't Zal wel zukken werk zijn!



Vergelijkbare documenten
O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Bert staat op een ladder. En trekt aan de planten die groeien in de dakgoot. Hij verstopt de luidspreker en het stopcontact achter de planten.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

De tijd die ik nooit meer

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Het tweede avontuur van Broer Vos en Broer Konijn

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1


H E T V E R L O R E N G E L D

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Krabbie Krab wordt Kapper

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Charles den Tex VERDWIJNING

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Het paaltje van Oosterlittens Er stond weer een pot met bonen! Elke avond kreeg de schoenmaker van Oosterlittens bonen te eten. Maar de schoenmaker

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Twee blauwe vinkjes. Door: Lenneke Sprong

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1

3.5. Vertellenderwijze, niet moraliseren! Verkenning van het verhaal " #

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Ik ben maar een eenvoudige ezel, maar ik wil je graag een mooi verhaal vertellen

D Artagnan gaat naar Parijs

Ria Massy. De taart van Tamid

De redding van Zacheüs Meditatie ds. Gerard Rinsma zondag 30 oktober e zondag na Trinitatis

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Vlinder en Neushoorn

Hans Kuyper. F-Side Story. Tekeningen Annet Schaap. leopold / amsterdam

Vertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

De twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Stil blijft Lisa bij de deur staan. Ook de man staat stil. Ze kijken elkaar aan.

't gummybeertje le journal D' Hoge School redactie: Tom & Senne jaargang 3 nr. 7 frankieweyns@hotmail.

De steen die verhalen vertelt.

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Ik keek naar haar oren. Van dichtbij zagen ze er nog wat zachter en hariger uit dan van veraf. En ze bewogen. Terwijl Ariane de rest van haar kop

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Moeder worden, moeder zijn

eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 6 Het leven kan een feest zijn

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website:

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Andrea Voigt. Augustus in Parijs. Uitgeverij De Geus

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

Er vaart een boot op het grote meer

Faux Pas Test (Volwassenen versie)

Eerste druk, september Tiny Rutten

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Een greep uit een presentatieviering met als thema: Licht zijn voor anderen

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.

Ze moet wel twee keer zo veel eten als Anne, en altijd weer die pillen vooraf.

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Inleiding. Veel plezier!

Germa de Vos. Kletsboek. Een vrolijk voorleesboek

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

1. Nooit in orde! Wat moeten wij met u nu aanvangen? Wat moeten wij met u nu doen? Gade gij nu nooit eens luisteren? Ge zijt echt niet te doen!

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg.

De epilepsie van Annemarie Als je hersens soms op hol slaan

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Medley 4: Liefdes medley

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

September 2008 Door: Charlotte Storm van s Gravesande. Bijbehorende foto's: zie onderaan de tekst. Hallo mede dierenvrienden,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Edward van de Vendel Toen kwam Sam. Met tekeningen van Philip Hopman

Luisteren: muziek (B2 nr. 3)

Verslag gehandicapten platform.

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Wie maalt om de molens?

Rianne haalt haar hand door Jochems haar terwijl ze naar de kamer loopt. Kijk eens wie we daar hebben? roept ze als ze uit het raam kijkt.

De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal!

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

Niet in slaap vallen hoor!

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag.

Wees niet jaloers! Intro. Wat is jaloersheid? blok E - nivo 1 - avond 6

Maatschappelijke Zorgboerderij. Amatheon. Nikki van Berlo. Jasmijn Borms. Joy Willems T4B

Een Islamitische Verrassing

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Transcriptie:

't Zal wel zukken werk zijn! Twee vrienden 1 Niet dat ze hadden afgesproken. Dat deden ze eigenlijk nooit. Ze kwamen elkaar wel regelmatig tegen. Twee baonmannen (*2), ieder voor zijn eigen negotie op stap door het rustige Oost-Zeeuws-Vlaamse polderland van begin jaren 1960. Langzaam tufte Sjef van de Groenendijk naar Hengstdijk. Hij maakte een gezapig ommetjen langs de Koningsdijk en de boer waar hij vorige week nog een schoon wagentje had afgeleverd. Dat was daarom een goede zaak geworden bij dien boer dacht hij bij zijn eigen. En bij n n boer een goede zaak doen gaf extra plezier en veel voldoening. Er viel zelfs een tikkeltje leedvermaak op zijn gezicht af te lezen. Omdat het deze week al mee al goed was verlopen dwaalden zijn gedachten af naar de laatste keer dat hij nog eens bij Piet van Dijk was geweest. k Gaan eens gaan kijken of dat den baas zelf ook thuis is, misschien kan ik wel een autootje verkopen, k heb voor hem nog wel een goed tweedehandsken staan. En daar kwam bij, het was toch al bijna vrijdagachtermiddag. In de buurt van Hengstdijk voelde Lon zich als een kloeken haas in zijne polder. Zijn splinternieuwe Opel Rekord stuurde hem onweerstaanbaar voorbij Kuitaart naar zijn geboortedorp, door de Karnemelkstraat linksaf naar de Kerkstraat, langzaam rijdend langs café het Jagershuis van de Kort. Voorbij het café de Afspanning van Piet de Waal over de glasgordijnen naar binnen glurend draaide hij de Plevierstraat in en zag Sjef nog net bij van Dijk naar binnen stappen. Da s ook wel sterk, waar zou die vandaan komen schoot het door zijn hoofd, afijn, dat zal ik zo wel horen. Aan de door Henk Waterschoot pas geheel vernieuwde toog zat er al veel volk. Deze week waren er reparaties nodig geweest want bij de opening van vorige week vrijdag was de zaak lelijk gerinneweerd zoals Marie uitlegde aan ieder die het wilde horen. De toog was van zijn plek getrokken en diverse pas opgeknapte tafeltjes en stoelen waren kapotgeslagen. De judoclubs van Desnis en van Klooster waren op de heropening afgekomen en hadden na een fikse ruzie de boel zowat afgebroken. Maar het was allemaal opgelost en voor de stamgasten en andere nieuwsgierigen was er niks meer te zien van de ravage. Lon en Sjef wisselden een eerste blik van verstandhouding en ze gingen strategisch aan het dichtst bijzijnde tafeltje zitten, met volledig zicht op de goed bemanden toog. Ook hun tafeltje had net een nieuw formica blad gekregen. Twee bier was de voor de hand liggende bestelling en toen Marie die op hun tafel zette zei Lon nonchalant: Het is goed weer vandaag, geef ons allemaal wat te drinken. En zet het voor ons maar op één rekening, zei Sjef. Ze hebben al n n goeien zit over ulder (*3) dacht één van de trouwe klanten aan de toog. Dat gaat hier mis zijn mee meer als drie heren (*4), zei hij zachtjes tegen de buurman waarvan hij verwachtte dat die de woordspeling zou begrijpen. Onze twee baanmannen wisselden hun laatste zakelijke nieuwtjes uit, want ze waren hier natuurlijk niet alleen om bier te drinken en wat te zeveren (*5) maar ook om wat zakelijke wetenswaardigheden uit te wisselen. Als er een auto gekocht werd moest die ook verzekerd worden en de mensen die een auto kochten moesten ook leren autorijden. En, een vliegende kraai vangt nou eenmaal meer dan een zittende (*6). Dat zeiden ze ook als ze s maandags wat laat thuis kwamen van de Hulsterse markt.

Ze hangen oog (*7) opende Lon het zakelijke gedeelte van het gesprek en Sjef beaamde dat. De betalingen komen maar mondjesmaat binnen en ge moet goed opletten mee die banken van tegenwoordig. Handje contantje is geen mode meer maar het was vroeger toch veel gemakkelijker om wat zwarte mussen (8)onder de tafel te vangen. En die boekhouders hoeven trouwens ook niet alles te weten. Uitleg nummers met * 1: daar zal het wel op uit draaien, zo zal het wel zijn 2: vertegenwoordigers, commissionairs, verkopers, mensen in de buitendienst 3: de indruk geven van te blijven plakken 4: deftige H. Mis met 3 geestelijken op het altaar zoals op kerkelijke feestdagen 5: kletsen 6: thuis zitten brengt niks op 7: er is weinig geld onder de mensen 8: geld, inkomsten waar geen belasting over wordt betaald Twee vrienden 2 Schielijk ging de voordeur open. Een kerel met twee krukken die hij meteen kletterend onder den biljart liet schuiven. Hij stormde naar de WC, door de meeste klanten hier het schijthuis of de plee genoemd. De gasten keken elkaar aan, ah ja, dat was toch den diejen die van de voormiddag aan het schooien was last de deuren. Het zat nip (*9) geloof k, zei Lon. Die zijnen boekhouder gaat dat niet weten, zei Sjef. Als het zo zit, laat ons dan nog maar eens drinken Marie, en ge doe zelf toch ook wel mee zeker zei Sjef met een vette knipoog naar Lon. De betrapte invalide pakte zonder één woord te zeggen zijn krukken vanonder het biljart en vertrok zichtbaar opgelucht naar buiten. Onze twee vrienden besloten om gezamenlijk naar de koer te gaan, in christelijk verband eens gaan pissen noemde Lon dat. Hoe is dat vorige week nog afgelopen Sjef, vroeg Lon belangstellend over het tussenschot kijkend en met een voor hem karakteristieke grijnslach op de lippen. Het was daor op Raopenburg toch nogal wat laoter als normaol? Hoe minder dat ge zegt als ge dan thuiskomt hoe beter, zei Sjef, dat weette gij zelf ook wel. Toen ik stillekens boven kwam gooide de vrouw sebiet (*10) de wekker naar mijnen kop. Ik zei alleen: ja ja vrouw, d n tijd die vliegt. Dat was meer dan vodde zat (*11). En s meirens? Boh, dat viel wel mee, het was zuust (*12) eender als de keer daarvoor. De papieren van de advocaat liggen op de schouw, ge moest ou schamen, zo laat. Wat gaan de buren daar niet van denken, enzovoort. Afijn, ge kent dat wel: Maar ze heeft wel wat gelijk vaneigen. Maar ja, het zal wel weer over gaan. Wel ja, knikte Lon, mijn moeder zei het vroeger al: Het gaat bij de koeien wel over (*13). En ze schokten allebei van het lachen als ze weer terug in de café kwamen. Ou dou wezen (*14) Jo, klonk het van achter de toog. Dat was bedoeld voor één van de toogzitters die bij de binnenkomst van twee baanmannen van d n Groenendijk de indruk gaf om te gaan spotten met het spraakgebrek van de kleinste van de twee. Ma-ma-ma-ma-ma- Marti-tini. Ondertussen had Marie al een glas witte Martini op de toog gezet zodat Chris den aierboer zonder al te veel gezichtsverlies bij zijn glas aan het hoeksken van de toog kon gaan staan. Het was een komisch duo, hij met Miel van Hyfte, beter bekend als d n visboer. Omdat hij vroeger met vis langs de deuren leurde natuurlijk. Zijn neus zag er uit als een onregelmatig

bevruchte aardbei met alle kleuren rood en blauw. Hij lachte van voor hij de deur van het café open stak tot hij weer naar buiten stapte en ik denk wel tot Groenendijk en nog verder. Ze kwamen van Rapenburg af. Hun bestelwagentje was volgens hen s meirens vol mee aiers van de Groenendijk vertrokken. Ze waren zo goed als uitverkocht aan de winkels en de cafés van Hengstdijk, Rapenburg en den Bosch. De auto was leeg maar zelf waren ze ongeveer vol, het was blijkbaar een veeleisend beroep om mee eieren te leuren. En dan de visboer zijn verhalen, meestal net zo pikant als de drogejeirikken (*15) die in volle zomer op zijn bakfiets moeten hebben gelegen. Als Miel begint te vertellen knikt Chris uit goede gewoonte gauw tussendoor naar Marie om er voor hun tweeën nog eentje in te schenken. Hij doet schichtig, alsof hij er eventjes niet bij hoort. Het vlees is beter dan de benen, en sommige gasten wisten wel al wat er ging komen. Maar jao, tussen de benen is het altijd nog het beste, vervolgde Miel schokschouderend en Chris liep voor de zoveelste keer die dag rood aan. Zijn hele bolle lijfje schudde van ondeugend lachen om de schuine praat. Ja, we zijn ook nog binnen gewist bij den bakker op Rapenburg, zijn vrouw wier vijftig jaor vandaog. Jarig of niet, als ze bij Lies buiten kwamen dan lachte Miel nog meer dan anders en was Chris zijn kop ook nog rooier dan anders. Vijftig jaor en nie gebeesd (*16), had Lies gezegd. Alleen van voor een beetje. Schaterend steeg de stemming in het café naar een roezig hoogtepunt. Ze hadden het ook nog over de niet meer dan menselijke problemen met haar dochters gehad blijkbaar. Want opvoeden is nie makkelijk. Ge keunt doen wa dagge wilt, maar jao, ge keunt r ouw and nie voor ouwen. Er werd flink op de toog geroffeld en de hele café schudde opnieuw van het lachen. Miel incasseerde als vanzelfsprekend zijn dagelijkse portie succes. Maar Marie achter de toog vond dat het zo wel genoeg was en probeerde om het gesprek in het café op een fatsoenlijker onderwerp te krijgen. Wa moe je gulder drinken van Sjef en Lon? Aan de toog werden de gewone gesprekken vervolgd en het door een voor mij onverklaarbaar toeval ontstane duo Chris en Miel ging hun eierenroute vervolgen, op weg naar de Groenendijk. We gaan eens naar Moeke Sas zeiden ze. Dat zal wel zukken werk zijn, zei Marie en ze begon maar weer de glazen te vullen. Even dachten onze twee vrienden er over om ook nog eens naar Moeke Sas te gaan maar het verse, schuimende pintglas deed die gedachte wegebben. Het volgende moment komen twee nieuwe klanten het café binnen. Lenard en Louis. Helemaal brandschoon (*17) waren ze niet en het was al gauw duidelijk dat ze kwamen om n n boom te kaarten. Uitleg nummer met * 9: op het nippertje, het kon niet wachten 10: meteen 11: meer dan genoeg 12: net 13: koeien kunnen spinnijdig zijn volgens kenners 14: houd je mond, gezicht 15: gedroogde bakharing 16: gebruikt 17: nuchter

De gaonde en de kommende man Na enkele grappen en grollen (*19) over en weer namen Louis en Lenard plaats aan het tafeltje van de twee vrienden. Geef ons us n n boek kaorten en een lei mee n kruitje (*20), zei Lenard. We gaon die mannen d r us opzetten (*21), want zelfverzekerd was onze commissionair wel. Maor geef us eest maor us een glas bier en bring oek (*22) n n assiebak mee. In geen tijd schoven de speelkaarten over de tafel heen en weer. Regelmatig hoorde je een flinke dreun op de tafel, vooral als er een goeie slag werd opgehaald. Er steeg een sigaren en sigarettendamp op alsof ze n n bussel mutsaord (*23) aangestoken hadden. Ondertussen was er aan de toog, bewust of onbewust, een boeiende dialoog ontstaan naar aanleiding van het korte maar hevige bezoek van Miel de visboer en zijn bolbuikige metgezel. Want opvoeden en vooral dan van dochters, dat was niet eenvoudig, dat was het minste wat ge er van kon zeggen. En als de natuur heftig roept dan is daar maar weinig tegen te doen. Zeker niet voor mannen, blijkbaar. Omdat vrouwen het ook toen altijd al gedaan hadden, dacht men dat het mannenvolk het grote slachtoffer was. Jao jong, zei Fons van d Ouwe Stoof. Mijn buurvrouw zee vorige week nog dat onze Wies moest gaan trouwen. Ze stond er glad nie van te kijken want de lesten tijd zagen de knieën van zijn zondagse broek mosgroen. Ge zou zo n meissen toch wat doen. Aan de kaarttafel had Lenard opgevangen waar het aan de toog over ging. Met een dampende sigaar in zijn mond mompelde hij grinnikend tegen zijn vrienden: Waor zouen ze het toch doen, waor zouen ze het doen, weette gulder da?. En het wijf van Pieken was oek gaon lopen, da s elemaol straf, n n vent alleen op den Bosch achterlaoten mee een café vol volk. Want café ouwen da kost ze, ze kwam altijd schoon voor den dag, misschien wel te schoon. En ze was oek wel wa jonger as ij. Je kon enige spijt en zeker jaloezie in de stem van de spreker horen doorklinken. Soms leek het ook wel positief wat er aan de toog over vrouwen werd verteld. Verdurmen, dien ouwen boer van Desnis, is drie keer getrouwd gewist. IJ aoi twee vrouwen verspeeld (*24) maor zijn derde, da was de beste. Die was tur nog zaokel k bij oek. Zakelijk bij wat verduidelijkte de spreker niet. Een net gearriveerde Bossenjeir had enkele collega s thuis afgeleverd na het werk aan de Schelde in de Prospeerpolder. Ze hadden halverwegen eerst al een bezoekje gebracht aan het café van Bertha op de Kauter. Lomp, braof en eet, dat waren volgens hem de beste eigenschappen van een vrouw. Hij hoorde bij de mannen die het blijkbaar en denkelijk ongewild wat moeilijk hadden met vrouwen. Je zou bijna denken dat ze er geen konden krijgen omdat ze het niet durfden te vragen. Gelukkig had je dan altijd nog vrouwen die er dan zelf werk van maakten, meestal zonder dat mannen het in de gaten hadden. Op ieder potjen past een dekselken, zei men vader wel eens. Alleen, het wupt wel us op. Het is eigenlijk al d n éélen dag de gaonde en de kommende man, zei Marie toen weer een nieuwe klant de deur open stak. Er waren er veel meer gekomen dan gegaan tot nu toe, dat wel. Bij de entree van den aannemer van Walsoorden werd het even stil. Nico was al d n hele dag loonzakjes aan het rondbrengen en er zaten twee mannen aan de toog voor wie hij hun weekgeld thuis had afgegeven. Geef ons us wa te drinken, want in die tijd was er veel werkvolk gebrek bij de aannemers in de streek. Je moest dus de bouwvakkers te vriend houden want voor een paar centen meer gingen ze s maandags naar n n anderen baas. En beste werkers waren het die aan de toog zaten, hij zou er direct nog een paar van kunnen gebruiken. Van het eventjes stilvallen van de gesprekken maakte hij handig gebruik om zelf het woord te nemen om een van zijn bekende anekdotes te vertellen. De meester vroeg aan de kinderkes van de vierde klas of zij wisten wat een hypotheek was. Het was lang muisstil totdat Jantjen, toch zeker niet de slimsten van den hoop, zijnen vinger op stak. Ik

weet het, zee Jantjen, hoewel de meester dat ernstig betwijfelde. Zeg het maar eens Jantjen, hoe weette gij dat. Jao jao meester, want mijn vaoder et tur twee. Geld was altijd het hoofdonderwerp van gesprek bij onze aannemer hij ging onverdroten verder. K eb nie lang op school gezeten, maor ik eb ondertussen geleerd om van een dubbeltjen een kwartjen te maoken. Uit eerdere verhalen was het bij de meeste aanwezigen duidelijk dat het vooral in de jaren na de watersnood van 1953 goed gelukt was en dat het niet bij kwartjes was gebleven. Er was veel werk en geld zat geweest in die tijd. Heropbouwen mocht alles kosten, geen probleem als er maar opgeleverd werd. Geef ons heden ons daogel ks brood en om de paor jaor ne watersnood. Dat was zijn korte en bondige slogan, duidelijk genoeg voor wie het snapte. Maor geef ons eest nog eens wat te drinken. Hij was nog maar net vertrokken als de deur nogal forsig wordt opgedaan. Een pront vrommes, zei Lenard tussen twee troefslagen door. Het was de vrouw van Pol, een van de heren aan de tap, die haastig en blozend door de kille avond was komen aanfietsen. Resoluut en hardhandig zette ze een tasje met daarin een blikken broodtrommel en een thermosfles koffie op de toog. Ier, ouwen knapzak van van den meirend die agge vergeten zijt. Neem die tas meirenvroeg maar mee want ge moet nog n n halven dag gaon werken, of waor de da vergeten soms. Even was het wat stiller en als ervaren cafévrouw suste Marie de gemoederen. Alli, alli, de mannen zijn nog nie zoe lang binnen, ij zal zo wel mee naar uis gaan. De al wat gekalmeerde echtgenote draaide zich half van de toog vandaan en zag dat onze twee vrienden haar goedkeurend bekeken, van haar enkels tot recht in haar ogen. Het liet haar zeker niet onverschillig. Joa, da s toch waor, al n n éélen dag van huis en nie g eten of gedronken, zei ze de mannen aankijkend. Gedronken zal wel gaon, zei Lon losjes en haar ogen schoten opnieuw vol koljeir. Gulder zij d allermaol eender, thuis een huis ouwen mee kinders en ier in het café zitten drinken. Ge most ulder schaomen. De conversatie verstomde enigszins en kort daarop vertrokken man en vrouw met de knapzak voor de volgende morgen. Het werd gaandeweg en ongemerkt later dien avond. Het was zo over elven geworden. Toen plotseling tegen half twaalf de deur onzacht openging en er twee politiemannen binnenstuikten. Hoge blinkende kaplaarzen, een veel te grote pet op de glimmende kop en voor wie goed keek, zeker nie nuchter. Het waren de opvolgers van veldwachter Martinet die op Rapenburg waren gestationeerd. Est ier geen sluten, zei opperwachtmeester Schelfhaut, bijgenaamd den Opper en niet verbergend dat hij uit het westelijk deel van Zeeuws-Vlaanderen kwam. Van de Groe. t Is al lang tijd gewist, zei wachtmeester de Beule. Ammaol d r uit, en vooruit opschieten of ge gao op de bon. Aan den toog was men niet al te zeer onder de indruk. Iemand vroeg net hard genoeg dat de heren van Hermandad het konden horen: Zou ulder moeder het wel weten dat ze hier zo verkleed rondlopen? De Beule werd al meteen woest, maar den Opper was wijs genoeg om net te doen of hij het niet gehoord had. Wij komen over tien minuten terug en dan is iedereen buiten, zegt hij, edde da g hoord van Dijk? Het werd wel even stil in het café en de meeste heren begonnen toch maar hun pint leeg te drinken en aanstalten te maken om te betalen en het af te trappen. Voor Louis aan de tafel was het duidelijk. Als we er nog een n willen drinken dan moeten we vlug zijn mannen. A gauw nog vier bier Marie, da kan nog schoon voordat die blauwe kjeirels terug zijn. Ge keu toch wel zien dat ze zelf oek zat zijn. Marie repte zich om de bestelling uit te voeren want ze wist dat Louis toch niet zou afgeven. Maar wat ze niet verwacht hadden gebeurde toch. Daar aoide ze weer, de polies. Héél koljeirig deze keer, vertelde Jef later op de markt in Hulst. De meeste gasten haastten zich naar buiten want het was eigenlijk toch al veel te laat. Aan de tafel stonden Lenard en Louis op één meet en ze wilden persee d n boom uitspelen. We zijn zo klaar de Beule, nog één meete en t es gedaone. Marie probeerde duidelijk te maken dat

ze liever had dat de heren kaarters direct vertrokken maar dat was geen avance. Gulder krijgen nou een bekeuring, zei de Beule en van Dijk ook. Den Opper had het liever wat kalmer aan gedaan maar de wachtmeester was niet te stuiten. In naam der wet, geef uldere naam. Voor drie van de vier heren kaarters was dat geen probleem, ze dachten niet daar verder iets van zou komen. t Zou wel mee ne sisser aflopen, het was niet de eerste keer dat ze zoiets meemaakten. Louis echter trok nog eens goed aan Elisabeth Bas, zijn favoriete merk sigaar, en blies een bom rook duidelijk in de richting van de nu ook innerlijk zeer opgewonden politieman. In naom der wet, Van Deuizen je naom. Opnieuw vertrok er een flinke rookpluim in de richting van de kleine man met pen en bloknoot. Van Deuizen, je naom Ge zij zoe maar geen tachtig mannen, zei Louis in de richting van zijn kaartmaten. Het viel op dat hij het grensdialect van de politieman imiteerde. Van Deuizen, je naom, ik zeg het ou de laoste keer, of ge gaot op d n bon. Louis goot in één teug het glas leeg in zijn gretige mond, liet een flinke boer en keek d n ongelukkige politieman strak aan. Ludovicus van Deursen, vijfentzestig jaor. Ja, vijfentzestig jaor. En nie bang. De kaarters met de twee vrienden stonden op en gingen inwendig grinnikend naar buiten. Mielejaarde, het is weer laot g oren zegt Sjef. Jao manneken, d n tijd vliegt antwoordt Lon. Marie ruimt ondertussen de laatste glazen, flessen en assiebakken op om haar volle medewerking aan de heren van de wet te tonen. Toe mannen, drinkt gulder nog een borrelken, het is ne langen dag gewist. Ze zette twee borrelglaasjes op de toog en liet ze handig vollopen met jonge klaren. Ze bleef de fles uitnodigend omhoog houden en schonk direct nog een tweede in. Dat moest toch wel lukken zeker dat ze nog eens terugkwamen, dacht ze bij haar eigen. Ze verwachtte dat de twee nog wel even aan de toog zouden blijven staan en dat er voor niemand een boete zou volgen. Vanuit de halfopen staande deur van de keuken kon Piet de toog en de plisiemannen in de gaten houden. Het zal weer wel zukken werk zijn mompelde hij in zijn eigen en hij dronk zijn laatste glas leeg. Toelichting: Strekking van dit verhaal is het vroegere uitgaansleven van Hengstdijk. Op het einde van de week, na het werk, gingen velen naar het café om samen een glas te drinken. Door allerlei omstandigheden, meestal vrolijke, werd het dan wel eens wat te laat. Dat heb ik persoonlijk nooit erg gevonden en ik moedig alle Hengstdijksenaars aan om die oude traditie in ere te houden. Niks mooiers dan samen te genieten van een goed glas, te lachen en oude koeien uit de sloot te halen. In het dialect van Hengstdijk en directe omgeving liefst. En om af en toe eens iets te laat thuis te komen. Het mag weer! Edy Compiet Verhaal geschreven door Edy Compiet in december 2010 voor hengstdijk.eu. Het gebruik van de tekst of gedeeltes uit de tekst is uitsluitend toegestaan voor eigen gebruik. Voor vragen over het gebruik kunt u een email sturen naar info@hengstdijk.eu Team hengstdijk.eu, 2011