Varianten / discussiepunten in verordening Jeugdhulp De stuurgroep sociaal domein heeft op 3 september 2014 het ambtelijk voorstel om uit te gaan van een verordening op hoofdlijnen overgenomen, omdat we hiermee flexibeler blijven om uitvoering aan te passen op voortschrijdend inzicht. Dit betekent dat er gekozen wordt voor de variant waarin het college nadere regels opstelt. Regionale Verordening/afstemming In onderstaand schema is voor elk artikel uit de model-verordening van de VNG te vinden of we daar als gemeente lokaal mee aan de slag moeten, of dat we gebruik kunnen maken van het regionale advies of dat we in afstemming met de regiogemeenten opnemen als regionaal eenduidig geformuleerde tekst. Artikelnummer uit modelverordening VNG Wat staat er in het artikel? Regionaal eenduidig, Regionaal advies of Lokaal? Art. 1 Begripsbepalingen in verordening Regionaal afstemmen Art. 2 Vormen van jeugdhulp benoemen Regionaal afstemmen Art. 3 Wanneer beschikking afgeven wanneer toegang jeugdhulp loopt via huisarts, medisch specialist of jeugdarts? Regionaal afstemmen Art. 4 t/m 8 Procedureregels toegang tot jeugdzorg Lokaal Art. 9 Inhoud van beschikking (welke onderwerpen komen erin aan de orde?) Regionaal afstemmen Art. 10 Regels voor pgb Regionaal afstemmen Art. 11 Regels misbruik en oneigenlijk gebruik Regionaal afstemmen Art. 12 Verhouding prijs/kwaliteit levering door aanbieders Regionaal eenduidig Art. 13 Vertrouwenspersoon Regionaal eenduidig Art. 14 Opstellen regels rondom klachtafhandeling Regionaal afstemmen Art. 15 Betrekken ingezeten bij beleid gemeente Regionaal afstemmen Art. 16 Termijn van evaluatie van beleid/verordening Regionaal eenduidig Art. 17 Inwerkingtreding en citeertitel Lokaal Onderstaand per artikel de keuzemogelijkheden en voorstel voor een variant. Artikel Omschrijving Voorstel Art. 1. Begripsbepaling Toevoegen begripsbepalingen. Regionaal: De definities van gesprek en melding zijn nodig omdat deze begrippen niet zijn gedefinieerd in de wet en het gebruik hier afwijkt van het normaal spraakgebruik. Lokaal: definities van gebiedsteam, verleningsbeschikking en
Art. 2 Vormen van jeugdhulp verwijsbericht komen terug in de Verordening en het is duidelijk en zorgvuldig om hier een definitie van te geven. Voorstel: begripsbepalingen toevoegen. Variant A: raad legt vormen van jeugdhulp op hoofdlijnen vast en delegeert uitwerking aan college Variant B: raad legt vormen van jeugdhulp gedetailleerd vast. Voorstel: regionaal advies overnemen, zijnde variant A. Verder Nb. Over de indeling wordt in regionaal verband nog voorstel gedaan, maar deze komt pas in 2de week van september. Artikel is nu overgenomen van de Verordening uit Eersel. Art. 3 Toegang jeugdhulp via huisarts, etc. Hiermee geeft de raad invulling aan haar kaderstellende bevoegdheid. De raad geeft de kaders aan (opsomming algemene categorieën) over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige (jeugd)hulpvoorzieningen. Hierdoor wordt de benodigde flexibiliteit bewerkstelligd om sneller in te kunnen spelen op nieuwe ontwikkelingen. Variant A Lid 2. Als de jeugdige of zijn ouders hierom verzoeken, legt het college de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking als bedoeld in artikel 9. Variant B Lid 2. Het college legt de te verlenen individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking als bedoeld in artikel 9 Voorstel: regionaal advies overnemen: van dit artikel alleen lid 1 op te nemen en lid 2 in zijn geheel te laten vervallen. Artikel 3 van de Modelverordening Jeugdhulp gaat over de situatie dat de huisarts verwijst. Tegen de verwijzing van de huisarts of het weigeren van een verwijzing door de huisarts, staat geen rechtsbescherming in het kader van de Jeugdwet open; de huisarts biedt (met of zonder beschikking van de gemeente) op grond van de Jeugdwet directe en onmiddellijke toegang tot jeugdhulp. Een patiënt kan uiteraard wel civielrechtelijk iets ondernemen tegen zijn huisarts. Verder kan een patiënt er ook voor kiezen om vervolgens zijn hulpvraag bij de gemeente in te dienen. Dan ontvangt hij vanzelfsprekend wel een beschikking van de gemeente. Daarom hoeven beide opties in artikel 3, lid 2, van de modelverordening niet opgenomen te worden. Als in een dergelijk geval wel een beschikking wordt afgegeven, rijst de vraag of er sprake is van een appellabele beschikking. Art.4-8 Procedurebepalingen Variant A: Raad stelt voor de toegang tot jeugdhulp via de gemeente procedureregels in artikel 4 tot en met 8 van de verordening vast. Variant B: Raad delegeert aan college de vaststelling van procedureregels voor de toegang tot jeugdhulp via de gemeente; de artikelen 4 t/m 8 hierboven dienen dan niet overgenomen te worden in de raadsverordening, maar kunnen wel gebruikt worden om de nadere regeling van het college vorm te geven)
Voorstel: Dit is lokale keuze. Regionaal advies is om variant A te volgen. Wij volgen het regionale advies. Advies van de regio is verder om binnen 10 dagen een verslag te verstrekken (artikel 7, lid 2). Afhankelijk van de situatie van het gesprek wordt een termijn van 10 dagen redelijk geacht. Nb. gemeente Zaltbommel heeft ervoor gekozen om deze artikelen niet in de Verordening op te nemen, maar te delegeren aan het college. Art. 4 Indiening hulpvraag Bepalingen 1 en 2 zijn herschreven ten opzichte van het regionale tekstvoorstel om aan te geven dat een hulpvraag niet gemeld hoeft te worden bij het college, maar dat ouders rechtstreeks naar een overige voorziening, zijnde gebiedsteam kunnen. Voorstel: herschreven bepalingen 1 en 2 overnemen. Art. 5 Vooronderzoek Bepaling 1 wordt toegevoegd naar voorbeeld van de Verordening van Eersel om aan te geven dat in geval van een verzoek om een individuele voorziening er sprake is van registratie. Artikel 6 Eigen bijdrage Jeugdwet Voorstel: bepaling over registratie opnemen. In artikel 6 lid 2 wordt verwezen naar de gevallen waarin volgens de Jeugdwet sprake is van ouderbijdrage. Voorstel: bepaling opnemen en in gebiedsteams via uitvoeringsregels duidelijk maken voor welke ouders dit geldt. Voor de Jeugdwet geldt geen specifieke eigen bijdrage voor het pgb. Wel is er een ouderbijdrage opgenomen in de wet. De ouderbijdrage in de Jeugdwet komt voort uit het besparingsmotief: ouders van wie kinderen buiten het gezin worden verzorgd hebben minder kosten voor die kinderen, waardoor bijdrage gerechtvaardigd is. Art. 9 Inhoud beschikking Variant A: afspraken of plan in beschikking vastleggen. Variant B: opsomming onderdelen beschikking in Verordening. Voorstel: regionaal advies overnemen, zijnde variant B. Gekozen wordt voor eenduidigheid in de Wmo en jeugdverordening. In de Wmo verordening is een opsomming van onderdelen opgenomen die in de praktijk het meest gangbaar is. Art. 10 Regels pgb Variant A: raad legt wijze van vaststelling hoogte pgb op hoofdlijnen vast en delegeert uitwerking aan het college. Variant B: raad stelt wijze van vaststellen hoogte pgb in de verordening vast. Variant C: raad delegeert bevoegdheid vaststellen hoogte pgb naar het college. Voorstel: kiezen voor variant A en hierbij aansluiten bij concept- Verordening Zaltbommel. Nadere uitwerking van deze tarieven moet vervolgens plaatsvinden in de beleidsregels Jeugdzorg. De werkgroep adviseert variant A of Variant B uit de modelverordening VNG. Voor welke variant ook lokaal worden gekozen, geadviseerd wordt om te kiezen voor differentiatie van tarieven voor het pgb, waarbij de volgende driedeling kan worden gehanteerd: - zorg geleverd door een zorgaanbieder (heeft te maken met overheadkosten) - zorg geleverd door een ZZP-er (minder overhead, flexibeler)
Art. 11 Art. 12 Herziening, intrekking of terugvordering Verhouding prijs, kwaliteit - een niet bevoegde ondersteuning / informeel netwerk (geen overhead) Variant AA: raad stelt zelf voorwaarden vast voor pgb voor personen uit sociaal netwerk. Variant BB: raad delegeert bevoegdheid om voorwaarden te stellen aan pgb voor personen uit sociaal netwerk. Voorstel: kiezen voor variant BB en hierbij aansluiten bij concept- Verordening Zaltbommel. Nadere uitwerking in beleidsregels. Met betrekking tot de regels rondom inzet van inzet sociaal netwerk, wordt regionaal het volgende geadviseerd:- lager tarief vaststellen voor dit type inzet - vastleggen dat tussenpersonen of belangenbehartigers niet uit het pgb mogen worden betaald - vastleggen dat de beloning van het sociale netwerk beperkt dient te blijven tot die gevallen waarin dit aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt en aantoonbaar doelmatiger is.dit kan zowel binnen variant AA als variant BB. Voorstel: regionale tekst overnemen. Voorstel: regionale tekst overnemen. NB. er moet nog artikel in nav de samenwerkingsafspraken met de Raad voor de Kinderbescherming over gecertificeerde instellingen. Volgt nog uit de regio naar verwachting half september. Art. 13 Vertrouwenspersoon Voorstel: regionale tekst overnemen. Art. 14 Klachtenregeling Voorstel: regionaal advies overnemen en voor de volledigheid ook eerste bepaling opnemen en hierin verwijzen naar gemeentelijke klachtenregeling. De klachtmogelijkheid tegenover de aanbieder is reeds uitgebreid geregeld in artikel 4.2.1 e.v. van de Jeugdwet. Dit hoeven gemeenten dus niet meer te regelen in hun verordening. Daarom heeft de VNG-verordening niets opgenomen op dit punt. Om echter een volledig beeld te schetsen van de rechten en plichten van cliënten (omdat we dat elders in de verordeningen ook doen), adviseert de regio toch bovenstaand artikel op te nemen. Facultatief heeft de VNG in haar model-verordening ook een bepaling opgenomen waarin staat dat het college een regeling vaststelt voor afhandeling van klachten. Omdat de meeste gemeenten een dergelijke klachtenregeling al hebben en de Algemene Wet Bestuursrecht bovendien uitgebreid aangeeft hoe gemeenten met klachten om dienen te gaan, hebben we deze bepaling NIET opgenomen. Desalniettemin moeten alle gemeenten kritisch bekijken in hoeverre hun huidige klachtenregeling voldoet m.b.t. afhandeling van klachten m.b.t. jeugdhulp. GvdZ: wel bepaling opgenomen. Art. 15 Medezeggenschap Voorstel: Regionale tekst overnemen. Het is aan de colleges om verder invulling te geven aan lid 4 van dit artikel. Veel gemeenten zullen al een verordening hebben waarin de participatie van ingezetenen is vastgelegd.
Bekeken moet worden of deze aanpassing behoeft of niet. Huidige wmo-adviesraden kunnen gehandhaafd worden, waarbij wel oog moet zijn voor een afvaardiging van cliënten en/of hun vertegenwoordigers. Ook moet gekeken worden of de taken van de Wmo-raden uitgebreid moeten worden tot de Jeugdwet. Art. 16 Evaluatie Voorstel: Regionale tekst overnemen en hierbij een periode van 2 jaar noemen. in artikel 12.2 van de Jeugdwet opgenomen dat binnen drie jaar na de inwerkingtreding een evaluatie moet plaatsvinden over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Het advies van de regio is om te kiezen voor een periode van 2 jaar omdat dan een evenwichtig en duidelijk beeld gevormd kan worden van de uitwerking van de verordening. Een periode van 1 jaar is tekort. Bovendien sluit de periode van 2 jaar aan bij de duur van het beleidsplan wmo/jeugd, zodat beiden gelijktijdig kunnen worden geëvalueerd.