SERVICE HANDBOEK DUURZAME ENERGIE. Storingen en blokkeringen

Transcriptie

1 SERVICE HANDBOEK DUURZAME ENERGIE Storingen en blokkeringen

2 Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN PAG OVERZICHT MELDINGEN PAG WAARSCHUWINGSMELDINGEN BLOKKERINGSMELDINGEN STORINGSMELDINGEN 5 3. OORZAKEN VAN MELDINGEN PAG WAARSCHUWINGSMELDINGEN BLOKKERINGSMELDINGEN STORINGSMELDINGEN 8 4. STORINGSANALYSE ZONNE-ENERGIE SYSTEEM PAG STORINGSMELDINGEN MONOSOLAR EN MULTISOLAR FOUTOPSPORING ZONNEBOILERSYSTEEM MONOSOLAR EN MULTISOLAR 11 Service Handboek Duurzame Energie 2

3 1. Algemeen Een storing kan veroorzaakt worden door het niet goed functioneren van de cv-installatie of van het toestel. De Daalderop MultiSolar kan 3 soorten foutmeldingen weergeven op het diagnosedisplay van de regelunit, namelijk: Waarschuwingsmeldingen Op het diagnosedisplay verschijnt in plaats van de statusmelding, om de 5 seconden gedurende 1 seconde een letter. Blokkeringsmeldingen Hierbij verschijnt een permanent oplichtende letter op het diagnosedisplay. Storingsmeldingen Hierbij verschijnt een knipperende letter of cijfer op het diagnosedisplay. Uitzondering hierop is een storing van de zonneboilerbesturing. Deze wordt afwisselend op het cv-water display weergegeven terwijl het diagnosedisplay een normale statusmelding zal geven. Storingen van de zonneboilerbesturing worden beschreven in 4. Bij een waarschuwingsmelding zal de functie waar de melding betrekking op heeft worden uitgeschakeld terwijl het toestel in bedrijf blijft. Bij een blokkerings- of een storingsmelding wordt het toestel geheel buiten werking gesteld. 3 ServiceHandboek Duurzame Energie

4 2. Overzicht meldingen In dit hoofdstuk worden in het kort de waarschuwings-, blokkerings- en storingsmeldingen, die op het diagnosedisplay van de MultiSolar verschijnen, beschreven. In hoofdstuk 3 wordt verder ingegaan op de oorzaken van de meldingen. 2.1 Waarschuwingsmeldingen Een waarschuwingsmelding is herkenbaar aan een letter die eens in de 5 seconden, gedurende een periode van 1 seconde, in plaats van de statusmelding op het diagnosedisplay verschijnt. CODE MELDING STATUSMELDING (CIJFER) OM DE 5 SEC. WAARSCHUWING Boilerwaarde niet juist, waarde < -10 C of > 118 C. CV-waterdruk niet juist, waarde < 0,5 bar of > 3 bar (vermogen wordt hierbij begrensd op laagstand) CV-retoursensor waarde niet juist, waarde < -10 C of > 118 C. Buitensensor waarde niet juist, waarde < -10 C of > 118 C. 2.2 Blokkeringsmeldingen Een blokkering is een fout die optreedt, maar die geen storing tot gevolg heeft. Het toestel wacht tot de blokkering is verdwenen en gaat weer verder in normaal bedrijf. Een blokkeringsmelding is herkenbaar aan een permanent oplichtende letter op het diagnosedisplay. CODE MELDING CV-WATER Aquasensor actief / intern waterlek. Waarde cv-watertemperatuur niet juist; waarde > 118 C. Waarde cv-watertemperatuur niet juist; waarde < -10 C. CV-waterdruk lager dan 1 bar. Netfrequentiefout. Interne fout. Storing lichtnetsteker; steker in wandcontactdoos omdraaien. Netspanning of referentiespanning te laag. Toesteltype herkenningsfout HR GasCombi 24/80 of MultiSolar 24. Toesteltype herkenningsfout HR GasCombi 24/80 plus Toesteltype herkenningsfout HR GasCombi 32/80 of MultiSolar 32. Toesteltype herkenningsfout HR GasCombi 32/80 plus. Drukuitlezing defect (vervangen). Service Handboek Duurzame Energie 4

5 2.3 Storingsmeldingen Een storing is een fout die optreedt en die zo ernstig is dat het toestel vergrendelt. Een storingsmelding wordt gekenmerkt door een vergrendelde regelunit met daarbij een knipperend cijfer of letter op het diagnosedisplay. Het toestel kan alleen ontgrendeld worden door op de reset-toets te drukken. CODE MELDING CV-WATER Ventilator defect (5 Hz afwijking per minuut). Ten onrechte ionisatie (vlam)signaal. Geen ionisatie (vlam)signaal tijdens startprocedure. Ionisatiesignaal weggevallen tijdens warmtelevering (diagnose code 1 t/m 4). Ionisatiesignaal blijft na warmtelevering te lang aanwezig. Gasklep aansturing defect. Onvoldoende cv-water doorstroming bij boileropwarming. Onvoldoende cv-water doorstroming bij woningopwarming. Maximaal-thermostaat schakelt uit en cv-waterdruk was lager dan 0,5 bar. Maximaal-thermostaat schakelt uit en cv-watertemperatuur was boven 80 C. Veiligheidsstoring regelunit LETTER Letter = interne storing regelunit Donker display = toestel krijgt geen spanning 5 ServiceHandboek Duurzame Energie

6 3. Oorzaken van meldingen 3.1 Waarschuwingsmeldingen Een waarschuwingsmelding is herkenbaar aan een letter die, in plaats van de statusmelding, eens in de 5 seconden, gedurende 1 seconde op het diagnosedisplay verschijnt. Het toestel blijft hierbij in bedrijf, maar de functie waar de waarschuwingsmelding betrekking op heeft, wordt uitgeschakeld of genegeerd. Na het verhelpen van de oorzaak van de waarschuwsmelding start het het toestel vanzelf weer op. Resetten is niet nodig. De mogelijke oorzaak staat in volgorde van waarschijnlijkheid hierna omschreven. Zoek in deze volgorde ook naar de storing! Een tussen haakjes vermeld hoofdstuk verwijst naar ondersteunende informatie die bij het zoeken naar de storing geraadpleegd kan worden. CODE CODE CV-WATER STATUSMELDING (CIJFER) OM DE 5 SEC. WAARSCHUWING Boilerwatertemperatuur <-10 C of >118 C. In Subprogramma Sensorwaarden zal melding HH (>118 C) of LL (<-10 C) op het cv-waterdisplay verschijnen. CV-waterdruk te laag of te hoog, waardoor het vermogen is begrensd op het laagste vermogen van het toestel. De actuele cv-waterdruk is op het cv-waterdisplay weergegeven. Is de cv-watertemperatuur ingesteld op het cv-waterdisplay, dan kan de actuele cv-waterdruk worden uitgelezen via Subprogramma Sensorwaarden. CV-retourtemperatuur <-10 C of >118 C. In Subprogramma Sensorwaarden zal melding HH (>118 C) of LL (<-10 C) op het cv-waterdisplay verschijnen. Buitentemperatuur <-10 C of >118 C. In Subprogramma Sensorwaarden zal melding HH (>118 C) of LL (<-15 C) op het cv-waterdisplay verschijnen. MELDING OORZAAK cv-temperatuur >118 C connector K4 los of niet goed ingestoken bedrading van temparatuursensor onderbroken sensor defect regelunit cv-temperatuur <-10 C sluiting in bedrading van temperatuursensor sensor defect regelunit cv-installatie te laag afgevuld ontluchten van de cv-installatie via de automatische ontluchter lekkage van het toestel of cv-installatie cv-druksensor defect cv-installatie te hoog afgevuld expansievat defect cv-druksensor defect zie oorzaak HH bij statusmelding/b zie oorzaak LL bij statusmelding/b zie oorzaak HH bij statusmelding/b zie oorzaak LL bij statusmelding/b Service Handboek Duurzame Energie 6

7 3.2 Blokkeringsmeldingen Een blokkeringsmelding is herkenbaar aan een permanent oplichtende letter op het diagnosedisplay. Na het verhelpen van een blokkering start het toestel vanzelf weer op. Resetten is niet nodig. De mogelijke oorzaak staat in volgorde van waarschijnlijkheid hierna omschreven. Zoek in deze volgorde ook naar de storing! Een tussen haakjes vermeld hoofdstuk verwijst naar ondersteunende informatie die bij het zoeken naar de storing geraadpleegd kan worden. CODE OORZAAK CV-WATER Aquasensor actief / intern waterlek. CV-watertemperatuur > 118 C. CV-watertemperatuur < -10 C. CV-waterdruk na in bedrijfsstelling te laag. Netfrequentiefout. Interne fout. Lichtnetsteker. Netspanning of referentiespanning te laag. Toesteltype herkenningsfout HR GasCombi 24/80 of MultiSolar 24. Toesteltype herkenningsfout HR GasCombi 24/80 plus Toesteltype herkenningsfout HR GasCombi 32/80 of MultiSolar 32. Toesteltype herkenningsfout HR GasCombi 32/80 plus. lekkage cv- of sanitairwater vocht via luchttoevoer zie oorzaak HH bij statusmelding/b zie oorzaak LL bij statusmelding/b cv-druk lager dan 1 bar komt deze blokkering vaak of langdurig voor dan regelunit vervangen. komt deze blokkering vaak of langdurig voor dan regelunit vervangen. lichnetsteker verkeerd om in de wandcontactdoos wandcontactdoos zonder randaarde aarddraad van de ionisatie elektrode los regelunit netspanning < 200 Volt netspanning voldoet niet regelunit regelunit is niet juist geselecteerd selectieweerstand defect regelunit defect 7 ServiceHandboek Duurzame Energie

8 3.3 Storingsmeldingen Een storingsmelding wordt gekenmerkt door een knipperend cijfer of letter op het diagnosedisplay in combinatie met een vergrendelde regelunit. Na het verhelpen van de storing moet de regel-unit ontgrendeld worden door 1 maal op de resettoets te drukken. Mocht de regelunit niet ontgrendelen probeer het dan nog eens na ca. 20 seconden. De mogelijke oorzaak staat in volgorde van waarschijnlijkheid hierna omschreven. Zoek in deze volgorde ook naar de storing! Een tussen haakjes vermeld hoofdstuk verwijst naar ondersteunende informatie die bij het zoeken naar de storing geraadpleegd kan worden. CODE OORZAAK Ventilator defect (5 Hz afwijking per minuut). Ten onrechte ionisatie (vlam)signaal. Geen ionisatie (vlam)signaal tijdens startprocedure. Ionisatiesignaal weggevallen tijdens warmtelevering (diagnose code 1 t/m 4). Ionisatiesignaal blijft na warmtelevering te lang aanwezig. Gasklep aansturing defect. Onvoldoende cv-water doorstroming bij boileropwarming. ventilator draait niet elektrische aansluiting ventilator los of niet juist aangesloten klep in gasregelblok blijft open staan of lekt geen gastoevoer - gaskraan dicht - gasregelblok defect - elektrische aansluiting gasblok los of niet juist aangesloten luchttoevoer verstopt rookgasafvoer verstopt sifon verstopt ionisatiebekabeling niet in orde ionisatiepen defect of maakt sluiting bijv. tegen brander geen ontsteking - elektrische aansluiting ontsteektrafo los of onjuist aangesloten - hoogspanningskabel defect - ontstekingselektrode defect of maakt sluiting onvoldoende gastoevoer sifon verstopt ionisatie elektrode defect/maakt sluiting bijvoorbeeld tegen brander gasblok onjuist afgesteld O2-gehalte is bij laagstand meer dan 7,5% ventilator laagvermogen-circuit defect of onderbroken brander beschadigd klep in gasregelblok is defect, blijft open staan of lekt bedradingsfout onvoldoende cv-water in het cv-watercircuit - te lage cv-waterdruk (minimaal 1 bar bij het toestel) - automatische ontluchter werkt niet goed (lucht in het toestel) cv-pomp draait niet - cv-pomp zit vast - connector K5 los - cv-pomp defect - thermische beveiliging uitgeschakeld - regelunit Service Handboek Duurzame Energie 8

9 CODE OORZAAK Onvoldoende cv-water doorstroming bij woningopwarming. Maximaal-thermostaat schakelt uit en de cv-waterdruk was lager dan 0,5 bar. Maximaal-thermostaat schakelt uit en de cv-watertemperatuur was boven 80 C. Veiligheidsstoring regelunit onvoldoende cv-water in het cv-watercircuit - te lage cv-waterdruk (minimaal 1 bar bij het toestel) - alle (thermostaat) radiatorkranen staan dicht (drukverschilregelaar indien aanwezig niet goed ingesteld) - opgesloten luchtophoping ergens in het cv-watercircuit - automatische ontluchter werkt niet goed (lucht in het toestel) cv-pomp draait niet - cv-pomp zit vast - connector K5 los - cv-pomp defect - thermische beveiliging uitgeschakeld - regelunit cv-waterdruk niet juist cv-watertemperatuursensor niet goed bevestigd op cv-waterbuis aansluiting thermische beveiliging defect thermische beveiliging defect cv-pomp draait niet - cv-pomp zit vast - connector K5 los - cv-pomp defect - regelunit cv-watertemperatuursensor niet goed bevestigd op cv-waterbuis aansluiting thermische beveiliging defect thermische beveiliging defect cv-pomp draait niet - cv-pomp zit vast - connector K5 los - cv-pomp defect - regelunit LETTER Letter = interne storing regelunit Donker display = toestel krijgt geen spanning steker uit de wandcontactdoos geen spanning op de wandcontactdoos draadboomconnector K6 niet aangesloten zekering regelunit defekt netspanning bedrading defect 9 ServiceHandboek Duurzame Energie

10 4. Storingsanalyse zonne-energie systeem De toestellen MonoSolar en MultiSolar beschikken over dezelfde besturing voor de zonneboiler. Storingen die door de besturing worden waargenomen worden echter op verschillende manieren weergegeven. Bij de MultiSolar worden storingen met een knipperende melding weergegeven op het CV-water display. Bij de MonoSolar worden storingen aangeduid met een knipperende "led" van de indicatie "in bedrijf". 4.1 Storingsmeldingen MonoSolar en MultiSolar In de MultiSolar werken de regelunit en de zonneboiler besturing volledig onafhankelijk van elkaar en beïnvloeden elkaar niet. Een storing van de zonneboiler besturing wordt knipperend op het CV-water display weergegeven terwijl het diagnose display een normale statusmelding geeft. De storing kan niet worden verholpen door de reset toets in te drukken, maar uitsluitend door het toestel te openen en te inspecteren. In de onderstaande tabel staan de storingen vermeld die op de regelunit kunnen verschijnen. Indien een van de onderstaande storingen optreedt bij een MonoSolar zal het lampje van de pompindicatie gaan knipperen. Indien het een MultiSolar toestel betreft dat voor eind 2000 is geproduceerd, worden de onderstaande codes niet op het display weergegeven. Voor overige waarnemingen kan het storingsoverzicht MonoSolar in paragraaf 4.2 worden geraadpleegd van de. Voor inspectie van de componenten kan hoofdstuk 5 worden geraadpleegd. CODE MELDING (CIJFER) CV-WATER (KNIPPEREND) Collectorsensor onderbroken, waarde < -10 C [X.X] Collectorsensor kortgesloten, waarde > 250 C [X.X] Boilersensor onderbroken, waarde < -10 C [X.X] Boilersensor kortgesloten, waarde > 250 C [X.X] Interne hardwarefout, uitwisselen zonneboiler regeling Interne besturingsfout, resetten door spanning te onderbreken Service Handboek Duurzame Energie 10

11 4.2 Foutopsporing zonneboilersysteem MonoSolar en MultiSolar Naast het optreden van storingsmeldingen kunnen ook defecten en storingen optreden aan andere componenten. Om het opsporen van deze defecten te vergemakkelijken kan van de onderstaande tabel gebruik gemaakt worden. OORZAAK 1. De warmte-inhoud weergave van het toestel blijft minimaal tijdens zonnige perioden terwijl de pomp reeds enkele uren draait. 2. De collectorpomp komt niet in bedrijf of stopt tijdens zonnige perioden. 3. Het geluid van vallend water is hoorbaar bij het collectorvat. 4. De pomp maakt een ruisend geluid. 5. Er treedt een fluittoon op als de collectorpomp in bedrijf komt. 6. Het vulniveau van het collectorvat is te laag. De instraling van de zon is zwak en levert geen hoge temperatuur op de collector. Er vindt geen circulatie plaats door de collector. Dit kan door: - de collector-aanvoerleiding moet Ø8 x 6 mm zijn voor een goede circulatie. - de bovenzijde van collector ligt hoger dan 6,5 meter boven het vloerniveau. Plaats een terugloopvat van Daalderop. - de leidingen naar en van de collector zijn langer dan 15 meter. Het minimale toerental moet hoger worden ingesteld. Er bevindt zich te weinig water in collectorvat. Vul het collectorvat bij en controleer het systeem op lekkages. Zie diagnose 6. De warmte-inhoud geeft reeds een waarde aan. De temperatuur op de zonnecollector is gelijk of lager dan de watertemperatuur in het vat. De pomp wordt elektrisch niet aangestuurd: - de bedrading of connector van de pomp is niet correct aangesloten. - controleer de zekering van 1 A op de besturingsprintplaat. - de printplaat is defect, vervang de printplaat. - de pomp is defect en moet vervangen worden. Het toestel is zojuist aangesloten en de collector is ondertussen verhit tot boven de 100. Het toestel zal met intervallen de collector koelen totdat deze de juiste werktemperatuur heeft bereikt. De zonneboiler is zojuist in bedrijf is gekomen Wacht 3 minuten tot de collector gevuld is en de pompsnelheid is gedaald en luister opnieuw. Het vulniveau van het vat is te laag. Controleer het vulniveau van de zonneboiler zoals beschreven bij de inspecties voor het onderhoud De zonneboiler is zojuist in bedrijf is gekomen. Wacht 3 minuten tot de collector is gevuld en de pompsnelheid is gedaald en luister opnieuw. Wanneer de collectortemperatuur toeneemt zal de pomp bij een hoger toerental gaan draaien. Dit is hoorbaar. De pomp is defect en moet vervangen worden. De restrictie bovenin de collector is beschadigd of vervuild. Reinig het gat in de restrictie en ontbraam deze eventueel. De inhoud van het collectorvat is oververhit geraakt en heeft water geloosd via het overstortventiel. De collector(leidingen) zijn lek door bevriezing. - de collector ligt niet waterpas op het dak of frame. - de aanvoer- en/of retourleiding liggen niet onder (voldoende) afschot naar het toestel. Het collectorvat bevat te weinig water. Door lekkages is er collectorwater weggelekt. Vul het vat bij en controleer het volgende: - correcte werking overstortventiel. - lekkages van de leidingen en koppelingen. - lekkages in het leidingwerk in de collector. 11 ServiceHandboek Duurzame Energie

12 Daalderop B.V. Postbus AA Tiel ISO 9001:2000 Daalderop B.V. ic/gsc