Vennoot een apart formulier invullen. Voor investeringen van meer dan 1 miljoen moet men een kopie van de koopovereenkomst meesturen. Men moet de investering melden binnen drie maanden na de datum van investeren (dit is meestal de datum van de orderbevestiging die men van de leverancier heeft ontvangen). Bewaar een kopie van uw meldingsformulier bij de boekhouding. Bureau IRWA stuurt binnen vier weken een ontvangstbevestiging. Men verwerkt de MIA aftrek in de belastingaangifte. Men ontvangt dus geen beschikking van Agentschap NL. Adviseurs van Agentschap NL beoordelen de aanvraag en kunnen aanvullende vragen stellen over de techniek, de gemaakte kosten en de data van de verplichtingen. Ook kan een adviseur de investering ter plekke komen beoordelen. Deze beoordeling wordt vastgelegd in een advies aan uw Belastinginspecteur. is men het niet eens met deze beoordeling, dan kan men na de vaststelling van de aangifte bezwaar indienen bij de Belastinginspecteur. Beleidsniveau die maatregel beheert Aanmelding geschiedt bij Bureau IRWA. Agentschap NL toetst de melding op de technische en administratieve eisen en geeft verklaring. De Belastingdienst beslist over de toekenning. Adresgegevens om maatregel aan te vragen Bureau IRWA: Bureau Investeringsregelingen en willekeurige afschrijving Postbus 3338 4800 DH Breda Meer info http://www.agentschapnl.nl/nl/programmas-regelingen/mia-milieu-investeringsaftrek-envamil-willekeurige-afschrijving-milieu-investeringen Ref. MSAP2011016 94

VAMIL regeling Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Nederland Omschrijving van de doelstelling van de maatregel Deze regeling heeft tot doel om Nederlandse ondernemers te stimuleren om te investeren in milieuvriendelijke bedrijfsvoering. Als men investeert in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen kan een belastingvoordeel krijgen. Deze fiscale regeling heet willekeurige afschrijving voor milieuinvesteringen (Vamil). De regeling houdt in dat men in een willekeurig jaar een willekeurig percentage mag afschrijven, zodat men een liquiditeit- of rentevoordeel kunt behalen. Maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Volgens VAMIL kan maximaal 75 procent van de milieuvriendelijke investeringskosten worden afgetrokken van de fiscale winst. Minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel De investering moet per aanvrager minimaal 2.200 per kalenderjaar bedragen. Het voorziene budget Het maximum budget voor VAMIL is 24 miljoen euro. Voorwaarden om steun te krijgen De onderneming is in Nederland gevestigd en belastingplichtig. Het bedrijfsmiddel staat op de milieulijst. De investering bedraagt minimaal 2.200 per kalenderjaar. De bedrijfsmiddelen zijn niet eerder gebruikt. De volgende kosten komen voor afschrijving in aanmerking: o aanschafkosten o voortbrengkosten: dat zijn de kosten die u maakt wanneer uw onderneming het bedrijfsmiddel zelf produceert o aanpassingskosten en/of aanschaf nieuwe onderdelen. Men kan Vamil toepassen naast de MIA-regeling. Formaliteiten die vervuld dienen te worden om de steun aan te vragen Ref. MSAP2011016 95

Het verzoek moet binnen 3 maanden na aanschaf van het bedrijfsmiddel worden ingediend. Men meldt de investering bij de Belastingdienst, Bureau Investeringsregelingen en Willekeurige Afschrijvingen in Breda. De aanmelding op naam van een investerende dochtermaatschappij wordt gedaan door de moedermaatschappij. Het aanvragen van VAMIL is eenvoudig. Men hoeft slechts één formulier in te vullen. Meestal is het meesturen van informatie niet noodzakelijk. Voor het aanvragen van VAMIL is geen accountantsverklaring nodig. Hieronder volgt een stappenplan: Men betaalt inkomsten- of vennootschapsbelasting en men is van plan een bepaalde investering te doen. Men kiest voor het innovatieve, milieuvriendelijke alternatief van deze investering die op de huidige Milieulijst staat. Men zorgt voor vergunningen of certificaten indien deze voor de milieu-investering zijn vereist. Men vult het meldingsformulier in. Men moet voor elke maat of Vennoot een apart formulier invullen. Voor investeringen van meer dan 1 miljoen moet men een kopie van de koopovereenkomst meesturen. Men moet de investering melden binnen drie maanden na de datum van investeren (dit is meestal de datum van de orderbevestiging die men van de leverancier heeft ontvangen). Bewaar een kopie van uw meldingsformulier bij de boekhouding. Bureau IRWA stuurt binnen vier weken een ontvangstbevestiging. Men verwerkt de VAMIL aftrek in de belastingaangifte. Men ontvangt dus geen beschikking van Agentschap NL. Adviseurs van Agentschap NL beoordelen de aanvraag en kunnen aanvullende vragen stellen over de techniek, de gemaakte kosten en de data van de verplichtingen. Ook kan een adviseur de investering ter plekke komen beoordelen. Deze beoordeling wordt vastgelegd in een advies aan uw Belastinginspecteur. is men het niet eens met deze beoordeling, dan kan men na de vaststelling van de aangifte bezwaar indienen bij de Belastinginspecteur. Beleidsniveau die maatregel beheert Aanmelding geschiedt bij Bureau IRWA. Agentschap NL toetst de melding op de technische en administratieve eisen en geeft verklaring. De Belastingdienst beslist over de toekenning. Adresgegevens om maatregel aan te vragen Bureau IRWA: Bureau Investeringsregelingen en willekeurige afschrijving Postbus 3338 4800 DH Breda Meer info http://www.agentschapnl.nl/nl/programmas-regelingen/mia-milieu-investeringsaftrek-envamil-willekeurige-afschrijving-milieu-investeringen Ref. MSAP2011016 96

Meerjarenafspraken MJA-3 en MEE Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Nederland Omschrijving van de doelstelling van de maatregel Meerjarenafspraken MJA-3 (de 3 staat voor de derde periode 2008-2012 van 4 jaar). Meerjarenafspraak Energie-Efficiëntie ETS-ondernemingen 2009-2020 (MEE) De Meerjarenafspraken bieden grote energie-intensieve bedrijven de mogelijkheid om per branche een eigen invulling te geven aan energiebesparing en energie efficiency. Hierbij faciliteert de overheid de organisatie. Bedrijven gaan wel de verplichting aan om maatregelen met terugverdientijden van minder dan vijf jaar ook uit te voeren en te rapporteren. Voordelen voor bedrijven zijn minder uitvoeringskosten doordat de overheid faciliteert, profiteren van behaalde successen in dezelfde branche, eenduidiger regelgeving en een financieel voordeel bij energiebelasting. Maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Het is ondersteuning door faciliteren van middelen door de overheid. Vrijstelling energiebelasting boven een verbruik van 10 GWh. van Minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet gedefinieerd. Kleine bedrijven kunnen niet meedoen. Het voorziene budget Het is ondersteuning op maat geboden door de overheid. Voorwaarden om steun te krijgen Voorstellen worden beoordeeld op 4 criteria: Het moeten concrete, duurzame initiatieven zijn op het gebied van energie, water, grondstoffen en mobiliteit; Rendabiliteit; Snelheid waarmee resultaat wordt behaald; Het moet leiden tot nieuwe economische activiteiten of tot kostenbesparingen voor bedrijven. Ref. MSAP2011016 97

Formaliteiten die vervuld dienen te worden om de steun aan te vragen De procedure van deelname MJA / MEE verloopt als volgt: Men vult het formulier verzoek tot toetreding tot MJA3/MEE voor ondernemingen in en print deze bij voorkeur uit op het briefpapier van de onderneming, instelling of organisatie. Men stuurt het ingevulde 'verzoek tot toetreding' naar Agentschap NL met een afschrift naar de brancheorganisatie. Binnen vier weken na ontvangst van de brief deelt Agentschap NL schriftelijk mede of uw onderneming of instelling voor deelname in aanmerking komt. Agentschap NL kan deze termijn eventueel verlengen met nog eens ten hoogste vier weken. Beleidsniveau die maatregel beheert Agentschap NL Adresgegevens om maatregel aan te vragen Agentschap NL t.a.v. Team Netwerk bedrijven Postbus 17 6130 AA SITTARD Of scannen en mailen naar secrerariaat.fo.mja@agentschapnl.n Meer info www.agentschapnl.nl Ref. MSAP2011016 98

Green Deal Doelgroep Bedrijven, non-profit en particulieren Het land waarin de maatregel van kracht is Nederland Omschrijving van de doelstelling van de maatregel De Green Deal wil burgers, bedrijven, organisaties en andere overheden ondersteunen bij de totstandkoming van lokale duurzame projecten die moeilijk van de grond komen. Bijvoorbeeld projecten voor energiebesparing of opwekking van duurzame energie. Ze doet dit door een Green Deal af te sluiten. Inmiddels zijn 59 van deze Green Deals getekend. De overheid kan besluiten tot het aanpassen van de wet- en regelgeving, maar kan ook de afzetmarkten ondersteunen voor nieuwe technologieën en zorgen voor goede samenwerkingsverbanden. Tevens kan zij de toegang tot de kapitaalmarkt verbeteren. De overheid stelt in dit programma echter geen subsidies beschikbaar. Een voorbeeld: De Green Deal Windcentrale: De Windcentrale (de Nederlandse Energie Coöperatie UA), Stichting Doen (dochter Nationale Postcode Loterij) en Coöperatie Deltawind U.A. (initiator van het windpark) starten een proef met een nieuw type windcoöperatie. Burgers worden mede-eigenaar van een windmolen en de stroom die wordt opgewekt door deze windmolen thuisgeleverd krijgen. Nieuw is de methode om op afstand opgewekte elektriciteit te verrekenen met het thuisverbruik van de deelnemers. De verwachting van partijen is dat uiteindelijk meer windenergie kan worden gerealiseerd omdat burgers minder bezwaren (zoals not in my backyard ) ervaren. Maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet gedefinieerd. Het is ondersteuning op maat geboden door de overheid. Minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Niet gedefinieerd. Het is ondersteuning op maat geboden door de overheid. Het voorziene budget Niet van toepassing. Het is ondersteuning op maat geboden door de overheid. Voorwaarden om steun te krijgen Voorstellen worden beoordeeld op 4 criteria: Ref. MSAP2011016 99

Het moeten concrete, duurzame initiatieven zijn op het gebied van energie, water, grondstoffen en mobiliteit; De rentabiliteit; De snelheid waarmee resultaat wordt behaald; Het moet leiden tot nieuwe economische activiteiten of tot kostenbesparingen voor bedrijven Formaliteiten die vervuld dienen te worden om de steun aan te vragen Op 13 december 2011, wordt een pakket nieuwe Green Deals bekend gemaakt op het gebied van biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen. Dit gebeurt bij de presentatie van het advies van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen. Volgende ronde Green Deal: De komende jaren wil het kabinet meer Green Deals met de samenleving afsluiten. De eerstvolgende ronde wordt naar verwachting begin 2012 gehouden. Thema s zijn energie, grondstoffen, mobiliteit en water. In de loop van december is het weer mogelijk om via internet projectvoorstellen in te dienen. Het kabinet nodigt vooral het midden- en kleinbedrijf, gemeenten en maatschappelijke organisaties uit om met projectvoorstellen te komen. Beleidsniveau die maatregel beheert Agentschap NL Adresgegevens om maatregel aan te vragen Agentschap NL Postbus 51 6130 AA SITTARD Tel. 0031/0800 8051 Meer info www.agentschapnl.nl Ref. MSAP2011016 100

Warmte op Stoom : industriële restwarmte ( 2008-2012, is gesloten ) Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Nederland Omschrijving van de doelstelling van de maatregel Deze regeling is één van de maatregelen uit het werkprogramma Warmte op stoom, waarmee de minister van Economische Zaken een impuls wil geven aan de verduurzaming van het warmtegebruik in Nederland. De industrie staat centraal in deze regeling. Deze regeling eindigt in 2012. Industriële bedrijven kunnen subsidie aanvragen voor het opzetten van busines-cases voor een efficiënter gebruik van warmte. Het onderzoek kan gericht zijn op een optimaler gebruik van warmte binnen de bedrijfsinrichting of buiten de grenzen van de eigen bedrijfsinrichting. Maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen info Minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen info Het voorziene budget Voor bedrijven zijn de belangrijkste maatregelen: Pilotprojecten industriële warmte: 6,5 miljoen Regeling industriële warmtebenutting ( UKP subsidies ): 46,5 miljoen Voorwaarden om steun te krijgen Niet meer mogelijk Beleidsniveau die maatregel beheert Landelijk: Ministerie van EL&I ( Economische zaken, Landbouw & Innovatie ) met uitvoerende instantie Agentschap NL. Ref. MSAP2011016 101

Adresgegevens om maatregel aan te vragen Agentschap NL Postbus 51 6130 AA SITTARD Tel. 0031/0800 8051 Meer info www.agentschapnl.nl Ref. MSAP2011016 102

Vrijstelling van belasting op aardgas voor WKK Doelgroep Bedrijven Het land waarin de maatregel van kracht is Nederland Omschrijving van de doelstelling van de maatregel Een stimulerende werking gaat uit van de belastingvrijstelling voor gas dat wordt gebruikt voor toepassingen met een warmtekrachtkoppeling (WKK). Het gas dat wordt gebruikt als brandstof voor gasmotoren die zowel warmte als elektriciteit produceren, is vrijgesteld van energiebelasting. Dit levert een belangrijke financiële ondersteuning aan de exploitatie van dergelijke installaties. Maximumsteun die voorzien is binnen de maatregel Volledige vrijstelling van belasting op aardgas. Die belasting bedraagt normaliter: Minimumsteun die voorzien is binnen de maatregel Geen Ref. MSAP2011016 103