Theaters in Antwerpen meer toegankelijk maken



Vergelijkbare documenten
Toegankelijkheid. van cultuurcentra

Inhoud. TOEGANKELIJKHEID van informatie en communicatie. Intro vzw? Toegankelijke evenementen en inclusieve projecten

Artikel 4. De normen met de betrekking tot de toegang zijn de volgende:

Toegankelijke muziekfestivals en evenementen.

WERKGROEP ANTWERPEN TOEGANKELIJK - WAT -

Aanstiplijst toegankelijkheid Provinciale stedenbouwkundige verordening toegankelijkheid

PROJECT G-GOLF GOLF DOET JE HANDICAP VERGETEN. Toegankelijkheid golfclubs

Studiedag toegankelijke cultuur

Hoe podiumkunsten toegankelijk maken voor iedereen? Workshop Age on Stage 30 oktober 2018

Toegankelijkheid. van restaurants en cafés

Vragenlijst tbv de website toegankelijkheid van de gemeente Leidschendam-Voorburg (

Symposium Vlaams Parlement 20 maart 2012

VOOR EIGEN REGIE IN ZORG EN SAMENLEVING

Checklist toegankelijkheid evenementen

Toegankelijkheid van. kantoren van vrije beroepen

Toegankelijkheid. van gebeds- en bezinningshuizen. van gebeds- en bezinningshuizen

Onderzoeksformulier en vragenlijst voor de website: Basisinfo van het gebouw.

8. Checklist Voorbeeld? Volg onderstaande link. ja nee nvt

Beoordelingslijst Toegankelijkheid Apotheek Pieters Stein

Toegankelijkheid van. sociale diensten

Toegankelijkheid. van speeltuinen

Een introductie over de Vlaamse verordening inzake toegankelijkheid voor leden van adviesraden

Voorbeeld. Toegankelijke eetgelegenheden. Schouwlijst. Week van de Toegankelijkheid 3-8 oktober 2016

Naam accommodatie De Huttenheugte Adres accommodatie Dalen Datum schouw 2011

OVERZICHT TOEGANKELIJKHEID OPENBARE EN TOERISTISCHE GEBOUWEN MAASEIK

Iedereen wordt graag respectvol behandeld, dus ook de persoon met een handicap. Enkele algemene tips voor het omgaan met personen met een handicap:

CHECKLIST TOEGANKELIJKHEID EVENEMENTEN 1. AANDACHTSPUNTEN VOOR MEDEWERKERS: HOE OMGAAN MET PERSONEN MET EEN HANDICAP

Toegankelijkheid van. het publiek domein

Toegankelijke evenementen voor personen met een handicap. een voorstelling door Intro vzw

MEMORANDUM De Stedelijke Adviesraad voor Personen met een Handicap (SAPH)

Toegankelijkheid van. cultuur- en gemeenschapscentra

Naam accommodatie Hotel restaurant De Meulenhoek Adres accommodatie Hoofdstraat AB EXLOO Datum schouw

Het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Gelijke Kansen. in Vlaanderen. Normen voor toegankelijkheid

Toegankelijke verenigingen

Het Landhuis Regionaal infokantoor

Toegankelijkheid van. bankgebouwen

Toegankelijkheid openbare gebouwen

Communicatie voor iedereen

1 METEN VAN EEN KERKGEBOUW

Toegankelijk Amsterdam

Toegankelijkheid van. signalisatie en informatie in en rond het gebouw

Screeningsverslag Texture Noordstraat 28, Kortrijk Dinsdag 2 december 2014

Toegankelijkheid van. sociale diensten

Beoordelingslijst Toegankelijkheid Royal bioscoop Heerlen

Integrale Toegankelijkheid van bos, natuur en park

Rapportage. Toegankelijkheidsonderzoek. Jeu de Boules Vereniging Gouda

vragenlijst{toegankelijkheid}

Organisatie van toegankelijke evenementen voor iedereen

Toegankelijkheid. van hotels

Toegankelijkheid van. stemlokalen. Dit wenkenblad is een leidraad om de toegankelijkheid van stemlokalen te verhogen.

Omgaan met mensen met een beperking

Aanbevelingen voorbehouden parkeerplaatsen

Het beleid t.a.v. mensen met een handicap

Algemeen. Openingstijden. Naam vrijwilliger * adres. Subcategorie * Naam * Meta titel Meta omschrijving. Sleutelwoorden. Algemene objectinfo:

Ideëenbundel voor cultuurcentra en organisaties die werk willen maken van cultuur zonder drempels

Toegankelijkheid tot de stembureaus voor personen met een handicap. Rechten en communicatie op de dag van de stemming

Studiedag toegankelijke cultuur 7 mei praktijkvoorbeelden

Allemaal klanten. Tips om uw zaak toegankelijk te maken voor mensen met een handicap

CHECKLIST VOOR TUINEN IN WZC

DE WET GELIJKE BEHANDELING OP GROND VAN HANDICAP OF CHRONISCHE ZIEKTE EN TOEGANKELIJKHEID VAN HET OPENBAAR VERVOER

Advies Toegankelijkheid Heereplein en trap winkelcentrum het Anker

Toegankelijkheid van. hogescholen en universiteiten

Maximale. voor iedereen. zelfredzaamheid. toegankelijkheid &

Vragenlijst. Inleiding. toegankelijkheids-module

Toegankelijkheid. van groengebieden

Toegankelijkheid van. studiedagen. Dit wenkenblad is een leidraad om de toegankelijkheid van studiedagen te verhogen.

Toegankelijkheid bibliotheken tbv visueel gehandicapten De eisen op een rijtje

Toegankelijkheid van stemlokalen

Toegankelijkheid van. voetbalstadions

Toegankelijkheid van. restaurants en cafés

Anders HOren door SpraakAfzien Studiedag Toegankelijke Cultuur 7 mei 2012

Allemaal klanten. Tips om uw zaak toegankelijk te maken voor mensen met een handicap

Toegankelijke Stemlokalen Toegankelijkheidscriteria voor stemlokalen (juni 2012)

1.: Verbeteren van de toegankelijkheid in de woning. 1. Drempels / dorpels. Algemeen:

Categorie A: verbeteren van de toegankelijkheid in de woning

Toegankelijkheid van. stemlokalen. Dit wenkenblad is een leidraad om de toegankelijkheid van stemlokalen te verhogen.

Verslag sessie 5 voormiddag: Een leidraad voor toegankelijke evenementen

Beoordelingslijst Toegankelijkheid Pantaleon 9 september 2013

Toegankelijke Stemlokalen Toegankelijkheidscriteria voor stemlokalen (update maart 2014)

Toegankelijkheid van. studiedagen. Dit wenkenblad is een leidraad om de toegankelijkheid van studiedagen te verhogen.

Toegankelijkheid van. scholen

Invoerformulier invullen

Toegankelijkheid van. bibliotheken. Dit wenkenblad is een leidraad om de toegankelijkheid van bibliotheken te verhogen.

BAC -^.0^.351 Kr \06. Ingekcms' 2 5NOV Afdeling H-iem

Vereiste omgeving/eigen perceel. Blinden en slechtziende

1 METEN VAN EEN LOCATIE

Rapportage. toegankelijkheidsonderzoek. Plug-in bibliotheek. Dienstencentrum Goverwelle

Obstakels in de wijk moeten wijken. door: Gehandicapten & Patiënten Platform Amersfoort (GPPA) Geactualiseerde versie, september 2013.

Toegankelijkheid van communicatie: over begrijpen en begrepen worden

HULPMIDDELENINFO COMMUNICEREN MET DOVEN EN SLECHTHORENDEN COMMUNICATIETIPS EN HULPMIDDELEN

Buurthuis Holendrecht Opmerkingen naar aanleiding van de rondleiding met Peter Dautzenberg op 12 sept 2013

CIG adviescommissie toegankelijkheidsbevordering

Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

Beoordelingslijst Toegankelijkheid Gemeentehuis Stein

Toegankelijkheid van. hogescholen en universiteiten

Integrale toegankelijkheid

Toegankelijkheid. van hotels

VOTO-score. Valrisico s Opsporen in de Thuissituatie van Ouderen. Juni 2009 C. Verstraete, G. Braeckman G. en L. De Coninck

Toegankelijkheid van. voetbalstadions

toegankelijkheid Toegankelijkheidsadvies Toegankelijke wandelingen Siesmeers - Zuidlede wandelroute project Zuidlede wandellus

Transcriptie:

Adviesraad voor Personen met een Handicap Stad Antwerpen p/a Mevr. Hedwig Van Roost Van Immerseelstraat 11-23 2018 Antwerpen Theaters in Antwerpen meer toegankelijk maken Rapport opgesteld door de Werkgroep Antwerpen Toegankelijk Februari 2007 Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-1/46 -

INHOUD 1 Inleiding 1.1 Voorwaarden om deel te nemen aan het culturele leven 1.2 Inclusief waar het kan, categoriaal waar het moet 1.3 Wat is integrale toegankelijkheid? 2. Fysieke toegankelijkheid 2.1 Mobiliteit 2.2 Specifieke noden om theaters en culturele centra toegankelijk te maken: voor personen met een fysieke handicap 2.3 voor dove en slechthorende personen 2.4 voor personen met een beperkte taalontwikkeling 2.5 voor personen met een verstandelijke handicap 2.6 voor personen met een visuele handicap: blinden en slechtzienden 3. Mentale toegankelijkheid 3.1 Klantvriendelijk en toegankelijk onthaal 3.2 Toegankelijkheid van brochures en drukwerk 3.3 Toegankelijkheid van signalisatie 3.4 Een toegankelijke website 3.5 Financiële draagkracht van de persoon met een handicap 3.6 Nuttige partners 3.7 Algemene tips over mentale toegankelijkheid 4. Nuttige adressen Bijlagen 1. Checklist toegankelijkheid 2. Opmerkingen bij enkele theaters in Antwerpen 3. Doelgroepen 4. Toegankelijkheid van historisch waardevolle gebouwen 5. CD Handboek Mobiliteit en Integrale Toegankelijkheid Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-2/46 -

1 Inleiding In juni 2006 vroeg schepen Philip Heylen aan een lid van de Werkgroep Antwerpen Toegankelijk (WAT) wat er gedaan moest worden om de theaters in Antwerpen toegankelijk te maken voor personen met een handicap. De leden van de WAT hebben de verzamelde informatie samengebracht in dit rapport. Gezien de WAT sinds de installatie van de Adviesraad voor Personen met een Handicap (AR PmH) in oktober 2005, een onderdeel is van die Adviesraad wordt het rapport in naam van deze adviesraad afgewerkt. Voor dit rapport werd informatie gehaald uit het rapport Cultuur zonder drempels van het Provinciaal Steunpunt Toegankelijkheid en het Toegankelijkheidsbureau van de provincie Limburg. Hiervoor werd graag de toestemming verleend. Het Handboek Mobiliteit en Integrale Toegankelijkheid, uitgegeven door het Centrum voor Toegankelijkheid van de Provincie Antwerpen (CTPA), en grotendeels geschreven door Ward Van Gastel, lid van de WAT, diende ook als basis voor een aantal adviezen in dit rapport. Als er in de tekst sprake is van een cultuurcentrum dan wordt ook een theater bedoeld en andersom. Waarom een theater of een cultuurcentrum moet werken aan haar toegankelijkheid Er zijn verschillende argumenten die duidelijk maken dat cultuurcentra in hun werking specifieke aandacht moeten hebben voor toegankelijkheid. We zetten kort de voornaamste argumenten op een rij. Iedereen heeft recht op cultuurparticipatie, dus ook personen met een handicap. In de praktijk blijft dit evenwel vaak dode letter. Door actief te werken aan toegankelijkheid kan hierop een antwoord geboden worden. Er is een grote groep van potentiële gebruikers die op dit moment geen gebruik maakt van een cultuurcentrum omwille van de ontoegankelijkheid van haar werking en haar infrastructuur. Heel wat voorzieningen voor personen met een handicap, vrijetijdsorganisaties en andere zijn op zoek naar activiteiten en samenwerkingsverbanden met de culturele sector. Bovendien hebben zij de mogelijkheid om overdag gebruik te maken van cultuurcentra en kunnen zij bijvoorbeeld ook aansluiting vinden bij o.a. schoolvoorstellingen. Het Vlaamse beleid heeft duidelijk aandacht voor deze thematiek: cultuurcentra moeten aandacht hebben voor specifieke doelgroepen en worden geacht gemeenschapsgericht te werken. Alle bezoekers van een cultuurcentrum hebben baat bij een toegankelijk cultuurcentrum. Een toegankelijk cultuurcentrum werkt kwaliteitsverhogend voor iedereen. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-3/46 -

Gebouwen voor recreatieve en sociaal culturele activiteiten vallen onder de wet van 17 juli 1975 en het uitvoeringsbesluit van 9 mei 1977 betreffende de toegang van gehandicapten tot gebouwen toegankelijk voor het publiek. Deze wet bepaalt dat slechts een bouwvergunning wordt verleend als bij nieuwbouw en belangrijke verbouwingen rekening wordt gehouden met de omschreven normen. De normen in dit rapport wijken hier en daar af van de wet omdat de wettelijke normen verouderd zijn. IETS IS TOEGANKELIJK ALS MENSEN ERGENS IN-, BIJ-, OP-, OF HEEN KUNNEN. ALS MENSEN KUNNEN WAARNEMEN WAT GEZIEN, GEHOORD EN BEGREPEN MOET WORDEN. TOEGANKELIJKHEID IS COMFORT, FRISSE LUCHT, NIET TE KOUD OF TE WARM. TOEGANKELIJKHEID IS VEILIG ZIJN EN JE VEILIG VOELEN, NIET UITGLIJDEN, NIET STRUIKELEN OF AANGEREDEN WORDEN. CITAAT VAN Prof. Ir. Maarten Wijk Voormalig docent technische hogeschool Delft Een persoon met een handicap in een toegankelijke omgeving is een persoon zonder handicap; een persoon zonder handicap in een ontoegankelijke omgeving daarentegen is een persoon met een handicap. Vrije vertaling Louis-Pierre Grosbois, Europepese Commissie Een openbare ruimte voor iedereen. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-4/46 -

1.1 Voorwaarden om deel te nemen aan het culturele leven Deelname aan cultuur is een recht voor iedereen. Toch is dit voor heel wat groepen van mensen nog steeds geen evidentie. De redenen hiervoor zijn divers. De informatie over het aanbod is onduidelijk en onvoldoende bekend Mensen hebben een gebrek aan vrije tijd of beschikken niet over een sociaal netwerk om aan cultuur te participeren De kostprijs van deelname aan cultuur ligt te hoog. Voor personen met een handicap zijn er daarnaast nog een aantal specifieke drempels, zoals de ontoegankelijkheid van de gebouwen, tentoonstellingsruimten en theaterzalen het ontbreken van brochures en folders in een aangepast formaat, vorm en taal geen begeleiding en ondersteuning bij het bijwonen van voorstellingen mobiliteit en bereikbaarheidsproblemen persoonlijke begeleiding die extra kosten met zich meebrengt. geen of onvoldoende audiovisuele hulpmiddelen Deze drempels kunnen uiteraard verschillen naargelang de aard van de handicap. Grosso modo worden vier grote groepen van handicap onderscheiden: motorisch, visueel, auditief en verstandelijk. Deze handicaps zijn vaak enkelvoudig, maar ook heel wat personen hebben een meervoudige handicap. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-5/46 -

1.2 Inclusief waar het kan, categoriaal waar het moet Traditioneel wordt in het beleid ten aanzien van personen met een handicap een onderscheid gemaakt tussen een categoriaal beleid en een inclusief beleid. Categoriaal beleid: voor specifieke doelgroepen worden aparte acties en initiatieven opgezet. Inclusief beleid: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen doelgroepen. Iedereen kan (mits ondersteuning) gebruik maken van éénzelfde aanbod. Cultuur is er voor iedereen. Dit impliceert dat voor personen met een handicap, waar mogelijk, best geen apart aanbod uitgewerkt wordt. Wel moeten de nodige voorwaarden gecreëerd worden zodat ze op een evenwaardige manier kunnen deelnemen aan het bestaande cultuuraanbod. Men spreekt in deze context ook wel van inclusie. De idee is dat het traditionele aparte categoriale beleid ten aanzien van personen met een handicap plaats ruimt voor een inclusief beleid, waarbij er geen nood meer is aan een specifieke en aparte benadering, maar waarbij er wel ruimte is voor ondersteunende of flankerende maatregelen (bijvoorbeeld onder de vorm van begeleiding). Integrale toegankelijkheid en ontwerpen voor iedereen (design for all) zijn principes die deze inclusie-idee ten volle vatten. Hoewel het streven naar maximale inclusie van personen met een handicap aanbeveling verdient, moet men ook realistisch zijn en beseffen dat deze idee wellicht niet voor iedereen realiseerbaar en wenselijk is. Voor bepaalde doelgroepen zal er in functie van hun handicap wellicht een specifiek en aangepast aanbod van voorstellingen en workshops nodig zijn (bv. bepaalde groepen van personen met een meervoudige handicap). Voor deze groepen vormt de (mentale) ontoegankelijkheid van het bestaande aanbod vaak een onoverkomelijke drempel. Cultuurcentra zullen samen met gebruikers en voorzieningen moeten zoeken naar een goede balans tussen een inclusieve en een categoriale aanpak. Deze balans kan samengevat worden door de volgende leuze: Inclusief waar het kan, categoriaal waar het moet. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-6/46 -

1.3 Wat is integrale toegankelijkheid? Integrale toegankelijkheid betekent dat gebouwen, omgeving en dienstverlening bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar moeten zijn voor iedereen iedereen deze op een onafhankelijke en gelijkwaardige manier kan gebruiken. Verschillende behoeften van mensen worden zo op een vanzelfsprekende wijze geïntegreerd in voorzieningen die bruikbaar zijn voor iedereen. Vele mensen associëren toegankelijkheid enkel met fysieke toegankelijkheid. Ze denken hierbij aan gebouwen waarbij hellingen, liften, aangepaste toiletten, enz. aanwezig zijn. Uiteraard zijn dit essentiële elementen. Maar toegankelijkheid omvat meer dan dit. Het gaat ook over het gebruik van een goede communicatie, duidelijke informatieverstrekking, klantvriendelijkheid, dienstverlening, enz. Deze aspecten worden meestal gevat onder de noemer mentale toegankelijkheid. Toegankelijkheid is een thema dat van belang is voor iedereen. Daarom wordt de eerder beperkte groep van personen met een handicap uitgebreid naar alle gebruikers. Kinderen ondervinden problemen omdat bepaalde voorzieningen te hoog en onbereikbaar zijn. Mensen vinden bij het plannen van een uitstapje de nodige informatie niet of slechts moeizaam. Brochures zijn vaak opgesteld in een onbegrijpelijke taal. Voor bezoekers aan een cultuurcentrum is het niet altijd even duidelijk waar ze naartoe moeten. Ouderen en personen met een tijdelijke beperking (bv. een gebroken been, ouders met een kinderwagen, zware lasten) stoten op hinderpalen in hun omgeving. Enz. De noden en wensen van personen met een handicap worden mee geïntegreerd in de algemene maatschappelijke voorzieningen zoals onderwijs, tewerkstelling, vervoer, huisvesting, vrije tijdsbesteding, enz. Het is dus van belang om van het begin van een project goed voor ogen te houden dat iédereen er gebruik moet van maken. Dus meteen denken aan fysische en mentale toegankelijkheid, van bij het ontwerp. Integrale toegankelijkheid Integrale toegankelijkheid houdt in dat de openbare omgeving, de gebouwen en diensten beschikbaar bereikbaar betreedbaar bruikbaar begrijpbaar zijn voor iedereen. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-7/46 -

2 Fysieke Toegankelijkheid 2.1 Mobiliteit Mobiliteit heeft een belangrijke impact op de cultuurbeleving van personen met een handicap. Het ontbreken van aangepaste parkeervoorzieningen of een goede ontsluiting door het openbaar vervoer zijn belangrijke en zelfs vaak onoverkomelijke drempels voor deelname aan cultuur. Personen met een handicap verplaatsen zich vaak met het openbaar vervoer. Voor hen (maar bij uitbreiding voor iedereen) is een goede ontsluiting van een cultuurcentrum via het openbaar vervoer een belangrijke voorwaarde voor cultuurdeelname. Dit impliceert dat er niet enkel een tram- of bushalte moet zijn in de onmiddellijke nabijheid van een cultuurcentrum, maar ook dat deze halte en de trams en bussen die deze halte bedienen toegankelijk moeten zijn voor iedereen. Daarenboven is het ook noodzakelijk dat er afstemming is tussen de aanvangsen einduren van voorstellingen en het rittenschema van het openbaar vervoer. Beeld je bijvoorbeeld maar eens in dat je afhankelijk bent van het openbaar vervoer en dat de voorstelling die je bijwoont eindigt na het passeren van de laatste bus of tram. Cultuurcentra kunnen de ontsluiting door het openbaar vervoer aankaarten bij de bevoegde instanties. Daarnaast kunnen ze hun bezoekers duidelijke informatie geven over de bereikbaarheid van hun cultuurcentrum en de aanvangs- en einduren van voorstellingen. Ook kan onderzocht worden hoe de uurschema s van het openbaar vervoer en de voorstellingen beter op elkaar kunnen afgestemd worden. Cultuurcentra kunnen daarenboven alternatieven ondersteunen, zoals bijvoorbeeld de minder mobielen centrale. Advies Cultuurcentra kunnen de ontsluiting door het openbaar vervoer aankaarten bij de bevoegde instanties. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-8/46 -

2.2 Specifieke noden om theaters en culturele centra toegankelijk te maken voor personen met een fysieke handicap Personen met een fysieke handicap zijn meestal niet ziek. Zij hebben enkel een zichtbare of onzichtbare handicap. Zij zijn heel gewone mensen, alleen hebben ze een beperking. Parkeerplaatsen Zie Handboek Mobiliteit en Integrale Toegankelijkheid deel 1 p 8 en volgende zie ministeriële omzendbrief 3.4.2001 en 25.04.2003 (bijlage II.IV.1 ) Zie richtlijnen regeringscommissaris Gelijke Kansen van april 2003 Wet van 17/07/1975 en KB 9/05/1977 Art. 4 Par. 1 voor de parkeerruimten gelden de volgende regels: Ten minste 1 op 25 parkeerplaatsen zijn bestemd voor voertuigen die door gehandicapten gebruikt worden: die parkeerplaatsen zijn minstens 3 m breed en bevinden zich bij voorkeur op de hoeken; in geval van boxen is de minimale breedte 3,30 m. Aanbevelingen Minstens één beschikbare parkeerplaats en minstens één op twintig (6 %) beschikbare parkeerplaatsen, in open lucht of overdekt, zijn integraal toegankelijk. Het aantal vereiste integraal toegankelijke parkeerplaatsen wordt naar boven afgerond. De verharding bestaat uit een niet vervormbaar, slipvrij en vast materiaal en de ondergrond ligt niet in een helling. Deze ondergrond is bij voorkeur in een volledig blauwe kleur voorzien met daarop het witte rolstoelpictogram. De voorbehouden parkeerplaatsen liggen zo dicht mogelijk bij de uitgang van de parkeerruimte of tot op 25,00 m afstand van de (integraal toegankelijke) hoofdingang. Ter hoogte van deze ingang is een voorrijdmogelijkheid. Het parkeerterrein is egaal, niet verblindend of reflecterend verlicht. In de lengterichting geplaatste parkeerplaatsen zijn zo mogelijk 2,50 m breed en 6,00 m lang. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-9/46 -

Dwars geplaatste parkeerplaatsen zijn minstens 3,50 m breed en 6,00 m lang Deze omvatten een parkeerplaats voor de wagen van 2,00 m x 6,00 m en aan weerszijden een circulatiestrook van 1,50 m (1,50 m is de draaicirkel van een rolstoel). Deze ruimte wordt logischerwijs door twee naast elkaar geplaatste voertuigen gebruikt. De lengte van 6,00 m is voorzien om aan de achterzijde van de wagen nog een verkeersvrije strook te hebben voor (machinaal) laden en lossen van de rolstoel. Het is interessant om de parkeerplaatsen naast elkaar op te stellen omdat dan de circulatiestroken tussen twee parkeerplaatsen dubbel gebruikt kunnen worden. Elke voorbehouden parkeerplaats wordt aangegeven met een officieel verkeersbord E9 en met het internationaal rolstoelsymbool (verkeersbord type VIId). (deze maatregel dient bekrachtigd te worden door middel van een politieverordening, bijgevolg zijn hier politiestraffen van toepassing) Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-10/46 -

Toegangsweg Zie Handboek Mobiliteit en Integrale Toegankelijkheid deel 1 p 10 en volgende Wet van 17/07/1975 en KB 9/05/1977 Art. 4 De normen met betrekking tot de toegang zijn de volgende: Par. 2 Voor de toegang tot de gebouwen dienen de volgende normen in acht genomen te worden: 1. de toegangsweg van de straat of de parkeerruimte naar ten minste één ingang van een gebouw dient bij voorkeur horizontaal te liggen en min. 1,20 m breed te zijn. 2. de hellende toegangswegen voldoen aan de volgende voorwaarden: a) de helling bedraagt hoogstens 7% voor de max. lengte van 5 m en hoogstens 5 % voor een maximale lengte van 10m in één stuk; b) de breedte van het hellend vlak bedraagt min 1,20 m; c) bovenaan en onderaan elk hellend vlak dient een bordes van min. 1,50m aangelegd te zijn; d) aan de open zijkanten van het hellend vlak en van een bordes die boven de begane grond uitsteken dient een stoeprand aangelegd te zijn, waarvan de hoogte min.0,05 m bedraagt; e) het hellend vlak en het bordes zijn aan weerskanten voorzien van een ononderbroken leuning, welke een hechte steun biedt en een vorm heeft die een gemakkelijk glijden van de hand erover mogelijk maakt. De leuning bestaat uit twee leuningregels die zich op een hoogte van respectievelijk 0,75 en 0,90 m bevinden. Par. 3 De trappen voldoen aan de volgende voorwaarden: de traptreden zijn max. 0,15 m hoog en min. 0,12 m diep; a) de trap is voorzien van leuningregels als beschreven in 2 e; Par. 4 Voldoet één toegangsweg aan de voorwaarden bepaald bij 2 en 3 dan zijn de andere toegangswegen er niet aan onderworpen; Par. 5 Het oppervlak van de toegangswegen is ruw en, in geval van tegelwerk, gelijkmatig tot het oppervlak opgevuld; Par. 6 Ten minste één toegangsdeur heeft een vrije doorgangsbreedte van min. 0,90m en indien zij van automatische deursluiters voorzien is, heeft deze een min. weerstand; draaikruisdeuren zijn uitgesloten, de breedte van de deurwand aanliggend bij de deurknop is min. 0,50m; Par. 7 De nooduitgang voldoet aan dezelfde voorwaarden als de ingang. Aanbevelingen Aansluitende voetpaden zijn min. 1,50 m breed en hebben geen opstaande rand. De wegbedekking is vlak, stroef en gemakkelijk berijdbaar door rolstoelen, drempels zijn nergens hoger dan 0,02 m. Het toegangspad heeft een vrije doorgangshoogte van 2,10 m. De breedte bedraagt minstens 1,50m, bij obstakels minstens 1,00 m. (zie decreet 29.04.97 betreffende wegen voor voetgangersverkeer). Afhankelijk van de intensiteit worden bredere obstakelvrije loopzones aangeraden. De loopzone verloopt in een vloeiende lijn. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-11/46 -

Niveauverschillen van meer dan 0,20 m hoogte worden opgevangen door een combinatie van een hellend vlak en een trap. De hellingsgraad van een helling mag hoogstens 5 % zijn voor een maximale lengte van 10 m en hoogstens 7 % voor een lengte van 5 m. Het hellend vlak is minstens 1,20 m breed. De dwarshelling mag nooit meer dan 2 % bedragen. De toegang is egaal, niet verblindend of reflecterend verlicht. Slechtzienden en blinden (stoklopers) hebben baat bij een natuurlijke gidslijn langs een obstakelvrije zijde 1. De ingang van een gebouw wordt gemarkeerd met een vlak bestaande uit verende tegels. Het vlak dient min. 0,90 m x 0,90 m te zijn, maar loopt liefst over de volledige trottoirbreedte. Indien men als alternatief voor de verende tegels een ander materiaal gebruikt, moet er een duidelijk onderscheid zijn tussen dit materiaal en de omgeving zodat er geen vergissing van plaats kan zijn. Indien het voetpad niet direct aansluit bij de toegangsdeur wordt het vlak met verende tegels verbonden met een geleidelijn bestaande uit betontegels met ribbelmarkering. Deze lijn heeft een breedte van min. 0,60 m. De richting van de gleuven geeft de looprichting aan. Aan de toegangsdeur mogen er geen drempels zijn. Indien er toch een niveauverschil is dient dit weggewerkt te worden met een helling, maar voor de deur dient steeds een vlak (bordes) van min 1,50 m te zijn van waaruit men de deur kan openen. Een automatisch openende deur verhoogt zeker het comfort van rolstoelgebruikers en visueel gehandicapten. Voor deze laatste groep is dan wel een waarschuwingsmarkering noodzakelijk. Ingewerkte matten worden aanbevolen (met korte haren) of dunne slipvrije matten. Er mag geen hapering mogelijk zijn. 1 obstakelvrije zijde. Dit is bijvoorbeeld een continu doorlopende bebouwing of verhoogde rand, hekwerk of dergelijke langs één (steeds dezelfde) zijde. Slechtzienden en blinden (stoklopers) hebben baat bij een natuurlijke gidslijn langs een looprichting. Bij gebrek hieraan kan worden gewerkt met een aangelegde geleidelijn. Drempels en opstapjes zijn steeds te vermijden of eventueel te beperken tot max. 2cm. Een groter niveauverschil wordt opgevangen met hellingen. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-12/46 -

Balies Minimaal één balie bestaat uit twee hoogtes zodat bezoekers zowel staand als zittend kunnen geholpen worden; belangrijk is dat ze voldoende ruimte hebben om onder het verlaagde deel te kunnen rijden. Ter hoogte van de balie moet de rolstoelgebruiker een vrije draaicirkel van 150 cm hebben. De bedieningspanelen van een telefoontoestel, een drankautomaat of een informatiecomputer bevindt zich bij voorkeur tussen de 90 cm en 120 cm. Meer informatie staat in het Handboek voor Mobiliteit in Integrale Toegankelijkheid deel 1 p 19. Vestiaire Kapstokken die op verschillende hoogtes hangen, kan iedereen gebruiken. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-13/46 -

Toegankelijke toiletten Wet van 17/07/1975 en KB 9/05/1977 Art. 5 De normen van binnenverkeer en -accommodaties: Par. 7 Voor de sanitaire accommodatie: 1. wc-lokalen: a) waar toiletten voor het publiek toegankelijk gesteld worden, is min. één wc voor gehandicapten; b) de min. afmetingen zijn tenminste 1,50 x 1,50 m; c) de deur is een naar buiten draaiende deur met een bijkomende verticale handgreep op een hoogte van 0,90 m en op 0,25 m van de scharnierzijde; d) de vrije doorgangsbreedte van de deur bedraagt min. 0,80m; e) de hoogte van het zitvlak van de wc-pot, gemeten vanaf de vloer, bedraagt 0,50 à 0,55 m; f) aan weerszijden van de wc-pot zijn handgrepen voorzien op een hoogte van 0,85 m en over een min. lengte van 0,50 m. 2. wastafels: de ruimte onder de wastafel is vrij; de benedenrand van de spiegel bevindt zich op een hoogte van max. 1,10 m. Aanbevelingen Een toilet voor personen met een handicap heeft bij voorkeur de volgende afmetingen: 1,65 m op 2,20 m. De deur draait naar buiten open en is minstens 90 cm breed. Aan de binnenkant heeft de deur ook een horizontale greep om het openen en sluiten te vergemakkelijken. In het toilet moet een rolstoelgebruiker een vrije draaicirkel van 1,50 m hebben. Aan minstens één zijde van het toilet is er een vrije breedte van 90 cm om een zijdelingse transfer te kunnen uitvoeren. De bovenkant van de wastafel komt tussen de 80 en 90 cm. De onderrand van de spiegel komt bij voorkeur op 90 cm. Voor personen met een verminderde handfunctie zijn een zeepdispenser met een verlengde hendel en een automatisch handdoeksysteem erg nuttig. Voorzie een alarmknop voor wanneer er iets misloopt of iemand zich onwel voelt. Eventueel kan de toiletruimte voor rolstoelgebruikers ook dienen voor een opklapbare verzorgingstafel voor baby s te plaatsen. Meer praktische informatie staat in het Handboek Mobiliteit en Integrale Toegankelijkheid deel 1 p 31 en volgende Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-14/46 -

Toegang tot de zalen Voldoende grote liften voorzien. Doorgangen overal minstens 90 cm breed Trapleuningen voorzien: dit is handig voor blinden maar ook voor doven, zij hebben soms evenwichtsstoornissen Theaterzalen Wet van 17/07/1975 en KB 9/05/1977 Art. 5: Par. 8: Waar het publiek over zitplaatsen beschikt, zijn minstens 2 % daarvan bestemd voor gehandicapten Het aantal plaatsen bestemd voor personen met een handicap kan men best verdelen over de zaal. Personen met een handicap moeten zowel individueel als in groep kunnen zitten. Voor een rolstoelgebruiker is een vrije ruimte nodig van minstens 90 cm op 120 cm en een voldoende breed gangpad om te kunnen manoeuvreren. Als deze plaatsen zich niet op de begane grond bevinden, moeten ze bereikbaar zijn door een hellingsbaan (of) én een lift. Als een aantal zitplaatsen gemakkelijk te verwijderen is, kan de capaciteit van het aantal vrije opstelplaatsen uitgebreid worden. Ook sprekers of artiesten kunnen een handicap hebben. Een spreekgestoelte is voor iemand in een rolstoel meestal niet bruikbaar. Beter is een sprekerstafel of een standaard om papieren op te leggen en een microfoon waarvan de hoogte instelbaar is. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-15/46 -

2.3 Specifieke noden om theaters en culturele centra toegankelijk te maken voor dove en slechthorende personen Dove of slechthorende mensen hebben geen nood aan aangepaste toiletten of een aangepaste balie, wel aan een goede ontvangst van geluid en zitplaatsen met een onbelemmerd zicht op het podium. Voor doven of slechthorenden die kunnen liplezen moet het lipbeeld van de spreker goed te zien zijn. Er moet voldoende licht vallen op het gezicht van de acteur of spreker. Er mag niet te luid en te vlug gesproken worden en zeker niet door elkaar. Een goede mimiek, houding en ondersteunende gebaren zijn duidelijke visuele tekens die veel kunnen bijdragen tot het goed begrijpen. Doven en slechthorenden hebben geen nood aan aangepaste toiletten werd hierboven vermeld. Nochtans moet er op gewezen worden dat deuren in toiletten niet té sluitend mogen zijn. In geval van nood moet het mogelijk zijn om een briefje onder de deur te schuiven om informatie uit te wisselen. Zo moet er ook aan gedacht worden om geluidsignalen die gegeven worden, bij het begin of het einde van een pauze bijvoorbeeld, ook visueel te geven. De Ringleiding Door een ringleidingsysteem aan te leggen in de zaal kunnen slechthorenden met een hoorapparaat het geluid van bijvoorbeeld een microfoon versterkt ontvangen. De ringleiding bestaat uit één enkele lus rond de zaal (of rond het gedeelte dat men wenst te voorzien) uit éénaderige of meeraderige soepele koperdraad, naar keuze. In theorie ligt deze draad best op een hoogte van 1,20 m boven de vloer (voor een zittend publiek) maar van deze regel mag gerust worden afgeweken. Meest praktische oplossing voor oudere gebouwen is rondom langs de plinten en waar het niet anders kan- rondom de deuren een leiding leggen. De kabel begint zo dicht mogelijk bij de plaats waar men de lusversterker zal plaatsen (in de regel ook de plaats waar de gewone audioapparatuur staat of komt) De kabel wordt ook bij voorkeur ononderbroken aangelegd, doorverbindingen met goede klemmen enkel daar waar het niet anders kan. Als de lusversterker in meerdere zalen telkens met hun eigen vaste lus gaat gebruikt worden, dan verdient het aanbeveling om de lussen te laten eindigen op een vaste muurdoos met een professionele luidsprekerstekker en één losse kabel te voorzien tussen deze muurdoos en de speciale stekker van de lusversterker. Deze soepele kabel mag dan een grotere doorsnede hebben. Gebruik speciale stekkers en stekkerdozen zodat niemand er iets anders op kan aansluiten en voorzie ook een sticker met een opschrift of een embleem. Indien er ook een gewone luidsprekerinstallatie is voorzien dan wordt de lusversterker aangesloten op de lijnuitgang daarvan via een gewone afgeschermde kabel met jacks. Alle microfoons van de gewone installatie zullen dus op de ringleiding te horen zijn, eventueel zelfs de muziek. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-16/46 -

In een ander geval kan men een microfoon rechtstreeks aansluiten op de lusversterker. Uiteraard zullen dan enkel de gebruikers van een hoorapparaat met T-stand die ene microfoon horen. Dynamische microfoons kunnen in theorie beïnvloed worden door het magnetische veld van de lus, met rondzingen tot gevolg. Condensatormicrofoons zijn daar echter totaal ongevoelig voor. Systemen voor individuele geluidsversterking kunnen ook gebruikt worden voor simultaanvertalingen. Boventiteling Dove mensen reageren heel enthousiast als er boven een podium een display wordt geplaatst waarop de gesproken tekst kan gelezen worden! Bij toneelstukken of concerten waarbij de teksten vooraf gekend zijn is dit makkelijk uitvoerbaar. De technicus van dienst kan de tekst met een speciaal programma simultaan met de uitvoering op de display vertonen. Is de tekst vooraf niet gekend kan beroep gedaan worden op een schrijftolk, die de tekst intikt terwijl de acteur spreekt. In het verleden is deze techniek al gebruikt bij opvoeringen in De Singel en de Vlaamse Opera in Antwerpen. Gebarentolk Doven of slechthorenden moeten ook beroep kunnen doen op een gebarentolk. Het gebeurt wel eens dat dit geweigerd wordt. Een gebarentolk moet onopvallend voor het publiek ergens kunnen zitten, maar wel goed zichtbaar voor de doven. De laatste maanden zijn er enkele uitvoeringen geweest met gebarentolken. Twee tolken is voldoende. In een toneelstuk met meerdere acteurs werkt het verwarrend als er voor elke acteur een tolk wordt voorzien. We verwijzen hierbij naar de opvoeringen van Kommil Foo in het Cultureel Centrum Nova te Wetteren in januari 2007. Daarbij werden twee gebarentolken ingezet. Acht dove mensen konden ook gebruik maken van een voelstoel. Op het zitvlak en tegen de rugleuning ligt een kussen met ingebouwde boxen, die naargelang van de toonhoogte en geluidssterkte van wat op het podium gebeurt, zachter of harder gaan trillen. Dat was een initiatief van Intro Roeselaere. (De Standaard 19/01/2007) Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-17/46 -

2.4 Specifieke noden om theaters en culturele centra toegankelijk te maken voor mensen met een beperkte taalontwikkeling De groep mensen met een beperkte taalontwikkeling is zeer verscheiden. Zij vormen geen herkenbare groep. Mensen kunnen zich omwille van verschillende redenen niet aangesproken voelen: Handicap Armoede Migratie We houden hier geen pleidooi voor een veralgemeend gebruik van eenvoudige taal. Wel pleiten we voor het zoeken en ontwikkelen van een verantwoord gebruik van eenvoudige taal. Voor veel mensen is dit een absolute voorwaarde om iets te begrijpen en betrokken te kunnen worden. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-18/46 -

2.5 Specifieke noden om theaters en culturele centra toegankelijk te maken voor mensen met een verstandelijke handicap Mensen met een verstandelijke handicap zijn beperkt in hun cognitief functioneren waardoor zij moeilijkheden ondervinden bij het (aan)leren van iets, het leren lezen en schrijven, het onthouden van zaken. Verder hebben mensen met een verstandelijke handicap moeite met het verwerven van inzicht in complexe zaken. Indien wij op alle domeinen van het leven recht willen doen aan mensen met een verstandelijke handicap is het belangrijk dat zij een eigen volwaardige plaats krijgen in onze samenleving, dat zij beluisterd worden en hun stem kunnen laten horen. Kortom, dat zij samenleven met ons. Personen met een verstandelijke handicap willen zo normaal mogelijk behandeld worden, niet als gehandicapten. Zij willen dat mensen gewoon vriendelijk met hen omgaan. Ze zijn vaak bang om uitgelachen te worden. Ze moeten een beetje hulp krijgen om alles mee te doen en dan kan het prima lopen. Deze mensen hebben zeker nood aan eenvoudige taal. Eenvoudige, goed te begrijpen aanduidingen in een klare taal. Een persoon met een verstandelijke handicap gaat dus zeker naar het theater, al dan niet onder begeleiding! Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-19/46 -

2.6 Specifieke noden om theaters en culturele centra toegankelijk te maken voor personen met een visuele handicap: blinden en slechtzienden De meeste mensen met een visuele handicap herkennen we door hun witte stok of hun geleidehond. Of ze staan vlakbij een opschrift of gebruiken een kijkertje om opschriften te lezen. Maar niet alle blinden of slechtzienden gebruiken deze hulpmiddelen. Er bestaat een groot verschil tussen blinden en slechtzienden. De slechtziendheid is op haar beurt nog eens afhankelijk van uitwendige factoren zoals lichtsterkte, lichtinval en kleurencontrast. Enkele aandachtspunten: Wegwijzers hangen best op een hoogte van 2.20 m. De grootte van de letters is minstens 1 % van de leesafstand. Dat betekent dat lettertekens die op een afstand van 4 m gelezen moeten kunnen worden 4 cm groot moeten zijn. Wegwijzers moeten op 1 m leesbaar zijn. Er moet contrast zijn tussen de tekst en de achtergrond. Een eenvoudig lettertype leest het makkelijkst. (met koppen en staarten). Voor wegwijzers wordt het best een schreefloze letter gebruikt. Gebruik geen cursief gedrukte tekst. Goede kleurcontrasten zijn: zwart-wit, blauwwit en zwartgeel. Informatie of naambordjes worden geplaatst op een hoogte tussen 1.20 m en 1.40 m. Voor slechtzienden kan de informatie in grootschrift geprint worden, voor blinden kan ze in braille omgezet worden of op geluids-cd gezet worden. Aan blinde bezoekers moet wettelijk de toelating gegeven worden om hun geleidehond mee binnen te brengen. Slechtzienden hebben vooral baat bij contrastrijke ruimte: contrast tussen de vloer en de wanden. Er moet voldoende verlichting zijn. Aan de ingang krijgen de glazen deuren op ooghoogte een contrasterende kleurmarkering. Automatische schuifdeuren genieten de voorrang. In de zaal zijn verlichte traptreden en rijnummers een vereiste. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-20/46 -

Het toegangspad moet goed verlicht zijn en er moet een gids- of geleidelijn ter beschikking zijn. Informatie ter identificatie van een gebouw staat best nog eens extra als pictogram bij de toegangsdeur. Voor de ingang ligt een informatietegel. Deuren met één dezelfde functie hebben best dezelfde kleur bv sanitair blauw. In de sanitaire ruimten moet voldoende contrast zijn bv witte wc en lavabo in zwarte ruimte. Er moet een uniformiteit zijn en eenvoudige bediening. Duidelijke looplijn naar de lift. De toetsten liefst in grootdruk gecombineerd met brailleaanduiding. Auditieve aanduiding op de verdieping. Dalende trappen worden gemarkeerd met een waarschuwingsmarkering. Elke trapneus wordt best voorzien van een voelbare contrasterende strip. Elk niveau wordt aangeduid met een grote letteraanduiding of in braille. Wat is (AD) Audio Discription? AD is eigenlijk nog een grote onbekende in Vlaanderen en een inhaalbeweging is absoluut noodzakelijk. De weinige try-outs die tot nu toe in Vlaanderen gebeurd zijn (KNS-stuk Midzomernachtsdroom, aflevering van het VRT-politiefeuilleton Langs de Kade, de Kampioenen en de film Karakter) zijn enthousiast onthaald in de doelgroep. AD maakt dus film- theater- en televisieproducties toegankelijk door een andere manier van vertalen: de beelden van de film worden vertaald in woorden, ze worden beschreven tussen de dialogen en relevante geluiden door. Dit klinkt eenvoudiger dan het is. De tijd die beschikbaar is voor AD varieert sterk en dit is vaak genregebonden. Tijdens een theateroptreden wordt ze vaak live voorgelezen. Audiobeschrijven is een kunst, maar ook een vaardigheid, net als vertalen. De audiobeschrijver moet, net zoals de ondertitelaar beslissen wat belangrijk is en wat mag weggelaten worden. Hij moet kunnen anticiperen en daarbij de verhaalstructuur in de gaten houden. Hij moet bovendien heel taalvaardig zijn. Het H.I.V.T. (Hoger Instituut voor Vertaler en Tolk) in Antwerpen werkte een project opleiding van audiobeschrijver in AD uit voor het academiejaar 2007. Dat mensen met een visuele handicap geen theater bezoeken is een fabel. Het is voor hen een belangrijk ontspanningsmedium. Financiering van proefprojecten moet aan de overheid gevraagd worden. Voor de realisatie van een wettelijk kader, zoals dat in Groot-Brittannië bestaat, zal de politieke wereld overtuigd moeten worden van het nut en het belang van AD. De kabinetten van Bert Anciaux en Geert Bourgeois werden hierover reeds gecontacteerd. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-21/46 -

3. Mentale toegankelijkheid 3.1 Klantvriendelijk en toegankelijk onthaal De onthaalmedewerkers van een cultuurcentrum of een theater vormen er het gezicht van. Voor heel wat bezoekers zijn deze mensen het eerste contact met een cultuurcentrum. Onthaalmedewerkers hebben niet alleen een informatieve rol, maar kunnen zeker ook drempelverlagend werken voor bezoekers die geconfronteerd worden met bepaalde drempels. Zo kunnen ze door hun klantvriendelijke houding een niet onbelangrijke compensatie vormen voor eventuele tekortkomingen op het vlak van fysieke toegankelijkheid. Voor bepaalde handicaps, zoals bijvoorbeeld personen met een verstandelijke handicap, zijn er eerder weinig noden op infrastructureel vlak, maar zijn er veel meer noden op het vlak van communicatie, opvang en informatieverstrekking. Enkele aandachtspunten. Zorg ervoor dat onthaalmedewerkers gevormd zijn in klantvriendelijk onthaal en omgaan met personen met een handicap. Publieksgerichte medewerkers van een cultuurcentrum kunnen met heel wat onzekerheden geconfronteerd worden over hoe ze moeten omgaan met personen met een handicap en wanneer en hoe ze hulp kunnen bieden. Door hen een vorming klantvriendelijk onthaal en omgaan met personen met een handicap te laten volgen, leren ze op gepaste wijze te reageren. Maak duidelijk aan je bezoekers dat ze steeds met hun vragen terecht kunnen aan het onthaal. Zet deze boodschap op de website en in de programmabrochure van het cultuurcentrum. Plaats ook een bordje aan het onthaal met deze boodschap. Zorg dat er steeds iemand aanwezig is aan het onthaal en dat deze persoon van op afstand zichtbaar is. Voor bezoekers die niet vertrouwd zijn met het cultuurcentrum kan er een bijkomende drempel ontstaan indien het niet duidelijk is bij wie ze terecht kunnen. Voor personen met een visuele handicap is het belangrijk dat ze aangesproken worden. Voorzie voldoende baliepersoneel. Op die manier kan indien nodig één van de onthaalmedewerkers personen begeleiden naar hun plaats. Voorzie altijd schrijfgerief om een boodschap of informatie op te schrijven voor doven of slechthorenden. Een volledig toegankelijk theater of cultureel centrum blijft ontoegankelijk voor personen met een handicap als het personeel niet weet hoe het met deze personen moet omgaan. De medewerkers van de Werkgroep Antwerpen Toegankelijk (Adviesraad voor Personen met een Handicap) kunnen instaan voor een cursus: Leren omgaan met personen met een handicap. Tijdens deze cursus leren de deelnemers hoe blinden, slechthorenden, doven en rolstoelgebruikers graag geholpen willen worden. Naast getuigenissen door ervaringsdeskundigen worden rollenspellen gebruikt om dit aan te leren. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-22/46 -

Verschaf volledige en correcte informatie Geef correcte en eerlijke informatie aan personen met een handicap wat betreft de toegankelijkheid van het cultuurcentrum. Stel de toegankelijkheid niet beter voor dan het in werkelijkheid is. Dat komt niemand, en zeker niet de personen met een handicap, ten goede. Het Centrum voor Toegankelijkheid van de Provincie Antwerpen (CTPA) kan de toegankelijkheid van een gebouw onderzoeken en hierover duidelijk advies geven. Dit rapport geeft een gedetailleerd zicht op de mate van toegankelijkheid van het centrum. Maak dat rapport bekend bij de personeelsleden, op die manier zijn ze op de hoogte van de toegankelijkheid van hun werkplaats. Zet deze informatie ook op de website van het cultuurcentrum of theater. Op die manier kunnen bezoekers en personeelsleden de informatie altijd terugvinden. Meer informatie hierover is te vinden op de webadressen: www.toegankelijkvlaanderen.be of www.toevla.be. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-23/46 -

Individuele begeleiding en assistentie Personen met een handicap die een culturele voorstelling willen bijwonen, moeten in functie van de aard van hun handicap vaak een beroep doen op begeleiding. We onderscheiden verschillende vormen van begeleiding naargelang de intensiteit. begeleiding door onthaalmedewerkers van het cultuurcentrum begeleiding door vrienden en familieleden die met behulp van de begeleiderpas zonder extra kosten de voorstelling kunnen bijwonen begeleiding van groepen van personen met een handicap begeleiding door ADL-assistenten. Begeleiding door onthaalmedewerkers De begeleiding van personen met een handicap die slechts een beperkte begeleiding nodig hebben, kan gebeuren door de onthaalmedewerkers van het cultuurcentrum. Hiermee bedoelen we bijvoorbeeld het verwelkomen van een blinde persoon, het begeleiden van deze persoon naar zijn/haar plaats en het begeleiden van deze persoon tijdens de pauze en na de voorstelling. Op bladzijde 21 werd reeds verwezen naar de cursus Leren omgaan met personen met een handicap die door de WAT gegeven wordt. De begeleiderpas Anderen die een culturele voorstelling willen bijwonen, moeten een beroep doen op een familielid, vriend of vrijwilliger om hen te begeleiden voor, tijdens en na de voorstelling. De extra kosten die hieraan verbonden zijn kunnen al snel zorgen voor een bijkomende financiële drempel. In het district Merksem loopt momenteel een experiment met een begeleiderpas. Als de evaluatie positief is, zou het goed zijn dit initiatief uit te breiden voor heel de stad Antwerpen. De begeleiderpas zorgt ervoor dat de begeleider van een betalende persoon met een handicap gratis toegelaten wordt op culturele of sportmanifestatie, ingericht door de deelnemende verenigingen of instellingen. Hopelijk kan dit initiatief uitgebreid worden voor de ganse provincie Antwerpen. Groepsbegeleiding Voorzieningen voor personen met een handicap en verenigingen nemen vaak in groep deel aan culturele activiteiten. Omdat een begeleiderpas individueel is, kunnen zij er geen gebruik van maken. Cultuurcentra kunnen hieraan tegemoet komen door bijvoorbeeld per 8 personen met een handicap een begeleider gratis binnen te laten. Assistentie Daarnaast is er een groep van personen met een handicap die nood heeft aan een meer intense begeleiding. Bovendien kunnen en willen ze voor hun begeleiding niet altijd een beroep doen op familieleden, vrienden of vrijwilligers. Daarom maken ze, in hun thuissituatie, gebruik van ADL-assistentie. Een ADL-assistent biedt hulp aan personen met een handicap bij Activiteiten van het Dagelijkse Leven die hij/zij omwille van de handicap niet zelf kan verrichten én waarvoor geen diensten bestaan. Deze assistentie is afhankelijk van de hulp die een persoon met een handicap vraagt: mensen helpen bij persoonlijke verzorging, eten geven, iets uit een kast nemen, het assisteren bij verplaatsingen van de rolstoel in de auto en omgekeerd, enz. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-24/46 -

De weinige mensen die over een Persoonlijk Assistentie Budget (PAB) beschikken kunnen die assistentie zelf organiseren. Naast de reeds vernoemde assistentie kunnen ze ook buiten de woning assistentie organiseren bijvoorbeeld bij verplaatsingen, bij betaald en vrijwilligerswerk, bij het volgen van gewoon onderwijs, bij het innemen van een plaats in een schouwburg. Een cultuurcentrum kan een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met een organisatie die voorziet in ADL-assistentie. Personen met een handicap die een voorstelling willen bijwonen kunnen dan vooraf contact opnemen met deze organisatie om hun assistentie te organiseren. Voor grote evenementen en muziekfestivals kan men ook beroep doen op de diensten van INTRO. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-25/46 -

3.2 Toegankelijkheid van brochures en drukwerk Brochures en folders mogen kunstzinnig ogen, maar moeten vooral functioneel en overzichtelijk zijn. Niet alleen de vormelijke aspecten zijn van belang. Ook de leesbaarheid en een eenvoudig woordgebruik zijn belangrijk. Personen met een handicap, maar bij uitbreiding alle gebruikers hebben baat bij een eenvoudige en duidelijke taal. Daarom is het aangewezen om bij het schrijven van tekst rekening te houden met een aantal tips en aandachtspunten. Als cultuurcentrum kan je met relatief weinig inspanningen al een aantal concrete initiatieven nemen. Leg je programmabrochure en informatiefolders voor aan gebruikers en verenigingen voor personen met een handicap en vraag hun bemerkingen. Ga na of de richtlijnen voor het schrijven van een duidelijke en leesbare tekst toegepast werden in de programmabrochures. Tracht een stuk van je eigen brochure te herschrijven in een eenvoudige en duidelijke taal. Aandachtspunten voor het opstellen van gedrukte tekst Eenvoud gebruik eenvoudige en directe taal vermijd zoveel mogelijk technische taal, vakjargon, afkortingen en abstracte begrippen bv.: programmatie zou kunnen vervangen worden door agenda. ondersteun tekst met illustraties gebruik dezelfde woorden doorheen de tekst, ook als je hierdoor in herhaling valt. Duidelijkheid gebruik een logische en duidelijke structuur gebruik een effen achtergrond het is aangewezen om met grijswaarden te werken ofwel donkere letters/figuren op een lichte achtergrond of lichte letters op een donkere achtergrond gebruik contrasterende kleuren, echter geen reflecterende of felle kleuren en beperk de hoeveelheid van verschillende kleuren goed contrast draagt bij tot de leesbaarheid vermeld altijd het faxnummer en het emailadres. Voor dove mensen zijn dat belangrijke informatiemiddelen. Lettertype & uitlijning kies een duidelijk leesbaar lettertype. Gebruik schreefloze lettertypes zoals verdana 12 punt, arial 14 punt, century gothic 16 punt. vermijd zoveel mogelijk hoofdletters en cursieve tekst. lijn je tekst links uit. Vul niet uit door middel van spaties. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-26/46 -

Alternatieven voor de traditionele programmabrochure Voorzie informatie in verschillende formaten Visuele informatie zoals programmabrochures en informatieborden zijn niet altijd toegankelijk voor iedereen. Denken we bijvoorbeeld maar aan personen met een visuele handicap, ouderen of personen met een beperkte taalontwikkeling. Informatie in een aangepast formaat komt hieraan tegemoet: brochures in grootschrift, brochures in braille, elektronische brochures, gesproken brochures op cd-rom of dvd, informatieverspreiding via de website, enzovoort. Heel wat van deze alternatieven kunnen aangeboden worden zonder (noemenswaardige) meerkost. Brochures in grootschrift de standaard brochures kunnen gedrukt worden in een groter lettertype of omgezet worden in grootschrift (16 pt) brochures in grootschrift zijn een grote hulp voor slechtzienden en ouderen een omzetting naar grootschrift kan gebeuren zonder noemenswaardige meerkost. Brochures in gesproken formaat Brochures in gesproken formaat kunnen door iedereen geraadpleegd worden door gebruik te maken van een cd met verschillende tracks kunnen gebruikers in chronologische volgorde een brochure raadplegen de reproductiekosten van een gesproken brochure zijn klein voor personen met een visuele handicap, ouderen en personen met een beperkte taalontwikkeling zijn audio-brochures een goed alternatief. Brochures in elektronisch formaat brochures in elektronisch formaat kunnen door personen met een visuele handicap geraadpleegd worden. Deze documenten kunnen ofwel omgezet en afgedrukt worden in braille of grootschrift, ofwel kan men ze raadplegen door middel van een computer en een brailleleesregel een elektronische brochure kan eenvoudig via de website (zie verder) of een cd-rom aangeboden worden een elektronische brochure impliceert geen meerkost en kan in eerste instantie een kosteloos alternatief zijn voor een brochure in grootschrift vermijd in elektronische documenten het gebruik van foto s en pdfdocumenten: brailleleesregels ondersteunen dit formaat en deze informatie niet. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-27/46 -

Hoe lezen personen met een visuele handicap elektronische informatie Personen met een visuele handicap kunnen websites en elektronische documenten lezen via specifieke hulpmiddelen. Grosso modo kunnen een drietal groepen van hulpmiddelen onderscheiden worden: - vergrotingssoftware: deze software laat toe om tekst en afbeeldingen te vergroten op het computerscherm - spraaktechnologie: de geschreven tekst wordt door software omgezet in spraak - brailleleesregel: via dit hulpmiddel wordt de tekst regel per regel weergegeven in braille. Door middel van een brailleleesregel wordt uitsluitend tekst weergegeven. Niet-tekstuele elementen zoals foto s worden niet omgezet. Werken met visualisaties bij personen met een beperking Op basis van haar ervaring als praktijklector aan de Hogeschool Gent besefte Chris De Rijdt dat veel begeleiders, opvoeders, ouders en studenten behoefte hebben aan informatie over het bieden van een structuur en het werken met pictogrammen. Alleen vinden ze die informatie niet. De Rijdt wil proberen haar kennis te delen en wil een forum creëren waar zowel hulpverleners als ouders van personen met een beperking hun ideeën kunnen delen. Dit blijkt tot nu toe nog niet erg vanzelfsprekend, waardoor het schitterende werk dat vaak wordt verricht binnen de muren van de voorzieningen blijft. De Rijdt begon daarom een site met als doel zoveel mogelijk voorzieningen te betrekken bij dit thema. Ze wil ook het beschikbare materiaal bundelen. Geïnteresseerden kunnen contact nemen met: http://users.belgacom.net/werkenmetvisualisaties of nemen contact op met Chris De Rijdt Cobdenstraat 58 2018 Antwerpen 0477-94 85 37 Vormingsorganisaties zoals De Kei en Het Grote Plein hebben ook ervaring in het werken met visualisaties. Adres De Kei Adres Het Grote Plein (Lennik en Geel) Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-28/46 -

3.3 Toegankelijkheid van signalisatie Bezoekers van een cultuurcentrum zijn aangewezen op informatie-, signalisatie- en bewegwijzeringboorden in en rond het gebouw. Ze moeten de informatie, die van belang is voor het gebruik van de voorziening, kunnen waarnemen en begrijpen. Wat is immers de waarde van een toegankelijke ruimte als je ze niet kan vinden. Daarom is het aangewezen om rekening te houden met een aantal aandachtspunten die de kwaliteit en de toegankelijkheid van de signalisatie kunnen verbeteren. Aandachtspunten voor het gebruik van signalisatie Plaatsing plaats informatieborden op een logische en duidelijk waarneembare plaats zorg ervoor dat informatieborden makkelijk bereikbaar zijn, maar geen obstakel vormen. Leesbaarheid geef enkel de belangrijkste informatie weer op een informatiebord gebruik op verschillende locaties eenzelfde type en systeem van informatieborden gebruik indien mogelijk een combinatie van visuele, tactiele en auditieve informatie kies in functie van de leesafstand de juiste afmeting van letters. Als vuistregel geldt dat de hoogte van letters minimaal 1/100 van de leesafstand moet zijn. Voor belangrijke informatie moet de hoogte van letters 1/25 van de leesafstand bedragen. Op beeldschermen mogen letters niet kleiner zijn dan 3 mm. Voor bewegwijzering bedraagt de minimale grootte van de letters 50 mm. Pictogrammen/logo s/tekens/symbolen Gebruik zoveel mogelijk gestandaardiseerde tekens. Indien dit niet mogelijk is, maak gebruik van simpele tekens. Mensen moeten zich eenvoudig een beeld kunnen vormen van het opschrift dat door een pictogram wordt vervangen. Pictogrammen ondersteunen de leesbaarheid. Ze worden dan ook aanzien als een van de beste en makkelijkste manieren om op een eenvoudige manier iets duidelijk te maken. Bepaalde kleuren hebben een psychologische betekenis gekregen, gebruik dan ook associaties die bij de kleuren passen. Zo staat rood voor gevaarlijke situaties. De groene kleur staat voor veiligheid. Geel wijst dan weer op een gewijzigde situatie waarbij het gevaar dreigt om lichamelijk gewond te raken. Blauw verwijst naar hygiëne en wordt bv gebruikt voor de aanduiding van sanitair, enz. Het is noodzakelijk om figuren en letters in kleur steeds een zwarte omranding te geven. Rapport toegankelijkheid theaters februari 2007-29/46 -