STICHTING SHELL PENSIOENFONDS



Vergelijkbare documenten
STICHTING SHELL PENSIOENFONDS

Variabel pensioen: laag/hoog

Variabel pensioen: hoog/laag

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Flexfactoren reglement

Bijlage Actuariële factoren

Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas. Tabellenboek 2015 Versie 1

Bijlage Tabellen en actuariële factoren

Flexfactoren 2019 Voorbeelden van flexibele mutaties. Pensioenfonds Avebe

Bijlage Actuariële factoren

F L E X I B I L I S E R I N G S - E N U I T R U I L F A C T O R E N P E R 1 J A N U A R I

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

REKENREGELS BEHOREND BIJ DE UITVOERINGSREGELING PENSIOENREGLEMENT 2006 FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2015

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2018 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2018

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2019 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2019

55 0,718 0, ,765 0, ,816 0, ,872 0, ,933 0, ,000 1,000

In reglement IV zijn de volgende flexibiliseringsmogelijkheden opgenomen:

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Bijlage Pensioenreglement: vervroegings-, uitstel- en uitruilfactoren en afkoopvoeten

Flexibele elementen/ factoren (versie 2015) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2016 (concept)

Aanpassing van de reglementaire flexibiliserings-, uitruil- en afkoopfactoren.

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

55 0,738 0, ,783 0, ,831 0, ,882 0, ,939 0, ,000 1,000

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2018

55 0,755 0, ,797 0, ,842 0, ,891 0, ,943 0, ,000 1,000

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

Deze bijlage geeft tabellen met factoren behorend bij de keuzemogelijkheden uit het (pre)pensioenreglement. De factoren zijn geldig in 2014.

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

1 januari 2014 Bijlage bij het (Vroeg)pensioenreglement

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2017

Flexibilisering en afkoop van pensioen

De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

bijlagen 2014 behorende bij het pensioenreglement

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Actuariële factoren vanaf 1 januari 2017

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Flexibele elementen/ factoren (versie 2012) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging


Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Uitvoeringsregeling 1 bij artikel 10 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds

Ruil- en afkoopfactoren

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds ERIKS

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Flexibiliseringsfactoren vanaf 1 januari Vanaf 1 januari 2016 tot 1 januari 2019 gelden voor de (gewezen) deelnemers de volgende tabellen.

Bijlage Ia bij pensioenreglement 2006

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

bijlagen 2013 behorende bij het pensioenreglement

Bijlage 1 t/m 4. Pensioenreglement voor deelnemers geboren voor 1 januari Stichting Pensioenfonds SCA. 1 januari 2014 t/m 31 december 2016

Indien het ouderdomspensioen ingaat binnen twee jaar na einde van het deelnemerschap, geldt

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2017 van de Stichting Pensioenfonds ERIKS

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Addendum bij pensioenreglement Stichting Pensioenfonds VNU

Aanvulling 1 op Pensioenreglement 2011

Bijlage I: Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2018

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

OMZETTINGSFACTOREN UITRUIL- EN AFKOOPVOETEN 2016 UITRUIL- EN AFKOOPVOETEN 2016

GE European Pension Fund. Artesia Sectie

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kring RBS. Vervroeging. Uitstel

Bijlage percentages en bedragen

Als u met pensioen gaat

Bijlagen bij Pensioenreglement 2006

Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland

Aanpassing van de reglementaire flexibiliserings-, uitruil- en afkoopfactoren.

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Keuzemogelijkheden rond uw pensioen. In deze brochure gaan we in op vijf flexibiliseringsmogelijkheden. rondom uw pensionering.

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Berekeningsfactoren. Inhoudsopgave

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kringen Premie, Stabiliteit en Koopkracht

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Uitvoeringsrichtlijn betreffende deelneming bij werken na de ingang van het ouderdomspensioen

Berekeningsfactoren. Inhoudsopgave

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Actuariële grondslagen flexibiliseringsfactoren per 1 januari 2017

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kring Bavaria. Vervroeging. Uitstel

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Factorenboek Essentie Pensioen Pensioenleeftijd 65 jaar

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar. Deze worden jaarlijks aangepast.

BIJLAGENREGLEMENT BIJ PENSIOENREGLEMENT 2016 VAN PENSIOENSTICHTING TRANSPORT

Transcriptie:

STICHTING SHELL PENSIOENFONDS Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014

Inhoudsopgave Bijlage bij Reglement V van de Stichting Shell Pensioenfonds... 3 1. Flexibiliseringsmogelijkheden inzake Pensioengerechtigde Leeftijd en hoogte van pensioenaanspraken... 4 2. Omzetting: uitruilen van ouderdomspensioen in tijdelijk ouderdomspensioen (tabel 1)... 5 3. Eerder of later met pensioen (tabel 2)... 6 4. Omzetting: van ouderdomspensioen in partnerpensioen en omgekeerd... 7 4.1 Omzetting: verhouding ouderdomspensioen en partnerpensioen (tabel 3a)... 7 4.2 Omzetting pensioenen: op twee levens, op leven (gewezen) deelnemer of op leven partner (tabel 3b en 3c)... 8 5. Variabel pensioen: hoog / laag of laag / hoog... 10 5.1 Hoog / laag: verschil tussen hoogste en laagste uitkering 15 procent (tabel 4a)... 10 5.2 Hoog / laag: verschil tussen hoogste en laagste uitkering 20 procent (tabel 4b)... 11 5.3 Hoog / laag: verschil tussen hoogste en laagste uitkering 25 procent (tabel 4c)... 12 5.4 Hoog / laag: verschil tussen hoogste en laagste uitkering 30 procent (tabel 4d)... 13 5.5 Hoog / laag: verschil tussen hoogste en laagste uitkering 33 1/3 procent (tabel 4e)... 14 5.6 Laag / hoog: verschil tussen laagste en hoogste uitkering 15 procent (tabel 4f)... 15 5.7 Laag / hoog: : verschil tussen laagste en hoogste uitkering 20 procent (tabel 4g)... 16 5.8 Laag / hoog: verschil tussen laagste en hoogste uitkering 25 procent (tabel 4h)... 17 5.9 Laag / hoog: verschil tussen laagste en hoogste uitkering 30 procent (tabel 4i)... 18 5.10 Laag / hoog: verschil tussen laagste en hoogste uitkering 33 1/3 procent (tabel 4j)... 19 6. Afkoop kleine pensioenen (tabel 5 )... 20 Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 2 van 21

Bijlage bij Reglement V van de Stichting Shell Pensioenfonds Deze bijlage is onderdeel van Reglement V van het Pensioenfonds. De in de bijlage opgenomen tabellen en actuariële factoren zijn geldig vanaf 1 januari 2014 en blijven van kracht totdat het Pensioenfonds tot aanpassing besluit. De definities zoals opgenomen in artikel 1 van dit Reglement zijn onverkort van toepassing op deze bijlage. Periodiek besluit het Pensioenfonds, na advies van de actuaris, of de in deze bijlage vermelde factoren aangepast moeten worden. Wijzigingen zullen worden aangebracht met inachtneming van de bepalingen inzake wijziging van het Reglement van het Pensioenfonds. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 3 van 21

1. Flexibiliseringsmogelijkheden inzake Pensioengerechtigde Leeftijd en hoogte van pensioenaanspraken Het Reglement bevat een aantal flexibiliseringsmogelijkheden met betrekking tot de Pensioengerechtigde Leeftijd en de hoogte van het doorlopend ouderdomspensioen, het tijdelijk ouderdomspensioen, het doorlopend partnerpensioen en het aanvullend partnerpensioen. Deze flexibiliseringsmogelijkheden kunt u vinden in artikel 17 van Reglement VI. 1. Uitruilen van ouderdomspensioen en bijhorend partnerpensioen. Dit pensioen kan worden omgezet in een tijdelijk ouderdomspensioen of worden ingezet om eerder met pensioen te gaan. 2. Vervroegen of verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd door gebruik te maken van de optie eerder met pensioen of later met pensioen te gaan 3. Uitruilen van ouderdomspensioen in partnerpensioen en omgekeerd 4. Toepassen van een hoger of lager pensioen voor een nader aan te geven periode: variabel pensioen Indien flexibiliseringsmogelijkheden worden gecombineerd zal in de uitwerking de voornoemde volgorde worden gehanteerd. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 4 van 21

2. Omzetting: uitruilen van ouderdomspensioen in tijdelijk ouderdomspensioen (tabel 1) Conform artikel 17.1.3 van het Reglement heeft de Deelnemer of Gewezen Deelnemer de mogelijkheid een deel van het ouderdomspensioen om te zetten in een tijdelijk ouderdomspensioen. Daarbij zal gerekend worden met Tabel 1. Bij de omzetting blijft het bedrag aan opgebouwd partnerpensioen ongewijzigd. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 5 van 21

3. Eerder of later met pensioen (tabel 2) Conform artikel 17.1 en 17.2 heeft de Deelnemer of Gewezen Deelnemer de mogelijkheid om eenmalig een lagere of hogere Pensioengerechtigde Leeftijd te kiezen dan de Pensioengerechtigde Leeftijd van 65 jaar als vermeld in artikel 5, met dien verstande dat de gekozen Pensioengerechtigde Leeftijd niet mag liggen vóór de Pensioengerechtigde Leeftijd van 55 jaar of na de Pensioengerechtigde leeftijd van 70 jaar. Indien de Deelnemer of de Gewezen Deelnemer gebruik wil maken van deze mogelijkheid dan zal zijn ouderdomspensioen verminderd of verhoogd worden. Daarbij zal gerekend worden met Tabel 2. Bij de verlaging of verhoging van de Pensioengerechtigde Leeftijd blijft het bedrag aan opgebouwd partnerpensioen ongewijzigd. Tabel 2 Eerder of later met pensioen Een ouderdomspensioen van EUR 1.000 ingaande op leeftijd 65 resulteert in een direct ingaand ouderdomspensioen als aangegeven bij de gekozen leeftijd maanden Leeftijd op 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 pensioendatum 55 581 583 585 588 590 592 595 597 600 602 605 607 56 610 612 615 617 620 622 625 627 630 632 635 638 57 640 643 646 648 651 654 657 659 662 665 668 671 58 674 676 679 682 685 688 691 694 697 700 703 706 59 709 712 716 719 722 725 728 731 735 738 741 745 60 748 751 755 758 762 765 769 772 776 779 783 786 61 790 794 797 801 805 808 812 816 820 824 828 832 62 836 840 844 848 852 856 860 864 868 873 877 881 63 885 890 894 899 903 908 912 917 921 926 931 935 64 940 945 950 954 959 964 969 974 979 984 990 995 65 1.000 1.005 1.011 1.016 1.021 1.027 1.032 1.038 1.043 1.049 1.054 1.060 66 1.066 1.072 1.077 1.083 1.089 1.095 1.101 1.107 1.113 1.119 1.126 1.132 67 1.138 1.144 1.151 1.157 1.164 1.170 1.177 1.184 1.190 1.197 1.204 1.211 68 1.218 1.225 1.232 1.239 1.246 1.253 1.261 1.268 1.275 1.283 1.290 1.298 69 1.306 1.313 1.321 1.329 1.337 1.345 1.353 1.361 1.369 1.378 1.386 1.395 70 1.403 Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 6 van 21

4. Omzetting: van ouderdomspensioen in partnerpensioen en omgekeerd Conform artikel 17.3 van het Reglement heeft de Deelnemer of Gewezen Deelnemer eenmalig de mogelijkheid om met ingang van de Pensioendatum de verhouding tussen het ouderdomspensioen en het partnerpensioen zodanig te wijzigen dat het doorlopende partnerpensioen 0, 30, 50 of 70 procent van het ouderdomspensioen bedraagt. Bij omzetting van het partnerpensioen in 0 procent van het ouderdomspensioen wordt het aanvullende partnerpensioen omgezet in een verhoging van het ouderdomspensioen. 4.1 Omzetting: verhouding ouderdomspensioen en partnerpensioen (tabel 3a) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer besluit de verhouding tussen het ouderdomspensioen en het partnerpensioen te wijzigen dan zal worden gerekend met Tabel 3a om tot de gewenste verhoudingsgetallen te komen. Tabel 3a Uitruilen van pensioen (1) (2) (3) Omzetting van EUR 1.000 levenslang Omzetting van EUR 1.000 aanvullend Omzetting van EUR 1.000 direct partnerpensioen resulteert in een partnerpensioen resulteert in een ingaand ouderdomspensioen resulteert direct ingaand ouderdomspensioen direct ingaand ouderdomspensioen in een meeverzekerd partnerpensioen Leeftijd op pensioendatum 55 125 11 7.979 56 131 11 7.636 57 137 10 7.307 58 143 10 6.991 59 150 9 6.685 60 157 8 6.387 61 164 8 6.097 62 172 7 5.815 63 180 6 5.545 64 189 5 5.285 65 199 4 5.035 66 208 3 4.810 67 218 2 4.593 68 228 1 4.380 69 240 0 4.168 70 253 0 3.960 De waardes voor tussenliggende leeftijden worden door interpolatie verkregen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 7 van 21

4.2 Omzetting pensioenen: op twee levens, op leven (gewezen) deelnemer of op leven partner (tabel 3b en 3c) Conform artikel 17.3 van het Reglement heeft de Deelnemer of Gewezen Deelnemer eenmalig de mogelijkheid om met ingang van de Pensioendatum de verhouding tussen de hoogte van het op de Pensioendatum van toepassing zijnde ouderdomspensioen en de hoogte van het op de Pensioendatum van toepassing zijnde partnerpensioen zodanig te wijzigen dat een pensioen ontstaat dat uitgekeerd wordt zolang de Gepensioneerde en diens Partner in leven zijn, en bij overlijden van de Gepensioneerde of diens Partner wordt verminderd met naar keuze 30 of 50 procent. Tabel 3b betreft de omzetting van het ouderdomspensioen in een pensioen op 2 levens, de omzetting van het pensioen op het leven van de Deelnemer of Gewezen Deelnemer indien de partner is overleden of de omzetting van het pensioen op het leven van de partner indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer is overleden. Tabel 3b Uitruilen van pensioen (1) (2) (3) Omzetting van EUR 1.000 direct ingaand Omzetting van EUR 1.000 direct ingaand Omzetting van EUR 1.000 direct ingaand ouderdomspensioen in een direct ingaand ouderdomspensioen in een direct ingaand ouderdomspensioen in een direct ingaand pensioen zolang de (gewezen) deelnemer pensioen zolang de (gewezen) deelnemer pensioen zolang de partner in leven is en en de partner beiden in leven zijn in leven is en de partner is overleden de (gewezen) deelnemer is overleden resulteert in resulteert in resulteert in Leeftijd op pensioendatum 55 1.076 14.172 7.195 56 1.079 13.726 6.869 57 1.081 13.304 6.557 58 1.084 12.897 6.259 59 1.087 12.496 5.969 60 1.090 12.107 5.688 61 1.093 11.727 5.416 62 1.097 11.354 5.152 63 1.100 10.989 4.900 64 1.104 10.628 4.658 65 1.108 10.271 4.427 66 1.112 9.913 4.217 67 1.117 9.563 4.014 68 1.122 9.215 3.816 69 1.126 8.927 3.620 70 1.131 8.646 3.428 De waardes voor tussenliggende leeftijden worden door interpolatie verkregen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 8 van 21

Tabel 3c betreft de omzetting van het partnerpensioen in een pensioen op 2 levens, de omzetting van het pensioen op het leven van de Deelnemer of Gewezen Deelnemer indien de partner is overleden of de omzetting van het pensioen op het leven van de partner indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer is overleden. Tabel 3c Uitruilen van pensioen (1) (2) (3) Omzetting van EUR 1.000 meeverzekerd Omzetting van EUR 1.000 meeverzekerd Omzetting van EUR 1.000 meeverzekerd partnerpensioen in een direct ingaand partnerpensioen in een direct ingaand partnerpensioen in een direct ingaand pensioen zolang de (gewezen) deelnemer pensioen zolang de (gewezen) deelnemer pensioen zolang de partner in leven is en en de partner beiden in leven zijn in leven is en de partner is overleden de (gewezen) deelnemer is overleden resulteert in resulteert in resulteert in Leeftijd op pensioendatum 55 150 1.970 1.000 56 157 1.998 1.000 57 165 2.029 1.000 58 173 2.061 1.000 59 182 2.093 1.000 60 192 2.128 1.000 61 202 2.165 1.000 62 213 2.204 1.000 63 225 2.243 1.000 64 237 2.281 1.000 65 250 2.320 1.000 66 264 2.351 1.000 67 278 2.382 1.000 68 294 2.415 1.000 69 311 2.466 1.000 70 330 2.522 1.000 De waardes voor tussenliggende leeftijden worden door interpolatie verkregen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 9 van 21

5. Variabel pensioen: hoog / laag of laag / hoog Conform artikel 17.3 van het Reglement heeft de Deelnemer of Gewezen Deelnemer eenmalig de mogelijkheid om met ingang van de Pensioendatum en gedurende een nader door hem aangegeven periode hetzij uitgedrukt in hele jaren van minimaal één jaar en maximaal tien jaren, hetzij tot aan de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar bereikt, zijn ouderdomspensioen te verhogen of te verlagen. Het verschil tussen de hoogste en de laagste pensioenuitkering kan 15, 20, 25, 30 of 33 1/3 procent van de laagste uitkering bedragen. Bij het toepassen van een variabel (tijdelijk hoger of lager) pensioen wordt het bij het ouderdomspensioen behorende partnerpensioen niet aangepast. 5.1 Hoog / laag: verschil tussen hoogste en laagste uitkering 15 procent (tabel 4a) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer ervoor kiest om de eerste jaren na pensionering een hogere pensioenuitkering te ontvangen en daarna een lagere uitkering dan wordt het ouderdomspensioen voor de eerste jaren vastgesteld op het in Tabel 4a vermelde hoge pensioen en daarna levenslang op het lage pensioen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 10 van 21

5.2 Hoog / laag: verschil tussen hoogste en laagste uitkering 20 procent (tabel 4b) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer ervoor kiest om de eerste jaren na pensionering een hogere pensioenuitkering te ontvangen en daarna een lagere uitkering dan wordt het ouderdomspensioen voor de eerste jaren vastgesteld op het in Tabel 4b vermelde hoge pensioen en daarna levenslang op het lage pensioen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 11 van 21

5.3 Hoog / laag: verschil tussen hoogste en laagste uitkering 25 procent (tabel 4c) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer ervoor kiest om de eerste jaren na pensionering een hogere pensioenuitkering te ontvangen en daarna een lagere uitkering dan wordt het ouderdomspensioen voor de eerste jaren vastgesteld op het in Tabel 4c vermelde hoge pensioen en daarna levenslang op het lage pensioen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 12 van 21

5.4 Hoog / laag: verschil tussen hoogste en laagste uitkering 30 procent (tabel 4d) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer ervoor kiest om de eerste jaren na pensionering een hogere pensioenuitkering te ontvangen en daarna een lagere uitkering dan wordt het ouderdomspensioen voor de eerste jaren vastgesteld op het in Tabel 4d vermelde hoge pensioen en daarna levenslang op het lage pensioen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 13 van 21

5.5 Hoog / laag: verschil tussen hoogste en laagste uitkering 33 1/3 procent (tabel 4e) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer ervoor kiest om de eerste jaren na pensionering een hogere pensioenuitkering te ontvangen en daarna een lagere uitkering dan wordt het ouderdomspensioen voor de eerste jaren vastgesteld op het in Tabel 4e vermelde hoge pensioen en daarna levenslang op het lage pensioen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 14 van 21

5.6 Laag / hoog: verschil tussen laagste en hoogste uitkering 15 procent (tabel 4f) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer ervoor kiest om de eerste jaren na pensionering een lagere pensioenuitkering te ontvangen en daarna een hogere uitkering dan wordt het ouderdomspensioen voor de eerste jaren vastgesteld op het in Tabel 4f vermelde lage pensioen en daarna levenslang op het hoge pensioen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 15 van 21

5.7 Laag / hoog: : verschil tussen laagste en hoogste uitkering 20 procent (tabel 4g) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer ervoor kiest om de eerste jaren na pensionering een lagere pensioenuitkering te ontvangen en daarna een hogere uitkering dan wordt het ouderdomspensioen voor de eerste jaren vastgesteld op het in Tabel 4g vermelde lage pensioen en daarna levenslang op het hoge pensioen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 16 van 21

5.8 Laag / hoog: verschil tussen laagste en hoogste uitkering 25 procent (tabel 4h) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer ervoor kiest om de eerste jaren na pensionering een lagere pensioenuitkering te ontvangen en daarna een hogere uitkering dan wordt het ouderdomspensioen voor de eerste jaren vastgesteld op het in Tabel 4h vermelde lage pensioen en daarna levenslang op het hoge pensioen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 17 van 21

5.9 Laag / hoog: verschil tussen laagste en hoogste uitkering 30 procent (tabel 4i) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer ervoor kiest om de eerste jaren na pensionering een lagere pensioenuitkering te ontvangen en daarna een hogere uitkering dan wordt het ouderdomspensioen voor de eerste jaren vastgesteld op het in Tabel 4i vermelde lage pensioen en daarna levenslang op het hoge pensioen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 18 van 21

5.10 Laag / hoog: verschil tussen laagste en hoogste uitkering 33 1/3 procent (tabel 4j) Indien de Deelnemer of Gewezen Deelnemer ervoor kiest om de eerste jaren na pensionering een lagere pensioenuitkering te ontvangen en daarna een hogere uitkering dan wordt het ouderdomspensioen voor de eerste jaren vastgesteld op het in Tabel 4j vermelde lage pensioen en daarna levenslang op het hoge pensioen. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 19 van 21

6. Afkoop kleine pensioenen (tabel 5 ) Ten behoeve van de afkoop van kleine pensioenen als bedoeld in artikel 18.3 van het Reglement zal voor de vaststelling van de uitkering ineens worden gerekend met Tabel 5. Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 20 van 21

Vervolg tabel 5 afkoop kleine pensioenen Bijlage bij Reglement V 1 januari 2014 Pagina 21 van 21