NEDERLANDS. RS800CX Gebruiksaanwijzing



Vergelijkbare documenten
NEDERLANDS. Polar RS400 Gebruiksaanwijzing

Polar RS400 Gebruiksaanwijzing

Polar RS800 Gebruiksaanwijzing

POLAR CS600X. Gebruiksaanwijzing

NEDERLANDS. Gebruiksaanwijzing Polar CS400

POLAR RCX5. Gebruiksaanwijzing

POLAR RCX3. Gebruiksaanwijzing

POLAR RCX5. Gebruiksaanwijzing

GEBRUIKS- AANWIJZING. Polar F6 Fitness Hartslagmeter KNOPPEN

Polar RS200. Gebruiksaanwijzing

POLAR RC3 GPS. Gebruiksaanwijzing

De computerhandleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:

POLAR RC3 GPS. Gebruiksaanwijzing

Bij het instellen van het USER programma kunt u de UP en DOWN knoppen gebruiken om de weerstand van elk segment in te stellen.

KNOPPEN. Gebruiksaanwijzing Polar F11

Time (tijd): Instelbaar van 00:00 tot 99:00, met een toename van 1:00 minuut.

RCX5 POLAR RCX5 TRAININGSCOMPUTER

Gebruiksaanwijzing ST-990 BLUE VG50. Gebruiksaanwijzing. VG50 Crosstrainer. Gemaakt door:

POLAR CS500+ Gebruiksaanwijzing

Computerhandleiding Engine V6

Polar RS800CX. Snel van start gids ENG

Computerhandleiding BodyCraft ECT-2500

Geeft de trainingstijd weer, oplopend van 00:00 tot 99:59, met een toename van 1 seconde wanneer de training start.

Gebruiksaanwijzing. Cameo V6

Computerhandleiding Proteus PEC-7588

Gebruiksaanwijzing C531U -1-

Down: Verlaagt de waarde van de geselecteerde parameter: TIME,DISTANCE, enz. Tijdens de training zal de weerstand worden verlaagt.

Gebruiksaanwijzing. Proteus PEC

Polar CS100. Gebruiksaanwijzing

WERKINGSINSTRUCTIES VOOR DE ST-950 TRAININGSCOMPUTER

Gebruiksaanwijzing. Proteus PEC Gemaakt door: -1-

Sportop E-7000 / E-8000 Elliptical trainer

Bovenstaande computer is ontworpen voor elliptical trainers en wordt geïntroduceerd met de volgende functies:

Gebruiksaanwijzing. Infiniti Q21. Gemaakt door: -1-

NLD. S610i GEBRUIKSAANWIJZING HARTSLAGMETER

Gebruiksaanwijzing. Infiniti VG60 Crosstrainer. Gemaakt door:

Computer Instructies voor de SM-5062

Sportop B800P Hometrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Polar CS600 Gebruiksaanwijzing

NEDERLANDS. Polar CS500 Gebruiksaanwijzing

Infiniti ST-790 Computerhandleiding Introductie

Computerhandleiding Infiniti ST-990 Blue Computerhandleiding Infiniti ST-990 Blue -1-

Gebruiksaanwijzing. E-8000P Crosstrainer

Gebruiksaanwijzing PEC Gemaakt door: -1-

Gebruiksaanwijzing. E-1000p Crosstrainer. Gemaakt door: -1-

Gebruiksaanwijzing IMT

LifeSpan TT-3i Loopband. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

LDT-8850 Computerhandleiding

Computerhandleiding MI-611

Gebruiksaanwijzing. E-820P Crosstrainer. Gemaakt door: -1-

nl Beknopte handleiding 1 2

De computerhandleiding bestaat uit de onderdelen: Knopfuncties De schermen Het selecteren en instellen van de programma s -1-

Dolphin V4. Functie knoppen De schermen Werkingsinstructies. Batterijen installatie:

Computerhandleiding -1-

Polar CS200. Gebruiksaanwijzing

Computerhandleiding MX-900

SportsArt C52R. Computerhandleiding

Gebruiksaanwijzing. B800p Hometrainer. Gemaakt door: -1-

In het standaardscherm kunt u op de UP knop drukken om langs de. CONTROL, USER en WATT CONTROL te lopen om vervolgens een programma te selecteren.

1.1 Het downloaden van de applicatie Om de ehealth applicatie te downloaden zoekt u in ofwel de Google Play Store of de App Store naar ehealth.

Gebruiksaanwijzing PEC

Selectie en instellen van een USER (U1-U4)

Gebruiksaanwijzing. Proteus EEC-3075 Crosstrainer. Gemaakt door: -1-

Gebruiksaanwijzing. Proteus Daytona V6. Copyright

Fluid Ergometer Computer V.8012

Sportop E-450 Crosstrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Dit systeem is ontworpen voor een loopband. De handleiding bestaat uit de volgende hoofdstukken:

Gebruiksaanwijzing. X785 Crosstrainer -1-

Gebruiksaanwijzing. Proteus PEC Gemaakt door: -1-

XTERRA Switch Back 2.5 Recumbent Bike. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Gebruiksaanwijzing MA

Gebruiksaanwijzing EEC

LifeSpan TR800 Loopband. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Sportop B900 Hometrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Gebruiksaanwijzing -1-

Gebruiksaanwijzing. Engine V8-1-

Gebruiksaanwijzing. Infiniti X985 Crosstrainer -1-

Speed programma s P1 P6

Computerhandleiding MI-610

R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS

Gebruiksaanwijzing. ST-990 BLUE Crosstrainer -1-

Gebruiksaanwijzing. ST-990 BLUE Crosstrainer -1-

Gebruiksaanwijzing JBM

Sportop B870 P. Het selecteren en instellen van een USER (U1-U4)

nl Beknopte handleiding 1 2

Gebruiksaanwijzing ST-990 DUAL COLOR -1-

Computerhandleiding MI-410

Spirit XBR-95 Recumbent Bike. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Gebruiksaanwijzing E-820P -1-

Computerhandleiding MA

Computerhandleiding X985 Computerhandleiding Infiniti X

Gebruiksaanwijzing E81G -1-

Aan de slag. 1. Basisinstellingen instellen

Sportop B860i Hometrainer. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

SportsArt E82. Computerhandleiding

Innovative Growing Solutions. Datalogger DL-1. software-versie: 1.xx. Uitgifte datum: HANDLEIDING

Transcriptie:

RS800CX Gebruiksaanwijzing

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 5 2. ONDERDELEN TRAININGSCOMPUTER... 6 Optionele accessoires... 6 3. AAN DE SLAG... 7 Basisinstellingen... 7 Menustructuur... 8 4. TRAINING VOORBEREIDEN... 9 Training plannen... 9 Trainingstypen... 9 Nieuwe trainingen maken... 10 Polar s3/s3+ stride sensor W.I.N.D. kalibreren... 11 Sensor kalibreren door een afstand te lopen (gaandeweg kalibreren)... 11 Kalibratiefactor handmatig instellen... 11 5. TRAINING... 13 Hartslagsensor dragen... 13 Beginnen met trainen... 13 Trainingen combineren... 14 Informatie op het display... 15 Display van de training computer personaliseren... 16 Functies van knoppen tijdens de training... 20 Ronde registreren... 20 Zone vergrendelen... 20 Display inzoomen... 21 Display verlichten (nachtmodus aan)... 21 Bekijken Snelmenu... 21 Training pauzeren... 21 Uw OwnZone (Persoonlijke hartslagzone) bepalen... 22 6. NA TRAINING... 24 Registratie stoppen... 24 Trainingsresultaten analyseren... 24 Trainingslogboek... 24 Wekelijks overzicht... 31 Totalen... 31 Bestanden verwijderen... 32 7. INSTELLINGEN... 33 Functie-instellingen... 33 Polar s3/s3+ stride sensor W.I.N.D.... 33 De Polar fietssnelheidssensor W.I.N.D.... 33 Polar trapfrequentiesensor W.I.N.D.... 34 Wielmaat meten... 34 Polar G3/G5 GPS-sensor W.I.N.D.... 35 Hoogte... 35 Registratie-interval... 35 Functie RR-gegevens... 38 Snelheidsweergave... 38 Automatische ronderegistratie... 38 Hartslagweergave... 38 Sport zones... 38 Gebruikersinstellingen... 39 Algemene instellingen... 40

Geluid... 40 Knopvergrendeling... 40 Eenheden... 40 Taal... 40 Slaapstand... 41 Horloge-instellingen... 41 Herinnering... 41 Evenement... 41 Alarm... 42 Tijd... 42 Datum... 42 Snelknop (Snelmenu)... 42 8. TRAININGSPROGRAMMA... 44 Programma bekijken... 44 Geprogrammeerde training uitvoeren... 45 Beginnen met trainen... 45 Trainen met fasen... 45 Weergaven tijdens de training... 45 Functies tijdens de training... 46 Rondemenu... 46 9. TESTS... 47 Polar Fitness TestTM... 47 Vóór de test... 47 De test uitvoeren... 48 Na de test... 48 Polar OwnOptimizerTM... 50 Algemeen... 50 Vóór de test... 50 De test uitvoeren... 50 Na de test... 51 10.NIEUWE BORSTBAND GEBRUIKEN... 54 Nieuwe hartslagsensor aanmelden... 54 11.ACHTERGRONDINFORMATIE... 55 Polar sport zones... 55 OwnZone-training... 56 Maximale hartslag... 56 Hartslag in een zittende positie... 57 Hartslagreserve... 57 Hartslagvariatie... 58 Loopfrequentie en paslengte... 58 R-R-registratie... 59 Polar Running Index... 59 Trainingsartikelen van Polar... 62 12.INFORMATIE OVER KLANTENSERVICE... 63 derhoud... 63 derhoud van uw product... 63 Service... 63 Batterijen vervangen... 63 Batterij van training computer vervangen... 63 Voorzorgsmaatregelen... 65 Interferentie tijdens de training... 65 Risico's tijdens trainen beperken... 65 Technische specificaties... 66 Veel gestelde vragen... 67

Beperkte internationale Polar-garantie... 69 Aansprakelijkheid... 70 REGISTER... 72

1. INLEIDING Gefeliciteerd! U hebt een volledig trainingssysteem aangeschaft dat geheel aan uw trainingsbehoeften kan worden aangepast. Deze gebruiksaanwijzing bevat volledige instructies om het beste uit uw Polar RS800CX training computer te halen. De nieuwste versie van deze gebruiksaanwijzing kunt u downloaden op http://www.polar.com/support. Ga naar http://www.polar.com/en/support/video_tutorials voor video-instructies. Inleiding 5

2. ONDERDELEN TRAININGSCOMPUTER 1. Polar RS800CX trainingscomputer: deze toont en registreert uw hartslag en andere trainingsgegevens tijdens de training. 2. Polar H3 hartslagsensor: zendt het hartslagsignaal naar de trainingscomputer. Bevat een zender en een elastisch bandje. CD-ROM: deze bevat de Polar ProTrainer 5 TM-software en een volledige gebruiksaanwijzing. Webservice polarpersonaltrainer.com: uw online trainingsdagboek en interactieve community die u gemotiveerd houdt. De laatste versie van deze gebruiksaanwijzing kunt u downloaden op www.polar.com/support. Optionele accessoires 1. Polar s3/s3+ stride sensortm W.I.N.D.: deze zendt de metingen van uw loopsnelheid, tempo en afstand naar de trainingscomputer. Hij meet ook de frequentie en de grootte van de passen. 2. Polar G3/G5 GPS-sensorTM W.I.N.D.: deze levert gegevens over snelheid, afstand en locatie, alsmede informatie over de route bij alle buitensporten die GPS-technologie (Global Positioning System) gebruiken. U kunt de route-informatie overdragen naar de Polar ProTrainer 5 software om deze in Google Earth te bekijken of te converteren naar een GPX-bestand. Zie de help van de software voor meer informatie. 3. Polar snelheidssensortm W.I.N.D.: deze meet de snelheid en afstand tijdens het fietsen. 4. Polar trapfrequentiesensor TM W.I.N.D.: deze meet de trapfrequentie, d.w.z. de trapasomwentelingen per minuut tijdens het fietsen. Bij gebruik van de Polar G3/G5 GPS-sensor samen met de Polar s3/s3+ stride sensor of de Polar fietssnelheidssensor, wordt de GPS alleen gebruikt voor het volgen van de locatie en de route. Echter, als de s3/s3+ stride sensor of de fietssnelheidssensor niet binnen het bereik valt (bijv. het sporttype verandert tijdens de training), krijgt de trainingscomputer de gegevens over snelheid en afstand automatisch van de GPS-sensor. Zo wordt de meting van de snelheid en de afstand gedurende uw hele trainingssessie veiliggesteld. Om de de s3/s3+ stride sensor of de fietssnelheidssensor opnieuw te gaan gebruiken houdt u LIGHT (Licht) even ingedrukt en kiest u Seek sensor (Sensor zoeken). Ga naar http://www.polar.com/en/polar_community/videos voor video-instructies over het gebruik van deze accessoires. 6 derdelen trainingscomputer

3. AAN DE SLAG Basisinstellingen Pas eerst de basisinstellingen aan voordat u met uw training computer gaat trainen. Voer zo nauwkeurig mogelijk uw gegevens in voor een juiste prestatiefeedback, gebaseerd op uw persoonlijke gegevens. Gebruik UP en DOWN om de gegevens aan te passen en OK om te accepteren. De waarden worden sneller gewijzigd als u UP of DOWN ingedrukt houdt. 1. 2. 3. 4. 5. Druk tweemaal op OK om uw training computer te activeren. Het Polar-logo verschijnt. Druk op OK. Language (Taal): kies English, Deutsch, Español, Français of Italiano. Start with basic settings (Start met de basisinstellingen) verschijnt. Druk op OK. Time (Tijd): kies 12h of 24h (12-uurs of 24-uurs). Kies bij 12h (12-uurs) tussen AM of PM (VM of NM). Stel de lokale tijd in. 6. Date (Datum): stel de huidige datum in, dd=dag, mm=maand, yy=jaar. 7. Units (Eenheden): kies metrische (kg/cm/km) of Engelse (lb/ft/mi) eenheden. 8. Weight (Gewicht): voer uw gewicht in. Houd LICHT ingedrukt om de eenheden te wijzigen. 9. Height (Lengte): voer uw lengte in. Als u Engelse eenheden gebruikt, stel dan eerst het aantal feet (ft) in en vervolgens het aantal inches (in). 10. Birthday (Geboortedatum): voer uw geboortedatum in, dd=dag, mm=maand, yy=jaar. 11. Sex (Geslacht): kies Male (Man) of Female (Vrouw). 12. Settings OK? (Instellingen OK?) weergegeven. Kies Yes (Ja): de instellingen worden geaccepteerd en opgeslagen. De training computer geeft daarna de tijd aan. Kies No (Nee) als de instellingen onjuist zijn en gewijzigd moeten worden. Druk op STOP om terug te gaan naar de gegevens die u wilt wijzigen. Aan de slag 7

Menustructuur 8 Aan de slag

4. TRAINING VOORBEREIDEN Training plannen Trainingstypen U kunt de geïnstalleerde, voorgedefinieerde trainingen gebruiken, of zelf nieuwe aanmaken op de training computer. U kunt ook meer veelzijdige trainingen maken en ze met de Polar ProTrainer 5 software overdragen naar de training computer. Kies Settings > Exercise (Instellingen > Training). Het menu Exercise (Training) bevat een lijst van trainingen. Blader door de opties met UP en DOWN en bekijk de training door op OK te drukken. Free (Vrij): vrije training zonder instellingen. Basic (Basis): basistraining met lichte intensiteit. Duur ongeveer 45 min. Interval : Basis intervaltraining. De training begint met een warming-up van 15 minuten, gevolgd door een interval van 1 km en een herstelperiode van 3 minuten, wat 5 keer wordt herhaald. De sessie eindigt met een cool-down van 15 minuten. OwnZone: de training computer bepaalt automatisch uw individuele aerobe (cardiovasculaire) hartslagzone. Dit wordt de OwnZone genoemd. 45 minuten is de aanbevolen duur voor de training. Zie Uw OwnZone (Persoonlijke hartslagzone) bepalen (pagina 22) voor meer informatie. U kunt aanvullende achtergrondinformatie vinden in OwnZone-training (pagina 56). Add new (Nieuw): maak uw eigen basistraining en sla deze op. U kunt in totaal 10 trainingen + 1 vrije training in uw training computer opslaan. Nadat u een training heeft gekozen worden de volgende opties getoond. Kies de gewenste optie en druk op OK. 1. Select (Kies) de training als standaardtraining. De volgende keer dat u traint, biedt de training computer deze training standaard aan. 2. View (Bekijk) de trainingsinstellingen. Blader UP en DOWN om te bekijken. a. Basistraining met 1-3 trainingszones: hartslagzone of limieten voor snelheid, tempo of trapfrequentie voor elke zone, timer of afstand* voor de zone, of b. Met de software gemaakte training: naam, omschrijving, trainingstijd. (Houd LICHT ingedrukt om de trainingsfasen en het gekozen sportprofiel te bekijken.) 3. Kies Edit Basic (Basis bewerken) of OwnZone (OwnZone bewerken) om de training aan uw wensen aan te passen. U kunt een met de training computer gemaakte training ook bewerken. Zie voor meer informatie Nieuwe trainingen maken (pagina 10). Als u met de Polar ProTrainer 5 software een training met fasen hebt gemaakt, dan kunt u deze niet bewerken met de training computer. 4. Kies Rename Basic (Basis hernoemen), Interval (Interval hernoemen), of een andere met de training computer gemaakte training om deze te hernoemen. 5. Default (Standaard) - Terugkeren naar standaardwaarden voor Basic (Basis-), Interval (Interval-) of OwnZone-training. 6. Kies Delete (Verwijderen) om een training te verwijderen die u met de training computer of de software hebt gemaakt. Training voorbereiden 9

Nieuwe trainingen maken Een nieuwe training met zones maken Uw eigen trainingen maken met de training computer. Met de Polar ProTrainer 5 software kunt u meer gevarieerde trainingen maken. Zie de help van de software voor meer informatie. Kies Settings > Exercises > Add new (Instellingen > Trainingen > Nieuw). 1. 2. Stel het Number of zones (Aantal zones) voor de training in (0-3) en druk op OK. Zie Een nieuwe training zonder zones maken voor 0 zones. Kies Zone type (Zonetype). Hartslag Kies sport zones of handmatige hartslagzones voor hartslagzones. Druk op OK. Sport zones (Sport zones): kies een van de sport zones (bijvoorbeeld Z1: 50-59%) voor uw training. Druk op OK om door te gaan naar stap 3. Polar sport zones zijn hartslagzones die worden uitgedrukt in percentages van uw maximale hartslag. Standaard zijn er vijf verschillende sport zones in de training computer ingesteld: zeer licht (50-59% HRmax), licht (60-69% HRmax), gemiddeld (70-79% HRmax), intensief (80-89% HRmax) en maximaal (90-100% HRmax). De standaardwaarde HRmax (maximum hartslag) is gewoonlijk gebaseerd op leeftijd, maar als u uw aerobe en anaerobe grenswaarden kent, of uw verwachte maximale hartslag (HRmax-p) hebt gemeten in een Polar Fitness Test TM, of zelf uw maximale hartslag in een laboratorium hebt laten meten, kunt u beter aan uw trainingsbehoeften aangepaste sport zones definiëren. Zie de help van de software ProTrainer 5 voor meer informatie. Manual (Handmatig): stel de boven- en onderlimieten voor de zone in als hsm of HR% / HRR% (hartslagpercentage) / percentage hartslagreserve) en druk op OK om door te gaan naar stap 3. Speed/pace (Snelheid/tempo) (optionele s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. is vereist). Stel voor snelheids- of tempozones de boven- en onderlimiet van de zone in. Druk op OK om door te gaan naar stap 3. Cadence (Trapfrequentie) (optionele s3/s3+ stride sensor of trapfrequentiesensor W.I.N.D. is vereist). Stel voor trapfrequentiezones de boven- en onderlimiet van de zone in. Druk op OK om door te gaan naar stap 3. 3. Stel Zone guide (Zonegids) in om na een bepaalde tijd of afstand* van zone te wisselen. Tijdens de training geeft de training computer aan als u van zone wisselt. Timers : stel de timer in voor de zone (minuten en seconden) en druk op OK. Of Distances (Afstanden)*: stel een afstand in voor de zone en druk op OK. Of Off (): deactiveer timers en afstanden en druk op OK. Nadat u de eerste zone gedefinieerd hebt, verschijnt Zone 1 OK. Herhaal voor meer dan één trainingszone de stappen stap 2 en 3 tot alle zones zijn gedefinieerd. Als de training klaar is, verschijnt New exercise added (Nieuwe training toegevoegd). De nieuwe training (NewExe) wordt opgeslagen in het menu Exercises (Trainingen), waar u de training bij uw volgende sessie kunt selecteren. Hernoem de training door Rename (Hernoemen) te kiezen in de lijst. Een nieuwe training zonder zones maken Als u een nieuwe training maakt zonder zones, kunt u timers of afstanden* gebruiken om uw training te leiden. Kies Settings > Exercises > Add new (Instellingen > Trainingen > Nieuw). 1. 2. Number of zones (Aantal zones): stel het aantal zones in op 0. Guide type (Gidstype): kies voor een timeralarm tijdens de training (om u eraan te herinneren om te drinken, bijvoorbeeld), of stel een afstand* in (voor het volgen van rondetijden zonder ze te registreren). Timers Number of timers (Aantal timers): kies het aantal timers (1-3) voor de sessie. Druk op OK. 10 Training voorbereiden

Timer 1 : stel het aantal minuten en seconden in voor de timer en druk op OK. Of Afstanden* Number of distances (Aantal afstanden): kies het aantal afstanden (1-3) voor de sessie. Druk op OK. Distance 1 (Afstand 1): voer de afstand(en) in en druk op OK. Herhaal stap 2 tot u de timers of afstanden* hebt gedefinieerd. Als de training klaar is, verschijnt New exercise added (Nieuwe training toegevoegd). De nieuwe training (NewExe) wordt opgeslagen in het menu Exercises (Trainingen), waar u de training bij uw volgende sessie kunt selecteren. Hernoem de training door Rename (Hernoemen) te kiezen in de lijst. Polar s3/s3+ stride sensor W.I.N.D. kalibreren Optionele kalibratie van de s3/s3+ stride sensor* verbetert de nauwkeurigheid van snelheids-, tempo- en afstandsmetingen. Het is raadzaam de sensor eerst te kalibreren voordat u hem gebruikt, als er significante wijzigingen in uw loopstijl ontstaan, of als de positie van de sensor op de schoen drastisch wordt gewijzigd (bijvoorbeeld als u nieuwe loopschoenen hebt). U kunt de sensor kalibreren door een bekende afstand te lopen of door de kalibratiefactor handmatig in te stellen. Voor elke schoeninstelling kunt u een s3/s3+ stride sensor kalibreren. Sensor kalibreren door een afstand te lopen (gaandeweg kalibreren) U kunt de sensor in elke fase van uw training kalibreren met rondeafstandcorrectie, mits u niet traint met op afstand gebaseerde doelen. Loop een bekende afstand, bij voorkeur meer dan 1000 meter. Zorg dat de sensorfunctie in de training computer is ingeschakeld (Settings > Features > Shoes/bikes > Shoes 1/2/3 > (Instellingen > Functies > Schoenen/fietsen > Schoenen 1/2/3/ > Aan)). Druk in de tijdweergave eenmaal op OK. Kies Settings > Shoes/bikes > Shoes 1/2/3 (Instellingen > Schoenen/fietsen < Schoenen 1/2/3). Kies daarna Start en begin met lopen. Druk op OK als u op het beginpunt bent van een bekende rondeafstand. Druk op OK zodra u de hele ronde hebt afgelegd. Kalibreer dan de sensor op een van de volgende manieren. 1. Houd LICHT ingedrukt om naar Settings (Instellingen) te gaan. Of, 2. Druk eenmaal op STOP. Kies Settings (Instellingen). Kies Calibrate > Correct lap > Set true lap distance (Kalibreren > Ronde corrigeren > Juiste rondeafstand instellen). Stel de rondeafstand in die u zojuist hebt gelopen en druk op OK. Calibration complete (Kalibratie voltooid) en de factor wordt weergegeven. De sensor is nu gekalibreerd en klaar voor actie. Kalibratiefactor handmatig instellen De kalibratiefactor wordt berekend als verhouding van de werkelijke afstand tot de ongekalibreerde afstand. Voorbeeld: u loopt 1200 meter, de training computer geeft een afstand van 1180 meter aan, de kalibratiefactor is 1,000. De nieuwe kalibratiefactor wordt als volgt berekend: 1,000*1200/1180 = 1,017. Het meetbereik voor de factor is 0,500-1,500. Er zijn vier opties voor het instellen van de kalibratiefactor. 1. Vóór de training. Kies Settings > Features > Shoes/bikes > Shoe 1/2/3 > Calibrate (Instellingen > Functies > Schoenen/fietsen > Schoenen 1/2/3 > Kalibreren). Stel de Calibration factor (Kalibratiefactor) in en druk op OK. De sensor is nu gekalibreerd. Training voorbereiden 11

2. Tijdens het trainen door de trainingsregistratie te pauzeren. Begin met trainen door in de tijdweergave tweemaal op OK te drukken. Druk eenmaal op STOP en de trainingsregistratie wordt gepauzeerd. Kies Settings > Calibrate > Set factor (Instellingen > Kalibreren > Factor instellen). Stel de Calibration factor (Kalibratiefactor) in en druk op OK. De sensor is nu gekalibreerd. Ga verder met de trainingsregistratie door op OK te drukken. 3. Tijdens het trainen zonder de trainingsregistratie te pauzeren. Begin met trainen door in de tijdweergave tweemaal op OK te drukken. Houd LICHT ingedrukt om naar Settings (Instellingen) te gaan. Kies Calibrate > Set factor (Kalibreren > Factor instellen). Stel de Calibration factor (Kalibratiefactor) in en druk op OK. De sensor is nu gekalibreerd. Ga door met lopen. Als de melding S sensor calibration failed (Kalibratie van stride sensor mislukt) verschijnt, is de sensor niet gekalibreerd en zult u het opnieuw moeten proberen. * Optionele s3/s3+ stride sensor W.I.N.D. vereist. 12 Training voorbereiden

5. TRAINING Hartslagsensor dragen Draag de hartslagsensor om uw borst om de hartslag te meten. 1. 2. 3. 4. Maak de elektroden van de band vochtig. Bevestig de zender aan de band. Maak de borstband net onder de borstspieren vast en bevestig het haakje aan het andere eind van de borstband. Stel de lengte van de band zo in dat de band strak maar comfortabel zit. Zorg ervoor dat de vochtige elektroden goed in contact komen met de huid en dat het Polar-logo op de zender rechtop in het midden zit. Maak na elk gebruik de zender los van de band en spoel de band af onder stromend water. Door zweet en vocht kunnen de elektroden van de band vochtig blijven, waardoor de hartslagsensor actief blijft. Dit verkort de levensduur van de batterij van de hartslagsensor. Zie derhoud (pagina 63) voor meer gedetailleerde wasinstructies. De hartslagsensor Polar H3 kan worden gebruikt in combinatie met speciale kleding die ingebouwde zachte textiele elektroden heeft. Bevochtig de elektrodegebieden van de kleding. Bevestig de hartslagsensor op de kleding, zonder de borstband, zodat het Polar-logo van de zender rechtop staat. Beginnen met trainen 1. Draag de borstband volgens de instructies en start de hartslagmeting door op OK te drukken. 2. Binnen 15 seconden verschijnt uw hartslag op het display. 3. Als u een sensor gebruikt, kies dan de schoen of fiets door DOWN ingedrukt te houden of via Settings > Shoes/bikes (Instellingen > Schoenen/fietsen). Het nummer rechtsonder in het display geeft de keuze van schoenen of fietsen aan. Blijf stil staan en wacht tot de training computer het sensorsignaal oppikt (afhankelijk van de sensor stopt het loper, fietser- of GPS-symbool met knipperen. Houd UP ingedrukt om snel het trainingstype te wijzigen. Begin met trainen door op OK te drukken Training 13

Als de volgende melding verschijnt: (Trainingsnaam) requires a speed sensor (Trainingsnaam) vereist een snelheidssensor), dan is voor uw training een snelheidssensor nodig om gegevens over snelheid/tempo en afstand* weer te geven (u hebt bijvoorbeeld snelheids-/tempozones* gedefinieerd voor de training). De training computer gaat naar het keuzemenu voor trainingstypen. Hierin kunt u een training kiezen waarvoor geen snelheidssensor nodig is. U kunt ook Settings, Reset trip of Location (Instellingen, Afstand opnieuw instellen of Locatie) kiezen. In Settings (Instellingen) kunt u vóór het trainen verschillende instellingen wijzigen of bekijken. Zie Instellingen (pagina 33) voor meer informatie over alle beschikbare instellingen. Het menu Settings (Instellingen) bevat de volgende opties. Exercise (Training): kies een trainingstype, Free, Basic, Interval of OwnZone (Vrij, Basis, Interval of OwnZone). (Als u nieuwe trainingen hebt gemaakt, worden deze ook getoond.) 1. Select (Kiezen): een standaardtraining kiezen om direct mee te starten, of 2. View (Bekijken): trainingsinstellingen bekijken. Shoes/bikes (Schoenen/fietsen): kies Shoes 1/2/3, Bike 1/2/3 (Schoenen 1/2/3, Fiets 1/2/3) of geen. Alleen schoenen en fietsen die u in Settings > Features > Shoes/bikes (Instellingen > Functies > Schoenen/fietsen) geactiveerd hebt, worden genoemd. Als u een schoen of fiets selecteert en tevens de GPS-functie hebt ingeschakeld, zal de GPS alleen worden gebruikt voor het volgen van de locatie en de route. GPS: GPS-functie /Off zetten (in- of uitschakelen). Altitude (Hoogte): hoogte in- of uitschakelen of hoogte kalibreren. Rec.rate (Registratie-interval): registratie-interval instellen. RR data (RR-gegevens): RR-registratie in- of uitschakelen. TZ Alarm (Hartslagzonealarm): geluid hartslagzonealarm in- of uitschakelen. HR view (Hartslagweergave): hartslag weergeven in slagen per minuut (hsm), als een percentage van de maximale hartslag (HR%), of als een percentage van de hartslagreserve (HRR%). Speed view (Snelheidsweergave): kies tussen snelheid weergeven in kilometers of mijlen per uur (km/u of mph), of in minuten per kilometer of mijl (min/km of min/mi). A.Lap (Automatische ronderegistratie): kies tussen automatische ronderegistratie in- of uitschakelen. Display: display aanpassen (zie Display van de training computer personaliseren (pagina 16) voor meer informatie). In Reset trip (Afstand opnieuw instellen) kunt u de afstand opnieuw instellen voordat u met een trainingssessie begint. In Location (Locatie)** kunt u de huidige locatie controleren. De training computer zal uw locatie vaststellen aan de hand van de laatste GPS-coördinaten. De geografische breedte en lengte worden uitgedrukt in graden en minuten. Het aantal satellieten is zichtbaar op de onderste rij. Draag de gegevens over naar Polar ProTrainer 5 voor verdere analyse van de baaninformatie. Zie de help bij de software voor instructies. * Optionele s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. ** Optionele G3/G5 GPS sensor W.I.N.D. vereist. Trainingen combineren De training computer RS800CX biedt de mogelijkheid om achtereenvolgende trainingen te combineren. Als u binnen een uur na een vorige trainingssessie een nieuwe sessie start, wordt Combine exercises? (Trainingen combineren?) weergegeven. 14 Training

Kies YES (JA) om te combineren. Tijdens de training verschijnt de multisportweergave. Er kunnen maximaal tien trainingen worden gecombineerd. Zie Informatie op het display (pagina 15) voor meer informatie. Met de Polar ProTrainer 5 software kunt u trainingen achteraf combineren en ze verder analyseren. Zie de help van Polar ProTrainer 5 voor meer informatie. Informatie op het display Uw training computer biedt u drie regels voor het weergeven van trainingsinformatie. Door op UP en DOWN te drukken kunt u verschillende displays bekijken. De naam van het display verschijnt enkele seconden. Deze naam geeft de informatie uit de onderste regel aan. Het display varieert afhankelijk van de sensors die u geïnstalleerd hebt, van de functies die (Aan) gezet zijn en van het soort training dat u uitvoert. U kunt het display van de training computer gemakkelijk aanpassen met de Polar ProTrainer 5 software. Standaarddisplays tijdens het trainen: Heartrate (Hartslag)-weergave Snelheid/tempo* / Calorieën Stopwatch Hartslag * s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Stopwatch (Stopwatch)-weergave Calorieën Tijd Stopwatch * s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Lap time (Rondetijd)-weergave Zonewijzer Hartslag Rondetijd Speed/pace (Snelheid/tempo)-weergave Cadence (Trapfrequentie)* Afstand** Snelheid/tempo** * s3/s3+ stride sensor of trapfrequentiesensor W.I.N.D. vereist. * s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Distance (Afstand)-weergave Countdown timer Zonewijzer Afstand* / Rondetijd * s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Altitude (Hoogte)-weergave Hartslag Stijging Hoogte Training 15

Multisport-weergave (verschijnt alleen als u de huidige training gecombineerd hebt met het vorige trainingsbestand) Totale duur van gecombineerde training Totaal aantal calorieën van de gecombineerde training Totale afstand van de gecombineerde training* * s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Met de Polar ProTrainer 5 software gemaakte training Als u een trainingsprogramma van de software hebt gedownload, kunt u de gegevens van uw trainingssessie in een apart display bekijken. Zie Geprogrammeerde training uitvoeren (pagina 45) voor meer informatie. U kunt dit display niet wijzigen met de training computer. Display van de training computer personaliseren Personaliseer het display van uw training computer zodat deze de informatie toont die u tijdens de training met de training computer of via de software wilt zien. Een van de software gedownloade geprogrammeerde training en een trainingsweergave hebben eigen displays die niet kunnen worden aangepast. Kies in de tijdweergave OK > Settings > Display > Edit (> Instellingen > Display > Wijzigen) Selecteer het display dat u wilt wijzigen door op UP en DOWN te drukken, en druk daarna op OK. Stel de informatie voor de knipperende bovenste regel in met UP en DOWN en druk op OK. Welke informatie beschikbaar is, hangt af van de geactiveerde functies. Zie Functie-instellingen (pagina 33) voor meer informatie. Herhaal dit voor de middelste en onderste regel. Elk display is genoemd naar de informatie die op de onderste regel wordt weergegeven. Om de standaardinstellingen van het display te herstellen houdt u LICHT ingedrukt wanneer de regels knipperen. Activeer Titles (Titels) om helpteksten te zien als u tijdens het trainen van weergave wisselt: kies in de tijdweergave OK > Settings > Display > Titles (> Instellingen > Display > Titels). Informatie op het display Tijd Symbool Verklaring Tijd Countdown timer Countdown timer Rondetijd Rondenummer en -tijd Stopwatch Totale duur van de training tot dusver Hartslag Huidige hartslag Gemiddelde hartslag Gemiddelde hartslag van de training tot dusver Calorieën Verbruikte calorieën / Verbruikte calorieën per uur 16 Training

Informatie op het display Zone pointer (Zonewijzer) (hartslag) Zone pointer (Zonewijzer) (Polar sport zones) Hartslagzone RR-variatie Symbool Verklaring Als het hartsymbool niet zichtbaar is en/of een alarm klinkt, is uw hartslag buiten de hartslagzone. Hartslagzone-indicator met een hartsymbool dat afhankelijk van uw hartslag naar links en rechts op de sport zoneschaal beweegt. Zie Functies van knoppen tijdens de training (pagina 20) voor meer informatie over het instellen van een sport zones. Een grafiek die uw werkelijke hartslag weergeeft vergeleken met de ingestelde hartslagzones. Variatie van slag tot slag in hartslagintervallen, d.w.z. de variatie in tijd tussen de opeenvolgende hartslagen. Stijging Gestegen meters/feet Daling Gedaalde meters/feet Hoogte Huidige hoogte Tijd in zone Verblijfsduur binnen de zone Training 17

Informatie op het display Symbool Temperatuurmeting ( C). Omdat de temperatuurmeting wordt beïnvloed door uw lichaamstemperatuur, kunt u de polsunit het beste minstens tien minuten voordat u de meting uitvoert, afdoen. Temperatuur Informatie op het display (Polar s3/s3+ stride sensor W.I.N.D. vereist) Verklaring Symbool Verklaring Snelheid/tempo Huidige snelheid/tempo Maximumsnelheid Maximumsnelheid/-tempo tot dusver Gemiddelde snelheid Gemiddelde snelheid/tempo tot dusver Afstand Afgelegde afstand tot dusver Rondeafstand Rondenummer en -afstand Trajectafstand Zone pointer (Zonewijzer) (snelheid/tempo) Afstand tussen punten A en B. Als het symbool niet zichtbaar is en/of er een alarm klinkt, is uw snelheid/tempo buiten de hartslagzone. Pasfrequentie Pasfrequentie (stappenparen per minuut) Gemiddelde pasfrequentie Gemiddelde pasfrequentie tot dusver (stappenparen per minuut) Zonepointer (Zonewijzer)* (pasfrequentie) 18 Training Als het pasfrequentiesymbool niet zichtbaar is en/of er een alarm klinkt, dan bent u buiten de limieten van de pasfrequentiezone.

Informatie op het display (Polar G3/G5 GPS sensor W.I.N.D. vereist) Symbool Verklaring Snelheid/tempo Huidige snelheid/tempo. Het aantal balken boven de letter G geeft de signaalsterkte aan. Maximumsnelheid Maximumsnelheid/-tempo tot dusver Gemiddelde snelheid Gemiddelde snelheid/tempo tot dusver Afstand Afgelegde afstand tot dusver Rondeafstand Rondenummer en -afstand Afstand tussen punten A en B. Trajectafstand Zone pointer (Zonewijzer) (snelheid/tempo) Informatie op het display (Polar snelheidssensor W.I.N.D. vereist) Fietssnelheid Als het symbool niet zichtbaar is en/of er een alarm klinkt, is uw snelheid/tempo buiten de hartslagzone. Symbool Verklaring Snelheid waarmee u op dat moment fietst Afstand Gefietste afstand Rondeafstand* Rondenummer en -afstand Trajectafstand Afstand tussen punten A en B. Maximumsnelheid Maximumsnelheid tot dusver Gemiddelde snelheid Gemiddelde snelheid tot dusver Hellingsmeter Stijg-/daalhoek in percentage en graden. Schat de stijging of daling in numerieke vorm om u te helpen de fietsinspanning daarop aan te passen. Training 19

Informatie op het display (Polar trapfrequentiesensor W.I.N.D. vereist) Symbool Verklaring Trapfrequentie Meet de snelheid waarmee u de pedalen van uw fiets ronddraait (d.w.z. trapfrequentie), gemeten in omwentelingen per minuut (rpm). Gemiddelde trapfrequentie Gemiddelde trapfrequentie van de huidige fase. Zone pointer* (Zonewijzer)* (trapfrequentie) Als het trapfrequentiesymbool niet zichtbaar is en/of er een alarm klinkt, dan bent u buiten de limieten van de trapfrequentiezone. Functies van knoppen tijdens de training Ronde registreren Druk op OK om een ronde te registreren. Het display geeft aan: Rondenummer Gemiddelde hartslag van de ronde Rondetijd Als de snelheidssensor* geactiveerd is, wordt ook het volgende weergegeven: Rondenummer Rondeafstand Gemiddelde snelheid/tempo van de ronde Zone vergrendelen Als u zonder voorgedefinieerde hartslagzones traint, kunt u uw hartslag koppelen aan de huidige sport zone. Zo kunt u de hartslagzone tijdens een sessie instellen, als u dat niet gedaan hebt voor u met de training begon. Houd OK ingedrukt om de zone te koppelen of vrij te geven. Tijdens geprogrammeerde trainingen: houd OK ingedrukt en kies Lock zone/unlock zone (Zone vastzetten/zone vrijgeven) in het menu Lap (Ronde). Als u bijvoorbeeld aan het lopen bent met een hartslag van 130 hsm, wat 75% van uw maximale hartslag is en overeenkomt met sportzone 3, dan kunt u OK ingedrukt houden om uw hartslag in deze zone vast te zetten. Sport zone3 Locked 70%-79% (sport zone3 vastgezet 70%-79%) verschijnt. Er klinkt een alarm als u onder of boven de sport zone komt (als de alarmfunctie voor de hartslagzone ingeschakeld is). tgrendel een hartslagzone door OK nogmaals even ingedrukt te houden. Sportzone3 ontgrendeld verschijnt. 20 Training

Met de software kunt u ZoneLock ook baseren op uw snelheid/tempo of trapfrequentie*. Zie de help van de software voor meer informatie. * Optionele sensor vereist. Display inzoomen Houd UP ingedrukt om in te zoomen op de bovenste regel, en DOWN om in te zoomen op de middelste regel. U keert terug naar het normale display door de knoppen nogmaals ingedrukt te houden. Display verlichten (nachtmodus aan) Druk tijdens de training op LIGHT (Licht) om uw display te verlichten. De nachtmodus wordt ingeschakeld en het display wordt automatisch verlicht als op een knop wordt gedrukt of als de trainingsfase wisselt. Bekijken Snelmenu Houd LIGHT (Licht) ingedrukt. Settings (Instellingen) verschijnt. Bepaalde instellingen kunt u wijzigen zonder de trainingsregistratie te pauzeren. De inhoud van dit menu wisselt, afhankelijk van het trainingstype. Zie Instellingen voor meer informatie. Prev. phase (Vorige fase): overzicht van vorige fase of herhaling bekijken (verschijnt als in de software een training met fasen is gemaakt). Keylock (Knopvergrendeling): knoppen vergrendelen/ontgrendelen om het per ongeluk indrukken van knoppen te voorkomen. TZ Alarm (Hartslagzone alarm): hartslagzone alarm in- of uitschakelen. Change zone (Zone wijzigen): hartslagzone wijzigen (verschijnt als u meerdere hartslagzones hebt gedefinieerd, behalve als in de software een training met fasen is gemaakt). HR view (Hartslagweergave): kies hoe uw hartslag wordt weergegeven. Speed view (Snelheidsweergave): kies km/h (km/u) of min/km. Calibrate (Kalibreren): stride sensor* kalibreren (wordt niet getoond als de stride sensor uit staat). Seek sensor (Sensor zoeken): zoeken naar de hartslagsensor of sensorgegevens, als het signaal tijdens de training door interferentie verdwijnt. A.Lap (Automatische ronde)*: automatische ronde (de)activeren. Na wijziging van de instellingen keert de training computer terug naar de trainingsmodus. Training pauzeren Pauzeer de trainingsregistratie door op STOP te drukken. In de pauzemodus kunt u: Continue (Doorgaan): doorgaan met de trainingsregistratie. Exit (Stoppen): de trainingsregistratie stoppen (of druk op STOP). Summary (Overzicht): een overzicht van de training tot dusver De volgende overzichtsgegevens verschijnen: calorieën, afstand*, trainingstijd, maximale hartslag, minimale hartslag, gemiddelde hartslag, maximale snelheid/tempo*, gemiddelde snelheid/tempo*, stijging en hoogte. Combine (Combineren): de huidige training combineren met het vorige trainingsbestand. Settings (Instellingen): verschillende instellingen wijzigen of bekijken. Reset (Resetten): geregistreerde trainingsgegevens verwijderen. Bevestig met OK en druk nogmaals op OK om de registratie opnieuw te starten. Reset trip (Afstand opnieuw instellen): trajectafstand opnieuw instellen. Bevestig met OK en druk nogmaals op OK om de registratie opnieuw te starten. Location (Locatie)**: uw huidige locatie controleren. De trainingscomputer geeft de locatie weer met de laatste GPS-coördinaten. Breedte en lengte worden in graden en minuten uitgedrukt. Het aantal satellieten is zichtbaar op de onderste regel. Training 21

Free mode (Vrije modus): het trainingsprofiel wijzigen in het vrije trainingstype. Hierdoor wordt niet de uitgevoerde training verwijdert, maar zet u de training voort zonder instellingen. U kunt de oorspronkelijke training opnieuw starten door de sessie te pauzeren en Restart P1 (P1 herstarten) te kiezen. ** Optionele G3/G5 GPS sensor W.I.N.D. vereist. Uw OwnZone (Persoonlijke hartslagzone) bepalen Zie OwnZone-training (pagina 56) voor achtergrondinformatie over Polar OwnZone. Bepaal in 1-5 minuten uw OwnZone tijdens een warming-up door te lopen en te joggen. U dient langzaam te beginnen met een lage intensiteit en daarna de intensiteit geleidelijk te verhogen door de hartslag toe te laten nemen. Uw OwnZone moet in de volgende gevallen opnieuw worden bepaald. Wanneer u wisselt van trainingsomgeving of -modus. Wanneer u weer begint met trainen nadat u dit meer dan een week niet hebt gedaan. Wanneer u niet 100 procent zeker bent van uw lichamelijke of geestelijke conditie, bijvoorbeeld wanneer u nog niet bent hersteld van de vorige training, of wanneer u zich gestrest of niet lekker voelt. Na het wijzigen van uw gebruikersinstellingen. Voordat u uw OwnZone gaat bepalen, moet u er voor zorgen dat: uw gebruikersinstellingen juist zijn. U de OwnZone-training kiest. Telkens wanneer u de OwnZone-training start, bepaalt de training computer automatisch uw OwnZone. 1. 2. Doe de hartslagsensor om volgens de instructies. Begin de meting door tweemaal op OK te drukken. Wanneer de training begint, verschijnt OZ en begint de OwnZone-bepaling. Dit verloopt in vijf fasen. Na elke fase hoort u een piep (als het geluid is ingeschakeld) die het einde van de fase aangeeft. OZ > Wandel een minuut in een rustig tempo. Houd uw hartslag tijdens deze fase onder de 100 hsm / 50% HRmax. OZ >> Wandel een minuut in een normaal tempo. Verhoog langzaam uw hartslag met ongeveer 10-20 hsm / 5% HRmax. OZ >>> Wandel een minuut in een vlot tempo. Verhoog uw hartslag met ongeveer 10-20 hsm / 5% HR max. OZ >>>> Jog een minuut in een rustig tempo. Verhoog uw hartslag met ongeveer 10-20 hsm / 5% HR max. OZ >>>>> Jog of ren een minuut in een vlot tempo. Verhoog langzaam uw hartslag met ongeveer 10 hsm / 5 % HFmax. 3. 4. 5. Op een bepaald punt tijdens de sessie hoort u twee opeenvolgende piepen. Dit betekent dat uw OwnZone bepaald is. Als de bepaling succesvol afgerond is, verschijnt OwnZone Updated (OwnZone bijgewerkt) en wordt de zone weergegeven. De zone wordt afhankelijk van uw instellingen aangegeven in hartslagen per minuut (hsm), als een percentage van de maximale hartslag (HR%), of als percentage van uw hartslagreserve (HRR%). Als de OwnZone-bepaling niet succesvol was, wordt uw vorige OwnZone gebruikt en verschijnt OwnZone Limits (OwnZone-limieten). Als de OwnZone niet eerder is bepaald, worden automatisch op leeftijd gebaseerde limieten gebruikt. U kunt nu doorgaan met uw training. Probeer binnen de opgegeven hartslagzones te blijven voor een optimaal trainingsresultaat. U kunt ook de OwnZone-bepaling overslaan en de vorige OwnZone gebruiken. Druk hiervoor op OK in een willekeurige fase van het proces. 22 Training

De voor de OwnZone-bepaling verstreken tijd wordt opgenomen in de trainingsregistratie. Training 23

6. NA TRAINING Registratie stoppen Pauzeer de trainingsregistratie door op STOP te drukken. Druk nogmaals op STOP om de registratie volledig te stoppen. Zorg na het trainen voor uw hartslagsensor. Maak de zender van de hartslagsensor na elk gebruik los van de borstband en spoel de band af onder stromend water. Zie derhoud (pagina 63) voor volledige verzorgings- en onderhoudsinstructies. Trainingsresultaten analyseren Zie File (Bestand) voor basisgegevens betreffende uw prestaties op uw training computer. Draag voor een volledige analyse de gegevens over naar de Polar ProTrainer 5 software. De software biedt u verschillende opties voor analyse van de gegevens. De training computer en software zijn via IrDA verbonden. Start de toepassing. Kies daarna Connect (Verbinden) op uw training computer en plaats de polsunit in het infraroodvenster van de optionele Polar IrDA USB 2.0-adapter of op de computer of andere IrDA-compatibele infraroodadapter. Zie de help van de software voor volledige instructies betreffende gegevensoverdracht. Kies File (Bestand) voor de volgende opties. Het Exercise Log (Trainingslogboek) bevat maximaal 99 trainingsbestanden. Weekly (Wekelijks) bevat overzichten over de afgelopen 16 weken. Totals (Totalen) toont cumulatieve trainingsgegevens. In het menu Delete (Verwijderen) kunt u trainingsbestanden verwijderen. Trainingslogboek Kies File > Exercise log (Bestand > Trainingslogboek). In het Exercise log (Trainingslogboek) kunt u gedetailleerde gegevens over uw trainingssessies bekijken. 24 Na training

De volgende gegevens verschijnen. Naam van de training. Een grafiekbalk die een trainingssessie weergeeft. De hoogte van de balk geeft de trainingsduur aan. Dit toont de variatie van uw sessies op grafische wijze. De datum waarop de sessie plaatsvond. Welke gegevens zichtbaar zijn (a-d hieronder) is afhankelijk van het trainingstype en de instellingen (als uw training bijvoorbeeld geen fasen heeft, kunt u geen fasegegevens bekijken). Blader door de trainingsbalken met UP en DOWN en druk op OK om het volgende te bekijken. a. Algemeen Kies File > Exercise log > Basic (Bestand > Trainingslogboek > Algemeen) b. Sport zones Kies File > Exercise log > Sport zones (Bestand > Trainingslogboek > sport zones) c. Fasen Kies File > Exercise log > Phases (Bestand > Trainingslogboek > Fasen) d. Ronden Kies File > Exercise log > Laps (Bestand > Trainingslogboek > Ronden). d. Multisportoverzicht Een multisportoverzicht wordt toegevoegd aan elk trainingsbestand dat onderdeel is van een gecombineerde training. Kies File > Exercise log > Multisport summary (Bestand > Trainingslogboek > Multisportoverzicht a. Algemeen Kies File > Exercise log > Basic (Bestand > Trainingslogboek > Algemeen) Naam van de training Starttijd Distance (Afstand)* Duur * s3/s3+ -, G3/G5- of snelheidssensor W.I.N.D. vereist. Druk op OK en blader met UP en DOWN om te bekijken: Na training 25

Heart rate (Hartslag) in slagen per minuut (hsm), afgewisseld met een percentage van uw maximale hartslag (%), of als percentage van uw hartslagreserve. Maximale hartslag Minimale hartslag Gemiddelde hartslag Target zones (HR / speed / pace) (Hartslagzones (hartslag / snelheid / tempo)), afwisselend zone 1, zone 2, en zone 3. Bovenlimiet derlimiet Time in, above en below zone 1/2/3 (Tijd in, boven en onder zone 1/2/3) (fasenaam wordt aangegeven in geprogrammeerde training). Tijd boven zone Tijd onder zone Tijd in zone Tijdens de training verbruikte Calories (Calorieën). Het calorieverbruik geeft de totale inspanning tijdens de training aan. Snelheid/tempo* Maximumsnelheid/-tempo Gemiddelde snelheid/tempo Afstand Houd LICHT ingedrukt om tussen snelheid en tempo te schakelen. * s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Cadence (Trapfrequentie)* Maximale trapfrequentie Gemiddelde trapfrequentie * s3/s3+ stride sensor of trapfrequentiesensor W.I.N.D. vereist. Stride length (Paslengte)* Gemiddelde paslengte * s3/s3+ stride sensor W.I.N.D. vereist. Running Index* Om een waarde voor de Running Index te krijgen, moet uw training aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zie Polar Running Index (pagina 59) voor meer informatie. * s3/s3+ stride sensor of G3/G5 GPS sensor W.I.N.D. vereist. De functie Running Index is alleen bedoeld voor loopsporten. Hij werkt bijvoorbeeld niet bij het fietsen met een G3/G5-sensor. 26 Na training

Hoogte Maximale hoogte Minimale hoogte Gemiddelde hoogte Fietstijd Fietsnaam Fietstijd Stijging/daling Gestegen meters/feet Gedaalde meters/feet Stijging* Maximale stijging in % Minimale stijging in graden * Fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Daling* Maximale daling in % Minimale daling in graden * Fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Temperatuur Maximum oc Minimum oc Gemiddeld oc Druk op STOP om terug te keren naar de algemene gegevensweergave. Aanvullende algemene gegevens Kies File > Exercise log (Bestand > Trainingslogboek). Kies de training met OK. Om uw eigen trainingsgegevens toe te voegen of de training uit File (Bestand) te verwijderen houdt u LICHT ingedrukt in de algemene gegevensweergave (de trainingsnaam wordt weergegeven). Kies Add info (Gegevens toevoegen) om gegevens toe te voegen. Rank (Niveau): geef een waardering aan uw training. Feeling (Gevoel): evalueer uw subjectieve gevoel tijdens de training. Temperat. (Temperatuur): stel de temperatuur in met UP en DOWN. Distance (Afstand): kies de schoen of de fiets en voer daarna de afstand in. De afstand wordt bijgewerkt in de logboeken voor totale en wekelijkse afstanden. b. Sport Zones Na training 27

Kies File > Exercise log > Sport zones (Bestand > Trainingslogboek > sport zones) Druk in de algemene gegevensweergave op DOWN om de gegevens over de Sport zones (Sport zones) te bekijken. Druk op OK en blader UP en DOWN om de in elke sportzone bestede tijd te bekijken. Hier wordt de variatie in uw trainingssessies op grafische wijze weergegeven. Druk op STOP om terug te keren naar de gegevensweergave Sport zones (Sport zones). c. Fasen Kies File > Exercise log > Phases (Bestand > Trainingslogboek > Fasen) Het menu Phases (Fasen) verschijnt alleen als de training met de software is gemaakt en fasen bevat. Druk in de gegevensweergave Sport zones (Sport zones) op DOWN om gegevens over de Phases (Fasen) te bekijken. U kunt elke fase afzonderlijk bekijken. Blader door de gegevens van een afzonderlijke fase door op OK te drukken. Vergelijk fasen door op UP en DOWN te drukken. Tijd Fasenaam Tussentijd Duur van huidige fase Heart rate (Hartslag) in slagen per minuut (hsm), afgewisseld met een percentage van uw maximale hartslag (%), of als percentage van uw hartslagreserve. Maximale hartslag Gemiddelde hartslag 28 Na training

Toename hartslag / Herstel hartslag / Hartslagverschil Het verschil in de hartslag aan het begin en het einde van de fase. Huidige hartslag in slagen per minuut (hsm), afgewisseld met een percentage van uw maximale hartslag of als percentage van uw hartslagreserve. Toename hartslag: als de hartslag aan het begin van de fase lager was dan aan het einde, geeft de training computer het verschil in hartslag aan (hartslag aan het einde min hartslag aan het begin). Tijdens de werkfase geeft de training computer de toename van de hartslag aan. Herstel hartslag: als de hartslag aan het begin van de fase hoger was dan aan het einde, geeft de training computer het verschil in hartslag aan (hartslag aan het begin min hartslag aan het einde). Tijdens de herstelfase geeft de training computer de herstelwaarde van de hartslag aan. Hartslagverschil: als de hartslag aan het begin en einde van de fase hetzelfde was, geeft de training computer een hartslagverschilwaarde van 0 aan. Snelheid/tempo* Maximumsnelheid/-tempo Gemiddelde snelheid/tempo * s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Distance (Afstand)* Tussenafstand Afstand van huidige fase * s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Cadence (Trapfrequentie)* Maximale trapfrequentie Gemiddelde trapfrequentie van de huidige fase * s3/s3+ stride sensor of trapfrequentiesensor W.I.N.D. vereist. Stride length (Paslengte)* Gemiddelde paslengte van de huidige fase * s3/s3+ stride sensor W.I.N.D. vereist. Druk op STOP om terug te keren naar de gegevensweergave Phases (Fasen). d. Ronden Kies File > Exercise log > Laps (Bestand > Trainingslogboek > Ronden). Bekijk in de gegevensweergave Phases (Fasen) de gegevens over Laps (Ronden) door op DOWN te drukken. Rondegegevens worden alleen getoond als er meer dan één ronde in het geheugen aanwezig is. Number of recorded laps/autolaps (Aantal geregistreerde ronden/automatische ronden) (rondegegevens worden afgewisseld met gegevens van automatische ronden) Gemiddelde rondetijd Beste (snelste) rondenummer wisselt af met de rondetijd Na training 29

De laatste ronde wordt nooit aangegeven als beste ronde, zelfs als het de snelste ronde is. Als u meedoet aan een loopevenement en u wilt uw laatste ronde registreren, druk dan op de finish op OK in plaats van STOP. Op die manier wordt de laatste werkelijke ronde opgenomen in de berekening van de beste ronde. U kunt dan na de finish stoppen met registreren. Blader door de gegevens van een afzonderlijke ronde door op OK te drukken. Vergelijk gegevens van verschillende ronden door op UP en DOWN te drukken. Draag de gegevens over naar de software om de rondegegevens gemakkelijker te kunnen bekijken. Tijd Tussentijd Rondetijd Heart rate (Hartslag) in slagen per minuut (hsm), afgewisseld met een percentage van uw maximale hartslag (%) of als percentage van uw hartslagreserve. Maximale hartslag Gemiddelde hartslag Hartslag aan einde van ronde Snelheid/Tempo Gemiddelde snelheid/tempo Snelheid/tempo aan einde van ronde Houd LICHT ingedrukt om tussen snelheid en tempo te schakelen. * s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Afstand Tussenafstand Rondeafstand * s3/s3+ stride sensor, G3/G5 GPS sensor of fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. Trapfrequentie Maximum Gemiddelde trapfrequentie van de ronde * s3/s3+ stride sensor of trapfrequentiesensor W.I.N.D. vereist. Paslengte Gemiddelde paslengte van de ronde * s3/s3+ stride sensor W.I.N.D. vereist. Stijging Stijging in % Stijging in graden * Fietssnelheidssensor W.I.N.D. vereist. 30 Na training

Hoogte Stijging Hoogte Hoogte Daling Hoogte Temperatuur Druk op STOP om terug te keren naar de gegevensweergave Laps (Ronden). Wekelijks overzicht Kies File > Weekly (Bestand > Wekelijks) In het Weekly (Wekelijks) overzicht kunt u de geaccumuleerde gegevens van de afgelopen 16 weken training bekijken. De balk geheel rechts genaamd This week (Deze week) toont het trainingsoverzicht van de huidige week. Daaraan voorafgaande balken hebben de datum van de zondag van de desbetreffende week. Blader door de getoonde weken met UP en DOWN, en bekijk de totale trainingsduur op de onderste regel. Druk op OK om de week te kiezen en de totale calorieën, afstand en trainingsduur van die week te bekijken. Druk op DOWN om het weektotaal voor Shoes distance (Schoenafstand), GPS distance (GPS-afstand) en Bikes distance (Fietsafstand) te bekijken. Druk op DOWN om de sport zones van de week te bekijken. Om de in elke sportzone bestede tijd te bekijken, drukt u op OK en bladert u door de sport zones met UP en DOWN. Totalen Kies File > Totals (Bestand > Totalen) Na training 31

Totals (Totalen) bevat cumulatieve gegevens die zijn geregistreerd tijdens alle trainingssessies sinds de laatste reset. Gebruik het totaalwaardenbestand als een seizoens- of maandelijks overzicht van trainingsgegevens. De waarden worden automatisch bijgewerkt wanneer u de registratie van de training beëindigt. Gebruik UP en DOWN om door de volgende gegevens te bladeren. Totale afstand schoen 1 Totale afstand schoen 2 Totale afstand schoen 3 Totale afstand fiets 1 Totale afstand fiets 2 Totale afstand fiets 3 Totale afstand schoenen Totale GPS afstand Totale afstand fietsen Totale afstand Totale duur Totaal aantal calorieën Totaal aantal trainingen Totale stijging Total odometer (Totaal afstandsmeter) (cumulatieve afstand; kan niet worden gereset) Reset totals (Totalen resetten) Totaalwaarden resetten Kies File > Totals > Reset totals (Bestand > Totalen > Totalen resetten). Kies uit het menu de waarde die u wilt resetten en bevestig de keuze met OK. Kies Yes (Ja) om het resetten te bevestigen. Verwijderde gegevens kunnen niet worden teruggehaald. Kies No (Nee) om terug te keren naar het menu Reset. Bestanden verwijderen Kies File > Delete > Totals (Bestand > Verwijderen > Totalen). In Delete (Verwijderen) kunt u eerdere trainingen een voor een verwijderen, alle trainingen tegelijk verwijderen, of totaalwaarden verwijderen. Blader met UP en DOWN door de volgende gegevens. Exercise (Training): kies een enkele training om te verwijderen. All exerc. (Alle trainingen): alle trainingen uit het geheugen verwijderen. Totals (Totalen): totaalwaarden een voor een of tegelijk verwijderen. Bevestig door Yes (Ja) te kiezen. 32 Na training