De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht



Vergelijkbare documenten
De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. (Deze gelijkenis kun je lezen in : Mattheüs 18:21-35 )

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

De gelijkenis van de verloren zoon.

Lees : Mattheüs 25:14-30

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

De gelijkenis van de onbeschaamde vriend. ( of over gebedsverhoring )

Eén ding is nodig. Deze geschiedenis kun je lezen in Lukas 10 :

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2)

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

De Dordtse Leerregels

De Dordtse Leerregels. Artikel 1 t/m 5

Vraag: Wat kun jij leren voor jouw gebed uit de structuur van het volmaakte gebed?

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Als je niet goed weet hoe je moet bidden, kun je het leren! Daarom gaan we in deze les kijken wat God ons te zeggen heeft over gebed.

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Jezus geeft zijn leven voor de mensen

De bruiloft van Simson

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

De Dordtse Leerregels

- Bijbellezing: Mattheüs 18 : Jezus uitleg over vergeven

Het onze Vader. Naam:

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

OOGGETUIGE. Johannes 20:30-31

Zondag 46 gaat over : Onze Vader, Die in de hemelen zijt.

De Bijbel open (30-11)

De Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 1. Artikel 12 t/m 14. Werkboek 3

Zondag 28 gaat over het Heilig Avondmaal (1)

Liturgie. 29 oktober Thema: De tafel van vergeving. Voorganger: ds. R.R.Eisinga Orgel / Piano: Warno Ruting

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 9 t/m 11

Jezus maakt mensen gelukkig

DE VERVOLGDE GEMEENTE

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

21 februari 2016 ONLINE MET GOD. Voorganger: Ds.H.Bondt Begeleiding: Entheos / Els Cornelisse

Vraag 1 Waar denk je aan bij het woord heilig? Schrijf dit op de briefjes Antwoord 1 Vraag naar de mening van de kinderen

3. a. Nee. b. Ze denken dat hij in de menigte meeloopt met vrienden, bekenden of familieleden. c. Drie dagen.

Zondag 25, vraag en antwoord 65, 66, 67 en 68.

Jezus en jij. Tekst: Willem de Vink. Illustraties: Arjan Wilschut, Timo Visser en Willem de Vink

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

Vraag 96 : Wat eist God in het tweede gebod?

de doop zoals wij die kennen is afkomstig van niemand minder dan de Here Jezus zelf

De Bijbel open (22-06)

Kingdom Faith Cursus Geloof

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Rechtvaardiging. Eindelijk gerechtigheid!

EEN PAAR BELANGRIJKE VRAGEN

Is dan het uiterlijk waterbad de afwassing van de zonde zelf?

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Preek Matteüs 18: mei 2017 Themadienst Feest van het Koninkrijk

Jezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24

1. Gods eigendom. Op Toonhoogte 265

Zondag 16 februari Protestantse Gemeente Biddinghuizen THEMA: Ho, stop, help!

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (1)

Bijbel voor Kinderen. presenteert HET EERSTE PAASFEEST

De Dordtse Leerregels

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON

Bijbel voor Kinderen. presenteert JONA EN DE GROTE VIS

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VROUW BIJ DE PUT

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 15 t/m 17

screensh Spreken met je Vader Het gebed dat Jezus leert Wie bidt tot wie?

Protestantse Gemeente De Levensbron te Rilland. Tweede zondag in de Advent, 6 december 2015 Kerkdienst van Woord en Sacrament

Knabbel en Babbeltijd.

PETRUS EN DE KRACHT VAN HET GEBED

Bij het gekozen thema: Het verlangen van God heb ik mij in de afgelopen dagen afgevraagd wat is mijn verlangen naar God?

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 5. Artikel 1 t/m 5. Werkboek 12

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: uur

Vandaag de vijfde bede: vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven onze schuldenaren.

In gesprek met God. In gesprek met God. In gesprek met God. m n. Marlies Medema & Agnes Huizenga

Samen Bijbellezen Lukas 10:25-37

HET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE

Bijbel voor Kinderen presenteert DE WIJZE KONING SALOMO

Wijkgemeente Ichthus Noordwijk. Met de rug tegen de. LEER ME LEREN 5, bewaarexemplaar. Ds. F. van Roest, zondag 15 december

Bijbel voor Kinderen. presenteert HET EERSTE PAASFEEST

Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b

Kinder Woord Dienst van Oase. Elke keer dat je komt, krijg je een Bijbel verhaal, Verzamel ze en je hebt je eigen Bijbel!

Pastoraat wat is dat?

Kindercatechese groep B - 7 januari 2018

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd

Er is toch niemand die jou aardig vindt. SUKKEL.

Kindvriendelijke liturgie 20 september Begin schooljaar Boekentassenwijding

Jouw reis door de Bijbel. Uitgeverij Jes! Zoetermeer

Marcus 10, Kleine en grote kinderen: iedereen is welkom bij Jezus

DE DUIVELSKERK IN 3. Luister, hoe je ketel zing! Hij neuriet de oude wijs van. Maar stop, hier is iets! Er zijn ook zware dromen...

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. A. Prins (Vriezenveen)

ZONDAG -voorbereiding op het Heilig Avondmaal- Heilig Avondmaal houden

Jaar A - Jezus! Samen op weg

Stilte vooraf. Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer. Uitleg

Toon mijn liefde, aan de ander dien de ander, zo heb Ik ook jou liefgehad. Heb elkaar lief, wat er ook gebeurt, de ander, zo heb ik ook jou

DE WIJZE KONING SALOMO

In de buik van een zwangere vrouw waren eens twee ongeboren kinderen: een kleine gelovige en een kleine scepticus.

Je bent jong en je wilt wat!

Transcriptie:

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht Lees : Mattheüs 18:21-35 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was,heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel dingen te leren. Iedere gelijkenis is ook een les voor jou. Het is belangrijk om het licht van de Heilige Geest te ontvangen, om daardoor te leren wat de Heere Jezus ons te zeggen heeft met Zijn onderwijs. Opdracht Vraag om het werk van de Heilige Geest in je hart. Vragen Iedereen loopt wel eens met vragen. Misschien loop jij wel met vragen die niemand weet. Of praat je wel eens over je vragen? Praten over je vragen is goed. Je kunt er van leren. Met wie kun je praten over je vragen? Met je ouders, een leerkracht op school, de dominee of een ouderling. Je kunt praten over je vragen met mensen die je kunt vertrouwen. Dat kan ook je opa of oma zijn, of een oom of tante. Misschien zijn jullie thuis wel gewend om over vragen te praten. Dat is goed. Soms kun je elkaar echt helpen. Weet je aan Wie je al je vragen mag vertellen? Aan de Heere, in je gebed. De Heere gebruikt middelen om antwoord te geven op je vragen. Eén middel is : de Bijbel. Soms lees je iets in de Bijbel wat precies bij jouw vraag past. Vraag om licht van de Heilige Geest om te geloven dat het antwoord, dat de Heere in Zijn Woord geeft, voor jou is. Er zijn nog meer middelen. De kerkdienst, catechisatie, of het luisteren naar een onderwerp op de club. Daarom moet je van al die middelen gebruik maken. Zijn er nog meer middelen? Ja, bijvoorbeeld het maken van je werkboek, over de gelijkenissen. De gelijkenissen zijn actueel. Het betekent dat ze bijna over alle onderwerpen gaan waar jij vragen over kunt hebben. Heb jij wel eens een vraag over het Koninkrijk van God? De discipelen wel.

Vragen Heb jij vragen? Met wie praat jij wel eens over je vragen? Schrijf eens vragen op Aan Wie mag je al je vragen vertellen? Welke middelen gebruikt de Heere om jou antwoord te geven? Krijg je altijd direct antwoord op je vraag? Staan er in de gelijkenissen soms antwoorden op vragen die wij kunnen hebben? Wat is er nodig om te geloven dat het antwoord uit de Bijbel voor ons persoonlijk leven is?

Een vraag aan de Heere Jezus De Heere Jezus heeft met Zijn discipelen gesproken over Zijn Koninkrijk. Hij heeft geleerd Wie er een plaats krijgt in Zijn Rijk. Om een plaats te krijgen in het Rijk van Koning Jezus is een nieuwe geboorte nodig. Wie opnieuw geboren wordt, geboren uit God, hoort bij Koning Jezus en Zijn Rijk. Wie bij Koning Jezus hoort, moet ook leren hoe een kind van Gods Koninkrijk behoort te leven. Mag een kind van Gods Koninkrijk hoogmoedig (trots) leven? Nee. Mag een kind van Gods Koninkrijk vragen of hij of zij de meeste mag zijn in Gods Koninkrijk? Nee. Het gaat in het Koninkrijk van Koning Jezus niet om de belangrijkste te willen zijn. Het gaat om de Koning. Dat moet geleerd worden. Het gaat er niet om of je de meeste bent, maar of je de minste kunt zijn. Toch vragen de discipelen een keer aan de Heere Jezus wie de meeste is in Zijn Koninkrijk. Het is geen goede vraag van de discipelen. Ze hadden beter kunnen vragen om genade en wijsheid om als een kind van Gods Koninkrijk te leven. Kinderen van Gods Koninkrijk moeten nog zoveel leren. Ze hebben onderwijs van hun Koning nodig en ze moeten niet doen wat ze zelf bedenken. Het antwoord van de Heere Jezus De Heere Jezus geeft antwoord op de vraag van de discipelen. De Heere Jezus gaat de discipelen leren dat ze niet hoogmoedig (trots) mogen zijn, maar nederig (eenvoudig) zoals een kind. Zoals een kind De Heere Jezus roept een kind en zegt tegen de discipelen: Jullie moeten als een kind worden. Moeten de discipelen kinderachtig doen? Nee, met het voorbeeld van een kind wil de Heere Jezus iets anders leren. De Heere Jezus wil leren, dat de discipelen net zo moeten leven als een kind. Kinderen laten hun ouders zorgen in hun leven. Zo moeten de discipelen de Heere laten zorgen. Een kind is eenvoudig, klein. Van dit voorbeeld moeten de discipelen leren om ook eenvoudig te leven en klein over zichzelf te denken. Als je klein over jezelf denkt, wil je de meeste niet zijn, maar de minste. Een les voor ons De les, die de discipelen van de Heere Jezus krijgen, is ook een les voor jou en iedereen. Door de zonde hebben wij een hoogmoedig hart. Er is bekering nodig, om ons van ons hoogmoedig hart te verlossen. En na de bekering is er nog een dagelijkse bekering nodig om van hoogmoed verlost te worden.

Hoogmoed is een erge zonde. Daarom moeten wij in ons gebed vragen : Heere, vergeef mijn hoogmoed. Leer mij klein van mij zelf denken en groot van U. Nog een vraag De discipelen hebben meer dan één vraag. Gelukkig gaan ze naar de Heere Jezus om een antwoord te vragen. Volg hun voorbeeld maar na. Petrus vraagt aan de Heere Jezus: Heere, hoe vaak zal mijn broeder (mijn naaste) tegen mij zondigen en ik hem vergeven? Tot zevenmaal? (zeven keer) De vraag gaat dus over het vergeven. We gaan eerst eens even aan ons eigen leven denken als het over het vergeven gaat. Misschien loop jij ook wel eens met een vraag over vergeven. Het zou kunnen. Vergeven Het zal je maar gebeuren Jij wil uit school op je fiets naar huis en een klasgenoot heeft je fietsband lek geprikt. Andere leerlingen vertellen wie het gedaan heeft. Wat ben je boos. Je zegt nijdig: Heeft hij dat gedaan? Dat vergeef ik hem nooit meer. Jij moet lopend naar huis. Gelukkig is het niet zo ver, maar je boze bui gaat niet over onderweg. Je vader maakt de band en probeert jou wat te kalmeren, maar het helpt niet. De andere dag komt je klasgenoot, die jouw band lek geprikt heeft, naar jou toe en zegt: Ik heb er spijt van wat ik gisteren gedaan heb, wil je het mij vergeven? Even twijfel je, maar dan zeg je: Nee, dat vergeef ik jou nooit. Jij vergeeft dus niet één keer. Hoeveel keer moet je eigenlijk vergeven? Nou, met dat probleem loopt Petrus ook. Daarom vraagt hij om raad bij de Heere Jezus. Het antwoord is weer een les voor ons allemaal. Niet tellen De vraag is bekend. Het gaat dus over het vergeven. Hoeveel keer moet dat? De Heere Jezus geeft het antwoord. Hij zegt: Je moet je naaste niet zeven keer vergeven, maar zeventig keer zeven keer. Zo wordt het geleerd in Gods Koninkrijk. Het betekent dat je niet moet tellen hoe vaak je je naaste vergeven moet als hij met berouw naar je toe komt. Om het antwoord nog duidelijker te maken, vertelt de Heere Jezus een gelijkenis. De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

Een koning en zijn knecht Er is een koning die diensknechten heeft. Geen gewone knechten die voor hem werken, maar ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor het belastinggeld over de provincies. Er is één dienstknecht die schuld bij de koning heeft. Hij heeft niet goed gedaan met het geld, dat eigenlijk van de koning was. Hij heeft het geld verkeerd uitgegeven. De diensknecht wordt bij de koning gebracht. De koning wil met hem afrekenen. (hij wil onderzoeken wat de knecht met het geld gedaan heeft) Nu komt het uit dat de knecht schuld bij de koning heeft. Schuld bij de koning De koning zegt tegen de dienstknecht: Jij hebt een groot bedrag schuld bij mij. Tienduizend talenten. (dat is ongeveer honderdduizend euro) De koning zegt: Betaal, wat jij mij schuldig bent. De dienstknecht schrikt. Het is waar. Hij heeft schuld bij de koning, maar hij heeft niets om te betalen. De koning zegt: Als jij je schuld niet kunt betalen, verkoop ik jou en je vrouw en je kinderen en alles wat van jou is. De dienstknecht beeft van schrik. Hij valt voor de koning op zijn knieën en zegt: Wees lankmoedig over mij, (heb geduld met mij) ik zal u alles betalen. Een streep door de schuld De koning ziet de man liggen en hoort hem om genade roepen. De koning weet dat de man zijn grote schuld nooit zal kunnen betalen. Hij laat zijn hart spreken. Zijn hart wordt warm van liefde voor deze man, die weet dat hij een grote schuld heeft, de schuld wil betalen, maar zo n grote schuld zelf niet kan betalen. ( Je kunt ook zeggen dat de koning vanbinnen in zijn hart met barmhartigheid bewogen is) Dan zegt de koning tegen zijn knecht: De grote schuld, die jij bij mij hebt, hoef je niet te betalen. Ik geef er een streep door. Ga naar huis met de gedachte: ik heb geen schuld meer bij de koning. Hij wil alles voor mij betalen. Wat een goede koning voor een schuldige dienstknecht. Ondankbaar De dienstknecht gaat naar huis. Plotseling ziet hij een collega van hem, die een kleine schuld bij hem heeft. Hij pakt zijn collega bij de keel en zegt: Betaal wat jij mij schuldig bent. Zijn collega valt voor hem neer en zegt: Heb geduld met mij, ik zal alles betalen. Wat deze collega vraagt, heeft de dienstknecht zelf ook aan de koning gevraagd. De koning heeft zijn grote schuld vergeven. Zal de dienstknecht nu de kleine schuld van zijn collega ook vergeven? Nee, de dienstknecht brengt zijn collega in de gevangenis. Hij zegt: Blijf hier zitten, tot je mij je schuld betaald hebt. Gemeen Andere dienstknechten zien alles.

Wat? Gooit de dienstknecht zijn collega in de gevangenis, die een kleine schuld bij hem had? Dat is gemeen. Zelf moest hij niet in de gevangenis van de koning en zijn schuld was veel groter. Wat doet de dienstknecht gemeen. Straf zonder einde De andere dienstknechten gaan naar de koning en vertellen wat de dienstknecht met zijn collega gedaan heeft. De koning is boos op zijn dienstknecht en laat hem roepen. De koning zegt: Jij boze dienstknecht, ik heb al je schuld vergeven, omdat je mij gebeden hebt. Je had hetzelfde moeten doen bij je collega. Je had medelijden met hem moeten hebben en ook een streep door zijn schuld moeten schrijven. Ik heb mij toch ook over jou ontfermd? (medelijden gehad) De koning zegt: Nu krijg je straf. Wat je met je collega gedaan hebt, laat ik nu met jou doen. Jij moet in de gevangenis. Daar zul je door pijnigers gestraft worden, tot je al je schuld betaald zult hebben. Al zijn schuld betalen? Dat is onmogelijk. Dus aan zijn straf komt nooit een einde. Opdracht De gelijkenis kun je lezen in Mattheüs 18:21-35. Na elk vers uit dit gedeelte komen er vragen. Lees de tekstverzen rustig door en geef daarna antwoord op de vraag of vragen. Het is de bedoeling dat je op deze manier de Bijbel beter leert begrijpen. Lees: Mattheüs 18:21 Wat vraagt Petrus aan de Heere Jezus? Lees : Mattheüs 18:22 Welk antwoord geeft de Heere Jezus aan Petrus? Lees : Mattheüs 18:23 Bij wie vergelijkt de Heere Jezus het Koninkrijk van de hemelen?

Lees : Mattheüs 18:24 Wie wordt er bij de koning gebracht? Waarom? Lees : Mattheüs 18:25 Heeft de man geld om zijn schuld te betalen? Wat wil de heer doen? Lees : Mathheüs 18:26 Wat doet de dienstknecht? Lees : Mathheüs 18:27 Wat zegt de heer? Lees : Mattheüs 18:28 Wat doet de knecht als hij buiten komt? Lees : Mattheüs 18:29 Wat vraagt de collega?

Lees : Mattheüs 18:29, 30 Wat doet de knecht? Lees : Mattheüs 18:31 Wat doen andere knechten? Lees : Mattheüs 18:32,33 Wat zegt de heer tegen de boze knecht? Lees : Mattheüs 18:34 Wat is het einde van de knecht? Wilde de knecht zeventig keer zeven keer vergeven? De betekenis van de gelijkenis Wat betekent deze gelijkenis voor mij? Iedere gelijkenis heeft een betekenis, ook voor jou. Waar gaat het eigenlijk om in de gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht? Zit er een boodschap in voor jou? Ja, een boodschap voor jou en je hart. Om de boodschap te begrijpen, gaan we iedere keer een stukje uit de gelijkenis lezen en dan aan de betekenis denken. Denk dan ook gelijk aan je eigen leven.

Het gaat om onderwijs wat alles met het Koninkrijk van God te maken heeft, dus het belangrijkste onderwijs. Een schuldig mens. In de gelijkenis vertelt de Heere Jezus dat een dienstknecht van de koning een grote schuld bij hem heeft. De schuld is zo groot, dat hij die niet kan betalen. Hij is een overtreder van de wet. Een overtreder van de wet is een schuldig mens. Denk even na! Door onze zonden zijn wij ook overtreders van de wet en hebben een grote schuld bij God. Wij zijn ook schuldige mensen. Elke zonde is schuld voor God De dienstknecht schrok van zijn schuld, toen hij bij de koning gebracht werd, eerder niet. Denk even na! Wij zijn neteender als die dienstknecht. De dienstknecht leefde eerst rustig verder, met zijn grote schuld. Wij leven ook rustig verder en maken iedere dag onze zondeschuld groter voor God. Hoeveel zonden doen wij op één dag? Hoeveel zonden doen wij in één week? Hoeveel zonden doen wij in één maand? Hoeveel zonden doen wij in één jaar? Zoveel, dat onze zonden niet te tellen zijn. Elke zonde is schuld bij God. Wij hebben een onbetaalbare schuld bij God. Betaal je schuld De koning zei tegen de dienstknecht dat hij zijn grote schuld moest betalen, anders zou er straf volgen. Overtreders van de wet verdienen straf. De dienstknecht had niets om te betalen. Denk even na! De Heere eist van ons ook betaling voor onze zondeschuld. De Heere moet dat eisen, want het moet eerlijk gaan in het Koninkrijk van God, anders volgt er straf. God heeft ons goed geschapen. Zoals God ons geschapen heeft, konden we gehoorzaam zijn aan Zijn heilige wet. Toen hadden we geen zondeschuld. Maar door onze zonden zijn wij overtreders van de wet geworden. Een overtreder van de wet moet betalen, maar wij hebben niets om te betalen. Wij staan bij God in de schuld. Heb geduld met mij De dienstknecht valt op zijn knieën voor de koning en vraagt of hij geduld met hem wil hebben. Hij zal zijn grote schuld betalen. Hij wil het zelf goed maken bij de koning, maar dat zal nooit gaan

Denk even na! Als de Heere een mens laat zien, door het werk van de Heilige Geest, dat hij een grote zondeschuld bij God heeft, wil hij zelf ook eerst proberen om het goed te maken met God. Maar met ons werk kunnen we onze zondeschuld niet betalen aan God. Ook niet als wij bidden : Heere, heb geduld, ik zal voor mijn zondeschuld betalen. Vragen over de betekenis van de gelijkenis (eerste stukje) Betekenis Zit er in iedere gelijkenis een les voor ons? Wat is het belangrijkste onderwijs? Een schuldig mens Wat is een overtreder van de wet? Ben jij ook een overtreder van de wet? Wat heb jij bij God? Iedere dag.zondeschuld groter Kan jij je zonden tellen die je op een dag, een week, een maand, een jaar doet? Wat is elke zonde? Wat eist God van ons? Moet de Heere dat eisen? Waarom?

Betaal je schuld Kunnen wij aan God betalen voor onze zonde? Wat wil een mens proberen als de Heere, door het werk van de Heilige Geest, laat zien dat hij een grote zondeschuld bij God heeft? Kunnen wij met ons werk betalen aan God voor onze zonden? Kan een engel voor ons betalen? Wie heeft er voor de zonden van Zijn kinderen betaald? Heeft Hij met geld betaald? Tweede stukje van de gelijkenis Ontferming De dienstknecht van de koning heeft alleen maar schuld en straf verdiend. Maar er gebeurt een wonder. De koning heeft medelijden met zijn dienstknecht, die met berouw over zijn schuld aan zijn voeten ligt. De koning laat zijn hart spreken en vergeeft al de schuld, die de dienstknecht bij hem heeft. De dienstknecht vroeg om geduld en hij kreeg vergeving. Vergeving is nog veel meer dan geduld. Vergeving is een wonder van ontferming, om de goedheid van de koning. Denk even na! Als de Heere, met Zijn Heilige Geest, berouw over onze grote zondeschuld in het hart werkt, leren we ook dat we straf verdiend hebben. Wie, door het werk van de Heilige Geest, met berouw over zijn zonden voor de Heere buigt, mag ook leren dat er bij God ontferming te krijgen is. Wat een wonder als je ontferming ontvangt. Ontferming is een genadegeschenk, om de goedheid van Koning Jezus. Je weet, genade kun je niet zelf verdienen. Genade heeft een Ander verdiend.

Als we denken over de vergeving van zonden, leert de Bijbel dat de Heere Jezus vergeving van zonden verdiend heeft voor Zijn kinderen. Daarom kan God al de zonden vergeven van mensen die bij de Heere Jezus horen. Dat wordt geleerd door het werk van de Heilige Geest. Geen ontferming Wat doet de dienstknecht als hij naar buiten gaat? Spreekt hij over de goedheid van de koning? Nee. Hij ziet een collega die een kleine schuld bij hem heeft en eist betaling van zijn kleine schuld. Zijn collega smeekt om geduld, dan zal hij alles betalen. Maar de onbarmhartige dienstknecht heeft geen medelijden met zijn collega en laat hem in de gevangenis brengen. Eigenlijk had de dienstknecht moeten zeggen : Collega, de koning heeft mij zo n grote schuld vergeven, nu vergeef ik jouw de kleine schuld die je bij mij hebt. Waarom zei hij dat niet? Dat zei hij niet omdat zijn hart niet veranderd was. De dienstknecht heeft geen ontferming over zijn collega. Denk even na! De Heere Jezus wil Zijn discipelen (en ons) het volgende leren: Als God je grote schuld, die je bij Hem hebt, vergeeft, vergeef dan ook de kleine schuld die een ander bij jou heeft. Als de Heere Zich over berouwvolle zondaren wil ontfermen, ontferm je dan ook over je naaste. Vergevingsgezindheid (willen vergeven) Andere knechten hebben gezien wat er gebeurd is. Ze gaan naar de koning en vertellen hoe onbarmhartig (boos) de dienstknecht met zijn collega gedaan heeft. De onbarmhartige dienstknecht moet bij de koning komen en krijgt straf. De dienstknecht moet naar de gevangenis en krijgt veel slagen. De dienstknecht moet in de gevangenis blijven, tot hij zijn grote schuld betaald heeft Dat zal hij nooit kunnen. Dus aan zijn straf komt geen einde. Die erge straf heeft de dienstknecht verdiend. Hij wilde niet vergeven. Hij was niet vergevingsgezind. Denk even na! Als wij onze naaste, die iets tegen ons heeft, niet willen vergeven, zondigen wij en doen niet wat de Heere eist in Zijn Koninkrijk. Als je een ander niet wil vergeven, is dat een bewijs dat je niet met je hart vergeving bij God hebt gevraagd. En dan zal God ook onze zonden niet vergeven. Als onze zonden niet vergeven zijn in ons leven, volgt er een eeuwige straf na onze dood. Vraag nu aan de Heere : Heere, vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. Nu kan het nog! Het is nog niet te laat!

Vergeven vergeven zonder te tellen zeventig keer zeven keer. Vragen over de betekenis van de gelijkenis (tweede stukje) Ontferming Wanneer leren we dat we straf van God verdienen om onze zonden? Wat leert God, door het werk van de Heilige Geest, als je met beoruw over je zonden voor God buigt? Wat betekent het woord ontferming? Wat leert de Bijbel over vergeving van zonden? Geen ontferming De dienstknecht kreeg vergeving van zijn grote schuld van zijn heer. Wilde hij een kleine schuld van zijn collega vergeven? Wat wil de Heere Jezus met dit voorbeeld leren? Vergevingsgezindheid Wat betekent het woord : vergevingsgezindheid? Wat doen wij als we onze naaste niet willen vergeven?

Is het goed in ons hart, als we onze naaste niet willen vergeven? Hoeveel keer moeten we een ander vergeven? Als onze zonden niet vergeven zijn in ons leven, wat volgt er dan na onze dood? Kunnen onze zonden nu nog vergeven worden? Welk gebed moeten wij bidden? In welk gebed staan deze regels? Opdracht! Lees voor jezelf Zondag 1-6 uit de Heidelbergse Catechismus. Denk aan twee dingen! Waar gaat het over in de gelijkenis? Waar gaat het over in de Zondagen van de Catechismus? Kun je daar antwoord op geven? Schrijf het op: