archief & geschiedenis Inventaris van het archief



Vergelijkbare documenten
Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbewaarplaats en het beheer van de documenten (Besluit informatiebeheer RUD Zuid-Limburg).

Model-regeling Archiefbeheer/Documentaire Informatievoorziening. RAAMREGELING ARCHIEFBEHEER/ DOCUMENTAIRE INFORMATIEVOORZIENING [naam instelling]

Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998;

Hoofdstuk I. Hoofdstuk II. Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; besluiten:

Besluit van Provinciale Staten

N.B. Inleiding van het waterschap De Dongestroom zie archiefnummer 1141.

Burgemeester en Wethouders van Ferwerderadiel; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening;

Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenswaard gelet op artikel 7 van de Archiefverordening 2006

Inventaris van het archief van de Commissie ter behartiging van Polderbelangen in het Hoogheemraadschap van Delfland C.G.D.

Vergadering: Algemeen bestuur. Datum: 7 juli Agendapunt: 5. Rapporteur. A. J. Borgdorff

N.B. Inleiding van het waterschap De Dongestroom zie archiefnummer 1141.

ARCHIEF VAN HET WATERSCHAP KORTRIJK EN GIELTJESDORP,

Regelgeving Archiefbeheer Universiteit Leiden

artikel 40, eerste en tweede lid van de Archiefwet 1995 en artikel 36 van de gemeenschappelijke regeling RUD Utrecht

archief & geschiedenis Verzamelinventaris van de archieven

Protocol archiefbeheer

REGELING ARCHIEFBEHEER RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Inventaris van het archief van de Vereniging van Directeuren van Hogere Burgerscholen met 5- jarigecursus,

Inventaris van het archief van de Generale Staf van de Koninklijke Landmacht: Registers van In- en Uitgaande Stukken,

PROVINCIAAL BLAD BESLUIT INFORMATIEBEHEER OMGEVINGSDIENST ZUID-HOLLAND ZUID

archief & geschiedenis Inventaris van het archief

Binnengemeentelijke reorganisaties, gemeentelijke herindelingen, en uw archief dan?

Besluit Algemeen bestuur

Overgangsreglement voor het waterschap Noorderzijlvest

Heerhugowaard Stad van kansen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Den Helder

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE VOORST; gelet op artikel 7 van de Archiefverordening; BESLUITEN:

Inventaris van het archief van Rijkswaterstaat: Directie Zuid-Holland: Dienstkring ''s-gravenhage- Noord,

Inventaris van het archief van het Hof van Discipline,

Inventaris van het archief van het Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskunde TNO,

Inventaris van het archief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken: Afdeling Statistiek en voorgangers,

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

ARCHIEVEN VAN NOTARISSEN. binnen de gemeente THOLEN. vanaf 1811

1557 Waterschap De Hartel,

N.B. Inleiding van het waterschap De Dongestroom zie archiefnummer 1141.

Archiefverordening Avri 2016

N.B. Inleiding van het waterschap De Dongestroom zie archiefnummer 1141.

N.B. Inleiding van het waterschap De Dongestroom zie archiefnummer 1141.

Gemeente Amsterdam Gemeenteraad Gemeenteblad Raadsbesluit R

Archiefreglement provincie Fryslân 2005

Inventaris van het archief van de Staatscommissie tot het instellen van een Onderzoek naar de Bezoldiging van Burgemeesters en Gemeenteambtenaren

Nota van Bevindingen Aspectinspectie overbrenging + Raad voor de Transportveiligheid

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995

ARCHIEFVERORDENING VAN DE PROVINCIE LIMBURG BESLUIT van Provinciale Staten van Limburg d.d. 30 januari 2004 (Prov. Blad 2004, nr. 8).

Delfland. Actualiseren archiefverordening. 1. Probleemstelling - context

N.B. Inleiding van het waterschap De Dongestroom zie archiefnummer 1141.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 4 september 2007 gelet op artikelen 30 eerste lid en 32, tweede lid van de Archiefwet 1995

Besluit Informatiebeheer van de gemeenschappelijke regeling DCMR Milieudienst Rijnmond

Inventaris van het archief van het Nederlandse Gezantschap en het Consulaat-Generaal in Griekenland,

Inventaris van het archief van J.W. Witsen Elias [levensjaren ],

Archiefverordening gemeenschappelijke regeling Avalex

Inventaris van het archief van de Nationale Spaarraad,

Inventaris van het archief van de Begeleidingscommissie Automatisering Academische Ziekenhuizen,

Gelegen onder: Sprang-Capelle, Waspik en Loon op Zand

Artikel 4 De directeur van de beheerseenheid kan de uitvoering van de bepalingen van dit besluit mandateren aan één of meer medewerkers.

INVENTARIS VAN DE ARCHIEVEN VAN NOTARISSEN DIE TE OSSENDRECHT GERESIDEERD HEBBEN

Archiefverordening. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk

Archiefverordening gemeente Haarlem 2018

Model verslag/vragenlijst Inspectiebezoek.

C. van den Broek, P. Mols Doxis, 2003 Den Haag. Inventaris van het archief van het waterschap Het Land van Weert (18 e eeuw) (ca.

Inventaris van het archief van de Vereniging Nederlands Centraal Filmarchief, (1940)

Beleidsregel Criteria bewerking code archieven, vastgesteld bij besluit van gedeputeerde staten

P. Mols Doxis, Den Haag Inventaris van het archief van het waterschap De Oude Graaf (1917) (1974)

Inventaris van het archief van de Staatscommissie tot onderzoek naar de toestand van de Landbouw (Landbouwcommissie),

Besluit van 15 december 1995, houdende regelen ter uitvoering van een aantal bepalingen van de Archiefwet 1995

Inventaris van het archief van het Proefstation voor Verpakkingen TNO,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam van 12 april 2011, registratienummer ; raadsstuk ;

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:

Archief van de Gemeenschappelijke Regeling Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen in de Agglomeratie Amsterdam

N.B. Inleiding van het waterschap De Dongestroom zie archiefnummer 1141.

IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, Heeft, de Raad van Advies gehoord, besloten: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Inventaris van het archief van de Essayeur-Generaal van 's Rijks Munt,

Portefeuillehouder: nvt Openbaar: ii ja / nee

Inventaris van het archief van het Nederlandse Consulaat te Bogota,

Nota van Bevindingen Aspectinspectie overbrenging + Koninklijke Akademie van Wetenschappen

Nummer archiefinventaris:

Inventaris van het archief van de Commissie herziening Modelvoorwaarden Vergunningen,

Oud-archief van de landgoederen Ter Horst, Raaphorst en Eikenhorst gelegen in de gemeenten Voorschoten en Wassenaar

Inventaris van het archief van D.P.D. Fabius

N.B. Inleiding van het waterschap De Dongestroom zie archiefnummer 1141.

Inventaris van het archief van W.O. Bloys van Treslong: Kolonel, Kapitein-ter-zee en Provisioneel Gouverneur van Suriname,

Inventaris van het archief van De Nederlandsche Bank N.V., Commissie van Advies inzake Zuivering Personeel ( )

Archief van de Secretarie; Afdeling Publieke Werken: aanvulling

Regeling Archiefbeheer College bouw ziekenhuisvoorzieningen

Inventaris van het archief van de Scheepvaartinspectie: District Amsterdam,

Nummer archiefinventaris: Auteur: A.C. van der Zwan. Nationaal Archief, Den Haag Copyright: cc0

Inventaris van het archief van de Landbouwmaatschappij Geboegan,

Inventaris van het archief van de Staatscommissie voor de Administratieve Rechtspraak,

Inventaris van het archief van de Staatscommissie Bioscoopgevaar,

(Besluit Informatiebeheer gemeente Coevorden 1998)

Besluit Informatiebeheer. Bedrijfsvoeringsorganisatie Havenschap Moerdijk

Inventaris van het archief van het Wit-Gele Kruis Steenbergen

Inventaris van het archief van de Commissie inzake de Praktische Opleiding van Medisch Studenten,

Inventaris van het archief van de president van de Nederlandsche Bank, Mr. Jacques Teysset, (1783) (1925)

Inventaris van het archief van het Ministerie van Waterstaat: Kabinet van de Minister,

Inventaris van de archieven van het Nederlands Adelsfonds; Nederlandse Adelsvereniging, (1898)

Inventaris van het archief van de Legatie in Engeland, (1781)

ARCHIEFBEHEER EN VERZELFSTANDIGING

Voorschriften betreffende het beheer van de archiefbescheiden van de

Transcriptie:

archief & geschiedenis Inventaris van het archief van het waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991) drs. A.L. Hempenius

Deze uitgave is tot stand gekomen bij de bewerking van het archief van het waterschap Hunsingo te Onderdendam. De nabewerking van de klassieke archiefinventaris is uitgevoerd in de wintermaanden van 2008-2009 en uitgevoerd door het bedrijf Laurentius Archief & Geschiedenis te Groningen. Tekstredactie: Grafische verzorging: Druk- en bindwerk: Omslagillustraties voorzijde: Typoscript te Haren (Gr.). Sagittarius Graphic Design te Groningen. Huisdrukkerij van de Provincie Fryslân Liber magistratus Daventriensis in quo scribentur concordata magistratus et comunitatis: Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer, Inventaris van het archief der stad Deventer, 1e afdeling (tot 1591), inv. nr. MA 2b, fol. 25v., 28 augustus 1566. Omslagillustraties achterzijde: 1. Getijdenboek, Parijs?, 1490-1500: Koninklijke (v.l.n.r.) Bibliotheek te s-gravenhage, 76 F 14, fol. 116v. 2. Getijdenboek, Zuidelijk Holland en Utrecht, 1440-1460 en 1490-1500: Koninklijke Bibliotheek te s-gravenhage, 133 E 17, fol. 174r. 3. Getijdenboek, Delft, 1460-1480: Koninklijke Bibliotheek te s-gravenhage, 135 E 18, fol. 108r. 4. Getijdenboek van Catharina van Aragon, Zuidelijke Nederlanden, illustrator: Willem Vrelant, ca. 1460: Koninklijke Bibliotheek te s-gravenhage, 76 F 7, fol. 55r. 5. Gebedenboek, Maastricht - Convent van Maagdendriesch, ca. 1500 (1500-1600): Koninklijke Bibliotheek te s-gravenhage, 134 C 53, fol. 1r. CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek te s-gravenhage: Hempenius A.L. Inventaris van het archief van het waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991) Groningen: Laurentius Archief & Geschiedenis: Laurentius Archief & Geschiedenis VI en Archieftoegangen waterschap Noorderzijlvest I - Bibliografie ISBN: 978-94-90279-02-8 ISSN: 1877-9263 1878-8874 Copyright 2009: K.A.M. Engbers, A.L. Hempenius, Laurentius Archief & Geschiedenis Laurentius Archief & Geschiedenis VI Archieftoegangen waterschap Noorderzijlvest I Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt in welke vorm en/of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbende.

Inventaris van het archief van het waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

Inventaris van het archief van het waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991) drs. A.L. Hempenius Laurentius Archief & Geschiedenis Waterschap Noorderzijlvest Groningen 2009 Laurentius Archief & Geschiedenis VI Archieftoegangen waterschap Noorderzijlvest I

Deze uitgave is tot stand gekomen bij de bewerking van het archief van het waterschap Hunsingo te Onderdendam. De nabewerking van de klassieke archiefinventaris is uitgevoerd in de wintermaanden van 2008-2009 en uitgevoerd door het bedrijf Laurentius Archief & Geschiedenis te Groningen. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt in welke vorm en/of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbende. Copyright 2009: K.A.M. Engbers en A.L. Hempenius, Laurentius Archief & Geschiedenis Laurentius Archief & Geschiedenis VI Archieftoegangen waterschap Noorderzijlvest I Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

5 Woord vooraf De nu voor u liggende inventaris is de eerste in een nieuwe reeks archieftoegangen van het waterschap Noorderzijlvest. Mijn voorganger, drs. A.L. Hempenius, waterschapsarchivaris bij het waterschap Noorderzijlvest, heeft in zijn lange carrière bij het waterschap Noorderzijlvest en diens rechtsvoorgangers tal van archieven geïnventariseerd. Wegens omstandigheden zijn deze toegangen op de archieven nooit gepubliceerd. Met het aanstaande vertrek van Bertus Hempenius in de loop van 2008 heeft het waterschap Noorderzijlvest besloten om de kennis welke is opgebouwd niet verloren te laten gaan. Gedurende het vierde kwartaal van 2008 is ondergetekende ingeschakeld om de taken van de vertrekkende waterschapsarchivaris over te nemen. Gedurende deze drie maanden heeft Bertus mij slechts een topje van zijn spreekwoordelijke ijsberg aan kennis kunnen bijbrengen. Mijn dank hiervoor is zeer groot. Ondergetekende is van mening dat een goed archiefbeheer staat en valt met het beschikbaar stellen van je beheerde informatiebronnen. Als archivaris dien je je archieven te beheren maar ook beschikbaar stellen aan de onderzoekers. Door de archieven toegankelijk te maken kan een groot publiek er kennis van nemen. Het uitgeven van archieftoegangen is dan slechts de eerste stap. Met de komst van de nieuwe reeks Archieftoegangen waterschap Noorderzijlvest is hier een start mee gemaakt. De klassieke archiefinventaris van het waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991) is het eerste deel in de nieuwe reeks. De nu voor u liggende inventaris is geheel van de hand van drs. A.L. Hempenius. De beschrijving der stukken en de (historische) inleiding zijn van zijn hand. Ondergetekende heeft de diverse bestanden bij elkaar geplaatst en gestructureerd door deze te plaatsen in een standaard hoofdstukindeling en/of archiefschema. Daar de inventaris en de bijlagen niet eerder zijn gepubliceerd vergde dit onderdeel relatief veel werk. Ondergetekende is werkzaam bij Laurentius Archief & Geschiedenis te Groningen. Laurentius Archief & Geschiedenis is door het waterschap Noorderzijlvest ingeschakeld om de taken van zijn voorganger, waterschapsarchivaris, drs. A.L. Hempenius, voort te zetten. Groningen, Geboorte van H. Johannes de Doper 2009 drs. K.A.M. Engbers MA Laurentius Archief & Geschiedenis Waarnemend waterschapsarchivaris waterschap Noorderzijlvest Woord vooraf

6 Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

7 Inhoudsopgave Woord vooraf 5 INLEIDING 11 I Het waterschap Hunsingo 11 II De organisatie van het waterschap Hunsingo 12 III Geschiedenis van het archief 12 III.1 Registratuur en berging van het archief 12 III.2 Voorgaande bewerkingsmomenten 15 III.2.1 Algemeen 15 III.2.2 Registratuurplan van Biesta 17 IV Verantwoording van de inventarisatie 19 IV.1 Algemeen 19 IV.2 Herinventarisatie bruggen 21 IV.3 Vernietiging van archiefbescheiden 2 V Aanwijzingen voor de gebruiker 25 V.1 Onderzoek doen in het archief 25 V.2 Verzameling van particuliere archieven 28 V.3 Citeerwijze 28 INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN HET WATERSCHAP HUNSINGO (1823) 1856-1955 (1991) 30 1 Stukken van algemene aard 30 1.1 Notulen 30 1.2 Uitgaande stukken 31 1.3 Presentieboeken 31 1. Bekendmakingen 32 1.5 Notulen van onderdeelsbesturen 32 2 Stukken van bijzondere aard 33 2.1 Bestuursinrichting 33 2.1.1 Algemeen reglement 33 2.1.2 (Bijzonder) reglement voor het waterschap 3 2.1.3 Wapen van het waterschap 37 2.1. 40- en 50-jarige herdenking / buste mr. A.J. van Roijen 38 2.1.5 Pogingen tot vereniging van Hunsingo met de Drie Delfzijlen / Fivelingo 38 2.1.6 (Voorstellen tot) grenswijziging 39 2.1.7 Inlating van naburige gronden en waterschappen 0 2.1.8 Waterschap & waterschapsorganisatie 1 2.1.9 Diverse stukken 1 Inhoudsopgave

8 2.2 Verkiezingen en benoeming van bestuursleden 2 2.3 Stukken betreffende de voorzitter en de bestuursleden 2. Hulpmiddelen voor de uitvoering van de taken 5 2..1 Personeel 5 2.4.1.1 Algemeen 45 2.4.1.2 Secretaris 45 2.4.1.3 Ontvanger 46 2.4.1.4 Deskundige, opzichter, waterbouwkundige en andere opzichters 46 2.4.1.5 Ander secretariepersoneel 47 2.4.1.6 Sluiswachters 47 2.4.1.7 Hoofdboden en bewoners van het waterschaphuis 48 2.4.1.8 Onderdeelsboden 49 2.4.1.9 Personeel van de baggermolen 50 2.4.1.10 Arbeiders en stormlopers 50 2..2 Huisvesting 50 2..3 Archief 51 2.. Financiën en eigendommen 52 2.4.4.1 Algemeen 52 2.4.4.2 Omslag en inning van waterschapslasten 53 2.4.4.3 Kadastrale leggers van gronden 54 2.4.4.4 Registratierecht 59 2.4.4.5 Eigendommen & rechten 60 2.4.4.5.1 Eigendommen algemeen 60 2.4.4.5.2 Aankoop van eigendommen 60 2.4.4.5.3 Afbakening van de eigendomsgrens 61 2.4.4.5.4 Ruiling van eigendommen; aan- en verkoop 62 2.4.4.5.5 Verkoop van eigendommen 62 2.4.4.5.6 Erfpacht 65 2.4.4.5.7 Beklemmingen 65 2.4.4.5.8 Dienstwoningen & zijlvesterkamp 66 2.4.4.5.9 Verpachting, verhuring en bruikgeving van eigendommen 68 2.4.4.5.10 Verpachting van het visrecht, grasgewas, riet, houtgewas en ijs 68 2.4.4.5.11 Geldleningen 69 2.4.4.5.12 Begrotingen 72 2.4.4.5.13 Rekeningen 73 2.4.4.5.14 Kasboeken, journalen van ontvangsten en uitgaven 74 Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

9 3 Uitvoering van de taken 75 3.1 Algemeen 75 3.2 Toezicht 76 3.2.1 Keuren 76 3.2.2 Schouw 77 3.2.3 Leggers van schouwbare voorwerpen 80 3.2. Vergunning 85 3.2.5 Toezicht op werken van tram- en spoorwegmaatschappijen 88 3.3 Beheer en onderhoud van waterschapswerken 89 3.3.1 Algemeen 89 3.3.2 Afwatering, waterstand en peilbeheer 91 3.3.3 Waterstanden 93 3.3. Polderdijken, zeedijken en landaanwinning Lauwerszee 95 3.3.5 Kanalen en maren 99 3.3.6 Baggermachine, viltbestrijding en ruiden 109 3.3.7 Onderhoud enz. van beschoeiingen (boordvoorzieningen) c.a. 110 3.3.8 Hoofdwatergangen (tochten) 110 3.3.9 Zwetsloten 115 3.3.10 Zijlen, verlaten en sluizen c.a. 115 3.3.11 Bediening van de zijlen en de verpachting van de opbrengst van de sluisgelden 117 3.3.12 Bruggen 118 3.3.13 Bediening van bruggen en verpachting van de opbrengst van de bruggelden 126 3.3.1 Pompen en duikers 128 3.3.15 Dorpshavens 132 3.3.16 Wegen 132 3.3.17 Waterverontreiniging 13 3.3.18 Schutgelden en scheepvaartlijsten 135 3. Verhouding tot en samenwerking met andere waterschappen 136 3..1 Molenpolders 136 3..2 Waterschap Noordpolder 10 3..3. Waterschap Electra 10 Aanwinsten 11 Inhoudsopgave

10 VERZAMELING VAN PARTICULIERE ARCHIEVEN 142 Inleiding 12 I Archivalia van opzichter G. Dusseldorp 13 I.1 Als opzichter van de zijlvesten 13 I.2 Als opzichter van het waterschap Hunsingo 15 I.3 Als opzichter van de waterstaat 16 II Archivalia van opzichter W.K. Dusseldorp 16 II.1 Als opzichter van het waterschap 16 II.2 Als opzichter van de waterstaat 17 II.3 Als particulier 17 III Archivalia van opzichter H. Wind 17 BIJLAGEN Bijlage I Overzicht gewezen personeelsleden 1856-1994 151 Bijlage II Reglementen en -wijzigingen waterschap Hunsingo, 1856-1992 16 Bijlage III Transcriptie bestek graven van het Boterdiep 17 Bijlage IV Procedure E.J. Hopma v.s waterschap Hunsingo 176 Bijlage V Transcriptie overeenkomst d.d. 8 oktober 1888 178 Bijlage VI Transcriptie brief A. Tebbens van der Tuuk 180 Bijlage VII Transcriptie circulaire d.d. 17 januari 1896 182 Lijst van gebruikte afkortingen 18 Lijst van geraadpleegde archivalia 185 Lijst van geraadpleegde literatuur 186 Lijst van literatuur betreffende de Groninger waterschappen 187 Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

11 Inleiding I Het waterschap Hunsingo Hoewel het een goede gewoonte is bij inventarissen van belangrijke en minder belangrijke instellingen en bedrijven een historische schets van de organisatie te geven, wordt daar bij de inventaris van Hunsingo, het grootste boezemwaterschap van de provincie Groningen, geen gevolg aan gegeven. Enerzijds ontbreekt de tijd daarvoor in deze op resultaatgerichte maatschappij, anderzijds zijn er de laatste twintig jaar diverse publicaties verschenen over de waterschappen in (dit deel van) de provincie en hun rechtsvoorgangers, de zijlvesten. In het begin van de jaren vijftig van de twintigste eeuw heeft het bestuur van het waterschap Hunsingo met het oog op het honderdjarige bestaan van het waterschap pogingen in het werk gesteld een gedenkboek samen te laten stellen. Na veel moeite, en tijdverlies, is tenslotte een auteur gevonden in de persoon van mej. E. van Dijk, die het onderwerp zou kunnen gebruiken voor een academisch proefschrift bij prof. jhr. dr. P.J. van Winter, hoogleraar in de geschiedenis na de Middeleeuwen aan de Rijksuniversiteit Groningen. 1 Door allerlei omstandigheden heeft mej. Van Dijk pas in 1953 doctoraal examen Geschiedenis gedaan, waarna zij, minder dan twee jaar voor de viering van het honderdjarige bestaan, met haar onderzoek kon beginnen. Met afnemende intensiteit heeft zij van 1953 tot 1957 te Onderdendam in de archieven van de zijlvesten en het waterschap Hunsingo, alsmede in Groningen in de archieven van de provincie onderzoek gedaan naar de (voor)geschiedenis van het waterschap. 2 Na het aanvaarden van een werkkring bij het gemeentearchief van Groningen is het onderzoek van mevr. drs. Van Dijk allengs tot stilstand gekomen, waarna haar pogingen tot het schrijven van een geschiedenis van het waterschap eveneens in het slop zijn geraakt. Omstreeks 1975 heeft ze haar kaartenbakken met aantekeningen aan het waterschap overgedragen, en na haar overlijden is van de erfgenamen nog een doos met diverse stukken en aantekeningen ontvangen. 3 Zoals hierboven aangestipt zijn door ondergetekende en anderen verschillende facetten van de oprichting en de geschiedenis van de zijlvesten en Hunsingo in uiteenlopende publicaties openbaar gemaakt. Wat de zijlvesten betreft: in de Verzamelinventaris van de archieven van de zijlvesten en dijkrechten zijn in de algemene inleiding en de inleiding bij het archief van het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest 1 Zie inv. nr. 118. 2 Zie inv. nr. 173. 3 Na vernietiging van de kaartenbakken met uittreksels uit de waterschapsarchieven (in 2004) zijn slechts enige stukken uit de in 1993 overgedragen doos het bewaren waard. Inleiding

12 schetsen opgenomen van de zijlvesten in Groningen in het algemeen en van de archiefvorming in laatstgenoemd zijlvest in het bijzonder. Vlak vóór de opheffing van het waterschap is in 1994 het boek Hunsingo 1856-1994 verschenen, waarin een aantal aspecten uit de geschiedenis naar voren wordt gehaald. 5 Daarnaast bevat het boek onder meer bijlagen met een beredeneerde staat van werken die ingevolge het reglement van 1856 moesten worden uitgevoerd, en de namen van alle bestuursleden vanaf 1856. Om de bovenstaande redenen wordt er in deze inventaris geen aandacht besteed aan de geschiedenis en organisatie van het waterschap Hunsingo. II De organisatie van het waterschap Hunsingo Zoals we reeds in het bovenstaande hebben aangehaald zal er in deze (historische) inleiding geen aandacht worden besteed aan de organisatie van het waterschap Hunsingo. De geschiedenis van de organisatie van het waterschap Hunsingo is onder andere uitvoerig beschreven in Hunsingo 1856-1994. 6 III Geschiedenis van het archief III.1 Registratuur en berging van het archief Na de verkiezing en benoeming van hoofdbestuursleden en een voorzitter en vervolgens een secretaris, een ontvanger en een opzichter of deskundige is in 1856 de administratie van het waterschap op gang gekomen, waarbij zich een archief vormde, dat betrekkelijk langzaam is gegroeid. De archieven van de zijlvesten en dijkrechten, die na de oprichting van Hunsingo van de desbetreffende secretarissen zijn overgenomen, zijn ruim veertig jaar in gesloten kasten op de kleine zaal, aan de oostkant van de grote zaal van het waterschapshuis in Onderdendam bewaart. Daar werd ook het afgelegde deel van het secretariearchief van Hunsingo gedeponeerd, bestaande uit series notulenboeken, ingekomen stukken, registers van uitgaande brieven, leggers van gronden, begrotingen, rekeningen, bijlagen tot de rekeningen, en kasboeken, leggers 4 A.L. Hempenius en C. Tromp, Inventaris van archieven van zijlvesten en dijkrechten in het Rijksarchief in Groningen en bij het waterschap Hunsingo. Publicaties van het Rijksarchief in Groningen XI (Groningen 1994). 5 T. Veenstra en A.L. Hempenius, ed., Hunsingo 1856-1994 (Onderdendam 1994). 6 Idem. Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

13 van schouwbare voorwerpen, reglementen en andere voorschriften, formulieren en dergelijke. 7 Het waterschapshuis diende alleen als vergaderruimte voor de bestuursorganen; de secretaris deed de administratie thuis. De opvolgende deskundigen en ontvangers deden hun eigen administratie eveneens aan huis, waar de benodigde technische en financiële gegevens gedurende zeer lange tijd werden bewaard. Deze praktijk werd in de hand gewerkt door de lange dienstverbanden van de hoofdambtenaren: van 1856 tot 1974 traden vier secretarissen op, van 1856 tot 1962 vijf ontvangers en van 1856 tot 1973 acht opzichters, deskundigen of waterbouwkundigen. Tot 1941 had het waterschap geen secretariepersoneel. Veertig jaar na de oprichting van het waterschap overtrof de omvang van het archief van het waterschap die van de zijlvesten en dijkrechten reeds, zodat werd omgezien naar een ruimere bewaarplaats. In die behoefte is voorzien door de bouw van het zogenoemde brandvrije archieflokaal aan de zuidkant van de grote zaal in 1899, waar de gezamenlijke archieven tot 1960 hebben gestaan. In 1964 is in het achterste gedeelte van de vroegere schuur een nieuwe archiefbewaarplaats gebouwd. Op de zolder van de garage zijn de oudere technische tekeningen, afkomstig van de waterbouwkundigen, en series leggers van gronden, kiezerslijsten en waterstanden geborgen. Omstreeks 1980 zijn deze bestanden naar de archiefbewaarplaats overgebracht. Vanaf 1968 zien we een enorme groei van het aantal archiefbescheiden. De oorzaak van de groei is tweeledig. Ten eerste de natuurlijke aanwas van de archieven van het waterschap Hunsingo zelf. Ten tweede de opneming van archiefbescheiden van opgeheven waterschappen binnen en buiten het gebied van Hunsingo, zoals de waterschappen Electra en Ommelanderzeedijk. 8 De groei resulteerde in 1991 in het gegeven dat de ruimte bovenop de vaste archiefstellingen van de archiefbewaarplaats geheel gevuld was met archiefdozen en op de vloer een toren van ongeveer 60 dozen stond. In het voorjaar van 1992 kwam de nieuwe archiefbewaarplaats, in de nieuwe vleugel van het waterschapshuis, gereed en is een groot deel van de archiefbestanden aldaar geplaatst. Met het gereedkomen van de nieuwbouw van het waterschapshuis van het waterschap Noorderzijlvest te Groningen zijn in juni 2001 alle archivalia van het waterschap Noorderzijlvest en zijn rechtsvoorgangers overgebracht naar de recent gebouwde archiefbewaarplaats aldaar. Het waterschap Hunsingo had bij de oprichting en reglementering de opdracht meegekregen een groot aantal werken ter verbetering van de waterafvoer uit te voeren. De papieren neerslag van die werken en alles wat daarmee samenhing is de kern van het te vormen archief geworden; naast de aanlevering van technische gegevens 7 Onder bijlagen tot de rekeningen wordt verstaan: ingekomen nota s en rekeningen met betalingsopdrachten van derden. 8 De administratie van het waterschap Electra had vanaf 1944 plaats in Onderdendam, die van het waterschap Ommelanderzeedijk vanaf 1967/1968. Beide waterschappen hebben bestaan tot 1995. Inleiding

1 als bestekken en tekeningen moest het waterschap geldleningen afsluiten voor de bekostiging van de werken, de aankoop van gronden en grondberging. De berging van stukken in het archief en het opzoeken van stukken heeft vooral door de grote continuïteit van de secretarissen weinig problemen opgeleverd. Vanaf omstreeks 1895 is P.H. Meekhoff Doornbosch, de zoon van de toenmalige voorzitter J. Doornbosch, zich uit belangstelling voor de oude tijd in de archieven van de voorgangers van Hunsingo gaan verdiepen. 9 Bij zijn beschrijving van de archieven van de zijlvesten en dijkrechten (1905) zijn ten onrechte enige stukken uit het Hunsingo-archief, die een jaartal van vóór 1856 droegen, in de zijlvesterarchieven opgenomen. Bij de herinventarisatie van de zijlvesterarchieven in 1994 is deze omissie recht gezet. Doornbosch is in 1906 op persoonlijke titel tot archivaris van het waterschap benoemd; tegen een kleine vergoeding heeft hij later door middel van een kaartsysteem een register op de notulenboeken van 1856 tot 1915 aangelegd. 10 Naast de hierboven vermelde series bestond het archief van het waterschap uit ingekomen stukken. De ingekomen stukken waren vanaf 1856 in een chronologische reeks per vergadering van het hoofdbestuur of gecommitteerden opgeborgen; een bij andere organisaties gebruikelijk systeem van inboeken of rubricering is hier niet aangelegd. Door het onttrekken van stukken aan deze reeks, het vormen van afzonderlijke zaakdossiers en het niet terugbrengen van de onttrokken stukken naar de chronologische reeks is op den duur een onontwarbaar kluwen van stukken ontstaan, die onderzoek in het oud-archief tot een gebed-zonder-eind maakte. Toen Sybolt Harkema, secretaris sinds 1914, in 1934 vrij onverwacht kwam te overlijden, bestond het waterschap bijna tachtig jaar en was het archief zeer moeilijk raadpleegbaar geworden. Jarg J. Pettinga, die een poosje als volontair werkzaamheden voor het waterschap had uitgevoerd, werd spoedig benoemd tot opvolger van Harkema. 11 Aangezien ook de toenmalige voorzitter van het waterschap, Harm Westers, nog maar kort in functie was en de in 1932 benoemde waterbouwkundige binnen enige jaren ernstig ziek werd, kwam het hele gewicht van de administratie en de voortgang van de werkzaamheden goeddeels op de schouders van de jonge secretaris te liggen. Tegen die achtergrond is het begrijpelijk dat de secretaris zich na de tijd van inwerken is gaan beraden over middelen om de administratie en de berging van stukken te stroomlijnen. Met ingang van 1 januari 1936 is hij begonnen met een eigen systeem van een zaaksgewijze ordening, grotendeels gebaseerd op het archiefsysteem van verschillende gemeenten. Kort vóór die datum was het Registratuurbureau van de Unie van Waterschapsbonden opgericht, dat beoogde 9 Zie voor nadere gegevens omtrent P.H. Meekhoff Doornbosch: Brood, Huussen jr. en Van der Kooi, Nieuwe Groninger Encyclopedie (Groningen 1999) 548. 10 Dit is vernietigd, het was veel te uitgebreid. Of mej. E. van Dijk dit systeem heeft gebruikt, waag ik te betwijfelen; zij heeft zelf een heel ander, meer beschrijvend systeem aangelegd bij het doorwerken van de archieven van de zijlvesten en het waterschap Hunsingo. 11 Secretaris Pettinga ondertekende zelf met J.J. Pettinga jr. ter onderscheiding van zijn vader, Jan Jargs Pettinga of J.J. Pettinga sr, die ontvanger van het waterschap was. Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

15 eenheid in de organisatie van de administraties van waterschappen te brengen. Hoewel de secretaris in maart 1936 als reactie op een schrijven van de Groninger Waterschapsbond een welwillend advies schreef over de invoering van een uniform registratuurplan voor waterschappen, vroeg hij in mei toestemming van het college van gecommitteerden om een dossierstelsel van eigen makelij in te voeren en daarvoor een stalen kast met schuifladen en 200 stuks dossieromslagen aan te schaffen. In het begin van 1937 gaf Pettinga de voorzitter in overweging niet met het registratuurbureau in zee te gaan, onder andere met de volgende argumentatie: Verder vervalt bij de waterschappen nog een belangrijk voordeel inzake de uniformiteit, die bij b.v. de gemeenten wel aanwezig is. Bij waterschappen toch zal het een hooge uitzondering zijn (althans bij de grootere), dat een secretaris van het eene waterschap te maken krijgt met de administratie van een ander waterschap. Bij de gemeenten daarentegen is het een komen en gaan van ambtenaren en voor een goede gang van zaken is het daar van groot belang, dat overal de administratie gelijk is ingericht. Bij de waterschappen is het alleen de opvolger, die bij een willekeurig doch duidelijk systeem na eenig inwerken dit zoo kan voortzetten. 12 De vermeende kosten van de aansluiting bij het registratuurbureau, door de secretaris berekend op enige honderden guldens per jaar, voornamelijk bestaande uit reiskosten en wat adviezen van een ambtenaar, waren de druppel, die de emmer deed overlopen. Bij de excursie van de Unie van Waterschapsbonden op 17 juli 1939 heeft W. H. van Ulsen, secretaris van het registratuurbureau geprobeerd Hunsingo alsnog over de streep te trekken, maar tevergeefs: op 19 oktober (!) schreef Pettinga dat is besloten voorloopig niet tot aansluiting bij uw bureau over te gaan. 13 III.2 Voorgaande bewerkingsmomenten III.2.1 Algemeen Pettinga was inmiddels in contact gekomen met Pieter J.T. Biesta, wetenschappelijk archiefambtenaar bij het Rijksarchief in Groningen, die zich bereid verklaarde het archief van het waterschap vanaf 1856 te ordenen. Op 14 februari 1940 is hij met dat werk begonnen. Dat Pettinga toch nog twijfelde aan de mérites van zijn eigen registratuurplan blijkt uit het feit, dat hij op 18 maart 1940 samen met de voorzitter en Biesta een bezoek heeft gebracht aan de archivaris van het hoogheemraadschap van Schieland, dr. E. Wiersum, en de chef van de administratieve dienst van het hoogheemraadschap van Delfland, W.H. van Ulsen. 1 Het oordeel van de uit Groningen afkomstige Wiersum over de ontoereikendheid van het decimale stelsel heeft sterk bijgedragen aan het besluit het eigen systeem van opberging te handhaven; in de brief 12 Zie inv. nr. 227. 13 Voor de excursie, zie inv. nr. 115 en voor het citaat van Pettinga, zie inv. nr. 227. 14 Zowel de directeur van de Unie van Waterschapsbonden, mr. Th.F.J.A. Dolk, als de secretaris van het registratuurbureau waren afkomstig van het hoogheemraadschap van Delfland te Delft. Inleiding

16 van 21 maart 1940 aan de heer Van Ulsen is daar als redengevende omstandigheid aan toegevoegd dat voor de stukken vanaf 1856 het decimaal registratuurstelsel niet kan worden toegepast. 15 In een rapport van maart 1940 aan gecommitteerden gaat Pettinga nog eens uitgebreid in op het bezoek aan de beide hoogheemraadschappen en op de voordelen en de nadelen van het decimale stelsel. Als algemeene indruk mag geloof ik worden opgemerkt, dat het decimale stelsel zeer goed werkt en het chronologische stelsel zijn tijd heeft gehad. Voor Hunsingo lijkt het mij momenteel niet wenschelijk over te gaan op het decimale stelsel, daar het hier gevolgde stelsel in wezen precies hetzelfde is. 16 P. Biesta heeft tot maart 1943 vijf dagen per week en zes maanden per jaar in het waterschapshuis gewerkt aan het omwerken van het oud-archief naar de door Pettinga opgezette systematiek, welke hij gaandeweg heeft gewijzigd en uitgebreid. Bij brief van 6 april 1943 zond hij een uitgebreid verslag van de archiefordening aan gecommitteerden. Daarin dringt hij sterk aan op het samenstellen van een inventaris van het archief: Het was oorspronkelijk mijn bedoeling geweest om, na beëindiging van de ordeningswerkzaamheden, uw college voor te stellen mij opdracht te geven tot samenstelling van een inventaris van het archief. Dit is een arbeid, die mij zeer ter harte gaat, omdat een goede inventaris niet alleen van groot nut is bij de raadpleging van een archief, doch ook omdat eerst door middel daarvan de rijkdom van het archief volledig te overzien is. Het zou bovendien als het ware de kroon op het werk der archiefordening geweest zijn. Tot mijn spijt laten mijn bezigheden niet toe deze taak op mij te nemen. 17 Op 8 april 1943 volgde nog een rapport over de administratie, ingericht volgens het aan het waterschap toegezonden registratuurplan [ systeem-biesta ], en vervolgens een lijstje met nog uit te voeren werkzaamheden. Door de oorlogsomstandigheden zijn de rapporten van Biesta enige maanden blijven liggen. 18 In oktober 1943 zond Pettinga een rapport over de op- en aanmerkingen van Biesta aan gecommitteerden, waarin hij er blijk van gaf zich behoorlijk op z n tenen getrapt te voelen. Voor de afwerking van de archiefordening was inmiddels mej. E.J. Musschenga, als tweede typiste, aangetrokken. Wat de opmerkingen van Biesta over het samenstellen van een inventaris betreft, vindt Pettinga het gewenst dat dit alsnog door iemand anders geschiedt. Mijn gedachten gaan hierbij naar iemand die, althans wanneer het waterschapsbestuur daartoe kan besluiten, tevens een gedenkboek 1856-1936 samen zou kunnen stellen. 19 Pas op 16 maart 1944 ging er een brief aan Biesta uit, waarin hem dank werd gebracht voor de ordening van het archief, en met de opmerking dat het niet zozeer 15 Zie inv. nr. 227 en 228. 16 Zie inv. nr. 228. 17 Zie inv. nr. 228. 18 In enige andere rapporten in opdracht van het bestuur uitgebracht noemt Biesta zich archivaris van (het waterschap) Hunsingo, bijvoorbeeld in Onderhandse overdracht van rechten op het kanaal Ulrum- Uithuizen, 1952. 19 Zie inv. nr. 228. Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

17 in de bedoeling lag, dat door u als archivaris een rapport inzake de huidige administratie werd samengesteld, doch wel om ons college in kennis te stellen met eventueel voor de huidige administratie van belang zijnde punten, die bij de archiefordening naar voren zouden kunnen komen. 20 III.2.2 Registratuurplan van Biesta Het registratuurplan van Biesta gaat uit van een onderwerps- en zaaksgewijze ordening, met een hoofdindeling in tweeën, de sectoren A, voor Algemene stukken, en B, voor Bijzondere stukken. Binnen elke sector bestaan in beginsel twaalf hoofdrubrieken, die de gehele administratie omvatten. De opbouw van het systeem, dat door de samensteller in een toelichting wordt uitgelegd als logisch en gemakkelijk aan te leren, is misschien wel logisch, maar buitengewoon ingewikkeld door de gehanteerde systematiek van een steeds verdere onderverdeling in letters en cijfers, die om en om worden gebruikt. De losse stukken in het archief van Hunsingo zijn omgewerkt in omslagen en dossiers; alle stukken zijn van een stempel en een letter/cijfercombinatie voorzien. Uit de losse stukken (1856-1935) waren enige duizenden (!) omslagen gevormd; in zeer veel gevallen bestond een omslag slechts uit één stuk, bij voorbeeld een klacht over een losliggende plank van een brug. De serie A (Algemeen), die voornamelijk uit omslagen, maar ook wel uit los in de portefeuilles liggende stukken bestond, is behoudens de door Biesta geschreven handleiding niet verder voor de gebruiker toegankelijk gemaakt. De serie B (Bijzondere stukken), bestaande uit 980 omslagen, was toegankelijk gemaakt door een summiere lijst van korte opschriften met jaartal. Het registratuurplan bestond aanvankelijk uit de volgende twaalf onderdelen: Oprichting, wijziging, opheffing van het waterschap; Inrichting en bevoegdheden van het bestuur; Verhouding van het waterschap tot derden; Bestuur, ambtenaren en ander personeel; Administratie; Leggers der gronden; Financieel beheer; Belastingen; Leggers van schouwbare voorwerpen; Beheer en onderhoud der objecten; Vergunningen ingevolge de keur; Waterloozing en Later toegevoegd: Waterverontreiniging; onderverdeeld in Verzilting en Zuivering van afvalwater. 20 Zie inv. nr. 228. Inleiding

18 De series notulen, brievenboeken, leggers van gronden, leggers van schouwbare voorwerpen, waterstanden en de bijlagen bij de rekening (enz.) waren wel opgenomen in bovenstaande hoofdindeling, maar ze zijn niet van desbetreffende nummeringen voorzien. Volgens de door Biesta toegevoegde Handleiding voor de archiefordening was het gemakkelijk terugvinden van stukken de eerste eisch waaraan de archiefordening moet voldoen. Betreffende de aanduiding van stukken met een combinatie van cijfers en letters schreef hij: De aanduiding der onderwerpen geschiedt door cijfers en letters en wel zoo, dat ieder cijfer of groep van cijfers en iedere letter (of, bij grootere uitbreiding, groep van letters) een nieuwe onderverdeeling aanduidt. Zoo is bijv. 10a1d, herstellen en beschoeien van wallen, een onderdeel van 10, onderhoud en beheer der objecten, van 10a, aanleg, onderhoud, v erbetering en opheffing en tenslotte van 10a1, kanalen en maren. Bij de bepaling van het onderwerp, waartoe het stuk behoort, ga men zooveel mogelijk van het bijzondere naar het algemeene en passe deze methode ook toe bij het opzoeken van stukken. Behandelt een stuk dus bijv. een kwestie, die betrekking heeft op aanleg, onderhoud, verbetering en opheffing van een dijk, en is het krachtens de nadere omschrijving ervan niet mogelijk het te plaatsen in een der onderverdeelingen van 10a9, als a, b en c, dan wordt het gerangschikt onder 10a9. Moet dit stuk teruggezocht worden, dan wordt nagegaan of het te vinden zal zijn in 10a9a, 10a9b of 10a9c; blijkt het daaronder niet te behooren, dan moet het geplaatst zijn in 10a9. Eigenaardig was de scheiding van eigendommen in: eigendommen niet voortvloeiend uit de publiekrechtelijke functie (7.d.) en eigendommen voortvloeiend uit de publiekrechtelijke functie (10.c.). De onderverdeling in onderdelen, bij de onderdeelsbesturen en de (onder)boden, is voortgezet in de hoofdafdeling Beheer en onderhoud betreffende de objecten Tochten, Zwetsloten en Duikers, waardoor de aanduidingen nodeloos ingewikkeld zijn gemaakt, bijvoorbeeld B 10 a 2 e = Bijzondere stukken [B]; Beheer en onderhoud der objecten [10]; aanleg, onderhoud, en verbetering [a]; van tochten [2] in het vijfde onderdeel (Bedum) [e]. Uit de door Biesta herordende stukken zijn in die tijd geen stukken vernietigd. De omvang van het archief was in die tijd blijkbaar nog zo gering, dat men de indruk had nog tal van jaren op dezelfde weg te kunnen doorgaan zonder dat er gebrek aan bergruimte zou ontstaan. Overigens is niet het gehele archiefbestand in het systeem-b opgenomen, met name niet de technische tekeningenvoorraad bij de waterbouwkundige en de leggers van gronden, kiezerslijsten e.d., die in ieder geval vanaf circa 1964 op de zolder van de doorrit hebben gelegen. Bij de herordening van de jaren dertig/veertig zijn A en B dossiers gevormd tot en met ongeveer 1934. De secretaris hield dus de stukken van na die tijd bij de hand, zonder ze meteen in te delen naar het plan van Biesta. Op den duur kwam hij echter in het nieuwste archief om; de stukken van na 1934 zijn voor een deel op goed geluk aan het Biesta-archief toegevoegd. Betreffende zaken en onderwerpen van langdurige aard hield Pettinga uiteraard een soort schaduwarchief bij. Bij de definitieve beschrijving Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

19 komt nu en dan zo n bestanddeel tevoorschijn, b.v. bij A/B 10a9b, betreffende de bedijking van de Kerkvoogdijpolder c.q. de uitvoering van landaanwinningswerken ten westen daarvan; het heeft veel tijd en moeite gekost zulke dossiers in de bestaande dossiers op te lossen en de vele dubbelen, en soms gemaakte afschriften van ingekomen stukken, te vernietigen. IV.1 Algemeen IV Verantwoording van de inventarisatie De archivalia van het waterschap van de jaren 1936 tot 1955 zijn zo goed en zo kwaad als het ging naar hetzelfde systeem toegevoegd aan het voorgaande archiefdeel. Dat niet altijd de juiste code is toegepast ligt voor de hand. Lang niet alle stukken in de latere dossiers waren op tijdsvolgorde gelegd. Van tijd tot tijd zijn voorts losse stukken van diverse herkomst uit de burelen van het waterschap aan het oude archief van Hunsingo toegevoegd; de laatste maal is dat in 1962 gebeurd met stukken afkomstig van secretaris Harkema. 21 De op de zolder van de oudste nieuwbouw van het waterschapshuis gevonden stukken van de ontvanger P. Koops (1948-1962), bestaande uit bewerkingsaantekeningen van de waterschapsomslag en andere financiële hulpboekhoudingen, zijn in 1974 vernietigd. Hoewel in principe niemand buiten de secretaris toegang tot het archief had, is in de jaren vijftig nog een zeer grote hoeveelheid achteraf gezien onnodige ballast in het archief terechtgekomen: in de jaren van haar verblijf ten waterschapshuize heeft mej. Van Dijk ten behoeve van haar onderzoek vele honderden verwijsbriefjes aan de dossiers toegevoegd. Bij de omwerking van het archief en de aanvulling met nieuwe stukken vanaf 1936 heeft geen vernietiging van stukken plaatsgevonden, hoewel Biesta in zijn handleiding de aanbeveling doet de op termijn te vernietigen stukken met een opvallend stempel v.v.v. (voor vernietiging vatbaar) te voorzien. Het systeem-biesta heeft voor het archief van Hunsingo tot een onoverzichtelijke hoeveelheid omslagen geleid, die het zoeken naar specifieke stukken gaandeweg bemoeilijkte. Men moet en kan zich afvragen of het überhaupt wel een goede gedachte is geweest het gehele oud-archief op deze wijze overhoop te halen en (onbedoeld!) in het ongerede te brengen. 22 Na de Tweede Wereldoorlog is de secretaris bij de vorming van het jongere archief in de ingewikkelde indeling en codering vastgelopen. 21 Biesta en anderen hebben op die elders gevonden stukken het opschrift verspreid gevonden gezet. 22 Uit de correspondentie over de herordening blijkt dat het werk met toestemming van de provinciale archiefinspecteur is uitgevoerd. Inleiding

20 Met het oog op de slechte toegankelijkheid van het oude archief van Hunsingo is begin jaren zeventig van de twintigste eeuw bij het bestuur de wens opgekomen het archief op moderne wijze te laten inventariseren en daardoor definitief te ontsluiten. Per 1 januari 1973 is ondergetekende hiervoor aangetrokken. Ondanks de specifieke opdracht om het archief van Hunsingo te ordenen en te beschrijven is daarvan in de eerste jaren niet veel terechtgekomen. Het toegankelijk maken van de archieven van andere waterschappen, met name van de Noordpolder en de Lauwerpolder, die ten gevolge van de opneming in het waterschap Hunsingo kort tevoren naar het waterschapshuis te Onderdendam waren overgebracht, moest om moverende redenen voorrang krijgen. Daarnaast bleken de archieven van de opgeheven molenpolders, het waterschap Electra, en de Groninger Waterschapsbond, in 1977 gevolgd door de archieven van de zogenoemde Noordoostelijke Kustpolders (de waterschappen Uithuizerpolder, Oostpolder Uithuizermeeden, Vierburen, Eemspolder, Emmapolder en Polderopwegen), en andere archieven van waterschappen een ordenende hand nodig te hebben om inzicht te krijgen in even zoveel administraties. In het betrekkelijk kleine waterschapskantoor te Onderdendam was het gewoonte om alle krachten, die van de archivaris niet uitgezonderd, te bundelen bij het voor de verzending klaarmaken van de begrotingen en de rekeningen, de aanslagbiljetten en de aanmaningen van de schouw. Bij ziekte en andere afwezigheid van de naaste collega, A.R. Veldman, moest een deel van zijn werk, het in- en uitboeken van de post, doorgang vinden. In- en extern onderzoek was nodig voor het maken van rapporten aan het bestuur. 23 Daarnaast ben ik intensief betrokken geweest bij het afscheid van secretaris Pettinga (1974) en voorzitter R.J. Clevering (1979), alsmede bij de voorbereiding van tentoonstellingen en diverse publicaties over de Groninger waterschappen in het algemeen en het waterschap Hunsingo in het bijzonder. In 1977 en 1983 ben ik beide malen verscheidene maanden in de slag geweest met opruiming en vernietiging van vele meters papier, het doornemen van de series begrotingen en rekeningen en zonodig aanvullen van die series met van de provinciale archiefinspectie teruggekeerde series. Ook de bewerking van dossiers betreffende verhuur en verpachting, aan- en verkoop en ruiling van eigendommen en aanspraken hebben toen zeer veel onderzoek en dus tijd gevergd, alleen al omdat in eerste instantie uiterst moeilijk was uit te maken of in gang gezette onderhandelingen tot een goed einde waren gebracht. Tot circa 1975 was het niet gebruikelijk afschriften van akten van verkoop van waterschapseigendommen van de notaris te vragen. Ook zijn in die jaren zeer veel beschrijvingen van dossiers en stukken gemaakt, maar door de verwarde staat van het archief als geheel kon ik me nog geen oordeel vormen over de gewenste structuur van een nieuwe inventaris. 23 Voorbeelden van dergelijke rapporten c.q. onderzoeken zijn: Ten behoeve van de onteigening van de zeedijk in het kader van de dijkverzwaring door het waterschap Ommelanderzeedijk en een procedure van het waterschap Hunsingo tegen de provincie Groningen inzake het onderhoud van de Reitdiepsdijken. Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

21 Nadat de toenmalige Rijksarchivaris in de provincie Groningen in 1984 een aanzienlijke hoeveelheid tot de archieven van de zijlvesten van het Hunsingokwartier behorende stukken aan het waterschap Hunsingo had overgedragen, is de definitieve herbeschrijving van de archieven van de zijlvesten en dijkrechten ter hand genomen. Deze werkzaamheden hebben in samenwerking met het Rijksarchief geleid tot de uitgave van: A.L. Hempenius en C. Tromp, Inventaris van archieven van zijlvesten en dijkrechten in het Rijksarchief in Groningen en bij het waterschap Hunsingo (Groningen 1994). Bij het opzoeken van gegevens in het oude Hunsingo-archief bleek mij al ras hoe ondoorzichtig de systematiek was en hoe na 1940 was geprobeerd de jongere stukken daarin te incorporeren. De eerste algemene bewerkingen van het archief hebben in 1974 en 1975 plaatsgevonden. Deze bestonden onder andere uit het vernietigen van dubbelen van begrotingen en rekeningen, het ompakken van het gehele archief in nieuwe archiefdozen en het verwijderen van metalen en plastic voorwerpen. 2 Daarna heb ik van tijd tot tijd voor korte perioden en soms ook maandenlang bewerkingen aan het archief kunnen uitvoeren, als het beschrijven van de series en het samenvoegen van de enorme hoeveelheid soort- en zaaksgelijke stukken uit de omslagen in de afdelingen A en B. In de jaren 1977, 1980 en 1983 is een begin gemaakt met de beschrijving van losse stukken en dossiers van min of meer afgesloten onderdelen van het archief. De beschrijving van omslagen met maar enkele stukken van allerlei aard vóór 1920 was lastig, omdat minuten van uitgaande stukken in onscheidbare delen zijn geschreven en er geen losse afschriften zijn vervaardigd. Biesta heeft met een stempel en aantekeningen met pen op ingekomen stukken vermeld waar de bijbehorende uitgaande brief (brieven) te vinden is (zijn), zodat het betreffende dossier met eenvoudige middelen kan worden aangevuld. Bij nader inzien is het maar in enkele gevallen nodig geweest deze omslagen te beschrijven als stukken ingekomen van. In december 2001 ben ik met de definitieve bewerking en beschrijving van het gehele archief begonnen. De inventaris en het archiefschema is definitief ingedeeld en genummerd eind januari 2003. In maart 2003 is het archief materieel bewerkt en verpakt in zuurvrije verpakkingsmaterialen. IV.2 Herinventarisatie bruggen Een zeer lastige soort stukken zijn de series bruggen gebleken. In 1983 en 1990 heb ik er lange tijd aan gewerkt, heel veel stukken opgeruimd en voor een deel beschrijvingen gemaakt. Op een enkel bestek na liggen de gewaarmerkte stukken in de serie 24 In de praktijk waren bij Hunsingo (en andere waterschappen) de meeste archiefdozen binnenste buiten gevouwen, waardoor het stoflipje achter het luchtgat vast kwam te zitten. Inleiding

22 Gezegelde contracten ; ik heb steeds nagegaan of het gewaarmerkte exemplaar aanwezig is. 25 Een enkele maal heb ik een dubbel in het dossier laten zitten, om de toekomstige gebruiker van de stukken te laten zien hoe een bestek uit die tijd er uit ziet. Bovendien bleek in enige gevallen een geschreven bestek voorzien te zijn van de aantekening/stempel van goedkeuring door Gedeputeerde Staten van Groningen (G.S. Groningen). Nu is bevonden dat de meeste geschreven bestekken overbodig waren en konden worden vernietigd, zijn verscheidene omslagen, die geen body meer hadden, vervallen; de te weinig losse stukken betreffende een brug of een complex van bruggen zijn toegevoegd aan de serie Algemeen. Een eigenaardig fenomeen uit de periode 1856-1934 zijn de bestekken en begrotingen voor het verven en teren van tientallen bruggen en soms ook andere waterschapsobjecten. Splitsing van stukken is hier al helemaal onmogelijk; een gebruiker kan daarom het beste de serie Gezegelde contracten (1856-1915) raadplegen. 26 Er is gebleken, dat in het waterschapsarchief tal van omslagen betreffende de bouw van particuliere, gemeentelijke en provinciale bruggen, alsmede van de benedenbouw van de brug bij Oosterdijkshorn (ten laste van het waterschap Fivelingo) voorkwamen; particulieren en gemeenten moeten ingevolge de keur van het waterschap vergunning voor het leggen en veranderen van bruggen aanvragen. Deze stukken behoren dan ook bij Vergunningen bruggen te worden geborgen; de formele brief houdende vergunningen terzake is vóór 1920 alleen als afschrift in het brievenboek te vinden. Zonder dat stuk heeft een omslag echter een open eind! Provincie en Rijk vielen vóór 1955 niet onder de keur van het waterschap. Opmerkelijk is dat tussen waterschap en provincie vóór 1900 al briefwisseling aanwezig is betreffende afmetingen van te bouwen bruggen door de provincie, waarbij het waterschap graag een vinger in de pap wil hebben. Verschillende stukken uit 10a8 heb ik vergeleken met de categorieën Vergunningen voor bruggen & Bediening van bruggen. Uiteindelijk is er nu een serie onsplitsbare algemene stukken, in de omvang van twee dikke pakken, overgebleven, en daarnaast omslagen met een eigen beschrijving. Bij het systeem Biesta ging het in de A-afdeling om enige archiefdozen en in de B- afdeling tot 1934 om 155 (!) omslagen. De beschrijving van de algemene stukken is zeer algemeen en ruim gehouden gezien de diversiteit van de overgebleven stukken. Ondanks het feit dat er in de loop van enige perioden van bewerking en beschrijving veel vernietigbare stukken aan deze pakken zijn onttrokken, is het doornemen van de algemene dossiers aan te bevelen, indien een onderzoeker gegevens van een bepaalde brug op wil sporen. Een goed voorbeeld is de Kruissteeklap over het Usquerdermaar, waarvan in het algemene 25 Voor de Gezegelde contracten zie inv. nrs. 837-841, 843 en 844. 26 Ibidem. Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)

23 dossier veel stukken zitten, omdat de voorzitters van het zevende onderdeel zeer veel over deze brug, die alleen tot uitrede van de eigenaar van de boerderij Grote Kruisstee dient, hebben gerapporteerd. Vooral in de tijd van de waterbouwkundige J.J. Vegter worden vrij veel interne brieven van zijn hand in de dossiers aangetroffen. Ik heb dat voor het merendeel gehandhaafd, omdat daaruit de organisatie bij het waterschap en de werkzaamheden van de waterbouwkundige naar voren komen. De beschrijvingen van de bijzondere omslagen zijn naar gelang van de inhoud van de omslag zeer verschillend. In één geval zijn enige stukken afkomstig uit het archief van het Winsumer- en Schaphalsterzijlvest gevonden, en uit arren moede meebeschreven. De definitieve beschrijving van de omslagen in de serie B beloopt een totaal van 70 omslagen, namelijk 60 omslagen vanaf 1856 tot 1934 en nog tien omslagen van na 1934; naderhand zijn aan B 10a8 vier omslagen onttrokken, die pasten bij de serie Vergunningen voor particuliere bruggen (Biesta 11c). Opvallend en verwarrend is het voorkomen van verschillende gelijke benamingen van bruggen, zoals de Nieuwtil bij Stedum en over het Rasquerdermaar, alsmede de provinciale Nieuwtil over het Boterdiep bij Middelstum, de Scheeftil over het Warffumermaar en bij Douwen, en de provinciale Scheeftil bij Ellerhuizen, en tenslotte de Wehesterklap ten noorden en ten zuiden van Wehe, die in 1861 respectievelijk 1862 door het waterschap zijn vervangen door vaste bruggen. De benaming Loopbrug naar Grijssloot gold voor een loopbrugje in het voetpad van Molenrijge naar Grijssloot over het Molenrijgstermaar (afgebroken omstreeks 1929) en voor een gelijke verbinding in het voetpad van Wehe naar Grijssloot over het kanaal langs Verhildersum. Met name de identificatie van de Wehesterklap en de loopbruggen hebben voor veel oponthoud gezorgd bij de definitieve beschrijvingen. Een doos vol stukken betreffende vergunningverlening door het waterschap aan particulieren en overheden is op 23 oktober 2002 gesplitst in twee pakken betreffende vergunningen voor bruggen van particulieren en voor de provincie, gemeenten en het waterschap Fivelingo (Biesta 11c). Ook deze twee beschrijvingen zijn zo algemeen mogelijk gesteld; vooral de stukken betreffende particuliere bruggen zijn heel divers van inhoud, maar het doorslaggevende punt van overeenkomst is het feit dat de onderhoudsplicht en de afmetingen in de leggers van schouwbare voorwaarden zijn opgenomen. Hoewel in een enkel geval bekend is, dat bruggen verwijderd zijn (b.v. brug over het Winsumerdiep ten behoeve van de steenfabriek van Timmer & Weg, ten westen van de Oude AE), zijn de vergunningsstukken bewaard. Als bijzonderheid kan worden vermeld dat er bij de vergunningen voor particuliere bruggen, evenals de vergunningen voor het bevaarbaar of bruikbaar maken van kleine wateren, gegevens zijn te vinden over het afgraven van wierden. Inleiding

2 IV.3 Vernietiging van archiefbescheiden In het begin van de jaren zeventig van de twintigste eeuw zijn de bijlagen bij de rekening over de jaren 1856-1932 door toedoen van de provinciale archiefinspectie in Groningen naar het voorschrift van de vernietigingslijsten grotendeels vernietigd. 27 Bij de selectie ter vernietiging is gebruik gemaakt van een tweetal selectiemiddelen die van toepassing zijn op de waterschapsarchieven. 28 De in het archief voorkomende vernietigbare stukken en andere aangetroffen ballast waren in de afgelopen jaren reeds voor het grootste deel verwijderd. Toch is niet alles, wat volgens de vernietigingslijst afgevoerd mocht worden, uit het archief verwijderd. De ontwikkeling van het waterschap en de waterschapsorganisatie heeft vooral in de twintigste eeuw nogal wat sporen achtergelaten, die interessant voor de toekomstige onderzoeker kunnen zijn. Daarnaast bevatten de interne correspondentie van de waterbouwkundigen en de onderdeelsvoorzitters met de voorzitter en de secretaris zeer gevarieerde gegevens over allerhande zaken. Eén van de doelen van de algemene inventarisatie is het vernietigen van stukken, die noch voor de administratie noch voor de historie van blijvend belang zijn. Zeker met betrekking tot de uitvoering van werken (samen deel uitmakend van onderverdeling A/B 10 van het plan-b) is hier en daar meer bewaard dan strikt noodzakelijk was. De ingekomen correspondentie van bestuursleden, sluiswachters en vooral de deskundige/waterbouwkundige geven in veel gevallen een goed beeld van de werkzaamheden van deze personen voor het waterschap in een tijd van geringe technische communicatiemiddelen (auto, telefoon enz.). Daarentegen zijn de zeer talrijke circulaires, algemene brieven en voorschriften, voorzover niet rechtstreeks van belang voor de organisatie van het waterschap, die vanaf 1940 tot kort na 1950 van de provincie, het Rijk, de Duitse bezetter en tal van andere instanties en bedrijven ontvangen zijn, vernietigd in de verwachting dat elders genoeg van deze stukken bewaard gebleven zijn Bestekken en tekeningen van provinciale bruggen zijn vernietigd in de verwachting dat deze stukken in het archief van de provincie te vinden zijn. 27 Deze categorie bijlagen moest toen veertig jaar worden bewaard. 28 Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden uit de archieven van de organen van waterschappen dagtekenende van ná 1850, Staatscourant 1981, nr. 181 en de Lijst van voor vernietiging/ bewaring in aanmerking komende archiefbescheiden van waterschappen van na 1935, Staatscourant 1993, nr. 69 d.d. 8 april 1994. Waterschap Hunsingo (1823) 1856-1955 (1991)