RECLAMENOTA. 1 Inleiding



Vergelijkbare documenten
Reclamebeleid gemeente Montferland

Reclamewetgeving en beleid gemeente Amersfoort Juli 2017

Reclamenota. Strategisch kader. Gemeente Lingewaard. 05 november 2012

RECLAMECRITERIA 'S-HERTOGENBOSCH Reclamecriteria toe te passen bij de uitvoering van artikel 40 en volgende van de Woningwet.

Dit beleid geeft aan welke reclame op grond van de APV wanneer en waar is toegestaan.

Foto 116: Invloed van reclame op de omgeving. dan met name aan de buitengebieden en met name de open delen daarin.

1e wijziging van de reclamerichtlijnen uit de "Welstandsnota Helmond 2013"

UITVOERINGSREGELS RECLAMEBELEID GEMEENTE BERKELLAND

Beschrijving en uitgangspunten voor het welstandsbeleid

Gemeente Diemen April Nota Reclame in de openbare ruimte 2011

INHOUDSOPGAVE. 1 Inleiding 2

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Concept. Algemene regels reclame-uitingen

Evaluatie. Reclamecontracten in de openbare ruimte. 21 mei 2013 Afdeling. Openbare Ruimte Auteur. R. ter Horst

Aanpassing Apv i.v.m. inwerkingtreden reclame-uitingenbeleid. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

NOTA. Geacht college,

Uit de welstandsnota 2007 Gemeente Hof van Twente

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen ten aanzien van reclame en uitstallingen;

reclamebeleid Hellendoorn

Regels en criteria voor reclame-uitingen in de binnenstad van Goes d.d. 21 november 2016

APV nadere regels reclame

Centrumgebied Heemstede. deel 2 Reclame

Nadere regels tijdelijke reclameborden Schagen 2018

Het Reclamebeleid van de gemeente Rotterdam

Nota. van : Duco van der Hoeven / M. Huisman / S. van Itegem afdeling : i.a.a. : datum : maart 2015 onderwerp : Reclame langs A28 en N302

Nota van B&W. Onderwerp Steigerdoekreclame in Haarlem. Bestuurlijke context

STARTNOTITIE. Reclamebeleid gemeente Marum

CONCEPT HANDELSRECLAMEVERORDENING

Adam Menswear B.V. T.a.v. de heer E. Wapperom Hoofdstraat KA Driebergen-Rijsenburg. Geachte heer Wapperom,

Bijlage 2 Vaststelling reclamerichtlijnen stadsdeel Oud-West

Presentatie conceptnota Reclamebeleid. 30 oktober 2017

Memo. Aan: burgemeester en wethouders CC: Datum: 29 mei 2015 Betreft: BROM. de gemeenteraad

34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

COMMERCIËLE BUITENRECLAME GEMEENTE STICHTSE VECHT

BELEIDSREGEL VERGUNNINGVRIJ REALISEREN VAN GEVELRECLAME DEN HAAG 2017

Gemeente Zwolle, wijziging beleidsregel Reclame.

overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen ten aanzien van reclame en uitstallingen;

Bijlage 1 behorende tot de raadsnota (raadsvergadering 26 september 2011)

RICHTLIJNEN BUITENRECLAME

Beleidsregel uitstallingen en voorwerpen op of aan de weg.

ONTWERP 34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

GEVELRECLAME-UITINGEN

Reclameverordening buitengebied gemeente Bergen (L.)

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasgouw houdende regels omtrent reclame Nadere regels reclame Maasgouw 2017

hmooi Zwolle Beleidsregel Reclame Minder regels, duidelijk beleid

Reclamebeleid. Inhoudsopgave

Omgevingsvergunning. (uitgebreide procedure)

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen alsmede de bij behorende toelichting

Raadsstuk. Onderwerp: Lastenverlichting reclame- en uitstallingen Reg.nummer: 2013/50350

Omgevingsvergunning Zaaknummer

Reclamebeleid. Gemeente Stede Broec

Regels uitstallingen en losse reclameborden Leeuwarden

Jaar: 2009 Nummer: 107 Besluit: B&W 24 november 2009 Gemeenteblad BELEIDSREGEL AANPAK ILLEGAAL PLAKKEN HELMOND 2009

Omgevingsvergunning. (uitgebreide procedure)

BOR Voorbereiding en Beleid Juni Contractreclame beleid

Welstandscriteria reclame Sportcomplexen vastgesteld door de raad op

Reclamebeleid Uitgeest

Reclamebeleid gemeente Leudal

Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.

gemeente Bronckhorst Naam behandelend ambtenaar: Telefoon behandelend ambtenaar: behandelend ambtenaar: A.A.L.M. Spekschoor

Beleidsregels reclame openbare ruimte gemeente Renkum(2018 t/m 2022)

Toelichting Reclameverordening. Gemeente Oldebroek

Welstandscriteria voor reclame-uitingen in winkelcentrum De Mare (i.v.m. renovatie)

Welstandscriteria reclame - Groengebieden, parken en openbare ruimte vastgesteld door de raad op

Geconsolideerde versie Beleidsregel bescherming landschap 2008, inclusief wijziging januari 2014

Gebiedsindeling. rapport. Bedrijventerreinen. Specifieke. Winkelstraat/-centrum. Historische dorpskernen en linten. Buitengebied

1. Algemene beschrijving en uitgangspunten van het beleid De juridische aspecten Beoordelingsaspecten van reclameobjecten...

Aan de Raad, Heerhugowaard, 12 december 2006

gelet op artikel 2:10, lid 3, van de Algemene plaatselijke verordening Tiel 2018

NOTA RECLAMEBELEID GEMEENTE AMELAND 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen; gelezen het voorstel van afdeling Bestuurszaken d.d.1 juni 2016, nummer 1918;

Registratienummer: RVO Portefeuillehouder: P.N. Bruin. Handhaving M.A.M. Rodenburg (0223)

vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening:

Beleidsregels plaatsen voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg (artikel Algemene Plaatselijke Verordening)

Notitie uitstallingen bij winkels in de gemeente Hellevoetsluis. Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d.

Stadsbouwmeester Digitale afhandeling. 25 juli VVH/Welstand/2019. Verslag vergadering stadsbouwmeester

BIJLAGE A. Algemene Plaatselijke Verordening

hbeeld Zwolle Reclameregels in Zwolle Minder regels, duidelijk beleid

WELSTANDSNOTA ZUIDERAMSTEL DEEL E TOETSINGSCRITERIA RECLAME. Vastgesteld op 28 februari 2006

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

Artikel 2:5. Burgemeester en wethouders van Gouda. Gelet op de Algemene Plaatselijke Verordening Gouda 2009, verder te noemen APV 2009; besluiten:

Beleidsregel Tijdelijke Reclame. Aankondigings-, sandwich- en driehoeksborden en spandoeken. Gemeente Neder-Betuwe

RECLAMEBELEID. 3 december 2013

BUREAU STEDELIJKE PLANNING

3.7 RECLAMEOBJECTEN. Inleiding

Hoofdstuk 1: Reclamebeleid

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

Reclamebeleid gemeente Gulpen-Wittem

Welstandscriteria reclame Overstad vastgesteld door de raad op

'Hallo..! Ben ik in beeld?'

OMGEVINGSVERGUNNING (Nummer: W14/008605)

Hifi Overgaauw Leiden b.v. T.a.v. de heer J. Luykx Breestraat CX Leiden. Geachte heer Luykx,

concept geactualiseerd: 11 januari 2011 leidraad reclame bedrijventerrein BAANSTEE Noord

AANVRAAGFORMULIER Voorwerpen of stoffen op of aan de openbare plaats

AANVRAAGFORMULIER Voorwerpen of stoffen op of aan de openbare plaats

Toelichting op de Verordening Reclameheffing Valkenswaard Centrum

Hoofdstuk 7. Reclame. 7.1 Uitgangspunten. 7.2 Algemene criteria voor reclame

Wereldrestaurant Enjoy B.V. S.H. Hu Grote Belt GL Hoofddorp. Betreft: Omgevingsvergunning

RECLAME MAKEN DOE JE ZO! RECLAMENOTA GEMEENTE RIJSSEN-HOLTEN 2

Transcriptie:

RECLAMENOTA 1 Inleiding 1.1 Algemeen Reclame maken betekent opvallen. En opvallen is een product. Er is bijna geen vorm van bedrijvigheid denkbaar zonder reclame. Doelstelling van deze reclamenota is om binnen gestelde grenzen buitenreclame vrij te stellen van een omgevingsvergunning waarbij de veiligheid en de kwaliteit van de buitenruimte wordt nagestreefd, zodat er een evenwicht is tussen de behoefte aan reclame en het aanzien van de stad. Op sommige plaatsen kan het stadsbeeld daarbij door reclame onderstreept en verfraaid worden, op andere plaatsen is de voorkeur sober zonder reclame. Ten behoeve van de ontwikkeling van een gemeentelijk integraal reclamebeleid is in opdracht van de welstandscommissie door het stedenbouwkundig adviesbureau Bokelman en Cronen in 1998 een omschrijving tot stand gebracht van binnen een aantrekkelijk stadsbeeld toelaatbare reclame. Dit Reclamestructuurplan (uit 1998) is nog steeds een duidelijke aanzet voor beleid. In dit vernieuwd opgestelde reclamebeleid zijn meer richtlijnen opgenomen die in de plaats komen van de oude APV. In de APV (4:16) is nu opgenomen dat er geen omgevingsvergunning nodig is wanneer de reclame voldoet aan de in deze nota gestelde regels. Hierdoor is er sprake van minder regels en is het duidelijk wanneer reclame vrij is. (deregulering) 1.2 Huidige situatie en knelpunten In het algemeen is het gewenst richtlijnen op te stellen om buitenreclame in goede banen te leiden. Nu er nieuwe reclame-uitingen voor handen zijn is een bijstelling noodzakelijk. De richtlijn geeft aan waar en welke reclame-uiting is toegestaan. Valt de reclame-uiting binnen de richtlijn dan is er geen omgevingsvergunning nodig. Op deze wijze wordt de handhaving van buitenreclame eenvoudiger en minder arbeidsintensief. 1.3 Juridisch kader De Grondwet Bij het maken van beleid over reclame in de openbare ruimte is het grondrecht om gedachten en gevoelens te openbaren op grond van artikel 7 van de Grondwet van toepassing. Dit grondrecht ziet toe op de vrijheid van meningsuiting. In artikel 7, lid 4 van de Grondwet wordt het maken van handelsreclame uitgezonderd van deze bescherming van het grondrecht van meningsuiting. Handelsreclame is reclame voor commerciële doeleinden in ruime zin. De gemeente kan op grond van de aan haar toekomende verordenende bevoegdheid, het maken van commerciële reclame dus aan banden leggen. De APV Het in goede banen leiden van buitenreclame in Zoetermeer vindt plaats op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Op grond van de APV (4:16) is het verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht, waardoor hinder ontstaat voor de omgeving of wanneer de handelsreclame niet voldoet aan het door het college vastgestelde beleid voor buitenreclame, de reclamenota. 1

De beleidsnota. In deze nota worden de uitzonderingen op de algemene verbodsbepalingen in de APV uitgewerkt in positieve normen/richtlijnen. In de beleidsnota is terug te vinden wat is toegestaan. Zo omvat paragraaf 2.2 van de beleidsnota een structuurregeling voor buitenreclame. Overige wetten en regelgeving Er zijn ook nog andere wetten die bepaalde aspecten van reclames regelen, zoals de Woningwet, de Wet milieubeheer, de Monumentenwet en de provinciale Verordening Bescherming Landschap en Natuur Zuid-Holland. Deze wetten reguleren aspecten van reclames met betrekking tot bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening, de bouwkundige constructie en monumentale aspecten. Deze regelingen vormen een raamwerk voor reclames. Indien een reclamemiddel deel uitmaakt van een gebouw of bouwwerk in de zin van de Woningwet, dan dient het uiterlijk aanzien te voldoen aan de redelijke eisen van welstand. Voor zover een reclame als een bouwwerk valt aan te merken is een omgevingsvergunning vereist waarbij wordt getoetst aan het geldende bestemmingsplan, de bouwverordening, welstand en bouwbesluit. De reclamenota maakt hierdoor onderdeel uit van de welstandsnota. Een van de weigeringgronden voor het voeren van reclame is het veroorzaken van verkeershinder. 1.4 Leeswijzer Hoofstuk 2 Dit hoofdstuk bespreekt de uitgangspunten van het nieuwe beleid ten aanzien van onderwerpen: economisch, welzijn, veiligheid, verkeer en alcohol en tabak in het kader van het nieuwe beleid. Daarnaast komen aan de orde: de relatie van het beleid met het Reclame structuurplan 1998, de reclamedoelen, de gebiedsdelen en de reclamemiddelen per gebiedsdeel. Als laatste bespreekt dit hoofdstuk de overige reclamevormen en de uitzonderingen. Hoofdstuk 3 Dit hoofdstuk benoemt de te volgen procedure. Hoofdstuk 4 Dit hoofdstuk geeft de overgangsregeling met de bestaande verplichtingen en de bestaande omgevingsvergunning aan. Hoofdstuk 5 Dit hoofdstuk bespreekt de handhaving van de buitenreclame. Wanneer is een omgevingsvergunning noodzakelijk en de handhaving van overige reclamevormen. Hoofdstuk 6 Dit hoofdstuk gaat in op de financiele aspecten van reclame-uitingen zoals de precariorecten, reclamebelasting en de financiele relatie met handhaving. Hoofdstuk 7 Dit hoofdstuk bevat een slotbepaling. 2

2 Inhoud reclamebeleid 2.1 Uitgangspunten buitenreclame Voor reclamebeleid zijn, naast het beschermen van het algemeen aanzien van de stad, de volgende aandachtspunten met betrekking tot de lokale situatie van belang. Economisch Ter bevordering van het Zoetermeerse bedrijfsleven en in het kader van de economische promotie, wordt gewerkt aan de beeldvorming van de stad. Reclameaanduidingen, vooral langs de rijksweg en de hoofdwegenstructuur, kunnen een waardevolle bijdrage leveren aan het imago van de stad. Bedrijven moeten zich binnen redelijke grenzen voldoende kunnen presenteren. Zo dient aan de gebruikers van bedrijf- en kantoorgebouwen ruimte te worden gelaten om hun naam op, aan of bij de vestigingsplaats te presenteren. Welzijn Het welzijnsbeleid is er op gericht de diverse (sport)clubs te stimuleren zoveel mogelijk inkomsten te verwerven, waardoor contributies en eigen bijdragen laag gehouden kunnen worden en de gemeentelijke bijdragen beperkt. Voor (mede)financiering van diverse evenementen en ter ondersteuning van de exploitatie van verenigingen wordt vaak een beroep gedaan op sponsors. Sponsoring vindt doorgaans plaats met als voorwaarde dat reclame mag worden gevoerd in het openbaar. Het gemeentelijke standpunt daarbij is dat buitenreclame op het binnengedeelte van de accommodatie moet zijn gericht. Overige uitingen zijn omgevingsvergunningplichtig. Veiligheid Bij het aanbrengen en plaatsen van reclame-uitingen moeten, uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid, de uitgangen en nooduitgangen van gebouwen en de doorgaande routes naar gebouwen altijd vrijgehouden worden voor de hulpverlenende diensten. Toegankelijkheid De toegankelijkheid voor invaliden mag door reclame-uitingen niet worden beperkt. Verkeer Als wegbeheerder heeft de gemeente de zorg voor de veiligheid en doorstroming van het verkeer. Vanuit die invalshoek stelt de wegbeheerder eisen aan de plaatsing van reclameobjecten. Alcohol en tabak Om principiële redenen wordt het maken van reclame voor alcohol en tabak door de gemeente, ook bij het aangaan van contracten, uitgesloten. - met het voeren van buitenreclamebeleid zijn meer belangen gemoeid dan het beschermen van het stadsbeeld alleen. Hierbij wordt rekening gehouden met de belangen van het bedrijfs- en verenigingsleven. Commerciële reclame binnen de openbare ruimte kent zijn eigen regelgeving en is altijd omgevingsvergunningplichtig. 2.2 Buitenreclame structuurplan Voor Zoetermeer heeft het stedenbouwkundig adviesbureau Bokelman en Cronen in 1998 het Reclamestructuurplan gemaakt dat is vastgesteld door de Gemeenteraad. Daarin wordt aandacht besteed aan de gangbare soorten buitenreclame op of aan een onroerende zaak, oftewel: de aard- en nagelvaste reclamevormen. In dit structuurplan wordt de stad benaderd per gebiedsdeel zoals de historische structuur, buitengebieden, parken, de 3

A-12, kantoorgebieden, Stadscentrum, Dorpsstraat en recreatiegebieden. Als uitgangspunt van het structuurplan is het doel genomen waarvoor men reclame wenst te maken; een marktbenadering dus. Op deze manier is aangegeven welke reclame voor een bepaald doel op een bepaalde plaats toelaatbaar is. In de loop van de tijd is en wordt op een aantal onderdelen afgeweken van dit structuurplan. Het betreft dan nieuwe vormen van reclamedragers zoals bijvoorbeeld LED-displays die een eigen structuur vragen of afwijkingen in toegestane aantallen. Buitenreclame wordt onderverdeeld naar beoogde reclamedoelen en daarvoor toe te passen buitenreclamemiddelen. Per reclamedoel wordt bepaald waar dat specifieke doel wel of niet toelaatbaar is. Dit gebeurt aan de hand van een vastgestelde stedenbouwkundige en landschappelijke structuur. Een hulpmiddel daarbij is de hieronder opgenomen matrix. Reclamedoelen: A. het kenbaar maken van een object (gebouwen) van een bedrijf of instelling. Middelen: gevelreclame, borden, stoepborden, uithangborden, vlaggen en banieren. B. het verwijzen naar de aanwezigheid van een ruimtelijk object (gebouw). Middelen: reclame aan lichtmasten, borden en speciale masten. C. culturele en sociale affichering. Middelen: Driehoeksborden/A0 formaat. D. handelsreclame of commerciële reclame zoals het profileren van merken. Middelen: reclame op de winkelpui, uithangborden, reclame langs sportvelden, vitrines, billboards, LED displays, abriposters etc. Karakteristieke gebiedsdelen De gebieden zijn verdeeld waar binnen een reclamebeleid op maat van toepassing is. Deze gebieden bezitten herkenbare samenhangende kenmerken: veelal hangen deze kenmerken nauw samen met de functie van het gebied. Voor Zoetermeer zijn voor het te voeren buitenreclamebeleid de volgende gebieden te onderscheiden: 1. Historische structuur 2. Buitengebieden 3. Recreatiegebieden/Parken 4. Rijksweg 5. Spoorwegen 6. Hoofdwegen 7. Bedrijfsgebieden 8. Kantoorgebieden 9. Woongebieden 10. Stadscentrum 11. Wijk- en buurtcentra 12. Dorpsstraat (winkelgebied) 4

Matrix In onderstaande matrix worden de 4 reclamedoelen in verband gebracht met de 12 soorten gebiedsdelen die elk een eigen samenhangende karakteristiek hebben. Hiermee wordt per gebiedsdeel aangegeven voor welk(e) doel(en) buitenreclame toelaatbaar is. De uitkomsten zijn aangegeven in een matrix waarbij horizontaal de 4 verschillende buitenreclamedoelen zijn aangegeven en verticaal de 12 soorten gebieden. Deze matrix wordt gebruikt bij de beoordeling van aanvragen om omgevingsvergunning en bij het handhavingsbeleid. TABEL D o e l e n Gebieden Kenbaar maken verwijzing naar officiële profileren merken via: D gebouw/bedrijf gebouw/bedrijf Affichering ondernemers Sportorganisaties Gemeente A B C 1 Historische structuur + (+") 2 Buitengebieden + (+) 3 Recreatiegebieden/ + + (+) +" Parken + + (+) +" 4 Rijksweg 5 Spoorwegen 6 Hoofdwegen + + + 7 Bedrijfsgebieden + + + + +" 8 Kantoorgebieden + + +" 9 Woongebieden + +" (+) 10 Stadscentrum + + + +" + 11 wijk- en buurtcentra + + + +" + 12 Dorpsstraat + + + +" + (+) = onder strikte voorwaarden +" = uitsluitend naar binnen gericht; uitsluitend binnen de accommodatie + = toegestaan mits binnen richtlijnen van de reclamenota Bepaling reclamemiddelen per karakteristiek gebiedsdeel 1. Historische structuur De historische structuur van Zoetermeer bestaat uit de Voorweg, de Vlamingstraat en daarmee verbonden boezemkades, de Schinkelweg/Den Hoorn, de Zegwaartseweg, en de Stationsstraat. De Dorpstraat wordt specifiek benoemd in punt 12. Om het historische karakter te behouden, zijn alleen hele bescheiden reclame-uitingen toegestaan. In hoofdzaak is het beeld van reclame in de historische structuur momenteel in overeenstemming met dit uitgangspunt. Om achteruitgang te voorkomen is per gebouw/bedrijf slechts één reclameaanduiding aan de gevel toegestaan. Het formaat daarvan mag niet groter zijn dan 0.60 x 2.50 meter. Bij grote gebouwen één extra aanduiding van dezelfde afmeting aan de gevel. Het totaal aan reclame mag echter nooit meer zijn dan 5% van het geveloppervlak waarop de reclame geplaatst is. - één gevelreclame van maximaal 0.60 x 2.50 meter per gebouw/bedrijf - bij grote gebouwen één extra aanduiding van dezelfde afmeting aan de gevel. Het totaal aan reclame mag nooit meer oppervlakte innemen dan 5% van het geveloppervlak waarop de reclame geplaatst is. - het gebruik van neonreclame is niet toegestaan. 5

2. Buitengebieden In de Meerpolder en de nieuwe Driemanspolder zal in principe geen reclame worden toegelaten. Een uitzondering wordt gemaakt voor de bedrijfsgebouwen. De oppervlakte van de aanduiding van de naam van het bedrijf is beperkt tot maximaal 0.40 x 1.50 meter. Andere handelsreclame en merkreclame zijn uitgesloten. Voorts is binnen de buitengebieden, langs de hoofdwegen, A0-reclame toegestaan voor ideële doeleinden in de vast opgestelde frames. - één naamaanduiding (maximaal 0.40 x 1.50 meter) in de vorm van gevelreclame, een bord of een banier per bedrijf; - A0-reclame langs hoofdwegen voor voornamelijk ideële doeleinden in vaste frames. 3. Recreatiegebieden / parken De recreatiegebieden zijn bedoeld voor rust en ontspanning. Daarom is reclame binnen deze gebieden zeer beperkt toegelaten. Per (verenigings)gebouw / bedrijf wordt één naamsaanduiding toegestaan van maximaal 0.60 x 2.50 m. Bij grote (verenigings)gebouwen / bedrijven wordt één extra aanduiding van ook maximaal 0.60 x 2.50 meter toegestaan. Het totale oppervlak van de reclame mag daarbij niet groter zijn dan 5% van het geveloppervlak. Merkenreclame is binnen recreatiegebieden en parken niet toegestaan, behalve wanneer deze reclame naar binnen gericht is. Alleen voor horecabedrijven wordt een uitzondering gemaakt op het beginsel dat merkreclame wordt uitgesloten. Conform het normale gebruik in deze branche mogen horecabedrijven naast hun naam één merkaanduiding voeren van het merk waaraan zij verbonden zijn. Verwijzing naar gebouwen / bedrijven vanaf de hoofdontsluitingswegen is alleen mogelijk via reclame aan lichtmasten. Bestaat daarvoor geen mogelijkheid dan kan op een door het college te bepalen plaats één verwijzingsbord langs de weg worden geplaatst. - één naamsaanduiding (max. 0.60 x 2.50 meter) in de vorm van gevelreclame, één bord of één bannier per (verenigings)gebouw / bedrijf - één extra naamsaanduiding bij grote gebouwen. Het totale oppervlak van de reclame mag daarbij niet groter zijn dan 5% van het geveloppervlak. - merkreclame dient altijd intern gericht te zijn - bij horecabedrijven is naast de naamsaanduiding één merkreclame toegestaan - verwijzingen alleen aan lichtmasten of bij wijze van uitzondering op door het college nader aan te wijzen plaats. 4. Rijksweg Het buitenreclamebeleid in de directe nabijheid van de A-12 is een verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. Het stedelijk gebied dat grenst aan of zichtbaar is vanaf de A-12 hoort bij deze nota. Het gaat dan altijd om een gebied dat onder één van de in deze nota geregelde karakteristieke gebieden valt. Het karakteristieke gebied is bepalend voor welke reclame is toegestaan. Uitzondering is dat zowel langs de zuidelijke zijde als de noordelijke zijde van de A-12, twee reclamemasten zijn toegestaan op gemeentegrond met een maximale hoogte van 40 meter. - aan beide zijden van de rijksweg A-12 worden twee reclamemasten op gemeentegrond toegestaan met een maximale hoogte van 40 meter. De gemeente houdt zich het recht voor, en zal in elk afzonderlijk geval, over deze locaties beslissen. 6

5. Spoorwegen Voor de spoorbanen, stations en halteplaatsen van de Randstadrail en de spoorbaan Den Haag-Gouda van de Nederlandse Spoorwegen, geldt in feite hetzelfde als voor de Rijksweg A-12; het buitenreclamebeleid valt onder de verantwoordelijkheid van de beheerder. Buiten deze locaties geldt onverkort het gemeentelijke buitenreclamebeleid, reden waarom merkenreclame bij halteplaatsen en stations intern gericht moet zijn. - merkreclame; ter beoordeling van de NS, HTM of Prorail dit met uitzondering van extern gerichte reclame. 6. Hoofdwegen De hoofdwegen van Zoetermeer liggen voor een belangrijk deel in brede groene zones. De bestaande buitenreclame-uitingen passen in dit groen karakter. Deze reclame bestaat nu uit borden van twee standaardformaten aan de lichtmasten in de middenbermen van de wegen, uit posterreclame aan de abri's van de halteplaatsen van buslijnen en uit billboards. Overigens komen deze abri's ook voor langs de buslijnen door het stadscentrum, de bedrijfsterreinen en de woonwijken. Aan de lichtmasten wordt voornamelijk gewerkt met verwijzingen en in de abri s en billboards met merkreclame. Het bestaande beleid ten aanzien van reclame op abri s ten dienste van het openbaar vervoer wordt gecontinueerd. D.w.z. dat abri's mogen worden gebruikt voor de exploitatie van affichereclame met een afmeting van maximaal 1,20 x 1,75 meter. Langs de hoofdwegen is merkreclame toegestaan in de vorm van billboards. - reclameborden van twee standaard formaten aan lichtmasten langs hoofdwegen. - affichereclame (1.20 x 1.75 meter) voor merken in abri's voor het openbaar vervoer. - langs de hoofdwegen op 20 plaatsen billboards voor merkreclame. 7. Bedrijfsgebieden In de bedrijfsgebieden kan de kwantiteit van de reclame-uitingen groter zijn. Voor bedrijven is het immers noodzakelijk om de bedrijfsnaam en de merken waaraan het bedrijf verbonden is, aan te geven. Omdat binnen deze gebieden minder rekening hoeft te worden gehouden met de omgeving alle bedrijven hebben op dit punt immers dezelfde belangen er zijn hier twee reclameaanduidingen op de gevel(s) (bedrijfsnaam of merk) per gebouw toegestaan, ongeacht de omvang van het bedrijf. Eén reclame-uiting mag niet groter zijn dan (hxb)1.00 x 5.00 meter en het totaal aan reclame mag per bedrijf nooit meer oppervlak innemen dan 10 % van het geveloppervlak waarop de reclame geplaatst is. De beschreven regels blijven, ook in het geval dat een pand is onderverhuurd, onverkort van toepassing, ongeacht het aantal verschillende bedrijven waaraan is onderverhuurd. - twee aanduidingen ( max. 1.00 x 5.00 meter) op de gevel per gebouw mits het totaal aan reclame niet meer bedraagt dan 10% van het geveloppervlak. 8. Kantoorgebieden Voor de kantoorgebieden geldt dat de kwantiteit van de reclameaanduidingen meer mag zijn in vergelijking met andere gebieden. Per gebouw mogen twee reclame-uitingen worden geplaatst. Voor grotere gebouwen/kantoren mag dit aantal verdubbeld worden. Eén reclame-uiting mag niet groter zijn dan (hxb)1.00 x 5.00 meter en het totaal aan reclame mag per gebouw nooit meer oppervlak innemen dan 10 % van het geveloppervlak waarop de reclame geplaatst is. - twee aanduidingen (max. 1.00 x 5.00 meter) op de gevel per gebouw - bij grote gebouwen/kantoren maximaal twee aanduidingen van dezelfde afmetingen extra, mits het totaal aan reclame niet meer bedraagt dan 10% van het geveloppervlak. 7

9. Woongebieden Binnen Zoetermeer komen in de woongebieden sporadisch andere functies dan wonen voor en daarmee samenhangend een gering aantal buitenreclames. Voor de niet woonfuncties is per gebouw/bedrijf één reclame-uiting toegestaan. Het formaat daarvan mag niet groter zijn dan (hxb)0.50 x 2.50 meter. Het totale oppervlak van de reclame mag daarbij niet groter zijn dan 5% van het geveloppervlak. In de woongebieden zijn lichtbakken en neonreclame niet toegestaan. - één gevelaanduiding (max. 0.50 x 2.50 meter) per gebouw. - geen lichtbakken en neon - het totale oppervlak van de reclame mag daarbij niet groter zijn dan 5% van het geveloppervlak. 10. Stadscentrum In het stadscentrum van Zoetermeer is sprake van zeer veel en een grote variatie aan buitenreclame. Met het weer op orde brengen van dit reclamebestand kan daar een kwalitatief beter stadsbeeld ontstaan. Per twee stramienen is maximaal één naamaanduiding toegestaan. Een stramien is een reeks in eenzelfde maatvoering, breedte of zetting. Een stramien is in overeenstemming met 25 m² geveloppervlak. In de bouw wordt de breedte van het stramien ook beukbreedte genoemd. Daarnaast kan per bedrijf toestemming worden verleend voor het voeren van één naam van het merk waarmee het bedrijf verbonden is (max 0,40x2,50). Deze reclame-uitingen moeten worden aangebracht op de straatniveaulaag van de gevel, of daarmee direct verbonden zijn (tot een band van 1.50 meter boven de straatniveaulaag). In het vlak van de gevel mag de aanduiding per twee stramienen niet groter zijn dan (hxb)0.60 m x 2.50 m; en loodrecht op de gevel niet groter dan 0.60 m x 0.60 meter. - per twee stramienen of 2 maal 25 m² geveloppervlak één naamsaanduiding. (in het vlak van de gevel.max.0.60 m x 2.50 m of indien loodrecht op de gevel niet groter dan 0.60 m x 0.60 meter) - daarnaast per bedrijf één merknaam (max 0,40x2,50). 11. Wijk- en buurtcentra In de wijk- en buurtcentra dient de buitenreclame bescheiden van aard te zijn. Het beleid voor buitenreclame kan in deze centra hetzelfde zijn als voor het stadscentrum. - per twee stramienen of 2 maal 25 m² geveloppervlak, één naamsaanduiding. (in het vlak van de gevel.max.0.60 m x 2.50 m of indien loodrecht op de gevel niet groter dan 0.60 m x 0.60 meter) - daarnaast per bedrijf één merknaam (max 0,40x2,50). 12. Dorpsstraat winkelgebied. (Dorpsstraat, Delftsewallen, Leidsewallen, Nicolaasplein, Pilatusdam, Vlamingstraat 1 t/m 9 en Stationsstraat nrs. 1 en 3). Vanwege het historische karakter van deze locatie dient terughoudend met reclame te worden omgesprongen. Per bedrijf zijn maximaal twee aanduidingen toegestaan, zijnde één naamsaanduiding en één merknaam. Deze aanduidingen moet aangebracht zijn in het vlak van het beganegronddeel van de gevel of direct in de band van 1 meter daarboven, of loodrecht op de gevel. In het gevelvlak mag de aanduiding maximaal 0.40 x 2.50 meter bedragen, loodrecht op de gevel maximaal 0.40 x 0.40 meter. - per bedrijf één naamsaanduiding. (in het vlak van de gevel max.0.40 m x 2.50 m of indien loodrecht op de gevel niet groter dan 0.40 m x 0.40 meter) - daarnaast per bedrijf één merknaam (max 0,40x1,00). - lichtbakreclame en neonreclame zijn niet toegestaan. 8

2.3 Overige buitenreclamevormen 2.3.1. Inleiding Het reclame structuurplan 1998 richt zich op onroerende zaken, in beginsel is daar alleen reclame toelaatbaar zoals opgenomen onder de in paragraaf 2.2 omschreven structuur voor onroerende buitenreclame. Naast de in het structuurplan geregelde vaste reclamemiddelen, zijn er reclame-uitingen die overwegend een mobiel karakter hebben en/of niet grond- of nagelvast bevestigd worden. Onder meer losse driehoeksborden, zeppelins, sandwichborden, aanhangwagentjes worden in de strijd geworpen om de aandacht van de consument te krijgen. Deze reclamemiddelen staan vaak in de weg, zijn ontsierend en kunnen soms zelfs gevaarlijke situaties in het leven roepen. In de onderstaande paragrafen wordt ingegaan op een aantal niet-vaste reclamemiddelen. Hierbij wordt erop gewezen dat alle niet in dit hoofdstuk opgesomde reclame-uitingen verboden zijn. - alle niet vaste reclamevormen, die niet in paragraaf 2.3.2 zijn benoemd, zijn niet toegestaan. 2.3.2. Uitzonderingen Driehoeksborden en uitstallingen Driehoeksborden zijn alleen toegestaan verankerd aan een paal of vast object. Losse borden zijn niet toegestaan. De vaste locaties worden door het college in overleg met een exploitant op een overzicht vastgelegd. Voorts moet worden gebruikgemaakt van nette borden, dat wil zeggen borden in frames en met afmetingen van maximaal 125 cm hoog en 90 cm breed. Overgens geldt voor uitstallingen de algemene regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg op grond van artikel 2:5 van de A.P.V. Bouwborden en makelaarsborden Deze borden worden meestal aangebracht tegen gevels van gebouwen, woningen, op bouwterreinen en soms zelfs binnen het openbaar gebied. Indien het reclamebord op een constructie wordt gemonteerd, dat als bouwwerk kan worden gezien, is voor toetsing van de constructie een omgevingsvergunning nodig. Als voorbeelden worden genoemd: (informatie-) borden van grote bouwlocaties, wegen in aanleg etc. Voor dergelijke tijdelijke borden wordt als maximale grootte toegestaan: 2 x 3 meter en mogen niet boven of langs de gevel uitsteken. - driehoeksborden zijn alleen toegestaan verankerd aan een paal of vast object - bouwborden en makelaarsborden worden slechts bij wijze van uitzondering op de openbare weg toegestaan. Op bouwgrond of tegen de gevel zijn deze borden (tijdelijk) toegestaan, maximaal 2.00 x 3.00 meter. Overige borden zijn omgevingsvergunningplichtig. 3. Procedure De reclamenota zal worden voorgelegd aan Het college ter vaststelling waarna deze, zal worden gepubliceerd. Het juridisch kader voor het buitenreclamebeleid is vastgelegd in de APV (art. 4:16). 9

4. Overgangsregeling De nieuwe regelgeving vraagt om een overgangssituatie welke overeenkomt met de doelstelling van de regelgeving. Deze doelstelling is een evenwicht te vinden tussen de behoefte aan reclame en het aanzien van de stad. Daarbij zullen voorbereidingen worden getroffen om daadwerkelijk op te treden tegen de aanwezigheid van ongewenste reclame. Na invoering van het beleid zal aandacht worden besteed aan bestaande reclamedragers die met omgevingsvergunning aanwezig zijn. Waar mogelijk wordt na een vast te stellen periode de bestaande omgevingsvergunning en vervangen en aangepast aan het nieuwe beleid. In overige gevallen zullen bij de herinrichting van de openbare ruimte de normen worden aangepast aan deze nieuwe reclamenota. Voor alle vormen geldt: bij veranderingen of nieuwe aanvraag geldt het nieuwe beleid. 5. Handhaving 5.1 Onderwerpen van handhaving Onder de werking van deze nota kan het onderwerp buitenreclame worden onderverdeeld in de zogenaamde vaste reclamevormen zoals die in paragraaf 2.2. van de structuurnota zijn geregeld en de overige reclamevormen zoals die in paragraaf 2.3 zijn geregeld. 5.2 Handhaving reclamevormen waarvoor een omgevingsvergunning vereist is en van reclamevormen die aan een bouwwerk zijn verbonden Het gaat hierbij om gevelreclames, lichtreclames op gebouwen, billboards, masten en dergelijke. De handhaving hiervan is een taak van de afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (afd. VTH). De aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt getoetst aan het bestemmingsplan, aan constructie-eisen, aan eisen met betrekking tot de welstand en verkeershinder. Na het verstrekken van de omgevingsvergunning, wordt bij de bouw, of bij het aanbrengen van de reclame gecontroleerd of voldaan is aan de eisen van de omgevingsvergunning. Voor het aanbrengen van gevelreclames buiten de richtlijnen van deze nota of reclames op gebouwen is een omgevingsvergunning vereist. Handhaving van omgevingsvergunningplichtige-reclame voor reclamevormen waarvoor een omgevingsvergunning vereist is én van reclamevormen die aan een bouwwerk zijn verbonden wordt uitgevoerd door de inspecteurs van VTH. Bij de algemene handhaving vindt dit tegelijkertijd plaats met de inspectie van bouwwerken. 5.3 Handhaving overige reclamevormen Voor de overige reclamevormen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is hangt de handhaving samen met de algemene toezichthoudende taken van het team handhaving. De inzet van het team handhaving van de hoofdafdeling Ruimte zal naar aard niet veel hoeven te veranderen. De medewerkers van het team Handhaving letten tijdens de surveillancerondes op de aanwezigheid van driehoeksborden, makelaarsborden, etc. Na de inwerkingtreding van dit beleid zal tegen de aanwezigheid van ongewenste reclame conform het handhavingsbeleid van VTH worden opgetreden. De administratieve en juridische afhandeling van de zaken die hieruit naar voren komen, is, gezien de samenhang met de Algemene Plaatselijke Verordening, een taak van de afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). - handhaving van reclamevormen waarvoor een omgevingsvergunning vereist is en van reclamevormen die aan een bouwwerk zijn verbonden wordt uitgevoerd door de inspecteurs van VTH. - de handhaving van alle overige reclamevormen is een taak van het Team Handhaving van de afdeling Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 10

6. Financiën 6.1 Algemeen In het algemeen kan worden gesteld dat met het nieuwe beleid de veiligheid en de kwaliteit van de buitenruimte wordt gewaarborgd. De kosten daarvan, voornamelijk van de handhaving, moeten binnen dit beleid door leges op de omgevingsvergunning worden terugverdiend. Alleen bij de verhuur van gemeentegrond en het uitgeven van concessies voor commerciële reclame, bijvoorbeeld voor merken, ligt dit anders. Met de opbrengsten uit reclames aan lichtmasten en met een commerciële exploitatie van driehoeksborden en billboards levert netto inkomsten op voor de gemeente en komen ten goede aan de algemene middelen van de gemeente. 6.2 Precariorechten en reclamebelasting Aan de inkomstenkant van het gemeentelijke buitenreclamebeleid wordt aan vier inkomstenbronnen gedacht, te weten: a) verhuur van gemeentegrond voor reclameobjecten, b) leges voor te verlenen omgevingsvergunning en c) heffing van precariorechten voor die gevallen waarbij openbare gemeentegrond in gebruik wordt genomen zonder dat daarvoor op een of andere manier wordt betaald, en d) reclamebelasting om de uitvoeringskosten van het nieuwe reclamebeleid mee te dekken. Zoetermeer kent geen vorm van belasting op reclame uitingen. Uit het nu geformuleerde beleid blijkt, dat de invoering van belastingregelingen (precario- en reclamebelasting) vooralsnog ook niet nodig is om het beleid te financieren. Dit kan in de toekomst uiteraard anders worden. Zeker wanneer het in wordt gezet als beperkende maatregel voor reclameuitingen. Voorgesteld wordt om in de eerste plaats met het georganiseerde bedrijfsleven in overleg te blijven en aan te sturen op zelfbeperking en vervolgens te beoordelen hoe de kwaliteit van de buitenruimte zich hier ontwikkeld om tenslotte te kunnen beoordelen of belastingheffing is gewenst. 6.3 Relatie met handhaving Voor een succesvolle handhaving zal controle en handhaving nodig zijn. Naar aanleiding van de arbeidsintensiviteit voor de handhaver zal evaluatie van het beleid kunnen dienen als basis van een nadere beoordeling over de kostendekkendheid en/of de mogelijkheid voor efficiënte belastingen. - vooralsnog is alleen sprake van omgevingsvergunningopbrengsten en verhuur. - de uitgifte van buitenreclamemogelijkheden in de vorm van inschrijvingen met meerdere aanbieders te regelen conform het gemeentelijke inkoop/aanbestedingsbeleid. 7. Slotbepaling Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van de in de nota geformuleerde richtlijnen afwijken. 11