Inspectierapport KDV Little Family (KDV) Scarlattistraat 1 1323AM ALMERE Registratienummer 116753900 Toezichthouder: GGD Flevoland In opdracht van gemeente: Almere Datum inspectie: 26-05-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 18-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Veiligheid en gezondheid... 7 Accommodatie en inrichting... 8 Inspectie-items... 9 Gegevens voorziening... 12 Gegevens toezicht... 12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 13 2 van 13
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties, of indien hier een andere aanleiding toe is. Beschouwing Algemene informatie Kindercentrum Little Family is gevestigd in Almere Stad. De houder heeft een KDV, BSO en een peuterspeelzaal. Inspectiegeschiedenis Op 22-08-2013 zijn er tijdens de reguliere inspectie geen overtredingen geconstateerd. Tijdens de inspectie op 26-08-2014 voldoet het beleid met betrekking tot het vierogenprincipe niet aan de gestelde eisen. In het kader van overleg en overreding heeft de houder de gelegenheid gekregen de overtreding op te heffen. Dit heeft de houder binnen de daarvoor gestelde termijn gedaan. Huidige inspectie: Op 26 mei 2015 heeft er een onaangekondigd jaarlijks inspectiebezoek plaatsgevonden. Op het moment van inspectie zijn de buitenschoolse opvang en het kinderdagverblijf samengevoegd. Beide beroepskrachten zijn al langere tijd werkzaam op het kindercentrum en kennen de kinderen goed. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 13
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Onder de Wet kinderopvang gelden eisen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden. Bij de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het "Veldinstrument observatie pedagogische praktijk" van december 2014. Daarin staan de specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. Hieruit citeert de toezichthouder enkele zinnen, die betrekking hebben op het geobserveerde pedagogisch handelen en illustreert deze met voorbeelden uit de praktijk. De illustraties zijn bedoeld als beknopte voorbeelden en pretenderen niet een volledig beeld van de praktijksituatie te geven. De toezichthouder stoelt haar inzicht en mening op de gegeven voorbeelden en op tijdens de observatie opgedane overige signalen. Pedagogische praktijk De observatie van de pedagogische praktijk vond plaats op een dinsdagmiddag op de stamgroep. Er waren 8 kinderen aanwezig met 2 beroepskrachten. Bij binnenkomst van de toezichthouder zijn de jongere kinderen aan het vrij spelen. De oudere kinderen komen net van school. De kinderen gaan eten en daarna buiten spelen. Emotionele veiligheid "De beroepskrachten communiceren met de kinderen." Observatie: Elk kind wordt individueel en bij naam begroet bij binnenkomst of vertrek. De beroepskrachten doen dit op een enthousiaste en persoonlijke manier. "De beroepskrachten hebben een duidelijke taakverdeling". Observatie: Op deze vestiging werken al enkele jaren dezelfde beroepskrachten. Zij bespreken kort wie wat gaat doen: wie de oudere kinderen helpt en wie de jongsten. Het loopt allemaal vanzelfsprekend. Er is 1 beroepskracht die zich met name richt op de kinderen van 2-4 jaar. Bijvoorbeeld bij het helpen met eten. De beroepskracht heeft de volledige aandacht bij het kind. "Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep". Observatie: De kinderen tonen in hun gedrag dat zij zich op hun gemak voelen. De kinderen pakken zelf het speelgoed uit de kasten en stellen zelf voor om buiten te gaan spelen. Persoonlijke competentie "Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen". Observatie: Tijdens het eten en drinken krijgt ieder kind even persoonlijke aandacht. De beroepskracht praat bijvoorbeeld over eten. Ze wil graag weten wat de kinderen lekkere groente vinden. Sociale competentie "De kinderen zijn deel van de groep." Het eten en drinken vindt gezamenlijk aan tafel plaats. Observatie: Alle kinderen gaan mee naar buiten. De oudere kinderen zijn spontaan zorgzaam naar de kleinere kinderen. Zij helpen spontaan met de schoenen aan trekken. 4 van 13
Normen en waarden "Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig." Er zijn duidelijk afspraken, regels en omgangsvormen aanwezig op de groep. Observatie: De kinderen wachten op elkaar met eten. De beroepskracht wenst alle kinderen smakelijk eten. De pedagogische praktijk voldoet aan de voorwaarden Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan (Little Family via de website) 5 van 13
Personeel en groepen Door observatie in de praktijk en door het beoordelen van documenten op locatie is een beoordeeld of het personeel op locatie in bezit zijn van een geldig VOG en een passende beroepskwalificatie. Tevens is beoordeeld of de inzet van personeel, de samenstelling en omvang van de groepen aan de wettelijke eisen voldoet. Verklaring omtrent het gedrag De houder kan een verklaring omtrent het gedrag (VOG) overleggen van zichzelf, de 3 beroepskrachten en de stagiaire. Deze documenten voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De houder kan voor alle beroepskrachten een passende beroepskwalificatie overleggen. Opvang in groepen Het kinderdagverblijf werkt met 1 stamgroep. In de praktijk worden sinds enkele weken de kinderen ook in de groepsruimte van de buitenschoolse opvang van dezelfde houder opgevangen. De kindaantallen laten het toe om te kiezen voor deze groepssamenstelling. Deze werkwijze is beschreven in het pedagogisch beleidsplan. Op het moment van inspectie zijn er 8 kinderen aanwezig van 2 tot en met 8 jaar. De houder heeft deze werkwijze vast laten leggen met een schriftelijke verklaring. Beroepskracht-kindratio Er zijn 8 kinderen aanwezig in de leeftijd van 2-8 jaar met 2 beroepskrachten. Er is voldaan aan de gestelde eisen. De roosters en de kindplanning van week 22 voldoen aan de gestelde eisen. Indien er 1 beroepskracht werkzaam is op de locatie, dan is er een andere beroepskracht achterwacht. Alle beroepskrachten wonen dichtbij het kindercentrum. Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voertaal is Nederlands. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag (5 personen) Diploma's beroepskrachten (4 personen) Plaatsingslijsten (week 22) Presentielijsten (week 22) Personeelsrooster (week 22) Toestemmingsformulier ouders met betrekking tot opvang in andere stamgroep 6 van 13
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid is in april 2015 herzien en besproken in de teamvergadering. De risico-inventarisatie beschrijft de huidige situatie. Op dagen van samenvoegen met de BSO is de risico-inventarisatie van de BSO van toepassing. Deze risico-inventarisatie is ook gemaakt voor de leeftijd van 2-4 jaar. De beroepskrachten geven een duidelijke toelichting op de gemaakte werkafspraken. In de praktijk is waar te nemen dat beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. De kinderen wassen bijvoorbeeld de handen voor het eten. De beroepskracht is er alert op, dat kinderen niet gaan staan op de stoelen. De beroepskracht werkt hygiënisch tijdens het verschonen van een kind. Meldcode kindermishandeling De aanwezige meldcode voldoet aan de gestelde eisen. De beroepskrachten geven een duidelijke toelichting op de gemaakte werkafspraken. Vierogenprincipe De uitvoering van het vierogenprincipe is conform de beschrijving in het pedagogisch beleidsplan. Op het moment van inspectie zijn er 2 personen aanwezig in de groepsruimte. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Risico-inventarisatie veiligheid (2015) Risico-inventarisatie gezondheid (2015) Actieplan veiligheid (2015) Actieplan gezondheid (2015) Pedagogisch beleidsplan (Little Family via de website) 7 van 13
Accommodatie en inrichting Door observatie in de praktijk is beoordeeld of de inrichting en de ruimten waar kinderen verblijven voldoen aan de wettelijke voorwaarden. Binnenruimte De groepsruimte van het kinderdagverblijf is passend ingericht. De groepsruimte van de buitenschoolse opvang, waar de kinderen op het moment van inspectie worden opgevangen, voldoet ook aan de eisen voor kinderen van 2-4 jaar. Buitenspeelruimte De buitenruimte is passend ingericht. De loopruimte via de stoep volgen de beroepskrachten conform het protocol. Gebruikte bronnen: Observaties 8 van 13
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 9 van 13
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en Gebruik van de voorgeschreven voertaal De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. (art 1.55 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen OF Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. (art 1.55 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en Meldcode kindermishandeling De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen 10 van 13
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en Accommodatie en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en 11 van 13
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV Little Family Website : http://www.bsolittlefamily.nl Aantal kindplaatsen : 20 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : S. Pengel Website : www.bsolittlefamily.nl KvK nummer : 32132743 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Flevoland Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD Telefoonnummer : 088-0029910 Onderzoek uitgevoerd door : M Deerenberg Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Almere Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 1300AE ALMERE Planning Datum inspectie : 26-05-2015 Opstellen concept inspectierapport : 02-06-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 18-06-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 18-06-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 18-06-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 12 van 13
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 13 van 13