Dordrecht Ondergronds 10 GEMEENTE DORDRECHT, SINT JORISWEG 76, SCHOUWBURG KUNSTMIN.



Vergelijkbare documenten
Dordrecht Ondergronds 51. Gemeente Dordrecht, Schrijversstraat 7. Een archeologisch bureauonderzoek.

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 8 DORDRECHT, LEEUWSTRAAT E.O.

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Dordrecht Ondergronds 33

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan

Dordrecht Ondergronds Waarneming 3 DORDRECHT, BOOMSTRAAT, BOLWERK, MERWEKADE

Dordrecht Ondergronds 41. Gemeente Dordrecht, onderzoeksgebied Oranjepark.

Dordrecht Ondergronds 19. Gemeente Dordrecht, plangebied Leerpark Noordzijde, Prof. Kohnstammlaan, Dordrecht.

Dordrecht Ondergronds 24

Dordrecht Ondergronds 20 GEMEENTE DORDRECHT, PLANGEBIED SPUIWEG 17/19.

Dordrecht Ondergronds 18. Gemeente Dordrecht, plangebied Zuidendijk 363a, John F. Kennedyschool.

Dordrecht Ondergronds 33

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Dordrecht Ondergronds 22. Gemeente Dordrecht, plangebied Merwedestraat 56, scheepswerf Hoebée.

Dordrecht Ondergronds 42. Sint Jorisweg 76, schouwburg Kunstmin, gemeente Dordrecht

Dordrecht Ondergronds 47. Gemeente Dordrecht, Noorderelsweg 16.

Dordrecht Ondergronds, Waarneming 7

Dordrecht Ondergronds 13 GEMEENTE DORDRECHT, PLANGEBIED WATERBERGING PAPETERSPAD.

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 3 DORDRECHT, WILGENBOS-DRAAI

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg en Archeologie

Dordrecht Ondergronds 49. Gemeente Dordrecht, Peppellaan 3, Dubbeldam.

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg en Archeologie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Inhoud bijlage bij de toelichting. Stedenbouwkundige opzet Archeologisch vooronderzoek. Historisch bodemonderzoek met bijlagen

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Dordrecht Ondergronds 27

Dordrecht Ondergronds 38. Gemeente Dordrecht, plangebied Kerkeplaat 8-10, Dordrecht.

Dordrecht Ondergronds 44. Gemeente Dordrecht, Groenmarkt

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 4. Dordrecht, plangebied Grotekerkstuin

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Archeologische Quickscan

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Dordrecht Ondergronds 29

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

Wiarda Beckman plantsoen Dordrecht

Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg en Archeologie

Oudendijk 162a Dordrecht

memo Locatiegegevens: Inleiding

Dordrecht Ondergronds 39. Gemeente Dordrecht, plangebied Grevelingenweg, Dordrecht.

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 12. DORDRECHT, OUD-KRISPIJN ZUID Deelgebied 3

Kastanjes van de kade

RAAP-NOTITIE Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

MEMO. Projectgegevens

Iepenlaan 35 Dordrecht

BUREAUONDERZOEK NAAR DE ARCHEOLOGISCHE WAARDE VAN HET PLANGEBIED ELSHOF TE KLEINE SLUIS GEMEENTE ANNA PAULOWNA

Oudendijk 162a Dordrecht

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 9 DORDRECHT, WILGENLAAN - ESDOORNLAAN

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Hoorn. 1 h APR. Gemeente Opmeer t.a.v. dhr. M. Goverde Postbus ZK Spanbroek. Hoorn, Geachte heer Goverde,

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Burgemeester de Bruïnelaan Gemeente Zwijndrecht

Nieuwbouw kinderdag centrum, De Sitterstraat tussen 3-9. Dordrecht

MEMO. Alphen aan den Rijn. Stevinstraat CR ALPHEN AAN DEN RIJN. Contactpersoon opdrachtgever Dhr. R. Teunisse; (0172) / (06)

Plangebied naast Warfhuisterweg 12 te Wehe-Den Hoorn (gemeente De Marne) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Quickscan Archeologie. Bedrijfsunits te Deil. Gemeente Geldermalsen

4 Archeologisch onderzoek

Dordrecht Ondergronds 35

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Bureau voor Archeologie. Plan van Aanpak booronderzoek Achterdijk 2-1, Arkel, gemeente Giessenlanden

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 16 DORDRECHT, PLANGEBIED HOFKWARTIER VEST 94-98

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische Quickscan Eerste Oosterparkstraat (QSnr ) Stadsdeel: Centrum Adres: Eerste Oosterparkstraat

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Bureau voor Archeologie Rapport De Limiet 19-23, Vianen, gemeente Vianen: een booronderzoek

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

Libau, 10 augustus Tracé Aduard - Dorkwerd Een Archeologisch Bureauonderzoek

Heesch - Beellandstraat

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Vernieuwbouw WZC Zonnewende, Kapellen. Programma van Maatregelen. E.N.A. Heirbaut Met bijdrage van M.J. Nicasie

Aanleg van parkeerplaats en regularisatie van tennisvelden. T.C. Wingfield, Vrouwvlietstraat 65, Mechelen. Programma van maatregelen. E.N.A.

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologische MonumentenZorg

Nieuwe Noordpolderweg 1, Vlijpark, gemeente Dordrecht

Torenstraat achterzijde Dordrecht

Oranjepark 13 Dordrecht

Bagijnhof 14, Dordrecht. Aanleg liftschacht, Van Haren Schoenen. 62 Dordrecht Ondergronds. Een archeologische begeleiding met aanvullende grondboring

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

30 sept OU

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Archeologische Quickscan. Uitbreiding zwembad t Bun Staartweg 30, Urk (gemeente Urk)

Transcriptie:

Dordrecht Ondergronds 10 GEMEENTE DORDRECHT, SINT JORISWEG 76, SCHOUWBURG KUNSTMIN. Een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen. M.C. Dorst Afbeelding: De schouwburg Kunstmin op een prentbriefkaart uit 1911. 2010 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie 1

Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst M.C. Dorst Redactie D.B.S. Paalman Afbeeldingen Bureau Monumentenzorg & Archeologie Vormgeving Bureau Monumentenzorg & Archeologie Drukwerk Bureau Monumentenzorg & Archeologie Uitgave Gemeente Dordrecht, juli 2010 Gemeente Dordrecht Sector Stadsontwikkeling / Afdeling Inrichting Stadsdelen Bureau Monumentenzorg & Archeologie Postbus 8 3300 AA Dordrecht T (078) 639 64 02 monarch@dordrecht.nl www.dordecht.nl/archeologie Gemeente Dordrecht, 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch databestand of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave dient men zich tot de uitgever te wenden. 2

Inhoud 1. Inleiding... 4 1.1 Algemeen...4 1.2 Administratieve gegevens...5 2. Gegevens plan- en onderzoeksgebied en het bureauonderzoek... 6 2.1 Plan- en onderzoeksgebied en huidig grondgebruik...6 2.2 Geplande werkzaamheden...6 2.3 Bureauonderzoek...6 2.4 Archeologische verwachting en advies...11 3. Doel- en vraagstellingen... 12 4. Veldwerk... 13 4.1 Methoden...13 4.2 Onderzoeksresultaten...14 4.2.1 Lithostratigrafie...14 4.2.2 Archeologie...15 5. Conclusies en Aanbevelingen... 16 Literatuur... 18 Afkortingen... 19 3

1. Inleiding 1.1 Algemeen In de schouwburg Kunstmin, aan de Sint Jorisweg 76 te Dordrecht, zullen renovatiewerkzaamheden aan de funderingen worden uitgevoerd. Waarschijnlijk zullen ook de bestaande kelders worden uitgebreid en/of verdiept. Aangezien hierbij ongeroerde grond vergraven kan worden, kunnen ook mogelijke archeologische waarden worden verstoord. Op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Dordrecht geldt voor de locatie een middelmatige verwachting op de aanwezigheid van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen. In opdracht van Projectmanagement van de gemeente Dordrecht is door het Bureau Monumentenzorg & Archeologie een inventariserend booronderzoek uitgevoerd. Voor de uitvoering van het veldwerk is een Programma van Aanpak 1 opgesteld en geaccordeerd door de bevoegde overheid, de gemeente Dordrecht. Het (hoofd)doel van het onderzoek was het inventariseren van de mogelijkheid of er door de voorgenomen graafwerkzaamheden archeologische waarden kunnen worden verstoord. Aan de hand van een bureauonderzoek is een archeologische verwachting opgesteld, die door middel van een booronderzoek in het veld is getoetst. Dit document betreft de rapportage van het bureauonderzoek en het veldwerk. De gegevens van het plangebied, de aanleiding voor het onderzoek, de resultaten van het bureauonderzoek en een archeologische verwachting zijn weergegeven in hoofdstuk 2. De doel- en vraagstellingen staan vermeld in hoofdstuk 3 en in hoofdstuk 4 zijn de onderzoekmethoden en de resultaten van het veldwerk beschreven. Ten slotte zijn in hoofdstuk 5 de conclusies en aanbevelingen verwoord. 1 Dorst, 14-06-2010, bijlage 1 in offerte. 4

1.2 Administratieve gegevens Aard onderzoek bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen Projectcode 1007 ARCHIS Onderzoeksmeldingsnr. 42087 Vondstmeldingsnummer n.v.t. Periode n.v.t. Datum onderzoek 6 juli 2010 Plangebied Sint Jorisweg 76 Provincie Zuid Holland Gemeente Dordrecht Plaats Dordrecht Toponiem Schouwburg Kunstmin Kaartblad 38C RD-coördinaten NW 105.560 / 425.720 NO 105.601 / 425.668 ZO 105.530 / 425.649 ZW 105.539 / 425.696 Kadastrale gegevens DDT00, sectie C, perceel 6606 Opdrachtgever Contactpersoon Uitvoerder(s) Projectleider Uitvoering Autorisatie Bevoegde overheid Autorisatie onderzoek Autorisatie rapport Gemeente Dordrecht, Projectmanagement Postbus 8 3300 AA Dordrecht mevr. M.A. Kiewiet (projectmanager) ME.Kiewiet@dordrecht.nl Bureau Monumentenzorg & Archeologie dhr. M.C. Dorst dhr. M.C. Dorst & dhr. J.A. Nipius Gemeente Dordrecht mevr. H. Kromkamp (bureauhoofd M&A, namens B&W) mevr. J. Hoevenberg (senior-archeoloog) Archivering projectgegevens en vondstmateriaal Digitaal Archief Bureau Monumentenzorg & Archeologie (www.dordrecht.nl/archeologie) / e-depot Nederlandse Archeologie (http://www.dans.knaw.nl) Analoog Archief Bureau Monumentenzorg & Archeologie en het Stadsdepot/Erfgoedcentrum DiEP 5

2. Gegevens plan- en onderzoeksgebied en het bureauonderzoek 2.1 Plan- en onderzoeksgebieden en huidig grondgebruik De plan- en onderzoeksgebied betreft het pand van de schouwburg Kunstmin aan de Sint Jorisweg 76 te Dordrecht. Het ligt tussen de straten Sint Jorisweg, Matena s Pad en de Singel en heeft een oppervlak van circa 1980 m² (afb. 1 en 6). Afb. 1. De ligging van het onderzoeksgebied schouwburg Kunstmin aan de Sint Jorisweg 76 te Dordrecht (rode cirkel). 2.2 Geplande werkzaamheden De funderingen, palen, kelders en kruipruimtes van het pand zullen worden gerenoveerd. Over de exacte methode waarop de funderingen worden vernieuwd is nog geen besluit genomen. Daarnaast is er de wens om de bestaande kelders en kruipruimtes te verdiepen en uit te breiden. Ook hierover zijn nog geen concrete plannen gemaakt. Ten tijde van het veldonderzoek was de exacte verstoringsdiepte van de geplande bodemverstoring niet bekend. 2.3 Bureauonderzoek Landschapsontwikkeling en lithostratigrafie op basis van bekende archeologische en historische gegevens. Op basis van de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Dordrecht (2009, kaartbijlage 3) en (boor)onderzoeken die in de directe omgeving van het plangebied zijn uitgevoerd, is over de globale bodemopbouw het volgende te zeggen: 6

Het onderzoeksgebied bevindt zich naar verwachting in het komgebied tussen de middeleeuwse rivieren de Merwede en de Dubbel. Dieper gelegen zal een veenpakket aanwezig zijn. Het veen behoort tot de Formatie van Nieuwkoop en betreft het Hollandveen Laagpakket. Hierop zal een pakket komklei aanwezig zijn. Dit is afkomstig van de hoogwaterfases in de rivier de Merwede, waarbij ook ver buiten de geul klei is afgezet in het veenmoeras. Op het niet-geërodeerde veen is hierbij een laag bruinbruingrijze, licht venige klei afgezet. Deze heeft gemiddeld een dikte tussen circa 10 en 30 cm. Dit pakket zal dateren uit de periode vóór het in cultuur brengen van het landschap; vermoedelijk tussen de pre-romeinse periode en de 10 e eeuw. De top van deze afzettingen was ten minste gedurende de Late Middeleeuwen het maaiveldniveau. Vanaf circa de 10 e -11 e eeuw werd begonnen met het in cultuur brengen van het klei-opveenlandschap, waardoor het geschikt werd voor landbouw en bewoning. Zo ontstond uiteindelijk in de 13 e eeuw de Groote of Zuid-Hollandse Waard. De aanleg van kaden en dijken langs de rivieren in dit rondom bedijkte gebied was waarschijnlijk een eerste noodzaak om het land te beschermen tegen overstromingen. In het kielzog van de ontginning zijn al snel ook achter- en zijkaden (zijdewinde) en uitwateringssluizen nodig geweest. De ontginning en de ermee gepaard gaande ontwatering hadden inklinking van het klei-op-veenlandschap tot gevolg, waardoor het land binnen de Groote Waard steeds lager kwam te liggen. De waterbeheersing werd dus steeds belangrijker, de rivieren moesten buitengehouden en gecontroleerd kunnen worden en regenwater moest adequaat worden afgevoerd. Door een verhoogde activiteit van de rivieren werd het noodzakelijk om het land nog beter te beschermen. Tussen circa 1270 en 1282 werden vermoedelijk ook de Maas en Dubbel afgedamd. 2 In deze dammen zaten naar verwachting wel sluizen, zodat de rivier voor scheepvaart beschikbaar bleef en de waterstand zelf kon worden gereguleerd. Hierdoor werden de rivieren als het ware stilgelegd en werden het in feite dode rivieren die snel verlandden. Door (illegale) moernering 3 en een veranderende waterhuishouding in de rivieren, onder andere door de aanleg van de dammen, kwamen de buitendijken van de Groote Waard nog extra onder druk te staan. Het drooghouden van de waard bleek uiteindelijk niet mogelijk en mede ten gevolge van de St. Elisabethsvloeden 1421-1424, overstroomden grote delen. Door dit zoute water konden er in de lagere delen van het overstroomde landschap, met name in de riviergeulen en de sloten, brakwaterkokkels leven. Deze komen vaak in grote getale in de bovenste, sterk organische opvullingen voor. Aangezien het milieu kort daarop weer verzoette, zijn deze kokkels niet volgroeid en komen ze voor in levenshouding. 4 Als gevolg van de overstromingen werd de landbouwgrond economisch onbruikbaar en uiteindelijk als verloren beschouwd en opgegeven. Gedurende of direct na de overstroming van 1421 werden de nederzettingen vermoedelijk verlaten. Nadat ook de dijken langs de Merwede doorbraken veranderde de Groote Waard in een ondiep zoetwatergetijdengebied, het Bergsche Veld. 5 Dit is waarschijnlijk al in het jaar 1422 gebeurd. 6 Tussen circa 1421/1422 en 1603 is een dik pakket grijze klei en zand afgezet; het zogenaamde Merwededek. Dit zijn de jongste afzettingen die gerekend worden tot de Formatie van Echteld. Vanaf circa het begin van de 17 e eeuw was het land op de locatie van het onderzoeksgebied al hoog genoeg opgeslibd om het weer in 2 Henderikx 1977, 199. Van der Ham 2003, 25-26. 3 Moernering of selnering is het afgraven, darinckdelven, van het veen voor brandstof (turf) en de winning van zout. 4 Het gaat om de tweekleppige Cerastoderma glaucum die worden aangetroffen alsof ze in leven waren; dus in een kolonie waarin vrijwel alle exemplaren met gesloten kleppen aanwezig zijn. 5 De Biesbosch is een restant van dit getijdensysteem. 6 Wikaart et al 2009, 67 voetnoot 1, refererend aan een aanname van Gottschalk 1975. 7

cultuur te brengen. Samengevat zal de bodemopbouw in de onderzoeksgebieden, van onder naar boven, bestaan uit: - het Hollandveen Laagpakket; de Formatie van Nieuwkoop - komafzettingen van de Merwede, Formatie van Echteld - mogelijk zijn er afzettingslagen van de St. Elisabethsvloeden aanwezig die gekenmerkt worden door de aanwezigheid van brakwaterkokkels. De afzettingen kunnen wellicht gerekend worden tot de Formatie van Naaldwijk en dateren uit de periode 1421-1422. De aanwezigheid van deze afzetting kan duiden op aanwezigheid van ingravingen uit de Late Middeleeuwen, zoals sloten. - het zogenaamde Merwededek, de afzettingen van het Bergsche Veld. Dit is afgezet toen het gebied na de St. Elisabethsvloeden onder water kwam te staan. De afzettingen kunnen gedateerd worden tussen circa 1421/1422 en 1603 en betreffen de jongste afzettingen van de Formatie van Echteld. - Gezien de ligging in de stad zijn er waarschijnlijk ook antropogene ophogingen aanwezig die gedateerd kunnen worden in de periode begin 17 e 19 e eeuw. Bekende historische en archeologische gegevens Het onderzoeksgebied ligt op de archeologische verwachtingskaart van de gemeente Dordrecht in een zone met een middelmatige verwachting op aanwezigheid van archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen. 7 De reden hiervoor is de ligging in het komgebied van de rivier Merwede. Deze locaties waren, in tegenstelling tot de oeverzones, minder favoriet als nederzettingslocatie. In de directe omgeving is in het verleden slechts één archeologisch onderzoek uitgevoerd, namelijk aan het Kromhout 151-161, enkele honderden meters ten zuidwesten van het onderzoeksgebied. 8 Hier is het Hollandveen aanwezig op circa 5 m mv. Hierop is een laag komklei aanwezig waarvan de top ligt op circa 4,7 m mv. Dit is het oude laat-middeleeuwse landschapsniveau van vóór 1421. Op dit pakket is aan afzetting aanwezig waarin brakwaterkokkels aanwezig zijn; waarschijnlijk kan deze afzetting geassocieerd worden met de St. Elisabethsvloed. Het hierop gelegen pakket betreft het Merwededek dat is afgezet tussen circa 1421/1422 en 1603. In één boring is mogelijk een (menselijke of natuurlijke) watergang (restgeulafzetting) uit de periode vóór 1421 aanwezig. 7 Archeologische verwachtingskaart van de gemeente Dordrecht 2009, kaartbijlage 3. 8 De Boer & Van der Laan 2008. 8

Dordrecht Ondergronds 10 Vanaf het moment dat de locatie weer droog was komen te liggen, is het gebruikt als gebied voor moes- en siertuinen voor stadsbewoners en als bleekterrein (afb. 2). Afb. 2. Het plangebied (blauwe cirkel) bij benadering weergegeven op een uitsnede van de kaart van Janssonius uit circa 1640-1647. Het nieuw gewonnen land waarin het onderzoeksgebied gelegen is, wordt gebruikt als stadstuin, bleekveld en houtstapelplaats. Op een kaart van Romeyn de Hooge uit circa 1676 is het huidige stratenplan en de exacte locatie van het plangebied in detail herkenbaar (afb. 3). 9

Afb. 3. Het plangebied (rood) weergegeven op een uitsnede van de kaart van Romeyn de Hooge uit circa 1676. Het gebied is aangemerkt als Tuinen en er zijn bomen en slootjes aangegeven. Gedurende het eerste kwart van de 19 e eeuw wordt het plangebied bebouwd. Veel elementen, zoals de perceelsindeling en de slootjes langs de wegen en paden zijn in het begin van de 19 e eeuw nog aanwezig (afb. 4). Afb. 4. Het plangebied (rood) weergegeven op een uitsnede van de kadastrale kaart uit circa 1830. Langs de Sint Jorisweg en het Matena s pad is bebouwing aanwezig. Vanaf 1864 wordt er op de locatie het eerste pand van de Vereniging Kunstmin gebouwd. 9 Dit theater lag vrijwel op dezelfde locatie als de huidige schouwburg, die in 1890 wordt gebouwd (afb. 5). Waarschijnlijk ligt deze grotendeels op het grondplan van haar voorganger. 9 Grondplan in archief DiEP, inventarisnummer 551_45009. 10

Afb. 5. De schouwburg Kunstmin op een prentbriefkaart uit 1911, gezien vanaf de Sint Jorisweg in noordelijke richting. Op de voorgrond is nog een deel van een slootje te zien dat deel uitmaakte van de originele 17 e eeuwse perceelsindeling. (DiEP inventarisnummer 52_401715). 2.4 Archeologische verwachting en advies Op grond van bovenstaande informatie kan de volgende archeologische verwachting voor het plangebied worden opgemaakt: - De kans op aanwezigheid van archeologische waarden uit de prehistorie (Neolithicum-Romeinse periode) is laag. - Er is een middelmatige kans op aanwezigheid op bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen. Deze kunnen aanwezig zijn op de komafzettingen van het verdronken klei-op-veen-landschap, direct onder het Merwededek. De diepteligging en mate van erosie hiervan zijn voor het onderzoeksgebied onbekend. - In de periode begin 17 e eeuw - begin 19 e eeuw is de locatie in gebruik als moes- /siertuin. Van bebouwing is dan nog geen sprake. De landbouwpercelen waren omgeven door slootjes die ten dele nog in het begin van de 20 e eeuw open en in gebruik waren. - Gedurende het eerste kwart van de 19 e eeuw is er bebouwing op het terrein aanwezig. In 1864 wordt de voorloper van de huidige schouwburg gebouwd. De nieuwbouw uit 1890 ligt vermoedelijk grotendeels op het grondplan van de oudere schouwburg. Door het Bureau Monumentenzorg & Archeologie van de gemeente Dordrecht is geadviseerd om de archeologische verwachting te toetsen door middel van een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen. 11

3. Doel- en vraagstellingen Het hoofddoel van het veldwerk is het inventariseren van de mogelijkheid dat bij de voorgenomen graafwerkzaamheden archeologische waarden verstoord gaan worden. Afhankelijk van de resultaten van het veldwerk dient te worden vastgesteld of er mogelijk archeologische waarden verstoord zullen worden. Indien dit zo is, dan zal een aanbeveling geformuleerd moeten worden hoe om te gaan met deze archeologische waarden (ontzien door planaanpassing of archeologisch vervolgonderzoek). Voor het veldwerk zijn in het PvA de volgende vraagstellingen geformuleerd: 10 1. Hoe is de bodemopbouw in het plangebied? En specifiek, wat is de diepteligging en conservering van het laatmiddeleeuwse landschap? 2. Zijn er archeologische indicatoren aanwezig die wijzen op de aanwezigheid van bewoningssporen uit, met name de Late Middeleeuwen? En zo ja, wat zijn hiervan de aard, locatie en diepteligging? 3. Zijn er aanwijzingen voor de aanwezigheid van andere (dan bovengenoemde) archeologische waarden in het plangebied? En zo ja, wat is hiervan de aard, locatie, diepteligging en mogelijke datering? 10 Dorst, 14-06-2010, bijlage 1 in offerte. 12

4. Veldwerk 4.1 Methoden Het archeologisch onderzoek, dat plaatsvond op 6 juli 2010, is uitgevoerd door middel van boringen. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de richtlijnen voor prospectief booronderzoek conform de KNA 3.2. De bevoegde overheid is de gemeente Dordrecht. Aangezien inpandig boren niet mogelijk was, zijn de boringen rondom de bebouwing van de schouwburg Kunstmin geplaatst (afb. 6). De boringen zijn doorgezet tot in de top van het (Holland)veen (Formatie van Nieuwkoop) of tot een maximum van 4 m - mv. In totaal zijn er 5 boringen gezet, waarvan er één door aanwezig puin niet doorgezet kon worden (B5). 105.510/425.740 105.635/425.740 B3 B2 Matena's Pad 76 B4 B1 B5 Sint Jorisweg Singel 105.510/425.615 Legenda: = bebouwing Kunstmin = plangebied B1 = boorlocaties 0 20 m Afb. 6. De locaties van de boringen in het plangebied Sint Jorisweg 76, schouwburg Kunstmin. 13

4.2 Onderzoeksresultaten Allereerst zal de lithostratigrafie van het plangebied worden besproken, gevolgd door de archeologische aspecten. 4.2.1 Lithostratigrafie Een geïnterpreteerd lithostratigrafisch profiel is weergegeven in afbeelding 7. De aangetroffen bodemafzettingen zijn, van beneden naar boven, in te delen in de volgende vier lithostratigrafische eenheden: Organisch pakket A In twee boringen bestaat het diepst aangeboorde pakket uit bruin, mineraalarm (bos)veen met resten van (wortel)hout en sporadisch rietresten. Van dit pakket is alleen de top aangeboord, de dikte is niet bepaald. De top van het veen ligt tussen 4,6 m mv (B1) en 3,6 m mv (B4). Organisch pakket A behoort tot de Formatie van Nieuwkoop; het Hollandveen Laagpakket. Klastisch pakket 1 Op het veen is een pakket (licht) bruingrijze siltige klei aanwezig. In het pakket zijn venige lagen en sporadisch enkele houtresten en veenbrokjes aanwezig. In het westen heeft het pakket een dikte van circa 1,8 m (B1). In de boringen 2 en 3 is de onderzijde niet bereikt. De top van deze afzetting was ten tijde van ten minste de Late Middeleeuwen het maaiveld. Dit is geërodeerd door het water van het Bergsche Veld (klastisch pakket 3) en ligt tussen 2,78 m mv (B1) en 3,75 m mv (B3). Klastisch pakket 1 kan geïnterpreteerd worden als een komkleiafzetting van de Merwede. De afzettingen van klastisch pakket 1 behoren tot de Formatie van Echteld. Klastisch pakket 2 In alle boringen is op klastisch pakket 1 een laag klei en zand aangetroffen. Het onderste niveau bestaat uit grijs zand met kleilensjes en schelpen van zoetwaterslakken. Het bovenste traject bestaat uit bruingrijze siltige klei met humusvlekken en schelpen van zoetwaterslakken. Dit is het zogenaamde Merwededek dat is afgezet ten tijde van het zoetwatergetijdengebied het Bergsche Veld, tussen circa 1422 11 en 1603. Klastisch pakket 2 betreft de jongste afzettingen die behoren tot de Formatie van Echteld. Opgebracht en verstoord pakket Waarschijnlijk is overal, voorafgaand aan de vroegste bebouwing in het begin van de 19 e eeuw, een pakket ophogingsgrond opgebracht. Dit pakket, en de top van het hieronder gelegen Merwededek, is overal verstoord. Gezien het bouwpuin in dit pakket in boring 2, betreft dit mogelijk een opvulling van de 17 e 18 e eeuwse sloot die langs het Matena s pad lag. (zie paragraaf 2.3). 11 Wikaart et al 2009, 67 voetnoot 1, refererend aan een aanname van Gottschalk 1975. 14

0 M NAP B1-0,12 m NAP B2-0,32 m NAP B3-0,42 m NAP B4-0,24 m NAP geel bouwzand en grijze klei, matig zandig puintjes 1 M antropogeen geel bouwzand en grijze klei, matig zandig bouwpuin geel bouwzand en grijze klei, licht zandig puintjes bruingrijze klei, matig zandig bouwpuin 2 M grijze zandige klei, humusvlekken, zoetwaterschep zoetwatergetijdeafzetting antropogeen antropogeen abrupt bruingrijs klei, licht zandig, humus 1 zoetwaterschelp zoetwatergetijdeafzetting 3 M abrupt erosief diffuus antropogeen grijs zand, kleilensjes zoetwaterschelp zoetwatergetijdeafzetting grijsbruin klei, licht zandig humus 1 / licht venig komafzetting erosief diffuus licht bruine klei, hout 1, veenbrokje komafzetting geleidelijk blauwgrijs zand, humus 1 kleilensjes zoetwaterschelp zoetwatergetijdeafzetting bruingrijs klei, licht zandig humus 1 / licht venig hout 1, komafzetting geleidelijk licht bruin veen, kleiig, hout 1, komafzetting lcihtgrijs klei, licht zandig zoetwatergetijdeafzetting grijs zand, kleilensjes zoetwatergetijdeafzetting erosief grijs zand, kleilensjes zoetwaterschelp zoetwatergetijdeafzetting licht grijsbruine klei, humus 2 / venig komafzetting 4 M 5 M diffuus diffuus grijsbruine klei, gelaagd meer en minder venige klei komafzetting bruin veen, mineraalarm hout- en rietresten licht bruine klei, licht zandig komafzetting erosief geleidelijk grijze klei, licht zandig humusvlekken komafzetting grijsbruine klei, licht zandig humus 1 / venig, hout 1 komafzetting geleidelijk bruin veen, mineraalarm houtresten Legenda: = veen, Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket = komafzetting Merwede, Formatie van Echteld = zoetwatergetijdengebied het Bergsche Veld (Merwededek), Formatie van Echteld = Opgebracht/verstoord pakket Afb. 7. De geïnterpreteerde lithostratigrafische bodemprofielen in boringen B1-B4. Voor de ligging van de boringen zie afbeelding 6. 4.2.2 Archeologie Afgezien van een waarschijnlijk 17 e 18 e eeuwse sloot op de locatie van boring 2, zijn er geen andere archeologische indicatoren in de boringen aangetroffen. 15

5. Conclusies en Aanbevelingen Op 6 juli 2010 is een inventariserend booronderzoek uitgevoerd in het plangebied Sint Jorisweg 76, de schouwburg Kunstmin te Dordrecht. Ten aanzien van de geformuleerde vraagstellingen kan het volgende worden geconcludeerd: 1. Hoe is de bodemopbouw in het plangebied? En specifiek, wat is de diepteligging en conservering van het laatmiddeleeuwse landschap? Er sprake van een geërodeerd komklei-op-veen landschap. Op het Hollandveen is een relatief dik pakket komklei aanwezig, waarvan de top nu tussen 2,78 m en 3,75 m mv ligt. De oorspronkelijke top van deze afzetting was het maaiveld ten tijde van de Late Middeleeuwen tot de St. Elisabethsvloed van 1421. Het laatmiddeleeuwse landschap is, waarschijnlijk vrij sterk, geërodeerd door het water van het Bergsche Veld. Dit zoetwatergetijdengebied heeft, tussen circa 1422 en begin 17 e eeuw, het zogenaamde Merwededek afgezet. Voorafgaande aan de bebouwing rond het begin van de 19 e eeuw is er waarschijnlijk nog een pakket ophogingsgrond opgebracht. Dit, en de top van het onderliggende Merwededek, is door latere 20 e eeuwse bouw- en graafwerkzaamheden verstoord. 2. Zijn er archeologische indicatoren aanwezig die wijzen op de aanwezigheid van bewoningssporen uit, met name de Late Middeleeuwen? En zo ja, wat zijn hiervan de aard, locatie en diepteligging? In de top van het verdronken (laat-middeleeuwse) landschap zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Alleen in de top van het Merwededek is een mogelijke sloot(opvulling) aanwezig. De sloot kan gedateerd worden in de 17 e 18 e - eeuw en behoorde tot de stadstuinpercelen die hier in deze periode aanwezig waren. Specifiek gaat het om een sloot die langs het Matena s pad lag. Deze is ook weergegeven op een aantal historische kaarten. Naast sloten uit de 17 e - en 18 e eeuw kunnen er mogelijk aan de Sint Joriswegzijde funderingsresten en achtererfsporen van 19 e eeuwse bebouwing worden aangetroffen. Ook funderingsresten van de schouwburgvoorganger uit 1864 kunnen bij graafwerkzaamheden worden aangetroffen. Bewoningssporen uit de Nieuwe Tijd zullen binnen 1 m mv aanwezig zijn. 16

Aanbeveling Het doel van dit onderzoek is als volgt omschreven: Ten aanzien van de resultaten van het veldwerk dient te worden vastgesteld of er mogelijk archeologische waarden verstoord zullen worden. Zo ja, dan dient een aanbeveling geformuleerd te worden met betrekking tot de omgang met deze archeologische waarden. In het plangebied Sint Jorisweg 76 kunnen, bij graafwerkzaamheden die dieper reiken dan 1 m mv, kunnen bewoningssporen van ná 1603 worden verstoord. De (te verwachten) archeologische resten kunnen echter worden beschouwd als niet behoudenswaardig. Een nader archeologisch onderzoek of beschermende maatregelen zijn ons inziens dan ook niet noodzakelijk. De beslissing hierover wordt genomen na toetsing van dit rapport door de bevoegde overheid, de gemeente Dordrecht. Hierover dient contact opgenomen te worden met mevr. J. Hoevenberg, senior archeoloog, Bureau Monumentenzorg & Archeologie van de gemeente Dordrecht, tel. (078) 639 62 14. Voor vragen over de conclusies en aanbevelingen in dit rapport kan contact worden opgenomen met dhr. M.C. Dorst, senior archeoloog, Bureau Monumentenzorg & Archeologie van de gemeente Dordrecht, tel. (078) 639 84 21. 17

Literatuur Boer, G.H. de & L. van der Laan, 2008: Plangebied Kromhout 151-161, gemeente Dordrecht; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek. RAAP-rapport 1746. Gottschalk, M.K.E., 1975: Stormvloeden en rivieroverstromingen in Nederland. Deel II: De periode 1400-1600 (Assen 1975). Ham, W. Van der, 2003: De Grote Waard, geschiedenis van een Hollands landschap. Uitgeverij 010, Rotterdam. Henderikx, P.A., 1977. De zorg voor de dijken in het Baljuwschap Zuid-Holland en in de grensgebieden ten oosten daarvan tot het einde van de 13e eeuw. K.N.A.G Geografisch Tijdschrift XI(5): 4-7-427. Wikaart V. et al, 2009: Nijet dan water ende wolcken. De onderzoekscommissie naar de aanwassen in de Verdonken Waard (1521-1523). Stichting Zuidelijk Historisch Contact, Tilburg. 18

Afkortingen AMK ARCHIS MZA mv NAP PvA RCE Archeologische Monumentenkaart Archeologisch Informatiesysteem van de RCE (Bureau) Monumentenzorg & Archeologie van de gemeente Dordrecht maaiveld Normaal Amsterdams Peil Programma van Aanpak Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 19