IZEN ZONNEBOILER GEBRUIKERSHANDLEIDING type TERUGLOOP DTi 2 DUO (BWP / ELEK / CV / WP) ALS U EEN WARMTEPOMPBOILER (COOLWEX/SANISTAGE) HEBT: WERKING ZONNEBOILER IN DEZE HANDLEIDING WERKING WARMTEPOMP BOILER ZIE APARTE HANDLEIDING 1. WAARUIT BESTAAT MIJN ZONNEBOILER? 1) zonnecollector(en) 2) zonneboiler 3) extern terugloopvat 4) regelaar 5) pomp 6) naverwarming - afhankelijk van de installatie: - BWP: warmtepompboiler - CV: centrale verwarmingsketel - ELEK: elektrisch element in zonneboiler - WP: warmtepomp voor woningverwarming 7) zonnecircuit 8) sanitair water (koud) 9) veiligheidsgroep 10) sanitair water (warm) -> naar aftappunten 11) collectorsensor 12) boilersensor (onderaan) 13) boilersensor bovenaan (optie) 14) expansievat sanitair (optie) 15) thermostatische mengkraan 16) overdrukklep zonnecircuit 2. HOE WERKT DE IZEN ZONNEBOILER? Het koude sanitaire water komt binnen in de onderkant van de boiler (2). Het wordt verwarmd door het zonnecircuit. In dit circuit zit solar glycol die wordt opgewarmd in de collector(en) (1) en via het zonnecircuit (8) naar de zonneboiler wordt gepompt. De pomp (5) start als de zon de boiler kan opwarmen. Dit is als de collectorsensor (11) 1 minuut lang minstens 6 C warmer werd dan de onderkant van de zonneboiler (12). Na het starten draait de pomp enkele minuten op volle toeren. Zo komt de circulatie in het zonnecircuit op gang. Na deze opstartperiode regelt de regelaar snelheid van de pomp: - Bij veel zon zal de pomp snel draaien. - Bij weinig zon draait de pomp traag. De pomp stopt als - er te weinig zon is om de zonneboiler op te warmen. Dit is als de collector (1) minder dan 4 C warmer is dan de zonneboiler (12). - als de zonneboiler is opgewarmd tot 85 C - er een probleem is met de installatie (zie verder) Het sanitaire water dat door de zon werd verwarmd wordt in het bovenste deel van de boiler verder verwarmd door de naverwarming. Die zal vooral bijverwarmen in periodes met weinig zonlicht (winter) en niet of nauwelijks als er genoeg zon is (zomer). 1
2.1 TERUGLOOP PRINCIPE Deze zonneboiler werkt volgens het terugloop principe. Dat wil zeggen dat er enkel vloeistof in de collector(en) zit als de pomp draait. Zodra de pomp stopt, loopt de vloeistof vanzelf terug in terugloopvolume. Dit is de mantel van de boiler (3) of een extern terugloopvat (4). Er zit dan enkel nog lucht in de collector(en), waardoor de installatie automatisch is beveiligd tegen oververhitting, ook bij een eventuele stroompanne. De vloeistof in het zonne circuit is solar glycol, die de zonneboiler beschermt tegen bevriezen. Let op: Zorg er wel voor dat het nooit kan vriezen in de ruimte waar de zonneboiler staat of waar de waterleidingen van het sanitair water lopen. 3. BEVEILIGINGEN Naast het terugloopprincipe heeft de IZEN zonneboiler deze beveiligingen: 3.1 VEILIGHEIDSGROEP (10) De veiligheidsgroep beveiligt de boiler en het waternet. Hij bestaat uit 3 delen: - afsluitkraan - terugslagklep - overdrukklep. - De afsluitkraan dient om de boiler af te sluiten bij onderhoudswerken. - De terugslagklep verhindert dat warm water zou terugstromen in de koudwaterleiding. - De overdrukklep beveiligt de boiler tegen overdruk door het opwarmen ervan. Water dat wordt opgewarmd, zet uit, wat de waterdruk in de boiler doet stijgen. Om deze druk de beperken, laat de overdrukklep tijdens het opwarmen water in de afvoer druppelen. Let op: Als er voortdurend water blijft uit druppelen terwijl de zonneboiler (of naverwarming) GEEN water aan het opwarmen is, kan de veiligheidsgroep defect zijn. Het is ook mogelijk dat de waterdruk van het leidingwater in uw woning te hoog voor de veiligheidsgroep. Neem in deze gevallen geval contact met ons op (zie achteraan in deze handleiding). 3.2 EXPANSIEVAT SANITAIR (15 - optie) Een sanitair expansievat vermijdt dat er water druppelt uit de veiligheidsgroep bij het opwarmen van de boiler. Dat doet hij door de drukschommeling op te vangen die ontstaan bij het opwarmen van de boiler. 3.3 OVERDRUKKLEP ZONNECIRCUIT (17) Deze klep beschermt het zonnecircuit tegen onverwachtte hoge druk. Als de zonnecircuit (8) is afgekoeld, staat het niet onder druk. (Bij lage temperaturen is er nauwelijks druk. Bij hogere temperaturen zal de druk tijdelijk hoger worden, maar blijft onder 2 bar.) Mocht de druk in het zonnecircuit onverwacht toch te hoog worden, dan laat de overdrukklep onder de pomp glycol ontsnappen om het zonnecircuit te beschermen. Zet een bakje onder deze klep. Als hier na verloop van tijd glycol in zou gelekt zijn (oranje vloeistof), contacteer ons. Let op: open deze klep nooit zelf! 3.4 THERMOSTATISCHE MENGKRAAN (16) Bij veel zon kan de temperatuur van sanitair water in de zonneboiler oplopen tot 85 C. De huid verbrandt heel snel bij deze temperatuur. Om dit verbrandingsrisico te beperken, begrenst de thermostatische mengkraan de temperatuur tot 58 C (= stand 6). Om dit te doen mengt hij koud water bij het hete water uit de zonneboiler voor het naar de aftappunten vertrekt. De nummers op de mengkraan komen overeen met deze temperaturen: Let op: het aanpassen van de stand van de mengkraan is op eigen risico. Verkeerde instelling zorgt voor te koud of te heet water aan de tappunten. 3.5 ELEKTRISCH ELEMENT (6 - enkel bij DUO ELEK) Het elektrisch element verwarmt het water het bovenste deel van de boiler. De temperatuur wordt ingesteld met de regelknop (op de aansluitbox op de boiler). Standaard is hij ingesteld op 60 C. 2
3.6 KEUZE VOORRANG ZONNEBOILER / COMFORT 3.6.1 VOORRANG ZONNEBOILER U kunt het rendement van de zonneboiler verhogen door hem extra voorrang geven. Zorg ervoor dat de naverwarming enkel 1x per dag bijverwarmt tussen 15u en 18u. Zo kan de zonneboiler het grootste deel van de dag het water voorverwarmen. De naverwarming start pas in de namiddag met bijverwarmen wat nog niet voldoende door de zon werd voorverwarmd. Bij de DUO ELEK kan dit door een schakelklok voor de stekker van het elektrisch element te hangen. Deze schakelklokken zijn in de handel verkrijgbaar. Bij BWP, DUO CV, DUO WP stelt u dit in de naverwarming zelf in. Raadpleeg hiervoor de handleiding van de naverwarmng. Let op: het is mogelijk dat er niet altijd voldoende warm water is. Verleng de tijd dat de naverwarming kan werken als u merkt dat het water niet warm genoeg is. (Dit is vooral op dagen met weinig zon.) 3.6.2 COMFORT Zorg dat de naverwarming permanent werkt als u altijd voldoende warm water wilt hebben. 4. HANDIG OM TE WETEN: - CONDENS IN DE COLLECTOREN s Ochtends kan er condenswater aan de binnenkant van de collectoren hangen. Dit water verdampt weer zodra de collector opwarmt. Dit is niet schadelijk voor de installatie. - POMP DRAAIT? De pomp kan draaien op momenten dat u dat niet verwacht: - als de zonneboiler koud is (10-15 C) op een warme avond - zelfs tijdens een regenbui In deze gevallen is er geen sprake van storing maar werkt de installatie goed. Als de pomp draait tijdens de nacht is er wel een probleem. Neem dan contact op met ons. - BOILER WARM EN KOUD TEGELIJK (GELAAGD) In de zonneboiler kan onderaan koud water zitten, terwijl er bovenaan toch warm water zit. Het is dus mogelijk dat de regelaar zegt dat de boiler onderaan koud is, terwijl er toch nog warm water in zit. Deze situatie komt voor als er warm water wordt afgetapt uit een warme zonneboiler. Er komt dan vers koud water onderaan in de boiler. Het warme water drijft bovenop de koude laag (en mengt zich maar beperkt met het koude water). Temperaturen van de boiler: - Regelaar (TSTB): onderaan in de boiler (= koudste plaats) - Analoge thermometer op de boiler: bovenaan in de boiler (= warmste plaats) 3
5. REGELAAR (DTi 2) De regelaar bestuurt de zonneboiler. Hij toont de temperaturen in het systeem en of de pomp draait (en hoe snel). Bij problemen geeft hij een foutmelding. Met knop 1 en 3 kunt u de informatie van uw zonneboiler bekijken. Met knop 6 opent u het instellingen menu. Met knoppen 2, 4 en 5 kunnen instellingen worden aangepast. Met knop 7 sluit u het menu instellingen weer. Let op: Pas geen instellingen aan! Dit kan de goede werking van de zonneboiler verstoren of hem zelfs beschadigen. In dit geval vervalt de garantie. NORMALE WERKING De regelaar toont een smiley. INFORMATIE VAN UW ZONNEBOILER BEKIJKEN Met de bovenste en onderste pijlknop (1) en (3) kunt u deze informatie bekijken: TCOL Temperatuur van de collector TSTB Temperatuur van de zonneboiler (onderaan) TSTT/S3 Temperatuur van de zonneboiler (bovenaan) (optie) n1 % Pompsnelheid (in % van het maximum) hr1 Aantal uren dat de zonneboilerpomp heeft gedraaid START VAN DE ZONNEBOILER INIT Als de collector in deze periode minstens 6 C warmer blijft dan de boiler, start de pomp. FLLT = Vulperiode Hierin draait de pomp op 100 % om de circulatie op te starten. STAB = Stabilisatieperiode Als de collector na FLLT nog minder dan 4 C warmer is dan de boiler, krijgt de collector in deze periode de tijd om weer op te warmen terwijl de pomp trager draait. Zonneboiler in werking (pomp draait) -> Pompsymbool knippert Zonneboiler is niet actief (de pomp draait niet) -> Er is te weinig zonnewarmte om de zonneboiler op te warmen. 4
BEVEILIGING ACTIEF Als de zon, het ijskristal of gevarendriehoek oplicht, waarschuwt de regelaar dat er een beveiliging actief is. De installatie is tijdelijk gestopt en start automatisch weer op als beveiliging niet meer actief is. U hoeft niets te doen. Vriesbeveiliging -> Als de collectoren kouder dan 20 C zijn, is er te weinig zonne energie en zal de pomp niet starten. Het ijskristal knippert als TCOL < 20 C Hoge temperatuursbeveiliging -> De zonneboiler is opgewarmd tot het maximum (85 C) -> De pomp is gestopt. Hete start beveiliging -> De lege collectoren zijn te heet om op te starten (meer dan 130 C). Ze moeten eerst afkoelen voor de installatie weer kan starten. Mocht het systeem toch opstarten, dan zou vloeistof in deze hete collectoren voor schadelijke drukstoten kunnen zorgen. ALARM STORING, NEEM CONTACT OP MET ONS Als het sleutelsymbool oplicht en de knoppen rood knipperen, zit er een storing in de installatie. Dit kan alleen worden opgelost door een installateur. Contacteer ons hiervoor (zie achteraan). Sensorfout Er verschijnt 888.8 of -88.8 -> Er is een sensor(verbinding) defect (open keten of kortgesloten) ES1 = collectorsensor (Error Sensor 1) ES2 = boilersensor Circulatieprobleem (SAVE/FLOW alarm) Er verschijnt FLOW op het scherm (de dagen ervoor verscheen SAVE op het scherm). -> De vloeistof in het zonnecircuit kan niet goed circuleren. Er is een verstopping, een lek of er is een defect aan de pomp. De regelaar schakelt de pomp uit om te vermijden dat de pomp (verder) beschadigd raakt. 6. BIJ PROBLEMEN Controleer eerst of - Punt 3 en 4 van deze handleiding (zie hierboven) - elektriciteit aanwezig is (zit de stekker/stekkers in het stopcontact?) - de naverwarming in orde is? Raadpleeg de aparte handleidingen om dit te controleren. - de regelaar een waarschuwing of een alarm toont? (zie hierboven) - de pomp draait en de temperatuur van de zonneboiler stijgt bij zonnig weer. - de mengkraan voldoende open staat? (standaard 55-60 C) De tabel (zie hierboven) toont de temperatuur die overeenkomt met het cijfer op de mengkraan. - er solar glycol is gelekt uit de overdrukklep. Draai NIET aan deze klep! (zie hierboven) 7. WAARSCHUWINGEN! - Volg de raad uit deze handleiding. - Open of sluit geen kranen aan de zonneboiler. Hierdoor kan (hete) glycol ontsnappen of kan het systeem geblokkeerd worden. - Maak geen aanpassingen in de regelaar. Dit kan de goede werking verstoren of de installatie beschadigen. Het niet naleven hiervan kan de garantie doen vervallen. BIJ STORINGEN CONTACTEER: IZEN energy systems Hoeksken 56 2275 Lille (BE) 014 55 83 19 service@izen.be - de veiligheidsgroep water blijft lekken als de zonneboiler niet opwarmt (zie veiligheidsgroep) 5