Reclamebeleid gemeente Gulpen-Wittem

Transcriptie

1 Reclamebeleid gemeente Gulpen-Wittem Opgesteld door: mevr. E. Haagmans en de heer J. Ossewaarde Vastgesteld door het college: 2 juni 2015 Versie: 4.1 Kenmerk: G *G * 1

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Hoofdstuk 1: Juridisch kader... 4 Paragraaf 1.1: Regelingen met betrekking tot reclame... 4 Paragraaf 1.2: Reikwijdte Reclamebeleid... 5 Hoofdstuk 2: Reclamebeleid per categorie.6 Paragraaf 2.1: Reclame voor commerciële doeleinden, zonder permanent karakter... 7 Paragraaf 2.2: Reclame van tijdelijke aard... 7 Paragraaf 2.3 Reclame van permanente aard... 9 Paragraaf 2.4 Overige vormen van reclame...10 Hoofdstuk 3: Overige bepalingen...11 Paragraaf 3.1: Handhaving...11 Paragraaf 3.2: Inwerkingtreding...12 Paragraaf 3.3: Overgangsrecht

3 Inleiding Het vigerende reclamebeleid is opgesteld in 2003 en behoeft dringend actualisering. Zo hebben diverse aanpassing in de Algemene Plaatselijke Verordening plaatsgevonden waardoor verwijzingen niet meer kloppen. Tevens zijn diverse zaken in andere regelgeving opgenomen, zoals in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Ook de wildgroei aan reclame-uitingen tijdens het evenementenseizoen en de wens van het college om dit te beperken tot enkele locaties binnen de gemeente is aanleiding om het beleid te actualiseren. Dit is tevens de belangrijkste wijziging in het reclamebeleid. In hoofdstuk 1 wordt het juridisch kader beschreven en wordt ingegaan op de reikwijdte van het reclamebeleid. In hoofdstuk 2 wordt per categorie beschreven welke regels gelden. Hoofdstuk 3 gaat in op de handhaving en de overige bepalingen. Tot slot wordt reeds nu opgemerkt dat dit reclamebeleid niet ziet op bouwwerken. Voor de regels ten aanzien van reclame-uitingen die zijn aan te merken als bouwwerken wordt verwezen naar de Welstandsnota. 3

4 Hoofdstuk 1: Juridisch kader De gemeente Gulpen-Wittem heeft diverse regelingen omtrent reclame. Zo kent de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Gulpen-Wittem 2013 (hierna te noemen: de APV) verschillende bepalingen die zien op reclame. De Welstandsnota Gulpen-Wittem (hierna te noemen: de Welstandsnota) geeft bepalingen met betrekking tot reclames c.q. reclameborden die moeten worden aangemerkt als bouwwerken in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Deze regelingen en de desbetreffende bepalingen zullen hierna worden nagelopen. Aangegeven zal worden wat de relatie tot dit reclamebeleid is. Dit reclamebeleid dient te worden aangemerkt als beleid in de zin van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Paragraaf 1.1: Regelingen met betrekking tot reclame APV Artikel 2:10 APV Artikel 2:10 lid 1 APV geeft aan dat het verboden is de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, indien: a. het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of b. het gebruik niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. Lid 3 van dit artikel bepaalt dat het college in het belang van de openbare orde of de woonen leefomgeving nadere regels kan stellen ten aanzien van terrassen, uitstallingen en reclameborden. Artikel 2:42 APV Artikel 2:42 lid 2 van de APV bepaalt dat het verboden is zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is: a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen; b. met kalk, krijt, teer of een kleur of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen. Het vierde lid van voornoemd artikel voegt hieraan toe dat het college aanplakborden kan aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen. Ingevolge lid 5 van artikel 2:42 APV is het evenwel verboden die aanplakborden te gebruiken voor het aanbrengen van handelsreclame. Artikel 2:42 lid 6 APV bepaalt verder dat het college nadere regels kan stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen. Artikel 4:15 APV Artikel 4:15 van de APV bevat bepalingen ten aanzien van handelsreclame. Lid 1 van dit artikel geeft aan dat het verboden is op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook die vanaf de openbare weg zichtbaar is, indien: a. de veiligheid van het verkeer in gevaar wordt gebracht; b. ernstige hinder, overlast of gevaar voor de omgeving wordt veroorzaakt; 4

5 c. de handelsreclame, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving ontsierend is; d. overlast voor gebruikers van een in de nabijheid gelegen onroerende zaak ontstaat. In lid 5 van artikel 4:15 APV is verder bepaald dat het verbod van lid 1 niet geldt voor opschriften of aankondigingen van kennelijk tijdelijke aard, voor zover zij feitelijke betekenis hebben, mits: a. van het aanbrengen ervan tevoren schriftelijk kennisgeving is gedaan aan het college; b. het college niet binnen twee weken na ontvangst van die kennisgeving van enig bezwaar heeft doen blijken en; c. dezen opschriften of aankondigingen niet langer dan negen weken op de onroerende zaak aanwezig zijn. Artikel 5:7 APV De APV kent ook nog een bepaling ten aanzien van het parkeren van reclamevoertuigen. Artikel 5:7 lid 1 APV bepaalt dat het verboden is een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame op de weg te parkeren met het kennelijke doel om daarmee handelsreclame te maken. Relatie APV - Reclamebeleid Dit reclamebeleid beoogt aan te sluiten bij en nadere regels te stellen omtrent de bepalingen in de APV betreffende reclame. Welstandsnota Op 1 november 2012 is de Welstandsnota in werking getreden. In de Welstandsnota staan de criteria, waaraan het uiterlijk van een bouwwerk moet voldoen. Relatie Welstandsnota - Reclamebeleid Voor zover reclames c.q. reclameborden moeten worden aangemerkt als bouwwerken in de zin van de Wabo, is de Welstandsnota daarop van toepassing. In dat geval is het onderhavige reclamebeleid niet van toepassing. Of anders gezegd, dit reclamebeleid ziet enkel op die reclames c.q. reclameborden die niet onder de Welstandsnota vallen. Paragraaf 1.2: Reikwijdte Reclamebeleid Parkeren van reclamevoertuigen Artikel 5:17 van de APV (Parkeren van reclamevoertuigen) valt evenwel niet onder de reikwijdte van dit reclamebeleid. Voor zover het betreft het parkeren van reclamevoertuigen, zal derhalve moeten worden gekeken naar de APV en niet naar dit beleid. Uitstallingen Dit reclamebeleid ziet niet op uitstallingen. Met uitstallingen worden hier bedoeld de objecten die door winkeliers worden geplaatst voor hun zaak, bijvoorbeeld op het trottoir, niet zijnde reclameborden. Het gaat dan bijvoorbeeld om bakken met te verkopen goederen. Voor wat betreft uitstallingen gelden (vooralsnog) de dienaangaande bepalingen uit de APV. 5

6 Ideële reclame/uiting van gedachten en gevoelens Dit reclamebeleid ziet evenmin op zogeheten ideële reclame, dat wil zeggen: reclame waardoor gedachten en gevoelens worden geopenbaard. Deze reclame valt immers onder de vrijheid van meningsuiting als bedoeld in artikel 7 van de Grondwet. Op dit soort reclame is dan ook geen vergunningstelsel van toepassing. 6

7 Hoofdstuk 2: Reclamebeleid per categorie Paragraaf 2.1: karakter Reclame voor commerciële doeleinden, zonder permanent Dit onderdeel ziet op reclameobjecten welke door winkeliers en andere bedrijven in de directe nabijheid van het bedrijfspand worden geplaatst met als doel reclame te voeren voor het bedrijf zelf of een product dat ter plaatse wordt verkocht of geproduceerd. Het betreft hier een uitwerking van de nadere regels met betrekking tot reclamevoering als bedoeld in artikel 2:10 van de APV. Het gaat dan om reclameobjecten op eigen of openbaar terrein zonder permanent karakter welke door de winkelier of het bedrijf tijdens de openingstijden buiten worden geplaatst en daarbuiten weer worden weggehaald. Aan bovengenoemde reclameobjecten worden de volgende voorwaarden gesteld: De reclameobjecten dienen in de directe nabijheid van het pand te worden geplaatst op maximaal twee meter voor de voorgevel van het pand waar de reclameaanduiding op ziet; en voor zover geplaatst op openbare grond: De reclameobjecten dienen een onbelemmerde doorgang van 1,50 meter mogelijk te laten; Het maximaal aantal te plaatsen reclameobjecten voor de voorgevel van de winkel of het bedrijf 2 stuks bedraagt; De maximale afmetingen van de reclameobjecten 1 meter breedte (gemeten op het breedste punt) en 1,50 meter hoogte bedragen; De reclameobjecten enkel tijdens de openingstijden van de winkel of het bedrijf mogen worden geplaatst. Buiten de openingstijden dienen ze te worden weggehaald. Bedrijfs- of winkelreclame op een andere plaats, niet zijnde in de directe nabijheid van het betreffende bedrijf of winkel (maximaal twee meter voor de voorgevel), worden niet toegestaan. Voor zover de ligging van het bedrijfspand of winkel daartoe aanleiding geeft (bijv. ligging achteraf), kan het college een uitzondering maken betreffende deze regel. Voor zover het betreft reclameborden voor commerciële doeleinden met een permanent karakter en aan te merken als bouwwerk, moet worden gekeken naar de Welstandsnota. Paragraaf 2.2: Reclame van tijdelijke aard Reclame voor een tijdelijke activiteit of evenement De gemeente Gulpen-Wittem is een dynamische en levendige gemeente waar jaarlijks vele evenementen worden georganiseerd. Dit vindt uiting in een wildgroei aan reclameobjecten welke met name in het evenementenseizoen in onze gemeente op of aan de openbare weg worden geplaatst. Om deze veelvoud aan reclame-uitingen en wildgroei tegen te gaan, zullen locaties door het college worden aangewezen. In artikel 2:10 lid 3 APV is bepaald dat het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels kan stellen ten aanzien van reclameborden ten behoeve van een tijdelijke activiteit of evenement. 7

8 Voornoemde reclameborden mogen enkel worden geplaatst langs de openbare weg in de directe nabijheid van de borden die het begin en/of einde van de bebouwde kom aanduiden (komborden) voor zover het grond in eigendom van de gemeente betreft. Het is niet toegestaan reclameborden te plaatsen op een afstand verder dan 15m van voornoemde komborden. Het maximum van drie reclameborden per kombord mag niet worden overschreden, uitgezonderd (reclame)borden ten behoeve van carnavalsverenigingen (zie paragraaf 2.4). Het is dus niet toegestaan reclame-uitingen van tijdelijke aard ten behoeve van een tijdelijke activiteit of evenement aan te brengen buiten voornoemde plaatsen. De reclame-uitingen dienen zodanig te worden geplaatst en vormgegeven dat de zicht- /leesbaarheid van de komborden niet in het geding komt. Indien de zicht-/leesbaarheid van de komborden naar het oordeel van de gemeente in het geding is, zal handhavend worden opgetreden conform paragraaf 3.1 van dit beleid. Verder worden de volgende voorwaarden gesteld: Op de plaatsen, waar voornoemde reclame-uitingen zijn toegestaan, mogen enkel reclame-uitingen worden geplaatst welke betrekking hebben op: o evenementen die plaatsvinden in onze eigen gemeente; o een regionaal evenement welke in of door onze gemeente komt (bijv. o wielertochten); en enkel voor die tijdelijke activiteiten of evenementen, waarvoor de vereiste vergunning is afgegeven of melding is gedaan. De geplaatste reclame mag maximaal 4 weken voorafgaand aan de tijdelijke activiteit of het evenement worden geplaatst en dient de dag na de tijdelijke activiteit of het evenement te worden verwijderd. In beginsel is de plaatser of degene in wiens opdracht de plaatsing geschiedt verantwoordelijk voor het plaatsen en het verwijderen van voornoemde reclame-uitingen. Indien deze eerder worden geplaatst dan toegestaan of niet tijdig worden verwijderd, kan dit door of namens de gemeente worden verwijderd, op kosten van de plaatser/overtreder. De plaatsen, waar voornoemde reclame-uitingen zijn toegestaan, zijn uitdrukkelijk niet bedoeld voor commerciële reclame of handelsreclame. Verwijzingsborden naar parkeerplaatsen en dergelijke ten behoeve van de tijdelijke activiteit of het evenement zijn geen handelsreclame of reclame van tijdelijke aard. Daarom gelden hiervoor andere regels, namelijk: niet meer en niet groter dan voor verwijzingsborden noodzakelijk en slechts op de dag voor, tijdens en na de tijdelijke activiteit of het evenement. Ten aanzien van reclame-uitingen ten behoeve van een tijdelijke activiteit of een evenement die zijn aangebracht rondom een (lantaarn)paal en/of verkeersbord (denk aan sandwichborden en driehoeksborden) wordt opgemerkt dat deze vorm binnen de gemeente Gulpen-Wittem niet wordt toegestaan, gelet op de verkeersveiligheid en doorgang van de looproute. Aankondigingsborden voor commerciële activiteiten Met commerciële activiteiten worden activiteiten bedoeld die uitsluitend worden georganiseerd met het oogmerk daaruit een bepaald financieel voordeel te halen. Deze activiteiten onderscheiden zich in (i) gezamenlijk georganiseerde activiteiten (denk aan 8

9 koopzondag) en (ii) activiteiten, waarbij een enkele ondernemer voor zichzelf dit doel nastreeft (denk aan heropening, demonstratiedag, verwijzingsbord te koop staande woning en dergelijke). Alleen wanneer het gaat om een gezamenlijke (meer dan één ondernemer) activiteiten worden aankondigingsborden voor commerciële activiteiten op openbaar terrein, dan wel ondernemersterrein toegestaan in de directe omgeving van de activiteit. Hier geldt verder dat de aankondigingen maximaal twee weken vóór de activiteit geplaatst mogen worden en op de dag na de activiteit moeten zijn opgeruimd. Het maximale aantal aankondigingsborden bedraagt vijf stuks. Bij een commerciële activiteit van een individuele ondernemer mogen alleen aankondigingsborden op of aan het pand van de betreffende ondernemer, dan wel in de directe omgeving van dit pand of de locatie waar de commerciële activiteit plaatsvindt, worden geplaatst. De aankondigingsborden mogen één week voor de activiteit worden geplaatst en dienen de dag na de activiteit te worden verwijderd. Het maximale aantal aankondigingsborden bedraagt twee stuks. De voornoemde beperkingen vinden hun grondslag in het voorkomen van wildgroei aan aankondigingsborden en ontsiering van de omgeving. Aankondigingsborden bij bouwprojecten Voor aankondigingborden bij bouwprojecten is doorgaans een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen nodig. Voor de regels omtrent het plaatsen van dergelijke borden en de mogelijkheid om vergunningvrij een aankondigingsbord bij bouwprojecten te plaatsen, wordt verwezen naar het Besluit omgevingsrecht (Bor). Paragraaf 2.3 Reclame van permanente aard Handelsreclame in relatie tot het bedrijfspand Permanente reclame is reclame die gedurende langere tijd (langer dan 4 weken) aanwezig is. Het betreft hier voornamelijk handelsreclame (denk aan reclamezuilen, vlaggenmasten, baniers en dergelijke). Hoofdregel is dat deze permanente reclame enkel op eigen terrein gelegen in de directe nabijheid van het bedrijfspand mogen worden geplaatst. Voor deze vorm van reclame is doorgaans een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen vereist. Voor de regels omtrent het plaatsen van dergelijke reclame en de mogelijkheid om vergunningvrij een dergelijk reclameobject te plaatsen, wordt verwezen naar het Bor. Reclame zonder directe relatie met een (nabijgelegen) bedrijfspand op grond van derden Ter voorkoming van wildgroei en ontsiering van de omgeving wordt deze vorm van reclame alleen toegestaan op de daartoe bestemde plaatsen bij abri s en van gemeentewege geplaatste informatiezuilen. 9

10 Paragraaf 2.4 Overige vormen van reclame Verkiezingen Gedurende de verkiezingsperiode plaatst de gemeente in iedere kern een aantal publicatieborden voor het aanbrengen van affiches van de verschillende politieke partijen die meedoen aan de verkiezingen. De politieke partijen mogen uitsluitend hierop publiceren. De affiches worden bij de gemeente afgeleverd en ook door de gemeente aangebracht. Overige verkiezingsreclame op of aan particuliere eigendommen wordt enkel toegestaan wanneer deze niet groter is dan A3 formaat. Het voorgaande geldt voor alle verkiezingen. Carnaval Een typische vorm van reclame welke hoofdzakelijk in Zuid-Nederland voorkomt, is reclame ten behoeve van carnaval. Tijdens het carnavalsseizoen (november-maart) is het gebruikelijk dat de lokale carnavalsvereniging reclame maken voor hun vereniging en alle activiteiten rondom carnaval. Voor carnavalsverenigingen is het toegestaan om in de directe nabijheid van de komborden een (reclame)bord te plaatsen. Hierbij geldt dat deze niet verder dan 15m van de komborden verwijderd mogen zijn (zie paragraaf 2.2). Ook voor carnavalsverenigingen geldt dat de reclame-uitingen zodanig dienen te worden geplaatst en vormgegeven dat de zicht- /leesbaarheid van de komborden niet in het geding komt. Indien de zicht-/leesbaarheid van de komborden naar het oordeel van de gemeente in het geding is, zal handhavend worden opgetreden conform paragraaf 3.1 van dit beleid. Het maximum aantal borden voor carnavalsverenigingen bedraagt twee stuks per kern. Overige reclame Een reclame-uiting welke niet in dit beleidsstuk is genoemd en ook niet onder andere wet- en regelgeving valt, zal ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan het college. 10

11 Hoofdstuk 3: Overige bepalingen Paragraaf 3.1: Handhaving Algemeen Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van een overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd dit niet te doen. In artikel 125 van de Gemeentewet is aan het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven om met bestuursdwang op te treden. Ingevolge artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt onder een last onder bestuursdwang verstaan, een herstelsanctie inhoudende een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding en de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Artikel 5:32 lid 1 van de Awb bepaalt dat een bestuursorgaan dat bevoegd is tot het toepassen van een last onder bestuursdwang in plaats daarvan een last onder dwangsom kan opleggen. Artikel 5:31 d van de Awb geeft aan dat een last onder dwangsom een sanctie is die inhoudt een verzoek tot beëindiging van een overtreding en een verplichting tot betaling van een geldsom als dit verzoek niet wordt uitgevoerd. Het college heeft bij overtredingen ten aanzien van dit reclamebeleid de keuze tussen het toepassen van een last onder bestuursdwang en het opleggen van een last onder dwangsom. Toepassing bestuursdwang Het aangewezen handhavingsinstrument is hier het toepassen van bestuursdwang. Dit houdt concreet in dat onrechtmatig geplaatste reclameborden en/of aankondigingen/ bekendmakingen zullen worden verwijderd, op kosten van de overtreder, voor zover diens identiteit bekend is. Aan de toepassing van de bevoegdheid tot bestuursdwang gaat telkens een schriftelijke waarschuwing vooraf, waarbij de overtreder tevens wordt gewezen op het kostenverhaal op hem door de gemeente. De bedoeling van deze waarschuwing is dat de overtreder eerst in staat wordt gesteld de overtreding zelf ongedaan te maken. In de praktijk blijkt het vaak onmogelijk de identiteit van de overtreder te achterhalen. In zo n geval worden de onrechtmatig geplaatste reclameborden en/of aankondigingen/ bekendmakingen door de gemeente verwijderd, zonder voorafgaande schriftelijke waarschuwing. Voorafgaande schriftelijke waarschuwing blijft ook achterwege, indien een onmiddellijke verwijdering van de reclameborden en/of aankondigingen/bekendmakingen noodzakelijk is uit oogpunt van openbare veiligheid, waaronder de vrijheid en veiligheid van het verkeer. Een schriftelijk besluit, waaruit blijkt van de toepassing van bestuursdwang worden dan achteraf uitgebracht en wel zo spoedig mogelijk. 11

12 Een schriftelijke waarschuwing blijft geheel achterwege, indien het uitbrengen daarvan volstrekt onmogelijk is, omdat de identiteit en het adres van de overtreder niet kan worden achterhaald met gebruikmaking van een administratieve inzet die in redelijke verhouding staat tot de kosten doe gemoeid zijn met de toepassing van bestuursdwang. Verwijdering reclame-/aankondigingsborden Indien de reclame-/aankondigingsborden worden verwijderd door de gemeente, worden deze opgeslagen op de gemeentewerf aan de Landsraderweg in Gulpen. Van de verwijdering wordt door de medewerkers van de Buitendienst of team Toezicht & Handhaving een verslag opgemaakt dat wordt doorgestuurd naar de medewerkers van team Toezicht & Handhaving. In dat verslag wordt ten minste vermeld: a. datum en tijdstip van verwijdering; b. aanduiding van de locatie van verwijdering; c. opsomming en omschrijving van hetgeen is verwijderd, met inbegrip van de toestand, waarin dit zich bevindt; d. berekening van de kosten van verwijdering. Het verwijderde blijft bewaard gedurende dertien weken na datum van verwijdering. Gedurende die periode blijft het beschikbaar voor retournering aan de belanghebbende. De gemeente heeft een retentierecht ten aanzien van het verwijderde. Dit betekent dat teruggave van het verwijderde aan de belanghebbende pas plaatsvindt, nadat de kosten in verband met toepassen van bestuursdwang zijn voldaan. Indien het verwijderde niet binnen voornoemde termijn van dertien weken is teruggegeven, kan het verwijderde worden vernietigd of om niet worden weggegeven. Dit is ter bepaling van team Toezicht & Handhaving. Het verwijderde kan nimmer om niet worden weggegeven aan een medewerker van de gemeente. Kosten van verwijdering Het verwijderen van onrechtmatig geplaatste reclame-/aankondigingsborden brengt kosten met zich mee. Immers, een medewerker van de Buitendienst dient deze te verwijderen en mee te nemen naar de gemeentewerf. Vervolgens dient een verslag te worden opgesteld. Het verwijderde dient dertien weken te worden bewaard. Dit brengt transport- en opslagkosten, manuren en administratiekosten met zich mee. Deze kosten worden geraamd op 25,00 per verwijderd reclame-/aankondigingsbord. Paragraaf 3.2: Inwerkingtreding Dit reclamebeleid treedt in werking op de dag na bekendmaking. Paragraaf 3.3: Overgangsrecht Dit reclamebeleid geldt niet voor verzoeken en aanvragen ingediend vóór de inwerkingtreding van dit beleid. Vastgesteld te Gulpen, 2 juni