INDEXERING NORMBEDRAGEN EN VASTSTELLING REGELING EN INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2013



Vergelijkbare documenten
INDEXERING NORMBEDRAGEN EN WIJZIGING REGELING VOOR INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2009

REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2010

Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009

REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2009

Toelichting Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente DenHaag

INDEXERING NORMBEDRAGEN EN VASTSTELLING REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2014

REGELING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2015

Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning Gemeente Den Haag

Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning Gemeente Den Haag 2007

FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Financieel besluit 2010 Hoofdstuk 1 Regels rond verstrekking en verantwoording. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer

Voorzieningen. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Toelichting. Artikel 2

Gemeente Utrechtse Heuvelrug. Financieel Besluit. Behorende bij de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2013

Besluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.

Besluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Ede. 8 februari 2011

Besluit maatschappelijke ondersteuning Heemskerk januari 2009

Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014

Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk > 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Grootegast;

Financieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Berkelland 2010

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010

Gemeenteblad Bekendmakingen

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012

Besluit maatschappelijke ondersteuning 2007

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2016

1.1. Verstrekking van een toegekende individuele voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget vindt plaats op verzoek van belanghebbende.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 (FINANCIEEL BESLUIT)

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ALKMAAR.

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Venray

Besluit maatwerkvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roermond 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delfzijl Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget

Besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft 2016

B e s l u i t e n: Burgemeester en wethouders van Purmerend, Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Purmerend 2011,

Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest januari 2013

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel,

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning Zuidhorn 2015 (gewijzigd)

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2014 GEMEENTE VELSEN

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik 2017

REGELING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING DEN HAAG 2016

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012

a. op grond van aanwijzingen het ernstige vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een persoonsgebonden budget;

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heusden 2007

Besluit voorzieningen Wmo gemeente Veere Vastgesteld in de collegevergadering van 17 december 2013

gelet op artikel van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149 van de Gemeentewet;

Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening... 5

BIJLAGE Ib. Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning ISD De Rijnstreek

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE ROERMOND

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2016 gemeente Geertruidenberg

Besluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2013

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2011;

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst 2016

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014 Wassenaar

GEMEENTEBLAD. Nr januari Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

Financieel Besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Grootegast 2015

Gemeente Zoetermeer. Wmo besluit Zoetermeer 2016

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Leudal

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.

2. Besluit Besluit maatschappelijke ondersteuning Capelle aan den IJssel oktober 2018.

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE VELSEN 2013

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning Losser 2018

Besluit nadere regels maatschappelijke ondersteuning Maasbree 2007

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten,

besluit maatschappelijke ondersteuning maatwerkvoorzieningen gemeente Roermond 2017.

Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Heerhugowaard 2014

Besluit maatschappelijke ondersteuning Barneveld juli 2008

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Delft Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Delft,

besluit vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Edam-Volendam 2017.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster Gelet op Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Beemster 2013,

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente <NAAM> 2015 concept. Artikel 3.6 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening...

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Nieuwkoop 2013

Besluit maatschappelijke ondersteuning Hollands Kroon 2015

besluiten vast te stellen het volgende BESLUIT MAATSCHAPPELIJK ONDERSTEUNING GEMEENTE MARUM 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2017

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2015 Nr

Financieel besluit maatschappelijk ondersteuning gemeente Leek september. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

B E S L U I T Financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten zoals dit is vastgesteld per 1 januari 2004

Transcriptie:

Gemeente Den Haag Ons kenmerk BSW/2012/265 RIS 255713 INDEXERING NORMBEDRAGEN EN VASTSTELLING REGELING EN INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2013 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gelet op: - artikel 5 en artikel 15 van de Wet maatschappelijke ondersteuning; en - artikel 1.3 van de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009 Besluit: I. In te trekken de Regeling voor individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009. II. Vast te stellen de Regeling voor individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2013. III. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 52 van 2012 en met ingang van 27 december 2012, inclusief toelichting en bijlagen, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijke stukken, onder risnummer 255713. Den Haag, 18 december 2012 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: 14070 Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl

BSW/2012.265 2 Toelichting Huishoudelijke hulp algemeen Huishoudelijke hulp kan in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget (pgb) worden verstrekt. Huishoudelijke hulp in natura houdt in dat de aanvrager een beschikking over de toegekende soort huishoudelijke hulp en het toegekende aantal uren ontvangt. Daarmee kan de aanvrager naar één van de door de gemeente gecontracteerde zorgaanbieders, om hen te verzoeken de toegekende zorg aan hem te leveren. Huishoudelijke hulp in de vorm van een persoonsgebonden budget houdt in dat de aanvrager een geldbedrag krijgt overgemaakt, gebaseerd op de benodigde soort en hoeveelheid zorg. Met dat bedrag kan de aanvrager een zorgverlener naar keuze inhuren. Dat kan ook een particulier zijn of een zorgaanbieder die niet door de gemeente is gecontracteerd. De gemeente kent twee soorten huishoudelijke hulp: categorie 1 en 2. Categorie 1 houdt het geheel of gedeeltelijk overnemen van huishoudelijke werkzaamheden in. Huishoudelijke hulp categorie 1 wordt toegekend aan mensen die zelf nog in staat zijn om de regie over het huishouden kunnen voeren en alleen door fysieke beperkingen het huishouden niet kunnen doen. Categorie 2 houdt de werkzaamheden van categorie 1 in en biedt daarnaast ondersteuning bij de organisatie van het huishouden of hulp om een ontregeld huishouden weer op orde te krijgen. Hieronder valt zonodig ook de opvang van kinderen. Toekenning vindt plaats aan mensen waar, eventueel naast fysieke beperkingen, sprake is van sociaal-psychische factoren die hen belemmeren het huishouden te voeren. Voor respijtzorg zijn criteria opgenomen. Onder respijtzorg wordt verstaan dat de zorg en taken van de mantelzorger tijdelijk worden overgenomen. De reden hiervoor kan een tijdelijke dreigende overbelasting van de mantelzorger zijn. Onder tijdelijk wordt maximaal zes weken verstaan. Als op voorhand duidelijk is dat er sprake is vaneen langere periode dan zes weken waarin zorg nodig is, dan is een aanvraag van huishoudelijke hulp voor onbeperkte duur meer voor de hand liggend. Als de burger van het college een beschikking ontvangt op een aanvraag huishoudelijke hulp, staat daarin tenminste de soort huishoudelijke hulp, het geïndiceerde aantal uren, de ingangsdatum en de einddatum van de voorziening vermeld. De ontvanger van een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp is zelf verantwoordelijk voor een goede besteding van het budget. Hij moet er voor zorgen dat hij de juiste zorg inkoopt bij een zorgverlener. Hij dient hiervan een financiële administratie bij te houden. De budgethouder mag zelf uitmaken hoe hij deze administratie voert, maar kan gebruik maken van de gratis dienstverlening van de Sociale Verzekeringsbank. Het college kan een onderzoek doen naar de besteding van het pgb. Bij dat onderzoek moet de budgethouder de bovengenoemde administratie kunnen overleggen. Met ingang van 2013 moeten alle betalingen aan de zorgverleners per bank gebeuren. Indien een aanvrager wordt opgenomen in een instelling als bedoeld in de AWBZ of Zorgverzekeringswet op de dag dat het persoonsgebonden budget zou aanvangen, vervalt het recht op dat persoonsgebonden budget, tenzij het gaat om kortdurend verblijf. Bij kortdurend verblijf mag iemand gedurende niet meer dan gemiddeld twee etmalen per week (per jaar) in een instelling verblijven en is het de bedoeling dat men terugkeert naar het woonadres. Wordt de aanvrager aanvankelijk voor kortdurend verblijf opgenomen, maar blijkt uiteindelijk dat hij langer dan twee maanden in een instelling als boven bedoeld moet verblijven, dan vervalt het recht op huishoudelijke hulp.

BSW/2012.265 3 Eigen bijdrage bij huishoudelijke hulp In de Algemene Maatregel van Bestuur (Staatsblad 405, 2006) zijn de kaders opgesteld waarbinnen de hoogte van de eigen bijdrage en grondslagen voor de berekening van het inkomen moet worden vastgesteld. Het college heeft er voor gekozen om iedere aanvrager met een inkomen tot 120% van de relevante bijstandsnorm een inkomensonafhankelijke eigen bijdrage op te leggen. Voor aanvragers met een inkomen boven 120% van de voor hen relevante bijstandsnorm geldt daarnaast een inkomensafhankelijke bijdrage. Zowel voor zorg in natura als voor een persoonsgebonden budget wordt de eigen bijdrage berekend, opgelegd en geïnd door een daartoe door het ministerie aangewezen rechtspersoon: het CAK. De aanvrager die kiest voor een persoonsgebonden budget krijgt dit bruto uitgekeerd. Bouwkundige of woontechnische woonvoorzieningen Woonvoorzieningen kunnen, afhankelijk van wat er in de Verordening is bepaald, worden verstrekt in natura, als financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget. De omvang van een voorziening wordt bepaald aan de hand van het programma van eisen. De uiteindelijke hoogte van het pgb voor een woningaanpassing wordt vastgesteld aan de hand van een door de woningeigenaar en door het college goedgekeurde offerte. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de aanvrager om ervoor te zorgen dat de voorziening, waarop het pgb of de financiële tegemoetkoming betrekking heeft, adequaat verzekerd (bijv. een brand- of inboedelverzekering) is. Nadat de bouwkundige/woontechnische woonvoorziening is voltooid, maakt de woningeigenaar dan wel de budgethouder daarvan binnen 3 maanden melding aan het college, vergezeld van de definitieve factuur. Op basis daarvan stelt het college de definitieve hoogte van het pgb vast. Facturen en betaalbewijzen van de werkzaamheden moeten tot 3 jaar na gereedmelding van de voorziening bewaard worden in verband met een eventuele hercontrole door het college. Eigen bijdrage bij woonvoorzieningen van bouwkundige of woontechnische aard De aanvrager is geen eigen bijdrage verschuldigd voor een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening. Rolstoelvoorzieningen Indien de aanvrager kiest voor een voorziening in natura zal die voorziening doorgaans in bruikleen worden verstrekt via de door de gemeente gecontracteerde leverancier. Een te verstrekken persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening wordt gebaseerd op het programma van eisen. Hierbij hanteert het college de prijzen zoals die door de gecontracteerde leverancier voor bruikleenvoorzieningen worden gehanteerd. Het pgb voor het middel kan worden verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. Het middel dat de aanvrager met zijn pgb aanschaft, dient te voldoen aan de specificaties die door het college zijn opgesteld. Onder deze specificaties vallen zaken als soort voorziening, functie, maatvoering, materiaal e.d. Dit om te waarborgen dat de budgethouder met het pgb de juiste voorziening aanschaft. Vervoer Het collectief vervoer zoals bedoeld in deze Regeling wordt verzorgd door de Taxibus. Het primaat van het collectief vervoer is van toepassing. Dat betekent dat, als de aanvrager verzoekt om een vervoersvoorziening, altijd eerst bekeken wordt of het gebruik van het collectief vervoer een adequate oplossing is voor het vervoerprobleem. Pas als tijdens behandeling van de aanvraag blijkt dat de Taxibus geen adequate oplossing is, komen andere vervoersvoorzieningen in het vizier. Wel is in de verordening bepaald dat het primaat van de Taxibus niet van toepassing is als toekenning van een scootmobiel, of aangepaste fiets oplossing biedt voor het vastgestelde probleem in het functioneren.

BSW/2012.265 4 Bij alle aanvragers van 70 jaar en ouder, wordt niet getoetst of er een medische noodzaak voor de voorziening bestaat. Deze noodzaak wordt verondersteld bij deze groep aanwezig te zijn. Als zij een aanvraag indienen zal deze altijd gehonoreerd worden. Indien een aanvrager in aanmerking komt voor gebruik van het collectief vervoer kan hij gratis één persoon meenemen in de Taxibus. Bepaalde voorzieningen worden als forfaitaire tegemoetkoming uitbetaald. De burger hoeft dat niet meer achteraf te declareren. Met het verstrekte bedrag wordt de burger in staat geacht om deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Uit jurisprudentie blijkt ook dat de burger hiervoor rond de 1500 kilometer per jaar moet kunnen afleggen. Persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen Een te verstrekken persoonsgebonden budget voor hulpmiddelen wordt gebaseerd op het programma van eisen. Het pgb voor de voorziening kan worden verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. De voorziening die de aanvrager met zijn pgb aanschaft, dient te voldoen aan de specificaties die door het college zijn opgesteld. Onder deze specificaties vallen zaken als soort voorziening, functie, maatvoering, materiaal e.d. Dit om te waarborgen dat de budgethouder met het pgb de juiste voorziening aanschaft. Het is redelijk dat een met een Pgb aangeschafte voorziening terug komt naar de gemeente als de voorziening niet langer wordt gebruikt of dat er naar rato een bedrag wordt terugbetaald. De keuze is aan degene die daarvoor verantwoordelijk is. Bij verhuizing naar een andere gemeente of bij overlijden geldt dit eveneens. Als er sprake is van een overschot Pgb moet ook hiervan het nog niet bestede bedrag worden terugbetaald. Ook is het mogelijk dat de gemeente in de nieuwe woonplaats de voorziening overneemt. Indien een soortgelijke situatie zoals hierboven zich voordoet dan is de klant verplicht dit aan de gemeente te melden. Sporthulpmiddelen In deze Regeling is een lijst opgenomen van sporthulpmiddelen die voor verstrekking in aanmerking komen. Sporthulpmiddelen worden als financiële tegemoetkoming uitbetaald. Met de verstrekking van (een tegemoetkoming voor) sporthulpmiddelen wordt beoogd dat de burger in staat wordt gesteld om sociale verbanden aan te gaan door te sporten. In principe kan dat worden bereikt door het verstrekken van een tegemoetkoming voor een enkel sporthulpmiddel. Hardheidsclausule Net als de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning kent de Regeling een zogenaamde hardheidsclausule. Deze clausule is bedoeld om in bijzondere, individuele gevallen te kunnen afwijken van de Regeling. In de praktijk kunnen situaties voorkomen, waarbij een strikte toepassing van de Regeling een onredelijke en onbillijke hardheid zou inhouden. Om in die situaties een adequaat besluit in de geest van deze Regeling te kunnen nemen, is een hardheidsclausule opgenomen.

BSW/2012.265 5 REGELING INDIVIDUELE VOORZIENINGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE DEN HAAG 2013 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Gelet op: - de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009 Besluit vast te stellen de volgende, gewijzigde Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2013 Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze Regeling wordt verstaan onder: Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning. Verordening: de Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag. Peiljaar: het tweede kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarin de aanvraag om een voorziening in het kader van de Verordening wordt gedaan. Bruto inkomen: het inkomen vóór aftrek van belastingen en premies en zonder overhevelingstoeslag. Artikel 2 Onderdelen van de beschikking In de beschikking op een aanvraag voor een individuele voorziening wordt in aanvulling op hetgeen genoemd in artikel 10 van de Verordening tenminste vermeld: - op welke voorziening de beschikking betrekking heeft; - de ingangsdatum en geldigheidsduur van de beschikking; - de voorschriften en voorwaarden waaraan de rechthebbende dient te voldoen en die van toepassing - zijn op de te verstrekken voorziening; - de bezwaar- en beroepsmogelijkheid. Voor een voorziening die in de vorm van een persoongebonden budget wordt toegekend, wordt aanvullend in de beschikking opgenomen aan welke specificaties deze voorziening moet voldoen. Deze specificaties zijn opgenomen in een programma van eisen. Voor huishoudelijke hulp wordt aanvullend op hetgeen vermeld in het eerste lid in de beschikking opgenomen: Indien de huishoudelijke hulp in natura wordt toegekend; de betreffende categorie huishoudelijke hulp en het aantal te ontvangen zorguren.

BSW/2012.265 6 Indien de huishoudelijke hulp in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt toegekend; de betreffende categorie huishoudelijke hulp, het aantal toegekende zorguren per week, de hoogte van het van toepassing zijnde uurtarief en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan Hoofdstuk 2 Voorzieningen 2.1 Het voeren van een huishouden: hulp bij het huishouden Artikel 3 Categorieën hulp bij het huishouden 1. De voorziening hulp bij het huishouden is onder te verdelen in twee soorten hulp: Huishoudelijke hulp categorie 1: - huishoudelijk werk, zoals: stofzuigen, reinigen van badkamer en toilet, ramen lappen, kamers opruimen, stof afnemen, bedden opmaken, afhalen en verschonen, opruimen huishoudelijk afval en planten verzorgen; - kleding en linnengoed wassen en strijken; - broodmaaltijd bereiden; - hand- en spandiensten t.b.v. de huishouding; - boodschappen doen voor het dagelijks leven; - actief signaleren van veranderingen in de gezondheid en sociale situatie en van behoefte aan meer of andere zorg en dit communiceren naar de contactpersoon van ondernemer b. Huishoudelijke hulp categorie 2: Huishoudelijke werkzaamheden als genoemd onder a, aangevuld met activiteiten in het kader van organisatie van het huishouden: - opvang en/of verzorging van kinderen; - dagelijkse organisatie van het huishouden; - advies, instructie en voorlichting over huishoudelijk werk. Ten aanzien van respijtzorg als bedoeld in artikel 16, lid 2 van de Verordening geldt dat: er slechts één maal per kalenderjaar een beroep op kan worden gedaan; enkel de voorziening hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 17 van de Verordening kan worden verstrekt; er slechts tot verstrekking kan worden overgegaan indien er sprake is van ( dreigende) overbelasting; de voorziening hulp bij het huishouden is bedoeld voor het huishouden van de persoon met beperkingen bij wie de mantelzorger zijn taken uitvoert; de aanvrager en de persoon bij wie de mantelzorger zijn taken uitvoert voldoen aan alle voorwaarden en vereisten als genoemd in de Verordening, deze Regeling of beleidsregels welke voor voorzieningen ten behoeve van het voeren van een huishouden van toepassing zijn. Artikel 4 Vaststelling van de omvang van de voorziening Bij toekenning van een voorziening huishoudelijke hulp categorie 1 of 2 in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget, wordt de huishoudelijke hulp uitgedrukt in het aantal uren per week. De hoogte van een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp bedraagt per uur 14,40 voor huishoudelijke hulp van categorie 1 en 18,80 per uur voor huishoudelijke hulp van categorie 2.

BSW/2012.265 7 Artikel 5 Periode waarin recht bestaat op een voorziening Huishoudelijke hulp in de vorm van een natura verstrekking dan wel een persoonsgebonden budget, wordt verleend voor een periode die: niet eerder aanvangt dan de dag, met ingang waarvan de aanvrager volgens de beschikking op de voorziening is aangewezen en eindigt met ingang van de dag, waarop de beschikking zijn geldigheidsduur verliest. Artikel 6 Uitbetaling van de voorziening huishoudelijke hulp in natura Huishoudelijke hulp in natura wordt betaald aan de zorgaanbieder. Artikel 7 Uitbetaling persoonsgebonden budget De uitbetaling vindt plaats per vier weken conform de CAK periodetabel Artikel 8 Totstandkoming eigen bijdrage De verschuldigde eigen bijdrage is afhankelijk van het norminkomen, leeftijd en huwelijkse staat. Het norminkomen bedraagt voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt 23.208,00; Het norminkomen bedraagt voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt 16.257,00; Het norminkomen bedraagt voor gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt 28.733,00; Het norminkomen bedraagt voor gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt 22.676,00. Bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning worden de bedragen genoemd in het eerste lid gewijzigd aan de hand van de ontwikkelingen van het minimumloon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag. Artikel 9 Omvang eigen bijdrage 1. De verschuldigde eigen bijdrage voor de voorziening hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 3 eerste lid onder a en b en het tweede lid bedraagt: 18,60 per vier weken voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt met een norminkomen gelijk aan of lager dan 23.208,00; 18,60 per vier weken voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt met een norminkomen gelijk aan of lager dan 16.257,00; 26,60 per vier weken voor gehuwde personen indien een van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt met een norminkomen gelijk aan of lager dan 28.733,00; 26,60 per vier weken voor gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt met een norminkomen gelijk aan of lager dan 22.676,00. Voor alle personen genoemd in het eerste lid geldt dat indien het inkomen meer bedraagt dan het norminkomen de verschuldigde eigen bijdrage wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn (gezamenlijke) inkomen en het norminkomen.

BSW/2012.265 8 De berekende bedragen worden naar beneden afgerond op een veelvoud van 0,2. Bij het Besluit maatschappelijke ondersteuning worden de bedragen van 18,60 en 26,60 als bedoeld in het eerste lid jaarlijks gewijzigd aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie. De afronding als bedoeld in het derde lid wordt buiten beschouwing gelaten. De eigen bijdrage per vier weken bedraagt nooit meer dan het door de opdrachtgever vastgestelde tarief van de voorziening. Artikel 10 Berekening inkomen Het inkomen, bedoeld in het de artikelen 8 en 9, tweede lid, bestaat uit het inkomen over het peiljaar van de ongehuwde persoon dan wel de gehuwde personen (of daarmee gelijkgestelde) tezamen, en bedraagt: indien met betrekking tot het peiljaar een aanslag inkomstenbelasting is of wordt vastgesteld: het verzamelinkomen, bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001, in het peiljaar; in de overige gevallen: het belastbare loon, bedoeld in artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, in het peiljaar. Inkomen dat in het buitenland wordt belast, dan wel is vrijgesteld van belasting op grond van bepalingen van internationaal recht, wordt mede in aanmerking genomen als ware dit aan de Nederlandse belastingwetgeving onderworpen. In afwijking van het eerste lid vindt op aanvraag van de persoon aan wie een voorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning is verleend een voorlopige vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen plaats, indien redelijkerwijs te verwachten is dat het inkomen in het lopende jaar ten minste 1816,- lager zal zijn dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid. Indien het derde lid is toegepast, vindt na afloop van het jaar definitieve vaststelling van het bijdrageplichtig inkomen over dat jaar plaats. Indien daarbij blijkt dat het bijdrageplichtig inkomen minder dan 1816 lager is geweest dan het inkomen, bedoeld in het eerste lid, vindt definitieve vaststelling plaats overeenkomstig het eerste lid. Artikel 11 Wijziging burgerlijke staat Voor de toepassing van de artikelen 9 en 10 wordt een wijziging in de burgerlijke staat van de ongehuwde persoon of gehuwde personen en het bereiken van een van belang zijnde leeftijd van een van deze personen in aanmerking genomen met ingang van de datum waarop die wijziging plaatsvindt. Artikel 12 Afzien oplegging eigen bijdrage De eigen bijdrage wordt niet opgelegd voor zover binnen twee jaar na aanvang van de maatschappelijke ondersteuning voor de te betalen eigen bijdrage geen beschikking dan wel voorlopige beschikking tot vaststelling van deze bijdrage is verzonden.

BSW/2012.265 9 Artikel 13 Evenredige reductie Indien de periode, waarvoor het persoonsgebonden budget is verleend, niet volledig gelijk valt met de door het CAK gehanteerde (vier wekelijkse) periodetabel, wordt het persoonsgebonden budget voor die betreffende (begin- of eind-)periode naar evenredigheid berekend. Artikel 14 Niet bestede deel van het persoonsgebonden budget Vervallen per 01-01-2012 Artikel 15 Verantwoording persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden De budgethouder dient een schriftelijke overeenkomst met de zorgaanbieder af te sluiten en een financiële urenadministratie per week/maand bij te houden met betrekking tot de besteding van het persoonsgebonden budget. Op verzoek moet de budgethouder de administratie aan de gemeente overleggen. Onrechtmatige besteding van het pgb kan leiden tot terugvordering. Overeenkomsten, bankafschriften, declaraties en nota s moeten 5 jaar worden bewaard om controle mogelijk te maken. Betalingen aan zorgverleners moeten via de bank plaatsvinden. Artikel 16 Besteding persoonsgebonden budget buiten Den Haag Het persoongebonden budget kan door de budgethouder buiten Den Haag worden besteed aan hulp bij het huishouden. Dit is mogelijk indien de budgethouder staat ingeschreven in de gemeentelijke bevolkingsadministratie van de gemeente Den Haag. Artikel 15 van de regeling blijft onverkort van toepassing. 2.2 Het voeren van een huishouden: het normale gebruik van de woning Artikel 17 Voorzieningen voor het normale gebruik van de woning Een voorziening als bedoeld in artikel 23 van Verordening wordt slechts verstrekt ten behoeve van het opheffen van beperkingen bij het normale gebruik van de woning zelf en is gericht op elementaire woonfuncties. Onder woning als genoemd in het eerste lid wordt slechts de woning zelf verstaan. Inrichting van de woning valt hierbuiten, tenzij in de Verordening of deze Regeling specifiek anders wordt aangegeven. Een woonvoorziening als genoemd in artikel 23 onder a. van de Verordening wordt slechts verstrekt als dit redelijkerwijs technisch mogelijk is. Artikel 18 Verhuiskostenvergoeding Het bedrag van de financiële tegemoetkoming in het kader van de woonvoorziening verhuis- en inrichtingskosten als genoemd in artikel 23 onder e. van de Verordening bedraagt 2.652,00.

BSW/2012.265 10 Artikel 19 Afschrijvingstermijnen De afschrijvingstermijn voor woonvoorzieningen als bedoeld in de Verordening is 7 jaar. In afwijking van het eerste lid kan naar aanleiding van de aard en eigenschappen van de voorziening en het gebruik een afwijkende afschrijvingstermijn worden bepaald. Artikel 20 Vaststelling van de omvang van de voorziening Bij toekenning van een woonvoorziening wordt de omvang van de voorziening vastgesteld op basis van het programma van eisen als bedoeld in artikel 25 van de Verordening. Het persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als bedoeld in artikel 25 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. 2.3 Het zich verplaatsen in en om de woning Artikel 21 Bepaling hoogte persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget voor een rolstoelvoorziening wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als genoemd in artikel 41 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag verhoogd met een bedrag voor onderhoud en reparatie. 2.4 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Artikel 22 Vervoersvoorzieningen Indien een voorziening als genoemd in artikel 43 onder a. tot en met n. van de Verordening geen adequate oplossing biedt om de persoon met beperkingen in staat te stellen zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en maatschappelijke participatie in het kader van het leven van alledag anders onmogelijk is, kan gekozen worden voor een andere vervoersvoorziening. Hetgeen bepaald in de artikelen 2 en 42 van de Verordening blijft hierbij onverminderd van toepassing. Artikel 23 Inkomensgrens vervoersvoorzieningen Vervallen per 1 januari 2013 Artikel 24 Financiële tegemoetkomingen vervoersvoorzieningen 1. De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen bedraagt per jaar voor: a. eigen vervoer of vervoer door derden 924,00; b. vervoer door middel van een bruikleenauto of open of gesloten buitenwagen 605,00; c. rolstoeltaxivervoer 2.758,00; d. begeleidingskosten 321,00.

BSW/2012.265 11 2. Indien de in lid 1 onder a tot en met d vermelde voorziening voor korter dan een jaar wordt verleend, wordt het aldaar vermelde bedrag evenredig verminderd. 3. De financiële tegemoetkoming in de kosten van vervoersvoorzieningen als genoemd in lid 1 onder a, b en d wordt uitgekeerd als een forfaitaire vergoeding. 4. De financiële tegemoetkoming in de kosten van de vervoersvoorziening als genoemd in lid 1 onder c wordt uitgekeerd op basis van bevoorschotting en van periodiek in te dienen declaraties door middel van een hiertoe door het college verstrekt formulier. de declaratie voor rolstoeltaxivervoer dient te bestaan uit gegevens waarmee wordt aangetoond dat er gebruik is gemaakt van een rol- of ligstoeltaxi. de gereden ritten komen alleen voor vergoeding in aanmerking wanneer deze plaatsvinden in de directe woon- en leefomgeving. Hieronder wordt verstaan het woonadres in Den Haag met daar omheen een schil van 4 OV-zones, tenzij door het college anders is aangegeven. Artikel 25 Bepaling omvang persoonsgebonden budget Het persoonsgebonden budget voor een vervoersvoorziening wordt vastgesteld op basis van het programma van eisen als genoemd in artikel 45 van de Verordening. Ter beoordeling aan het college wordt dat bedrag aangevuld met een vergoeding voor instandhoudingkosten zoals een bedrag voor onderhoud en reparatie. Artikel 26 Aanvragers 70 jaar en collectief aanvullend vervoer Alle personen die ten tijde van de aanvraag zeventig jaar of ouder zijn en een vervoersbehoefte hebben voor de (middel)lange afstand, komen in aanmerking voor het collectief aanvullend vervoer. Aan hen worden geen aanvullende voorwaarden gesteld. Artikel 27 Bijdrage collectief aanvullend vervoer De gebruikers van het collectief aanvullend vervoer betalen een vaste eigen bijdrage per jaar van 27,00. 2.5 Hulpmiddelen voor deelname aan een sportactiviteit Artikel 28 Hoogte financiële tegemoetkoming sporthulpmiddelen De hoogte van de financiële tegemoetkoming in de kosten van sportvoorziening bedraagt voor: een sportrolstoel 3.277,00.

BSW/2012.265 12 sporthulpmiddelen als bedoeld in artikel 48 onder b. van de Verordening: Tak van sport Sporthulpmiddel Financiële tegemoetkoming E-hockey Aanpassing ADL-rolstoel 3.277,00 E-hockey Zelfschietende 868,00 hockeystick Fietsen Ligfiets 5.425,00 Fietsen Tandemfiets 2.713,00 Golf Aanpassing bestaande 1.085,00 scootmobiel Handbike Aankoppelbaar deel 3.277,00 Handbike Fastframe 5.425,00 Paardensport Aangepaste zadels 1.085,00 Rolstoelbasketbal Sportrolstoel 4.340,00 Rolstoelrugby Sportrolstoel 6.511,00 Ski- en Zitski 5.425,00 sneeuwsport Sportschieten Elektronische kijker 542,00 Sportschieten Laservizier 542,00 Zeilen Aanpassingen aan boot 5.425,00 Artikel 29 Frequentie van toekenning Een financiële tegemoetkoming voor een sporthulpmiddel wordt maximaal eenmaal per drie jaar verstrekt. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wordt een financiële tegemoetkoming voor aangepaste zadels of een zitski maximaal eenmaal per vijf jaar verstrekt. Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 30 Afwijken Het college kan wanneer er sprake is van een pilot of op basis van een project besluiten om af te wijken van deze regeling. Artikel 31 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in de regeling als toepassing van de bepalingen uit deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Artikel 32 Teruggaaf hulpmiddel / terugbetaling PGB

BSW/2012.265 13 Als een hulpmiddel binnen de gestelde periode waarvoor het Pgb is verstrekt niet langer wordt gebruikt dient dit binnen 30 dagen aan de gemeente te worden gemeld. Het bedrag van het Pgb moet vervolgens naar rato worden terugbetaald, dan wel het hulpmiddel zal in eigendom aan de gemeente dienen te worden overgedragen. Hiervoor wordt geen vergoeding verstrekt. Bij verhuizing naar een andere gemeente dient het hulpmiddel zonder recht op enige vergoeding in eigendom aan de gemeente te worden verstrekt dan wel dient naar rato het bedrag van het Pgb door de cliënt of door de gemeente van de nieuwe woonplaats te worden terugbetaald. In geval van overlijden van de aanvrager dienen de erven ofwel het bedrag naar rato terug te betalen of het hulpmiddel zonder recht op enige vergoeding over te dragen aan de gemeente. De hoogte van het terug te betalen Pgb wordt berekend door het aantal hele maanden vanaf het moment van niet gebruik tot aan het eind van de afschrijvingstermijn te delen door de voor het hulpmiddel van toepassing zijnde afschrijvingstermijn in maanden en deze breuk vervolgens te vermenigvuldigen met de hoogte van het oorspronkelijk verstrekte PGB. Artikel 33 Ingangsdatum Deze Regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Artikel 34 Intrekking De Regeling Individuele Voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2009, zoals die is vastgesteld per 13 december 2011 (RIS 182037), wordt per 1 januari 2013 ingetrokken. Artikel 35 Citeertitel Deze Regeling kan worden aangehaald als Regeling individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning Gemeente Den Haag 2013.

BSW/2012.265 14 Bijlage I FINANCIËLE TEGEMOETKOMING KOSTEN WONINGSANERING TEN GEVOLGE VAN ALLERGIE Artikelomschrijving afmeting Normbedrag 2013 Deken/dekbed - éénpersoons 150 x 220 66,40 - tweepersoons 190 x 240 94,10 Vloerbedekking / linoleum woonkamer, keuken, gang, per m² 29,30 toilet Vloerbedekking slaapkamer per m² 14,70 Overgordijnen breed 1.20 m per mtr. 16,10 Vitrage breed 1.20 m per mtr. 12,40 Bij ouderdom - Tot 2 jaar 100% van het normbedrag. - Tot 4 jaar 75% van het normbedrag. - Tot 6 jaar 50% van het normbedrag. - Tot 8 jaar 25% van het normbedrag.

BSW/2012.265 15 Bijlage II LIJST VAN EENVOUDIGE GENORMEERDE AANPASSINGEN 2012 2012 normnr. Aangepaste raamopener 4001 280,00 Afsluitb kastje tbv scootmob muurslot incl voeding 4130 747,00 Afsluitbaar kastje (anti vandaal) tbv voeding wcd en accu 4121 585,00 scootermobiel leveren, aanpassen en plaatsen. Incl. aanleggen voeding Anti-slip coating (tot 5 m2) 4002 460,00 Badkraan, begrenzer, eenhandel 10 cm 4004 327,00 Badkraan, begrenzer, eenhandel 17 cm 4003 309,00 Badkraan, thermostaat 4005 374,00 Badkraan, thermostaat, eenhandel 15 cm 4006 547,00 Bedpapegaai, plafondmontage 4007 171,00 Bedpapegaai, wandmontage 4008 289,00 Deurautomaat won.corp; incl.handz, 5 jr. onderhoud 4131 4.427,00 Deurautomaat: afdekkap voor buitenmontage 4103 313,00 Deurautomaat: deurautomaat compleet, incl. elektra 4101 3.171,00 Deurautomaat: herplaatst 4132 1.061,00 Deurautomaat: inbouw ontvanger en handzender 4102 154,00 Deurautomaat: naleveren en instellen van handzender 4105 164,00 Deurautomaat: nalevering van ontvanger, opbouw op bestaande 4106 490,00 aandrijving Deurautomaat: sleutelschakelaar op/inbouw (incl. cilinder) 4104 289,00 Deurontgrendeling: bedieningspunt extra 4009 346,00 Deurontgrendeling: bedieningspunt verplaatsen 4010 170,00 Dorpel verwijderen en afwerken met aluminium strip (binnen) 4011 119,00 Dorpeloploop afschuinen met geprofileerd multiplex afmeting 4122 118,00 cm oplopend naar cm. Tot maximaal 4 cm oploop Dorpeloploop afschuinen met kunstharstmortel 4012 112,00 Douchekop, slang en glijstang, lengte 100 cm 4014 200,00 Douchekraan verplaatsen 4015 235,00 Douchekraan, begrenzer, eenhandel 10 cm 4018 251,00 Douchekraan, thermostaat 4022 313,00 Douchekraan, thermostaat, eenhandel 15 cm 4023 495,00 Douchekraan, thermostaat, eenhandel 15 cm, omstel 4024 636,00 Douchekraan, thermostaat, omstel 4025 453,00 Douchezitje verwijderen (incl. wand herstellen) 4027 55,00 Douchezitje, meerprijs contraplaat 4028 82,00 Douchezitje, opklapbaar, dubbele scharn. hulppoot, kunststof 4029 414,00 Douchezitje, opklapbaar, kunststof 4030 299,00 Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, armleggers, dubbele scharn. hulppoot, kunststof 4031 568,00

BSW/2012.265 16 Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, dubbele schanierende 4032 532,00 hulppoot, kunststof Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, kunststof 4033 418,00 Douchezitje, opklapbaar, rugleuning, opklapbare armleggers, 4035 453,00 kunststof Fonteinkraan, eenhandel 10 cm 4039 178,00 Fonteintje verhangen of verwijderen 4041 162,00 Galerij: leuningwerk/balustrade ophogen (per m¹) 4117 86,00 Glijstang plaatsen (100 cm) 4043 195,00 Handzender (zonder ontvanger) 4045 164,00 Keukenkraan (wand), thermostaat 4050 521,00 Keukenkraan (wand), thermostaat, eenhandel 10 cm 4051 495,00 Leuning (hout) per meter 4052 71,00 Muurslot 4133 162,00 Opklapbare beugel 50 cm 4053 153,00 Opklapbare beugel 60 cm 4054 157,00 Opklapbare beugel 70 cm 4055 160,00 Opklapbare beugel 80 cm 4056 163,00 Opklapbare beugel 90 cm 4057 166,00 Opklapbare beugel meerprijs contraplaat 4058 74,00 Opklapbare beugel meerprijs hulppoot 4059 76,00 Opklapbare beugel meerprijs statief 4060 162,00 Opklapbare beugel meerprijs toiletrolhouder 4061 28,00 Opklapbare beugel verplaatsen 4062 70,00 Opnamemeter indien voeding niet van klant (voor opladen accu) 4125 96,00 Radiator verplaatsen 4063 357,00 Scooterstalling: aanbrengen van straatwerk incl. grond/planten 4108 824,00 verwijderen (gemiddeld 5 m²) Scooterstalling: aanleggen van elektra 4113 283,00 Scooterstalling: aanvraag bouwvergunning verzorgen 4107 456,00 Scooterstalling: bestrating herstraten, gem. 5 m2 4109 420,00 Scooterstalling: beton, compleet met elektra, vergunning en 4126 6.258,00 straatwerk Scooterstalling: beton, leveren en plaatsen LxBxH (inwendig) 4111 4.359,00 2100x1600x1840 mm Scooterstalling: betonnen berging (ver)plaatsen: kraanhuur en 4112 825,00 begeleiding Scooterstalling: graaf- en straatwerk elektra, 5 m2 4114 256,00 Scooterstalling: metaal, compleet met elektra, vergunning en 4127 6.213,00 straatwerk Scooterstalling: metaal, leveren en plaatsen LxBxH (inwendig) 4110 4.315,00 1625x1190x1320 mm Scooterstalling: wandcontactdoos, lichtpunt en plankje voor acculader t.b.v. de betonnen berging 4115 276,00 Straatwerk: aanbrengen van nieuw straatwerk incl. grond/planten verwijderen (niet te gebruiken voor scooterstallingen) 4120 165,00

BSW/2012.265 17 Straatwerk: ophogen per m² tot 15 cm hoog excl. opsluitbanden 4118 111,00 (niet te gebruiken voor scooterstallingen) Straatwerk: ophogen per m² tot 15 cm hoog incl. opsluitbanden 4119 122,00 (niet te gebruiken voor scooterstallingen) Terras ophogen (max.15 cm) per vierkante meter 4065 111,00 Toilet, hoog reservoir aanbrengen 4066 152,00 Toilet, reservoir verhogen 4067 77,00 Toilet, toiletpot van andere hoogte, incl. bril 4068 457,00 Toiletrolhouder verplaatsen 4069 32,00 Tussentrede plaatsen 4128 158,00 Vlonders/hellingbanen (per m²) 4116 275,00 Voorrijkosten 4100 51,00 Wandbeugel meerprijs contraplaten (2 stuks) 4071 64,00 Wandbeugel verplaatsen 4072 33,00 Wandbeugel verwijderen (incl. wand herstellen) 4073 35,00 Wandbeugel, 020 t/m 090 cm staalgecoat 4129 85,00 Wandbeugel, 030 cm staalgecoat 4074 76,00 Wandbeugel, 040 cm staalgecoat 4075 77,00 Wandbeugel, 050 cm staalgecoat 4076 81,00 Wandbeugel, 060 cm staalgecoat 4077 84,00 Wandbeugel, 070 cm staalgecoat 4078 85,00 Wandbeugel, 080 cm staalgecoat 4079 88,00 Wandbeugel, 090 cm staalgecoat 4080 91,00 Wandbeugel, 100 cm staalgecoat 4081 94,00 Wandbeugel, 110 cm staalgecoat 4082 110,00 Wandbeugel, 120 cm staalgecoat 4083 114,00 Wandbeugel, 200 cm staalgecoat 4091 198,00 Wandcontactdoos + plankje (voor opladen accu) 4092 290,00 Wastafelbeugel, staalgecoat 4096 318,00 Wastafelkraan, begrenzer, eenhandel 10 cm 4097 221,00 Zeepbakje verhangen 4099 30,00

BSW/2012.265 18 Bijlage III FINANCIËLE TEGEMOETKOMING VERVANGING WOONVOORZIENING Keuken, 270 cm Vergoeding 2013 Nastelbaar 1.828,00 Mechanisch verstelbaar 4.397,00 Elektrisch verstelbaar 6.413,00 Hittebestendig werkblad 344,00 Hoge toiletpot 123,00 Genoemde bedragen zijn exclusief BTW.

BSW/2012.265 19 Indexering normbedragen en wijziging Regeling voor individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2013 1. Trendmatige verhoging Systematiek Jaarlijks worden de normbedragen voor de individuele verstrekkingen (woon- en vervoersvoorzieningen) en de toetsinkomens voor vervoersvoorzieningen binnen de Wmo aangepast aan de te verwachten inflatiepercentages voor het komende jaar. Met betrekking tot de berekeningswijze is in 2005 met de directie Financiën afgesproken om de te verwachten trend voor het komende jaar te verrekenen met de nacalculatie op de trend van het lopende jaar. Dit betekent voor 2013: Prijzen Voorcalculatie 2013 2,0 % Nacalculatie 2012 0,5 % + Totaal 2,5 % Normbedragen individuele voorzieningen Aangezien de door concern vastgestelde nacalculatie van de prijsindex 2012 en de voorcalculatie van de prijsindex 2013 per saldo op 2,5 % uitkomt, zullen de normbedragen voor de vergoedingen die burgers krijgen, met 2,5 % worden verhoogd. Toetsinkomen vervoersvoorzieningen Aangezien als gevolg van gewijzigde wetgeving (zie ook hierna onder 2.) het de gemeente niet meer is toegestaan om een inkomensgrens te hanteren voor vervoersvoorzieningen binnen de Wmo, komt het toetsinkomen vervoersvoorzieningen te vervallen en wordt dus niet meer geïndexeerd. Hulp bij het Huishouden Voor hulp bij het Huishouden geldt dat de norminkomens en de daarbij behorende maximum eigen bijdragen door het Ministerie jaarlijks worden aangepast. Deze wijzigingen zijn eveneens in de regeling opgenomen. Dit betreft ook de wijziging in artikel 4.1 lid 1 onderdeel a t/m d van het Besluit maatschappelijke ondersteuning, waarbij de leeftijdsgrens van "65 jaar" telkens is vervangen door "de persioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artike 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet". Door het stapsgewijs verhogen van de AOW-leeftijd kunnen belanghebbenden verschillende AOW-leeftijden hebben (Staatsblad 2012, 329 en Staatsblad 2012, 362). 2. Overige wijziging ten opzichte van bestaande Regeling: Tot voor kort hanteerden gemeenten een inkomensgrens voor vervoersvoorzieningen binnen de Wmo. Burgers met een inkomen boven die grens, werden geacht zelf in hun vervoerskosten te kunnen voorzien en ontvingen geen vervoersvoorziening (Taxibus, vervoerskostenvergoeding etc.). Dit mag volgens een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) niet meer, de enige inkomensmaatregel die is toegestaan, is het heffen van een eigen bijdrage. Als gevolg van deze uitspraak, zijn de bepalingen (in artikelen 23 en 26) die betrekking hebben op de inkomensgrens vervallen. Daarnaast is een wijziging noodzakelijk als gevolg van het besluit van de gemeenteraad om tweewielfietsen met elektrische trapondersteuning (zgn. e-fietsen) als algemeen gebruikelijk te beschouwen en niet meer te verstrekken. Hierdoor vervallen de leden 5 tot en met 7 van artikel 24.