Ondersteuningsgids. Trinitas Gymnasium

Vergelijkbare documenten
Dyslexieprotocol Trinitas Gymnasium

Dyslexieprotocol Poort

Dyslexieprotocol Trinitas Gymnasium

Ondersteuningsgids. Trinitas Gymnasium Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium [1]

Dyslexiebeleid Park Lyceum

Inleiding. Inhoudsopgave

Ondersteuningsgids. Trinitas Gymnasium Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium [1]

Ondersteuningsgids

Dyslexiebeleid Zaanlands Lyceum augustus 2014

Dyslexiebeleid Park Lyceum

Dyslexieprotocol Trinitas Gymnasium

Dyslexieprotocol Pallas Athene College

Dit protocol beschrijft hoe we op het Vellesan College en de Duin en Kruidbergmavo omgaan met dyslexie.

DYSLEXIEPROTOCOL. Beekdal Lyceum Auteur: Martin Jager

Dyslexieprotocol Zwin College Oostburg

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003:

OSB PROTOCOL DYSLEXIE

Ondersteuningsprofiel Trinitas Gymnasium Almere

Protocol dyslexie. op het Zwin College

Informatie over DYSLEXIE EN DYSCALCULIE IJsselcollege, locatie Alkenlaan

Dyslexie op het Augustinianum

Ondersteuningsprofiel Trinitas Gymnasium Almere

Dyslexieprotocol. Stafbeleidsdocument. Scholengemeenschap, voor onderwijs dat zin geeft, voor vmbo havo atheneum gymnasium

Dyslexieprotocol Veurs Lyceum

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

Dyslexieprotocol

Zorgbeleid RML

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

Dyslexieprotocol Trinitas Gymnasium

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexiebeleid op Wolfert Lyceum

3. Gevolgen van dyslexie Veel voorkomende belemmeringen die als gevolg van dyslexie kunnen voorkomen zijn:

Dyslexiebeleid. Scholengemeenschap Sint Ursula. Locatie Heythuysen Tienderweg EN Heythuysen. Schooljaar

Zorg en begeleiding zijn goed georganiseerd op de NSG. Dat vinden we belangrijk. In hoofdstuk 1 zetten we onze uitgangspunten voor u op een rijtje.

Ondersteuningsgids

Dyslexieprotocol

Instemming MR PROTOCOL DYSCALCULIE EN ERNSTIGE REKENPROBLEMEN

Ondersteuningsgids Poort, school voor havo en mavo

Het dyslexiebeleid van de Stichting Markland College

Ondersteuningsgids Poort, school voor havo en mavo

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexieprotocol. Cals College IJsselstein

Ondersteuningsgids

Dyslexieprotocol. Beekdal Lyceum

CSG LIUDGER Ondersteuningsplan

Dyslexieprotocol. Mollerlyceum. (Laatste bijstelling: 11 december 2014)

Protocol dyslexie Vechtstede College A. Verhulst Remedial Teacher

In de brugklas ziet het signaleringstraject er als volgt uit:

DYSLEXIEPROTOCOL. Beekdal Lyceum Datum: Auteur: Martin Jager

B06 Dyslexiebeleid Commanderij College

ZORGPLAN AOC TERRA ASSEN

samenvatting november 2012 Strabrecht College, Geldrop

1 Missie en visie inzake Passend Onderwijs Interne leerlingbegeleiding Eerste lijn 4 Docenten en mentoren 4 Afdelingsleider 5

C. DYSLEXIE Dyslexie kan worden geconstateerd door een externe ter zake deskundige; er is dan een rapport of dyslexieverklaring aanwezig.

Dyslexieprotocol Missie Doelgroep Leerlingen met een dyslexieverklaring Signalering Het wonderlijke weer. : Hoe gevaarlijk is een tekenbeet?

Protocol Dyslexie Gerrit Rietveld College. oktober 2012

GSR voor en door christenen. Leerlingbegeleiding. GSR Rijswijk

Begeleidingskaart RSG-Enkhuizen Leertechnische ondersteuning en begeleiding schooljaar 2018/2019

PROTOCOL. DYSLEXIE en DYSCALCULIE

Zorgstructuur OVC. Havo/Vwo

Arrangementsgroep havo/vwo locatie SGL. Informatie voor ouders

Gedurende de gehele schoolperiode wordt door de docenten zoveel mogelijk aandacht gegeven aan de volgende punten:

Protocol NT2-leerlingen 1

Leerlingbegeleiding. WARTBURG COLLEGE locatie Revius

Ook een rivier begint met de eerste druppel

Wat is dyslexie en wat zijn de gevolgen hiervan voor het volgen van onderwijs?

Dyslexieprotocol. 1 Wie in het BIG-register staat ingeschreven, valt onder het in de wet BIG geregelde tuchtrecht. De Wet op de

toelichting voor leerlingen en ouders / verzorgers dyslexie dyscalculie andere beperkingen

Begeleidingskaart RSG-Enkhuizen Leertechnische ondersteuning en begeleiding schooljaar 2018/2019

Leerlingbegeleiding. WARTBURG COLLEGE locatie Revius

Dyslexieprotocol Cambium College


Ondersteuningsprofiel

Dyslexieprotocol Beekdal Lyceum

De meest gestelde vragen over dyslexie en het dyslexieprotocol van OSG Sevenwolden

Dyslexieprotocol Michaël college

S L O E T S W E G H M H E N G E L O

Beleidsplan Dyslexie Andreas College, locatie Pieter Groen. Inhoudsopgave. 1. De visie op de begeleiding van de dyslectische leerling 2

Dyslexieprotocol. Taken van de dyslexiecoach

AANVULLENDE ZORG EN BEGELEIDING OP MAAT

Dyslexieprotocol 0 Hooghuis Heesch


Dyslexieprotocol. Inhoud 1. Inleiding 2. Wat is dyslexie? 3. Screening 4. Onderzoek 5. Dyslexieverklaring Dyslexieprotocol V1.

Dyslexieprotocol. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoeksche Waard

... Protocol Dyslexie. Versienummer Vastgesteld door MR. Status document (concept, voorstel, besloten, vastgesteld)

Begeleiding van dyslexie

Ondersteuningsprofiel

Ondersteuningsprofiel

ACN Zorg en Begeleiding:Opmaak :21 Pagina 1 Zorg & Begeleiding

Dyslexiebeleid De Nieuwe Veste

Dyslexieprotocol

Dyslexieprotocol Stanislascollege Pijnacker


Toelichting ontwikkelingsperspectief

Dyslexieprotocol Passend Voortgezet Onderwijs Walcheren (PVOW) januari 2016

WARTBURG COLLEGE locatie Revius

Kader dyslexie Clusius College vmbo en mbo

Begeleidingskaart 1 Atlas College OSG West Friesland Leertechnische ondersteuning en begeleiding schooljaar 2019/2020

Transcriptie:

Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium 2014-2015

Inhoudsopgave 1. Voorwoord pagina 3 2. Organisatie pagina 4 3. Sociaal emotionele begeleiding pagina 7 4. Vakinhoudelijke begeleiding pagina 13 5. Studiebegeleiding pagina 15 6. Meerbegaafdheidsbegeleiding pagina 17 7. Bijlagen v/a pagina 19 dyslexieprotocol ondersteuningsprofiel aanmeldingsformulieren Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 2/48 4

1. Voorwoord Voor u ligt de ondersteuningsgids voor het schooljaar 2014-2015. De ondersteuningsgids is bestemd voor iedereen die met leerlingen werkt op Trinitas Gymnasium: onderwijsondersteunend personeel, docenten, mentoren en het management. Op Trinitas Gymnasium wordt ondersteuning aangeboden op de volgende begeleidingsgebieden: Sociaal emotionele begeleiding Vakinhoudelijke begeleiding Studiebegeleiding Meerbegaafdheidsbegeleiding We willen de begeleiding zo goed mogelijk afstemmen op de vraag/behoefte van de leerling (en/of ouders). De mentor is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. De mentor zit als spin in het (begeleidings-)web en is de eerstverantwoordelijke bij de begeleiding van de leerlingen van zijn/haar klas. Indien een leerling meer dan gemiddelde ondersteuningsbehoefte heeft, dan onderzoekt de mentor de mogelijkheden voor aanvullende ondersteuning en bespreekt dit met afdelingsbegeleider. Een leerling kan vervolgens worden aangemeld voor extra ondersteuning. Afhankelijk van de ondersteuningsbehoefte kan er doorverwijzing plaatsvinden naar verschillende begeleiders binnen de school die deel uitmaken van het interne begeleidingsteam, of naar externe zorgverleners. Dit wordt in deze ondersteuningsgids nader toegelicht. Hoewel de informatie in deze ondersteuningsgids met grote zorg is samengesteld, kan het zijn dat de tekst vragen oproept. Neem hierover gerust contact op met een van de samenstellers van de ondersteuningsgids. Namens alle medewerkers met begeleiding in hun takenpakket, Selma Rutten (zorgcoördinator) Marianne Compagner (conrector onderbouw - portefeuille zorg) Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 3/48 4

2. Organisatie: Ondersteuningsstructuur De ondersteuningsstructuur ziet er als volgt uit: Sturend Uitvoerend Adviserend Passend Onderwijs Almere Conrector Mentor Coördinator VBP Coördinator HB ZorgAdviesTeam Orthopedagoog Conrector Zorg Zorgcoördinator Afdelingsbegeleider Sociaal emotionele begeleiding Zorg Vakinhoudelijke begeleiding Zorg Counselor Studiebegeleiding Zorg Meerbegaafdheidsbegeleiding Zorg *VBP=Verbredingsproject *HB=Hoogbegaafdheid De mentor is het eerste aanspreekpunt voor ouders en leerlingen. De mentor begeleidt de individuele leerling bij de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling en is daarnaast verantwoordelijk voor het cognitieve en sociaal-emotionele klimaat in de klas. De mentor valt onder de verantwoordelijkheid van de conrector. De mentor informeert de afdelingsbegeleider over de voortgang van de leerling. De zorgcoördinator heeft een coördinerende en ondersteunende functie. De zorgcoördinator kan de mentor en afdelingsbegeleider ondersteunen in de aanpak en begeleiding van een Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 4/48 4

individuele leerling of verwijst in overleg met de mentor en ouders door bij ernstigere problematiek. Rol van de mentor Binnen de rol van de mentor is een aantal taken te onderscheiden: De mentor en de klas De mentor en de individuele leerling De mentor en de ouders De mentor en de vakdocenten De mentor en de afdelingsbegeleider De mentor en de klas - de mentor en de individuele leerling De mentor: Is eerste aanspreekpunt voor leerlingen. Geeft mentorlessen op het gebied van studievaardigheden en/of sociale vaardigheden. Coördineert het groepsproces. Draagt mede zorg voor een goede sfeer in de klas. Bemiddelt bij conflicten tussen leerlingen onderling. Bemiddelt bij conflicten tussen leerlingen en docenten. Bemiddelt bij belangen die spelen voor zijn/haar klas bij de afdelingsbegeleider. Signaleert problemen in de klas en reageert hier proactief op. Houdt voortgangsgesprekken met zijn/haar leerlingen. Signaleert leermoeilijkheden. Onderhoudt contacten met het interne zorgteam en hulpverlening (FRT, Extra ondersteuning, etc.). Stelt zich op de hoogte van absenties, afwijkend gedrag (verwijderingen, spijbelen). Deelt rapporten uit (voorzien van opmerking) en bespreekt de cijfers met de leerlingen. Neemt deel aan en organiseert samen met de klas buitenschoolse activiteiten (klassenavond, excursie e.d.) Noteert afspraken en het effect van de handelingen in SOM (het digitale leerlingvolgsysteem) bij leerlingen die meer begeleidingsbehoeften hebben. De mentor en de ouders De mentor: Is eerste aanspreekpunt voor ouders. Zorgt voor adequate informatie over vorderingen, absentie, zorg e.d. Organiseert / leidt informatieavond voor ouders. Nodigt ouders uit voor mentorspreekavond. De mentor en de vakdocenten De mentor: Zorgt ervoor dat relevante informatie over de leerlingen wordt doorgespeeld naar vakdocenten. Heeft leerlingbespreking en rapportvergaderingen met vakdocenten. De mentor en de afdelingsbegeleider De mentor: Bespreekt het functioneren van zijn/haar klas met de afdelingsbegeleider. Spreekt begeleidingsvergaderingen voor met de afdelingsbegeleider. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 5/48 4

Leidt de begeleidings- en overgangsvergaderingen. Schakelt de afdelingsbegeleider in bij grensoverschrijdend gedrag. De mentor is dus verantwoordelijk voor de begeleiding van leerling en klas. De zorgcoördinator en eventueel het interne begeleidingsteam komen in beeld als de mentor oordeelt dat zijn/haar begeleiding niet meer toereikend is. Als de mentor een vorm van ondersteuning voor zijn/haar leerling wil inschakelen, dan wordt hier een aanmeldingsformulier voor ingevuld. Het formulier wordt overgedragen aan de zorgcoördinator. Op dit formulier moet een duidelijke hulpvraag geformuleerd worden en ouder(s)/ verzorger(s) moeten altijd op de hoogte worden gebracht, evenals de afdelingsbegeleider. Vervolgens nodigt de betreffende interne begeleider de leerling uit voor een intakegesprek en zal met de leerling het ondersteuningstraject doornemen. De formulieren liggen in de blauwe bakjes in de personeelskamer en zijn ook te vinden op It s Learning). Rol van de conrector zorg De conrector zorg is eindverantwoordelijk voor de invulling van de ondersteuning op Trinitas gymnasium. Zij stuurt de zorgcoördinator aan. Rol van de zorgcoördinator De zorgcoördinator adviseert de mentor en kijkt samen met de mentor naar de mogelijkheden van ondersteuning voor de leerling. Als de ondersteuning van de school niet toereikend is dan kan er gebruik gemaakt worden van de deskundigheid van het Zorg Advies Team (ZAT). Een aanmelding en akkoordverklaring van ouders voor het ZAT-overleg is noodzakelijk. Iedere maand heeft de zorgcoördinator een vooroverleg met de counselors en afdelingsbegeleiders. Dit om de leerlingen, die in het Zorg Advies Team worden besproken, voor te bespreken en eventuele nieuwe leerlingen op te voeren. Ook kan er tijdens dit vooroverleg voorlichting van externe instanties plaatsvinden. De zorgcoördinator onderhoudt contacten met externe instanties. De zorgcoördinator bereidt het ZAT-overleg voor en stelt mentoren en afdelingsbegeleiders op de hoogte van de adviezen na afloop van elk ZAToverleg. Iedere maand heeft de zorgcoördinator overleg met de conrector onderbouw (portefeuille zorg). De zorgcoördinator heeft regelmatig overleg met het interne begeleidingsteam, zij stuurt hen aan en begeleidt/ondersteunt indien nodig. Rol van het interne begeleidingsteam De begeleider zal de leerling oproepen voor een intake gesprek en de inhoud van het ondersteuningstraject bespreken. Na afloop van de ondersteuning zal dit naar de betreffende personen (ouders, mentor, afdelingsbegeleider, zorgcoördinator) worden gecommuniceerd. Indien er behoefte is aan zorg of begeleiding, die niet op Trinitas wordt aangeboden kan i.o.m. de zorgcoördinator besloten worden om externe hulpverlening in te schakelen. CBO (Centrum voor Begaafdheidsonderzoek in Nijmegen) Alle leerlingen uit het eerste leerjaar worden in november/december getest door het CBO. Het onderzoek bestaat uit een motivatie-test, een test waaruit blijkt of leerlingen sociaalemotioneel goed in hun vel zitten en een intelligentietest. De combinatie van die drie onderdelen bepaalt grotendeels de mogelijkheden om goed te kunnen presteren. De uitslag van de testonderdelen per leerling wordt door een medewerker van het CBO besproken met de mentor van de klas. Die bespreking levert nieuwe invalshoeken voor de begeleiding van de leerling. De uitkomsten van de test en de bespreking ervan is de basis van de begeleiding van de leerlingen in de onderbouw (t/m klas 3). Gedurende die periode worden de schoolprestaties van de leerlingen vergeleken met de uitslag van de CBO-test. Die Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 6/48 4

vergelijking wordt uitgedrukt in een prestatiecijfer. De hoogte van het prestatiecijfer is een indicator voor onder- of bovenpresterende leerlingen. Bovengenoemde informatie wordt ook met de leerlingen en de ouders besproken. De uitkomsten van de test en het prestatiecijfer zijn steeds het uitgangspunt en het ijkpunt bij het bespreken en vaststellen van de aanvullende zorg van de leerling. 3. Sociaal emotionele begeleiding: Sturend Uitvoerend Adviserend Passend Onderwijs Almere Conrector Mentor Coördinator VBP Coördinator HB ZorgAdviesTeam Orthopedagoog Conrector Zorg Zorgcoördinator Afdelingsbegeleiders Counselor Buitenschools: - Bureau Jeugdzorg - Psychische begeleiding - SOVA-training, kanjertraining, Oké-op-school, etc. Binnen school: - Counseling - Faalangstreductietraining - *VBP=Verbredingsproject *HB=Hoogbegaafdheid - Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 7/48 4

Adviserende organen: Zorg Advies Team ( ZAT) Het externe Zorg Advies Team komt elke maand bij elkaar voor het bespreken van leerlingen en algemene zaken, die de zorg betreffen. Niet alle leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften worden in het ZAT-overleg besproken. Het betreft de leerlingen waarover de school advies wil van externe experts. In het externe ZAT- overleg hebben zitting: - de schoolarts; - de spilfunctionaris Bureau Jeugdzorg; - functionaris Jeugd- en Jongeren maatschappelijk werk; - de leerplichtambtenaar; - psycholoog permanente commissie leerlingzorg; - counselors; - orthopedagoog; - zorgcoördinator. Orthopedagoog De orthopedagoog, Astrid Hoogendijk, adviseert bij en denkt mee over de invulling van de ondersteuning op Trinitas Gymnasium. De orthopedagoog meldt gesignaleerde knelpunten in de interne ondersteuning/begeleiding en geeft relevante ontwikkelingen in de externe zorg door aan de zorgcoördinator. De orthopedagoog is betrokken bij leerlingen die vanwege dyslexie, dyscalculie, ADHD, ADD, autisme spectrum stoornis of andere sociaal-emotionele en/of leerproblematiek aanpassingen nodig hebben. De orthopedagoog denkt mee in de begeleiding van deze leerlingen en geeft advies aan mentoren en leerlingen. Dergelijke zaken worden onder andere besproken tijdens de wekelijkse leerlingbespreking. Als de expertise binnen de school niet toereikend is, dan wordt de leerling in overleg met de zorgcoördinator ingebracht in het zorg advies team (ZAT). Hieruit kunnen specifieke taken voortvloeien zoals afstemming creëren tussen de GGZ, schoolmaatschappelijk werk of andere instanties. De orthopedagoog kan dyslexie onderzoek uitvoeren en geeft na de diagnose het ondersteuningstraject aan. Op Trinitas Gymnasium gaan we ervan uit dat binnen het voortgezet onderwijs dyslexie niet meer remedieerbaar is. De hulp richt zich dus vooral op het leren omgaan met dyslexie. De orthopedagoog is verantwoordelijk voor het bekendmaken van praktische wijzigingen ten aanzien van dyslexie, aansluitend bij het dyslexieprotocol van het Voortgezet Onderwijs (zie het dyslexieprotocol in de bijlage). Naast een dyslexieonderzoek kan de orthopedagoog ook andere onderzoeken bij leerlingen uitvoeren. Het kan gaan om vragen over het niveau van een leerling en/of het sociaal emotioneel functioneren. Aanmelding voor onderzoeken door de orthopedagoog verloopt altijd via de mentor en met toestemming van ouders. De afdelingsbegeleider en zorgcoördinator worden altijd op de hoogte gesteld. De orthopedagoog kan dus betrokken worden bij de begeleiding van leerlingen waarover meer dan normale zorgen zijn (vaak leerlingen met een leerlinggebonden financiering of een handelingsplan/ontwikkelingsperspectief ). De orthopedagoog is betrokken bij het traject aanname en plaatsing/begeleiding van leerlingen waarover meer dan normale zorgen zijn bij de overstap van BO naar VO (vaak Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 8/48 4

leerlingen met een leerlinggebonden financiering of ontwikkelingsperspectief). De orthopedagoog onderhoudt in dit stadium contact met de basisschool en met ouders/leerling (evt. externe organisaties). Voor de leerlingen met een leerlinggebonden financiering ( rugzakje ) bewaakt de orthopedagoog het begeleidingsproces. De orthopedagoog is de contactpersoon met Passend Onderwijs Almere en stelt handelingsplannen/een ontwikkelingsperspectief op voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Deze handelingsplannen worden regelmatig geëvalueerd met alle betrokken partijen. Passend Onderwijs Almere Leerlingen die momenteel een leerlinggebonden financiering ( rugzakje ) hebben, kunnen hier tot uiterlijk 2015-2016 gebruik van maken. De leerlingen op Trinitas met een rugzakje worden begeleid door Passend Onderwijs Almere. Leerlingen met een leerlinggebonden financiering krijgen, naast hun mentor, een zorgmentor toegewezen om deze leerlingen te begeleiden. De zorgmentor onderhoudt intensief contact met de ouder(s)/verzorger(s). Iedere leerling met een dergelijke indicatie heeft een eigen handelingsplan waarin ook specifiek voor deze leerling geldende afspraken staan die door de docenten uitgevoerd dienen te worden. Ongeveer 3 à 4 keer per jaar wordt de schoolsituatie geëvalueerd. Hierbij zijn de volgende personen aanwezig: o de leerling; o de ouder(s)/verzorger(s); o mentor; o casemanager van Passend Onderwijs Almere; o orthopedagoog. Ouder(s)/verzorger(s), maar ook mentoren, kunnen advies inwinnen bij Passend Onderwijs Almere. Iedere leerling heeft een eigen casemanager. Het geheel van de uitvoeringen van Passend Onderwijs Almere- begeleiding wordt bewaakt door de orthopedagoog. Op verzoek komt de casemanager minimaal 1x per jaar voorlichting geven aan de betrokken vakdocenten. Dit vindt plaats tijdens de teamvergadering. Uitvoerende organen binnen school: Counseling De counselors zijn er voor leerlingen die vanwege een persoonlijk (sociaal-emotioneel) probleem begeleiding nodig hebben. Die extra begeleiding krijgt een leerling individueel of in groepsverband en altijd na overleg met ouders/verzorgers. Wat zegt De Dikke van Dale over counselen: Counselen: iemand adviseren, helpen via het voeren van gesprekken die hem/haar inzicht proberen te verschaffen in zijn/haar moeilijkheden. Een counselor is dus een raadgever, een adviseur. Of de leerling (of ouders) de raad opvolgt is aan hem/haar. Hoe komen de leerlingen met de counselor in contact? a. Door aanmelding via de mentor naar zorgcoördinator; b. Door op eigen initiatief langs te komen bij één van de counselors (A18); Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 9/48 4

Werkwijze counselor: o De counselor heeft een gesprek met de mentor. o Er vindt een intakegesprek met de leerling plaats door een counselor. o De mentor vraagt om toestemming van de ouder(s)/verzorger(s) voor counseling. o Er worden gesprekken gepland. o De counselor onderhoudt het contact met de afdelingsbegeleider, zorgcoördinator en mentor(en). o De counselor maakt een korte notitie in SOM ( DN: dossiernotitie). Het streven is om gedurende maximaal vijf gesprekken wordt gekeken welke hulp het beste bij de leerling past. Daarna wordt een advies uitgebracht naar de mentor(en) en de afdelingsbegeleider. Het advies kan zijn het aanbieden van verdere hulp binnen school of een verwijzing naar externe hulp. Wanneer de counselor externe hulp adviseert, kan de counselor optreden als intermediair tussen de verschillende hulpverlenende instanties. Onze counselors zijn: Marleen Schmal en Anne Marie Gourfink. Faalangstreductietraining Faalangst is angst om te falen, fouten te maken, te kort te schieten of om niet aan bepaalde verwachtingen van jezelf of van anderen te kunnen voldoen. Faalangst kan op meerdere gebieden tot uiting komen. Voorbeelden zijn: de angst om te falen bij sportprestaties (gymles of wedstrijd) vallen onder motorische faalangst, cognitieve prestaties (huiswerk, toetsen en examens) vallen onder cognitieve faalangst en angst bij sociale activiteiten (spreekbeurten in de klas, presentaties geven) duiden op sociale faalangst. Positieve en negatieve faalangst Faalangst kan zowel een negatieve als een positieve uitwerking hebben. Bij positieve faalangst helpt de aanwezige spanning of angst juist om beter te functioneren, of zich beter te kunnen concentreren dan onder normale situaties. Bij negatieve faalangst veroorzaken irrelevante gedragingen en of gedachten, eerder een vermindert functioneren dan in normale situaties. Als aan het lichaam een gevaarsignaal wordt gegeven, komt er adrenaline in het bloed vrij hierdoor wordt het lichaam paraat gemaakt om te vechten of te vluchten ( fight or flight ). Adrenaline stimuleert het hart, de longen en de zweetklieren. De bloeddruk stijgt en de spieren worden geprikkeld tot actie Ook de hersenactiviteit wordt afgeremd, wat negatieve invloed heeft op het nadenken en het geheugen. Hierdoor wordt de paniek vaak groter en de angstreactie nog sterker en kunnen ervoor zorgen dat een leerlingen zaken vergeet die zij onder normale omstandigheden wel zouden weten, een black-out. Ook wil het lichaam zich ontdoen van overbodige ballast, wat betekent veel naar het toilet, soms diarree en/of geen hap door de keel krijgen/overgeven. Daarnaast kunnen verschijnselen optreden als hoofdpijn, maagpijn, buikpijn, overbeweeglijkheid, slecht slapen en hyperventilatie. Het gevaarsignaal ontstaat vanuit het denken (bewust en onbewust). Een negatief zelfbeeld (hoe je jezelf en je eigen mogelijkheden ziet) zorgt voor negatieve en irrationele verwachtingen. Al het gedrag is gericht op het vermijden van mislukking. Bij succes schrijft men dit toe aan factoren buiten zichzelf, bij mislukking aan zichzelf (intern). Deze negatieve spiraal kan tot verlies aan motivatie leiden. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 10/48 4

Faalangstkenmerken Algemeen: o Faalangstige leerlingen willen regelmatig feedback hebben op door hen geleverd werk. Soms vragen ze er om. o Snel uit balans, wanneer de sfeer in de klas minder goed is. o Deze leerlingen hebben een sterke behoefte aan positieve verwachtingen van anderen over hun functioneren. o Bij nieuwe opdrachten zijn ze vaak onzeker en weten niet wat te doen. Vaak kijken ze eerst hoe anderen het doen. o Tijdens het luisteren naar nieuwe uitleg niet of nauwelijks horen, wat er gezegd wordt. o Uiterlijke reacties: stotteren, zweten, zenuwachtig wiebelen met benen, oppervlakkig ademhalen, schouders samentrekken, met de handen friemelen. o Innerlijke reacties: hartkloppingen, droge mond, naar de wc moeten, maagpijn. Tijdens uitleg: o Duiken weg achter een andere leerling als de docent een vraag aan de hele klas stelt. o Gaan heel druk doen, als je hun richting uitkijkt in een poging de aandacht vast te houden tijdens de uitleg. o Durven geen vragen te stellen over de nieuwe stof. o Hebben moeite met het vasthouden van de grote lijn tijdens de uitleg. Contact met mede leerlingen: o Maken veel negatieve opmerkingen tegen anderen en tegen zichzelf. o Voelen zich onbehaaglijk in een situatie met hoger-geplaatsten of vermijden medeleerlingen. o Zijn overgevoelig voor kritiek. Bij sommigen gaat dit zover, dat ze zelfs bang zijn voor complimenten. o Zoeken voortdurend steun bij hun medeleerlingen. o Durven niet te weigeren, als iemand wat van hen gedaan wil krijgen. Tijdens toetsen en/of overhoringen: o Beginnen faalangstigen later dan anderen met de eerst opgave. o Kunnen faalangstigen een gekleurd gelaat hebben. o Bewegen onrustig heen en weer. o Stellen regelmatig procedurevragen en/of vragen omtrent de opgaven. o Raken volstrekt in de war, indien ze aan het einde, alle gemaakte opgaven nog eens controleren. o Reageren scherp op alle dingen, die in de directe omgeving gebeuren. o Hebben na afloop geen inzicht in de kwaliteit van het geleverde werk. Docenten: o Formuleer de toets opdracht kort en bondig. o Maak een opbouw in moeilijkheidsgraad. o Geef aan wat nodig is voor een voldoende. o Neem vaak een diagnostische toets af (zo wennen leerlingen aan manier van vragen en passen studeren aan). o Kleine afstand tussen toets en beoordeling (om afwachtende spanning te reduceren en de stof is nog te vers in het geheugen: er kan geleerd worden van fouten). o Voldoende tijd! (niet roepen: nog 10 minuten! De kans dat een faalangstige leerling dan dicht slaat is groot). o Voorzichtig met beurten voor de klas ( dat is ongeveer het ergste wat een faalangstige leerling kan overkomen). o Lees de cijfers van een gemaakte toets niet hardop voor in de klas. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 11/48 4

Mentoren: Bij een vermoeden van faalangst: o Overleg met ouders. o Opgave d.m.v. aanmeldingsformulier bij de zorgcoördinator. Trainer: o intake gesprek met leerling n.a.v. de vorige twee punten; o trainingsdata doorgeven aan de leerling, mentor/ouders en zorgcoördinator; o Invoering in SOM ( Begeleiding-Zorgvierkant). In principe vinden er twee trainingen plaats; aan het begin van het schooljaar (rond oktober) voor leerjaar 4+ 5 + 6 en rond februari voor leerjaar 1 + 2 + 3. Tijdens die trainingen van tien bijeenkomsten van 60 minuten komen o.a. de volgende onderdelen aan de orde: o Wat is faalangst; o Oefeningen voor het zelfvertrouwen o Jezelf presenteren aan de groep. Er is vooral veel aandacht voor onredelijke (negatieve) gedachten die ervoor kunnen zorgen dat de leerling zo weinig vertrouwen heeft als hij/zij een toets moet maken en/of leren. De faalangstreductietraining wordt gegeven door Selma Rutten in samenwerking met de Oké-op-school begeleider, Linda Heuft. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 12/48 4

4. Vakinhoudelijke begeleiding: Sturend Uitvoerend Adviserend Conrector Mentor Coördinator VBP Afdelingsbegeleider Coördinator HB Conrector Zorg Zorgcoördinator Orthopedagoog Buitenschools: - Bijles Binnenschools: - Vakdocenten - Extra ondersteuning NE - Extra ondersteuning WI - Extra ondersteuning LA/GR *VBP=Verbredingsproject *HB=Hoogbegaafdheid Uitvoerende organen binnen school: Extra ondersteuning - Nederlands Voor extra ondersteuning Nederlands kunnen leerlingen die moeite hebben met een specifiek onderdeel binnen de Nederlandse taal, worden aangemeld. Dit vindt plaats door middel van een zogenaamd inloopuur, leerlingen kunnen door de docent of mentor worden aangemeld. Het inloopuur wordt verzorgd door Marian Offenberger en richt zich vnl. op de leerlingen uit leerjaar 1 en 2 Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 13/48 4

Extra ondersteuning- Wiskunde Extra ondersteuning wiskunde wordt gegeven aan individuele leerlingen of in een groepje en richt zich met name op leerlingen van de onderbouw. De extra ondersteuning wiskunde zal plaatsvinden op woensdag van 15.30-17.00 uur tijdens de begeleidingsmomenten. Extra ondersteuning- Latijn/Grieks De extra ondersteuning voor Latijn en Grieks vindt plaats op de maandag vanaf 15.30 uur. De extra ondersteuning Klassieke Talen wordt gegeven door Hubert van Liefland. Handelingsplan: Voorafgaand aan de in te zetten begeleiding stelt de docent die de begeleiding verzorgt, een handelingsplan op in Som. Hierin wordt tenminste omschreven: o o o Wat de hulpvraag is (beginsituatie); Hoe de hulpvraag te beantwoorden (handelingen/ aanbod); hoeveel tijd (aantal contactmomenten) hiermee gemoeid is. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 14/48 4

5. Studiebegeleiding: Sturend Uitvoerend Adviserend Conrector Mentor Coördinator VBP Afdelingsbegeleider Coördinator HB Conrector Zorg Zorgcoördinator Orthopedagoog Buitenschools: Binnenschools: - Studiebegeleiding - Studie instituut / Huiswerkbegeleiding - Huiswerkbegeleiding - Oké op School - - *VBP=Verbredingsproject *HB=Hoogbegaafdheid Uitvoerende organen binnen school: Studiebegeleiding Doelgroep: Leerlingen die gevaar lopen af te stromen door onderpresteren als gevolg van motivatieproblemen of emotionele problemen. Maar ook leerlingen die moeite hebben met studievaardigheden, zoals leren leren, leren plannen. De aanmelding via mentor d.m.v. een aanmeldformulier. Wat doet de studiebegeleider: 1. Intakegesprek met leerling en begeleidingstraject bespreken. 2. Voortgang bespreken. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 15/48 4

3. Planning van proefwerken en SE s (in de bovenbouw). 4. Signaleren van slechte studiegewoonten en tips en adviezen geven. 5. Aanbieden en optimaliseren studievaardigheden( o.a. planning huiswerk, agenda gebruik, organisatie spullen, woordjes leren, teksten leren, werkstukken maken, concentreren). 6. Bespreekbaar maken van motivatieproblemen. 7. Bespreekbaar maken van de houding in de klas. 8. Doorverwijzen naar counseling ( indien noodzakelijk) bij emotionele problemen. Uitvoering: De begeleiding wordt afgestemd met de betreffende leerling en vindt minimaal 1 x per week plaats. De duur van de begeleiding is per leerling verschillend en afhankelijk van de behoefte van de leerling. Er wordt een handelingsplan opgesteld en digitaal in SOM ( Begeleiding- Zorgvierkant) toegevoegd. De begeleiding vindt plaats op maandag, woensdag, donderdag en/of vrijdag van 15.30-17.00 uur tijdens de begeleidingsmomenten. Trinitas Gymnasium heeft 3 studiebegeleiders: Peter Bemelmans, Ina Zwiers en Nikos Papadopoulos. Huiswerkbegeleiding Op maandag, woensdag, donderdag en/of vrijdag wordt er van 15.30 tot 17.00 uur huiswerkbegeleiding aangeboden in de mediatheek. Huiswerkbegeleiding is bedoeld voor de leerlingen die niet in staat zijn thuis hun huiswerk goed te doen of die hier extra ondersteuning bij nodig hebben. De huiswerkbegeleiding wordt verzorgd door bovenbouwleerlingen. Aanmelden verloopt via de mentor d.m.v. een aanmeldingsformulier. De coördinator van de huiswerkbegeleiding is Gerrie Hekman. Voorwaarden: Plaatsing is slechts mogelijk na akkoord mentor; Plaatsing is slechts mogelijk indien het beschikbare aantal plaatsen dit toelaat; Absentie wordt geregistreerd. Afwezigheid wordt door ouder/verzorger schriftelijk gemeld bij de docent van de huiswerkbegeleiding of bij de dienstkamer; Leerlingen hebben het benodigde studiemateriaal bij zich; Plaatsing geschiedt in principe voor maximaal 1 periode ( 8 weken); Kosten zijn: 7.50 per keer. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 16/48 4

6. Meerbegaafdheidsbegeleiding: Sturend Uitvoerend Adviserend Conrector Mentor Coördinator VBP Afdelingsbegeleider Coördinator HB Conrector Zorg Zorgcoördinator Orthopedagoog Buitenschools: Binnenschools: - Masterclass UVA/VU - Modules - Verbredingsmodule/-project - Hoogbegaafdheid coördinator *VBP=Verbredingsproject *HB=Hoogbegaafdheid Begeleiding aan de bovenkant: Leerlingen uit het eerste leerjaar maken in november (met toestemming van de ouders) de CBO- test. Die test bestaat uit drie verschillende onderdelen: begaafdheid, welbevinden en belangstelling. De test is ontwikkeld door het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek uit Nijmegen. Op grond van de uitslag van de test kan een goede inschatting gemaakt worden welke leerlingen duidelijk boven het maaiveld uitkomen. Met andere woorden of leerlingen meer uitdaging nodig hebben. Aangevuld met de bevindingen die inmiddels met deze leerlingen in onze lespraktijk is opgedaan, wordt een aantal leerlingen geselecteerd waarvan wij denken dat ze het verbredingsproject (VBP) in kunnen. De keuze tot deelname ligt uiteindelijk bij zowel de leerling als de ouders/verzorgers. Het VBP is vrijwillig, maar wanneer de leerling besluit mee te doen, wordt er wel een Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 17/48 4

eindresultaat verwacht. Alles is er op gericht de leerling zelfstandig een project te doen afronden, met een klein beetje hulp van onze kant. Deze hulp wordt gegeven door een, door de leerling, zelfgekozen begeleider die, bij voorkeur, geen enkele affiniteit heeft met het onderwerp van het project; het gaat immers om de begeleiding van het proces. De leerling is vrij in het kiezen van het onderwerp, maar mag niet bestaan uit stof die in de gewone lessen al behandeld wordt. In de tweede en derde klas mag in principe elke leerling meedoen met het VBP. Hij/zij moet dan wel aan een aantal eisen voldoen, waaronder geen onvoldoendes voor het VG (voortschrijdend gemiddelde) per vak, geen onvoldoendes bij T (taakgerichtheid) en Z(zelfwerkzaamheid). De leerling kan reguliere lessen (variërend van 1 tot en met 4 lesuren per week) inwisselen voor het werken aan zijn/haar project. Er zijn per schooljaar twee VBP-perioden van ongeveer 13 lesweken. Aan het einde van het schooljaar is er een verbredingsmarkt waarop de leerlingen die hebben meegedaan hun project laten zien. Met de uitslag van de CBO- test wordt, met de IST- score en met het VG van alle vakken, een berekening gemaakt en daar komt een prestatiecijfer uit. Dit prestatiecijfer is een instrument voor leerlingenbesprekingen om te beoordelen of leerlingen naar kunnen presteren. Indien een leerling onderpresteert gaat de mentor onderzoeken wat de reden hiervan is en kijkt of aanvullende zorg noodzakelijk is. Coördinator hoogbegaafdheid (HB) De school kent naast de zorgcoördinator ook een coördinator hoogbegaafdheid. De HBcoördinator signaleert en inventariseert HB leerlingen. Zij stuurt docenten, mentoren en studiebegeleiders aan. Haar eerste prioriteit ligt bij de onderpresterende HB leerlingen en het voorkomen van onderpresteren. Hiertoe geeft de HB coördinator voorlichting aan docenten/mentoren/ouders, vormt een team van specialisten en stuurt dit mede aan. Een aantal HB leerlingen zal door haar individueel of groepsgewijs begeleid worden. Leerlingen die er niet in slagen om hun capaciteiten om te zetten in prestaties krijgen extra begeleiding. De focus ligt op een individuele aanpak per leerling, maatwerk per leerling dus. Zo is het mogelijk dat een leerling een of meerdere vakken versnelt en op een ander moment afrondt. Ook kan een leerling versneld door de leerstof heen zodat er tijd overblijft om zich verder te ontwikkelen, bijvoorbeeld door middel van een eigen project of het volgen van modules aan de universiteit. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 18/48 4

Bijlagen: Dyslexieprotocol Ondersteuningsprofiel Aanmeldingsformulieren Aanmeldingsformulier Extra ondersteuning Aanmeldingsformulier Studiebegeleiding Aanmeldingsformulier Faalangst Reductie Training Aanmeldingsformulier Huiswerkbegeleiding Aanmeldingsformulier Counseling Aanmeldingsformulier ZAT Akkoordverklaring bespreking ZAT Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 19/48 4

Dyslexieprotocol Trinitas Gymnasium Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 20/48 4

Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave... blz 1 2. Voorwoord... blz 2 3. Wat is dyslexie?.... blz 3 4. Dyslexieverklaring..... blz 3 4.1 aanmelden met dyslexieverklaring.. blz 4 4.2 vermoedens van dyslexie... blz 4 5. TV- categorieën. blz 5 5.1 TV0 en TV1 tijdverlenging. blz 6 5.2 TV2 aangepaste spellingsbeoordeling... blz 7 5.3 TV3 auditieve ondersteuning.... blz 7 5.4 Communicatie indeling categorie blz 9 5.5 Aanpassen categorie blz 9 6. Afspraken talen en dyslexie blz 9 6.1 Nederlands. blz 9 6.2 Overige talen. blz 10 7. Vrijstelling van een taal.. blz 10 8. Examen doen met dyslexie... blz 10 9. Aangepaste studieboeken.... blz 10 10. Luisterboeken in bibliotheek Almere... blz 11 11. Vragen over dyslexie?.... blz 11 Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 21/48 4

2. Voorwoord Dit dyslexieprotocol is bedoeld voor leerlingen, ouders, docenten en schoolleiding van Trinitas Gymnasium. Wanneer in dit dyslexieprotocol hij geschreven wordt, kunt u ook zij lezen. Op Trinitas Gymnasium gaan we ervan uit dat binnen het Voortgezet Onderwijs dyslexie niet meer remedieerbaar is. Onze hulp richt zich dus vooral op het ermee om leren gaan. Daarbij willen we veel, maar kunnen we niet alles. Beperkende factor is de wet en regelgeving en de praktische mogelijkheden van de school. Dit dyslexieprotocol heeft als doel om af te bakenen wat we als school aan dyslectische leerlingen kunnen en willen bieden. De ingangsdatum is 1 augustus 2012. Het dyslexieprotocol is geschreven in lettertype Arial 12, regelafstand 1,5, dit lettertype wordt in de bovenbouw bij de schoolexamens en Centraal Eindexamen gebruikt en is prettig leesbaar voor dyslecten. Het dyslexieprotocol is op de website van Trinitas Gymnasium na te lezen en wordt ieder jaar besproken binnen school en gecommuniceerd met leerlingen, ouders en docenten. Drs. M. Compagner (conrector zorg) Drs. A. Hoogendijk (orthopedagoog) September 2014 Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 22/48 4

3. Wat is dyslexie? Op dit moment is de meest geaccepteerde definitie van dyslexie de volgende: Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. (Stichting Dyslexie Nederland) Dyslectische leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben problemen met: - lezen en/of spellen op woordniveau in het Nederlands en in de moderne vreemde talen (nieuwe klank-tekenkoppelingen, ingewikkelde spellingsafspraken); - het snel en accuraat lezen (decoderen) van teksten bij alle vakken; - het snel en accuraat spellen (coderen) bij functioneel schrijven bij alle vakken. (Uit: Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs 2004 ) 4. Dyslexieverklaring Wanneer dyslexie is vastgesteld, hoort bij het rapport van de deskundige ook een dyslexieverklaring. Dit betekent dat uit psychodiagnostisch onderzoek is gebleken dat bij de leerling dyslexie is vastgesteld. Een dyslexieverklaring mag alleen worden afgegeven door een daartoe bevoegde deskundige. De deskundige moet in ieder geval een psycholoog of orthopedagoog zijn. Een remedial teacher of logopedist is níet bevoegd om een dyslexieverklaring af te geven. De dyslexieverklaring geeft de mogelijkheid gebruik te maken van verschillende faciliteiten in het onderwijs. De benodigde (ICT-)hulpmiddelen moeten genoemd worden in de verklaring. Een dyslexieverklaring is onbeperkt geldig (Bron: Steunpunt Dyslexie). Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 23/48 4

4.1 Aanmelden met dyslexieverklaring Wanneer een leerling op Trinitas Gymnasium wordt aangemeld en in het bezit is van een dyslexieverklaring, wordt verzocht om bij de aanmelding de dyslexieverklaring bij te voegen. De orthopedagoog van Trinitas Gymnasium stelt aan de hand van de dyslexieverklaring en gegevens van ouders vast welke aanpassingen voor de leerling nodig zijn. Leerlingen worden op grond van de benodigde aanpassingen ingedeeld in een bepaalde categorie, voor de beschrijving hiervan zie hoofdstuk 5. De informatie over de benodigde aanpassingen voor de leerling komt kort samengevat op de Bakenpas te staan. De notitie op de Bakenpas geeft de leerling recht op tijdverlenging. Daarnaast kunnen zaken aangegeven worden waar docenten rekening mee moeten houden bij de betreffende leerling (bv. aanpassingen beoordeling spelling, vergroten van teksten e.d.). 4.2 Vermoedens van dyslexie Groep 8 leerlingen Alle leerlingen die in Almere in het Voortgezet Onderwijs zijn gestart, worden in de eerste klas gescreend op dyslexie. Dit betekent dat bij alle leerlingen die zijn aangemeld (zonder dyslexieverklaring) voor het nieuwe schooljaar gekeken zal worden naar hun niveau van technisch lezen en spellen. Dit gebeurt aan de hand van informatie van de basisschool. Leerlingen die hier opvallend scoren worden uitgenodigd voor een dyslexieonderzoek voor de zomervakantie. Hierdoor is bij de start van de schoolloopbaan op Trinitas Gymnasium bekend of de leerling dyslectisch is en welke aanpassingen nodig zijn. Leerlingen worden op grond van de benodigde aanpassingen ingedeeld in een bepaalde categorie, voor de beschrijving hiervan zie hoofdstuk 5. Gedurende de loop van de schooljaren Leerlingen kunnen in de loop van het schooljaar alsnog via de mentor aangemeld worden voor een dyslexieonderzoek. In het VO zijn namelijk altijd leerlingen bij wie dyslexie zich pas manifesteert als ze veel talen en lange teksten moeten verwerken. Zij bereiken pas dan de grenzen van hun compensatiemogelijkheden. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 24/48 4

Leerlingen die in de loop van het schooljaar een dyslexieverklaring krijgen of die aanpassingen krijgen in de maatregelen die voor hen gelden, krijgen een tijdelijke tijdverlengingskaart (dubbelgevouwen A-4tje in een plastic mapje, met beschrijving stoornis en de maatregelen die voor deze leerling gelden). Bij de start van het nieuwe schooljaar zal op de Bakenpas van de leerling de categoriecode komen te staan. De procedure toepassing aanpassingen vindt u op pagina 6. 5. TV- categorieën In leerjaar 2014-2015 heeft Trinitas Gymnasium zestien leerlingen waarbij dyslexie gediagnosticeerd is en vijftien leerlingen die om andere redenen tijdverlenging hebben. Deze leerlingen hebben, op grond van een diagnose, recht op extra tijd voor toetsen. De aanduiding dat ze recht hebben op extra tijd wordt aangegeven op hun Bakenpas met de afkorting TV (TV: TijdVerlenging). Naast de aanduiding TV staat op de pas een notitie over een categorie. Dit kan zijn categorie 0, 1, 2 of 3. De betekenis van deze categorieën vindt u in 5.1. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 25/48 4

Door indeling in een categorie is voor alle docenten en leerlingen helder op welke aanpassingen de leerling recht heeft. Bij de start van het nieuwe schooljaar zal op de Bakenpas van de leerling de categoriecode komen te staan. Dit pasje moet de leerling op de tafel leggen tijdens toetsen en zijn code op het toetsblaadje noteren, zodat de docent ziet welke aanpassingen nodig zijn. De toetsen voor alle leerlingen worden aangeboden met lettertype Arial 12 met 1.5 regelafstand, dit is prettig leesbaar voor dyslecten. Het systeem van indelen in categorieën heeft als achtergrond dat we vaststellen dat de mate waarin dyslexie voorkomt en de bijbehorende maatregelen die nodig zijn per leerling erg verschillen. Afbakenen van de ernst en vorm van dyslexie is daarom in onze ogen een logische en eerlijke stap. 5.1 TV0 en TV1 tijdverlenging Categorie TV0 Het gaat hier om leerlingen die tijdverlenging krijgen om een andere reden dan dyslexie. Bij hen is een andere diagnose vast gesteld (ADHD, aan autisme verwante stoornis, dyscalculie e.d.) die het tempo van informatieverwerking in ernstige mate belemmert. Deze groep leerlingen krijgt de aanduiding TV0 op hun Bakenpas (geen dyslexie, maar wel iets anders). Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 26/48 4

Leerlingen die op grond van NT2 problematiek tijdverlenging krijgen (korter dan 6 jaar in Nederland en vastgestelde problematiek met in tempo verwerken van informatie) worden ook ingedeeld in categorie TV0. Het recht op tijdverlenging komt te vervallen op het moment dat de leerling langer dan 6 jaar in Nederland is. Als maatregel passen we voor leerlingen die ingedeeld zijn in categorie TV0 tijdverlenging toe. Voor een toets van 45 minuten krijgt de leerling 10 minuten extra tijd. Op het examen is de tijdverlenging maximaal 30 minuten. Categorie TV1 Het gaat hier om leerlingen die als gevolg van dyslexie last hebben van een tempoprobleem. Ze lezen langzamer, maar zijn veelal ook minder snel in het verwerken van informatie. Als maatregel passen we voor deze leerlingen tijdverlenging toe. Voor een toets van 45 minuten krijgt de leerling 10 minuten extra tijd. 5.2 TV2 aangepaste spellingsbeoordeling Het gaat hier om leerlingen die als gevolg van dyslexie last hebben van zowel een tempoprobleem als een spellingprobleem. Ze lezen langzamer, zijn veelal minder snel in het verwerken van informatie en hebben daarnaast grote moeite met de spelling. De spellingproblemen zijn bij deze groep leerlingen van basale aard, schrijven wat je hoort kost deze groep leerlingen veel energie. Als maatregel passen we voor deze leerlingen tijdverlenging toe (beschrijving zie 5.1), daarnaast worden spellingfouten aangepast beoordeeld volgens afspraken binnen de secties. 5.3 TV3 auditieve ondersteuning Het gaat hier om leerlingen die als gevolg van dyslexie in zeer ernstige mate last hebben van zowel een tempoprobleem als een spellingprobleem. Ze lezen beduidend langzamer, zijn beduidend minder snel in het verwerken van informatie en hebben daarnaast zeer grote moeite met de spelling. De spellingproblemen zijn bij Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 27/48 4

deze groep leerlingen van zeer basale aard, schrijven wat je hoort kost deze groep leerlingen zeer veel energie. Deze groep leerlingen is zo goed als altijd al vanaf de basisschool als dyslectisch bekend en heeft daar ook al gebruik gemaakt van auditieve ondersteuning bij toetsen. Als maatregel passen we voor deze leerlingen tijdverlenging toe (beschrijving zie 5.1), worden spellingfouten aangepast beoordeeld (beschrijving zie 5.2) en is er auditieve ondersteuning bij toetsen mogelijk. Uitvoering auditieve ondersteuning in de onderbouw Hieronder zijn de algemene afspraken te lezen over het gebruik van auditieve ondersteuning. We maken onderscheid tussen het gebruik van Claroread tijdens de lessituatie en tijdens toetsen. Tijdens de lessituatie mag een leerling gebruik maken van Claroread met oordopjes in wanneer de docent niet aan het uitleggen is en er geen samenwerkingsopdracht gegeven is. Bij toetsen gelden de volgende afspraken: De leerling: - leent bij de mediatheek de cd-rom van Claroread en installeert deze op zijn laptop. - levert een usbstick aan de docent waarop zijn naam staat. - heeft een laptop bij zich tijdens de toets. - heeft oordopjes bij zich voor de toets. - de toetsantwoorden schrijft de leerling op een regulier toetsblaadje. De docent: - levert de toets digitaal aan op een usb stick. Als het nodig is dat de toets ook op de laptop geschreven moet worden, dan kan de leerling de toets maken in kladblok, daar is geen spellingscontrole mogelijk. Hierna slaat de leerling de toets op de stick op (naam document: naam leerling, klas, toets, datum) en levert de stick bij de docent in (vastgeplakt op regulier toetsblaadje). De docent print het document uit om deze na te kijken. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 28/48 4

Uitvoering auditieve ondersteuning in de bovenbouw In de bovenbouw geeft de leerling bij het examensecretariaat aan dat hij gebruik wil maken van een laptop tijdens SE s en het CE. Het examensecretariaat zorgt ervoor dat een laptop beschikbaar is tijdens deze examens. Voor de overige toetsen gelden de afspraken van de onderbouw, zie hierboven voor de beschrijving. 5.4 Communicatie indeling categorie Naast de aanduiding op de pas is het voor de docenten die lesgeven aan deze leerlingen van belang een overzicht te hebben van de problematiek en de aanpassingen die voor iedere leerling gelden. Middels een overzicht met de namen van alle dyslectische leerlingen zal de orthopedagoog deze informatie bij de start van ieder schooljaar doorgeven aan de betreffende conrectors en docenten, zodat iedere docent in kennis gesteld kan worden welke leerlingen uit zijn klas deze handicap hebben. 5.5 Aanpassen categorie Indien in de loop der jaren blijkt dat een leerling meer aanpassingen nodig heeft dan eerder ingeschat is, neemt de mentor contact op met de orthopedagoog. De orthopedagoog zal vragen naar bewijsstukken om aan te tonen dat de reeds gestelde maatregelen niet voldoende zijn. Indien de orthopedagoog vaststelt dat de gestelde maatregelen inderdaad te weinig zijn, worden de maatregelen voor de betreffende leerling aangepast. Het is dan waarschijnlijk dat de leerling in een andere categorie komt. Dit zal weergegeven worden op een nieuwe Bakenpas. 6. Afspraken talen en dyslexie 6.1 Nederlands Leerlingen met dyslexie hebben bij Nederlands recht op tijdverlenging, zowel in de onderbouw als in de bovenbouw. Alle leerlingen krijgen aftrek van 0,5 punt van het totaal aantal te behalen punten per taalfout en 0,5 punt aftrek van het totaal aantal te behalen punten per twee interpunctiefouten. De dyslectische leerlingen met TV-2 of TV-3 krijgen een aangepaste beoordeling voor spel- en interpunctiefouten, namelijk maximaal 10% Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 29/48 4

aftrek van het totaal aantal punten. Uitzondering hierop is een spellingspecifieke toets. Bij deze toets is er geen maximumaftrek voor dyslectische leerlingen. Op het Centraal Eindexamen Nederlands is er geen aangepaste beoordeling van toepassing voor dyslectische leerlingen. Zie voor de mogelijke faciliteiten bij het eindexamen voor dyslecten paragraaf 8 op bladzijde 10. 6.2 Overige talen In de onderbouw en bovenbouw bij Engels, Frans, Duits, Latijn en Grieks heeft de dyslectische leerling recht op de faciliteiten behorend bij zijn categorie. 7. Vrijstelling van een taal Binnen het voortgezet onderwijs zijn er voor leerlingen die niet in staat zijn het volledige onderwijsprogramma te volgen, mogelijkheden tot aanpassingen. Bij het Baken moeten leerlingen die in de onderbouw les volgen op het niveau HAVO, VWO of gymnasium altijd alle talen volgen. Op gymnasiumniveau zijn er in de bovenbouw geen mogelijkheden voor vrijstelling van een taal. Op atheneumniveau is er in de bovenbouw wel een mogelijkheid voor vrijstelling. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met de orthopedagoog. 8. Examen doen met dyslexie Tijdens het eindexamen heeft de leerling recht op de faciliteiten behorende bij zijn/haar TV categorie. Mogelijke faciliteiten bij het eindexamen zijn: 1. Tijdverlenging; bij het centraal examen gaat het hier om een verlenging van de desbetreffende toets met ten hoogste 30 minuten. 2. Auditieve ondersteuning; dit gebeurt op een PC met speciaal geleverde software. 3. Ondersteuning d.m.v. computer/laptop, alleen mogelijk indien dyslexie gecombineerd is met ernstige motorische problemen. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 30/48 4

9. Aangepaste studieboeken Vanaf schooljaar 2009/2010 zijn scholen voor voortgezet onderwijs verplicht om lesmateriaal gratis ter beschikking te stellen aan leerlingen. Dit geldt ook voor aangepaste schoolboeken. Aangepaste schoolboeken zijn bijvoorbeeld gesproken boeken (voor de Daisy-speler), brailleboeken en vergrotingen. Deze boeken worden speciaal gemaakt voor leerlingen met een leesbeperking, zoals bijvoorbeeld leerlingen met een visuele handicap of dyslexie. Scholen zijn ervoor verantwoordelijk de aangepaste boeken gratis aan deze leerlingen te verstrekken. Om te bekijken of een leerling voor aangepaste studieboeken in aanmerking kan komen, moet er contact worden opgenomen met de orthopedagoog. Leerlingen die vanwege een andere reden dan dyslexie of een visuele handicap tijdverlenging hebben, komen voor deze regeling niet in aanmerking. 10. Luisterboeken in bibliotheek Almere Met ingang van het schooljaar 2009-2010 zijn alle leerlingen van Trinitas Gymnasium d.m.v. het schoolabonnement automatisch lid van de gemeentelijke bibliotheek. Alle leerlingen ontvangen aan het begin van het schooljaar een bibliotheekpas, waarmee ze per keer voor vier weken gratis tien boeken en tijdschriften kunnen lenen. Dit abonnement geeft dezelfde rechten en mogelijkheden als de basisjaarkaart die u normaal bij de bibliotheek zou kunnen aanschaffen. Onder deze regeling vallen ook Daisy-roms en de Daisy-speler. Dankzij de Daisy-rom kunnen jongeren en volwassenen met een visuele handicap of beperking en mensen met dyslexie of fysieke leesproblemen blijven lezen. Een Daisy-rom is een gesproken boek. Geen luisterboek, want bij de Daisy- rom kan je via de zoekstructuur van de Daisy-speler navigeren in de tekst naar bijvoorbeeld pagina s, hoofdstukken en/of rubrieken. Ook kan de afspeelsnelheid geregeld worden. Leerlingen die vanwege dyslexie graag luisterboeken willen gebruiken bij het lezen voor de leeslijst van de talen, kunnen via de bibliotheek luisterboeken lenen. De Daisy-rom kan op twee manieren beluisterd worden; door het gratis lenen van een Daisy-speler bij de bibliotheek (borg 50,-) of via speciale software op de pc. Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 31/48 4

Deze software is gratis en in het Nederlands te downloaden via http://www.daisy.org/amis/download/translations, kies voor Dutch - Complete installer als u AMIS 3.1 in het Nederlands wilt installeren. 11. Vragen over dyslexie? Voor vragen betreffende dyslexie kunt u terecht bij de orthopedagoog. Zij zal uw vragen proberen te beantwoorden of zoekt ze uit. De orthopedagoog is verantwoordelijk voor de inhoud van dit dyslexieprotocol. Aanvullingen en opmerkingen hierover kunnen aan haar doorgegeven worden. Contactgegevens orthopedagoge Astrid Hoogendijk Werkdag: Dinsdag Email: a.hoogendijk@hetbaken.nl Tel: 036-845 24 00 Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 32/48 4

Ondersteuningsprofiel Trinitas Gymnasium Almere Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 33/48 4

Inhoudsopgave Inleiding 1. Algemeen 2. Het primaire proces 3. De zorgstructuur 4. Het onderwijsleerproces en de zorg voor leerlingen a. veiligheid b. het differentiërend vermogen en handelingsbekwaamheid van docenten c. planmatig werken: arrangementen, ontwikkeling in beeld en overdracht 5. Toekomst Ondersteuningsgids Trinitas Gymnasium - 2014-2015 pag. 34/48 4