Uitzaaiingen bij kanker



Vergelijkbare documenten
Uitzaaiingen bij kanker

WAT IS KANKER? KANKERCENTRUM. Onco_alg_008

Uitzaaiingen bij kanker

Uitzaaiingen bij kanker

Deze patiënteninformatie is eigendom van: Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon:

BOTTUMOREN. 1. Normaal botweefsel

Onderzoek naar nieuwe behandelingen van kanker

Behandelingen bij longkanker. inclusief klinische studie immuuntherapie

Patiënteninformatiedossier (PID) COLONCARE. onderdeel. Kanker en Seksualiteit. COLONCARE Seksualiteit

Hyperthermie bij kanker

Kanker. Inleiding. Wat is kanker. Hoe ontstaat kanker

Borstsparende operatie bij borstkanker

Het is een ziekte die jarenlang door verschillende factoren zich ontwikkeld. Sommige factoren kun je zelf voorkomen, een paar niet.

Blaaskanker, informatie over behandeling Urologie

Infoblad KANKER ALGEMEEN. Hormonale therapie

Hormonale therapie bij kanker

Kanker van de baarmoeder

Werkstuk Nederlands Kanker

Borstkanker. Normale cellen in borstklierweefsel Augustus 2016

Als je weet dat je niet meer beter wordt. Palliatieve zorg

Deze patiënteninformatie is eigendom van: Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon:

Deze patiënteninformatie is eigendom van: Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon:

Keuzehulp Uitgezaaide Borstkanker

Keuzehulp Uitgezaaide Borstkanker

Borstverwijdering bij borstkanker

Hormonale therapie bij kanker

Vragen over kanker? telefoons. Ik moet bestraald worden. Kan ik blijven werken? Zijn mobiele. kankerverwekkend?

Chirurgie. Borstkanker

Borstkanker. Celdeling

9.1 Chemotherapie na een operatie bij borstkanker

Borstkanker. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven

Non-Hodgkin lymfoom. Jessa Ziekenhuis vzw. Dienst kwaliteit. versie maart 2016 (Object-ID )

Informatiewijzer Oncologie

Wachtdienstregeling Bel 148 GEZONDHEIDS TIP : EET BEWUSTER. Verbouwing APOTHEEK SOMA

behandelingen-bij-borstkanker/

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Een afwijking in de borst

Deze patiënteninformatie is eigendom van: Naam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon:

Inleiding In deze folder leest u meer over de diagnose maagkanker, de onderzoeken en de behandelmogelijkheden.

Kanker in het hoofd-halsgebied

Patiënteninformatie. Behandelwijzer Oncologie Longgeneeskunde

Patiënteninformatie De behandeling van borstkanker met Zoladex

Kanker van de eierstokken

Een samenvatting van de informatie die we hadden toen we bij punt 6 van het logboek waren.

Declaratie Zorg code product Omschrijving Tarief

9.1 Chemotherapie voorafgaand aan de operatie bij borstkanker

3.3 Borstkanker bij de man

Non Hodgkin lymfoom. Albert Schweitzer ziekenhuis februari 2014 pavo 1113

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel HORMONALE THERAPIE. PROSTAATKANKER Hormonale therapie

Beentumoren (=bottumoren)

ZIEKTE EN BEHANDELING

Kanker in het hoofd-halsgebied

Belangrijkste punten van deze folder:

Zaadbalkanker. typen en behandeling. Urologie

Versie 1.0 Blad 1 van 71. Declaratiecode DBCzorgproductcode

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

Passant tarief vanaf t/m Declaratiecode Zorgproduct Omschrijving Tarieven

Zaadbalkanker. Urologie

Schildwachtklieronderzoek

Megestrol acetaat voor baarmoederkanker (endometrium carcinoom)

Hormonale therapie bij borstkanker

Geldig vanaf januari Declaratiecode Zorgproduct. Tarief

Hormonale therapie bij kanker

Borstkanker. Borstcentrum Máxima locatie Eindhoven

Docentenhandleiding. Niveau: expert. Lees de taal van de tumor Organisatieniveaus

Tarieven 2015 Antoni van Leeuwenhoek Ingangsdatum: 1 mei 2015

Ziekenhuisopname met maximaal 5 verpleegdagen bij een seksueel overdraagbare aandoening (SOA) 15B ,72

Borstsparende behandeling

Behandeling van borstkanker

Persoonsgegevens. Naam. Adres. Postcode en woonplaats. Telefoon

PRAKTISCH KANKER BIJ HUISDIEREN

Alcohol: mondkanker en kanker aan het strottenhoofd, keel, slokdarm en lever komen vaker voor bij zware drinkers.

UMCG Passantenprijzen 2016 DBC zorgproducten verzekerde zorg per

Werkstuk Biologie Hersenkanker/tumor

Inleiding Wat is een melanoom? Hoe vaak komt het voor? Hoe ontstaat een melanoom?

1 Algemeen 4. 2 Wat is eierstokkanker en bij wie komt het voor 4. 3 Hoe ontstaat eierstokkanker 4. 4 Uitzaaiingen bij eierstokkanker 4

Wat is een melanoom. Wat zijn pigmentcellen. Wie krijgt een melanoom

Hormonale therapie bij kanker

hematoloog dr. Uw specialist is op werkdagen tussen uur bereikbaar via de polikliniek Interne geneeskunde, tel. (078)

Lanreotide bij neuro-endocriene tumoren

Zorgproductcode Declaratiecode Zorgproduct consumentenomschrijving Totaalprijs

Prijslijst passanten 2016 (voorlopige versie 15 november 2015)

Gemaakt door: Gerdy Castelein en Anne Griet Adema Klas: 4A

Patiënteninformatiedossier (PID) PROSTAATKANKER. onderdeel RADIOTHERAPIE. Radiotherapie

Zorgproduct. Omschrijving. Declaratiecode. Tarief ( )

Prijslijst DBC-zorgproducten Ziekenhuis Gelderse Vallei

Kanker VRAAG OVER UW MEDICIJNEN?

Declaratiecode Zorgproduct. Ingangsdatum Einddatum

Prijslijst DBC-zorgproducten Ziekenhuis Gelderse Vallei

Risicofactoren Niet erfelijke factoren: Erfelijke factoren:

The Symphony triple A study

Prijslijst DBC-zorgproducten Ziekenhuis Gelderse Vallei

Standaard prijslijst DBC-zorgproducten

Inleiding. Wat is longkanker?

Als genezing niet meer mogelijk is

Voor wie is deze brochure? Inhoud

Afdeling Heelkunde, locatie AZU. Voorstadium van borstkanker (Carcinoma in situ)

Het verwijderen van de borst

1 Algemeen Wat is eierstokkanker en bij wie komt het voor? Hoe ontstaat eierstokkanker? Uitzaaiingen bij eierstokkanker...

Transcriptie:

Uitzaaiingen bij kanker

Inhoud Voor wie is deze brochure? 3 Wat is kanker en wat zijn uitzaaiingen? 4 Hoe ontstaan uitzaaiingen? 7 Waar ontstaan uitzaaiingen? 11 Klachten 13 Vaststellen van uitzaaiingen 14 Behandelingen 18 Verloop van de ziekte 24 Onderzoek naar nieuwe behandelingen 25 Pijn 29 Een moeilijke periode 31 Wilt u meer informatie? 34 KWF Kankerbestrijding is de stuwende kracht achter de kankerbestrijding in Nederland, met als doel minder kanker, meer genezing en een betere kwaliteit van leven. Dat doet zij door: Donateurs en vrijwilligers te inspireren en te mobiliseren. Het beste te halen uit de beschikbare middelen. Wetenschappers in staat te stellen om de ontwikkeling en vertaling van kennis te versnellen (door wetenschappelijk kankeronderzoek te financieren). Te zorgen dat kennis over het ontstaan, de behandeling en de preventie van kanker en over het leven met kanker zo snel mogelijk ten goede komt aan zo veel mogelijk mensen. Derden te stimuleren om kankerbestrijding een zo hoog mogelijke prioriteit te geven in hun beleid. KWF Geverslijn: 0900 202 00 41 ( 0,01/m) Giro 26000 KWF Kanker Infolijn 0800 022 66 22 (gratis) www.kwfkankerbestrijding.nl Is deze brochure ouder dan 3 jaar, informeer dan of er een nieuwe uitgave bestaat. KWF Kankerbestrijding, voorjaar 2007 2

Voor wie is deze brochure? Deze brochure is bedoeld voor mensen die onderzocht of behandeld worden omdat zij (mogelijk) kanker met uitzaaiingen hebben. Als u met kanker wordt geconfronteerd, hoort u waarschijnlijk op een zeker moment iets over uitzaaiingen (metastasen). Misschien van andere patiënten of tijdens onderzoek dat moet vaststellen hoe ver de ziekte is gevorderd. Of in gesprekken met uw arts over de behandeling. Of later, als na een eerdere behandeling klachten ontstaan die mogelijk met uitzaaiingen samenhangen. Deze brochure geeft informatie over hoe uitzaaiingen ontstaan, wat de gevolgen kunnen zijn en op welke manier uitzaaiingen worden behandeld. Het is niet altijd makkelijk die informatie te begrijpen, te onthouden en te verwerken. Deze brochure is bedoeld als ondersteuning. U kunt deze brochure natuurlijk ook laten lezen aan mensen in uw omgeving. Misschien heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen. Als dat vragen zijn over uw eigen diagnose of behandeling, stel die dan aan uw specialist. Schrijf uw vragen vooraf op, zodat u niets vergeet. Kijk voor meer algemene vragen over kanker op www.kwfkankerbestrijding.nl. Deze brochure is een uitgave van KWF Kankerbestrijding en is tot stand gekomen met medewerking van deskundigen uit verschillende beroepsgroepen, waaronder huisartsen, specialisten, verpleegkundigen en andere paramedici, en vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties. 3

Wat is kanker en wat zijn uitzaaiingen? Nogal wat mensen die horen dat er bij hen uitzaaiingen van kanker zijn gevonden, denken dat ze een tweede soort kanker hebben. Om een voorbeeld te geven: een patiënt met prostaatkanker krijgt het bericht dat er ook kankercellen in zijn botten zijn gevonden. Die mededeling betekent vrijwel nooit dat hij ook botkanker heeft. Het betekent dat hij uitzaaiingen in de botten heeft. Het verschil tussen botkanker en een uitzaaiing van prostaatkanker in de botten is de soort cellen waaruit de tumor in de botten bestaat. Bij botkanker zijn botcellen ongeremd gaan delen. Een uitzaaiing van prostaatkanker in de botten bestaat echter helemaal uit prostaatkankercellen. Voor het begrip van wat uitzaaiingen precies zijn, is het nodig om terug te gaan naar de manier waarop kanker ontstaat. Celdeling Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden bouwstenen: de cellen. Voortdurend maakt ons lichaam nieuwe cellen. Op die manier kan het lichaam groeien en beschadigde en verouderde cellen vervangen. Nieuwe cellen ontstaan door celdeling. Bij celdeling ontstaan uit één cel twee nieuwe cellen, uit deze twee cellen ontstaan er vier, dan acht, enzovoort. Geregelde celdeling Gewoonlijk regelt het lichaam de celdeling goed. Elke celkern bevat informatie die bepaalt wanneer de cel moet gaan delen en wanneer zij daar weer mee moet stoppen. Deze informatie ligt vast in onze genen en wordt doorgegeven van ouder op kind. Dit erfelijk materiaal (dna) komt voor in de kern van elke lichaamscel. Ontregelde celdeling Bij zoveel miljoenen celdelingen per dag, kan er iets mis gaan. Dit kan door toeval, maar ook door allerlei 4

schadelijke invloeden: bijvoorbeeld door roken of zonlicht. Doorgaans zorgen reparatiegenen voor herstel van de schade. Soms echter faalt dat beschermingssysteem. Dan gaan genen die de deling, groei en ontwikkeling van een cel regelen, fouten vertonen. Treden er verschillende van dat soort fouten op in dezelfde cel, dan gaat een cel zich overmatig delen en ontstaat er een gezwel of tumor. Goed- en kwaadaardig Er zijn goedaardige en kwaadaardige gezwellen of tumoren. Alleen bij kwaadaardige tumoren is er sprake van kanker. Tumor is een ander woord voor gezwel. Goedaardige gezwellen, bijvoorbeeld wratten, groeien niet door andere weefsels heen en verspreiden zich niet door het lichaam. Wél kan zo n tumor tegen omliggende weefsels of organen drukken. Dit kan een reden zijn om het gezwel te verwijderen. Bij kwaadaardige tumoren zijn de genen die de cellen onder controle houden zo beschadigd, dat de cellen zich zeer afwijkend gaan gedragen. Zij kunnen omliggende weefsels en organen binnendringen en daar ook groeien. Zij kunnen ook uitzaaien. 1. Goedaardig gezwel De gevormde cellen dringen geen omliggend weefsel binnen. Kwaadaardige tumor De gevormde cellen dringen wel omliggend weefsel binnen. 5

Solide en niet-solide kanker We onderscheiden solide en niet-solide kanker. Van solide kanker (solide = vast, hecht, stevig) is sprake als de abnormale celdeling begint in een orgaan of weefsel dat een specifieke plaats in het lichaam heeft: borstklierweefsel, huidweefsel, de long of darm. Vanuit zo n orgaan of weefsel kunnen kankercellen zich via het bloed en/of de lymfe verspreiden en zich in de andere organen nestelen. Dit zijn uitzaaiingen (metastasen). Van niet-solide kanker (niet-solide = vloeibaar, los) is sprake als de abnormale celdeling plaatsvindt in cellen die zich op diverse plaatsen in het lichaam bevinden, zoals beenmergcellen, bloedcellen of lymfekliercellen. Leukemie is een voorbeeld van zo n niet-solide soort kanker. Omdat beenmergcellen, lymfekliercellen en bloedcellen zich door het hele lichaam bewegen, verspreidt zo n niet-solide soort kanker zich snel door het lichaam. Omdat de nietsolide kankercellen zich altijd door het lichaam bewegen, spreken we bij verspreide, plaatselijke tumoren die zij vormen niet van uitzaaiingen, maar van verspreiding. Deze brochure gaat alleen over solide tumoren. 6

Hoe ontstaan uitzaaiingen? Gezonde cellen functioneren volgens strikte regels. Ze delen alléén wanneer dat nodig is. Bovendien houden cellen elkaar normaal gesproken vast. Alleen als er iets gebeurt - bijvoorbeeld wanneer een wondje ontstaat - krijgen bepaalde cellen de opdracht elkaar los te laten. Daardoor kunnen zij zich naar de wond verplaatsen en door zich sterk te delen, de wond vullen en deze doen genezen. Van een kwaadaardige tumor kunnen cellen echter zomaar losraken, zonder dat de cel daar opdracht voor krijgt. Zulke losse kankercellen kunnen vervolgens terechtkomen in de transportsystemen van het lichaam (lymfestelsel of bloedbaan). Als ze via die route op een andere plek in het lichaam terechtkomen, zich daar hechten en uitgroeien tot tumoren, spreekt men van uitzaaiingen. Dus, als iemand met bijvoorbeeld baarmoederkanker (later) ook een tumor in een long heeft, gaat het vrijwel nooit om longkanker, maar om baarmoederkankercellen in de long. Deze worden ook als baarmoederkanker behandeld. Beschadigingen in het dna De kennis over het moment waarop kankercellen zich uit een tumor losmaken en gaan uitzaaien, is op dit moment nog beperkt. Wel is bekend dat dit proces - net als het ontstaan van kanker - te maken heeft met beschadigingen in het dna van de tumorcel. Het normale proces van hechting en loslating van cellen wordt door honderden genen gestuurd. Doordat zich in kankercellen fouten in het dna opstapelen, kunnen ze de controle verliezen en loslaten zonder dat het lichaam daar behoefte aan heeft. Langzaam maar zeker ontdekken wetenschappers waarom de ene tumor veel meer neiging heeft tot uitzaaien dan de andere. Verplaatsing Een kankercel die loslaat, wordt niet per definitie een uitzaaiing op een andere plek in het lichaam. 7

Daarvoor moet die cel zich allereerst kunnen verplaatsen. Dat kan op twee manieren. Een kankercel kan in een lymfevat terechtkomen en door de lymfestroom naar elders worden meegenomen. Hetzelfde kan gebeuren als de kankercel in een bloedvat terechtkomt en daardoor wordt verplaatst. Maar zelfs als de cel via een lymfe- of bloedvat wordt afgevoerd, is het niet zeker dat de tumorcel elders in het lichaam een uitzaaiing vormt. De meeste tumorcellen (meer dan 99%) gaan dood tijdens hun transport door de lymfe of het bloed. Een van de redenen daarvoor is dat cellen niet zomaar op andere plaatsen kunnen leven en groeien dan in het weefsel waar zij vandaan komen. Om dat wel te kunnen moet de kankercel opnieuw allerlei dna-veranderingen doormaken. Hechten en delen Afhankelijk van de route (lymfe of bloed) en de eigenschappen van de tumor, kan een losgelaten kankercel een lymfeklier of een bepaald orgaan binnendringen. Als zo n kankercel zich daar vervolgens aan andere cellen hecht, kan de cel zich op die plek nestelen en na een tijdje weer gaan delen. Sommige tumoren zijn goed in staat om binnen te dringen en op zo n nieuwe plaats opnieuw uit te groeien; andere minder. Sommige tumoren zijn daardoor kwaadaardiger dan andere. Route via lymfevaten Lymfevaten vormen de kanalen van het lymfestelsel. Deze vaten worden vanuit het lichaamsweefsel gevuld met een kleurloze vloeistof: lymfe. De lymfe neemt vocht en afvalstoffen uit het lichaam op. Via steeds grotere lymfevaten komt de lymfe uiteindelijk in de bloedbaan terecht. Voordat de lymfe in het bloed komt, passeert zij ten minste één lymfeklier. Lymfeklieren zijn de zuiveringsstations van het lymfestelsel: daarin worden ziekteverwekkers - vooral 8

bacteriën en virussen - onschadelijk gemaakt. Op diverse plaatsen in ons lichaam komen groepen lymfeklieren voor, de lymfeklierregio s. Deze bevinden zich onder andere in de hals (a), in de oksels (b), langs de luchtpijp (c), bij de longen (d), bij de darmen en achter in de buikholte (e), in de bekkenstreek (f) en in de liezen (g). A C B B D E F G G 2. Het lymfestelsel 9

In de meeste gevallen komen uitzaaiingen als eerste in de lymfeklier terecht die het dichtst bij de tumor ligt. We noemen dit regionale uitzaaiingen. Lymfeklierweefsel komt - behalve in de lymfeklieren - ook voor in andere organen, zoals in de keelholte, de milt, de darmwand en het beenmerg. Losgelaten kankercellen kunnen via een lymfevat in een lymfeklier terechtkomen. Als zij zich daar vervolgens gaan delen, is sprake van een uitzaaiing. Via die lymfeklier kan de tumor uitzaaien naar andere lymfeklieren en verder in het lichaam. Route via bloedvaten De bloedvaten, een stelsel van kanalen die bloed vervoeren naar alle plaatsen van ons lichaam vormen de andere verspreidingsweg. Het hart pompt via de slagaders bloed met zuurstof en voedingsstoffen via steeds kleinere bloedvaten naar de cellen. Daar vandaan gaat bloed met afvalstoffen via de aders terug naar de longen en het hart. Een kankercel kan op verschillende manieren in de bloedstroom terechtkomen. De tumor kan in een bloedvat ingroeien of een losgelaten kankercel kan door de wand van een bloedvat het bloed binnendringen. Via het bloed komen uitzaaiingen in andere organen en/of weefsels terecht, bijvoorbeeld de longen, lever, botten of huid. Dit noemen we uitzaaiingen op afstand. Uitzaaiingen kunnen ook via beide routes ontstaan, zowel via het lymfestelsel als via de bloedbaan. 10

Waar ontstaan uitzaaiingen? De plaats waar uitzaaiende tumorcellen terechtkomen, is vooraf niet precies te voorspellen. Wél zijn er bepaalde verspreidingspatronen bekend, dat wil zeggen: plaatsen waarnaar bepaalde tumoren vooral uitzaaien. De meeste tumoren zaaien in eerste instantie uit naar de regionale lymfeklier(en). De uitzaaiing(en) blijven vaak in eerste instantie beperkt tot dat zogeheten lymfeklierstation. Verspreidingspatronen Soort kanker Uitzaaiingen Uitzaaiingen via lymfevaten via bloedvaten naar lymfe- naar organen/ klieren in/bij weefsels Borstkanker Oksel, Botten, lever, borstbeen, longen, huid, sleutelbeen hersenen Dikkedarm- Buik Lever, buikvlies, kanker longen, botten Longkanker Longen, Botten, bijborstholte, nieren, lever, laag in de hals hersenen, longen Prostaat- Buik Botten, lever, kanker longen Melanoom Afhankelijk van Longen, lever, de locatie van huid, hersenen het melanoom: oksel, hals, lies 11

Uitzaaiingen op afstand ontstaan meestal niet alleen. Er kunnen meerdere uitzaaiingen ontstaan in één orgaan/weefsel of in verschillende weefsels en organen in het lichaam. Het kan voorkomen dat iemand slechts één zo n uitzaaiing heeft, maar meestal worden er dan binnen afzienbare tijd meerdere gevonden. De plaatsen waarnaar bepaalde tumoren dikwijls uitzaaien, hebben deels te maken met lymfe- en bloedstromen tussen bepaalde delen van het lichaam. Dikkedarmkanker, bijvoorbeeld, heeft de neiging om uit te zaaien naar de lever. Dat heeft te maken met de vele bloedvaten die vanuit de darmen naar de lever gaan. In het bovenstaande schema staan enkele voorkeurslocaties per soort kanker genoemd. Dit wil niet zeggen dat hier geen uitzonderingen op zijn. 12

Klachten Uitzaaiingen kunnen klachten veroorzaken. Deze zijn afhankelijk van de plaats van de uitzaaiing(en) en de uitgebreidheid daarvan. Deze brochure geeft alleen algemene informatie over mogelijke klachten. Uw specialist of huisarts kan u meer specifieke informatie geven. Aanvankelijk geven uitzaaiingen doorgaans geen of weinig klachten. In het algemeen geldt dat wanneer uitzaaiingen groeien, zij gaan drukken op het weefsel dat hen omringt. Ze kunnen daar ook in binnengroeien. Dat kan pijn of een bloeding veroorzaken. Het kan er ook toe leiden dat organen hun taken niet meer goed kunnen uitoefenen, waardoor bepaalde klachten of ziekteverschijnselen ontstaan. Botuitzaaiingen van prostaatkanker of borstkanker, kunnen leiden tot (uitstralende) pijn in de ruggenwervels, het bekken of de heupen. Uitzaaiingen in de lever, kunnen als ze heel uitgebreid zijn een groter wordende lever, een gele huid, misselijkheid en jeuk veroorzaken. Uitzaaiingen kunnen ook vermoeidheid veroorzaken. De snel delende cellen verbruiken veel energie en kunnen - afhankelijk van de plaats in het lichaam - de normale stofwisseling verstoren. 13

Vaststellen van uitzaaiingen De diagnose uitzaaiingen is vaak (opnieuw) een schok. Veel mensen weten dat juist uitzaaiingen kanker tot een levensbedreigende ziekte maken. Uitzaaiingen kenmerken zich door hun onvoorspelbare karakter. Met kanker weet je nooit zeker dat er geen uitzaaiingen zijn of dat ze na een schijnbaar succesvolle behandeling later toch niet aan het licht komen. Deze uitzaaiingen hebben er dan al die tijd al gezeten, maar waren eerder niet te zien omdat ze toen nog te klein waren. Als er al uitzaaiingen zijn, is er weinig met zekerheid te zeggen over de plaats en het tijdstip waarop eventueel nieuwe uitzaaiingen ontstaan. De ene soort kanker zaait bovendien sneller uit dan de andere. Ook zijn er op dit gebied verschillen van persoon tot persoon. Er zijn diverse manieren waarop uitzaaiingen aan het licht kunnen komen: Er is kanker geconstateerd. Bij het onderzoek dat volgt, vinden de artsen uitzaaiingen. Na een behandeling van kanker ontstaan na verloop van tijd klachten, onderzoek brengt uitzaaiingen aan het licht. De meeste uitzaaiingen worden ontdekt doordat een patiënt aandacht vraagt voor zijn klachten. Bij een controle na een eerdere, succesvolle behandeling, ontdekt men uitzaaiingen. De uitzaaiingen worden gevonden, terwijl de oorspronkelijke (primaire) tumor (nog) niet bekend is. Primaire tumor onvindbaar Bij sommige mensen vinden de artsen een uitzaaiing van een tumor, zonder dat ze aanvankelijk weten waar die uitzaaiing vandaan komt. In medische termen zegt men dan wel dat de primaire tumor onbekend is. Als onderzoek geen primaire tumor aantoont, zal de diagnose en behandeling afhangen van laboratoriumonderzoek. Daarvoor onderzoekt een patholoog wat weefsel van de uitzaaiing. Als blijkt dat de cellen 14

er duidelijk uitzien als bijvoorbeeld borst-, darm- of longkankercellen, kan men gerichter zoeken naar de primaire tumor en kan bijvoorbeeld het cytostaticum (chemotherapie) of een combinatie van cytostatica worden gegeven, waarvoor dat type cellen doorgaans gevoelig is. In sommige gevallen wordt er voor gekozen om het gehele gebied waar de tumor zou kunnen zitten te bestralen (zie hoofdstuk Behandelingen, pagina 19). Maar sommige kankerweefsels zijn zo weinig herkenbaar, dat ook de patholoog geen verdere aanwijzingen heeft. In zulke gevallen kan het zijn dat de primaire tumor ook na uitgebreid onderzoek niet wordt gevonden. Het grootste deel van zulke onherleidbare uitzaaiingen reageert nauwelijks op chemotherapie. Als chemotherapie wel aanslaat, is de werking vaak van korte duur. Om de klachten te verminderen worden de plaatsen waar de uitzaaiingen zitten, zo mogelijk (ook) bestraald. Als de primaire tumor niet gevonden wordt is het, nog meer dan anders, van groot belang dat meerdere artsen uw situatie bekijken en een gezamenlijk advies uitbrengen. In de meeste ziekenhuizen wordt dit gedaan tijdens de zogeheten oncologiebespreking. Stadium Uitzaaiingen betekenen in het algemeen dat de kans op overleving van de ziekte afneemt. Maar het is afhankelijk van de situatie hoe uw vooruitzichten zijn. Als er alleen enkele uitzaaiingen in één of enkele lymfeklieren zijn, en de oorspronkelijke tumor is niet erg uitgebreid, dan kan de kans op een succesvolle behandeling redelijk tot goed zijn. Vraag aan uw arts of hij u hierover informatie kan geven. Dat is anders wanneer er (daarnaast ook) uitzaaiingen op afstand worden gevonden. Meestal betekenen uitzaaiingen op afstand dat de ziekte niet meer te genezen is. Maar ook daarop zijn uitzonderingen. 15

Als er bijvoorbeeld maar één of enkele uitzaaiing(en) in een (bepaald gedeelte van een) orgaan wordt aangetroffen, die operatief kunnen worden verwijderd of als het gaat om een kankersoort die zeer gevoelig is voor chemotherapie (zoals zaadbalkanker) kan genezing wel degelijk tot de mogelijkheden behoren. De arts wil daarom altijd weten hoe ver de ziekte zich precies in het lichaam heeft uitgebreid: het stadium van de ziekte. Het stadium van de ziekte is van belang bij advies over de behandeling. Om het stadium te kunnen bepalen zijn, afhankelijk van de soort kanker, onderzoeken nodig. Onderzoeken kunnen bijvoorbeeld bestaan uit het maken van een ct-scan, pet-scan, mri, een echografie, een kijkoperatie of bij borstkanker een zogenoemde schildwachtklierprocedure. Stadiumindeling Het stadium wordt meestal bepaald aan de hand van: de grootte van de tumor en de mate van doorgroei in het omringende weefsel; dit wordt aangeduid met de t van tumor. de aanwezigheid van uitzaaiingen in de lymfeklieren; dit wordt aangeduid met de n van node (= Engels voor lymfeklier). de aanwezigheid van uitzaaiingen op afstand; deze wordt aangeduid met de m van metastase. Deze zogenoemde tnm-classificatie geeft met behulp van cijfers aan hoe ver de ziekte is voortgeschreden. De indelingen bestaan per soort kanker. In het algemeen geldt: hoe hoger het cijfer, hoe ernstiger de situatie is. Vraagt u uw arts zo nodig om informatie over het stadium van uw ziekte, mocht hij daar niets over zeggen. Vraag ook om uitleg, mocht u niet helemaal begrijpen wat de stadiumindeling in uw geval betekent. 16

Raadpleeg voor meer informatie over de stadiumindeling en over de mogelijke behandelingen de KWF-brochure over de soort kanker die u heeft. Uw arts neemt op basis van de soort kanker en het stadium ervan met u door welke behandelmogelijkheden er zijn. In de meeste gevallen zal hij uw situatie van tevoren hebben doorgesproken met een team van gespecialiseerde artsen bijv. een chirurg, internist-oncoloog, patholoog, radioloog en de radiotherapeut. In alle ziekenhuizen in Nederland zijn hierbij ook specialisten vanuit andere ziekenhuizen betrokken bij de zogeheten oncologiebespreking. U krijgt dan automatisch al een second opinion. 17

Behandelingen Het doel van de behandeling van kanker kan per situatie verschillen, afhankelijk van het stadium van de ziekte. Doel van de behandeling Wanneer een behandeling tot doel heeft genezing te bereiken, dan wordt dat een curatieve behandeling genoemd. Onderdeel daarvan kan een toegevoegde behandeling zijn. Bijvoorbeeld chemotherapie na een operatie, om eventuele niet-waarneembare uitzaaiingen te bestrijden (adjuvante behandeling) en daarmee de kans op ziektevrije, langdurige overleving te vergroten. Of chemo- of radiotherapie voor een operatie om de tumor te verkleinen (neo-adjuvante behandeling). Als de ziekte niet (meer) curatief kan worden behandeld, is een palliatieve behandeling mogelijk. Zo n behandeling is gericht op het remmen van de ziekte en/of vermindering van de klachten. In de meeste gevallen is het verwijderen van aangetaste regionale lymfeklieren een curatieve behandeling. In veel, maar niet in alle, situaties waarbij regionale lymfeklieren zijn verwijderd, wordt er in dat geval verder gezocht naar uitzaaiingen op afstand. De periode van verder onderzoek wordt door vrijwel iedereen ervaren als een spannende tijd. De meest toegepaste behandelingen bij uitzaaiingen zijn: behandeling met celdodende of celdelingremmende medicijnen (chemotherapie); bestraling (radiotherapie); hormonale therapie; immunotherapie (behandeling met medicijnen die een afweerreactie tegen kankercellen stimuleert; monoklonale antistoffen; operatie. 18

Meestal richt een behandeling bij uitzaaiingen zich op het hele lichaam. Want uitzaaiingen kunnen - misschien zo klein dat ze bij onderzoek niet zichtbaar zijn - op allerlei plaatsen voorkomen. Vandaar dat behandeling met medicijnen, die zich door het hele lichaam verspreiden de meest toegepaste is. Afhankelijk van de soort tumor zijn ook combinaties van de verschillende behandelmethoden mogelijk, zoals een operatie en bestralen van uitzaaiingen in de hersenen. Chemotherapie Chemotherapie is de behandeling met celdodende of celdelingremmende medicijnen: cytostatica. Deze kunnen uitzaaiingen doen verdwijnen (curatief) of tijdelijk verkleinen (palliatief). Er zijn verschillende soorten cytostatica, elk met een eigen werking. Om te weten óf en zo ja voor welk cytostaticum de uitzaaiingen gevoelig zijn, moet bekend zijn van wat voor soort tumor de uitzaaiingen afstammen. De medicijnen kunnen op verschillende manieren worden toegediend, bijvoorbeeld per infuus, als tablet of per injectie. Bij uitzaaiingen in de buik kan de buik soms, tijdens een operatie, gespoeld worden met cytostatica. Chemotherapie kan een curatieve behandeling zijn (bij zaadbalkanker), een adjuvante behandeling (bijvoorbeeld bij borstkanker), of een palliatieve behandeling (bij verschillende soorten kanker). Zie ook de KWF-brochure Chemotherapie. Bestraling (radiotherapie) Bestraling is een plaatselijke behandeling. Bestraling kan een zeer effectieve (palliatieve) behandeling zijn om klachten van uitzaaiingen te bestrijden, zoals pijnklachten door uitzaaiingen in de botten. 19

Doorgaans worden alleen die uitzaaiingen bestraald die klachten geven. Bestraling kan ook voor andere uitzaaiingen een goede behandeling zijn. Voorbeelden zijn uitzaaiingen in de hersenen die neurologische klachten geven, of lymfklieruitzaaiingen die tegen een bloedvat of luchtweg drukken waardoor het bloed niet meer goed kan doorstromen of benauwdheid is ontstaan. Bestraling wordt ook vaak als palliatieve behandeling gegeven voor klachten van de primaire tumor, bijvoorbeeld bloedverlies door (gevorderde) kanker van de endeldarm of maag. Voor palliatieve radiotherapie is vaak één enkele bestraling of een korte serie bestralingen (bijvoorbeeld 5 tot 10 keer, 4 tot 5 keer in de week) voldoende. De klachten kunnen bij het begin van de behandeling tijdelijk even toenemen. De positieve effecten van de bestraling zijn doorgaans pas na enkele dagen tot weken na de bestraling merkbaar. Bestraling bij uitzaaiingen kan ook een adjuvante behandeling zijn, bijvoorbeeld wanneer de lymfkliergebieden worden bestraald na een operatie waarbij lymfklieruitzaaiingen van borstkanker zijn verwijderd. Hierbij wordt de radiotherapie meestal vier- of vijfmaal per week gegeven gedurende ongeveer vijf weken. Zie voor meer informatie de KWF-brochure Radiotherapie. Hormonale therapie Hormonen zijn stoffen die ons lichaam zelf maakt. Deze worden uitgescheiden in het bloed en beïnvloeden bepaalde processen of organen in ons lichaam. Een belangrijke groep hormonen zijn de geslachtshormonen. Bepaalde soorten kanker kunnen gevoelig zijn voor het mannelijke of vrouwelijke geslachtshormoon. Hormonale therapieën zijn op die gevoeligheid gebaseerd. De productie van bepaalde eigen 20

hormonen wordt beperkt of hun invloed wordt verminderd. Het ontstaan en de woekering van de kankercellen kunnen zo (tijdelijk) worden stopgezet. Afname van de aanmaak of van de werking van geslachtshormonen kan worden bereikt door een operatie of door het gebruik van medicijnen (hormoonpreparaten). Hormonale therapie kan zowel een adjuvante als een palliatieve behandeling zijn. Zie ook de KWF-brochure Hormonale therapie bij kanker. Immunotherapie Het afweersysteem beschermt het lichaam tegen schadelijke indringers, zoals bacteriën, virussen en vreemde cellen (zoals kankercellen). Immunotherapie kan gericht zijn op het activeren van het afweersysteem, bijvoorbeeld door gebruik van interferon. Het voornaamste doel is het terugdringen van uitzaaiingen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van stoffen (antilichamen) die gericht zijn tegen bepaalde weefseleigenschappen (antigenen) van tumoren. Deze antilichamen kunnen zowel een adjuvante (curatieve) als een palliatieve behandeling zijn. Lang niet alle soorten kanker zijn voor deze behandeling gevoelig. Ook moet u hiervoor een goede lichamelijke conditie hebben. Bij de meeste patiënten vindt immunotherapie plaats in het kader van onderzoek naar nieuwe behandeling (zie pagina 25). Monoklonale antilichamen Monoklonale antilichamen zijn eiwitten die in staat zijn andere specifieke eiwitten in het lichaam te herkennen en zich eraan te binden. Door deze binding worden tumorcellen verhinderd zich te delen. Deze therapie is een vrij nieuwe vorm van behandeling die adjuvant en/of palliatief gegeven kan worden. Tot nu toe worden deze middelen vooral bij borstkanker en 21

bij darmkanker gegeven om uitzaaiingen te bestrijden. Trastuzemab/Herceptin vaak in combinatie met cytostatica is daarvan het meest bekende voorbeeld. Zie ook de KWF-brochure Immunotherapie en monoklonale antilichamen. Operatie Operatieve verwijdering van uitzaaiingen is doorgaans alleen mogelijk en zinvol als: de uitzaaiingen beperkt zijn tot één orgaan (meestal de lever of de long) de uitzaaiingen niet te uitgebreid zijn de chirurg deze goed kan bereiken er nog voldoende van het desbetreffende orgaan overblijft om goed te kunnen blijven functioneren de ingreep niet te veel schade toebrengt. Deze behandeling kan curatief bedoeld zijn. Overwegingen De arts adviseert u over (mogelijke) behandelingen, maar u maakt zelf de keuze of u behandeld wilt worden. Voor u dat doet, wilt u waarschijnlijk een zorgvuldige afweging maken. Hierbij zal het doel van de behandeling vaak een rol spelen. Het maakt natuurlijk verschil of de behandeling curatief of palliatief bedoeld is. Of dat er sprake is van een adjuvante behandeling. Bij een curatieve behandeling accepteert u misschien meer bijwerkingen of gevolgen. Bij een adjuvante behandeling speelt de afweging of de belasting van een behandeling in verhouding staat tot de vergroting van de genezingskansen. Als een palliatieve behandeling wordt geadviseerd, zult u de kwaliteit van uw leven bij uw beslissing willen betrekken. Vraag uw arts daarom alles wat u wilt weten over de behandeling, de te verwachten resultaten daarvan en de mogelijke ongemakken en bijwerkingen. 22

Als u twijfelt aan de zin van (verdere) behandeling, bespreek dit dan in alle openheid met uw specialist of huisarts. Iedereen heeft het recht om af te zien van (verdere) behandeling. Uw arts zal u de noodzakelijke medische zorg en begeleiding blijven geven om de hinderlijke gevolgen van uw ziekte zo veel mogelijk te bestrijden. 23

Verloop van de ziekte In het algemeen hebben patiënten met uitzaaiingen een kortere levensverwachting dan patiënten bij wie (nog) geen uitzaaiingen zijn gevonden. In veel gevallen is de boodschap bij uitgezaaide kanker met uitzaaiingen op afstand, dat genezing niet meer mogelijk is. Maar daarop zijn uitzonderingen, bijvoorbeeld bij zaadbalkanker. Als de uitzaaiingen alleen gevonden worden in de regionale lymfeklieren is genezing vaak nog wel mogelijk. De kans daarop is echter wel kleiner dan wanneer daar geen uitzaaiingen waren gevonden. Het is afhankelijk van de soort kanker die u heeft en van uw persoonlijke ziektegeschiedenis, wat uw levensverwachting is. Als u te horen krijgt dat de ziekte niet meer uit uw lichaam zal verdwijnen, betekent dat doorgaans niet dat het dan snel is afgelopen. Er bestaan, zoals hiervoor beschreven, diverse behandelmethoden die kunnen helpen eventuele klachten te verminderen en/of de ziekte (tijdelijk) af te remmen of terug te dringen. Uw specialist is de eerst aangewezen persoon om het verwachte verloop van de ziekte, de mogelijke behandelingen en uw vooruitzichten voor de toekomst mee te bespreken. Als u uw arts vraagt hoeveel tijd u nog te leven hebt, houdt hij waarschijnlijk een slag om de arm. Het is moeilijk om daarover exacte uitspraken te doen, omdat de te verwachten levensduur van persoon tot persoon sterk kan verschillen. U kunt wel vragen of u in weken, maanden of jaren moet denken. Uw specialist zal uw huisarts op de hoogte stellen. Vragen over de behandeling, de begeleiding en de consequenties van uw ziekte, kunt u daarom ook aan uw huisarts stellen. 24