Doseren van humane choriongonadotrofines (HCG) mag niet worden aangerekend gedurende de twintig laatste weken van de zwangerschap.



Vergelijkbare documenten
Diagnoseregels. diag19

D01 D03 D05 D06 D08 D12 D17 D mogen alleen worden worden aangerekend aan de ZIV als het kwalitatief

Alkal.fosf.isoenzymen D Aluminium in bloed D

Pre-analytische Gids MCH 9 Bijlage 1: Diagnoseregels

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

versie 05/11/2018 Omschrijving analyse Omschrijving diagnoseregel nomenclatu urnr ambulant

Afdeling II. Genetische onderzoeken. 1. Worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor de bekwaming van de in 2 bedoelde geneesheer vereist is :

DIAGNOSE en CUMULREGELS

K.B In werking B.S

AFDELING Klinische biologie. Artikel

GENETISCHE ONDERZOEKEN Art. 33bis pag. 1 officieuze coördinatie

K.B B.S Erratum B.S In werking

K.B In werking B.S

K.B In werking B.S

K.B In werking B.S

GENETISCHE ONDERZOEKEN Art. 33bis pag. 1 officieuze coördinatie

Cumulregels. mogen onderling niet worden gecumuleerd.

K.B B.S In werking

KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24 pag. 1 officieuze coördinatie. AFDELING Klinische biologie

K.B B.S In werking

K.B B.S K.B B.S (2x) K.B B.S K.B B.S In werking 1.12.

Artikel 24. Interpretatieregel 01 VRAAG. Opzoeken van albumine en glucose in de urine. ANTWOORD

AFDELING Klinische biologie. Artikel

K.B (2x) B.S In werking

K.B B.S In werking

K.B B.S In werking

AFDELING Klinische biologie. Artikel

Art. 24 De RODE markeringen m.b.t. publicatie van resultaten op een Hub gaan in voege vanaf 01/01/2019 (blz. 86) AFDELING Klinische biologie

AFDELING Klinische biologie. Artikel

K.B B.S In werking

Reticulocyten ,43 2, Hemoglobine (Hb) ,82 1,71

K.B In werking B.S

Concentratie-en verdunningsproef ,70 0,58 (maximaal 6 x)

Art. 24 De RODE markeringen m.b.t. voorschriftbeperking van vitamine B12 en foliumzuur gaan in voege vanaf 01/06/2019 (blz. 6, 79)

AFDELING Klinische biologie. Artikel

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID

Tentamen B: correctievoorschrift 5 november 2004

Het juiste antibioticum bij meningo-encephalitis. Dr. Danielle Van der beek

Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 officieuze coördinatie Opsporen op kwalitatieve wijze van het hepatitis C virus (HCV) B 2000

Tarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014

Tarieven Lab diagnostiek 2014

GENETISCHE ONDERZOEKEN Art. 33 pag. 1 officieuze coördinatie 1. CYTOGENETISCHE ONDERZOEKEN

K.B In werking B.S

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

De RODE markeringen m.b.t. de opsporing van Bordetella pertussis gaan in voege vanaf 01/04/2019 (blz. 4) AFDELING Klinische biologie

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2016

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2017

TARIEVENLIJST HUISARTSEN LAB 2015

KLINISCHE BIOLOGIE Art. 24bis pag. 1 officieuze coördinatie Opsporen op kwalitatieve wijze van het hepatitis C virus (HCV) B 2000

Tarieven Laboratorium diagnostiek 2015

Afdeling II. Genetische onderzoeken. 1. Worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor de bekwaming van de in 2 bedoelde geneesheer vereist is :

Prijsinformatie rondzendingen

Referentiewaarden. 1/11 Documentnummer 314, versie 44

Type tubes. Amikacin 2X S Piek :30 à 1 uur na einde van de perfusie Dal : juist vóór een nieuwe dosis. Amiodarone 1 H ou S Juist vóór een nieuwe dosis

DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014

Prijsinformatie rondzendingen

TARIEVEN LABORATORIUM VANAF 1 JANUARI 2015*

Antigen sneltest ,00 Anti-glutamate-NMDAR Al ,23 Anti-IA-2A AL ,19

Afdeling II. Genetische onderzoeken. 1. Worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor de bekwaming van de in 2 bedoelde geneesheer vereist is :

Versie: 038 Geldig vanaf: 23/10/2015. Referentiewaarden O.5.08/01a

Referentiewaardelijst bepalingen

De RODE markeringen m.b.t. wijziging rond moleculaire biologie gaan in voege vanaf 01/07/2019 (blz. 9-11, 14-16) Afdeling II. Genetische onderzoeken.

NEDERLANDSE SAMENVATTING

De RODE markeringen m.b.t. o.m. HLA-typeringen gaan in voege vanaf 01/12/2018 (blz. 12 en 15) Afdeling II. Genetische onderzoeken.

Afdeling II. Genetische onderzoeken. 1. Worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor de bekwaming van de in 2 bedoelde geneesheer vereist is :

KWALITEITSHANDBOEK. Staalbehandeling moleculaire biologie OLV Ziekenhuis Aalst Versie 25/03/2016. OLV Ziekenhuis. Klinisch Laboratorium F.MB.

Medische microbiologie. Onderzoekspakket MSL MM

Tarieven diagnostiek ZekerWeten. Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium

Klinische biologie : Sensibiliseringscampagne voor de voorschrijvers. RIZIV Dienst voor geneeskundige verzorging

PAROXYSMALE NACHTELIJKE HEMOGLOBINURIE

Onder- Boven- Onder- Bovengrens. (werk- a1-antitrip. A 0,9 2 0,9 2 g/l 3-5

Certe tarievenlijst 2019 huisartsenlaboratorium en klinische chemie. Aanvraag Specificatie NZA-code Code tarief Hematologie

17, ,

Casuspresentaties infectieuse serologie: laboratoriumaspecten. Dr. Alex Mewis Klinisch Bioloog Jessa Ziekenhuis - Campus Virga Jesse Hasselt

17,14 17,63 17,63 17,63 17,63 17,63 17,63 pm 17,63 Toeslag afname/aanname prikpost ,24 3,24 2,90 3,24 3,24 3,24 3,24 3,24 3,68

K.B In werking B.S

MOLECULAIRE BIOLOGIE Programma «HEMATO-ONCOLOGIE» (artikel 33 bis van de nomenclatuur) (groep 11)

Afdeling II. Genetische onderzoeken. 1. Worden beschouwd als verstrekkingen waarvoor de bekwaming van de in 2 bedoelde geneesheer vereist is :

Locatie waar activiteiten onder accreditatie worden uitgevoerd. Flexibele scope 1

CUMULREGELS ARTIKEL24 Omschrijving (K.B. 9/12/1994, K.B. 29/11/1996 en K.B. 29/04/1999)

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008

RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT

Congenitaal gehoorverlies en de kinderarts. CDS symposium 17 maart 2010 Margot Mulder, kinderarts

Inzicht krijgen in interferentie van Darzalex (daratumumab) met bloedcompatibiliteitstesten

Erytrocytenimmunisatie tijdens de zwangerschap Achtergronden van de veranderingen. Drs. Marijke Overbeeke Dr. Masja de Haas Dr.

17,14 14,94 13,39 14,94 14,94 14,94 14,94 14,94 18,29 Toeslag afname/aanname prikpost ,24 3,31 2,83 3,31 3,31 3,31 3,31 3,31 3,82

volgt volgt volgt volgt volgt volgt volgt volgt 18,29 Toeslag afname/aanname prikpost volgt volgt volgt volgt volgt volgt volgt volgt 3,82

WIV - DIENST KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE JULIETTE WYTSMANSTRAAT BRUSSEL

Kweek algemeen, BRMO Onderzoek per onderdeel Tarief

De accreditatie werd uitgereikt aan/ L'accréditation est délivrée à/ The accreditation is granted to/ Die akkreditierung wurde erteilt für:

Twee opvattingen over Lyme-ziekte. Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt

Deze verwijzingslaboratoria moeten aan diversie criteria en kwaliteitseisen voldoen en zijn volgens een interne procedure geselecteerd.

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Uitbestede onderzoeken

Transcriptie:

DIAGNOSEREGELS ARTIKEL 24 Diag 1 Diag 2 Diag 3 Diag 5 Diag 6 Diag 8 Diag 10 Diag 11 Diag 12 Diag 20 Diag 24 Diag 27 Doseren van glucose of andere reducerende suikers in urine en/of doseren van eiwit in urine mogen alleen worden aangerekend aan de Z.I.V. als het kwalitatief opzoeken een positief resultaat heeft opgeleverd. Doseren van thiopental mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. voor een op intensieve zorgen verblijvende patiënt. Doseren van microalbumine, fructosamine mogen enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. voor een diabetisch patiënt. Doseren van PSA met een diagnostisch doel mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. PSA bij mannen > 50 jaar met een maximum van 2 maal per jaar of bij therapeutische follow up ongeacht de leeftijd. Doseren van humane choriongonadotrofines (HCG) mag niet worden aangerekend gedurende de twintig laatste weken van de zwangerschap. Immunofixatie gebruik makend van minimum drie antihumane immunosera mag alleen worden aangerekend aan Z.I.V. indien een abnormale band wordt waargenomen bij de elektroforese van serumproteïnen. De elektroforese van LDH isoenzymen mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. indien de totale LDH waarde hoger is dan de bovengrens van de referentiewaarden. De bepaling van alkalische fosfatase isoenzymen mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. indien totaal alkalische fosfatase verhoogd is. Doseren van aluminium met atomaire absorptie of met een minstens evenwaardige methode mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. in geval van ernstige chronische nierinsufficiëntie (creatinineklaring <20 ml/min). Het doseren mag maar om de 6 maanden worden aangerekend aan de Z.I.V., behalve wanneer de aluminiumconcentratie meer dan 50 µg/l bedraagt. Doseren van antitrombine III activiteit, doseren van proteïne C, doseren van proteïne S, doseren van plasminogeen, opzoeken van geactiveerd proteïne C resistentie mogen alleen aangerekend worden aan de Z.I.V. bij: - bij patiënten jonger dan 55 jaar met een trombotisch proces - familiale anamnese van recidiverende trombose - diffuse intravasculaire stolling Identificatie van specifiek antitrombocyten antistoffen, exclusief de HLA antistoffen, mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. indien het opzoeken van trombocyten antistoffen in het serum een positief resultaat oplevert. Titreren van anti-nucleaire of anti-cytoplasmatische antilichamen mag slechts aangerekend worden aan de Z.I.V. indien het opzoeken ervan door immunofluorescentie een positief resultaat oplevert. Labmanual/3-2-2010 Overzicht diagnoseregels 1/8

Diag 28 Diag 33 Diag 34 Diag 35 Diag 36 Identificatie van antilichamen tegen een specifiek nucleair of cytoplasmatisch antigen mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. indien de immunofluorescentie reactie positief is voor een nucleair antigen voor een titer van tenminste 1/40 of voor een cytoplasmatisch antigen, ongeacht de titer. Het bepalen van andere bloedgroepen dan ABO en rhesus mag enkel aangerekend worden aan de Z.I.V. indien het serum van de patiënt onregelmatige anti-erytrocyten antilichamen bevat of als de bepaling geschiedt met het oog op het enten van een orgaan of in geval van chronische anemie die veelvuldige transfusies vergt, verspreid over verscheidene maanden. Het opzoeken van onregelmatige anti-erytrocyten antistoffen met behulp van minstens een antiglobuline test via indirecte methode op een panel bestaande uit gefenotypeerde rode bloedcellen met een minimum van 18 antigenen mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. in geval van: - een hemolytische anemie - een positieve compatibiliteitstest - een positieve directe antiglobulinetest - perinatale controle van foetomaternele incompatibiliteit - een patiënt met onregelmatige anti-erytrocyten antistoffen - een patiënt met een geschiedenis van onregelmatige anti-erytrocyten antistoffen De algemeen toxicologische onderzoeken met identificatie van xenobiotica en hun metabolieten uitgevoerd op urine, maagvocht of bloed mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. voor en in urgentie opgenomen patiënt, waarbij de ernst van zijn toestand een toxicologisch onderzoek vereist in het kader van zijn differentieel diagnose. Tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis mogen deze verstrekkingen slechts éénmaal aan de Z.I.V. worden aangerekend. Elke positieve screeningstest moet bevestigd worden door een specifieke chromatografische methode. De toegepaste technieken moeten voldoende specifiek en gevoelig zijn om de overgrote meerderheid van geneesmiddelen, tenminste uit de groep van de barbituraten, benzodiazepinen, antidepressiva, neuroleptica, opiaten, analgetica (salicylaten, paracetamol) en ethanol aan te tonen of uit te sluiten. Het doseren van een benzodiazepine mag slechts worden aangerekend bij een op intensieve zorgen opgenomen patiënt of bij een anti-epileptische therapie. Diag 37 De kweek van Clostridium difficile en het opsporen van toxines A en/of B mogen enkel aangerekend worden bij personen > 2 jaar of na transplantatie. Diag 38 De bepaling van Rubella IgM antistoffen mag slechts worden aangerekend aan Z.I.V. bij zwangeren < 4 maand zwangerschap. Labmanual/3-2-2010 Overzicht diagnoseregels 2/8

Diag 40 De bepaling van organische zuren, met identificatie met massaspectrometrie; de chromatografie van reducerende suikers of oligosacchariden; de specifieke dosering van vrij en veresterd carnitine; de dosering van een lysosomaal enzyme; de dosering van aceto-acetaat en 3-hydroxyboterzuur het opzoeken en de dosering van mucopolysacchariden; de dosering van vrij vetzuren; de dosering van orootzuur met HPLC; de dosering van siaalzuur; de dosering van GABA de chromatografie van purinen en pyrimidinen en het afzonderlijk doseren ervan na fractionering op kolom mogen slechts aangerekend worden aan Z.I.V. met het oog op de diagnose van een aangeboren metabole stoornis. Diag 41 Het doseren op biopten of gekweekte amniotische cellen van intracellulaire enzymen of overbelastingsproducten mag slechts aangerekend worden aan de Z.I.V. met het oog op de diagnose van een aangeboren metabole stoornis. Diag 42 Diag 45 Diag 46 Doseren van een aminoglycoside of van een glycopeptide antibioticum mag slechts aangerekend worden aan Z.I.V. bij een gehospitaliseerde patiënt met een geïndividualiseerde farmacokinetische berekening met het oog op een voorstel voor posologie. Exclusief en specifiek doseren van vrije beta-subeenheid van humane choriongonadotrofines (HCG ) mag niet woorden aangerekend aan de Z.I.V. voor gewone zwangerschapsanalyse. Volgende testen mogen slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. in de context van therapeutische monitoring: - cyclosporine A - methotrexaat - NSE - vrij Beta HCG - vrij alfa-ketens - weefsel polypeptideantigen (TPA) - CEA - CA 15.3 - CA 19.9 - CA 125 - CA 195 - CA 549 - cardiotonische heterosiden - dexamethasone - anthracyclinen of cisplatinum - anti-aritmica - theofylline Labmanual/3-2-2010 Overzicht diagnoseregels 3/8

- anti-epileptisch geneesmiddel met uitzondering van fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine en valproïnezuur met een specifieke methode - lithium - thiopental - aminoglycoside - vancomycine - benzodiazepine - antibiotica Diag 49 De hieronder vermelde verstrekkingen mogen slechts worden aangerekend voor de diagnose of behandeling van een intoxicatie: 1: in bloed: - doseren van salicylaten - doseren van methanol - doseren van ethanol - doseren van glycolen of hogere alcoholen en hun metabolieten met een chromatografische methode - doseren van cyaniden - doseren van een xenobioticum en zijn metabolieten met een specifieke chromatografische methode met uitzondering van de farmaca vermeld onder therapeutische monitoring - doseren van paracetamol - doseren van zware metalen - doseren van thiocyanaat - doseren van erythrocytair zinkprotoporfyrine 2: in urine: - doseren van para-aminofenol - doseren van lood - doseren van zware metalen - doseren van methanol - doseren van pesticiden - doseren van organische solventen - doseren van een farmacologische werkzame stof - doseren van een quarternair ammonium herbicide - doseren van xenobiotica De verstrekker moet voor iedere patiënt een dossier openen om alle gegevens betreffende de uitgevoerde analysen (chromatogrammen, absorptiespectra, klinische gegevens, ) gedurende 3 jaar te bewaren. Diag 50 Diag 51 Diag 52 De verstrekking IgG4 mag enkel aangerekend worden aan Z.I.V. om een deficiëntie aan te tonen bij een kind tussen 2 en 16 jaar oud. De dosering van immunosuppressiva mogen enkel worden aangerekend bij een patiënt bij na een orgaan of beenmergtransplantatie of ingevolge de medische behandeling van een patiënt met een auto-immuun pathologie. De bepaling van de minimale inhiberende concentratie (MIC) van antibacteriële stoffen bij kiemen geïsoleerd uit bloed of cerebrospinaal vocht, per antibioticum Labmanual/3-2-2010 Overzicht diagnoseregels 4/8

mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. bij isolatie van Streptococcus pneumoniae, Neisseria meningitidis, Haemophilus influenzae of Listeria monocytogenes. Diag 53 Diag 54 Diag 55 Diag 56 Diag 57 Diag 59 Diag 60 Diag 61 Diag 62 Diag 63 De identificatie van anti-hla antistoffen bij een kandidaat voor orgaantransplantatie ingeschreven op de Eurotransplant-wachtlijst mag maximum 4 maal per jaar aangerekend worden. De dosering van LDL-cholesterol, met uitsluiting van berekeningsmethoden mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. bij een patiënt onder de behandeling met cholesterolverlagende medicatie. De verstrekking van homocysteïne in plasma mag enkel aangerekend worden aan de Z.I.V. bij een patiënt jonger dan < 55 jaar met klinische evidentie voor een vasculaire aandoening. De dosering van glycohemoglobine (HBA1c) in hemolysaat mag enkel worden aangerekend aan Z.I.V. bij patiënten met diabetes mellitus, mucoviscidose of chronische pancreatitis. De dosering van exclusief en specifiek van de vrije alfa-sub-eenheid van HCG mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. bij een patiënt onder behandeling wegens een hypofysetumor. De verstrekkingen: - specifiek doseren van C22-C26 vetzuren en identificatie met massaspectrometrie - specifiek doseren van fytaanzuur en identificatie met massaspectrometrie - specifiek bepalen van galzuren en identificatie met massaspectrometrie mogen slechts aangerekend worden aan Z.I.V. bij een patiënt met klinische aanwijzingen voor een peroxysomale aandoening. De specifieke bepaling van galzuren en identificatie met massaspectrometrie mag slechts worden aangerekend aan Z.I.V. indien het resultaat van de specifieke bepaling van C22-C26 vetzuren abnormaal is. Het opzoeken en de identificatie van erythrocytair zinkprotoporfyrine mag slechts worden aangerekend worden aan Z.I.V. bij een patiënt met een klinisch vermoeden van intoxicatie door zware metalen. De dosering van een cryoglobuline met spectrofotometrie en/of de immunochemische identificatie van een cryoglobuline mogen slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. indien het opsporen van cryoglobulinen een positief resultaat oplevert. De dosering van GAD65 of glutamaat decarboxylase (MW 65 kda) autoantilichamen mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. bij een diabetes patiënt < 40 jaar en met diabetes maximaal 5 jaar eerder vastgesteld of voor een eerstegraadsverwante van een dergelijke patiënt. Labmanual/3-2-2010 Overzicht diagnoseregels 5/8

Diag 64 Diag 65 Diag 66 Diag 67 Diag 70 Diag 71 Diag 72 Diag 73 Het titreren van anti-neutrofielen intracytoplasmatische antilichamen (ANCA), het opsporen van anti-pr-3 of anti-mpo antilichamen mogen slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. indien het opzoeken van ANCA een positief resultaat oplevert. Het fractioneren en doseren van porfyrines door HPLC mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. indien het opzoeken van porfyrines een positief resultaat oplevert. Het doseren van porfobilinogeen door HPLC mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. indien het opzoeken van porfobilinogeen een positief resultaat oplevert. Het opzoeken van nucleïnezuur van Mycobacterium tuberculosis in een respiratoir monster positief voor zuurvaste bacteriën, na microscopisch onderzoek of kweek in vloeibare voedingsbodem mag slechts worden aangerekend aan Z.I.V.: - voor patiënten niet langer dan 7 dagen behandeld voor tuberculose op het moment van de monstername, of niet behandeld gedurende de laatste 12 maanden. - de analyse mag slechts tweemaal per jaar voor eenzelfde patiënt aangerekend worden. De verstrekkingen: - doseren van ethanol met een chromatografische methode - doseren van ethanol met een niet-chromatografische methode in bloed en/of urine - doseren van aluminium met atoom-absorptiespectrometrie - doseren van een zwaar metaal (As, B,Bi,Cd, Co, Cr, Hg, Mn, Ni, Sn, Tl) van Au of Ag met atoom-absorptiespectrometrie in bloed en/of urine -doseren van lood in vol bloed - doseren van sulfhemoglobine mogen enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. indien ze zijn voorgeschreven met het oog op de diagnose, de behandeling en de opvolging van een intoxicatie. De verstrekkingen: - doseren van de botfractie van alkalische fosfatase - doseren van osteocalcine - doseren van degradatieproducten van collageen type 1 - doseren van hydroxyproline met een chromatografische methode - doseren van de totale alkalische fosfatase en elektroforese van de iso-enzymen van alkalische fosfatase met diagram en berekening mogen slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. in geval van klinische tekenen van botpathologie. De kweek van Toxoplasma gondii mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. bij vermoeden van congenitale toxoplasmose. Het opzoeken van een nucleïnezuur van Mycobacterium avium intracellulare mag slechts worden aangerekend na een negatief resultaat van het opzoeken van Labmanual/3-2-2010 Overzicht diagnoseregels 6/8

het nucleïnezuur van Mycobacterium tuberculosis in een respiratoir monster positief voor zuurvaste staven, na microscopisch onderzoek of kweek in een vloeibare voedingsbodem. Diag 74 Diag 75 Diag 76 Diag 77 Diag 78 Diag 79 Diag 80 Diag 81 Diag 82 Het opzoeken van antilichamen van Chlamydia mag enkel worden aangerekend voor diagnose van: - niet-urogenitale infectie - lymfogranuloma venereum - perihepatitis De bepaling van de minimale inhiberende concentratie (MIC) van antibacteriële stoffen bij kiemen geïsoleerd uit normaliter steriele lokalisaties, andere dan bloed, cerebrospinaal vocht of urine mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. bij kweek van Streptococcus pneumoniae, Enterococcus, Neisseria meningitidis, Listeria monocytogenes, Hemophilus influenzae. Het opzoeken van antilichamen tegenover Helicobacter pylori mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. voor een eerste diagnose. Het opzoeken van Chlamydia trachomatis via molekulaire amplificatie mag enkel worden aangerekend aan Z.I.V. in de klinische context van een risicogroep, tot en met de leeftijd van 20 jaar, of bij duidelijke klinische tekens van een chlamydia infectie. Deze test mag maximum tweemaal per kalenderjaar aangerekend worden. Het semikwantitatief opzoeken van cytomegalovirus in het bloed en het opzoeken van microsporidia mogen enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. bij transplantpatiënten, infectie met het HIV of bij behandeling met immunosuppressiva. Het opsporen van IgG en/of Ig M antilichamen tegen Borrelia met een immunoblot, het opsporen van IgG en/of IgM antilichamen tegen Borrelia in cerebrospinaal vocht mogen enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. indien één of meerdere van de verstrekkingen: - opsporen van totale of specifieke IgG en/of IgM tegen Borrelia - opsporen van totale of specifieke IgG en/of IgM antilichamen tegen Borrelia in cerebrospinaal vocht een positief resultaat opleveren en bij duidelijke klinische tekens van een Lyme borreliose. Deze test mag maximaal één maal per kalenderjaar aangerekend worden. Sperma capacitatietest De capacitatietest mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. ter voorbereiding van de verstrekking 432773-784 van artikel 14,g) van deze nomenclatuur. Het opsporen van IgG en/of IgM antilichamen tegen Herpes simplex mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. bij immunodeficiënte patiënten. Het opzoeken van dragerschap Groep B streptokokken door middel van een aanrijkingstechniek op selektieve bodem, mag slechts éénmaal tijdens het laatste Labmanual/3-2-2010 Overzicht diagnoseregels 7/8

kwartaal van eenzelfde zwangerschap aangerekend worden. Diag 83 Diag 85 Het semi-kwantitatief opzoeken of het doseren van D-Dimeer mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. in geval van vermoeden van diepe veneuze trombose, longembool, zwangerschapsverwikkeling of diffuse intravasculaire stolling. De evaluatie van de specifieke antistofrespons tegen polysaccharide antigenen mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. na vaccinatie met polysaccharide antigenen bij personen met een verhoogde vatbaarheid voor infecties. Diag 86 Diag 87 Diag 88 Diag 89 Het doseren van kappa en lambda vrije lichte ketens in serum mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. voor de opvolging van patiënten met primaire amyloïdose, lichte keten myeloom en niet-secreterend myeloom. De dosering van tryptase in serum mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. bij acute anafylactische reactie of bij vermoeden van mastocytose. Het opzoeken van fosfatidyl-inositol-glycaan gebonden membraanantigenen van erytrocyten of leukocyten met een immunologische methode mag slechts worden aangerekend aan de Z.I.V. in het kader bij een hemolyse van nietimmune oorsprong of idiopathische aplastische anemie. Het opsporen van antistoffen tegen gecitrullineerde peptiden of eiwitten mogen slechts aangerekend worden aan de Z.I.V. in het kader van de diagnose van reumatoïde polyartritis en slechts éénmaal per kalenderjaar. DIAGNOSEREGELS ARTIKEL 33bis Diag 33002 De analyse van mutant factor V, type Leiden, met een molekulair biologische techniek mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. indien het opzoeken van geactiveerde Proteïne C resistentie positief is met de specifieke gemodifieerde APC-R test. Diag 33003 De analyse mutatie factor II (G20210A) met een molekulair biologische techniek mag alleen aangerekend worden aan de Z.I.V. bij patiënten van minder dan 55 jaar met een thrombotisch proces, bij patiënten met een familiale anamnese van recidiverende trombosen of in geval van diffuse intravasale stolling. Diag 33004 De genotypering van foetale RH1 op bloed mag enkel worden aangerekend aan de Z.I.V. bij een RhD negatieve zwangere met anti-d antistoffen. Labmanual/3-2-2010 Overzicht diagnoseregels 8/8