auteursrechten gaat...



Vergelijkbare documenten
Bureau M.F.J Bockstael Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten:

auteursrechten gaat...

auteursrechten gaat...

Didier Deneuter modo Advocaten

Wie, wat en hoe: waarover gaat het auteursrecht? 15

SAMENVATTING WET BETREFFENDE HET AUTEURSRECHT EN DE NABURIGE RECHTEN 30 JUNI 1994

GECOÖRDINEERDE WET betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (1) (2) (3) (4) (5)

Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. (Belgisch Staatsblad, 27 juli 1994)

Inleiding tot het auteursrecht. Lucie Guibault 30 september 2011

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

auteursrechten gaat...

Consultatieversie Nota van wijziging artikel 45d Auteurswet (maart 2014)

Hof van Cassatie van België

Auteursrecht: basisbegrippen. VVJ JAM 8 februari 2016

RIE. Hoofdstuk 1 RIE?

Verhuurrichtlijn RICHTLIJN 2006/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

Cyberlaw en auteursrechten

GECOÖRDINEERDE WET betreffende het auteursrecht en de naburige rechten (1) (2) (3) (4) (5)

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

auteursrechten gaat...

Wet van 30 juni betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Bijgewerkt en gecoördineerd t/m 1 april 2010

Wet van 30 juni betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Bijgewerkt en gecoördineerd t/m 30 januari 2012

Hoofdstuk 7 Beschermingsduur

Hof van Cassatie van België

Voor andere bestemmingen dient de Producent zich te wenden tot de rechthebbende van de geluidsopnames in kwestie.

Auteurs(contracten)recht

Intellectuele Rechten

CAG/13/12.12/DOC.104 bijlage 1

JOURNALISTEN & AUTEURSRECHT

AUTEURSRECHTEN EN INTERNET

WETBOEK ECONOMISCH RECHT. De bepalingen betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

Auteursrecht voor Wikipedianen. WCN 2013 Sjo Anne Hoogcarspel Klos Morel Vos & Schaap

Creative Commons Legal Code

Auteursrechten en digitale muziek. NVMB-netwerkbijeenkomst

Instantie. Onderwerp. Datum

Handboek Auteursrecht

CO-PRODUCTIE-OVEREENKOMST PODIUMKUNSTEN Model artistieke samenwerking

Modellicenties Open Data. Skype: opendataforum_ LinkedIn: Open Data Group

LICENTIECONTRACT (ALGEMEEN)

Hof van beroep Antwerpen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wetten van 10 en 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI, «Intellectuele eigendom» in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

WETBOEK ECONOMISCH RECHT


LICENTIE-OVEREENKOMST

Gery Bessemans Nationaal Adviseur Beëdigd

auteursrechten gaat...

gebruik van Creative Commons licenties in interne projecten

Wetten van 10 en 19 april 2014 houdende invoeging van boek XI, «Intellectuele eigendom» in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging

Intellectueel eigendom en software. Voor de digitale economie

Auteursrechten in de personenbelasting

Reproductierechten. Publicatierechten

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST BIJ HET UITSCHRIJVEN VAN EEN SCENARIO

Duurrichtlijn RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

De partijen die dit modelcontract wensen te gebruiken dienen zelf na te gaan of dit aan hun behoeften beantwoordt.

auteursrechten gaat...

Aanleveren data voor machinevertalingen : juridische aspecten. Joris DEENE Advocaat (associated partner Everest Law) Gastdocent Universiteit Gent

OVER AUTEURSRECHT. deauteurs. Deel 3 Welke werken worden niet beschermd door het auteursrecht? Dé partner voor Nederlandstalige auteurs

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reda namens de Verts/ALE-Fractie

RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

VR DOC.0975/3

Overeenkomst Journalisten

Naburige rechten. van uitvoerende kunstenaars, fonogrammenproducenten, filmproducenten en omroeporganisaties. D.J.G. Visser

Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

aansluitingsakte bij de statuten

SABAM Muziek op een beelddrager

De zakelijke kant van muziek

Flexibel ter beschikking stellen van leerinhouden

Inleiding. Auteurs- en naburige rechten. Inleiding. Inleiding. Een (gunstig) fiscaal regime: Enkele aandachtspunten. Sinds Wet 16 juli 2008

OVEREENKOMST VAN AANSLUITING EN FIDUCIAIRE AFSTAND

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33

Naamsvermelding NietCommercieel - GelijkDelen 2.0

Muziekuitgave overeenkomst

LICENTIECONTRACT SCENARIST-REGISSEUR EN PRODUCENT

(Gelieve deze aanvraag in te vullen, te ondertekenen en terug te zenden per fax naar nr. +32 (0) )

Het vertonen van televisieprogramma s in recreatiebedrijven

10 VOLGRECHT VAN DE KUNSTENAAR

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,


LITERAIR UITGAVECONTRACT

Algemene verkoops-, leverings- en betalingsvoorwaarden

auteursrechten gaat...

Algemene Voorwaarden Van : Jellien Fotografie Versie : 20 november 2018

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RECHT OP DE AFBEELDING EN DE SPORTBEOEFENAAR. Het recht dat eenieder heeft op zijn afbeelding is een fundamenteel recht.

Verenigde Naties - Universele verklaring van de rechten van de mens (1948)

auteursrechten gaat...

WETBOEK ECONOMISCH RECHT

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

SBS BROADCASTING B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN PROGRAMMA PARTICIPATIE Inhoudsopgave

HET BELGISCH AUTEURSRECHT IN VESTZAKFORMAAT. door. F. VAN!SACKER Docent aan de Rijksuniversiteit te Gent DEEL I

[WEBSITE VERSIE] Overeenkomst Vervaardiging geluidsdragers on demand ONDERGETEKENDEN

LICENTIE OVEREENKOMST

Ik heb de algemene gebruiksvoorwaarden en de wetten betreffende de bescherming van het privé-leven gelezen en aanvaard ze.

Instantie. Onderwerp. Datum

Hoe onderhandel je een auteursrechtelijk contract?

Creative Commons BY-NC-SA NL 3.0 Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk delen 3.0 Nederland

Transcriptie:

Als het over auteursrechten gaat... Dé partner voor Nederlandstalige auteurs Over auteursrecht regisseurs scenaristen literaire auteurs animatiefilmers documentairemakers reportagemakers theaterauteurs choreografen stand-upcomedians illustratoren striptekenaars circusartiesten... deel 7 - Over welke rechten beschikt een auteur? www.deauteurs.be Hebt u een vraag of wilt u zich graag aansluiten bij deauteurs, neem dan contact op met de Auteursdienst (02/551.03.42) of mail naar auteursdienst@deauteurs.be deauteurs Huis van de Auteurs Koninklijke Prinsstraat 87-1050 Brussel Tel.+32(0)2 551 03 20 / Fax +32 (0)2 551 03 25 info@deauteurs.be / www.deauteurs.be

Over welke rechten beschikt een auteur? Morele rechten Vermogensrechten Morele rechten De morele rechten van de auteur zijn de auteursrechten verbonden aan zijn eigen persoon. Het zijn zogenaamde persoonlijkheidsrechten (zie hieronder). Er zijn drie soorten morele rechten te onderscheiden. Het divulgatierecht Het paterniteitsrecht Het integriteitsrecht De kenmerken van de morele rechten Bijzondere bepalingen inzake audiovisuele werken Het divulgatierecht Het divulgatierecht is het recht een werk bekend te maken: de auteur heeft als enige het recht zijn werk bekend te maken of niet bekend te maken en bepaalt ook de wijze van bekendmaking. De auteur beslist zelf of hij met zijn werk al dan niet in de openbaarheid wil treden. Het divulgatierecht kan slechts één keer worden uitgeoefend ten aanzien van hetzelfde werk. Eens de auteur zijn divulgatierecht heeft uitgeoefend, is dit recht ten aanzien van hetzelfde werk uitgeput. Dit geldt echter niet ten aanzien van hetzelfde werk in een andere taal. Het lied La cathédrale van Jacques Brel was uitgebracht in een Russische versie met toestemming van de erfgenamen van Brel. Dit betekent niet dat men zonder toestemming mag overgaan tot het uitbrengen van de Franse versie van dit lied. Het Franse lied was nog niet bekend gemaakt. Het divulgatierecht ten aanzien van dit werk in de Franse taal was nog niet uitgeput en de erfgenamen hebben zich hiertegen kunnen verzetten.

Het belang en de bijzondere waarborg van het divulgatierecht blijkt ook uit de uitdrukkelijke vermelding in artikel XI.166 2 WER (vroeger artikel 2, 2 AW) dat niet-bekendgemaakte werken niet vatbaar zijn voor beslag. Het paterniteitsrecht Het paterniteitsrecht staat voor het recht op erkenning als auteur: het recht voor de auteur om het vaderschap van het werk op te eisen of te weigeren. De auteur kiest zelf om zijn naam op het werk te vermelden, dan wel om een pseudoniem te gebruiken of nog anoniem te blijven. Voorbeelden Voorbeeld 1: Zaak erfgenamen Magritte tegen Nationale Loterij (Brussel 18 april 1997, AM 1997, 278-282): zonder toestemming te vragen - noch aan de erven, noch aan Sabam - had de Nationale Loterij fragmenten van reproducties van schilderijen van Magritte gebruikt op haar Subitobiljetten. Bij de aanwending van verschillende fragmenten van de reproducties van schilderijen van Magritte had de Nationale Loterij daarenboven nagelaten de naam van Magritte te vermelden. Gevolg: inbreuk paterniteits- en integriteitsrecht en zware geldboete voor de Nationale Loterij. Voorbeeld 2: Cass. 22 mei 1980: de creatieve bijdrage en het recht op naamsvermelding werd erkend van een Mevrouw Forani voor een borstbeeld van Dante, beeld dat zij samen met Salvator Dalí had gerealiseerd, maar dat door deze laatste aanvankelijk enkel onder zijn naam werd gepresenteerd. Voorbeeld 3: EP Jacobs/Blake & Mortimer (Vz. Rb. Brussel 17 oktober 1996): EP Jacobs, maker van de oorspronkelijke stripreeks rond de avonturen van Blake en Mortimer, heeft zijn morele rechten overgedragen aan de Stichting EP Jacobs. De exploitatierechten zijn overgedragen aan de NV Les Editions Black & Mortimer. Naar aanleiding van het verschijnen van het nieuwe album de affaire Francis Blake vordert de Stichting dat op de kaft van het album niet de naam van EP Jacobs zou worden vermeld, nu de voortzetting van de reeks gebeurt door twee andere auteurs, nl. J.

Van Hamme en T. Benoit. De Voorzitter van de Rechtbank wees de vordering in eerste aanleg toe: de kaft van het album vermeldt de naam EP Jacobs, zonder dat deze de auteur is van het nieuwe album. Integendeel, wordt met een commerciële doelstelling, de indruk gegeven dat EP Jacobs de auteur is van dit album. De Voorzitter verbiedt de verdere verspreiding van het album. Verplichting om bij aangepaste editie de naam Jacobs weg te laten. Het integriteitsrecht Het integriteitsrecht komt in hoofde van de auteur neer op een recht op eerbied voor zijn werk. De auteur kan zich verzetten tegen elke wijziging van het werk. Zelfs wanneer de auteur afstand heeft gedaan van een bepaalde uitoefening van zijn integriteitsrecht (bv. auteur geeft toelating om de film te onderbreken voor publiciteit), dan nog kan hij zich verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere wijziging van dit werk dan wel tegen enige andere aantasting van het werk, die zijn eer of reputatie kunnen schaden. Het integriteitsrecht beschermt niet alleen de letter, maar ook de geest van een werk. Niet alleen mag er niets aan een werk worden gewijzigd, evenmin mag er iets aan een auteurswerk worden toegevoegd zonder toestemming van de auteur (bv. het kleuren van zwart-wit films). Voorbeelden Voorbeeld 1: De opvoering van "En attendant Godot" van Samuel Beckett: de testamentuitvoerder van de auteur verzette zich tegen de opvoering van het stuk door vrouwelijke acteurs. Voorbeeld 2: Franse zaak ( Hof van Beroep van Parijs 25 juni 1988): de rechthebbenden van Huston tegen de zender La CINQ: deze zaak betrof de inkleuring van de zwart-wit film "Asphalt Jungle". De rechter beschouwde de inkleuring als een denaturatie van het oorspronkelijke werk. De erfgenamen van de Amerikaanse auteur, John Huston vorderden een uitzendverbod van de gekleurde versie op grond van aantasting van het integriteitsrecht. Voorbeeld 3:

Het uitbrengen van een pornografische versie (genaamd Pommeke ) van de stripverhalen van Jommeke is ondermeer een inbreuk op het integriteitsrecht. Op basis van het integriteitsrecht kan men zich verzetten tegen materiële en niet-materiële (contextuele) wijzigingen van het werk. De zaak tegen de Nationale Loterij kan als voorbeeld gegeven worden van zowel een materiële wijziging als van een contextuele wijziging. Als voorbeeld van een materiële wijziging: door elementen van drie verschillende schilderijen van Magritte te reproduceren, heeft de Nationale Loterij zich niet enkel bezondigd aan een inbreuk op de reproductierechten. Door de verwerking van elementen uit meerdere schilderijen van Magritte op de Subito-biljetten, heeft de Nationale Loterij materiële wijzigingen aangebracht die de integriteit van het werk aantasten. Als voorbeeld van een niet-materiële/contextuele wijziging: Hoewel bedoeld als eerbetoon aan het Belgisch surrealisme, werden de fragmenten gebruikt in het kader van een kansspel (met name de Subitobiljetten). Ook al had de Nationale Loterij op voorhand de toestemming gevraagd aan de rechthebbenden, dan nog zouden deze laatsten de toestemming niet hebben gegeven juist omwille van het gebruik ervan in een kansspel. De kenmerken van de morele rechten De morele rechten zijn in principe onvervreemdbaar. Globale afstand van de toekomstige uitoefening is nietig. Een welomschreven toestemming voor een afstand van een bepaalde (actuele) uitoefening van één van de morele rechten is daarentegen wel mogelijk. Het onvervreemdbaar karakter van de morele rechten is evenwel niet absoluut. Een bepaalde verzaking aan de morele rechten is mogelijk door de specifieke afstand van de morele rechten. Sinds 1994 kan een auteur "wettelijk" afstand doen van de uitoefening van de morele rechten, weliswaar onder bepaalde voorwaarden. De wettelijke erkenning van de mogelijkheid voor een auteur om "afstand" te doen van de uitoefening van zijn morele rechten, vloeit voort uit de tweede alinea van artikel XI.165 2 WER (vroeger artikel 1, 2 AW) dat bepaalt dat "de globale afstand van de toekomstige uitoefening van dat moreel recht nietig is". Het contract van ghostwriting is het voorbeeld bij uitstek waarbij een auteur afstand doet van de uitoefening van zijn paterniteitsrecht.

Bij de uitoefening van de morele rechten zal men in de praktijk ook steeds rekening moeten houden met de gebruiken die gelden in een bepaalde sector. In audiovisuele productiecontracten vindt men bijvoorbeeld dan ook dikwijls volgende clausule terug : De morele rechten van de Regisseur zijn uitdrukkelijk voorbehouden. De Regisseur zal zich echter niet verzetten tegen wijzigingen aan de Film omwille van montage en programmanoden evenals tegen wijzigingen die in de audiovisuele sector gebruikelijk zijn geworden, zoals de onderbreking door reclameboodschappen (voor zover deze duidelijk van de Film te onderscheiden zijn). De morele rechten zijn persoonlijkheidsrechten. Vermits de morele rechten zo nauw verbonden zijn aan de persoon van de auteur, komen zij, na overlijden van de auteur, niet terecht in het patrimonium van de erfgenamen. Dit heeft tot gevolg dat de erfgenamen de morele rechten niet in eigen naam kunnen uitoefenen, maar uitsluitend in naam van de overleden auteur. Uitoefening van de morele rechten na overlijden van de auteur: Artikel XI.166 1 WER (vroeger artikel 2, 1 AW) vermeldt de beschermingsduur van de morele rechten: 70 jaar na dood van de auteur ten voordele van persoon die daartoe is aangewezen of erfgenamen; Artikel XI.171 2 WER (vroeger artikel 7, 2 AW) stelt expliciet dat de morele rechten, na overlijden van de auteur worden uitgeoefend door zijn erfgenamen of legatarissen, tenzij de auteur daartoe een welbepaald persoon heeft aangewezen (ook een Stichting kan worden aangewezen). Met andere woorden moet bij het overlijden van de auteur eerst worden nagetrokken of de auteur een persoon of instelling heeft aangeduid, belast met de uitoefening van zijn morele rechten. Voorbeelden Voorbeeld 1: Hergé is de geestelijke vader van Kuifje. Sinds het overlijden van Hergé worden zijn morele rechten uitgeoefend door de "Fondation Hergé". Voorbeeld 2: EP Jacobs is de geestelijke vader van Blake and Mortimer. Tijdens zijn leven heeft EP Jacobs zijn morele rechten overgedragen aan de Stichting Jacobs. Bijzondere bepalingen inzake audiovisuele werken

Morele rechten vallen niet onder het vermoeden van overdracht. Dit wordt ook gepreciseerd in de voorbereidende werken: Het morele recht maakt geen deel uit van de aan de producent overgedragen rechten: het feit dat een van de makers zijn recht op integriteit laat gelden, is niet in tegenspraak met het feit dat hij zijn rechten heeft overgedragen. Artikel XI.181 WER (vroeger artikel 16 AW) van de auteurswet bepaalt in haar eerste lid dat de final cut - dit is het bepalen van de definitieve voltooide versie - moet worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming door de regisseur én de producent. In feite komt dit neer op een de facto toewijzing van het divulgatierecht aan de hoofdregisseur van het audiovisueel werk, evenals aan de producent. Dit betekent dat met uitzondering van de hoofdregisseur, alle andere coauteurs van het werk hun divulgatierecht niet kunnen uitoefenen. In het tweede lid van artikel XI.181 WER (vroeger artikel 16 AW) van de auteurswet wordt verwezen naar de morele rechten van de andere coauteurs. Auteurs van audiovisuele werken (andere dan de regisseur) genieten een verminderde bescherming van hun morele rechten aangezien zij hun morele rechten pas kunnen uitoefenen na de voltooiing van de definitieve versie van het audiovisueel werk. De vraag is of de auteur zich na het maken van de eerste standaardkopij nog kan verzetten tegen inbreuken op zijn moreel recht die dateren van voor de voltooiing van het werk. Kan hij zich bijvoorbeeld nog verzetten tegen de inkleuring van een zwart-wit film of tegen de invoeging van een muziekstuk bij een bepaalde scene waar de desbetreffende dialoogschrijver geen toelating had voor verleend? Wanneer dit een inbreuk uitmaakt op het integriteitsrecht en het recht op eerbied voor het werk, zal de auteur zich kunnen verzetten tegen wijzigingen die werden aangebracht voor en na de voltooiing van het werk maar hij zal deze rechten pas kunnen uitoefenen na de final cut die werd vastgesteld in gezamenlijk overleg tussen de producent en de regisseur. De uitoefening van de morele rechten van de coauteurs werden opgeschort tot na de voltooiing van het audiovisueel werk. De coauteurs kunnen dan pas rechten laten gelden. Illustratie uit de rechtspraak: Vonnis Gaston s War

Na voltooiing van een audiovisueel werk kunnen de auteurs hun morele rechten ten volle uitoefenen. In de zaak Luc Janssens tegen Era films betreffende de rechten op het scenario van Gaston s War, kon de scenarist Luc Janssens zijn morele rechten pas doen gelden nadat de voltooiing van de film had plaats gevonden ( final cut ). De feiten van dit vonnis waren de volgende: de scenarist Luc Janssens heeft een scenario geschreven voor audiovisuele realisatie van de oorlogsbelevenissen van de Belgische weerstandsheld Gaston Vandermeerssche. Er wordt een licentieovereenkomst gesloten tussen de producent (Era films) en de scenarist met betrekking tot de overdracht van de auteursrechten. Zonder toestemming van de auteur heeft de producent het oorspronkelijk scenario van de auteur-scenarist grondig laten herwerken door Robbe de Hert en Fernand Auwera en deze herwerkte versie werd bovendien zonder medeweten van de auteur aangewend voor het bekomen van bijkomende subsidies. De verfilming gebeurde op basis van deze herwerkte versie. Voormelde handelingen vormen zonder meer een inbreuk op het moreel integriteitsrecht van de auteur. De voorzitter van de rechtbank stelt vast dat de auteursrechten van de auteur geschonden zijn door de producent door het oorspronkelijk scenario van de auteur in belangrijke mate te wijzigen en door het herwerkte of afgeleide scenario te reproduceren, aan derden mee te delen en te verfilmen. De producent wordt veroordeeld tot de staking van het reproduceren van het herwerkte of afgeleide scenario en van de uitbating zolang hij hiertoe geen toestemming heeft verkregen van de auteur en dit onder verbeurte van een dwangsom. De auteur heeft hier in casu zijn morele rechten kunnen uitoefenen na de voltooiing van het werk (verfilming had reeds plaatsgehad) met betrekking tot een schending die plaatsvond voor de voltooiing van het werk. Vermogensrechten Het zijn de vermogensrechten die ervoor zorgen dat de auteur zijn werk zal kunnen exploiteren en bijgevolg inkomsten zal kunnen verwerven uit de exploitatie van zijn werk. Deze vermogensrechten zijn exclusieve rechten en voor elke reproductie en/of mededeling die men van het werk wil doen, zal in principe de toestemming moeten worden gevraagd aan de auteur.

De vermogensrechten worden opgedeeld in twee hoofdcategorieën met name het reproductierecht en het publiek mededelingsrecht. Elke categorie kan dan weer opgesplitst worden in deelrechten of subcategorieën. Het reproductierecht Het publiek mededelingsrecht De kenmerken van de vermogensrechten Bijzondere bepalingen inzake audiovisuele werken Het reproductierecht Het reproductierecht heeft betrekking op het verveelvoudigen of laten verveelvoudigen van materiële of tastbare exemplaren. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan: - het fotokopiëren van een werk - het op pellicule vastleggen van een film - een afbeelding van een beeldhouwwerk of schilderij in een catalogus of op een postkaart of affiche - het downloaden van een werk van het internet - het opnemen op video van een televisieprogramma - enzovoort. Onder het reproductierecht valt ook de tijdelijke reproductie, bijvoorbeeld reproducties die zich binnen computers, netwerken of andere apparatuur kunnen voordoen. Het adaptatierecht en het vertalingsrecht vormen eveneens een subcategorie van het reproductierecht. Om een bestaand werk aan te passen of bijvoorbeeld in te lassen in een collage heeft men de toestemming nodig van de auteur. Hierbij zullen ook de morele rechten van de auteur steeds moeten worden gerespecteerd. Vallen ook onder het reproductierecht: het verhuur- en leenrecht en het distributierecht. Voorbeelden Voorbeeld 1: Reproducties van het Atomium op asbakken, gadgets, postkaarten of in boeken vereisen toestemming van de rechthebbenden van het Atomium.

Voorbeeld 2: De reproductie van een schilderij van Paul Delvaux (Les noeuds violets) in het weekblad Trends ter illustratie van een artikel over de erotiek in de Belgische Kunst kan niet gebeuren zonder toestemming van de rechthebbenden. Het publiek mededelingsrecht Daar waar het reproductierecht betrekking heeft op tastbare exemplaren, heeft het publiek mededelingsrecht of het recht van mededeling aan het publiek betrekking op de niet-tastbare (efemere) op- of uitvoering van het werk ongeacht welk procédé. Hierbij kan worden gedacht aan: - een live vertolking door een artiest - de vertoning van een film in de bioscoop - een uitzending via radio of televisie - een tentoonstelling - elektronische consultatie, zoals het beluisteren van muziek via internet. Voor elke mededeling aan het publiek zal dus de toestemming moeten worden gevraagd aan de auteur. Let wel, de klemtoon ligt hier op de woorden AAN HET PUBLIEK. De nadruk ligt op het publieke karakter, in tegenstelling tot private karakter. Voor mededelingen in private context, in de auteurswet omschreven als kosteloze privé-uitvoering in familiekring", is geen voorafgaandelijke toestemming vereist van de auteur of de rechthebbende. Om te spreken van een private context moet duidelijk vaststaan dat voldaan is aan de voorwaarde van een familiale, intieme band is en dat de mededeling kosteloos gebeurt. Alles wat geen kosteloze privéuitvoering in familiekring is, valt dus onder het publiek executierecht en vereist de voorafgaande toestemming van de auteursrechthebbenden. Om te spreken van een publieke mededeling moet het gaan om een mededeling een exploitatie in niet tastbare vorm, bijvoorbeeld het opvoeren van een toneelstuk, muziek draaien op een fuif, een tekst op het internet plaatsen, het vertonen van een film, een televisieprogramma uitzenden in een café,

muziek draaien in een winkel. een mededeling aan het publiek de notie publiek dient ruim te worden geïnterpreteerd. In elk geval is er steeds sprake van een publieke mededeling wanneer er entreegeld wordt gevraagd, i.e. niet kosteloze mededeling. Op grond van de uitzondering in artikel XI.190, 3 WER ( vroeger artikel 22, 3 AW) is in elk geval duidelijk dat het publiek karakter niet aanwezig is wanneer de mededeling (kosteloos!) plaats vindt in familiekring of in het kader van schoolactiviteiten. Onder familiekring moet worden verstaan: de vrienden die nauwe banden hebben met de familie. In een Cassatie-arrest van 18 februari 2000 was het Hof van oordeel dat het privaat/familiaal karakter ook van toepassing is op personen waartussen een band bestaat, die gelijk gesteld kan worden met een familiale band. In dit arrest ging het om een uitvoering (kerstconcertje) in een bejaardentehuis. Het Hof was van oordeel dat de vrederechter terecht had beslist dat deze uitvoering voor de gasten van een bejaardentehuis, een private mededeling was. Grens publiek-privaat(voorbeelden) Uit de rechtspraak volgt dat de grens tussen publiek en privaat niet altijd gemakkelijk te trekken is. Voorbeeld 1: Cass. 26 september 1996: het aanzetten van een radiotoestel in een boekhandel betreft een publieke mededeling in de sector van de horeca en de handelszaken (Cass., 26 september 1996, RW 1996-1997, 1031). Voorbeeld 2: Cass. 30 januari 1998: het aanzetten van een radiotoestel in een kruidenierszaak valt onder het publieke mededelingsrecht. Het recht tot openbare uitvoering is niet onderworpen aan de voorwaarde dat de personen die toegang hebben tot de openbare plaats van uitvoering van de muziek daar zouden stilstaan, noch aan de aard van het gebruik van het radiotoestel of aan de bedoeling van diens gebruiker. De enige voorwaarde is dat de uitvoering openbaar en hoorbaar moet zijn (Cass., 30 januari 1998, AM 1998, 224; zie ook: D. Voorhoof, "Muziek in handelszaken en horeca veronderstelt naleving van de Auteurswet", Recente arresten van het Hof van Cassatie 1997/6, 281-287 en N. Ide en

A. Strowel, "entre communication au public et privée; une frontière instable?", AM 1998/3, 225-228). Voorbeeld 3: Cass. 8 oktober 1999: muziek op een verjaardagsfeestje van een voetbalspeler in de clublokalen voor medespelers is een publieke mededeling (Cass., 8 oktober 1999, RW 1999-2000, 1401, noot H. Vanhees en AM 2000, 289). Voorbeeld 4: Cass. 21 november 2003: bedrijfsfeestje van 23 personeelsleden met hun naaste familie is een publieke mededeling, ook al was het lokaal niet toegankelijk voor buitenstaanders (Cass., 21 november 2003, AM 2004, noot H. Vanhees en AM 2000, 289). Voorbeeld 5: In het cassatie-arrest van 26 januari 2006 werd gesteld dat het afspelen van een radio in een afgesloten werkatetelier van een garage dat enkel toegankelijk is voor de vier arbeiders en één verkoper, géén vorm publieke mededeling is (Cass. 26 janauri 2006, AM 2006, 180 met noot H. Vanhees). Volgens het Hof ging het in dit geval om een privémededeling: vijf mensen die dagelijks in een afgesloten ruimte van een atelier werken en elkaars aanwezigheid niet kunnen mislopen, doet tussen hen een private en intieme band ontstaan, die kan gelijk gesteld worden met een familiale band. Uit bovengenoemde voorbeelden kan men afleiden dat het begrip familiekring zeer restrictief geïnterpreteerd wordt door de hoven en rechtbanken. Men moet hieronder verstaan: personen met wie men familiale of quasifamiliale banden heeft. De kenmerken van de vermogensrechten De vermogensrechten geven aan de auteur de mogelijkheid om zijn werk te exploiteren of te laten exploiteren. Door de exploitatie van het werk kan de auteur inkomsten verwerven. Alleen de auteur zelf (natuurlijke persoon) kan de toestemming geven voor het gebruik van zijn werk. De vermogensrechten worden ook wel aangeduid als: exploitatierechten of patrimoniale rechten. De vermogensrechten gaan

over bij erfopvolging. Deze rechten zijn vatbaar voor gehele of gedeeltelijke overdracht. Ze hebben dus een vervreemdbaar karakter. Bijzondere bepalingen inzake audiovisuele werken Artikel XI.182 WER ( vroeger artikel 18 AW) creëert een vermoeden van overdracht bij audiovisuele werken, met name: De auteurs van een audiovisueel werk alsmede de auteurs van een creatief element dat op geoorloofde wijze in een audiovisueel werk is opgenomen of erin is verwerkt, met uitzondering van de auteurs van muziekwerken, dragen, behoudens andersluidend beding, aan de producenten het exclusieve recht op de audiovisuele exploitatie van het werk over, met inbegrip van de rechten die voor deze exploitatie noodzakelijk zijn, zoals het recht om het werk van ondertiteling te voorzien of het na te synchroniseren, onverminderd de bepalingen van artikelen XI.181 en XI.183 van deze titel (vroegere artikelen 16 en 19 AW). Het gaat hier om een weerlegbaar vermoeden. De auteurs van een audiovisueel werk of de uitvoerende kunstenaars dragen hun audiovisuele rechten over aan de producent tenzij anders is overeengekomen of behoudens andersluidend beding. Het vermoeden kan dus weerlegd worden door middel van een andersluidend beding. Dit andersluidend beding kan bestaan uit een overeenkomst tussen de auteur en de producent of nog een factuur of een prijsofferte. In de praktijk is het gebruikelijk dat er een productieovereenkomst wordt gesloten tussen de auteur en de producent. Deze overeenkomst moet schriftelijk worden gesloten, want wanneer niets anders is overeengekomen kan de filmproducent de audiovisuele exploitatierechten geacht worden te hebben verworven op basis van het vermoeden van overdracht. Indien geen contract werd gesloten, is het in elk geval nuttig om op de achterzijde van de factuur algemene voorwaarden op te nemen. Vermoeden van overdracht werd voorzien om de producent de mogelijkheid te bieden het werk commercieel te beheren en te exploiteren. Dit betekent dat enkel deze audiovisuele exploitatierechten worden overgedragen die strikt noodzakelijk zijn voor de exploitatie van het werk. De niet-audiovisuele exploitatierechten vallen niet onder dit vermoeden van overdracht. De overdracht van deze rechten zal uitdrukkelijk moeten worden voorzien in een overeenkomst.

In ruil voor het vermoeden van overdracht is men verplicht een vergoeding te voorzien. Zo bepaalt artikel XI.183, 1 WER (vroeger artikel 19, 1 AW): Behoudens wat betreft de audiovisuele werken die tot de niet-culturele sector of tot de reclamewereld behoren, hebben de auteurs voor elke wijze van exploitatie recht op een afzonderlijke vergoeding. Deze bepaling geeft de auteur een subjectief recht om per exploitatiewijze een afzonderlijke vergoeding op te eisen. Een contract is dus van belang, want wanneer niets anders is overeengekomen, kan de filmproducent de audiovisuele exploitatierechten geacht worden te hebben verworven op basis van het vermoeden van overdracht.