Functieafdeling. Gastroscopie met sedatie



Vergelijkbare documenten
Gastroscopie. Functieafdeling

Gastroscopie. Functieafdeling

Functieafdeling. Gastroscopie met sedatie

Functieafdeling. Endo-echografie vanuit de slokdarm (EUS)

Bronchoscopie. Functieafdeling

Bronchoscopie. Functieafdeling

Functieafdeling. Endo-echografie vanuit de luchtwegen (EBUS)

Bronchoscopie met miniprobe. Functieafdeling

Functieafdeling. Endo-echografie vanuit de slokdarm (EUS)

Leverbiopsie onder echogeleiding. Functieafdeling

Functieafdeling. Endo-echografie vanuit de luchtwegen (EBUS)

Functieafdeling. Onderzoek galwegen en/of afvoergang alvleesklier (ERCP)

Functieafdeling. Onderzoek galwegen en/of afvoergang alvleesklier (ERCP)

Diabetesregulatie bij operatie. Anesthesie

ENDOSCOPIE. Duodenoscopie. Kijkonderzoek van uw slokdarm, maag en twaalfvingerige darm ONDERZOEK

Belangrijk Vanaf 6 uur voor het onderzoek moet u nuchter zijn. Meer informatie hierover leest u op pagina 2

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

Functieafdeling. Single Ballon Endoscopie

Endoscopiecentrum Onderzoek van de maag, slokdarm en twaalfvingerige darm

Sigmoïdoscopie. Functieafdeling

Gastroscopie (maagonderzoek)

Functieafdeling. Single Ballon Endoscopie

Maagonderzoek: Gastroscopie

Gastroscopie of ERCP. Interne geneeskunde Scopiecentrum. alle aandacht. Richtlijnen voor medicijngebruik. bij patiënten met diabetes mellitus

Coloscopie. Functieafdeling

Endoscopiecentrum. Inwendige echografie van de maag, slokdarm en de twaalfvingerige darm ( EUS)

Oesophago-, gastro- en duodenoscopie

Gastroscopie of ERCP

ERCP onderzoek van de galwegen

Endoscopiecentrum. Onderzoek van de luchtwegen, bronchoscopie

Endoscopiecentrum Inwendige echografie van de longlymfeklieren via de slokdarm

Gastroscopie. Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

Belangrijk Vanaf 6 uur voor het onderzoek moet u nuchter zijn. Meer informatie hierover leest u op pagina 2

Onderzoek slokdarm, maag, twaalfvingerige darm (gastroscopie)

Endoscopiecentrum. Onderzoek van de luchtwegen, bronchoscopie

Dunne darm-endoscopie via de mond

Gastroscopie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Gastroscopie (onderzoek van de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm)

Onderzoek van de maag Gastro-duodenoscopie

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

Endoscopiecentrum Endo-echografisch kijkonderzoek van de luchtwegen

Coloscopie in klinische opname

Endoscopiecentrum. Dubbelballon enteroscopie van de dunne darm (via de mond, antegraad)

Gastroscopie. Endoscopie-afdeling

EUS longen. Endo-echografisch onderzoek

Sigmoïdoscopie (darmonderzoek)

Single/dubbel ballon enteroscopie - oraal

p a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2

ERCP. Inwendig onderzoek van de galwegen en/of de afvoergang van de alvleesklier

Gastro-duodenoscopie

Coloscopie met Picoprep (ook geschikt voor dialysepatiënten)

Gastroscopie. Endoscopie-afdeling

Longziekten. Patiënteninformatie. Bronchoscopie met een roesje. Slingeland Ziekenhuis

Maagonderzoek gastroscopie

Endo-echografie EUS. Functieafdeling 2 Locatie Veldhoven

Endo-echografie van de slokdarm/maag/alvleesklier

voorbereiding op behandeling voor diabetespatiënten

gastroscopie zonder sedatie patiënteninformatie Endoscopie- en Behandelafdeling (EBA) Let op Telefoon: ' (020) Plattegrond: Zie pagina 5

Interne Geneeskunde GASTROSCOPIE (MAAGONDERZOEK)

Single/dubbel ballon enteroscopie - anaal

H Onderzoek van de maag (Gastroscopie)

ERCP. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Echo-endoscopie van het maagdarmkanaal

Wat is de functie van slokdarm, maag en twaalfvingerige

Gastroscopie. Endoscopieafdeling Apeldoorn/Zutphen. Wat is een gastroscopie? Voorbereiding. Gebruik van medicijnen

Oesofago-gastroduodeno-scopie

Colonoscopie Onderzoek van de gehele dikke darm

Oesophago-, gastro-, duodenoscopie

Gastroscopie Radboud universitair medisch centrum

Patiënteninformatie. Endo-echografie via de slokdarm. Endo-echografie via de slokdarm Endo-echografie via de slokdarm.

Echo-endoscopie van het maagdarmkanaal

Orale endo-echografie

Echo-endoscopie via de luchtpijp Kijkonderzoek

Oesofago-gastroduodeno-scopie

Aanpassen diabetesmedicatie tijdens voorbereiding voor gastroscopie die vóór uur plaatsvindt

ERCP. Maag-Darm-Levercentrum. Beter voor elkaar

GASTROSCOPIE ONDERZOEK VAN DE SLOKDARM, MAAG EN TWAALFVINGERIGE DARM

In verband met de voorbereiding op het onderzoek is het tijdstip van aankomst 30 minuten voor aanvang van het onderzoek.

Gastroscopie met sedatie

Patiënteninformatie. Ballon enteroscopie. Ballon enteroscopie

Gastroscopie. Albert Schweitzer ziekenhuis februari 2015 pavo 0589

Coloscopie. Scopiecentrum Interne geneeskunde. alle aandacht. Richtlijnen voor medicijngebruik. bij patiënten met diabetes mellitus

Enteroscopie enkel-ballonscopie via de MOND

Datum en tijd afspraak: BRONCHOSCOPIE. Meld u bij de polikliniek Longziekten, balie 177 op de eerste verdieping

Endoscopiecentrum. Plaatsing van een buisje in de slokdarm (stent, endoprothese)

Onderzoek van de dikke darm - colonoscopie

Patiënteninformatie. Sigmoïdoscopie. Sigmoïdoscopie

Patiënteninformatie. Sigmoïdoscopie. Sigmoïdoscopie

Duodenoscopie. Uw afspraak. U wordt verwacht op de Dagbehandeling A1, 1e etage, wachtruimte Endoscopie.

Echo-endoscopie van het maagdarmkanaal

Coloscopie. Inwendig onderzoek van de dikke darm. gemini-ziekenhuis.nl

Oesophago-, gastro-, duodenoscopie

Gastroscopie onder Propofol

Sigmoïdoscopie met klysma

Gastroscopie. Patiënteninformatie PR/ Gastroscopie

Coloscopie. Scopiecentrum Interne geneeskunde. alle aandacht. Richtlijnen voor medicijngebruik. bij patiënten met diabetes mellitus

Endoscopische Mucosale Resectie (EMR) slokdarm

Endoscopiecentrum Oprekking van de slokdarm, slokdarmsluitspier of de maaguitgang

Plaatsing van een PEG-sonde

Echo-endoscopie vanuit de slokdarm (EUS)

Transcriptie:

Functieafdeling Gastroscopie met sedatie

Om het onderzoek goed te laten verlopen, verzoeken wij u om deze brochure zorgvuldig te lezen en de aanwijzingen en voorbereiding nauwkeurig op te volgen, ook als u het onderzoek al eerder heeft gehad.

Inhoudsopgave 1. Afspraakgegevens...4 2. Aandachtspunten...5 3. Informatie over een gastroscopie...6 Waarom een gastroscopie?... 6 Wat is een gastroscopie... 6 Wie verricht het onderzoek?... 7 Waar wordt het onderzoek gedaan?... 7 Hoe verloopt het onderzoek?... 7 Wat zijn de risico s?... 8 Hoe lang duurt het onderzoek?... 9 Wanneer is de uitslag bekend?... 9 Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?... 9 Na het onderzoek...10 4. Voorbereiding op een gastroscopie... 10 5. Bloedverdunners... 11 6. Informatie voor mensen met diabetes... 12 Diabetesprotocol insuline 1 maal daags...13 Diabetesprotocol insuline 2 maal daags...15 Diabetesprotocol insuline 4 maal daags...17 Diabetesprotocol insulinepomp...19 Diabetesprotocol bloedglucoseverlagende tabletten en/of injecties...20 3

1. Afspraakgegevens Er is voor u een afspraak gemaakt met de volgende gegevens: Dag: Datum: Tijd: Melden bij het opnamebureau in de centrale hal, bewegwijzeringsnummer 0.06 Onderzoekstijd: Bij verhindering dient u ons minstens 24 uur van te voren te berichten daar wij anders genoodzaakt zijn dit verzuim in rekening te brengen. 4

2. Aandachtspunten Als u bloedverdunners gebruikt, leest u dan de informatie op pagina 11. Indien u diabetes heeft, volgt u dan de aanwijzingen vanaf pagina 12. Alle overige medicatie moet u op de dag van het onderzoek gewoon blijven gebruiken (tabletten mogen met een slokje water tot uiterlijk 1 uur vóór het onderzoek ingenomen worden of anders na het onderzoek) tenzij uw arts andere instructies heeft gegeven. Vlak voor het onderzoek krijgt u een kalmerend middel ( roesje ) toegediend. Dit beïnvloedt uw reactievermogen en kan duizeligheid veroorzaken. U kunt daardoor niet zelfstandig naar huis. Regelt u daarom tijdig vervoer. Wij verzoeken u geen nagellak of kunstnagels te dragen. Dit in verband met het meten van het zuurstofgehalte van uw bloed gedurende het onderzoek. De functieafdeling is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag, van 08:30uur tot 12:30 uur en van 13:00 uur tot 17:00uur, telefoonnummer (0341) 463538. 5

3. Informatie over een gastroscopie Waarom een gastroscopie? Een gastroscopie kan worden verricht bij klachten die wijzen op een slokdarmontsteking (oesophagitis), een maagvliesontsteking (gastritis) of een maagzweer. Daarnaast kunnen verdenking van Coeliakie (overgevoeligheid voor gluten), Barrett (een afwijking aan het slijmvlies van de slokdarm), poliepen of kanker een indicatie voor een gastroscopie zijn. Verder wordt een gastroscopie verricht ter controle na een operatie wegens slokdarm- of maagkanker of bij bekendheid met Barrett of Coeliakie. Tenslotte kan ook bloedarmoede een reden zijn voor een gastroscopie. Wat is een gastroscopie Een gastroscopie is een inwendig onderzoek waarbij achtereenvolgend de slokdarm (oesophagus), maag (gastro) en het eerste gedeelte van de dunne darm (duodenum) bekeken worden. Soms noemt men het ook wel oesophagoscopie of duodenoscopie. Het onderzoek wordt verricht met behulp van een endoscoop; een flexibele, bestuurbare slang waarin een camera bevestigd is. Deze wordt via de mond ingebracht. De endoscoop en camera zijn verbonden met een kleurenmonitor zodat de arts de beelden nauwkeurig kan bekijken. 6

Wie verricht het onderzoek? Het onderzoek wordt uitgevoerd door een maag-darmleverarts (MDL-arts) of door een internist. Deze wordt tijdens het onderzoek bijgestaan door één of meerdere endoscopielaboranten. Zij zullen u vlak voor en tijdens het onderzoek zoveel mogelijk toelichting en aanwijzingen geven. Waar wordt het onderzoek gedaan? Nadat u zich gemeld heeft bij het opnamebureau, wordt u doorverwezen naar een verpleegafdeling. Daar neemt u plaats in een bed. Vlak voor het onderzoek wordt u naar de functieafdeling gebracht waar het onderzoek plaatsvindt. Na afloop wordt u weer teruggebracht naar de verpleegafdeling. Hoe verloopt het onderzoek? In de behandelkamer maakt u kennis met degenen die het onderzoek bij u zullen uitvoeren. Vervolgens wordt er een infuusnaald in uw hand of arm ingebracht. Hierna wordt u verzocht om op uw linkerzij te gaan liggen en krijgt u een bijtring in de mond om uw gebit en de endoscoop te beschermen. Losse gebitsdelen moeten worden uitgedaan. Via de infuusnaald wordt een medicijn toegediend. Het betreft een combinatie van middelen; een krachtige pijnstiller (Pethidine) en een kortwerkend slaapmiddel (Midazolam), samen ook wel een roesje genoemd. 7

Dit werkt binnen enkele minuten en dient om pijn of hinder die u tijdens het onderzoek kunt ervaren tot een minimum te beperken. Helaas is het niet mogelijk 100% garantie te geven dat u niets van het onderzoek zult merken. De scoop wordt via de mond en keelholte ingebracht en vervolgens via de slokdarm naar de maag en dunne darm geleid. Dit veroorzaakt een kokhalsreflex. Tijdens het onderzoek wordt er lucht ingeblazen. Hierdoor zult u moeten boeren. Hoewel u dit als genant kunt ervaren, is het belangrijk dat u dit niet tegenhoudt. Nadat de arts het hele gebied nauwkeurig onderzocht heeft en er eventueel weefsel en/of poliepen weggenomen zijn, wordt de endoscoop verwijderd en is het onderzoek klaar. U wordt teruggebracht naar de verpleegafdeling en als u voldoende wakker bent kunt u weer naar huis. Wat zijn de risico s? Iedere medische ingreep brengt risico s met zich mee. Bij dit onderzoek wordt er vaak wat weefsel (biopten) afgenomen voor nader onderzoek. Het bloedverlies dat hierbij kan optreden gaat vrijwel altijd vanzelf over. Indien er poliepen verwijderd worden, is er een risico op een bloeding of perforatie. Dit risico is zeer laag (minder dan 1%) maar in zeldzame gevallen kan er hierdoor een operatie nodig zijn. In sommige (spoed)gevallen zijn er speciale ingrepen nodig. Deze brengen een groter risico met zich mee. Indien mogelijk wordt dit vooraf met u besproken. 8

Hoe lang duurt het onderzoek? U bent in totaal ongeveer 15 minuten in de behandelkamer. Het onderzoek zelf neemt enkele minuten in beslag. Omdat u ± 1 uur tevoren aanwezig dient te zijn (zie voor de juiste tijd pagina 4) en na afloop meestal nog enige tijd op de verpleegafdeling uitrust, moet u rekenen op een verblijf in het ziekenhuis van ongeveer 3 uur. Wanneer is de uitslag bekend? Meteen na het onderzoek geeft de arts een eerste indruk aan de verpleegkundigen van de verpleegafdeling door. Tevens wordt er direct een verslag gestuurd naar de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Wanneer er biopten genomen zijn, duurt het ongeveer 10 werkdagen voor de uitslag hiervan bekend is. Mede daardoor duurt het vaak minimaal 2 weken voordat de definitieve uitslag aan u kan worden gegeven. Wat neemt u mee naar het ziekenhuis? Wilt u er aan denken de volgende voorwerpen mee te nemen als u voor uw onderzoek komt: Een patiëntenpas van het ziekenhuis St Jansdal Een geldig legitimatiebewijs Sieraden en andere kostbaarheden kunt u beter thuis laten. U kunt tijdens het onderzoek uw gewone kleding aanhouden. Vermijdt u echter strakzittende of knellende kleding. 9

Na het onderzoek Na het onderzoek kunt u uw normale eetpatroon hervatten. U kunt nog enige tijd (enkele uren tot een dag) last hebben van een gevoelige keel en boeren ten gevolge van de lucht die tijdens het onderzoek is ingeblazen. Eventuele medicatie kunt u weer volgens voorschrift innemen (voor bloedverdunners; zie hoofdstuk 5, voor mensen met diabetes; zie hoofdstuk 6). 4. Voorbereiding op een gastroscopie Het onderzoek vindt vóór 13:00uur plaats: Indien het onderzoek vóór 13:00uur plaatsvindt, blijft u de avond vóór het onderzoek vanaf 22:00 uur helemaal nuchter (niets meer eten en/of drinken). Tabletten die u van uw arts door moet gebruiken kunt u zonodig met een slokje water tot uiterlijk 1 uur vóór het onderzoek innemen of anders na het onderzoek. Het onderzoek vindt ná 13:00uur plaats: Indien het onderzoek ná 13:00uur plaatsvindt, mag u tot 08.30uur nog 1 à 2 onbelegde beschuitjes en 1 à 2 kopjes thee of koffie (zonder melk!) nemen. Daarna blijft u tot na het onderzoek helemaal nuchter (niets meer eten en/of drinken). Tabletten die u van uw arts door moet gebruiken kunt u zonodig met een slokje water tot uiterlijk 1 uur vóór het onderzoek innemen of anders na het onderzoek. 10

5. Bloedverdunners Het gebruik van bloedverdunners moet vaak een aantal dagen voor het onderzoek gestaakt worden. Dit moet echter altijd gebeuren in overleg met een arts. Neemt u daarom tijdig contact op met de (huis)arts die het onderzoek aanvraagt. Globale richtlijn (alleen in overleg met uw arts!): niet stoppen: Acetylsalicylzuur (kinderaspirine), Carbasalaatcalcium (Ascal), Dipyridamol (Persantin), Clopidogrel (Plavix) 3 dagen vóór het onderzoek stoppen: Acenocoumarol (Sintrom mitis) 7 dagen vóór het onderzoek stoppen: Fenprocoumon (Marcoumar) Neemt u, indien u op aanraden van uw (huis)arts moet stoppen met de bloedverdunners, tijdig contact op met de trombosedienst binnen uw regio. Zonodig geeft de arts die het onderzoek verricht u na het onderzoek aanvullend advies over het herstarten van de medicatie, mede afhankelijk van de uitkomsten van de scopie. 11

6. Informatie voor mensen met diabetes Binnenkort heeft u een afspraak voor een gastroscopie. Tijdens de voorbereidingsdagen kunt u last krijgen van te hoge of te lage bloedglucosewaarden. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen adviseren wij de voor u geldende instructies nauwkeurig op te volgen, dit naast de andere voorbereidingen die u voor het onderzoek moet treffen. protocol insuline 1 maal daags pagina 13 protocol insuline 2 maal daags pagina 15 protocol insuline 4 maal daags pagina 17 protocol insulinepomp pagina 19 protocol bloedglucoseverlagende tabletten en/of injecties pagina 20 Bij vragen kunt u contact opnemen met één van de diabetesverpleegkundigen van het St Jansdal via de assistentes van de poli interne: Van maandag tot en met vrijdag van 08:30uur tot 12:00uur en van 13:30uur tot 16:00uur telefoonnummer: 0341 463747 Als u belt graag doorgeven welke insulinesoort u gebruikt en hoeveel eenheden u altijd injecteert/bolust. 12

Diabetesprotocol insuline 1 maal daags De dag vóór het onderzoek: Indien u gewend bent om de langwerkende insuline s morgens te injecteren, dan kunt u de gebruikelijke hoeveelheid injecteren. Bent u gewend om de langwerkende insuline s avonds te injecteren, dan dient u 50% (1/2) van de gebruikelijke hoeveelheid te injecteren. De dag van het onderzoek: Het onderzoek vindt vóór 13:00 uur plaats: Als u de insuline normaal s morgens injecteert; dan injecteert u deze morgen geen insuline. Bij de eerste maaltijd na het onderzoek injecteert u 50% (1/2) van de gebruikelijke dosering. Als u de insuline normaal s avonds injecteert; dan s avonds de gebruikelijke dosis weer hervatten. Het onderzoek vindt ná 13:00uur plaats: Als u de insuline normaal s morgens injecteert; dan injecteert u deze morgen 50% (1/2) van de gebruikelijke dosering. Als u de insuline normaal s avonds injecteert; dan s avonds de gebruikelijke dosis weer hervatten. 13

Wij adviseren u deze dag de bloedglucose 5 keer te prikken: op het tijdstip waarop u normaliter ontbijt 2 uur hierna voor de lunch of uw gebruikelijke lunchtijd voor het avondeten voor het slapengaan Wat te doen bij lage bloedglucosewaarden? Is de bloedglucose lager dan 4: Een glas gewone limonade (ranja), dus wel met suiker, nemen. 14

Diabetesprotocol insuline 2 maal daags De dag vóór het onderzoek: Voor het ontbijt kunt u uw gebruikelijk dosis insuline injecteren. Voor het avondeten kunt u 75% (3/4) van uw gebruikelijke dosis insuline injecteren. De dag van het onderzoek: Het onderzoek vindt vóór 13:00 uur plaats: U slaat uw dosis insuline voor het ontbijt over. Vóór de 1e maaltijd na uw onderzoek injecteert u 33% (1/3) van uw gebruikelijke dosering. `s Avonds kunt u uw gebruikelijke dosering weer hervatten. Het onderzoek vindt ná 13:00 uur plaats: Voor het ontbijt injecteert u 33% (1/3) van uw gebruikelijke dosering. `s Avonds kunt u uw gebruikelijke dosering weer hervatten. Wij adviseren u deze dag de bloedglucose 5 keer te prikken: op het tijdstip waarop u normaliter ontbijt 2 uur hierna voor de lunch of uw gebruikelijke lunchtijd voor het avondeten voor het slapengaan 15

Wat te doen bij lage bloedglucosewaarden? Is de bloedglucose lager dan 4: Een glas gewone limonade (ranja), dus wel met suiker, nemen. 16

Diabetesprotocol insuline 4 maal daags De dag vóór het onderzoek: Indien u gewend bent om de langwerkende insuline s morgens te injecteren, dan kunt u de gebruikelijke hoeveelheid injecteren. Bent u gewend om de langwerkende insuline voor het slapengaan te injecteren, dan dient u 50% (1/2) van de gebruikelijke hoeveelheid te injecteren. De dag van het onderzoek: Het onderzoek vindt vóór 13:00uur plaats: Als u de langwerkende insuline normaal s morgens injecteert; dan injecteert u deze morgen geen langwerkende insuline. Bij de eerste maaltijd na het onderzoek injecteert u 50% (1/2) van de gebruikelijke dosering langwerkende insuline. Als u de langwerkende insuline normaal s avonds injecteert; dan s avonds de gebruikelijke dosis weer hervatten. De (ultra)kortwerkende insuline mag u deze morgen niet injecteren. Na het onderzoek mag u de gebruikelijke dosering (ultra)kortwerkende insuline weer hervatten Het onderzoek vindt ná 13:00uur plaats: Als u de langwerkende insuline normaal s morgens injecteert; dan injecteert u deze morgen 50% (1/2) van de gebruikelijke dosering. 17

Als u de langwerkende insuline normaal s avonds injecteert; dan s avonds de gebruikelijke dosis weer hervatten. U mag de (ultra) kortwerkende insuline s morgens en s middags niet injecteren. Wij adviseren u deze dag de bloedglucose 5 keer te prikken: op het tijdstip waarop u normaliter ontbijt 2 uur hierna voor de lunch of uw gebruikelijke lunchtijd voor het avondeten voor het slapengaan Wat te doen bij lage bloedglucosewaarden? Is de bloedglucose lager dan 4: Een glas gewone limonade (ranja), dus wel met suiker, nemen. Wat te doen bij hoge bloedglucosewaarden? Is de bloedglucose hoger dan 15, dan moet u 2 eh (ultra) kortwerkende insuline injecteren. Is de bloedglucose hoger dan 20, dan moet u 4 eh (ultra) kortwerkende insuline injecteren. Na het onderzoek hervat u uw gebruikelijke insulineschema. 18

Diabetesprotocol insulinepomp De dag vóór het onderzoek: Deze dag zijn er geen wijzigingen; u hoeft de basaalstand niet aan te passen en kunt alles doen zoals u gewend bent. De dag van het onderzoek: Wij adviseren u deze dag de bloedglucose 5 keer te prikken: op het tijdstip waarop u normaliter ontbijt 2 uur hierna voor de lunch of uw gebruikelijke lunchtijd voor het avondeten voor het slapengaan Wat te doen bij lage bloedglucosewaarden? Is de bloedglucose lager dan 4: Een glas gewone limonade (ranja), dus wel met suiker, nemen. Zijn de bloedglucosewaarden gedurende de dag lager dan 6, dan adviseren wij u om de pomp op een tijdelijk basaal van 50% in te stellen. Wat te doen bij hoge bloedglucosewaarden? Is de bloedglucose hoger dan 15, dan moet u 2 eh (ultra) kortwerkende insuline bolussen. Is de bloedglucose hoger dan 20, dan moet u 4 eh (ultra) kortwerkende insuline bolussen. Na het onderzoek hervat u uw gebruikelijke insulineschema. 19

Diabetesprotocol bloedglucoseverlagende tabletten en/of injecties De dag vóór het onderzoek: Deze dag zijn er geen wijzigingen; u kunt uw tabletten en/of injecties op de gebruikelijke tijd gebruiken. De dag van het onderzoek: U hoeft geen bloedglucoseverlagende tabletten en/of injecties te gebruiken. Indien u hypo-verschijnselen krijgt (honger, beven, zweten, een trillerig gevoel, bleekheid, wazig zien, hoofdpijn, duizeligheid) of de bloedglucose is lager dan 4.0 mmol neemt u dan een glas gewone limonade (ranja), dus wel met suiker. De bloedglucoseverlagende tabletten kunt u bij de eerst volgende maaltijd weer innemen. Medicatie hoeft niet ingehaald te worden. De bloedglucoseverlagende injecties kunt u de volgende dag weer gebruiken. 20

21

22

Uitgave: Patiëntencommunicatie Harderwijk, maart 2013 CAZ FA 47.03.13

Ziekenhuis St Jansdal Wethouder Jansenlaan 90 3844 DG Harderwijk Postbus 138 3840 AC Harderwijk Telefoon (0341) 463911 www.stjansdal.nl