Belasting op het begraven. Aanpassing. DE RAAD, Juridische overwegingen Gelet op de artikelen 41, 162 en 170 van de Grondwet; Gelet op de artikelen 42, 186 en 253 van het Gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2014 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria met latere wijzigingen; Gelet op de gemeenteraadsbesluiten van 17 december 2013 en 16 december 2014 houdende verlenging en aanpassing van de belasting op het begraven; Motivatie Overwegende dat belastingen een belangrijke bron van inkomsten vormen voor steden en gemeenten, waardoor deze één van de pijlers vormen van de gemeentelijke autonomie; Gelet op artikel 2, 3, van het decreet van 16 januari 2004 waarin bepaald wordt dat, behoudens het verlenen van een concessie, het begraven van een stoffelijk overschot of het begraven van een asurn of het begraven ervan in een columbarium of het uitstrooien van de as op de stedelijke begraafplaatsen kosteloos moet zijn voor de die ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, het vreemdelingen- of wachtregister; Overwegende dat het begraven van niet-inwoners in Aalst niet moet aangemoedigd worden en het aangewezen is voor deze categorie een hoger tarief aan te rekenen; Overwegende dat bij de tariefzetting een onderscheid dient gemaakt te worden naar gelang het gaat om een nieuwe concessie of een verlenging van een bestaande concessie; Overwegende dat er voor elke begraving van een asurne in een columbarium (met of zonder concessie) een naamplaatje, een bloemenvaasje en een dekplaat ter beschikking wordt gesteld door de stad om de eenvormigheid te waarborgen; Overwegende dat de overgang van het begraven in een niet-geconcedeerd graf naar het begraven in een geconcedeerd graf niet mag aangemoedigd worden en het aangewezen is hiervoor een extra belasting aan te rekenen; Overwegende dat het opgraven in volle grond een moeilijke opdracht is, aangezien het niet eenvoudig is om enerzijds de grafzerk te verwijderen zonder de aangrenzende grafzerken te beschadigen en anderzijds het niet evident is om, jaren na een begraving, het stoffelijk overschot nog te verplaatsen; Overwegende dat tijdens het verplaatsen van het stoffelijk overschot de betrokken begraafplaats moet gesloten worden voor het publiek en de aanwezigheid van de politie wettelijk vereist is; Overwegende dat begravingen dienen te gebeuren binnen de acht dagen vanaf de datum van overlijden.
Overwegende dat begravingen buiten de termijn van acht dagen mogelijk zijn (zowel kisten, urnen of uitstrooiingen) mits het betalen van een belasting van 300 EUR; Overwegende dat begravingen dienen te gebeuren tijdens vastgestelde begraafuren op weekdagen van 9 tot 16 u, op zaterdag van 9 tot 14 u; Overwegende dat urnen mogen begraven worden (geen kisten) buiten deze uren mits het betalen van een belasting van 300 EUR; Overwegende dat op de begraafplaatsen een herinneringskunstwerk voor foetussen wordt geplaatst en dat er een tarief wordt ingevoerd voor het bekomen van een naamplaatje; Overwegende dat concessies steeds worden toegekend voor een periode van 25 jaar maar voortaan op ieder moment kunnen verlengd worden voor een periode van 10, 20 of 30 jaar; Overwegende dat enkel bij het ontgraven van kisten nog een belasting verschuldigd is van 690 EUR aangezien het voor het stadspersoneel weinig arbeid en tijd kost voor het wegnemen van een urne uit het urnenperk of uit het columbarium; Overwegende dat er een tarief wordt ingevoerd van 115 EUR voor het verplaatsen van urnen bij ontgraven van urnen, begraven zonder concessie of columbariumconcessie; Overwegende dat het voor een goede leesbaarheid van het reglement aangewezen is de vorige gemeenteraadsbesluiten van 17 december 2013 en 16 december 2014 in te trekken en de tekst volledig te hernemen. BESLUIT: Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: De gemeenteraadsbesluiten van 17 december 2013 en 16 december 2014, houdende het verlengen en aanpassen van de belasting op het begraven, worden met ingang van 1 juli 2015 opgeheven. Er wordt met ingang van 1 juli 2015 tot en met 31 december 2019 een gemeentebelasting geheven op het begraven. Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: Inwoner: persoon die ingeschreven is in het bevolkingsregister, het vreemdelingen- of wachtregister van de stad of die gedurende een periode van ten minste 25 jaar in Aalst gewoond heeft; Oorlogsslachtoffer: persoon die in dienst van het vaderland gestorven is; Concessie: het verlenen van een genot en gebruiksrecht met een tijdelijke en nominatieve bestemming van grond, grafkelder of columbariumnis op één van de begraafplaatsen van de stad; Grondconcessie: het begraven in grond. In tegenstelling tot een gewone begraving in grond wordt de duurtijd voor 25 jaar gewaarborgd; Grafkelderconcessie: het begraven in een grafkelder van één of meerdere stoffelijke overschotten of asurnen; Urneconcessie: het begraven op het urneperk van één of twee asurnen; Columbariumconcessie: het begraven in het columbarium van één asurne per nis; Stoffelijk overschot: een niet gecremeerd lichaam van een overleden persoon.
Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Soorten begravingen 1 Niet-geconcedeerd begraven a) Begraven van een stoffelijk overschot in grond; b) Verstrooien van de as van een gecremeerd stoffelijk overschot op een strooiweide; c) Begraven van een asurne op het urneperk; d) Begraven van een asurne in een columbarium. 2 Geconcedeerd begraven a) Begraven van een stoffelijk overschot of asurne in een grafkelderconcessie; b) Begraven van een stoffelijk overschot of asurne in een bestaande grondconcessie; c) Begraven van een asurne op het urneperk (urneconcessie); d) Begraven van een asurne in een columbarium (columbariumconcessie). 3 Herbegraven van een stoffelijk overschot of een asurne van een niet-geconcedeerd graf naar een geconcedeerd graf. a) Herbegraven van een stoffelijk overschot in grond naar een grafkelderconcessie; b) Herbegraven van een asurne naar een urneconcessie, een columbariumconcessie of een grafkelderconcessie. Tijdstip begravingen Binnen de 8 kalenderdagen volgend op de dag van het overlijden op volgende dagen en uren: 1 Elke werkdag van 9 tot 16 uur; 2 Elke zaterdag van 9 tot 14 uur. Belastingplichtige De belastingplichtige is de natuurlijke persoon die de aanvraag doet.
Artikel 7: Tarieven 1 Niet-geconcedeerd begraven: Inwoner Oorlogslachtoffer Nietinwoner a) Begraven van een stoffelijk overschot in grond b) Verstrooien van de as van een gecremeerd stoffelijk overschot op een strooiweide c) Begraven van een asurne op een urneperk d) Begraven van een asurne in een columbarium gratis gratis 425,00 EUR gratis gratis 425,00 EUR gratis gratis 425,00 EUR gratis gratis 425,00 EUR 2 Geconcedeerd begraven: Een concessie wordt steeds verleend voor een periode van 25 jaar. Op elk moment kan de concessie bijkomend verlengd worden voor een periode van 10, 20 of 30 jaar die toegevoegd wordt aan de einddatum. a) Grafkelderconcessie: Basistarief voor een periode van 25 jaar: Verlenen concessie Inwoner Niet-inwoner 1 1 065 EUR 1 490 EUR 2 1 280 EUR 2 130 EUR 3 1 490 EUR 2 770 EUR 4 2 555 EUR 4 260 EUR 5 2 770 EUR 4 900 EUR 6 2 980 EUR 5 535 EUR 7 4 045 EUR 7 025 EUR 8 4 260 EUR 7 665 EUR 9 4 470 EUR 8 305 EUR 10 5 535 EUR 9 795 EUR 11 5 750 EUR 10 435 EUR
12 5 960 EUR 11 075 EUR Tarieven voor het verlengen van een bestaande concessie voor een periode van 10, 20 of 30 jaar: Verlengen concessie (inwoner en niet-inwoner) 10 jaar 20 jaar 30 jaar 1 426 EUR 852 EUR 1 278 EUR 2 512 EUR 1 024 EUR 1 536 EUR 3 596 EUR 1 192 EUR 1 788 EUR 4 1 022 EUR 2 044 EUR 3 066 EUR 5 1 108 EUR 2 216 EUR 3 324 EUR 6 1 192 EUR 2 384 EUR 3 576 EUR 7 1 618 EUR 3 236 EUR 4 854 EUR 8 1 704 EUR 3 408 EUR 5 112 EUR 9 1 788 EUR 3 576 EUR 5 364 EUR 10 2 214 EUR 4 428 EUR 6 642 EUR 11 2 300 EUR 4 600 EUR 6 900 EUR 12 2 384 EUR 4 768 EUR 7 152 EUR b) Bestaande grondconcessie (1 of 2 ): Een grondconcessie wordt niet meer verleend. Een bestaande grondconcessie kan wel nog verlengd worden: Verlengen concessie (inwoner en niet-inwoner) 10 jaar 20 jaar 30 jaar 1 of 2 340 EUR 680 EUR 1 020 EUR
c) Urneconcessie: Basistarief voor een periode van 25 jaar: Inwoner Verlenen concessie Niet-inwoner 1 425 EUR 850 EUR 2 640 EUR 1 490 EUR Tarieven voor het verlengen van een bestaande concessie voor een periode van 10, 20 of 30 jaar: Verlengen concessie (inwoner en niet-inwoner) 10 jaar 20 jaar 30 jaar 1 170 EUR 340 EUR 510 EUR 2 256 EUR 512 EUR 768 EUR d) Columbariumconcessie: Basistarief voor een periode van 25 jaar: Inwoner Verlenen concessie Niet-inwoner 1 425 EUR 850 EUR Tarieven voor het verlengen van een bestaande concessie voor een periode van 10, 20 of 30 jaar: Verlengen concessie (inwoner en niet-inwoner) 10 jaar 20 jaar 30 jaar 1 170 EUR 340 EUR 510 EUR e) Begraven van een niet-inwoner in een bestaande concessie waarbij de overledene zijn naam niet nominatief werd opgegeven bij het ingaan van de concessie: 425,00 EUR + 115,00 EUR voor het openen van het graf.
3 Herbegraven van een stoffelijk overschot of een asurne van een niet-geconcedeerd graf naar een geconcedeerd graf: Onafgezien van de tarieven vermeld onder 1 en 2 is, afhankelijk van de looptijd van het niet-geconcedeerd graf, een bijkomende belasting verschuldigd voor: a) Herbegraven van een stoffelijk overschot in grond naar: Looptijd niet-geconcedeerd graf Max 5 jaar Max 10 jaar Max 15 jaar Max 20 jaar Urneconcessie 170 EUR 340 EUR 510 EUR 680 EUR Columbariumconcessie 170 EUR 340 EUR 510 EUR 680 EUR Grafkelderconcessie 170 EUR 340 EUR 510 EUR 680 EUR b) Herbegraven van een asurne naar: Looptijd niet-geconcedeerd graf Max 5 jaar Max 10 jaar Max 15 jaar Max 20 jaar Urneconcessie 85 EUR 170 EUR 255 EUR 340 EUR Columbariumconcessie 85 EUR 170 EUR 255 EUR 340 EUR Grafkelderconcessie 85 EUR 170 EUR 255 EUR 340 EUR 4 In het kader van de uniformiteit is bij het begraven in het columbarium (al dan niet geconcedeerd) een bijkomende belasting verschuldigd voor: a) Een dekplaat: 26,50 EUR; b) een vaasje: 26,50 EUR; c) een gegraveerd naamplaatje: 21,50 EUR. 5 Naamplaatje voor herinneringskunstwerk overleden foetussen: 60 EUR. 6 Een bijkomende belasting is verschuldigd voor: a) openen concessie: 115 EUR; b) ontgraven (enkel voor kisten): 690 EUR; c) verplaatsen urnen (zonder concessie en columbariumconcessie): 115 EUR; d) begraven op een zaterdag buiten de termijn van 8 dagen zoals voorzien in artikel 5: 300 EUR; e) begraven buiten de normale begraafuren (enkel voor urnen) zoals voorzien in artikel 5: 300 EUR; Artikel 8: Vrijstellingen De tarieven bedoeld in artikel 5, die betrekking hebben op het openen van een graf, het opgraven van een stoffelijke overschot/asurne of het ruimen van een columbariumnis, is niet verschuldigd indien dit: opgelegd wordt door de rechterlijke overheden; voor oorlogsslachtoffers is;
gebeurt in geval van verandering van bestemming van de begraafplaats; betrekking heeft op een stoffelijk overschot die voorlopig in de stadsgrafkelder bijgezet werd. Artikel 9: Wijze van invorderen De belasting moet contant betaald worden bij de aanvraag tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt zij een kohierbelasting. Artikel 10: Artikel 11: Artikel 12: Artikel 13: Bezwaren De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, Grote Markt 3, 9300 Aalst. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger die wenst gehoord te worden moet zulks uitdrukkelijk vragen in het bezwaarschrift. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of, indien de belasting niet contant betaald wordt, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat. Verwijzing wetboek van de inkomstenbelastingen Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6, 7 tot en met 9 bis van het wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Bekendmaking Dit besluit bekend te maken overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. Algemeen bestuurlijk toezicht In het kader van artikel 253 van het gemeentedecreet een kopie van onderhavig besluit aan de provinciegouverneur aangetekend op te sturen.