Het complete praktijkboek



Vergelijkbare documenten
Competenties Eerste Hulp

Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep

Behandeling van wonden en letsels

Het nieuwe praktijkboek

Programma training: Klant: PI-411: Opleiding Eerste hulp Oranje Kruis. Diverse

2014 EHBO-K. Theorievragen versie 006. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 7

Automatische Externe Defibrillatie Opleiding Hulpverlener. Europese Reanimatieraad

Eindtermen Jeugd Eerste Hulp

Eindtermen voor het diploma eerste hulp ( vastgesteld door het College van Deskundigen op 6 maart 2006)

ORANJE KRUIS JEUGDBOEKJE

Programma training: Klant: PI-420: Herhaling Eerste Hulp en Verbandleer en kleine ongevallen oneven jaar (1 dag) Diverse

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Niet spoedeisende Eerste Hulp

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

Wijzigingen in de Eerste Hulp (september 2011)

Eindtermen Jeugd Eerste Hulp

Deel 1: Algemene informatie over eerste hulp. 1 Basisprincipes van eerste hulp 2. 2 Vier stappen in eerste hulp 14

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

Programma training: Klant: PI-421: Herhaling Eerste Hulp en Verbandleer en kleine ongevallen (2 dagen) Diverse

AG eerste hulp opleidingen 47 vragen met antwoorden.

In dit hoofdstuk komt aan de orde: Bloedneus Insectensteken Tekenbeten Kwallenbeten Tand door de lip Voorwerp in de neus Voorwerp in het oor

AG eerste hulp opleidingen Best

Doel van deze presentatie: het op peil houden van kennis en vaardigheden met betrekking tot de reanimatie en als voorbereiding op een competentietest.

KVK AVELGEM REANIMATIE en AED Sportmedische begeleiding KVK Avelgem. Pascal D Haene

Aed met z'n twee

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent

H o c k e y E H B O. Woensdag 30 november MHC Goirle. Door Paul van den Broek

Start / Introductie HARTELIJK WELKOM

EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR

Europese Reanimatieraad. Basale reanimatie en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillatior

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer

Examenseries Diploma Eerste Hulp. van. Het Oranje Kruis

Opleiding Reanimatie + AED bediener

TRIVIANT BLAUW (uitprinten op blauw papier) Stoornissen in het bewustzijn, de ademhaling en de bloedsomloop

Basale reanimatie inclusief de Automatische Externe Defibrillator

Wat is een acute hartritme stoornis?

Procedure Calamiteiten tijdens Kerkdiensten Nederlandse Hervormde Kerk Stolwijk

Datum: EHBO. 3. Wat gebeurt er met de bloedvaten en zenuwen als een tand uit de mond vliegt?

Vijf belangrijke punten

EHBO. 4. Opdracht: bedek de antwoorden op blz. 9 en leer de 18 lichaamsonderdelen uit je hoofd benoemen.

Examenseries diploma Eerste Hulp van

Aangezien dit werkstuk voor lichamelijke opvoeding is gaan ik mij baseren op de hulpen die we kunnen gebruiken in de lessen.

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

EINDTERMEN EERSTEHULPVERLENER LPEV

E.H.B.O. bij motorongevallen

Het bieden van hulp bij een ademhalingsof hartstilstand

Antwoorden 2014 EHBO-K. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 5. Theorievragen versie 006

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

Toets Ziekteleer Opleiding Sport en Bewegen. Behaalde punten Hulpmiddelen geen

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING AANVULLINGEN OP PTA KADERBEROEPSGERICHT COHORT : Voorwoord. Het Westeraam.

Basale reanimatie. Versie aug / 51

Het toepassen van algemene regels voor het verlenen van eerste hulp in onvoorziene situaties

Inkijkexemplaar. Inhoud

Zorg voor de veiligheid van het slachtoffer

CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

Examenseries Diploma Eerste Hulp

Examen bedrijfshulpverlener Eerste Hulp

x E5.001 hoe een leerproces verloopt;

1. WANNEER ELKE SECONDE TELT

Basale reanimatie van kinderen door niet-zorgprofessionals

Wat is EHBO? HET VOORAL NIET ERGER MAKEN

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

Reanimatie Stabiele zijligging Toedienen zuurstof

Leeftijd Omstaanders Materiaal

Het reanimatie protocol

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM

Gewondenvervoer. A&G eerste hulp opleidingen 2

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

EHBO ALGEMEEN WAT TE DOEN BIJ EEN ONGEVAL

Het lichaam maakt teveel warmte aan of raakt te weinig warmte kwijt.

EINDTERMEN INSTRUCTEUR LPEV

EHBO leer je zo! Werkboek. Lesmateriaal primair onderwijs groep 4, 5 en 6. Les 1 Let op veiligheid! Les 2 EHBO geef je zo Les 3 EHBO bij noodgevallen

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM LEERDOELEN. Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren:

Cardiopulmonale Reanimatie. Automatische Externe Defibrillator

Basale reanimatie van baby s en kinderen inclusief de AED. Voor een toekomst in de zorg!

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

"EHBO" is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen Alken Tel :

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

Lesfiche : EHBO & Reanimatie

Eindtermen Certificaat Eerste Hulp bij Sportongevallen van. Het Oranje Kruis. 18 december 2012

BLS Cursus Hulpverlener. Basisreanimatie. met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator

Examenseries Diploma Eerste Hulp. van. Het Oranje Kruis

Cursus Reanimatie en AED

Nieuwsbrief nr. 12: december 2013

EHBO-dag Aeolus - oefenen

Eerste Hulp aan kinderen. Jan Biekens Docent Eerste Hulp

Inleiding. Inleiding. Inleiding. Jullie vragen en inbreng zijn welkom.

Erratum Manschap a Levensreddend handelen. Versie: 1.0, 31 december 2015

Handleiding examinatoren Eerste Hulp aan kinderen

Examenopdrachten uitgewerkt. AG eerste hulp opleidingen Best

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

Stoornissen in het bewustzijn. AG eerste hulp opleidingen Best

2. Voor het verlenen van eerste hulp is het gebruik van het beademingsmasker en handschoenen niet verplicht. O juist O onjuist

Transcriptie:

Het complete praktijkboek

Inhoud Van buik- naar rugligging 35 Deel A Algemeen 1 Het menselijk lichaam 6 Cellen, weefsels en organen 6 Orgaanstelsels 7 Zintuigen 8 2 Verband- en hulpmiddelen 10 Verbandmiddelen 10 Hulpmiddelen 13 3 Vijf belangrijke punten 15 Noodvervoersgreep van Rautek 18 Slachtoffer ondersteunend verplaatsen 21 ABC-methode 21 4 Hulpverlener let op! 22 Besmetting 22 Aansprakelijkheid 23 Niet-reanimerenverklaring 23 SOS-penning 24 Deel B Stoornissen 1 Stoornissen in het bewustzijn 28 Stoornissen door ziekten en letsels 29 Benaderingsprotocol 34 2 Stoornissen in de ademhaling 37 Controleren van de ademhaling 39 Stabiele zijligging 41 Stoornissen 42 Verslikking/handgreep van Heimlich 44 3 Stoornissen in het bewustzijn en de ademhaling 49 Het hart- en vaatstelsel 49 Stoornissen 51 Keten van overleven 54 Reanimatie- en AED-handelingen 55 4 Shock 66 Symptomen 67 Handelingen bij shock 68 Deel C LetSELS 1 Uitwendige wonden 72 Huid, slijmvliezen, ontstekingsreactie 72 Wonden 74 Aanleggen van een dekverband 75 Actieve bloedingen 80 Doordringende wonden 83 Brandwonden 84 2 Bewegingsletsels 91 Het bot- en spierstelsel 91 Kneuzing en verstuiking 94 Botbreuk en ontwrichting 98 3

3 Oogletsels 105 Vuiltje in het oog 106 Doordringende oogwond 107 Stomp letsel 107 Bevroren ogen 108 4 Hitteletsels 110 Hittekramp 112 Hitte-uitputting 112 Hittestuwing 112 Hitteberoerte 113 5 Koudeletsels 115 Bevriezing 116 Lichte onderkoeling 118 Ernstige onderkoeling 119 6 Vergiftiging 121 Vergiftiging in het spijsverteringskanaal 121 Vergiftiging via lucht- en longwegen 123 Koolmonoxidevergiftiging 123 7 Elektriciteitsletsels 125 Eerste Hulp algemeen 126 Bliksem 127 Deel D Kleine ongevallen Bloedneus 132 Beten en steken 133 Tanden, lip, neus en oor 135 Slangen en eikenprocessierups 137 Deel E Extra 1 Eerste Hulp aan kinderen 142 Levensfasen en ontwikkelingen 142 Benaderen van kinderen 144 Veiligheidsmaatregelen 144 Kinderziekten 146 Kindermishandeling 151 Verslikking en reanimatie 152 Verdrinking 157 Vergiftiging 158 2 Eerste Hulp bij zwangerschap 159 Problemen bij de zwangerschap 160 Aangepaste hulpverlening 161 Bevalling en miskraam 162 3 Eerste Hulp aan senioren 164 Veranderingen in het lichaam 164 Het benaderen van ouderen 165 Veel voorkomende ziekten en problemen en de aanpak daarvan 166 4 Eerste Hulp aan stembandlozen Herkennen van een stembandloze 174 Eerste Hulp 175 5 Eerste Hulp tijdens evenementen 177 Crowd management 177 Organisatie en draaiboek 178 Hulpverlening en vervoer 179 6 Eerste Hulp bij alcohol en drugs 184 Verstoringen door alcohol 184 Verstoringen door drugs 185 Index 191 4

A Algemeen 1 Het menselijk lichaam 2 Verband- en hulpmiddelen 3 Vijf belangrijke punten 4 Hulpverlener let op! 5

3.3 Noodvervoersgreep van Rautek bij een zittend slachtoffer Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Voorkom dat het slachtoffer van de stoel valt door hem bij de schouder tegen te houden. Schuif met je voet de voeten van het slachtoffer onder de stoel. Houd de hand op de schouder en loop om het slachtoffer heen. Schuif je andere hand onder de oksel door. Verplaats de eerste hand van de schouder en schuif de hand onder de oksel door. Pak de onderarm van het slachtoffer met beide handen vast (zorg dat jouw duimen boven langs vastgrijpen en niet om de arm heen). Til het slachtoffer voorzichtig van de stoel. Begeleid het hoofd voorzichtig naar de grond. Stap 2/3 Stap 6 Stap 8 Zorg dat een slachtoffer bij een reanimatie op een harde ondergrond ligt. Gebruik daarvoor de volgende noodvervoersgreep: Rautek vanaf bed of bank Trek het slachtoffer eerst met behulp van een deken of laken naar de rand van het bed. Hurk ernaast. Pas de noodvervoersgreep toe zoals bij een liggend slachtoffer (pag. 18 stap 3 t/m 7). Houd je voeten op de grond als je het slachtoffer in een zittende houding brengt en achter het lichaam op bed of bank gaat zitten. Til het slachtoffer op door je benen te strekken. Versleep het slachtoffer naar een harde ondergrond. 19

3.4 Noodvervoersgreep van Rautek vanuit een autostoel Deze noodvervoersgreep mag uitsluitend in noodgevallen -er dreigt bijvoorbeeld ontploffingsgevaar-worden toegepast. Denk ook hier aan eigen veiligheid. Personen die na een ongeluk niet zelf uit de auto komen hebben bijvoorbeeld letsel, of zijn buiten bewustzijn. Professionele hulpverleners zijn getraind in de complexe handelingen die nodig zijn om dergelijke slachtoffers in veiligheid te brengen. Na auto-ongelukken is de kans op nekletsel groot. Daarom is het wachten op professionele hulpverlening belangrijk. Stap 1 Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7 Stap 8 Als het slachtoffer voorover in zijn stoel is gezakt, dan plaats je het slachtoffer heel voorzichtig rechtop tegen de rugleuning. Ondersteun het hoofd terwijl je de veiligheidsgordel losmaakt. Controleer of de voeten van het slachtoffer niet vast zitten. Schuif de stoel van het slachtoffer zo ver mogelijk naar achteren. Zet je been tegen de auto. Steek je beide armen onder de oksels van het slachtoffer door en grijp de verste arm. Pak de onderarm van het slachtoffer met beide handen vast. Draai het slachtoffer heel voorzichtig en niet meer dan strikt noodzakelijk naar je toe totdat het slachtoffer tegen je dijbeen steunt. Stap achteruit en versleep het slachtoffer uit de gevarenzone. Leg het slachtoffer voorzichtig neer door met gestrekte rug door de knieën tot in hurkzit te zakken. Laat de arm los, ondersteun de schouders, het hoofd en de hals. Stap 4/5 Stap 6 Stap 7 EHBO Leren & Doen algemeen 20

B Stoornissen in de vitale functies 1 Stoornissen in het bewustzijn 2 Stoornissen in de ademhaling 3 Stoornissen in het bewustzijn en de ademhaling 4 Shock 27

1 Stoornissen in het bewustzijn In dit hoofdstuk komt aan de orde: Achtergrondinformatie Stoornissen in het bewustzijn door ziekte en letsels De vitale functies van het menselijk lichaam Buik- naar rugligging 1.1 Achtergrondinformatie Het lichaam functioneert alleen als er een constante aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen plaatsvindt. Voedingsstoffen en zuurstof worden door het bloed getransporteerd. Het hart en de longen zijn daarvoor van vitaal belang. Het hart fungeert als een pomp, die het bloed rondpompt door het lichaam en zo zuurstof en voedingsstoffen levert aan de organen. Afvalstoffen worden door het bloed ook weer afgevoerd. Door inademing komt lucht in de longen terecht. De lucht bevat zuurstof, die in de longen wordt opgenomen in het bloed. Ingeademde lucht bevat 21 procent zuurstof, lucht die we uitademen nog maar 17 procent. Als een orgaan geen of te weinig zuurstof krijgt, beschadigt het of gaat het dood. Hoe snel dat gaat, verschilt per orgaan maar de hersenen zijn het meest kwetsbare gedeelte. Na 4 tot 6 minuten zonder zuurstof kunnen ze al zo ernstig beschadigd zijn dat daardoor normaal functioneren niet meer mogelijk is. Eerstehulpverlening is daarom gericht op het bewaken van de drie vitale functies van het lichaam, het zogenoemde ABC: Airway (luchtweg), Breathing (ademhaling) en Circulation (bloedsomloop). Deze functies zijn op elkaar van invloed. De hersenen vormen het centrum van het zenuwstelsel. Als een slachtoffer bewusteloos is kunnen de hersenen een deel van hun functies niet meer uitoefenen en zakt bijvoorbeeld de tong in de keel. Daardoor wordt de luchtweg afgesloten. Door de ademhaling komt lucht, via de neus of mondholte, in de longen. In de longen wordt zuurstof uit de lucht opgenomen in het bloed. Uitgeademde lucht bevat koolzuur. EHBO Leren & doen Stoornissen 28

Een ongevalsslachtoffer mag niet verplaatst worden. Daardoor kan het letsel worden verergerd. Een bewusteloos ongevalsslachtoffer mag alleen op zijn zij worden gedraaid bij braken, als de ademhaling achteruit gaat of als hij even alleen gelaten moet worden. Zorg dat nek en wervelkolom in een rechte lijn blijven. Als het slachtoffer geen ademhaling heeft, moet het wel op zijn rug worden gedraaid om een reanimatie te kunnen starten. Om de vitale functies te kunnen beoordelen moet een bewusteloos slachtoffer bij voorkeur op zijn rug liggen. Stap 1 Kniel aan de kant van het gezicht. Stap 2 Leg de arm die het dichtst bij je ligt, recht naast het lichaam met de hand plat op de grond en de handpalm naar boven. Stap 3 Breng de andere arm voorzichtig schuivend recht langs het hoofd omhoog. Stap 4 Til met je beide handen de dichtsbijzijnde schouder van het slachtoffer omhoog. Stap 5 Duw het slachtoffer op zijn zij en steun met één hand zijn hoofd. Stap 6 Ondersteun het hoofd en duw met de andere hand het slachtoffer door tot hij op zijn rug ligt. Stap 1/2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 35

Deze twee functies worden door een reanimatie ondersteund: 1. De circulatie wordt kunstmatig nagebootst door hartmassage te geven. Het borstbeen wordt bij de hartmassage ritmisch naar beneden gedrukt. Het bloed wordt zo uit het hart gepompt en door het lichaam gestuurd. 2. Door met de kinlift de ademweg te openen en beademingen te geven, kan er weer zuurstof via de longen in het bloed komen. Een slachtoffer van een circulatiestilstand is in 80 procent van de gevallen thuis op het moment dat de stilstand optreedt. Een AED kan zonder problemen in een vochtige omgeving worden gebruikt, zoals in de regen, aan de rand van een zwembad. Als het slachtoffer nat is moet zijn borstkas eerst worden afgedroogd zodat de elektroden goed kunnen worden bevestigd. Kijk even verder in dit hoofdstuk, op pagina 64. 3.4 3.5 3.6 Kamerfibrilleren Bij een normale bloedsomloop pompt het hart het bloed effectief rond. In de meeste gevallen waarin stilstand van de bloedsomloop optreedt, is sprake van een elektrische storing in het hart. Er circuleren chaotische prikkels door de kamers, zonder dat die kamers goed samentrekken. Dit noemen we kamerfibrillatie. Het hart kan daardoor geen bloed rondpompen. AED De Automatische Externe Defibrillator (AED) is een draagbaar toestel dat een analyse van het hartritme maakt en eventueel een elektrische schok kan toedienen. Met de toediening van een elektrische schok wordt het hart heel even stilgelegd met de bedoeling het kamerfibrilleren te stoppen en het normale hartritme te herstellen. De AED is zo ontwikkeld dat ook leken een schok kunnen toedienen. De verschillende typen AED s die in de handel zijn, lijken wat het bedieningsprincipe betreft, veel op elkaar. Onder het rechtersleutelbeen en de linkeroksel worden twee zelfklevende elektroden geplakt. Deze elektroden vangen de elektrische signalen van het hart op. Via dezelfde elektroden wordt een elektrische schok gegeven, als uit de meting van de AED blijkt dat het hart fibrilleert. Gasping (agonale ademhaling) In de hulpverlening komt het vaak voor dat een leek een agonale ademhaling verwart met een normale ademhaling. Soms beweegt het slachtoffer armen en benen of zelfs zijn mond. Dit kan ook op epilepsie lijken. Als je als hulpverlener echter goed kijkt, zie je dat de borst niet omhoog komt. Met andere woorden: de longen zuigen zich niet vol met lucht en er komt geen zuurstof in het bloed. Dit heet agonale ademhaling of gasping. Het is dus geen normale ademhaling. 53

Deze toestand kan optreden in de eerste minuten na een circulatiestilstand. Begin daarom direct met reanimeren. 3.7 Keten van overleven De eerstehulpverlening aan een slachtoffer met een circulatieen/of ademhalingsstilstand is erop gericht om tijd te winnen. De hulpverlening maakt namelijk onderdeel uit van een keten van overleven. Vroegtijdig herkennen en alarmeren Vroegtijdig reanimeren Vroegtijdig defibrilleren Postreanimatiezorg Hartstilstand voorkomen Levenskwaliteit herstellen Tijd winnen Het hart herstarten Om hartmassage te kunnen geven moet het slachtoffer plat op de grond liggen. De ondergrond moet hard zijn (dus geen matras). Pas eventueel de noodvervoersgreep van Rautek van bed of bank toe (pag. 19). Kleding hoeft niet uitgetrokken te worden, tenzij de kleding dik is (bijv. een dikke jas) of in de weg zit (bijv. een beugelbeha). Ga bij de bovenarm van het slachtoffer zitten, zo dicht mogelijk tegen het lichaam aan. Deze keten bestaat uit een aantal schakels: 1. Direct 1-1-2 (laten) bellen Het is belangrijk om direct 1-1-2 te (laten) bellen en een ambulance op te roepen. In sommige gevallen is het mogelijk een reanimatie te voorkomen, door bij hartproblemen ook direct een ambulance te bellen. Als een slachtoffer pijn op de borst heeft, de pijn straalt uit naar arm, kaak of rug en duurt ook zonder inspanning langer dan vijf minuten, kan er sprake zijn van een hartprobleem. 2. Direct reanimeren Door direct te starten met reanimatie wordt kunstmatig zuurstofrijk bloed rondgepompt. De overlevingskansen van het slachtoffer kunnen hierdoor toenemen. 3. Vroeg defibrilleren Door het zo vroeg mogelijk toedienen van een elektrische schok in geval van kamerfibrilleren nemen de overlevingskansen toe. 4. Vroege gespecialiseerde reanimatie Ambulancezorgverleners kennen meer gespecialiseerde technieken. Zij bevorderen hiermee het herstel. Aanvullende specialistische zorg in het ziekenhuis kan vervolgens de kwaliteit van leven van het slachtoffer veiligstellen. EHBO Leren & doen Stoornissen 54

C Letsels 1 Uitwendige wonden 2 Bewegingsletsels 3 Oogletsels 4 Hitteletsels 5 Koudeletsels 6 Vergiftiging 7 Elektriciteitsletsels 71

Samenvatting 1. Het lichaam kan verschillende soorten wonden oplopen. 2. Wonden die je zelf kunt behandelen zijn oppervlakkige snijwonden, schaafwonden, splinterwonden en eerstegraads brandwonden. 3. Wonden waarvoor je professionele hulp moet zoeken zijn diepe wonden, vuile wonden, ernstige bloedingen, doordringende buikwonden of borstletsels en tweedeen derdegraads brandwonden. 4. Brandwonden kunnen veel schade aanrichten en vergen speciale behandeling. 5. Help een slachtoffer van verbranding door eerst de oorzaak weg te nemen. Bedenk na het wegnemen van de oorzaak: Eerst water, de rest komt later. 6. Koel de wonden van een slachtoffer van verbranding minstens 10 minuten. Smeer nooit brandzalf of andere middelen op brandwonden. 7. De regel van negen is een hulpmiddel bij het beoordelen hoeveel procent van het lichaamsoppervlak is verbrand. 8. Help een slachtoffer van verbrande luchtwegen in een zittende positie. 9. Spoel bij een verbranding van het oog zo snel mogelijk met water. 10. Verwijder eventueel kleding na contact met chemische stoffen en spoel minstens 30 minuten de huid met lauwwarm water. overzicht UITWEndigE WONDEN Letsel Verschijnselen Doel EHBO DOEN! Oppervlakkige snij-, schaafof splinterwonden De huid is beschadigd Er is meestal bloed zichtbaar Het slachtoffer heeft pijn Verdere besmetting, een infectie en verder bloedverlies voorkomen Beoordeel de wond Verwijder zo mogelijk een splinter met een pincet Spoel de wond onder de kraan schoon Dep de wond en de omgeving met een huidontsmettingsmiddel Dek de wond steriel af of laat aan de lucht drogen Diepe of vuile wonden De huid is beschadigd Er is meestal bloed zichtbaar Het slachtoffer heeft pijn Verdere besmetting, een infectie en verder bloedverlies voorkomen Beoordeel de wond Verwijder geen voorwerpen die uit de wond steken Dek de wond steriel af Geef zo nodig steun aan het gewonde lichaamsdeel Zorg voor professionele hulp 89

2 BewegingsletSELS In dit hoofdstuk komt aan de orde: Theorie over het botstelsel en het spierstelsel Verstuikingen Kneuzingen Ontwrichtingen Botbreuken De aanleg van een brede das en mitella Het botstelsel Het menselijk botstelsel bestaat uit het skelet. Hieraan hechten zich spieren zodat de ledematen kunnen bewegen. Botten kunnen op verschillende manieren met elkaar verbonden zijn: door kraakbeen, bindweefsel of ze zijn helemaal met elkaar vergroeid. Een voorbeeld van het laatste is de schedel die dus eigenlijk uit meerdere botten bestaat. Het skelet is het hardste deel van het menselijk lichaam en blijft vaak tot lang na de dood intact. De buitenkant van de botten is bekleed met botvlies. Botten zijn hard en weinig elastisch. Van binnen zijn botten gevuld met beenmerg, waarin bloedcellen worden aangemaakt. Bij oudere mensen neemt de stevigheid en veerkracht van de botten af; hun botten worden broos en kunnen daarom makkelijker breken. Botstelsel Botten kunnen verschillende vormen hebben, zoals pijpvormig of plat. De botten van je armen en benen zijn pijpvormig. Botten als het borstbeen, de heupbeenderen en het heiligbeen zijn plat. Kraakbeen is minder hard en stevig dan het bot, maar wel elastischer. Het zit bijvoorbeeld in je oorschelpen, puntje van je neus, de tussenwervelschijven, tussen de ribben en het borstbeen. De schedel is een geheel van verschillende botstructuren dat vorm geeft aan het hoofd. De schedel bestaat uit twee delen: de hersenschedel en de aangezichtsschedel. Alleen de onderkaak kan een aantal bewegingen maken om te kauwen, praten etc. De andere botten zijn onbeweeglijk met elkaar verbonden. De belangrijkste functie van de schedel is bescherming van de hersenen. 91

D Kleine ongevallen 1 Beten en steken 2 Tanden en lip 3 Neus en oor 4 Eikenprocessierups 131

1 KLEINE ONGEVALLEN In dit hoofdstuk komt aan de orde: Bloedneus Insectensteken Tekenbeten Kwallenbeten Tand door de lip Voorwerp in de neus Voorwerp in het oor Uitgeslagen tand Slangenbeten Irritatie door eikenprocessierups Bij EHBO gaat het erom dat je mensen kunt helpen bij kleine en grotere ongemakken. In dit hoofdstuk komt een aantal kleine ongevallen aan de orde waarmee iedereen te maken kan krijgen. Een aantal van deze ongevallen kun je als hulpverlener zelf behandelen en voor andere is professionele hulp nodig. 1.1 Als de neus na tien minuten nog steeds bloedt, is het verstandig om naar de huisarts te gaan. Ook als bij het dichtdrukken het slachtoffer het gevoel heeft dat het bloed achter in de keel blijft lopen, moet het slachtoffer naar de huisarts. De bloeding zit dan te hoog om effectief dichtgedrukt te kunnen worden. Neustampons mogen alleen gebruikt worden na toestemming van een arts. Er is kans op een verhoogde druk achter de oogbol. Bloedneus Een bloedneus kan ineens ontstaan als gevolg van temperatuurwisselingen, inspanning, hard snuiten. Het kan ook het gevolg zijn van een klap of een botsing. Meestal heeft het slachtoffer geen pijn aan de neus als de bloedneus spontaan ontstaat. Een bloedneus bloedt altijd heel hevig vanwege de dunne bloedvaatjes in de neus. Doen! Stel het slachtoffer gerust, laat hem zitten en een beetje vooroverbuigen. Laat hem een keer snuiten om eventuele stolsels te verwijderen. Knijp dan met je duim en wijsvinger de neus ongeveer tien minuten dicht of laat het slachtoffer dit zelf doen. Na tien minuten moet het bloeden gestopt zijn. Raad het slachtoffer aan zijn neus het eerste uur niet te snuiten. Als een bloedneus het gevolg is van een klap of botsing tegen het hoofd mag het slachtoffer zijn neus niet snuiten en moet het voor de zekerheid ook even naar de huisarts. Het is mogelijk dat door de klap meer beschadigd is geraakt. Als het slachtoffer bloedverdunners slikt, moet hij ook naar de huisarts. EHBO Leren & Doen KLEINE ONGEVALLEN 132

E Extra 1 Eerste Hulp aan kinderen 2 Eerste Hulp bij zwangerschap 3 Eerste Hulp aan senioren 4 Eerste Hulp aan stembandlozen 5 Eerste Hulp bij evenementen 6 Eerste Hulp bij alcohol en drugs 141

1 Eerste Hulp aan kinderen In dit hoofdstuk komt aan de orde: Verschillende levensfasen en ontwikkeling van kinderen Het benaderen van kinderen bij hulpverlening Maatregelen om de veiligheid van kinderen te vergroten Kinderziekten Kindermishandeling Behandeling van verslikking Reanimatie bij kinderen Behandeling van vergiftiging Eerste Hulp bij verdrinking 1.1 1.2 Achtergrondinformatie Het behandelen van kinderen vergt een andere aanpak dan het behandelen van volwassenen. Bij kinderen moet rekening gehouden worden met de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. Zij kunnen bijvoorbeeld niet altijd inschatten of er gevaar dreigt en stoppen vooral op jonge leeftijd van alles in hun mond. Sommige ziekten of aandoeningen komen alleen maar voor op de kinderleeftijd, wat extra alertheid van de hulpverlener vraagt. Kinderen in de leeftijdsgroep tussen één en zes jaar zijn het meest kwetsbaar. Vaak vinden ongevallen plaats in en om het huis. Levensfasen en ontwikkelingen De zuigeling (0-1 jaar) Groei en ontwikkeling Na de geboorte past een kind zich snel aan zijn nieuwe leefomgeving aan. Het eerste jaar kenmerkt zich door een relatief snelle groei en diverse ontwikkelingsstappen. Het gewicht gaat in een jaar van ca. 3,5 naar 10 tot 11 kilogram. De grootte van het hoofd is in vergelijking met volwassenen opvallend: het maakt een vierde van de totale lichaamslengte uit. Bij een volwassene is dat een achtste. Ademhaling Baby s hebben voornamelijk een buikademhaling en ademen met een frequentie van 30 tot 40 keer per minuut. Een open neus is van belang bij drinken uit de borst of de fles. Obstructie van de neus kan leiden tot benauwdheid. EHBO Leren & Doen EXTRA 142

3 Eerste Hulp aan senioren In dit hoofdstuk komt aan de orde: Achtergrondinformatie Veranderingen in het lichaam Het benaderen van ouderen bij hulpverlening Andere pijnbeleving Veel voorkomende ziekten bij ouderen Veel voorkomende problemen bij ouderen Gebruik van medicatie 3.1 Achtergrondinformatie De ouderdom komt met gebreken Wie ouder wordt heeft meer kans op ongevallen, ziekten en verwondingen. Dit komt door het natuurlijke verouderingsproces, dat vanaf het veertigste levensjaar begint. Senioren merken dat verschillende lichamelijke en geestelijke functies achteruit gaan. Het gehoor kan afnemen, er is een leesbril nodig, het geheugen wordt minder. Het onthouden van namen of data (wanneer was dat ook alweer ) en het zich eigen maken van nieuwe informatie of vaardigheden gaat moeizamer. De slijtage van het lichaam wordt ook zichtbaar in de ontkalking van brozer wordende botten, waardoor eerder botbreuken kunnen ontstaan. Het is echter allemaal geen reden om senioren niet actief te laten deelnemen aan sport, cursussen of het arbeidsproces. Vitale senioren zijn een beeld van onze tijd. Senioren willen en blijven steeds langer zelfstandig wonen. Om langer gezond te blijven, is het van belang dat hun omgeving en zijzelf aandacht hebben voor hun leefomstandigheden. Hierdoor kunnen ongevallen en ziekten mogelijk worden voorkomen. In dit hoofdstuk hanteren wij het woord ouderen in relatie tot hun lichamelijke ontwikkeling, klachten en hulpverlening. 3.2 Veranderingen in het lichaam Tijdens het verouderingsproces kunnen veranderingen in het lichaam plaatsvinden. Een aantal functies gaat achteruit: 1. Ouderen beschikken over minder spiermassa door verminderde lichamelijke activiteit. EHBO Leren & Doen EXTRA 164

6 Eerste hulp bij (overmatig) alcoholof drugsgebruik In dit hoofdstuk komt aan de orde: Gezondheidsverstoringen door drugs- en of alcoholgebruik 6.1 Achtergrondinformatie In de eerste hulp is het al lang niet vreemd meer om met overmatig gebruik van alcohol of drugs geconfronteerd te worden. Het gebruik van deze middelen door jongeren is sterk gestegen. Maat houden blijkt moeilijk, met als gevolg soms ernstige excessen (comazuipen), experimenten met drugs in combinatie met alcohol, enzovoort. Hulpverleners moeten in uiteenlopende situaties kunnen handelen. In dit deel worden daarvoor handreikingen gedaan. 6.2 Gezondheidverstoringen als gevolg van (overmatig) alcoholgebruik Het herkennen van overmatig alcoholgebruik is in sommige situaties betrekkelijk eenvoudig. De gebruiker kan de controle over zijn bewegingen verliezen, wartaal praten of niet meer goed articuleren. Soms wordt het slachtoffer vervelend of agressief. Het grootste gevaar van overmatig alcoholgebruik is bewustzijnsverlies (wat lijkt op diepe slaap ). Als daarbij braken optreedt, kan dat gemakkelijk tot verstikking en dus de dood lijden. Heeft het slachtoffer het bewustzijn verloren waarschuw dan zo spoedig mogelijk professionele hulp en handel verder volgens de richtlijnen. Doen! Vraag of de gebruiker ook andere middelen dan alcohol heeft gebruikt. Zorg voor deskundige hulp of waarschuw 1-1-2 als het slachtoffer niet reageert als hij wordt aangesproken. Leg hem op zijn zij, zodat hij niet stikt in zijn tong of braaksel. Houd het slachtoffer warm; voorkom onderkoeling. 6.3 Drugs Drugs zijn middelen die de hersenen prikkelen waardoor er geestelijke en lichamelijke effecten optreden en daarom gebruikt worden. EHBO Leren & Doen EXTRA 184