Werktijdenregeling en bijzondere regelingen



Vergelijkbare documenten
Met ingang van 1 januari 1996 is de gemeentelijke salarismutatie ook op personeel van zorginstellingen van toepassing.

A. Beschrijving van de functie. Functiebenaming: Balletbegeleider Functie-eisen: MBO-niveau

Bijlagen behorende CAR-UWO gemeente Waterland 2016

besluiten vast te stellen de DERDE WIJZIGING CAR-UWO GEMEENTE MARUM 1. Bijlage I Salarisverhoging aan te vullen, waarna deze bijlage komt te luiden:

Sjabloon voor de verdeling van werkzaamheden voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie

Bijlage IVa Sjabloon voor de verdeling van werkzaamheden voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE MIDDELBURG: WIJZIGINGEN SALARISBEDRAGEN, WML EN IKB CAO GEMEENTEN (deel 1)

Gemeente Leidschendam-Voorburg - Wijziging ARLV

Artikel I Salarismaatregelen (ECCVA/U van 29 juni 2012 en ECCVA/U van 4 juli 2012))

Wijziging van de CAR-UWO gemeente Waterland oktober Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Bijlage I Salarisverhoging

Met ingang van 1 januari 1995 worden de schaalbedragen verhoogd met 0,5%.

Met ingang van 1 januari 1996 is de gemeentelijke salarismutatie ook op personeel van zorginstellingen van toepassing.

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t :

Met ingang van 1 januari 1996 is de gemeentelijke salarismutatie ook op personeel van zorginstellingen van toepassing.

Wijziging van de CAR-UWO gemeente Waterland april Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. BIJLAGEN I tot en met VIIB

Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Groningen Bijlagen HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN;

Met ingang van 1 januari 1996 is de gemeentelijke salarismutatie ook op personeel van zorginstellingen van toepassing.

Met ingang van 1 januari 1996 is de gemeentelijke salarismutatie ook op personeel van zorginstellingen van toepassing.

In artikel 1:2, derde lid, worden tussen de woorden hoofdstuk 19 en van toepassing de volgende woorden toegevoegd: en hoofdstuk 19a.

Wijziging CAR-UWO salarisbedragen Cao Gemeenten gemeente Krimpen aan den IJssel

Bijlage 1 Wijzigingen in Reglement Arbeidsvoorwaarden Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant als

Wijzigingen in de Rechtspositieregeling Noordoostpolder (CAR-UWO) Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder;

Wijzigingen van de gemeentelijke salarisbedragen, WML en IKB Cao. Burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpen aan den IJssel;

Aanvullende rechtspositieregeling voor de ambtenaar in een instelling voor kunsteducatie

Gemeente Stadskanaal: Besluit tot wijziging CAR-UWO (per 1 januari 2017)

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 9 oktober 2017 U Lbr. 17/057 CvA/LOGA 17/10 (070)

De toelichting op artikel 8:2, lid 3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Samenwerking Kempengemeenten;

ons kenmerk ECCVA/U Lbr: 12/059 ECCvA/LOGA 12/09

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

Met ingang van 15 juli 2014 wordt artikel 10d:33 lid 3 gewijzigd en komt als volgt te luiden:

LOGA. Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden. College voor \rbemszaken/vng. Brief aan de leden T.a.v. het college.

Wijziging van de gemeentelijke arbeidsvoorwaardenregeling betreffende uitwerking nieuwe cao gemeenten , gemeente Lopik

ECWGO/U Lbr. 14/070 CvA/LOGA 14/05

ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 14/070 CvA/LOGA 14/05

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

(070) Wijziging salarisbedragen, eindejaarsuitkering en levensloop Lbr. 08/31 CvA/LOGA 08/ maart 2008

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;

Regeling tot wijziging van de CAR/UWO gemeente Veenendaal. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal;

Wijzigingen de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) gemeente Zeist

ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 16/017 CvA/LOGA 16/08

Gemeente Nijkerk - Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijkerk, wijziging 14 november 2017

Onderdeel G bijlage 1: Wijzigingen behorende bij de circulaire ECWGO/U

HOOFDSTUK 20 AFWIJKENDE EN AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR DE BEROEPSBRANDWEER

Met ingang van 1 januari 1996 is de gemeentelijke salarismutatie ook op personeel van zorginstellingen van toepassing.

66e wijziging CAR-LAR / Wijziging salarisbedragen Cao gemeenten

Onderwerp Aanpassing van de AGN: Invoering aanstellingskeuring en PPMO voor de Brandweer

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haren; gelet op de instemming van de Ondernemingsraad;

HOOFDSTUK 20 AFWIJKENDE EN AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR DE BEROEPSBRANDWEER

Bijlage gemeente Houten: IS

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --

wijzigingsregeling CAR/UWO gemeente Overbetuwe: wijzigingen salarisbedragen, WML en IKB Cao gemeenten

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

Bijlage IVa Sjabloon voor de verdeling van werkzaamheden voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie

Gelet op artikel 27 lid 1, aanhef en sub b van de Wet op de ondernemingsraden (instemmingsrecht);

Agendapunt het Dagelijks Bestuur van de BWB 12. CAR-UWO deel 1 jaar december 2014 Wijzigingen CAR-UWO en salarismaatregelen

GEMEENTEBLAD. Officiële uitgave van de gemeente Maassluis. Nummer: 76 Datum bekendmaking: 24 december 2014

Regeling bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst gemeente Overbetuwe 2014

van f 350,= bruto bij een volledigebetrekking. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedragnaar rato

A/BStuk ĮTrefw.: Werkpr.. Kopie aan: Archief DI N. reeks IV ívtftrľ: uw kenmerk. ons kenmerk. ECWGO/U Lbr. 14/070 CvA/LOGA 14/05

LOKALE WERKTIJDENREGELING 2014

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t :

uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U CvA/LOGA 10/18 Lbr. 10/087

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENTEBLAD. Nr Werktijdenregeling 2015 e.v. gemeente Best

3 Salaris per uur: 1/156 van het salaris bij een volledige werktijd.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENTEBLAD. Nr Gemeente Raalte Werktijdenregeling

ons kenmerk ECWGO/U Lbr. 14/070 CvA/LOGA 14/05

Wijziging CAR-UWO en salarismaatregelen BWB

Bekendmaking Belastingsamenwerking West-Brabant wijzigingen arbeidsvoorwaarden GR BWB CAR UWO

De tijd waarin medewerkers op kantoor werkzaamheden kunnen verrichten.

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Assen, besluit:

Schiedarn. Werktijdenregeling gemeente Schiedam. Artikel 1 Begripsbepaling Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder: gemeente

AANGEPASTE CAO TEKST Op de volgende pagina s staat de vanaf 1 januari 2017 geldende cao artikelen in dit verband.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Aanpassing AGN: verhoging salarisschalen

Werktijdenregeling 2014 Gemeente Hellevoetsluis. Het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis

Werktijdenregeling Gemeenschappelijke Regeling MijnGemeenteDichtbij

Wijziging salarisbedragen Cao Gemeenten

Invoering aanstellingskeuring en PPMO

Werktijdenregeling Samenwerkingsverband Regio Eindhoven 2014

Salaristabellen. Actuele salaristabellen. Salaristabel gemeente ambtenaren per 1 januari 2011 oude structuur

BEZOLDIGINGSREGELING

j. volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder k van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

1 Algemene bepalingen. Begripsomschrijvingen

gelet op de artikelen 4:1, 4:2, 4:3, 4:4, 4:5 en 4:6 van de CAR-UWO, zoals die per 1 januari 2014 luiden;

uw kenmerk ons kenmerk ECCVA/U Lbr: 12/059 ECCvA/LOGA 12/09

Artikel Wijzigingen (V) Communicatie Artikel 19B.1, onder definitie consignatie is ter verduidelijking

Zundertse Regelgeving

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winsum;

Nummer: Versie: 1.1. Vastgesteld door het DB d.d. Instemming OR RAV d.d.

Met ingang van 1 januari 2015 worden de artikelen 1:2a en 1:2b toegevoegd. Deze komen als volgt te luiden:

Werktijdenregeling provincie Gelderland

Transcriptie:

Werktijdenregeling en bijzondere regelingen Artikel Begrippen en afkortingen Lid De volgende begrippen worden gehanteerd: Begrip Omschrijving Vindplaats Werkgever De gemeente Krimpen aan den IJssel dan wel degene die Artikel :, lid sub a namens de gemeente optreedt. 2 ATW Werknemer Degene jegens wie een ander krachtens arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling gehouden is tot het verrichten van arbeid. De ambtenaar, de arbeidscontractant, de stagiaire, de uitzendkracht, de vrijwilliger etc. werkzaam bij de werkgever. Artikel :, lid sub a 2 ATW De ander bedoeld bij werkgever'. Van het begrip werknemer zijn uitgezonderd de gemeentesecretaris en de werknemer werkzaam bij de gemeentebrandweer. Voor wat betreft de werknemer van de gemeentebrandweer geldt de werktijdenregeling, zoals die door het IBO is vastgesteld. Jeugdige werknemer Een werknemer van 6 of 7 jaar Artikel :, lid 3 ATW Leidinggevende De direct leidinggevende van de werknemer Volledige betrekking Een betrekking waarbij de formele arbeidsduur per week 36 uur Artikel :, lid onder bedraagt. k CAR Deeltijdbetrekking Een betrekking waarbij de formele arbeidsduur per week minder Artikel :, lid onder dan 36 uur bedraagt. gg CAR Arbeid Elke lichamelijke of geestelijke inspanning die de werkgever van de werknemer verlangt. Arbeidsduur of De vooraf vastgestelde omvang van het aantal uren in een Artikel :, lid onder Arbeidstijd bepaalde periode waarin door de werknemer arbeid moet worden e CAR verricht. Overwerk Werkzaamheden door de ambtenaar (werknemer) in Artikel :, lid onder l dienstopdracht verricht buiten de feitelijke arbeidsduur per week. CAR Werkdag Werktijd of Dienst Personele bezetting Rusttijd Nachtdienst Pauze Een dag waarop de werknemer arbeid moet verrichten. Als hoofdregel zijn dat de werkdagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag. Artikel :, lid onder m CAR De periode tussen vastgestelde tijdstippen gedurende welke door Artikel :, lid onder de werknemer arbeid moet worden verricht. n CAR Werktijd komt overeen met het begrip dienst uit de ATW, Artikel :7, onder c zijnde: ATW een aaneengesloten tijdruimte waarin arbeid wordt verricht en die gelegen is tussen twee bij de Arbeidstijdenwet en de daarop berustende bepalingen voorgeschreven opeenvolgende onafgebroken rusttijden. De aanwezigheid van een of meer medewerkers op een afdeling of een onderdeel daarvan gedurende de werktijd. De periode waarin geen arbeid wordt verricht. De dagelijkse rusttijd is gelegen tussen twee diensten. Een dienst waarin de uren tussen 00.00 uur en 06.00 uur geheel Artikel :7 onder d ATW of gedeeltelijk zijn begrepen. Een tijdruimte van ten minste 5 achtereenvolgende minuten Artikel :7 onder e ATW waarin de arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken en de werknemer geen enkele verplichting heeft ten aanzien van de bedongen arbeid. Consignatie Een beschikbaarheiddienst als bedoeld in artikel 5::0, lid 2 onder c UWO, zijnde een tijdruimte tussen twee opeenvolgende diensten of tijdens een pauze, waarin de werknemer uitsluitend verplicht is bereikbaar te zijn om ingeval van onvoorziene omstandigheden op oproep zo spoedig mogelijk de bedongen arbeid te verrichten. Bedrijfstijd De periode waarin (binnen) de gemeentelijke organisatie of een organisatieonderdeel arbeid kan worden verricht en diensten kunnen worden verleend. Artikel 5:, lid ATW en Artikel 5::0, lid 2 onder c UWO

Publieksopenstelling Rooster De periode waarin de gemeentelijke organisatie of een onderdeel daarvan diensten aanbiedt aan burgers, bedrijven of anderen. Het werkschema waarop voor de werknemer de arbeids- en rusttijden zijn vermeld. Lid 2 De volgende afkortingen worden gehanteerd: ATW Arbeidstijdenwet ATB Arbeidstijdenbesluit CAR Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Gemeenten UWO Uitwerkingsovereenkomst Artikel 2 Toepassing Deze regeling is van toepassing op de werknemer, die werkzaam of tewerkgesteld is bij de gemeente Krimpen aan den IJssel met uitzondering van de werknemers van de brandweer. Artikel 3 Standaardregeling of Overlegregeling Lid De normen van de Standaardregeling, zoals vermeld in de Arbeidswet en het Arbeidsbesluit, gelden met inachtneming van de hierna opgenomen bepalingen. Lid 2 Bij wijze van uitzondering geldt de Overlegregeling, zoals vermeld in de Arbeidswet en het Arbeidsbesluit (hierna: de Overlegregeling) voor zover dit uitdrukkelijk is vastgelegd in de bijzondere werktijdenregeling. Artikel 4 Hoofdregel feitelijke arbeidsduur Lid Bij een volledige betrekking bedraagt de feitelijke arbeidsduur in de regel 8 uur per dag met een maximum van 40 uur per week met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 0 en. Lid 2 Het is toegestaan in afwijking van het eerste lid de feitelijke arbeidsduur vast te stellen op 45 uur per week met inachtneming van een gemiddelde van 40 uur per week in een periode van 3 weken. Artikel 5 Werktijden Lid De werktijd vangt aan om 08.00 uur en eindigt om 7.00 uur. Zij wordt onderbroken door een pauze van ten minste 30 minuten, die dient te worden opgenomen in de periode van 2.00 uur tot 3.30 uur. Lid 2 Tenzij naar het oordeel van het college het dienstbelang zich daartegen verzet kan de werknemer, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, in overleg met zijn leidinggevende zijn dagelijkse werktijden bepalen met inachtneming van het volgende: a. de werktijd vangt niet eerder aan dan om 07.30 uur en eindigt niet later dan om 8.00 uur; b. aanwezigheid tussen 09.00 uur tot 2.00 uur en tussen 3.30 uur tot 6.00 uur (bloktijd) op werkdagen; c. de maximaal toegestane werktijd bedraagt 9 uur per werkdag en mag eenmaal in de week 0 uur per werkdag bedragen; d. de maximaal toegestane werktijd bedraagt incidenteel inclusief overwerk uur per werkdag, of 54 uur per week dan wel over 3 weken gemiddeld 45 uur per week; e. bij een werktijd van langer dan 5,5 uur, maar korter dan 8 uur wordt een pauze van ten minste 30

minuten genoten; f. bij een werktijd van langer dan 5,5 uur, maar korter dan 0 uur wordt een pauze genoten van ten minste 45 minuten, waarvan ten minste 30 minuten aaneengesloten; g. bij een werktijd van langer dan 0 uur wordt een pauze genoten van uur, waarvan ten minste 30 minuten aaneengesloten; h. de rusttijd bedraagt ten minste uur per 24 uur. Eenmaal in een aaneengesloten periode van 7 x 24 uur is inkorting tot ten minste 8 uur toegestaan. i. nadere voorschriften, zoals vastgelegd in bijzondere werktijdenregelingen. Lid 3 In het belang van de dienst kan voor bepaalde organisatieonderdelen of voor individuele belanghebbenden een bijzondere werktijdenregeling worden vastgesteld. In bijlagen A, B, C, D, E, F, G, H en I zijn de bijzondere werktijdenregelingen opgenomen. Lid 4 De in het vorige lid genoemde bijzondere werktijdenregelingen gelden voor onbepaalde tijd, tenzij anders vermeld. Lid 5 Een bijzondere werktijdenregeling wordt ten minste 28 dagen vóór aanvang van de periode waarop de regeling betrekking heeft, aan de belanghebbende op wie zij van toepassing is, medegedeeld. Lid 6 Van de in het vorige lid gestelde termijn kan worden afgeweken, indien de aard van de functie zich daartegen verzet of met instemming van de belanghebbende. Het vorige lid is niet van toepassing bij de invoering van deze regeling. Artikel 6 Bijzondere groepen werknemers Voor de jeugdige werknemer gelden de in de Arbeidswet en het Arbeidsbesluit genoemde werk- en rusttijden overeenkomstig de Overlegregeling, alsmede de regels met betrekking tot de veiligheid, de gezondheid en het welzijn op de werkvloer. Artikel 7 Lid Het is een werknemer die de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, na inwilliging van zijn daartoe strekkend schriftelijk verzoek, toegestaan de voor hem geldende middagpauze met een half uur te verlengen of de voor hem geldende werktijd s middags een half uur eerder te beëindigen. Lid 2 Het eerste lid is niet van toepassing op de ambtenaar in deeltijdbetrekking, op degene die belanghebbende is in de zin van hoofdstuk 5 CAR en de ambtenaar die met toepassing van het tweede lid van artikel 8: CAR belanghebbende is in de zin van hoofdstuk 5A CAR. Artikel 8 Collectief aangewezen vakantiedag Lid De belanghebbende dient de niet gewerkte tijd op een collectief aangewezen vakantiedag, als bedoeld in artikel 6:2:: UWO, te compenseren met verlofuren. Lid 2 Op een collectief aangewezen vakantiedag wordt alleen bij onvermijdelijkheid dienst gedaan, ter beoordeling door of namens burgemeester en wethouders.

Artikel 9 Bedrijfstijd en Publieksopenstelling Lid De bedrijfstijd op werkdagen loopt van 07.30 tot 8.00 uur met uitzondering van het organisatieonderdeel waarvoor een bijzondere werktijdenregeling geldt, als bedoeld in het derde lid van artikel 5. Lid 2 Gedurende de bedrijfstijd is geen sprake van overwerk, behoudens voor de werknemer met een deeltijdbetrekking; daarvoor geldt een afwijkende regeling. Lid 3 De leidinggevende draagt zorg voor een adequate personele bezetting van een organisatieonderdeel op werkdagen 08.00 uur tot 7.00 uur. Lid 4 De gemeentelijke organisatie is voor het publiek opengesteld op werkdagen van 08.5 uur tot 2.00 uur. Daarnaast is het raadhuis voor het publiek opgesteld gedurende de openbare vergaderingen van de gemeenteraad en de raadscommissies. Lid 5 In afwijking van het gestelde in het eerste, derde en het vierde lid gelden, indien een bijzondere werktijdenregeling van kracht is, de daarin vermelde bedrijfstijden, de tijden voor een adequate bezetting en de tijden van de publieksopenstelling. Artikel 0 Adv-verlof en feitelijke arbeidsduur per week Lid Bij een volledige betrekking bedraagt de feitelijke arbeidsduur ten minste 38 uren per week. Het verschil in uren tussen de formele en de feitelijke arbeidsduur wordt advverlof genoemd en bedraagt uitgaande van 2 uren per week bij een volledige betrekking maximaal 04 uren per jaar. De opbouw van het adv-verlof geschiedt per week. Lid 2 Adv-verlof wordt toegevoegd aan het vakantieverlof, als bedoeld in artikel 6:, lid CAR, en vormt het totaal verlof voor de werknemer. Lid 3 Adv-verlof is vrij opneembaar, doch kan niet worden overgeschreven naar het volgende jaar. Lid 4 Adv-verlof in enig kalenderjaar wordt niet verleend als gevolg van afwezigheid wegens zwangerschap of bevalling of niet aan schuld of nalatigheid te wijten ziekte van de werknemer, met dien verstande dat een vermindering niet wordt toegepast gedurende de laatste zes maanden van de periode van die afwezigheid voorafgaand aan het herstel of het ontslag van de werknemer. Lid 5 Voor de medewerker met een deeltijdbetrekking gelden de in voorgaande leden genoemde bepalingen naar rato van een volledige betrekking. Lid 6 Adv-verlof is niet van toepassing op de werknemers van het zwembad De Lansingh, De Tuyter, de sporthallen of sportzalen en de docenten van de muziekschool.

Lid 7 In afwijking van het eerste lid kan de feitelijke arbeidsduur per week variëren tussen 30 en 42 uur, voor zover burgemeester en wethouders toestemming hiervoor verlenen. Artikel Rooster Lid De invulling van de feitelijke arbeidsduur van de werknemer geschiedt door middel van een rooster. Lid 2 De leidinggevende stelt, na overleg met de werknemer, het rooster vast. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de organisatiebelangen in het bijzonder de aansluiting op de bedrijfsprocessen en de persoonlijke belangen van de werknemer. Bij strijdigheid prevaleert het organisatiebelang. Lid 3 Het rooster omvat een periode van vier weken. Uiterlijk een maand voor de eerste dag van een kalenderjaar worden de roosters voor het eerste halfjaar van dat jaar vastgesteld en uiterlijk een maand voor de eerste dag van de zevende maand de roosters voor het tweede halfjaar. In afwijking hiervan geschiedt bij indiensttreding dan wel wijziging van een betrekking de vaststelling van het rooster zo spoedig mogelijk daarna op overeenkomstige wijze. Lid 4 Bij een volledige betrekking bedraagt het aantal in te roosteren uren per week ten hoogste 40 uren, doch per periode van vier weken ten hoogste 52 uren. Indien in een roosterperiode van vier weken (20 werkdagen) meer dan 52 uren wordt gewerkt, worden die overige uren aangemerkt als roostervrije uren. Lid 5 Indien het zevende lid van artikel 0 van toepassing is, kan van het gestelde in het vierde lid worden afgeweken. Lid 6 Het aantal uren bij afwezigheid wegens ziekte dan wel wegens verlof is gebaseerd op het volgens het rooster te werken uren, met dien verstande dat bij afwezigheid wegens ziekte de opbouw van het aantal roostervrije uren staakt met ingang van de nieuwe periode van vier weken volgende op die waarin bedoelde afwezigheid begint. Lid 7 Wijzigingen in de roosters worden tot een minimum beperkt. Artikel 2 Slotbepaling Het college kan voor zover nodig in afwijking van de bij of krachtens deze regeling gestelde regels beslissen in individuele gevallen, waarin deze regelen naar het oordeel van het college niet of niet naar redelijkheid voorzien. Artikel 3 Citeertitel en inwerkingtreding Lid Deze regeling kan worden aangehaald als Werktijdenregeling. Lid 2 Deze regeling treedt met ingang van 5 februari 2002 in werking.

Bijlagen Bijlagen Bijlage A, Regeling variabele werktijden Bijlage B, Regeling werktijden bodes Bijlage C, Regeling werktijden burgerzaken Bijlage D, Regeling werktijden dienst openbare werken Bijlage E, Regeling werktijden consignatie Bijlage F, Regeling werktijden zwembad De Lansingh Bijlage G, Regeling werktijden De Tuyter Bijlage H, Regeling werktijden sporthallen en sportzalen Bijlage I, Regeling werktijden muziekschool

Integrale printversie "Aanvullende regelingen" Integrale printversie "Aanvullende regelingen" Door op het onderstaande icoon te drukken, start het downloaden van de printversie van de Aanvullende regelingen. Printversie Aanvullende regelingen

Formulieren Formulier verklaring terugbetaling studiefaciliteiten Formulier verklaring terugbetaling studiefaciliteiten Bijlage: Formulier verslag functioneringsgesprek Formulier verslag functioneringsgesprek

Bijlagen Bijlage I Salarisverhoging In de bijlage van de in artikel 3:, eerste lid, bedoelde bezoldigingsregeling worden met ingang van april 993 de daarin opgenomen schaalbedragen verhoogd met 2%. Met ingang van januari 995 worden de schaalbedragen verhoogd met 0,5%. Met ingang van augustus 995 worden de schaalbedragen verhoogd met,25%, behoudens de schaalbedragen van personeel werkzaam bij gemeentelijke zorginstellingen. Ten aanzien van personeel dat op of na augustus 995 werkzaam is bij gemeentelijke ziekenhuizen, gemeentelijke verpleegtehuizen of gemeentelijke psychiatrische ziekenhuizen, geldt dat zij in januari 996 een eenmalige uitkering ontvangen ter grootte van,25% van de grondslag. De grondslag bestaat uit de over de maanden augustus tot en met december 995 genoten bezoldiging, vermeerderd met 8% vakantietoeslag. Deze uitkering wordt niet verstrekt aan personeel dat voor januari 996 uit dienst is getreden en in de periode van augustus tot en met 3 december 995 minder dan 00 uur bij één instelling heeft gewerkt. Met ingang van januari 996 is de gemeentelijke salarismutatie ook op personeel van zorginstellingen van toepassing. Met ingang van augustus 996 worden de schaalbedragen verhoogd met,25%. Vanaf 997 wordt een structurele eindejaarsuitkering uitgekeerd van 0,3% van het jaarsalaris. Per juni 997 worden de schaalbedragen met 3,0% verhoogd. Met ingang van april 998 worden de schaalbedragen verhoogd met 2,25%. Met ingang van april 999 worden de schaalbedragen verhoogd met 2,0%. Met ingang van oktober 999 worden de schaalbedragen verhoogd met,0%. Degenen die op december 999 in dienst zijn van de gemeente krijgen in die maand een eenmalige uitkering van ƒ 350, bruto bij een volledige betrekking. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld. De uitkering werkt door naar de postactieven. Degenen die op april 2000 in dienst zijn van de gemeente krijgen in die maand een eenmalige uitkering van ƒ 350, bruto bij een volledige betrekking. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld. De uitkering werkt door naar de postactieven. Met ingang van augustus 2000 worden de schaalbedragen verhoogd met,5%. Met ingang van oktober 2000 worden de schaalbedragen verhoogd met,5%. In 2000 wordt de structurele eindejaarsuitkering van 0,8% eenmalig verhoogd met 0,5% onder een gelijktijdige verhoging van het minimale bedrag met ƒ 250,-. Dit resulteert voor 2000 in een eindejaarsuitkering van,3% met een minimaal bedrag van ƒ 650,-. Met ingang van januari 200 worden de schaal;bedragen gebruteerd met,9% met een maximum van ƒ.745,-. Met ingang van mei 200 worden de schaalbedragen verhoogd met 3,3%. Vanaf 200 wordt de eindejaarsuitkering met 0,95% structureel verhoogd naar,75%. Tevens wordt vanaf 200 het minimale bedrag verhoogd van ƒ 400,- naar ƒ.25,- bruto. In 200 wordt deze minimale uitkering eenmalig opgehoogd met ƒ 50,- naar ƒ.75,- Vanaf 2002 bedraagt de eindejaarsuitkering,75% met een minimaal bedrag van 5,-.

Met ingang van februari 2002 worden de schaalbedragen verhoogd met 3 %. Met ingang van oktober 2002 worden de schaalbedragen verhoogd met 0,5 %. Vanaf 2002 wordt de eindejaarsuitkering structureel met procentpunt verhoogd naar 2,75 %. Tevens wordt vanaf 2002 het minimale bedrag verhoogd van 5,- naar 6,- bruto. Vanaf 2002 is de grondslag van de eindejaarsuitkering het jaarsalaris. Met ingang van april 2003 worden de schaalbedragen verhoogd met 2 %. Vanaf 2003 wordt de eindejaarsuitkering structureel met 0,25 procentpunt verhoogd naar 3 %. Tevens wordt vanaf 2003 het minimale bedrag verhoogd van 6,- naar 836,- bruto. Degenen die op oktober 2003 in dienst zijn van de gemeente krijgen in die maand een eenmalige uitkering van 200,- bruto bij een volledige betrekking. Bij een deeltijdbetrekking wordt dit bedrag naar rato vastgesteld. De uitkering werkt niet door naar de pensioenen en de uitkeringen in verband met ontslag en werkloosheid, zowel wat betreft opbouw als indexatie. Met ingang van juni 2005 worden de schaalbedragen verhoogd met %. Met ingang van februari 2006 worden de schaalbedragen verhoogd met,6 %. Met ingang van februari 2007 worden de schaalbedragen verhoogd met 0,8%. Met ingang van juni 2007 worden de schaalbedragen verhoogd met 2,2%. In 2007 wordt de eindejaarsuitkering structureel verhoogd met 0,5 procentpunt. Dit resulteert in een eindejaarsuitkering van 3,5%. De bodem van de eindejaarsuitkering wordt niet verhoogd en blijft 836,-. Met ingang van juni 2008 worden de schaalbedragen verhoogd met 2,2%. In 2008 wordt de eindejaarsuitkering structureel verhoogd met,5 procentpunt. Dit resulteert in een eindejaarsuitkering van 5%. De bodem van de eindejaarsuitkering wordt niet verhoogd en blijft 836,-. In 200 wordt de eindejaarsuitkering structureel verhoogd met 0,5 procentpunt. Dit resulteert in een eindejaarsuitkering van 5,5%. De bodem in de eindejaarsuitkering wordt verhoogd van 836, - naar.750, -. Degenen die (een deel van) de maand april 200 in dienst zijn van de gemeente ontvangen een eenmalige uitkering van % en een eenmalige uitkering van 0,5%. Beide eenmalige uitkeringen worden berekend over het salaris dat de medewerker ontvangen heeft in de maand april 200 vermenigvuldigd met de factor 2. Voor medewerkers met een deeltijdbetrekking worden de twee eenmalige uitkeringen vastgesteld naar rato van de betrekkingsomvang. De eenmalige uitkeringen zijn pensioengevend en hebben geen invloed op de hoogte van bovenwettelijke uitkeringen in verband met ontslag en werkloosheid (uitkeringen op grond van hoofdstuk 9, 9a, 9b, 9c, 0, 0a, 0d, en a van de CAR). Met ingang van januari 20 worden de schaalbedragen verhoogd met 0,5% en wordt de eindejaarsuitkering structureel verhoogd met 0,5 procentpunt. Dit resulteert in een eindejaarsuitkering van 6,0%. De bodem van de eindejaarsuitkering wordt niet verhoogd en blijft.750, -. Met ingang van januari 202 worden de schaalbedragen verhoogd met,0%. Met ingang van april 202 worden de schaalbedragen verhoogd met,0%. Bijlage II Schaalindeling Salaristabellen Deze bijlage bevat de schaalindeling, als onderdeel van de bezoldigingsregeling, bedoeld in artikel 3:, eerste lid. Salaristabel gemeente ambtenaren per april 202, oude structuur (bijlage II) Salaristabel gemeente ambtenaren per april 202, nieuwe structuur (bijlage IIa) Salaristabel gemeente ambtenaren per april 202, nieuwe structuur periodiek Schaal

2 3 4 5 6 7 8 9 0 0 385 48 455 498 543 648 856 23 2370 2560 48 467 57 567 69 726 936 229 2473 2682 2 454 56 579 636 694 803 206 2308 2576 2803 490 566 64 705 77 88 2096 2396 2679 2925 4 525 65 703 774 847 958 277 2484 2783 3046 5 56 664 765 843 922 2036 2257 2573 2886 368 6 597 73 828 92 998 22 2338 2662 2989 3289 7 633 762 890 98 2074 290 248 2750 3092 34 8 669 82 952 2050 250 2267 2498 2838 395 3532 9 705 86 204 29 2226 2345 2578 2927 3298 3654 0 740 90 2076 288 2302 2422 2659 305 3402 3775 776 959 238 2257 2378 2500 2739 303 3505 3896 periodiek Schaal 0A A 2 3 4 5 6 7 8 0 2827 3077 3392 3707 444 4406 474 5080 5627 6242 2952 3206 352 3836 427 4559 498 5286 5849 6482 2 3076 3336 365 3964 4398 472 5095 5492 6072 672 3 320 3465 3779 409 4524 4865 5272 5699 6294 6960 4 3325 3594 3908 428 465 508 5449 5905 656 799 5 3450 3724 4035 4345 4778 57 5626 6 6739 7438 6 3574 3853 462 447 4905 5325 5803 637 696 7677 7 3699 398 4289 4598 5032 5478 598 6523 783 796 8 3823 408 446 4725 559 563 658 6729 7406 855 9 3947 4235 4542 4852 5285 5784 6334 6936 7628 8394 0 4069 4362 4669 4979 542 5937 65 742 785 8633 49 4489 4796 505 5539 6090 6688 7348 8073 8872 Salaristabel gemeente ambtenaren per april 202 oude structuur Salaris Salaris Schaal --202-4-202 A 2 3 4 5 6 7 8 9 0 2 3 4 5 6 7 8 A 37 385 0 A2 42 435 473 487 2 0 2 505 520 0 3 538 553 3 0 4 572 587 0 5 603 69 4 2 6 633 649 2 2 0 6a 645 662 5 3 7 668 684 6 2 8 704 72 8 3 3 9 750 768 4 3 0 9a 759 776 0 0 804 822 7 4 2 867 886 9 5 4 2 930 949 6 5 3 2 2a 940 959 3 990 2009 9 6 4 0 4 2049 2070 7 5 3 5 206 227 0 6 4 5a 27 238 3 6 264 286 2 7 5 2 7 2220 2243 8 6 7a 2235 2257 4 8 2276 2299 7 3 0 9 2335 2358 8 4 9a 2354 2378 3 20 2392 245 9 5 0 2 2446 247 6 2a 2475 2500 0 22 2505 2530 7 2 0 23 2565 259 8

24 2627 2654 9 3 2 25 2698 2725 4 25a 272 2739 0 26 2763 279 5 2 3 27 289 2848 6 28 288 2909 7 3 4 29 2943 2973 8 30 3002 3032 9 4 5 3 3056 3087 3a 3073 303 0 32 30 342 5 6 34 322 3253 6 7 0 36 3343 3377 7 8 38 3452 3486 9 2 38a 3470 3505 8 40 356 3597 0 3 42 3670 3706 4 44 3792 3830 5 44a 3858 3896 2 46 392 395 6 0 48 4026 4066 7 50 440 48 8 2 52 4254 4296 9 3 54 4363 4407 0 4 55 4422 4467 55a 4444 4489 56 4479 4524 5 0 58 4594 4639 6 60 4703 4750 7 2 0 62 487 4866 8 3 64 4960 500 9 4 2 65 5030 5080 65a 5055 505 0 66 502 553 5 3 0 68 5245 5297 6 4 70 5388 5442 7 5 2 7 5456 55 7a 5484 5539 8 72 5530 5586 6 3 0 74 568 5738 7 4 76 5836 5894 8 5 2 78 5995 6055 6 3 0 78a 6030 6090 9 80 686 6248 7 4 82 6383 6447 8 5 2 84 6587 6653 6 3 0 84a 6622 6688 9 86 6797 6865 7 4 88 704 7084 8 5 2 90 7238 730 6 3 90a 7275 7348 9 92 7469 7544 7 4 94 7708 7785 8 5 96 7954 8033 6 96a 7993 8073 9 98 8208 8290 7 00 847 8555 8 02 874 8829 02a 8784 8872 9 Bijlage IIb en IIc Vergoedingentabel vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer Vergoedingentabellen De actuele tabellen kunt u vinden in hoofdstuk 9 Rechtspositieregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke

brandweer. Vergoedingentabel vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per april 202. Gebruteerde vergoedingentabel vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per april 202. Bijlage III Hoorbepaling Deze tekst bevat een alternatieve tekst voor hoofdstuk 2, bestemd voor gemeenten waar geen commissie voor georganiseerd overleg is ingesteld. Artikel 2: Lid Met de organisaties waarbij de ambtenaren zijn aangesloten vindt overleg plaats aangaande aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van de ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke het personeelsbeleid zal worden gevoerd, voor zover daarin niet wordt voorzien door het LOGA-overleg tussen het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de centrales van overheidspersoneel. Lid 2 Als organisaties bedoeld in het vorige lid worden aangemerkt de landelijke verenigingen van overheidspersoneel aangesloten bij de centrales van overheidspersoneel, toegelaten tot het overleg in het vorige lid bedoeld. Lid 3 Het overleg wordt gevoerd door aan een organisatie een ontwerp van het voorgenomen besluit met toelichting toe te zenden, met het verzoek binnen een daarbij te stellen termijn, welke niet korter dan veertien dagen zal zijn, vermeldt het college schriftelijk haar gevoelen kenbaar te maken. Indien de organisatie dit verlangt wordt zij tot mondelinge toelichting toegelaten. Lid 4 Aan de bepaling van het eerste lid wordt geacht te zijn voldaan, indien de organisatie in gebreke is gebleven binnen de in het vorige lid bedoelde termijn van haar gevoelen te doen blijken. Lid 5 Behoort het nemen van het in het derde lid bedoelde besluit tot de bevoegdheid van de raad, dan vermeldt het college bij het ontwerp van het besluit tevens het gevoelen van de organisaties terzake. Lid 6 Het college zendt een afschrift van zijn besluiten en een eventueel besluit van de raad binnen veertien dagen nadat deze zijn genomen aan de organisaties. Bijlage IV Salarisschalen kunsteducatie per april 202 5 6 7 8 9 0 aanloopbedrag 674 70 747 794 2040 2393 aanloopbedrag 2 794 849 94 259 2508 aanloopbedrag 3 2040 2276 2630 0 747 94 978 259 2393 2694 794 978 2040 229 2452 2766 2 849 2040 20 2276 2508 2833 3 94 20 259 2333 2568 2890 4 978 259 229 2393 2630 2953 5 2040 229 2276 2452 2694 308 6 20 2276 2333 2508 2766 3078 7 259 2333 2393 2568 2833 333 8 229 2393 2452 2630 2890 389 9 2276 2452 2508 2694 2953 3245

0 2333 2508 2568 2766 308 3302 2568 2630 2833 3078 3365 2 2694 2890 333 3427 3 2766 2953 389 3484 4 2833 308 3245 3539 5 2890 3078 3302 3592 uitloopbedrag 2452 2694 308 3245 3427 3705 uitloopbedrag 2 2833 333 3427 3539 3823 uitloopbedrag 3 3539 365 3948 Bijlage IVa Sjabloon voor de verdeling van werkzaamheden voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie Sjabloon voor de verdeling van werkzaamheden voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie LOGA-partijen vinden dat bij de verhouding lesgebonden versus niet-lesgebonden uren binnen de aanstelling lokaal maatwerk gewenst is. Daarom is in artikel 9b:5 vastgelegd dat de werkgever, met toepassing van de Wet op de ondernemingsraden (WOR), een lokale regeling vaststelt waarin per discipline de verhouding wordt vastgesteld van de verschillende soorten werkzaamheden binnen lesgebonden en niet-lesgebonden uren. Van een vaste verhouding naar een lokale regeling Tot januari 2009 kende de aanvullende rechtspositieregeling voor onderwijzend personeel een vaste maximale verhouding van 26 lesgebonden uren en 0 overige niet-lesgebonden uren. Per januari 2009 wordt deze vaste maximale verhouding losgelaten. Reden daarvoor is dat een centraal voorgeschreven verhouding geen recht kan doen aan verschillen per discipline, per instelling of per onderwijzend personeelslid. Met een lokale regeling kan wel ingespeeld worden op deze specifieke kenmerken. Status sjabloon In dit sjabloon worden mogelijke werkzaamheden binnen lesgebonden en niet-lesgebonden uren opgesomd. Die opsomming is niet limitatief. In een instelling kan worden vastgesteld dat bepaalde in het sjabloon genoemde werkzaamheden niet binnen de instelling voorkomen en dus niet in de lokale regeling worden opgenomen. Daarentegen kan ook worden vastgesteld dat er instellingsspecifieke werkzaamheden zijn die niet in het sjabloon voorkomen, maar die wel in de lokale regeling moeten worden genoemd. Het sjabloon is dus een handvat voor de lokale regeling waarin onder andere rekening wordt gehouden met Opbouw Sjabloon Schematisch is de opbouw van het sjabloon als volgt: Categorieën van werkzaamheden Dit sjabloon onderscheidt als hoofdcategorieën:

De categorie niet-lesgebonden uren kan vervolgens weer opgedeeld worden in drie subcategorieën: De (sub)categorieën zijn hierna verder uitgewerkt: de ervaring van de ambtenaar, het cursustype dat de ambtenaar geeft en de discipline van de ambtenaar.. lesgebonden uren en 2. niet-lesgebonden uren. 2a. Voorbereiding en nazorg van de lesgebonden uren. Deze subcategorie hangt direct samen met de lesgebonden uren. 2b. Algemene werkzaamheden Deze subcategorie staat los van het aantal lesgebonden uren. 2c. Variabele werkzaamheden Deze subcategorie staat los van het aantal lesgebonden uren.. Lesgebonden uren in uren per schooljaar/cursusjaar/seizoen Het gaat in deze categorie om het aantal te verzorgen lesgebonden uren op jaarbasis. Het betreft alle door een discipline uit te voeren les- of cursuswerkzaamheden, al of niet te onderscheiden naar bijvoorbeeld: Type lessen/cursussen: individuele lessen, combinatielessen, groepslessen, klassikale lessen Homogene ensembles Heterogene ensembles Koren Orkesten Regulier onderwijs Speciaal onderwijs 2. Niet-lesgebonden uren in uren per schooljaar/cursusjaar/seizoen Van sjabloon naar lokale regeling Om een beeld te geven hoe aan de hand van het sjabloon een lokale regeling tot stand kan komen geeft het LOGA een voorbeeld. U dient dit voorbeeld niet op te vatten als een door het LOGA gewenste verdeling van de verhouding lesgebonden uren versus niet-lesgebonden uren. Het gaat om de wijze waarop aan de hand van het sjabloon een lokale regeling kan worden opgesteld. Binnen instelling X is onderwijzend personeel werkzaam in drie verschillende disciplines: Binnen instelling X geldt per discipline de volgende verhouding lesgebonden versus niet-lesgebonden uren: Binnen instelling X zijn de aanstellingen van het onderwijzend personeel in omvang zeer verschillend. Daarom wordt er in instelling X voor gekozen om binnen de categorie niet-lesgebonden uren per aanstellingsomvang een uitsplitsing te maken in de subcategorieën. Die uitsplitsing is als volgt: In dit voorbeeld is de verdeling van niet-lesgebonden uren over de subcategorieën voor alle disciplines gelijk. Het is ook mogelijk om elke discipline een aparte verdeling van niet-lesgebonden uren over de subcategorieën te maken. Individuele afwijkmogelijkheden op de verhouding per discipline Er zijn individuele omstandigheden voorstelbaar waarin het onredelijk is vast te houden aan de verhouding lesgebonden versus niet-lesgebonden die per discipline is bepaald. Bijvoorbeeld door rekening te houden met: In de lokale regeling kunnen individuele afwijkingsmogelijkheden op de verhouding die per discipline is vastgelegd worden opgenomen. De voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat individuele afwijking is toegestaan, dienen in de lokale regeling te worden opgenomen. Deze

individuele afwijkmogelijkheden bepalen tezamen met de verhouding lesgebonden versus nietlesgebonden uren die voor de discipline van de ambtenaar is vastgelegd, welke verhouding voor de individuele ambtenaar geldt. Voorbeeld: Voor discipline D staat in de lokale regeling dat de verhouding 70% lesgebonden uren en 30% nietlesgebonden uren geldt. In de lokale regeling is ook vastgelegd dat voor discipline D een individuele afwijkmogelijkheid bestaat voor ambtenaren met minder dan 3 jaar ervaring. Die ambtenaren krijgen ten koste van het aantal lesgebonden uren 5% meer niet-lesgebonden uren voor de voorbereiding en nazorg van de lesgebonden uren. Het college stelt bij toepassing van de lokale regeling voor een ambtenaar met discipline D en minder dan 3 jaar ervaring de verhouding vast op 65% lesgebonden en 35% niet-lesgebonden uren. Deze 5% extra voor niet-lesgebonden uren wordt binnen de subcategorieën geheel toegeschreven aan subcategorie 2a. Tot slot Te overwegen valt om een beperkt percentage van de tijd niet toe te wijzen aan specifieke activiteiten. Niet alles valt namelijk op voorhand te plannen. Aan een aantal kleinere werkzaamheden uit de eerder genoemde (sub)categorieën hoeft dan eveneens niet specifiek tijd te worden toegewezen; zij kunnen tot de vrij in te delen tijd worden gerekend. 2a. Voorbereiding en nazorg van de lesgebonden uren Het gaat in deze subcategorie om de werkzaamheden van elke discipline in een bepaalde verhouding tot het aantal lesgebonden uren. Dit is afhankelijk van het type instelling en het type lessen/werkzaamheden. Deze uren worden ook wel aanstellingsafhankelijke of leerling- of cursistafhankelijke uren genoemd. Het betreft bijvoorbeeld: Roosterwerkzaamheden Inhoudelijke voorbereiding en nazorg van de lessen Bijhouden van lesvorderingen en lesresultaten, leerlingvolgsysteem en dergelijke Administratieve afwikkeling van de lessen/cursussen (bijvoorbeeld presentielijsten) Rapporten/studieverslagen voor van de leerlingen/cursisten (Voortgangs)gesprekken met ouders/verzorgers/leerlingen Bijhouden van de pedagogische, methodische en didactische ontwikkelingen Bijhouden van vakliteratuur Onderhouden van de direct aan de lespraktijk verbonden artistieke vaardigheden Examens/toetsen 2b. Algemene werkzaamheden Het gaat in deze subcategorie om werkzaamheden die losstaan van het aantal lesgebonden uren. Deze uren worden ook wel organisatiegebonden uren genoemd. Het betreft bijvoorbeeld: Personeelsvergaderingen, afdelingsvergaderingen, sector- en sectievergaderingen Collegiaal overleg (intern en extern) Voorbereiding en deelname aan open dagen Functioneringsgesprekken, ontwikkelingsgesprekken, persoonlijk ontwikkelingsplan Overleg over het jaarlijkse cursusboekje/studiegids Zorg voor het instrumentarium van de instelling en (indien gebruik door de werkgever verplicht is gesteld) van het eigen instrument/gereedschap 2c. Variabele werkzaamheden Het gaat in deze subcategorie om specifieke werkzaamheden die losstaan van het aantal lesgebonden uren. Deze uren worden ook wel persoonsgebonden uren genoemd. Het betreft bijvoorbeeld: Werkzaamheden voor onderzoek en ontwikkeling in relatie tot de lessen en lesmaterialen Materiële voorbereiding en nazorg van de lessen Lidmaatschap van de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging Stagebegeleiding Organisatie en voorbereiding van leerlingenuitvoeringen/-concerten (intern en/of extern) Organisatie en voorbereiding van concerten speciaal voor onderwijzend personeelsleden (intern en/of extern) Organisatie en voorbereiding van exposities (intern en/of extern) Organisatie en voorbereiding van instellingspresentaties (intern en/of extern) Deelname aan activiteiten en evenementen voor zover niet genoemd onder subcategorie 2b. Organiseren van kunstuitingen van cursisten, zoals voorspeelavonden en tentoonstellingen Begeleiden van een collega bij een voorspeelavond

Coördinatiewerkzaamheden Algemene organisatiewerkzaamheden, bijvoorbeeld voor nieuwsbrief/schoolkrant van de instelling Adviseren van leerlingen ten aanzien van instrument- of materiaalkeuzes Bijhouden van de vakgebonden bibliotheek van de instelling Bijdragen aan het jaarlijkse cursusboekje/studiegids Opleiding en ontwikkeling, of andere activiteiten die ertoe bijdragen de eigen vakbekwaamheid op peil te houden Deelname aan studiedagen van bijvoorbeeld beroepsverenigingen, vakgroepen, mits de werkgever toestemming heeft verleend Het in opdracht van de werkgever reizen tussen locaties van dezelfde instelling voor kunsteducatie.. Discipline A 2. Discipline B 3. Discipline C Discipline. Lesgebonde n uren Discipline A 65% 35% Discipline B 60% 40% Discipline C 70% 30% De verdeling van niet-lesgebonden uren over de subcategorieën Aanstellingsomvan g 2a. Voorbereidin g en nazorg van de lesgebonden uren 2b. Algemene werkzaamhede n 2c. Variabele werkzaamhede n 2. Nietlesgebonde n uren Meer dan 27 uur per 30% 30% 40% week 8 tot en met 27 uur 35% 35% 30% per week 7,2 tot en met 8 40% 40% 20% uur per week tot en met 7,2 uur 47% 47% 6% per week zeer veel of zeer weinig ervaring van het onderwijzend personeellid of het cursustype dat het onderwijzend personeelslid geeft (groepslessen versus individuele lessen) Bijlage IVa Functiebeschrijvingen onderwijzend personeel in de kunsteducatie Functiebeschrijvingen. Consulent A. Beschrijving van de functie Functiebenaming: consulent Functie-eisen: HBO-niveau Taken. Het in overleg met cliënten opstellen van een steunfunctie-activiteitenplan 2. Het verzorgen van steunfunctieactiviteiten 3. Het bijdragen aan de ontwikkeling van beleid, producten en programma s B. Beschrijving van de taken 2. Docent 3. Balletbegeleider B. Het in overleg met cliënten opstellen van een steunfunctie-activiteitenplan Informeert en adviseert (potentiële) cliënten over de mogelijkheden van steunfunctieactiviteiten. Overlegt met (de leiding van) potentiële cliënten over wensen en verwachtingen. Stelt een activiteiten- of begeleidingsplan op of ondersteunt de cliënt daarbij. Overlegt waar nodig met externe instanties.

B.2 Het verzorgen van steunfunctieactiviteiten Geeft informatie en adviezen over methoden en leermiddelen. Verzorgt teamtrainingen en individuele begeleiding van docenten. Adviseert bij de aanschaf van leermiddelen en ontwikkelt, waar nodig, zelf leermiddelen en methodieken. Organiseert met de cliënt producties, tentoonstellingen en andere evenementen. Begeleidt bij de opstelling van werkplannen. Bewaakt de afspraken met betrekking tot begroting, planning en inzet. B.3 Het bijdragen aan de ontwikkeling van beleid, producten en programma s Volgt en signaleert relevante ontwikkelingen op het terrein van de kunstzinnige vorming. Levert bijdragen aan beleidsontwikkeling, marktanalyses en aan de ontwikkeling van nieuw aanbod en marktontwikkelingsplannen; overlegt met opdrachtgevers en andere instanties over organisatie en uitvoering van projecten. Werkt voorstellen uit in projectbeschrijvingen. A. Beschrijving van de functie Functiebenaming: docent Functie-eisen: HBO-niveau Taken. Het verzorgen van de inhoud van onderwijsactiviteiten 2. Het geven van de onderwijsactiviteiten 3. Het bijdragen aan de ontwikkeling van KV-producten en -programma s 4. Het verrichten van overige werkzaamheden B. Beschrijving van de taken B. Het verzorgen van de inhoud van onderwijsactiviteiten Verzorgt het (meerjaren)leerplan; stemt het leerplan af met leiding en collega s. Bepaalt vanuit het leerplan de inhoud van de onderwijsactiviteiten. Zorgt voor les- en documentatiemateriaal. B.2 Het geven van de onderwijsactiviteit Bereidt de activiteit voor; stemt af op het niveau van de groep. Geeft de onderwijsactiviteit; doet voor en stuurt bij. Zorgt voor variatie in presentatie en lesvorm. Houdt rekening met persoonlijkheid en doelstelling deelnemers. Bespreekt regelmatig de vorderingen met (ouders van) deelnemers en evalueert de onderwijsactiviteit; stelt eventueel leerdoelstellingen bij. Organiseert kunstuitingen van en voor deelnemers. B.3 Het bijdragen aan de ontwikkeling van KV-producten en -programma s Volgt en signaleert relevante ontwikkelingen op het terrein van de kunstzinnige vorming. Levert bijdragen aan marktanalyses, de ontwikkeling van nieuw aanbod en marktontwikkelingsplannen; overlegt met opdrachtgevers en andere instanties over organisatie en uitvoering van projecten. Werkt voorstellen uit in projectbeschrijvingen. B.4 Het verrichten van overige werkzaamheden Woont diverse overlegvormen bij. Houdt ontwikkelingen op het vakgebied bij; neemt deel aan na- en bijscholing. Levert bijdragen aan evenementen/instellingsactiviteiten. A. Beschrijving van de functie Functiebenaming: Balletbegeleider Functie-eisen: MBO-niveau Taken. Het instrumentaal begeleiden van lessen 2. Het bijhouden van ontwikkelingen op het vakgebied 3. Het verrichten van overige werkzaamheden B. Beschrijving van de taken B. Het instrumentaal begeleiden van lessen Begeleidt klassieke balletlessen en andere lesvormen op piano en andere instrumenten. Zorgt waar nodig voor improvisatie en zorgt ervoor dat het karakter van de oefening muzikaal wordt ondersteund. Past gedurende de oefening tempo en sfeer aan en legt andere accenten als de docent dit aangeeft. Verzorgt de instrumentale begeleiding van uitvoeringen. B.2 Het bijhouden van ontwikkelingen op het vakgebied Houdt ontwikkelingen binnen het vakgebied bij. B.3 Het verrichten van overige werkzaamheden Voert periodiek overleg met de docent over het afstemmen van het spel op de oefeningen en de samenwerking tussen docent en begeleider.

Bijlage IVb Reglement benoembaarheidseisen kunstzinnige vorming (Vervallen) Bijlage V Aanvullende rechtspositieregeling voor de ambtenaar behorend tot het onderwijzend personeel in de Kunstzinnige vorming (Vervallen) Bijlage Va Afvloeiingsreglement ten behoeve van docenten, consulenten en Balletbegeleiders werkzaam in de Kunstzinnige Vorming (Vervallen) Bijlage VI Vervallen (Vervallen) Bijlage VIIa Aanstellingskeuring brandweerpersoneel Onderstaand schema geeft per bijzondere functie-eis aan welke signaalvragen, screeningsinstrumenten en functionele tests bij de aanstellingskeuring gebruikt dienen te worden. De uitwerking van onderstaande onderdelen is vastgelegd in de aanstellingskeuring zoals die is ontwikkeld door het Coronel Instituut. Deze uitwerking is te vinden op www.vng.nl. Bijzondere functie-eis:. Waakzaamheid en oordeelsvermogen Aspect van de belastbaarheid opgenomen mag worden in keuring: Signaalvragen (mondeling of schriftelijk) naar: bekendheid met aanpassingsprobleem bij onregelmatige diensten, ooit doorgemaakte psychose, schizofrenie, epilepsie aanwezigheid van hoogtevrees aanwezigheid van claustrofobie ooit doorgemaakte warmtestuwing gebruik medicatie tegen epilepsie afgelopen 5 jaar huidig medicijngebruik (mee laten nemen) Inzet gevalideerd screeningsinstrument ter detectie van de huidige aanwezigheid van: hoge mate van slaperigheid (checklist) depressieve klachten (checklist) angstklachten (checklist) Inzet gevalideerde fysiek functionele test ter detectie van: hoogtevrees (laddertest) 2. Emotionele piekbelasting Signaalvragen (mondeling of schriftelijk) naar: recent doorgemaakt trauma Inzet gevalideerd screeningsinstrument ter detectie van de huidige aanwezigheid van: posttraumatische stressklachten (checklist)