Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 2011-2016

Vergelijkbare documenten
ECABO Kans op werk en stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

ECABO - Trends binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

Kans op werk en kans op stage binnen de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen

Arbeidsmarktregio Oost-Utrecht

Arbeidsmarktregio Groot Amsterdam

Arbeidsmarktregio Zeeland

Arbeidsmarktregio Rijnmond

Arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord

Arbeidsmarktregio Gorinchem

Arbeidsmarktregio Drenthe

Arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek

Arbeidsmarktregio Zeeland

Arbeidsmarktregio Amersfoort

Arbeidsmarktregio Groot Amsterdam

Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht

Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs

Arbeidsmarktregio Noord-Holland Noord

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Oost-Utrecht, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

Arbeidsmarktregio Twente

Arbeidsmarktregio Achterhoek

Regiosheet. Arbeidsmarktregio Noord- en Midden-Limburg

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Midden-Utrecht, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio West-Brabant, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland

Arbeidsmarktregio Midden-Limburg

Arbeidsmarktregio Helmond - De Peel

Arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Achterhoek, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Districtsrapportage. NOORDWEST -Noord-Holland-Noord -Zuidelijk Noord-Holland

Arbeidsmarktregio Zuid-Limburg

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Gooi- en Vechtstreek, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Helmond - De Peel, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Arbeidsmarktregio Noord-Limburg

Arbeidsmarktregio Flevoland

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Friesland, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Achterhoek, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Zaanstreek/Waterland, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Midden-Gelderland, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Midden-Holland, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Zuid-Gelderland, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Arbeidsmarktregio West-Brabant

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Zaanstreek-Waterland, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Gooi- en Vechtstreek, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Friesland, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Groningen, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Arbeidsmarktregio Food Valley

Arbeidsmarktregio Midden-Gelderland

Arbeidsmarktregio Zuid-Gelderland

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Arbeidsmarktregio Groningen

Districtsrapportage. Oost

Regiosheet. Arbeidsmarktregio Gorinchem

Regiosheet. Arbeidsmarktregio Drechtsteden

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Haaglanden, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Groningen, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Regiosheet. Arbeidsmarktregio Zaanstreek-Waterland

Districtsrapportage. Middenwest

Regiosheet. Arbeidsmarktregio Zuid-Limburg

Regiosheet. Arbeidsmarktregio Stedendriehoek en Noordwest Veluwe

Regiosheet. Arbeidsmarktregio Groningen

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Drenthe, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Friesland, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Regiosheet. Arbeidsmarktregio Noord-Limburg

Dit is de regiosheet voor de arbeidsmarktregio Midden-Brabant, waarin de arbeidsmarkt wordt geschetst voor de beroepen in het ECABO-domein.

Districtsrapportage. Noord

Arbeidsmarktregio Zuidoost-Brabant

Districtsrapportage. Zuidwest

Districtsrapportage. Noord

Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs

Districtsrapportage. Zuidoost

Behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein

Districtsrapportage. Noord

Kerngegevens arbeidsmarkt en onderwijs. kwalificatierichting Commerciële beroepen

De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein

De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein

De behoefte aan Ad-opleidingen in het ECABO domein

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m maart 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

Districtsrapportage. Zuidoost

Figuur 1 Ontwikkeling aantal mbo vacatures naar opleidingsrichting van ECABO

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m maart 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m maart 2014

Districtsrapportage. Middenwest

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m maart 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m maart 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

ECABO Vacaturemeter mbo vacatures voor de economisch-administratieve, ICT en veiligheidsberoepen, april 2010 t/m juli 2014

Transcriptie:

Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 2011-2016

Colofon Status Auteurs Definitief Team Arbeidsmarktonderzoek ECABO M.m.v. Etil, Maastricht ECABO 2012 Overname voor eigen gebruik is toegestaan onder bronvermelding. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 2 / 105

Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding 13 1.1 Achtergrond Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 13 1.2 Leeswijzer 14 2 Arbeidsmarkt 15 2.1 Ontwikkelingen economie en werkgelegenheid 15 2.2 Werkgelegenheidsstructuur ECABO-domein 2011 16 2.2.1 Sectorale werkgelegenheid 16 2.2.2 Werkgelegenheid ECABO-beroepen 19 2.3 Verwachte ontwikkelingen werkgelegenheid 2012-2016 21 2.3.1 Landelijke werkgelegenheidsprognose 21 2.3.2 Werkgelegenheidsprognose ECABO-domein 23 3 Onderwijs 25 3.1 Opleidingen 25 3.2 Deelnemers 27 3.2.1 Instroom uit het vmbo 27 3.2.2 Deelnemers mbo en ECABO-domein 28 3.3 Diploma s mbo en ECABO-domein 30 3.4 Bestemming gediplomeerden 32 3.4.1 Doorstroom binnen het mbo 33 3.4.2 Onsuccesvolle doorstroom 34 3.4.3 Bestemming gediplomeerden die het mbo verlaten 35 4 Beroepspraktijkvorming 39 4.1 Leerbedrijven ECABO-domein 39 4.2 Erkenningen ECABO-domein 41 4.3 Leerplaatsen ECABO-domein 44 5 Arbeidsmarktperspectieven 47 5.1 Vacatures 2011 47 5.1.1 Aantal ontstane vacatures 47 5.1.2 Vacatures naar ECABO-richting 48 5.1.3 Vacatures naar district 49 5.1.4 Vacatures naar kwalificatie en vraag naar schoolverlaters 50 5.2 Verwachte ontwikkelingen 53 5.2.1 Landelijke prognose vacatures 2012-2016 53 5.2.2 Prognose vacatures ECABO-domein 2012-2016 54 5.2.3 Verwachtingen leerbedrijven 56 5.3 Aanbod op de arbeidsmarkt 57 5.3.1 Aanbodcategorieën 57 5.3.2 Arbeidsmarktinstroom mbo-schoolverlaters 58 5.3.3 Prognose arbeidsmarktinstroom vanuit mbo-onderwijs 59 5.3.4 Substitutie 63 5.3.5 Niet-werkend werkzoekenden 64 Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 3 / 105

5.4 Arbeidsmarktperspectieven 66 5.4.1 Perspectief schoolverlaters 66 5.4.2 Arbeidsmarktperspectief werkgevers 70 6 Stageperspectieven 73 6.1 Confrontatie vraag en aanbod 73 6.2 Stageperspectieven 74 7 Conclusies en aanbevelingen 77 7.1 Conclusies 77 7.1.1 Arbeidsmarkt 77 7.1.2 Onderwijs 77 7.1.3 Beroepspraktijkvorming 78 7.1.4 Kerngegevens per ECABO-richting 78 7.1.5 Confrontatie vraag en aanbod 81 7.2 Aanbevelingen 83 Bronvermelding 86 Bijlage 1 Onderzoeksmethodiek 87 Bijlage 2 Indeling bedrijfssectoren 90 Bijlage 3 Regio-indeling 91 Bijlage 4 Deelnemers en diploma s 93 Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 4 / 105

Samenvatting In de Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs van ECABO schetsen we een actueel beeld van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen. Daarnaast komen ontwikkelingen binnen het onderwijs aan bod op het gebied van deelname aan opleidingen, behaalde diploma s en bestemming van gediplomeerden. De ontwikkelingen hebben we aan de ene kant vertaald naar de situatie op de arbeidsmarkt vanuit het perspectief van werkgevers en aan de andere kant naar de arbeidsmarktperspectieven en stageperspectieven voor leerlingen binnen het ECABO-domein. Arbeidsmarkt Werkgelegenheid In 2011 zijn er ruim twee miljoen arbeidsplaatsen binnen het ECABO-domein (mbo plus hbo), hetgeen goed is voor 26% van de totale werkgelegenheid in Nederland. Het merendeel van deze arbeidsplaatsen, circa 1,25 miljoen, is te vinden op mbo-niveau (60%). Op hbo-niveau gaat het om ongeveer 830.000 arbeidsplaatsen (40%). De sector met veruit de meeste arbeidsplaatsen binnen het ECABO-domein (mbo en hbo samen) is de zakelijke dienstverlening (24%), gevolgd door handel en reparatie (17%) en vervoer en communicatie (13%). Binnen het ECABO-domein is het merendeel van de arbeidsplaatsen op mbo-niveau te vinden binnen de kwalificatierichtingen Financieel-administratief (27%), Commercieel (26%), en Secretarieel (24%). De economische groei komt in 2011 volgens het CPB uit op 1,5%. Deze groei is echter gerealiseerd in de eerste twee kwartalen. Als gevolg van deze groei is ook de werkgelegenheid in 2011 toegenomen, met 0,4%. In kwartaal 3 en 4 van 2011 is de nationale economie echter weer gekrompen. In de loop van 2011 heeft ook de Europese schuldencrisis geleid tot toenemende onzekerheden, hetgeen ook een dempende werking heeft op de werkgelegenheid. Mede als gevolg van deze schuldencrisis zal de (beperkte) werkgelegenheidsgroei in 2012 weer omslaan in een afname. Vanaf 2013 wordt een licht herstel van de werkgelegenheid verwacht. In de jaren erna zal er naar verwachting sprake zijn van een jaarlijkse stabiele groei, al is deze groei beperkt. Zo zal naar verwachting de werkgelegenheid gedurende de periode 2014-2016 jaarlijks tussen 0,5% en 1% groeien. Het totale ECABO-domein kent met jaarlijks gemiddeld 0,1% groei, ten opzichte van Nederland (0,4%) een minder positieve werkgelegenheidsontwikkeling gedurende de periode 2012-2016. In drie van de zes ECABO-richtingen zal de werkgelegenheid afnemen, namelijk Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (jaarlijks gemiddeld -0,9%), Juridisch (-0,4%), en ICT en media (-0,1%). Daarentegen zal de werkgelegenheid in de richting Secretarieel (0,4%), Commercieel (0,3%), en Financieel-administratief (0,3%) nog groeien. Vacatures In 2011 zijn er binnen het ECABO-domein ongeveer 207.000 vacatures ontstaan, waarmee het ECABO-domein circa 24% vormt van het totale aantal (ontstane) vacatures binnen Nederland (863.000). Het merendeel van de vacatures binnen het ECABO-domein is op mboniveau, namelijk109.900 vacatures (53%), terwijl er 97.200 vacatures op hbo-niveau zijn ontstaan (47%). Ongeveer 60 procent van de mbo-vacatures is geschikt voor schoolverlaters. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 5 / 105

Naar verwachting zal het aantal nieuwe mbo-vacatures voor ECABO-functies blijven stijgen naar 116.500 in 2016. Binnen het ECABO-domein heeft de richting Commercieel het grootste aantal mbo-vacatures (37.700), gevolgd door Financieel-administratief (22.500), en Secretarieel (21.000). Arbeidsmarktperspectieven landelijk Het ECABO-domein kan worden ingedeeld in drie segmenten: Economisch-administratief, ICT en Orde en veiligheid. Het aantal beschikbare arbeidsplaatsen voor leerlingen met een afgeronde mbo-opleiding is binnen de economisch-administratieve kwalificatierichtingen over het algemeen (ruim) voldoende tot goed. De perspectieven voor de niveau 3 en 4 opleidingen zijn over het algemeen gunstiger dan voor opleidingen op niveau 1 en 2. Uitzondering vormen de Directiesecretaresse/ managementassistent, Assistent communicatiemedewerker, en Medewerker evenementenorganisatie (allen niveau 4), waarvoor het aanbod vanuit het onderwijs naar verwachting groter zal zijn dan de vraag op de arbeidsmarkt. Binnen de economischadministratieve richtingen gelden de beste perspectieven voor Salarisadministrateur (4), Contactcenter teamleider (4), Junior accountmanager (4), Commercieel medewerker binnendienst (3), en Contactcenter medewerker (3). De kwalificatierichting ICT en media kenmerkt zich door gunstige vooruitzichten voor de niveau 4 opleidingen Applicatieontwikkelaar, Netwerkbeheerder, en ICT-beheerder, terwijl voor de Particulier digitaal onderzoeker (4) het arbeidsmarktperspectief matig is. De kans op een baan in het verlengde van de ICT-opleidingen op niveau 2 en 3 wordt met gering getypeerd: het aanbod van mbo ers vanuit deze opleidingen overtreft de vraag vanuit werkgevers. Binnen de kwalificatierichting Orde en veiligheid zijn de vooruitzichten overwegend voldoende. De opleidingen binnen het domein Defensie springen er gunstig uit. Voor de Assistent toezicht en veiligheid (1) zijn de perspectieven op werk in het verlengde van de gevolgde opleiding gering. Voor een aantal kwalificaties verschillen de landelijke arbeidsmarktperspectieven sterk 1 met die van vorig jaar. Voor de Assistent communicatiemedewerker en Medewerker evenementenorganisatie (beide niveau 4) zijn de perspectieven minder gunstig ten opzichte van de vorige prognose. Arbeidsmarktperspectieven regionaal De regionale arbeidsmarktperspectieven wijken niet sterk af van het landelijke beeld. Een aantal kwalificaties kent een iets grotere regionale variatie in de verwachte kansen op een baan. Dat geldt met name voor de Secretaresse (3) en Bedrijfsadministratief medewerker (2). De regionale perspectieven verschillen in een aantal gevallen sterk met die van vorig jaar. Wat daar uitspringt zijn de ongunstigere perspectieven voor de Assistent communicatiemedewerker en Medewerker evenementenorganisatie (beide niveau 4) in alle regio s. Voor de Directiesecretaresse/ managementassistent en Bedrijfsadministrateur (beide niveau 4), zijn de perspectieven in Middenwest en Noordwest ongunstiger dan vorig jaar. Voor de Telefonist/ receptionist (2) geldt dat in Noord en Zuidwest; voor de Netwerkbeheerder (4) in Noord, Oost, en Middenwest; en voor de Juridisch medewerker zakelijke dienstverlening (4) in Oost en Noordwest. In Tabel 5.11 op bladzijde 67 staan de landelijke en regionale arbeidsmarktperspectieven voor schoolverlaters voor de actuele kwalificaties van ECABO. 1 Positieve of negatieve afwijking van meer dan een categorie, bv. + t.o.v. = of =/- t.o.v. =/+ 2 Exclusief Informatiedienstverlening en Orde en veiligheid. Inclusief gaat het om bijna 86.000 leerlingen. 3 Exclusief Informatiedienstverlening en Orde en veiligheid. Inclusief gaat het om ongeveer 28.000 diploma s. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 6 / 105

Onderwijs In Nederland volgden 530.400 leerlingen een mbo-opleiding in het schooljaar 2010-2011. Hiervan volgde 14% een opleiding in het ECABO-domein (74.600 2 ). Het aandeel van het ECABO-domein binnen het mbo is daarmee ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van 2009-2010. De richting ICT en media is, net als voorgaande jaren, de grootste (20.350 leerlingen), gevolgd door Financieel-administratief (17.160), Commercieel (14.340), Secretarieel (11.680), Juridisch (8.150), en Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (2.890). Het aantal ECABO-leerlingen is het grootst in Middenwest en Oost. Ten opzichte van het jaar ervoor is het aantal gediplomeerden in ECABO-richtingen in 2010 gestegen tot 24.710 3. De grootste groep hierbinnen is Financieel-administratief (6.160), gevolgd door ICT en media (5.540), Secretarieel (4.820), Commercieel (3.940), Juridisch (2.840), en Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (1.410). Leerlingen hebben verschillende keuzes na diplomering: ze kunnen intern doorstromen binnen het mbo of kunnen het mbo verlaten. Vooral gediplomeerden op mbo-niveau 2 en 3 besluiten om door te stromen binnen het mbo. Van de gediplomeerden vanuit ECABO-richtingen die het mbo verlaten gaan de meesten aan het werk (42%). Een andere grote groep doet een vervolgopleiding buiten het mbo (34%). Anderen combineren werk en opleiding (14%), zijn werkloos (8%), of doen iets anders (2%). Het aandeel mbo-verlaters dat doorstudeert of werk en opleiding combineert, is voor ECABO-richtingen hoger en het aandeel dat gaat werken lager dan gemiddeld binnen het mbo. Het aandeel mbo-verlaters dat direct na de opleiding gaat werken is relatief groot in de richting Secretarieel. Ook gaan leerlingen vanuit de laagste drie mbo-niveaus significant vaker werken dan leerlingen met een opleiding op het hoogste mboniveau, die vaker doorstuderen. Inmiddels zijn ook de gegevens van het lopende schooljaar 2011-2012 beschikbaar. In totaal gaat het om bijna 83.500 deelnemers en ruim 27.000 diploma s binnen het ECABO-domein, inclusief Informatiedienstverlening en Orde en veiligheid. Beroepspraktijkvorming Bij het onderdeel beroepspraktijkvorming (BPV) geven de stageperspectieven de verwachte verhouding aan tussen aanbod van en vraag naar stageplaatsen in het lopende schooljaar. Een min-teken geeft aan, dat de verwachte vraag groter zal zijn dan het aanbod. Dit betekent niet dat de leerling geen kans heeft op een leerplaats tijdens de opleiding, maar is wel een signaal dat met het reguliere aanbod bij erkende leerbedrijven naar verwachting onvoldoende in de vraag kan worden voorzien. Betrokken partijen (mbo-instellingen, kenniscentra en leerbedrijven), zullen in voorkomende gevallen extra actie moeten ondernemen om iedereen aan een passende leerplaats te kunnen helpen. Trends Door de economische teruggang, reorganisaties en bezuinigingen, staat het aanbod van leerplaatsen onder druk. Leerbedrijven geven daarnaast doorgaans de voorkeur aan stagiairs van de hogere niveaus, ook wanneer de werkzaamheden geschikt zijn voor lagere niveaus. Er is bij enkele opleidingen op niveau 4 tevens sprake van verdringing door hbo ers. Op de lagere niveaus is sprake van een relatief grote groep leerlingen die specifieke aandacht nodig heeft of te kampen heeft met motivatie- of gedragsproblemen. Bij bedrijven die slechte ervaringen met deze leerlingen hebben gehad wordt het animo om op te leiden geringer. 2 Exclusief Informatiedienstverlening en Orde en veiligheid. Inclusief gaat het om bijna 86.000 leerlingen. 3 Exclusief Informatiedienstverlening en Orde en veiligheid. Inclusief gaat het om ongeveer 28.000 diploma s. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 7 / 105

Stageperspectieven landelijk Op landelijk niveau zijn de vooruitzichten op een stageplaats voor het grootste deel van de ECABO-kwalificaties voldoende tot ruim voldoende. Dat geldt niet voor de Bedrijfsadminstratief medewerker (2), Particulier digitaal onderzoeker (4), Medewerker ICT (2), Coördinator beveiliging (3), en Assistent toezicht en veiligheid (1). Voor deze kwalificaties zijn er meer leerlingen dan er stagemogelijkheden zijn. Daarnaast blijven binnen de economisch-administratieve kwalificatierichtingen een aantal opleidingen qua perspectief wat achter bij de rest, namelijk Telefonist/receptionist (2), Secretarieel medewerker (2), Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (1), en de niveau 4 opleidingen Assistent accountant, Medewerker evenementenorganisatie, Medewerker sociale zekerheid, en Juridisch medewerker openbaar bestuur. Voor de Contactcenter teamleider (4) zijn er naar verwachting nog niet voldoende stageplekken beschikbaar. Ten opzichte van de prognose van vorig jaar zijn er geen grote verschillen. Er is over het algemeen sprake van iets minder gunstige perspectieven. Stageperspectieven regionaal De verwachte regionale kansen op een stageplaats wijken op een beperkt aantal punten sterk af van het landelijke beeld. In Noord wijken de perspectieven voor de Junior accountmanager (4) en Commercieel medewerker binnendienst (3) in negatieve zin af van het landelijke beeld. In Zuidwest geldt dat voor de Contactcenter medewerker (3) en Informatieverzorger (4), en in Zuidoost voor de Applicatieontwikkelaar (4). Voor de Coördinator beveiliging (3) wordt in Zuidoost een positiever beeld verwacht dan landelijk. De regionale perspectieven verschillen niet sterk met die van vorig jaar. In Oost is de verwachting voor de Medewerker beheer ICT (3) naar beneden bijgesteld en in Middenwest geldt dat voor de Assistent accountant en Salarisadministrateur (beide niveau 4). Bij de laatstgenoemde kwalificatie is dat ook in Noordwest het geval. In Zuidwest gelden gunstigere verwachtingen ten opzichte van vorig jaar voor de Financieel-administratief medewerker (3), en de ICT opleidingen Applicatieontwikkelaar, Netwerkbeheerder, en ICT-beheerder (allen niveau 4). In Tabel 6.1 op bladzijde 75 worden de landelijke en regionale stage perspectieven gepresenteerd voor de actuele kwalificaties van ECABO. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 8 / 105

Conclusies en aanbevelingen Conclusies Er is sprake van een goede aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs als vraag naar en aanbod van arbeid en stageplaatsen zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin goed op elkaar zijn afgestemd. Leerlingen hebben in een dergelijke evenwichtssituatie goede arbeidsmarkten stageperspectieven en werkgevers hebben geen knelpunten in de personeelsvoorziening. Vraag en aanbod blijken in de praktijk echter vaak niet goed te matchen. Uit het onderzoek blijkt, dat het aantal ontstane vacatures voor ECABO-gerelateerde beroepen het afgelopen jaar licht is toegenomen. Het aantal niet-werkende werkzoekenden blijft met name binnen de richtingen Secretarieel, Financieel-administratief, en Commercieel relatief hoog. Werkgevers kunnen voor de meeste functies putten uit een groot aanbod van arbeid. Voor leerlingen in het ECABO-domein is de huidige arbeidsmarkt minder gunstig. Voor werkgevers is het perspectief wisselend. Het perspectief voor de richtingen Secretarieel, Financieel-administratief en Juridisch (met uitzondering van de Medewerker personeel en arbeid), is overwegend ruim tot zeer ruim. Daarentegen is de arbeidsmarkt binnen de richting Commercieel zeer krap voor de Commercieel medewerker binnendienst en Contactcenter medewerker (beide niveau 3). De arbeidsmarkt is krap voor de Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (4), en binnen de richting ICT en media voor de Applicatieontwikkelaar en de Netwerkbeheerder (beide niveau 4). Voor leerlingen blijkt de uitgangspositie qua kans op werk en kans op stage uit de volgende tabel. De landelijke arbeidsmarktperspectieven (verticaal) en stageperspectieven (horizontaal) worden daarvoor met elkaar geconfronteerd. Als we de arbeidsmarkt- en stageperspectieven van de ECABO-opleidingen vergelijken op landelijk niveau, dan is het gecombineerde perspectief voor bijna de helft van de opleidingen voldoende tot ruim voldoende. Voor enkele opleidingen binnen de lagere opleidingsniveaus (niveau 1 en 2) en voor een beperkt aantal opleidingen op hoger niveau worden knelpunten verwacht. Er zijn situaties waar zowel knelpunten op de arbeidsmarkt- als stagemarkt worden verwacht. Met name in deze gevallen is een betere afstemming van de onderwijsinstroom op de (regionale) arbeidsmarktbehoefte van belang. Dit geldt met name voor de Medewerker ICT (2) en Assistent toezicht en veiligheid (1), waarbij zowel de kans op werk als de kans op stage gering is. Daarnaast zijn de perspectieven ook minder gunstig voor de Particulier digitaal onderzoeker (ICT niveau 4), Coördinator beveiliging (3), Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (1), Medewerker Evenementenorganisatie (4), en Medewerker beheer ICT (3). Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 9 / 105

Confrontatie arbeidsmarkt- en stageperspectieven ECABO, landelijk Kans op werk Kans op stage + =/+ = =/- - + =/+ = =/- - Bron: Etil, ECABO Directiesecretaresse/ managementassistent (4) Junior accountmanager (4) Salarisadministrateur (4) Contactcenter teamleider (4) Commercieel medewerker binnendienst (3) Contactcenter medewerker (3) Applicatie ontwikkelaar (4) Aankomend onderofficier veiligheid en Telefonist/receptionist (2) Netwerkbeheerder (4) vakmanschap (3) ICT-beheerder (4) Medewerker personeel en arbeid (4) Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (4) Aankomend medewerker veiligheid en vakmanschap (2) Secretaresse (3) Financieel administratief medewerker (3) Assistent accountant (4) Bedrijfsadministratief medewerker (2) Marketing medewerker (4) Bibliotheekmedewerker (4) Informatieverzorger (4) Handhaver toezicht en veiligheid (3) Beveiliger (2) Bedrijfsadministrateur (4) Secretarieel medewerker (2) Particulier digitaal onderzoeker (4) Juridisch medewerker zakelijke dienstverlening (4) Medewerker sociale zekerheid (4) Coördinator beveiliging (3) Medewerker toezicht en veiligheid (2) Juridisch medewerker openbaar bestuur (4) Assistent communicatiemedewerker (4) Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (1) Medewerker ICT (2) Medewerker evenementenorganisatie (4) Assistent toezicht en veiligheid (1) Medewerker beheer ICT (3) Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 10 / 105

Aanbevelingen Voor onderwijsinstellingen in het mbo blijft het geven van eerlijke voorlichting en goede begeleiding en advisering van nieuwe leerlingen bij hun studiekeuze, en van zittende leerlingen bij de keuze voor een vervolgopleiding, van groot belang. Verder is het van belang leerlingen te stimuleren om door te leren en het opleidingsniveau te verhogen, vooral in de kwalificaties met gunstige perspectieven. Goede voorlichting is daarbij van wezenlijk belang, om uitval van doorstromers zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast is belangrijk dat leerlingen werkervaring opdoen, aangezien werkgevers daar veel belang aan hechten. Met betrekking tot beroepspraktijkvorming blijft het van belang meer leerplaatsen ingevuld te krijgen voor de kwalificaties waar knelpunten worden voorzien, door het beschikbare aanbod aan stageplaatsen beter te benutten en door bij de organisatie en planning van de stageperiodes zo goed mogelijk aan te sluiten bij de wensen en mogelijkheden van de leerbedrijven. Als er meer opleidingsinstellingen in dezelfde regio opereren, is onderlinge afstemming belangrijk, om de beschikbare stagecapaciteit optimaal te gebruiken. Bij een betere afstemming tussen de vraag en het aanbod op de stagemarkt nemen de regionale tekorten of overschotten aan stageplaatsen af (de zogenoemde mismatch ). Onderwijsinstellingen moeten hiervoor kritisch bezien of de regionale arbeids- en stagemarkt de grote groepen leerlingen en schoolverlaters wel kan opnemen (Macrodoelmatigheid). Voor werkgevers blijft in algemene zin het advies om te anticiperen op de verwachte ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De huidige arbeidsmarkt is weliswaar ruim, maar de verwachting is dat deze de komende jaren weer krapper wordt door de aantrekkende economie en door het uittreden van een relatief grote groep oudere werknemers. Voor werkgevers is het van belang strategisch HR-beleid te ontwikkelen, waarbij vroegtijdig wordt gekeken naar de (kwantitatieve en kwalitatieve) personeelsbehoeftes, rekening houdend met innovatieve ontwikkelingen. Werkgevers zullen ervoor moeten zorgen dat zij ook op termijn voldoende (nieuw) personeel kunnen inzetten of aantrekken. Het advies voor werkgevers komt neer op het investeren in het reeds aanwezige personeel (leven lang leren), in aantrekkingskracht en imago met het oog op toekomstige nieuwe instroom, en in mogelijk toekomstig personeel door het aanbieden van (extra) stageplaatsen en leerbanen. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 11 / 105

Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 12 / 105

1 Inleiding 1.1 ACHTERGROND MONITOR ARBEIDSMARKT EN BEROEPSONDERWIJS ECABO brengt elk jaar de Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs uit. Hierin wordt een actueel beeld geschetst van de ontwikkelingen op de (regionale) arbeidsmarkt voor de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen. Daarnaast worden ontwikkelingen binnen het onderwijs beschreven voor het ECABO-domein, op het gebied van deelname aan opleidingen, behaalde diploma s en bestemming van gediplomeerden. De ontwikkelingen worden vertaald naar de situatie op de arbeidsmarkt vanuit het perspectief van werkgevers en naar de arbeidsmarktperspectieven en stageperspectieven voor leerlingen in de betreffende opleidingen. De gepresenteerde informatie is waardevol voor diverse partijen, zoals voor instellingen binnen het beroepsonderwijs, (toekomstige) onderwijsdeelnemers, overheid, intermediairs, bedrijven en instellingen en hun organisaties, en voor ECABO zelf. ECABO is in 2007 de samenwerking aangegaan met Etil, om een arbeidsmarktinstrument te ontwikkelen waarmee de informatievoorziening van ECABO met betrekking tot de arbeidsmarktsituatie en -ontwikkelingen voor de beroepen in haar domein, geoptimaliseerd wordt. De afgelopen jaren is het arbeidsmarktinstrument door Etil in samenwerking met ECABO en Research voor Beleid verder doorontwikkeld. Niet alleen is de omvang van de informatie toegenomen, ook de methodiek om tot deze resultaten te komen is verder verbeterd. In bijlage 1 staat een uitgebreide onderzoeksverantwoording. De informatie in het voorliggende rapport over de thema s arbeidsmarkt en onderwijs is grotendeels gebaseerd op het eindrapport van Etil Arbeidsmarkt ECABO-domein 2011-2016 (maart 2012). In het betreffende rapport heeft Etil gewerkt met prognoses van het CPB van december 2011. Het onderzoek, dat in het najaar van 2011 is uitgevoerd, levert informatie op over de structuur van vraag en aanbod binnen het ECABO-domein, op basis waarvan een situatieschets met realisatiecijfers gepresenteerd wordt. Deze structuur wordt uitgesplitst naar regio, sector, ECABO-richtingen en ECABO-kwalificaties. Tevens wordt een doorvertaling gemaakt van de verwachte ontwikkelingen aan de vraag- en aanbodzijde van het ECABOdomein in de periode 2012-2016. Tot slot worden de ontwikkelingen in vraag en aanbod gecombineerd om zo inzicht te krijgen in het arbeidsmarktperspectief voor werkgevers en schoolverlaters voor de afzonderlijke kwalificaties. Naar aanleiding van deze Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs zal weer het boekje Perspectief op werken en leren in de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen uitgebracht worden, evenals de sectorboekjes per ECABO-richting. Daarnaast verschijnen weer regionale rapportages, namelijk zes districtsrapportages en 30 regiosheets. Voor elk van de 30 arbeidsmarktregio s wordt dit jaar weer een factsheet opgesteld, met kerninformatie over vraag, aanbod en arbeidsmarkt- en stageperspectieven binnen het ECABO-domein. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 13 / 105

1.2 LEESWIJZER Hoofdstuk 2 schetst een beeld van de werkgelegenheidsstructuur binnen het ECABO-domein. We gaan in op de opbouw van de (regionale) werkgelegenheid van de beroepsgroepen die ECABO behartigt en de bedrijfssectoren waar ze voorkomen. Tevens komen de verwachte werkgelegenheidsontwikkelingen aan bod. Het onderwijs staat centraal in hoofdstuk 3. We presenteren de ontwikkeling van aantallen deelnemers en gediplomeerden binnen de ECABO-opleidingen en de bestemming van gediplomeerden. Hoofdstuk 4 gaat in op de aanbodzijde van de stagemarkt binnen het ECABO-domein. De opbouw van het bedrijvenregister van ECABO wordt weergegeven en het overzicht met erkenningen naar regio. Tevens wordt ingegaan op het aantal geregistreerde leerplaatsen. In hoofdstuk 5 staan de arbeidsmarktperspectieven centraal. De landelijke en regionale ontwikkelingen aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt komen aan de orde in termen van ontstane vacatures en vacatures geschikt voor schoolverlaters. De vraag vanuit de arbeidsmarkt wordt afgezet tegen het aanbod, bestaande uit arbeidsmarktinstroom vanuit het mboonderwijs en niet-werkend werkzoekenden. We sluiten af met het arbeidsmarktperspectief voor de ECABO-kwalificaties, vanuit de optiek van werkgevers en vanuit de optiek van gediplomeerde schoolverlaters. In hoofdstuk 6 presenteren we de stageperspectieven voor leerlingen binnen het ECABOdomein. De informatie is voornamelijk gebaseerd op de inventarisatie onder de buitendienstadviseurs van ECABO en geeft de verwachtingen weer ten aanzien van de mate waarin met het reguliere aanbod van leerplaatsen door leerbedrijven kan worden voorzien in de vraag vanuit het onderwijs. We sluiten in hoofdstuk 7 af met de belangrijkste ontwikkelingen op de arbeids- en onderwijsmarkt. De arbeidsmarkt- en stageperspectieven voor leerlingen worden met elkaar vergeleken en er wordt een beeld geschetst van de mate van aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Tot slot doen we een aantal aanbevelingen voor onderwijsinstellingen en werkgevers. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 14 / 105

2 Arbeidsmarkt In dit hoofdstuk belichten we de vraagzijde van de arbeidsmarkt, door in te gaan op diverse aspecten van werkgelegenheid 4. Eerst wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen van de economie en de werkgelegenheid. Vervolgens wordt de structuur van de werkgelegenheid beschreven. We gaan in op de beroepsgroepen die ECABO behartigt en de bedrijfssectoren waar die beroepsgroepen voorkomen. Daarna wordt een prognose gegeven van de werkgelegenheidsontwikkeling in de periode 2012-2016. 2.1 ONTWIKKELINGEN ECONOMIE EN WERKGELEGENHEID Ondanks dat er vorig jaar tekenen waren van terugkerende economische groei, verslechterden deze vooruitzichten in de loop van 2011. Volgens de inzichten van het CPB zal de groei van de Nederlandse economie in heel 2011 uitkomen op 1,5%. Deze groei is voornamelijk gerealiseerd in de eerste helft van 2011. In het derde kwartaal van 2011 is de nationale economie met 0,3% gekrompen, en ook voor het vierde kwartaal van 2011 wordt krimp verwacht. De Nederlandse economie bevindt zich momenteel dan ook in een recessie. De economische krimp zal naar verwachting in de eerste twee kwartalen van 2012 doorzetten. Pas in de tweede helft van 2012 zal enig herstel optreden, waardoor in 2012 de groei van het bruto binnenlands product naar verwachting zal uitkomen op -0,5%. De economische krimp volgt uit de verwachte teruggang van de wereldhandel. Bovendien houden consumenten en investeerders als gevolg van de economische onzekerheid hun vinger op de knip. De groei wordt ook gedrukt door het restrictieve begrotingsbeleid van de rijksoverheid. In de decemberraming gaat het CPB uit van een situatie waarin de schuldencrisis niet snel wordt opgelost, maar er ook geen verdere neerwaartse escalatie ontstaat. In de raming is aangenomen dat de financiële markten in de loop van 2012 enigszins tot rust komen en dat de economische groei dan ook weer begint aan te trekken. De landelijke werkgelegenheid zal naar schatting tussen 2010 en 2011 zijn gekrompen met ongeveer 1%: een afname van circa 80.300 arbeidsplaatsen. Voor 2012 wordt een verdere afname van de werkgelegenheid verwacht van 0,5%. Vooralsnog drukt de grote onzekerheid echter op de Europese economieën. Daarnaast zijn in Nederland verdere overheidsbezuinigingen ook niet uitgesloten. Naar verwachting zullen deze ontwikkelingen ook op middellange termijn een dempende werking hebben op de Nederlandse economie, waardoor de economische groei voor de periode 2012-2016 lager zal uitvallen dan eerder werd gedacht. De economische ontwikkelingen zijn op zowel korte als middellange termijn met veel onzekerheid omgeven. 4 Vacatures en arbeidsaanbod komen in hoofdstuk 5 aan de orde. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 15 / 105

2.2 WERKGELEGENHEIDSSTRUCTUUR ECABO-DOMEIN 2011 2.2.1 Sectorale werkgelegenheid Het werkgebied van ECABO beslaat de hele economie. De beroepsgroepen die ECABO behartigt, komen namelijk in een grote diversiteit van bedrijven en instellingen voor. Voor het in beeld brengen van de vraag binnen het ECABO-domein is dit lastig, aangezien er geen kant en klare gegevens beschikbaar zijn over de omvang en de sectorale samenstelling van de vraag binnen de afzonderlijke ECABO beroepsgroepen. Etil heeft in samenwerking met ECABO en Research voor Beleid een arbeidsmarktmodel ontwikkeld waarmee het mogelijk is, om op een laag aggregatieniveau inzicht te krijgen in de vraag binnen het ECABO-domein 5. In de beroepsgerichte kwalificatiestructuur 6 van ECABO worden de volgende beroepsrichtingen onderscheiden: Secretarieel (SEC) Financieel-administratief (FIN) Commercieel (COM) Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (BV) Juridisch (JUR) ICT en media (ICT) Orde en veiligheid (O&V) Informatiedienstverlening (IDV) In tabel 2.1 is de sectorale verdeling van het aantal arbeidsplaatsen weergegeven. Er is onderscheid gemaakt tussen mbo- en hbo-niveau. De gegevens voor het ECABO-domein zijn afgezet tegen de totale Nederlandse werkgelegenheid. Tabel 2.1 Sectorale verdeling arbeidsplaatsen in Nederland totaal en binnen het totale ECABOdomein (absoluut en in %), 2011 NL ECABO ECABO ECABO NL ECABO ECABO ECABO Bedrijfssector Totaal mbo hbo mbo+hbo Totaal mbo hbo mbo+hbo absoluut absoluut absoluut absoluut % % % % Landbouw en visserij 239.400 22.600 4.900 27.500 3,0 1,8 0,6 1,3 Industrie en nutsbedrijven 878.500 115.800 72.500 188.300 10,9 9,4 8,7 9,1 Bouwnijverheid 489.500 42.300 17.400 59.700 6,1 3,4 2,1 2,9 Handel en reparatie 1.418.200 243.300 117.100 360.400 17,6 19,8 14,1 17,5 Horeca 343.100 18.500 5.200 23.800 4,3 1,5 0,6 1,2 Vervoer en communicatie 674.300 159.100 111.600 270.700 8,4 12,9 13,4 13,1 Financiële dienstverlening 238.400 90.200 71.800 162.100 3,0 7,3 8,6 7,9 Zakelijke dienstverlening 1.165.300 255.400 246.400 501.800 14,4 20,7 29,6 24,3 Overheid 433.800 103.400 58.700 162.000 5,4 8,4 7,1 7,8 Onderwijs 540.300 34.700 45.200 79.900 6,7 2,8 5,4 3,9 Zorg en welzijn 1.294.500 108.500 51.400 159.800 16,0 8,8 6,2 7,7 Cultuur en overige dienstverlening 350.600 37.900 29.800 67.700 4,3 3,1 3,6 3,3 Totaal 8.065.900 1.231.700 832.000 2.063.700 100,0 100,0 100,0 100,0 Bron: ECABO, ROA, LISA, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. 5 Voor een toelichting op het model zie bijlage 1 Onderzoeksmethodiek. 6 De richting Logistiek maakt hiervan geen deel meer uit. Binnen het platform MBO Kunstonderwijs heeft ECABO meegewerkt aan de ontwikkeling van de competentiegerichte kwalificatie Artiest. Kenniscentrum GOC is penvoerder. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 16 / 105

In 2011 zijn er ruim twee miljoen arbeidsplaatsen binnen het ECABO-domein (mbo plus hbo), hetgeen goed is voor 26% van de totale werkgelegenheid in Nederland. Het merendeel van deze arbeidsplaatsen, circa 1,25 miljoen, is te vinden op mbo-niveau (60%). Op hbo-niveau gaat het om ongeveer 830.000 arbeidsplaatsen (40%). De sector met veruit de meeste arbeidsplaatsen binnen het ECABO-domein (mbo en hbo samen) is de zakelijke dienstverlening (24%), gevolgd door handel en reparatie (17%) en vervoer en communicatie (13%). De sector handel en reparatie en zorg en welzijn kennen binnen het ECABO-domein relatief veel arbeidsplaatsen op mbo-niveau, terwijl de sectoren zakelijke dienstverlening en onderwijs relatief veel arbeidsplaatsen op hbo-niveau hebben. In bijlage 2 is een overzicht van de gehanteerde bedrijfssectoren opgenomen. In figuur 2.1 is het belang van het ECABO-domein binnen de totale werkgelegenheid in Nederland weergegeven voor het jaar 2011. Figuur 2.1 Werkgelegenheidsaandeel ECABO-domein in de totale werkgelegenheid naar sector, Nederland, 2011 Landbouw en visserij Industrie Bouwnijverheid Handel en reparatie Horeca Vervoer en communicatie Financiële dienstverlening Zakelijke dienstverlening Overheid Onderwijs Zorg en Welzijn Cultuur, recreatie en ov. dienstverlening Totaal 12% 21% 12% 25% 7% 40% 43% 37% 15% 12% 19% 26% 68% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% ECABO-domein Overig Bron: ECABO, ROA, LISA, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Op basis van de figuur kan geconcludeerd worden dat het ECABO-domein vooral binnen de sectoren financiële dienstverlening (68%), zakelijke dienstverlening (43%), vervoer en communicatie (40%) en de overheid (37%) een belangrijke rol speelt. In tabel 2.2 is de relatieve verdeling van de arbeidsplaatsen op mbo-niveau naar sector en ECABO-richting weergegeven. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 17 / 105

Tabel 2.2 Sectorale verdeling arbeidsplaatsen op mbo-niveau naar ECABO-richting (%), 2011 Bedrijfssector Totaal SEC FIN COM BV ICT JUR Landbouw en visserij 1,8 1,6 2,6 2,1 0,9 1,1 1,1 Industrie en nutsbedrijven 9,4 7,5 12,0 11,7 2,7 8,7 4,3 Bouw 3,4 3,8 5,2 2,4 0,8 3,0 1,8 Handel en reparatie 19,8 12,8 21,5 35,1 6,0 10,3 6,3 Horeca 1,5 2,4 1,5 1,5 0,6 0,6 0,6 Vervoer en communicatie 12,9 7,3 19,6 14,5 2,8 16,1 5,6 Financiële dienstverlening 7,3 5,2 2,3 3,9 67,2 4,7 3,2 Zakelijke dienstverlening 20,7 22,6 16,9 18,9 9,3 33,4 27,0 Overheid 8,4 8,3 5,8 2,3 3,2 8,6 39,4 Onderwijs 2,8 5,6 2,4 1,1 0,5 3,9 1,6 Zorg en welzijn 8,8 19,0 7,0 3,1 4,6 7,3 7,3 Cultuur en overige dienstverlening 3,1 3,8 3,1 3,5 1,4 2,4 1,9 Totaal (=100%), absolute aantallen 1.231.700 296.600 332.800 316.500 68.700 115.400 101.600 Bron: ECABO, ROA, LISA, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Binnen het ECABO-domein op mbo-niveau treffen we het merendeel van de arbeidsplaatsen aan binnen de ECABO-richtingen Financieel-administratief (27%), Commercieel (26%) en Secretarieel (24%). Binnen alle ECABO-richtingen vormt de sector zakelijke dienstverlening een belangrijk aandeel in het totale aantal arbeidsplaatsen op mbo-niveau. In de richtingen Secretarieel en ICT en media is de sector zakelijke dienstverlening veruit het grootst. Voor de functie Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen is de sector financiële diensten (67%) het grootst. In de richtingen Financieel-administratief en Commercieel is dat de sector handel en reparatie (met respectievelijk 22 en 35%). Opvallend is het grote werkgelegenheidsaandeel van de richting Juridisch in de sector overheid. De richting Secretarieel is juist groot in de sectoren zakelijke dienstverlening en zorg. De richting Financieel-administratief heeft relatief veel arbeidsplaatsen in de sectoren handel en reparatie en vervoer en communicatie. In tabel 2.3 is de regionale verdeling van het aantal arbeidsplaatsen op mbo-niveau naar de afzonderlijke ECABO-richtingen weergegeven. Om een reële vergelijking mogelijk te maken is de werkgelegenheid binnen de ECABO-richtingen (uitgedrukt in aantal arbeidsplaatsen) weergegeven als percentage van het totale aantal arbeidsplaatsen. Tabel 2.3 Regionale verdeling arbeidsplaatsen op mbo-niveau naar ECABO-richting, in % totale werkgelegenheid, 2011 UWV-district ECABO SEC FIN COM BV ICT JUR Noord 14,5 3,6 3,9 3,7 0,7 1,3 1,2 Oost 14,7 3,6 4,0 3,8 0,7 1,3 1,2 Middenwest 15,4 3,7 4,1 3,9 0,9 1,5 1,4 Noordwest 16,5 3,8 4,3 4,1 1,3 1,6 1,3 Zuidwest 15,3 3,7 4,2 4,0 0,8 1,4 1,2 Zuidoost 15,0 3,6 4,1 4,0 0,8 1,4 1,2 Totaal 15,3 3,7 4,1 3,9 0,9 1,4 1,3 Bron: ECABO, ROA, LISA, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Het district met het grootste werkgelegenheidsaandeel is telkens met donkerblauw weergegeven, terwijl het district met het kleinste werkgelegenheidsaandeel met lichtblauw is weergegeven. Uit de tabel blijkt dat de onderlinge verschillen vrij klein zijn. Het gehele Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 18 / 105

ECABO-domein kent op mbo-niveau een relatief groot werkgelegenheidsaandeel binnen district Noordwest (16,5%) en een relatief klein aandeel binnen district Noord (14,5%). Dit valt te verklaren doordat in Noordwest relatief veel arbeidsplaatsen in de sector financiële dienstverlening zijn. Noordwest heeft in alle ECABO-richtingen een groot werkgelegenheidsaandeel, behalve in de richting Juridisch. Deze richting is het grootst in Middenwest. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen met de UWV-districten en onderliggende 30 arbeidsmarktregio s. 2.2.2 Werkgelegenheid ECABO-beroepen In dit onderdeel wordt de werkgelegenheidsverdeling van de afzonderlijke ECABO-richtingen door middel van cirkeldiagrammen weergegeven naar kwalificatie. Figuur 2.2 Werkgelegenheidsverdeling Secretarieel naar kwalificatie, 2011. Percentages over totaal aantal van 296.620 arbeidsplaatsen. 27% 26% 27% 20% Telefonist/receptionist (2) Secretarieel medewerker (2) Secretaresse (3) Directiesecretaresse/Managementassistent (4) ECABO, ROA, LISA, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Binnen de richting Secretarieel is de werkgelegenheid voor de kwalificaties Secretaresse en Directiesecretaresse/managementassistent met 27% het grootst (gezamenlijk ruim 160.000 arbeidsplaatsen). Figuur 2.3 Werkgelegenheidsverdeling Financieel-administratief naar kwalificatie, 2011. Percentages over totaal aantal van 332.780 arbeidsplaatsen. 13% 8% 22% 28% 29% Bedrijfsadministratief medewerker (2) Financieel administratief medewerker (3) Bedrijfsadministrateur (4) Assistent accountant (4) Salarisadministrateur (4) Bron: ECABO, ROA, LISA, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Binnen de richting Financieel-administratief heeft de kwalificatie Financieel administratief medewerker met 29% het grootste werkgelegenheidsaandeel (97.210 arbeidsplaatsen), gevolgd door de kwalificaties Bedrijfsadministrateur (28%) en Bedrijfsadministratief medewerker (22%). Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 19 / 105

Figuur 2.4 Werkgelegenheidsverdeling Commercieel naar kwalificatie, 2011. Percentages over totaal aantal van 316.540 arbeidsplaatsen. 10% 15% 1% 2% 33% 8% 31% Commercieel medewerker binnendienst (3) Contactcenter medewerker (3) Contactcenter teamleider (4) Marketing medewerker (4) Assistent communicatiemedewerker (4) Medewerker evenementenorganisatie (4) Junior accountmanager (4) Bron: ECABO, ROA, LISA, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Binnen de richting Commercieel heeft de kwalificatie Commercieel medewerker binnendienst met 33% het grootste werkgelegenheidsaandeel (104.910 arbeidsplaatsen), gevolgd door de kwalificatie Contactcenter medewerker (31%). De kwalificaties Assistent communicatiemedewerker en Medewerker evenementenorganisatie hebben met respectievelijk 2% en 1% een klein werkgelegenheidsaandeel binnen de totale richting Commercieel. Een verklaring hiervoor is dat deze kwalificaties relatief nieuw zijn. Voor de Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen is geen cirkeldiagram opgesteld, omdat het hier slechts om één kwalificatie gaat, waarvoor 68.700 arbeidsplaatsen zijn op mbo-niveau. Figuur 2.5 Werkgelegenheidsverdeling ICT en media naar kwalificatie, 2011. Percentages over totaal aantal van 115.430 arbeidsplaatsen. 13% 0% 15% 18% 13% 41% Medewerker ICT (2) Medewerker beheer ICT (3) ICT-beheerder (4) Applicatieontwikkelaar (4) Netwerkbeheerder (4) Particulier digitaal onderzoeker (4) Bron: ECABO, ROA, LISA, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Binnen de richting ICT en media heeft de kwalificatie ICT-beheerder met 41% het grootste werkgelegenheidsaandeel (47.420 arbeidsplaatsen), gevolgd door de kwalificaties Applicatieontwikkelaar (18%) en Medewerker ICT (15%). Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 20 / 105

1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Figuur 2.6 Werkgelegenheidsverdeling Juridisch naar kwalificatie, 2011. Percentages over totaal aantal van 101.620 arbeidsplaatsen. 13% 23% 50% 14% Medewerker personeel en arbeid (4) Medewerker sociale zekerheid (4) Juridisch medewerker - openbaar bestuur (4) Juridisch medewerker - zakelijke dienstverlening (4) Bron: ECABO, ROA, LISA, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Binnen de richting Juridisch valt de helft van alle arbeidsplaatsen onder de kwalificatie Medewerker personeel en arbeid (50.840 arbeidsplaatsen), op afstand gevolgd door Juridisch medewerker openbaar bestuur (23%). 2.3 VERWACHTE ONTWIKKELINGEN WERKGELEGENHEID 2012-2016 2.3.1 Landelijke werkgelegenheidsprognose De landelijke prognose die hier wordt gepresenteerd, is gebaseerd op het middenscenario van het CPB zoals opgenomen in de decemberraming 2011. Verder is binnen het prognosemodel van Etil gebruik gemaakt van de verwachtingen van EIM (december 2011) en het UWV (juni 2011). In figuur 2.7 is de procentuele werkgelegenheidsontwikkeling in Nederland tussen 1997 en 2016 te zien. Figuur 2.7 Werkgelegenheidsontwikkeling, in procenten, Nederland, 1997-2016 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% -1,0% Bron: CPB, LISA, EIM, bewerking Etil. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 21 / 105

De grafiek toont duidelijk een conjuncturele ontwikkeling in de werkgelegenheid. De periode 1996-2001 onderscheidt zich als hoogconjunctuur. Naast de hoogconjunctuur was er gedurende deze periode sprake van een sterke groei van de beroepsbevolking. Beide ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat er gedurende deze periode sprake was van een snel stijgende werkgelegenheid. Gedurende deze periode neemt de landelijke werkgelegenheid gemiddeld met 3,2% per jaar toe. In 2001 klapt de economie in elkaar als gevolg van het knappen van de internet bubble, waardoor een periode van laagconjunctuur aanbreekt tussen 2002 en 2005 (gemiddeld een krimp van 0,2% per jaar). Tussen 2006 en 2008 is er vervolgens weer sprake van hoogconjunctuur. Begin 2009 worden de gevolgen van de kredietcrisis duidelijk, waardoor de Nederlandse economie eind 2009 in een recessie belandt. In 2009 valt de groei van de werkgelegenheid fors terug. Terwijl de werkgelegenheid in Nederland in 2008 nog met 2,5% groeide, is er in 2009 nog maar sprake van een groei van 0,2%. Toen eind 2008 de kredietcrisis uitbrak werd door velen echter een forse krimp van de werkgelegenheid in 2009 verwacht. Achteraf blijkt dat er in 2009 nog sprake was van een kleine groei van de werkgelegenheid, en dat de crisis met vertraging heeft doorgewerkt in de vraag naar arbeid. De reden voor deze vertraging is dat tijdens de recessie in 2009 zogenaamde labour hoarding heeft plaatsgevonden; het vasthouden van werknemers door werkgevers ondanks een teruglopende omzet/productie. Dit vanwege de angst om vakkennis te verliezen en deze niet snel te kunnen vervangen bij een aantrekkende economie. Ook de destijds ingestelde regeling deeltijd-ww heeft het voor werkgevers makkelijker gemaakt om bestaand personeel vast te houden. Een andere verklaring voor de beperkte werkgelegenheidsafname is dat er in 2008 nog veel moeilijk vervulbare vacatures open bleven staan, die in de jaren 2009 en 2010 eindelijk waren te vervullen. Vanaf 2010 worden de gevolgen van de kredietcrisis voor de werkgelegenheid in Nederland sterker merkbaar, hetgeen geresulteerd heeft in een afname van 0,7%. Niet alleen de afnemende productie van bedrijven ligt hieraan ten grondslag, ook de toenemende overheidsbezuinigingen zorgen voor een afnemende werkgelegenheid. Door deze bezuinigingen daalt ook de werkgelegenheid in de overheidssector, een sector die voorheen jaarlijks groeide. Ook is er door deze bezuinigingen een einde gekomen aan maatregelen waarmee de regering bedrijven hielp de gevolgen van de economische crisis op te vangen, zoals de deeltijd-ww. In 2011 herstelde de werkgelegenheid licht, getuige de toename van 0,4%. Zoals eerder gesteld komt de economische groei in 2011 volgens het CPB uit op 1,5%. Deze groei is echter gerealiseerd in de eerste twee kwartalen. Als gevolg van deze groei is ook de werkgelegenheid in 2011 toegenomen. In kwartaal 3 en 4 van 2011 is de nationale economie echter weer gekrompen. In de loop van 2011 heeft ook de Europese schuldencrisis geleid tot toenemende onzekerheden, hetgeen ook een dempende werking heeft op de werkgelegenheid. Mede als gevolg van deze schuldencrisis zal de (beperkte) werkgelegenheidsgroei in 2012 weer omslaan in een afname. Vanaf 2013 wordt een licht herstel van de werkgelegenheid verwacht. In de jaren erna zal er naar verwachting sprake zijn van een jaarlijkse stabiele groei, al is deze groei beperkt. Zo zal naar verwachting de werkgelegenheid gedurende de periode 2014-2016 jaarlijks tussen 0,5% en 1% groeien. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 22 / 105

In tabel 2.4 wordt de landelijke werkgelegenheidsontwikkeling naar sector weergegeven voor de periode 2010-2016. Tabel 2.4 Sectorale werkgelegenheidsontwikkeling, Nederland, 2010-2016 Jaargemiddelde 2010 2011 2012 Sectoren 2013-2016 Landbouw en visserij -2,1% -1,5% -1,6% -1,9% Industrie en nutsbedrijven -3,2% -1,0% -1,9% -0,5% Bouw -4,3% -1,0% -2,2% 1,0% Handel en reparatie -1,1% 1,2% -0,3% 1,5% Horeca -0,3% 0,4% -0,7% 0,6% Vervoer en communicatie -2,1% 0,1% -1,5% -0,6% Financiële dienstverlening -3,0% -2,5% -2,6% -0,8% Zakelijke dienstverlening -0,2% 1,5% -0,4% 1,6% Overheid -1,3% -1,5% -1,7% -2,5% Onderwijs 0,8% -0,4% -0,5% -0,5% Zorg en welzijn 2,8% 2,0% 2,1% 2,0% Cultuur en overige dienstverlening 3,2% 1,0% 0,8% 1,0% Totaal -0,7% 0,4% -0,5% 0,6% Bron: CPB, LISA, EIM, bewerking Etil. Zoals gezegd is er sprake van een afname van de werkgelegenheid in 2010, waar er in de periode 2005-2009 nog (lichte) groei zichtbaar was. Met andere woorden: de economische recessie komt in 2010 goed naar voren in de cijfers. Als gevolg van beperkte economische groei in de eerste twee kwartalen van 2011 neemt de werkgelegenheid in 2011 toe met 0,4%. Toch neemt ook in 2011 in bepaalde sectoren de werkgelegenheid af. De werkgelegenheid daalt met name in de sectoren financiële dienstverlening (-2,5%), overheid, en landbouw en visserij (beide -1,5%). In 2012 zal de economie weer de gevolgen ondervinden van de economische recessie, die in het laatste deel van 2011 is ingezet. Er zal sprake zijn van een kleine krimp van 0,5%. In het merendeel van de sectoren die in 2011 ook met een werkgelegenheidsdaling geconfronteerd werden, zal dit in 2012 ook het geval zijn, al zal de krimp groter zijn dan in 2011. Verder nemen in 2012 de sectoren handel en reparatie, horeca, vervoer en communicatie, en zakelijke dienstverlening af, waar deze in 2011 nog licht groeiden. Aan de andere kant nemen, net als in 2011, de sectoren zorg en welzijn, en cultuur en overige dienstverlening in 2012 toe qua werkgelegenheid. Op de middellange termijn (2013-2016) zal de totale werkgelegenheid naar verwachting weer toenemen met jaarlijks gemiddeld 0,6%. Er is echter een groot verschil tussen de sectoren qua werkgelegenheidsontwikkeling in deze periode. Er is vooral sprake van werkgelegenheidsafname in de sectoren overheid (jaarlijks gemiddeld -2,5%) en landbouw en visserij (jaarlijks gemiddeld -1,9%). De sector zorg en welzijn zal daarentegen een werkgelegenheidsgroei kennen van jaarlijks gemiddeld 2% in de periode 2013-2016. Als gevolg van de licht verbeterde economische omstandigheden op de middellange termijn, zullen daarnaast met name de conjunctuurgevoelige sectoren weer (lichte) groei gaan vertonen qua werkgelegenheid. Zo zal de werkgelegenheid in de zakelijke dienstverlening toenemen met jaarlijks gemiddeld 1,6%. 2.3.2 Werkgelegenheidsprognose ECABO-domein De werkgelegenheid in de ECABO-beroepen is sterk gespreid over de verschillende economische sectoren, hetgeen bij een recessie kan voorkomen dat veel arbeidsplaatsen in het domein verloren gaan. Het ECABO-domein bevindt zich immers zowel in sectoren die sterk door de negatieve conjunctuur worden getroffen, als in sectoren die relatief ongevoelig zijn voor de Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 23 / 105

conjunctuur. Over het algemeen kan het ECABO-domein daarom als relatief conjunctuurneutraal gezien worden. In figuur 2.8 is de verwachte landelijke werkgelegenheidsontwikkeling weergegeven naar ECABO-richting gedurende de periode 2012-2016. Figuur 2.8 Ontwikkeling aantal arbeidsplaatsen in het ECABO-domein op mbo-niveau en in Nederland, in procenten, jaargemiddelde 2012-2016 SEC 0,4 FIN 0,2 COM 0,3 ICT -0,1 BV -0,9 JUR -0,4 ECABO 0,1 Nederland 0,4 Bron: CPB, EIM, Jobfeed, LISA, bewerking Etil. -1,5-1,0-0,5 0,0 0,5 1,0 Tijdens de periode 2012-2016 kent het ECABO-domein een beperkte toename van de werkgelegenheid (jaarlijks gemiddeld 0,1%). Ten opzichte van Nederland (0,4%) kent het ECABOdomein een iets minder positieve werkgelegenheidsontwikkeling. Doordat het ECABO-domein relatief conjunctuurneutraal is, zal het minder profiteren van het te verwachten economisch herstel, dat landelijk naar verwachting intreedt in 2013. Daarnaast bevat het ECABO-domein een substantieel deel niet-commerciële diensten (bijvoorbeeld overheid). Zoals eerder al aangetoond werd, zullen vooral deze sectoren getroffen worden door een geremde werkgelegenheidsgroei, of zelfs een afname, mede als gevolg van de kabinetsbezuinigingen in deze sectoren. Toch lijken de gevolgen van de crisis voor het ECABO-domein mee te vallen. Over het algemeen genomen blijft de werkgelegenheid gedurende de periode 2012-2016 in het gehele ECABO-domein dan ook redelijk stabiel. In vergelijking met vorig jaar is de verwachte landelijke werkgelegenheidsontwikkeling in het ECABO-domein echter wel iets getemperd. Toen werd een jaarlijkse groei voorzien van 0,3%, maar door de verslechterde economische situatie zal de komende jaren sprake zijn van een toename van 0,1% per jaar. In drie van de zes ECABO-richtingen zal de werkgelegenheid afnemen, namelijk in de richtingen Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (jaarlijks gemiddeld -0,9%), Juridisch (-0,4%) en ICT en media (-0,1%). Daarentegen zal de werkgelegenheid in de ECABOrichtingen Secretarieel (0,4%), Commercieel (0,3%) en Financieel-administratief (0,2%) naar verwachting licht toenemen. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 24 / 105

3 Onderwijs 3.1 OPLEIDINGEN In tabel 3.1 op de volgende pagina is een overzicht weergegeven van het aantal opleidingen dat per UWV-district 7 en per ROC binnen het bekostigd onderwijs aangeboden wordt. In totaal worden er in 2010-2011 in Nederland 1.226 opleidingen in ECABO-richtingen aangeboden. De grootste richtingen zijn ICT en media (320) en Secretarieel (275). In 2009-2010 was de richting Secretarieel het grootst, gevolgd door ICT en media. Uitgesplitst naar district blijkt dat het grootste aantal opleidingen wordt aangeboden in Oost (276), gevolgd door Zuidoost (230) en Middenwest (222). In 2009-2010 waren er in totaal 1.231 opleidingen. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal opleidingen dus licht afgenomen. Met name in de richtingen Secretarieel en Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen is het aantal opleidingen relatief sterk afgenomen (respectievelijk een daling van 308 naar 275 en van 53 naar 38 opleidingen). In de richting ICT en media deed zich de grootste toename voor (van 268 naar 320 opleidingen). 7 De ROC s zijn op basis van de locatie van de hoofdvestiging ingedeeld naar de 6 UWV-districten. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 25 / 105

Tabel 3.1 Aantal aangeboden opleidingen per ECABO-richting, naar instelling en district, 2010-2011 District Naam opleidingsinstituut SEC FIN COM BV ICT JUR Totaal Noord Hanze Hogeschool 0 0 0 0 0 2 2 Menso Alting College Mbo 2 2 2 0 0 0 6 ROC Alfa College 9 6 5 1 7 9 37 ROC Drenthe College 8 5 6 1 8 7 35 ROC Friese Poort 7 4 5 1 11 3 31 ROC Friesland College 2 3 2 1 8 3 19 ROC Noorderpoortcollege 8 5 6 1 9 4 33 Totaal 36 25 26 5 43 28 163 Oost Landstede 11 4 6 1 6 5 33 ROC AVENTUS 7 7 4 1 5 9 33 ROC Deltion College 6 5 6 1 11 3 32 ROC Graafschap College 7 4 2 1 6 3 23 ROC Nijmegen eo 8 7 8 1 5 5 34 ROC Onderwijsgroep A12 5 5 2 1 11 2 26 ROC Rijn IJssel 8 5 9 1 10 6 39 ROC Rivor 3 2 4 0 4 0 13 ROC van Twente 11 7 8 1 8 8 43 Totaal 66 46 49 8 66 41 276 Middenwest Hoornbeeck College 4 5 4 0 10 0 23 ID College 7 6 4 1 11 1 30 Mondriaan 5 3 2 1 7 5 23 ROC ASA 12 7 8 1 12 10 50 ROC Flevoland 4 5 7 1 9 6 32 ROC Leiden 5 5 4 1 6 5 26 ROC Midden Nederland 7 3 8 1 11 8 38 Totaal 44 34 37 6 66 35 222 Noordwest Hogeschool Haarlem 0 0 0 0 0 2 2 Regio College 4 5 4 1 5 3 22 ROC Horizon College 6 5 6 1 8 5 31 ROC Kop v Noord-Holland 4 3 2 1 5 0 15 ROC Nova College 5 2 6 1 10 7 31 ROC van Amsterdam 10 7 8 1 8 9 43 Totaal 29 22 26 5 36 26 144 Zuidwest Grafisch Lyceum Rotterdam 1 0 0 0 1 0 2 ROC Albeda College 9 7 5 1 10 4 36 ROC Da Vinci College 8 7 8 1 6 4 34 ROC West-Brabant 8 6 5 1 10 5 35 ROC Westerschelde 7 4 2 0 8 0 21 ROC Zadkine 8 7 7 1 10 2 35 ROC Zeeland 6 5 3 1 11 2 28 Totaal 47 36 30 5 56 17 191 Zuidoost BBO de Schalm 0 2 0 0 0 0 2 De Rooi Pannen 0 0 6 1 0 0 7 ROC Arcus College 11 6 6 1 7 3 34 ROC de Leijgraaf 8 6 3 1 7 1 26 ROC Eindhoven 5 4 3 1 7 2 22 ROC Gilde Opleidingen 4 3 2 1 5 0 15 ROC Koning Willem I 6 6 9 1 6 5 33 ROC Leeuwenborgh 9 5 8 1 6 7 36 ROC Ter AA 4 4 3 1 10 5 27 ROC Tilburg 6 3 8 1 5 5 28 Totaal 53 39 48 9 53 28 230 Totaal Nederland 275 202 216 38 320 175 1.226 Bron: Arbeidsmarkt ECABO-domein 2011-2016, Etil. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 26 / 105

3.2 DEELNEMERS 3.2.1 Instroom uit het vmbo In totaal telde het voortgezet onderwijs in Nederland 948.150 leerlingen in het schooljaar 2010-2011. Hiervan zaten er 549.550 in het derde jaar of hoger. Van dit aantal volgden ongeveer 204.850 leerlingen een lwoo-/vmbo-opleiding. Iets minder dan de helft van deze leerlingen zat in het eindexamenjaar (101.750). Hiervan volgden ongeveer 41.650 de theoretische leerweg, 14.700 de richting economie, 16.200 de richting zorg en welzijn, 14.800 de richting techniek en 7.900 de richting landbouw. Ten opzichte van het jaar ervoor is dit een kleine afname in de voor ECABO belangrijke richting economie. In het schooljaar 2009-2010 behaalden ruim 94.750 leerlingen een vmbo-diploma. Dit is bijna 2.000 (of 2%) minder dan het jaar ervoor. In de theoretische leerweg werden 41.050 diploma s behaald, bijna 400 minder dan in 2008-2009 (-1%). Ook het aandeel gediplomeerden in de sector economie nam af: van 13.650 tot 12.850. Deze afname van bijna zes procent is groter dan de procentuele afname van het totaal aantal gediplomeerden. Alleen in de sectorcombinatie nam het aantal gediplomeerden toe. In de overige sectoren (techniek, landbouw, en zorg en welzijn), nam het aantal gediplomeerden af. Als graadmeter voor de bestemmingen van vmbo-schoolverlaters zijn de bestemmingen voor het gehele vmbo en die van de richting economie in het bijzonder genomen (tabel 3.2). Tabel 3.2 Bestemming vmbo-schoolverlaters (%) Jaar Studie BBL/werk + leren Werk Anders 2006 vmbo 63 * 20 17 Economie 59 * 22 19 2007 vmbo 61 23 11 4 Economie 58 23 14 6 2008 vmbo 65 25 6 4 Economie 64 23 8 5 2009 vmbo 66 25 5 4 Economie 63 26 8 3 2010 vmbo 63 30 5 2 Bron: ROA, bewerking Etil. Economie 57 35 7 1 In de bovenstaande tabel vallen de volgende zaken op: Vmbo: Het aantal vmbo-gediplomeerden dat een vervolgstudie ging doen, is in 2008 en 2009 toegenomen. In 2010 is dit aantal juist weer afgenomen. Het aandeel dat gaat werken is vanaf 2007 sterk afgenomen. In 2010 is dit aandeel stabiel gebleven. In het vmbo hebben in 2008 relatief meer schoolverlaters ervoor gekozen om werk en leren te combineren. Dit aandeel is in 2009 stabiel gebleven en in 2010 sterk gestegen. Richting economie: in de richting economie is het aandeel vmbo-schoolverlaters dat een vervolgstudie ging doen, in 2008 toegenomen. In 2009 is dit aandeel vervolgens licht gedaald en in 2010 sterk gedaald. Het aandeel dat gaat werken is sinds 2006 afgenomen. Bij de richting economie is het aandeel werk en leren toegenomen sinds 2008. Met name in 2010 is dit aandeel sterk gegroeid. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 27 / 105

3.2.2 Deelnemers mbo en ECABO-domein In figuur 3.1 is een overzicht weergegeven van het totale aantal mbo-leerlingen in Nederland gedurende de periode 2005-2011. Figuur 3.1 Ontwikkeling aantal leerlingen in het mbo, Nederland, 2005-2011 540.000 530.000 520.000 510.000 500.000 490.000 480.000 470.000 483.800 530.400 522.300 513.900 509.600 496.200 460.000 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 Bron: CBS, bewerking Etil. We zien dat het aantal leerlingen in het mbo sinds het schooljaar 2005-2006 voortdurend is gegroeid. In 2010-2011 volgden er in Nederland 530.400 leerlingen een mbo-opleiding. In totaal volgen 74.600 8 mbo-leerlingen in 2010-2011 een opleiding binnen het ECABOdomein (figuur 3.2). Dat is 14% van het totaal aantal mbo-leerlingen. Figuur 3.2 Aandeel leerlingen in ECABO-opleidingen in het mbo, schooljaar 2010-2011 14% 86% ECABO Bron: CBS, DUO, bewerking Etil. MBO overig Het aandeel van het ECABO-domein binnen het mbo is daarmee ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van 2009-2010. Absoluut gezien is het aantal leerlingen binnen het ECABO-domein licht gedaald ten opzichte van 2010 (75.000). Echter, dit aantal ligt wel hoger dan in 2008 en 2009 (respectievelijk 72.600 en 73.000). 8 Dit leerlingenaantal is exclusief de richtingen Orde en veiligheid en Informatiedienstverlening. Inclusief zijn het er bijna 86.000. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 28 / 105

In figuur 3.3 is de ontwikkeling in leerlingaantallen binnen het ECABO-domein bij ROC s gepresenteerd naar richting. Figuur 3.3 Ontwikkeling leerlingaantallen ECABO-domein bij ROC s, naar richting 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 Bron: DUO-CFI, bewerking Etil. SEC FIN COM BV ICT JUR 2009 2010 2011 Er zijn verschillende ontwikkelingen per richting te zien. Zo kende de richting Secretarieel een relatief stabiel aantal leerlingen gedurende de periode 2009-2011, evenals de richting ICT en media. De richting Commercieel laat een relatief grote stijging zien van het aantal leerlingen gedurende dezelfde periode, en ook de richting Financieel-administratief kende een stijging. De opleiding Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen kende aan de andere kant een relatief grote daling van het aantal leerlingen. Dit hangt mogelijk samen met de huidige crisis in de financiële wereld. Voor de richting Juridisch geldt dat het aantal leerlingen in 2010 licht steeg, terwijl in 2011 dit aantal weer daalde tot een niveau beneden dat van 2009. Tabel 3.3 Aantal leerlingen mbo naar ECABO-richting en district, schooljaar 2010-2011 SEC FIN COM BV ICT JUR Totaal Noord 1.110 1.240 1.520 230 2.220 710 7.030 Oost 2.250 2.880 3.000 420 4.250 1.490 14.290 Middenwest 2.330 4.030 2.970 610 4.540 2.050 16.530 Noordwest 1.470 2.810 2.350 390 2.820 1.530 11.370 Zuidwest 2.830 3.580 1.820 570 3.350 1.070 13.220 Zuidoost 1.690 2.620 2.680 670 3.170 1.300 12.130 Totaal 11.680 17.160 14.340 2.890 20.350 8.150 74.570 Bron: DUO-CFI, bewerking Etil. De absolute verdeling van het aantal leerlingen over zowel de richtingen als districten (tabel 3.3) laat zien dat het leerlingenaantal het grootst is in Middenwest (16.530), en het kleinst in Noord (7.030). Absoluut gezien is de richting Secretarieel het grootst in Zuidwest. De richtingen Financieeladministratief, ICT en media, en Juridisch zijn het grootst in Middenwest. De richting Commercieel is het grootst in Oost en de opleiding Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen in Zuidoost. Begin 2012 zijn ook de leerlingaantallen van het lopende schooljaar 2011-2012 beschikbaar gekomen. In totaal gaat het om bijna 83.500 9 deelnemers binnen het ECABO-domein. 9 Dit leerlingenaantal is inclusief de richtingen Informatiedienstverlening en Orde en veiligheid, exclusief zijn het er 72.100. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 29 / 105

In figuur 3.4 is de ontwikkeling van het aantal leerlingen binnen het ECABO-domein naar mboniveau weergegeven. Figuur 3.4 Aantal leerlingen ECABO-domein naar mbo-niveau, vanaf 2007-2008 50.000 45.000 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 10.000 5.000 0 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Bron: DUO, 2007-2012, bewerking ECABO. Het totaal aantal leerlingen is licht gedaald ten opzichte van vorig jaar. Vooral bij niveau 2 is sprake van een daling de laatste jaren. De ontwikkeling van het aantal leerlingen tot en met 2011-2012 naar opleidingsrichting, crebo en opleidingsniveau is opgenomen in bijlage 4. 3.3 DIPLOMA S MBO EN ECABO-DOMEIN In figuur 3.5 is de ontwikkeling van het aantal gediplomeerden in het mbo in Nederland te zien. Figuur 3.5 Ontwikkeling aantal gediplomeerden in het mbo, Nederland, 2004-2010 200.000 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 197.400 161.800 156.100 148.800 146.300 142.500 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 Bron: CBS, bewerking Etil. In 2005 waren er 142.500 mbo-gediplomeerden en in 2010 waren dat er 197.400. Evenals het aantal mbo-leerlingen neemt ook het aantal gediplomeerden in het mbo toe. In het ECABOdomein gaat het om 24.710 10 gediplomeerden, een aandeel van 13% (figuur 3.6). Absoluut gezien is dit een stijging ten opzichte van 2008 (20.110) en 2009 (22.360). 10 Het aantal diploma s is exclusief Informatiedienstverlening en Orde en veiligheid. Inclusief zijn het er ruim 28.000. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 30 / 105

Figuur 3.6 Aandeel ECABO-gediplomeerden in het mbo in 2010 13% 87% ECABO MBO overig Bron: CBS, DUO, bewerking Etil. Wanneer wordt ingezoomd op het aantal gediplomeerden per richting in de laatste drie jaar, zien we verschillende ontwikkelingen (figuur 3.7). Figuur 3.7 Ontwikkeling aantal behaalde diploma s aan ROC s naar ECABO-richting 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 Bron: DUO, bewerking Etil. SEC FIN COM BV ICT JUR 2008 2009 2010 Het aantal gediplomeerden in ECABO-richtingen is met 10,5% gegroeid, van 22.360 in 2009 naar 24.710 in 2010. De richting Financieel-administratief kende in 2010 het grootste aantal gediplomeerden (6.160), gevolgd door de richting ICT en media (5.540). De opleiding Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen kende absoluut gezien het kleinste aantal gediplomeerden (1.410). Wanneer we kijken naar de ontwikkeling van het aantal gediplomeerden per richting in de laatste drie jaar, is te zien dat er in alle zes richtingen sprake is van een stijging ten opzichte van 2008. Met name de Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen kent het laatste jaar een relatief grote stijging van 47% in 2010. Het aantal gediplomeerden is in de richting ICT en media het meest stabiel gebleven ten opzichte van 2008, met een stijging in 2009 en een lichte daling in 2010. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 31 / 105

De regionale spreiding van de diploma s komt grotendeels overeen met de spreiding van de leerlingen (tabel 3.4). Tabel 3.4 Gediplomeerden mbo naar ECABO-richting en district, 2010 UWV-district SEC FIN COM BV ICT JUR Totaal Noord 420 420 440 90 640 250 2.260 Oost 1.060 1.100 670 250 1.060 500 4.640 Middenwest 1.040 1.550 720 260 1.070 680 5.320 Noordwest 520 1.070 580 240 950 470 3.830 Zuidwest 1.050 1.090 620 170 870 550 4.350 Zuidoost 730 930 910 400 950 390 4.310 Totaal 4.820 6.160 3.940 1.410 5.540 2.840 24.710 Bron: DUO, bewerking Etil. Onlangs zijn ook de diplomagegevens over 2011 bekend geworden. In totaal gaat het om ruim 27.000 11 diploma s binnen het ECABO-domein. In figuur 3.8 is de ontwikkeling van het aantal diploma s binnen het ECABO-domein naar mbo-niveau weergegeven. Figuur 3.8 Ontwikkeling diploma s ECABO-domein naar mbo-niveau, vanaf 2007 16.000 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 2.000 0 2007 2008 2009 2010 2011 Bron: DUO 2007-2012. Bewerking ECABO. Opvallend is, dat het aantal diploma s op niveau 2 vanaf 2010 behoorlijk afneemt. De ontwikkeling van het aantal diploma s naar opleidingsrichting, crebo en opleidingsniveau tot en met 2011 is opgenomen in bijlage 4. 3.4 BESTEMMING GEDIPLOMEERDEN Na diplomering stromen niet alle mbo-leerlingen automatisch de arbeidsmarkt op, er zijn namelijk ook andere mogelijkheden. De bestemming van gediplomeerden wordt in deze paragraaf in kaart gebracht. Een leerling kan besluiten om door te leren binnen het mbo. Deze interne doorstroom wordt in paragraaf 3.4.1 beschreven. Niet iedereen behaalt het diploma in de richting waarin is doorgestroomd. Deze onsuccesvolle doortsroom wordt in paragraaf 3.4.2 toegelicht. Degenen die niet doorstromen verlaten het mbo-onderwijs (paragraaf 3.4.3). Er zijn dan drie opties, namelijk actief op zoek gaan naar werk, een opleiding volgen of iets anders. 11 Het aantal diploma s is inclusief Informatiedienstverlening en Orde en veiligheid. Exclusief zijn het er ruim 23.400. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 32 / 105

De verschillende keuzes die schoolverlaters maken, hebben invloed op de uiteindelijke instroom op de arbeidsmarkt (zie hoofdstuk 5). 3.4.1 Doorstroom binnen het mbo Een leerling die zijn mbo-diploma binnen het ECABO-domein behaalt, kan besluiten om verder door te leren in het mbo-onderwijs. Deze gediplomeerden tellen niet mee bij de arbeidsmarktinstroom. Een leerling die besluit binnen het mbo-onderwijs door te leren, heeft drie mogelijkheden, namelijk: ervoor kiezen om door te leren in dezelfde richting binnen het ECABO-domein; ervoor kiezen om door te leren in een andere richting binnen het ECABO-domein; kiezen voor een andere mbo-opleiding. Op basis van de beschikbare gegevens is in figuur 3.9 per ECABO-richting en mbo-niveau met percentages aangeven hoe groot de bovenstaande groepen zijn. De groepen worden eveneens afgezet tegen de groep die wel het mbo verlaat. Bij richtingen op mbo-niveau 4 is nauwelijks sprake van interne doorstroom, omdat de gediplomeerden doorgaans het mbo verlaten. In paragraaf 3.4.3 gaat het over de bestemming van mbo-verlaters. Figuur 3.9 Percentage gediplomeerden dat doorstroomt in dezelfde richting binnen het ECABOdomein, doorstroomt in een andere richting binnen het ECABO-domein, doorstroomt buiten het ECABO-domein, en uitstroomt uit het MBO, uitgesplitst naar richting en mbo-niveau, gemiddelde 2006-2010 SEC2 26% 15% 17% 42% SEC3 37% 1% 3% 58% SEC4 1% 98% FIN2 40% 14% 13% 34% FIN3 56% 1% 2% 41% FIN4 6% 2% 3% 89% COM3 30% 2% 7% 62% COM4 1% 99% BV4 99% ICT2 54% 2% 10% 34% ICT3 54% 1% 5% 40% ICT4 1% 99% JUR4 1% 99% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Bron: DUO, bewerking Etil. Doorstroom MBO - zelfde richting ECABO Doorstroom MBO - niet ECABO Doorstroom MBO - andere richting ECABO Uitstroom MBO 1. Doorleren in dezelfde richting binnen ECABO-domein De figuur maakt duidelijk dat er voornamelijk doorstroom plaatsvindt op mbo-niveau 2 en mboniveau 3 en vrijwel niet op mbo-niveau 4. Om deze reden zal er met name op de lagere mboniveaus ingezoomd worden. De richtingen waarin de meeste gediplomeerden besluiten om door te leren in dezelfde richting binnen het ECABO-domein zijn ICT niveau 2, ICT niveau 3 en Financieel-administratief niveau 3. Binnen de richting Secretarieel niveau 2 vindt relatief weinig doorstroom plaats binnen dezelfde richting. Op mbo-niveau 3 komt relatief meer doorstroom binnen dezelfde richting voor dan op mbo-niveau 2. Alleen binnen de richting ICT en media is de doorstroom op Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 33 / 105

mbo-niveau 2 en 3 ongeveer gelijk. Een verklaring voor de hoge doorstroom binnen de richting ICT en media (niveau 2 en 3) zou kunnen zijn, dat het arbeidsmarktperspectief voor deze lagere niveaus al een aantal jaar gering is, vanwege het grote aanbod vanuit het onderwijs. Daarnaast zou mogelijk kunnen meespelen dat er sprake is van upgrading van kwalificatieeisen in de ICT, waardoor het gevraagde opleidingsniveau toeneemt. Op basis van het ECABO-onderzoek van voorgaande jaren weten we, dat er op mbo-niveau 3 sprake is van betere arbeidsmarktperspectieven in de richtingen Secretarieel, Financieel-administratief en Commercieel. 2. Doorleren in een andere richting binnen ECABO-domein Met name in de richting Secretarieel niveau 2 en in de richting Financieel-administratief niveau 2 is relatief veel doorstroom naar andere richtingen binnen het ECABO-domein. In de overige richtingen is deze doorstroom minimaal. 3. Doorleren binnen het mbo, maar buiten ECABO-domein In vrijwel alle ECABO-richtingen en op alle mbo-niveaus stromen er gediplomeerden door naar mbo-opleidingen buiten het ECABO-domein. Toch komt dit op mbo-niveau 2 het vaakst voor. 4. Uitstroom Op basis van een nieuw bestand van DUO, is het mogelijk de uitstroom van gediplomeerden uit het mbo inzichtelijk te maken. In figuur 3.9 wordt duidelijk dat uitstroom bij mbo-niveau 4 opleidingen het grootst is. Dit is ook de meest natuurlijke overgang en daarom geen verrassend resultaat. Verder geldt dat voor alle richtingen op niveau 3 meer gediplomeerden besluiten het mbo te verlaten na diplomering dan op niveau 2. Met name in de richtingen Commercieel en Secretarieel verlaten relatief veel gediplomeerden het mbo. Op niveau 2 verlaten relatief veel gediplomeerden in de richting Secretarieel het mbo-onderwijs. 3.4.2 Onsuccesvolle doorstroom Niet iedereen behaalt uiteindelijk een diploma in de richting waarin hij of zij doorstroomt. De groep die uitvalt, valt terug op het diploma dat ze eerder behaald hebben. Figuur 3.10 laat het percentage doorstromers uit mbo-niveau 2 en 3 zien dat niet het beoogde diploma behaalt. Figuur 3.10 Uitval na doorstroom, naar richting en mbo-niveau, gemiddelde 2006-2010 SEC2 23% SEC3 8% FIN2 22% FIN3 COM3 10% 10% ICT2 25% ICT3 14% 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% Bron: DUO, bewerking Etil. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 34 / 105

Uit de voorgaande figuur kan opgemaakt worden dat het percentage uitvallers dat doorgestroomd is vanuit mbo-niveau 2, voor alle richtingen hoger ligt dan het percentage uitvallers dat doorgestroomd is vanuit mbo-niveau 3. Een mogelijke verklaring voor de relatief hoge uitval op mbo-niveau 2 is dat deze doorstromers sneller het maximum van hun eigen competenties bereiken. Daarnaast worden deze doorstromers 18 jaar en zijn daarmee niet meer leerplichtig. 3.4.3 Bestemming gediplomeerden die het mbo verlaten Naast doorleren binnen het mbo is er ook de mogelijkheid om het mbo-onderwijs te verlaten. Jaarlijks vindt door DUO Onderwijsonderzoek een onderzoek plaats onder mbo-verlaters. In dit onderzoek wordt aan mbo-gediplomeerden ongeveer een half jaar na het behalen van hun diploma naar hun huidige arbeidsmarktsituatie gevraagd. Tabel 3.5 Bestemmingen mbo-schoolverlaters: ECABO-domein en mbo totaal, 2008-2010 (%) ECABO Werk Werk + opleiding Opleiding Werkloos Iets anders Totaal 2008 47 16 31 5 1 100 2009 45 11 34 8 3 100 2010 42 14 34 8 2 100 Mbo totaal 2008 59 12 23 3 1 100 2009 59 10 23 6 2 100 2010 61 11 20 6 2 100 Bron: DUO Onderwijsonderzoek, bewerking Etil. In de afgelopen drie jaar volgden schoolverlaters uit ECABO-opleidingen structureel vaker een vervolgopleiding, al dan niet in combinatie met werk (tabel 3.5), dan het geval was bij mboschoolverlaters in het algemeen. Daarentegen is het aandeel ECABO-schoolverlaters dat direct de arbeidsmarkt op gaat (werk en werkloos) structureel kleiner dan onder de mboschoolverlaters in het algemeen (respectievelijk 50 en 67% in 2010). In het algemeen is in het mbo in 2010 een toename te zien van het aandeel schoolverlaters dat de arbeidsmarkt op gaat. Ook het aandeel mbo-schoolverlaters dat aan het werk gaat in combinatie met een opleiding, is in 2010 licht toegenomen. Daarentegen is het aandeel dat een vervolgopleiding volgt afgenomen. In tegenstelling tot het totale mbo, is bij de ECABO-opleidingen in 2010 vooral een afname te zien van het aandeel schoolverlaters dat direct de arbeidsmarkt op gaat. Verder is er een toename te zien bij het aandeel schoolverlaters van ECABO-opleidingen dat aan het werk gaat in combinatie met een opleiding. Het aandeel schoolverlaters dat een opleiding is begonnen is stabiel gebleven in 2010, ten opzichte van 2009. Net als voorgaande jaren geldt dat DUO Onderwijsonderzoek (op detailniveau) met een relatief kleine steekproef werkt. Daarom heeft Etil de resultaten van de periode 2008-2010 gemiddeld, om zo gedetailleerdere vergelijkingen te kunnen maken tussen de richtingen, regio s en opleidingsniveaus. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 35 / 105

Figuur 3.11 Bestemmingen ECABO mbo-schoolverlaters naar richting, gemiddelden 2008-2010 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% SEC FIN COM BV ICT JUR ECABO totaal werk werk + opleiding werkloos opleiding iets anders mbo totaal Bron: DUO Onderwijsonderzoek, bewerking Etil. Uitgesplitst naar richting (figuur 3.11) is te zien dat binnen de richting Secretarieel het aandeel schoolverlaters dat direct aan het werk gaat groter is (bijna 60%) dan voor de andere ECABOrichtingen. Voor mbo totaal is het aandeel schoolverlaters dat direct aan het werk gaat nog iets groter. Binnen de richting Juridisch is dit aandeel relatief het kleinst (24%). Verder is te zien dat voor de richtingen Juridisch, Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen en Commercieel het aandeel schoolverlaters dat een vervolgopleiding volgt, relatief groot is (respectievelijk 52, 49 en 48%). De regionale verschillen in de bestemmingen van schoolverlaters zijn niet zo groot. Met name in Noord gaan ECABO-schoolverlaters relatief vaker aan het werk (53%). In Noordwest en Middenwest wordt er relatief veel gekozen voor een vervolgopleiding (beide 40%), en in Noord en Zuidwest relatief weinig (beide 25%). Wanneer er wordt gekeken naar de verschillende mbo-niveaus is er een duidelijk verband te zien tussen het mbo-niveau en de bestemmingen van schoolverlaters. Bij het oplopen van het onderwijsniveau neemt het aandeel schoolverlaters dat werkloos wordt af. Dit hangt samen met de over het algemeen betere arbeidsmarktperspectieven op de hogere mbo-niveaus en met het gegeven dat schoolverlaters van opleidingen op mbo-niveau 4 significant vaker verder leren, al dan niet in combinatie met een baan. Een grote groep gediplomeerden op mboniveau 4 stroomt door naar een hbo-opleiding. Op niveaus 1, 2 en 3 gaat daarentegen de meerderheid van de schoolverlaters direct aan het werk. Doorstroom mbo-niveau 4 naar hbo Gediplomeerden van een mbo-opleiding op niveau 4 kunnen doorstromen naar het hbo. In tabel 3.6 worden de doorstroompercentages naar ECABO-richting vergeleken met ECABOtotaal en mbo-totaal. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 36 / 105

Tabel 3.6 Doorstroom mbo-verlaters niveau 4 naar het hbo, 2010 Doorstroom naar het hbo % Aantal gediplomeerden (steekproef) abs Secretarieel 37 270 Financieel-administratief 63 299 Commercieel 69 306 Commercieel mdw. bank- en verzekeringswezen 71 55 ICT en media 64 289 Juridisch 63 255 ECABO 60 1.474 mbo totaal 43 7.226 Bron: DUO Onderwijsonderzoek, 2011. Het aandeel ECABO mbo-verlaters met een diploma van een opleiding op niveau 4 die doorstromen naar een hbo opleiding is 60%. Voor mbo totaal is dit 43%. Bij vergelijking van de ECABO richtingen blijkt dat de doorstroom het hoogst is bij Commercieel medewerker banken verzekeringswezen (71%), gevolgd door Commercieel (69%), en ICT en media (64%). De doorstroom vanuit de richting Secretarieel is met 37% beduidend lager. Van de gediplomeerden ECABO die doorstromen richting het hbo, kiest de afgelopen jaren circa 85% voor een opleiding binnen de sector Economie. Dat geldt met name voor gediplomeerden binnen de richting Financieel-administratief (92%), gevold door Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen en Juridisch (beide 87%). Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 37 / 105

Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 38 / 105

4 Beroepspraktijkvorming Dit hoofdstuk gaat over het onderwerp beroepspraktijkvorming. We schetsen een beeld van de aanbodzijde van de stagemarkt, bestaande uit erkenningen en leerplaatsen bij erkende leerbedrijven binnen het bedrijvenregister van ECABO. 4.1 LEERBEDRIJVEN ECABO-DOMEIN In de onderstaande tabel wordt de opbouw van het register van erkende leerbedrijven van ECABO gepresenteerd naar bedrijfssector. Daarnaast wordt het relatieve aandeel van ECABO per bedrijfssector aangegeven. Tabel 4.1 Opbouw bedrijvenregister ECABO naar bedrijfssector Bedrijfssector Aantal leerbedrijven ECABO (jan. 2012) Relatief aandeel bedrijfssector (%) Totaal aantal bedrijfsvestigingen (CBS 1/1/2010) Aandeel ECABO (%) Landbouw en visserij 64 0,3 84.680 0,1 Industrie en nutsbedrijven 1.522 7,0 54.780 2,8 Bouwnijverheid 693 3,2 119.020 0,6 Handel en reparatie 2.680 12,3 205.345 1,3 Horeca 428 2,0 42.485 1,0 Vervoer en communicatie 12 2.275 10,4 64.795 3,5 Financiële dienstverlening 1.636 7,5 22.435 7,3 Zakelijke dienstverlening 6.178 28,4 223.585 2,8 Overheid 1.137 5,2 3.280 13 34,7 Onderwijs 1.710 7,9 23.330 7,3 Zorg en welzijn 1.329 6,1 54.950 2,4 Cultuur en overige dienstverlening 2.122 9,7 59.710 3,6 Aantal leerbedrijven waarvan bedrijfssector bekend 21.774 100,0 Totaal aantal bedrijven 43.928 956.210 4,6 Bron: CBS Statline (2012) en register ECABO (januari 2012). Op peildatum januari 2012 bevat het bedrijvenregister van ECABO bijna 44.000 erkende leerbedrijven met een erkenning voor één of meer kwalificatierichtingen. Veruit de meeste leerbedrijven behoren tot de bedrijfssector zakelijke dienstverlening (28%), gevolgd door handel en reparatie (12%) en vervoer en communicatie (10%). Het kleinste aantal leerbedrijven vinden we binnen landbouw en visserij (0,3%) en horeca (2,0%). Het aandeel ECABO-leerbedrijven binnen het totale aantal bedrijfsvestigingen in Nederland is ruim 4,5%. 12 Dit is een samentrekking van vervoer en opslag en informatie en communicatie. 13 Op basis van het vestigingenbestand van LISA 2010. Door wijzigingen in haar bedrijfsregister telt het CBS hier in 2010 slechts 1.095 vestigingen, terwijl dat er in 2006 nog 3.760 waren. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 39 / 105

In tabel 4.2 staat de verdeling van leerbedrijven ECABO naar bedrijfsgrootte. Tabel 4.2 Aantal leerbedrijven ECABO naar bedrijfsgrootte, januari 2012 % excl. bedr.grootte Bedrijfsgrootte Aantal % onbekend Klein (1 tot 10 werknemers) 13.683 30,9 43,1 Middelgroot (10 tot en met 100 werknemers) 13.448 30,3 42,3 Groot (meer dan 100 werknemers) 4.626 10,4 14,6 Bedrijfsgrootte onbekend 12.570 28,4 Totaal incl. bedrijfsgrootte onbekend 44.327 100,0 Bron: ECABO, 2012 100,0 (31.757 bedrijven) Bij vergelijking van de verdeling van ECABO-leerbedrijven naar bedrijfsgrootte met de landelijke verdeling valt op, dat het aandeel middelgrote en grote bedrijven binnen het register van ECABO aanzienlijk groter is. Omgekeerd is het aandeel kleine bedrijven in het register veel kleiner dan landelijk het geval is. Figuur 4.1 laat de ontwikkeling zien van het aantal leerbedrijven van ECABO vanaf 2009. Figuur 4.1 Ontwikkeling aantal leerbedrijven ECABO vanaf 2009 50.000 48.000 46.000 44.000 42.000 40.000 2009 K1 2009 K2 2009 K3 2009 K4 2010 K1 2010 K2 2010 K3 2010 K4 2011 K1 2011 K2 2011 K3 2011 K4 2012 K1 Aantal leerbedrijven Bron: ECABO, 2012 De ontwikkeling van het aantal leerbedrijven laat tussen het eerste kwartaal 2009 en 2012 in eerste instantie een stijgende lijn zien, met een dip medio 2010. Vervolgens stijgt het aantal weer, waarna in het tweede en derde kwartaal van 2011 een daling te zien is. De dalingen zijn het gevolg van centrale opschoningen van het leerbedrijvenbestand. De laatste twee kwartalen stijgt het aantal leerbedrijven weer. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 40 / 105

Zuidoost Zuidwest Noordwest Middenwest Oost Noord BV COM FIN & SEC ICT & Media JUR O&V Totaal 4.2 ERKENNINGEN ECABO-DOMEIN Aan de aanbodzijde van beroepspraktijkvorming spelen twee factoren een rol, namelijk de erkenning om op te leiden en het (verwachte) aanbod van leerplaatsen. In de volgende tabel wordt het aantal erkende leerbedrijven in Nederland naar ECABOsectorteam 14 gepresenteerd, naar UWV-district en arbeidsmarktregio. Tabel 4.3 Aantal erkende leerbedrijven naar ECABO-sectorteam en regio District Arbeidsmarktregio Totaal Groningen 108 396 850 424 224 24 1.450 Friesland 81 538 944 388 266 25 1.537 Drenthe 88 309 620 264 183 21 1.001 IJsselvechtstreek 46 284 539 245 149 19 912 Twente 118 610 1.136 512 291 25 1.812 Stedendriehoek 75 537 853 364 267 36 1.421 Achterhoek 28 238 368 175 80 22 620 Midden-Gelderland 104 792 1.026 432 325 45 1.764 Zuid-Gelderland 53 372 568 218 174 20 903 Rivierenland 34 242 403 153 81 12 642 Oost-Utrecht 65 510 622 305 160 14 1.063 Midden-Utrecht 85 827 1.221 561 360 51 2.140 Gooi- en Vechtstreek 36 323 380 170 111 9 664 Flevoland 67 414 610 272 186 27 1.025 Holland Rijnland 51 299 526 250 122 32 879 Haaglanden 175 1.064 2.225 663 567 62 3.138 Midden-Holland 43 184 372 143 61 7 570 Noord-Kennemerland en West-Friesland 107 443 823 315 220 26 1.274 Zuid-Kennemerland 52 260 410 183 126 21 794 Zaanstreek/Waterland 33 242 408 124 101 15 620 Groot Amsterdam 149 1.409 2.416 793 607 106 3.731 Drechtsteden 73 498 963 327 171 19 1.373 Rijnmond 255 1.462 3.680 1.032 676 109 4.895 Zeeland 53 450 692 182 160 24 985 West-Brabant 102 483 1.061 355 253 27 1.575 Midden-Brabant 71 410 525 255 144 14 985 Noordoost-Brabant 110 607 950 337 210 31 1.546 Zuidoost-Brabant 120 675 1.118 433 305 40 1.778 Noord- en Midden-Limburg 69 529 839 298 206 27 1.282 Zuid-Limburg 66 347 651 336 215 30 1.207 2.517 15.754 27.799 10.509 7.001 940 64.520 Bron: ECABO-leerbedrijvenregister, peildatum januari 2012. De circa 44.000 erkende leerbedrijven binnen het register van ECABO zijn in totaal voor ruim 64.500 richtingen erkend, een gemiddelde van 1,5 richting per bedrijf. Binnen de richting Financieel/Secretarieel vinden we veruit de meeste erkende leerbedrijven. Het aantal bedrijven met een erkenning binnen Orde en veiligheid is het kleinst. In regio Rijnmond is het aantal erkende leerbedrijven het grootst en in regio Midden-Holland het kleinst. In de volgende figuren wordt de verdeling van het aantal leerbedrijven met een erkenning naar ECABO-opleidingssegment (Economisch-administratief, ICT en Orde en veiligheid) en arbeidsmarktregio gepresenteerd in een kaartje van Nederland (Bron: ECABO, stand januari 2012). 14 Er heeft een wijziging plaatsgevonden in de registratie van leerbedrijven naar de indeling van ECABO-sectorteams. Dit betekent een samenvoeging van Financieel en Secretarieel, en ICT en IDV (ICT & Media). Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 41 / 105

Figuur 4.2 Regionale verdeling van leerbedrijven binnen het segment Economisch-administratief De meeste leerbedrijven (minimaal 2.200) met een erkenning binnen het segment Economisch-administratief bevinden zich in de arbeidsmarktregio s die het donkerst blauw zijn gekleurd. Het minste aantal leerbedrijven met een dergelijke erkenning (minder dan 1.200), bevinden zich in de licht blauw gekleurde gebieden. Hierbij merken we op, dat het aantal leerbedrijven per regio samenhangt met de omvang van de regionale werkgelegenheid in het ECABO-domein. Het aantal leerbedrijven is daardoor in de kleinere regio s met relatief weinig werkzame personen in een ECABO-beroep per definitie lager dan gemiddeld. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 42 / 105

Figuur 4.3 Regionale verdeling van leerbedrijven binnen het segment ICT Figuur 4.4 Regionale verdeling van leerbedrijven binnen het segment Orde en veiligheid Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 43 / 105

4.3 LEERPLAATSEN ECABO-DOMEIN Afhankelijk van de behoefte en mogelijkheden op een bepaald moment, stelt een bedrijf één of meer leerplaatsen ter beschikking voor één of meer van de kwalificaties waar het bedrijf voor is erkend. Vanuit de registratie van leerplaatsen in de leerplaatsenbank van ECABO, kunnen we indicaties geven van het verwachte aanbod voor de komende twaalf maanden. Gemiddeld blijkt een erkend leerbedrijf ongeveer twee leerplaatsen aan te (willen) bieden. Per opleidingsrichting komt het gemiddelde uit op ruim 1,5 leerplaats per leerbedrijf. Dit verschilt per opleidingsrichting (figuur 4.5). Zo heeft Commercieel het hoogste en Orde en veiligheid het laagste gemiddelde aantal geregistreerde leerplaatsen per bedrijf. Figuur 4.5 Gemiddeld aantal geregistreerde leerplaatsen per bedrijf, naar richting Bron: ECABO, januari 2012 In de ECABO-enquête onder leerbedrijven in november 2011 zijn ook enkele vragen gesteld over het verwachte aanbod van leerplaatsen binnen het ECABO-domein. Tabel 4.4 Is er in 2012 plaats voor ECABO-stagiairs? Aantal bedrijven % Ja, alleen in de beroepsopleidende leerweg (BOL) 1.384 31,2 Ja, alleen in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) 641 14,5 Ja, geen voorkeur voor een bepaalde leerweg 1.083 24,4 Nee 1.326 29,9 Totaal 4.434 100,0 Bron: ECABO, Arbeidsmarktmonitor 2011 Op de vraag of er in 2012 plaats voor stagiairs is, antwoordde bijna 70% van de leerbedrijven bevestigend. Vorig jaar was dat iets lager. De meeste bedrijven geven daarbij de voorkeur aan een BOL-stagiair. Als we de enquêteresultaten van het verwachte aantal leerplaatsen doorrekenen naar het gehele bestand van leerbedrijven, krijgen we het volgende beeld 15 (tabel 4.5). 15 Het aantal leerplaatsen bij de richting Orde en veiligheid is daarbij een onderschatting, omdat beveiligingsbedrijven niet zijn meegenomen in de enquête. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 44 / 105

Tabel 4.5 Verwachte aantal leerplaatsen doorgerekend naar hele bedrijvenregister, naar voorkeur leerweg en opleidingsrichting Aantal leerplaatsen Opleidingsrichting Voorkeur leerweg SEC FIN COM BV ICT JUR IDV O&V Totaal (aantal) BOL 50,8% 49,2% 45,5% 46,2% 48,6% 49,0% 47,4% 28,5% 37.000 BBL 16,9% 17,3% 19,6% 19,6% 17,4% 16,5% 16,1% 25,3% 13.830 Geen voorkeur 32,3% 33,6% 34,9% 34,2% 34,1% 34,5% 36,5% 46,2% 26.420 Totaal (aantal) 20.595 12.570 16.975 2.640 14.590 4.770 2.925 2.185 77.250 Aandeel van totaal 26,7% 16,3% 22,0% 3,4% 18,9% 6,2% 3,8% 2,8% 100,0% Bron: ECABO, Arbeidsmarktmonitor 2011 In totaal worden er voor 2012 ruim 77.000 leerplaatsen verwacht. De richtingen waarvoor de meeste leerplaatsen worden verwacht zijn Secretarieel, Commercieel en ICT en media. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 45 / 105

Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 46 / 105

5 Arbeidsmarktperspectieven De arbeidsmarktperspectieven voor leerlingen van ECABO-opleidingen worden bepaald door de verhouding tussen de (toekomstige) vraag naar en aanbod van gediplomeerde schoolverlaters. Naarmate er meer aanbod is dan vraag, nemen de perspectieven op de gewenste baan in het verlengde van de gevolgde opleiding af. Schoolverlaters kunnen bij het zoeken naar een baan concurrentie ondervinden van overig arbeidsaanbod, zoals kortdurig werklozen en herintreders. Naast de perspectieven voor schoolverlaters gaan we in op het arbeidsmarktperspectief voor werkgevers, namelijk de mate van ruimte of krapte op de arbeidsmarkt. Het gaat dan om de vraag in hoeverre werkgevers in hun personeelsbehoefte kunnen voorzien. In dit hoofdstuk presenteren we eerst het aantal ontstane vacatures in 2011, de vraag naar schoolverlaters, en de verwachte vacatureontwikkeling tot en met 2016. Daarna gaan we in op en het aanbod op de arbeidsmarkt, waarbij de aanbodcategorie schoolverlaters centraal staat. Om de arbeidsmarktperspectieven te kunnen bepalen moeten vraag naar en aanbod van arbeid geconfronteerd worden. Hier wordt in de concluderende paragraaf mee afgesloten. 5.1 VACATURES 2011 5.1.1 Aantal ontstane vacatures ECABO brengt de vraag naar nieuwe medewerkers in beeld met behulp van vacaturegegevens. Vacatures kunnen op twee manieren gemeten worden: het aantal ontstane vacatures in een bepaalde periode en het aantal openstaande vacatures op een bepaald moment. ECABO maakt gebruik van het aantal ontstane vacatures, omdat het een beter beeld geeft van de dynamiek op de arbeidsmarkt. Daarnaast sluit deze afbakening van de term vacatures goed aan bij de vragen die zijn opgenomen binnen de ECABO-enquête. Het voordeel van het gebruik van ontstane vacatures is, dat vacaturegegevens op een juiste manier afgezet kunnen worden tegen de arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters, aangezien beide stroomvariabelen zijn. Voor het bepalen van het aantal ontstane vacatures binnen het ECABO-domein is aangesloten bij de methodiek die in het vacaturemodel van het afgelopen jaar is gebruikt 16. De basis binnen dit model wordt gevormd door de vacaturegegevens uit Jobfeed 17. Deze vacaturegegevens worden binnen het vacaturemodel verder gespecificeerd naar ECABO-kwalificatie op basis van de ECABO-enquête. De gegevens over het aantal ontstane vacatures die in deze rapportage worden weergegeven, hebben betrekking op het aantal vacatures dat in één jaar ontstaat. Totaal aantal ontstane vacatures naar sector en onderwijsniveau In 2011 zijn er binnen het ECABO-domein ongeveer 207.000 vacatures ontstaan, waarmee het ECABO-domein circa 24% vormt van het totale aantal (ontstane) vacatures binnen Nederland (863.000). Het merendeel van de vacatures binnen het ECABO-domein is op mboniveau, namelijk 109.900 vacatures (53%), terwijl er 97.200 vacatures op hbo-niveau zijn ont- 16 Zie bijlage 1 Onderzoeksmethodiek. 17 Jobfeed is een instrument (ontwikkeld door Textkernel) dat een overzicht biedt van vrijwel alle nieuwe vacatures die op internet verschijnen. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 47 / 105

staan (47%). In tabel 5.1 is het totale aantal ontstane vacatures binnen het ECABO-domein naar sector en onderwijsniveau weergegeven. Tabel 5.1 Sectorale verdeling ontstane vacatures in het totale ECABO-domein naar onderwijsniveau, 2011 mbo Bedrijfssector mbo hbo + hbo mbo hbo mbo + hbo absoluut absoluut absoluut % % % Landbouw en visserij 1.500 300 1.800 1,4 0,3 0,9 Industrie en nutsbedrijven 8.500 7.000 15.400 7,7 7,2 7,4 Bouwnijverheid 3.100 1.400 4.500 2,8 1,5 2,2 Handel en reparatie 26.900 17.600 44.400 24,4 18,1 21,5 Horeca 3.700 900 4.600 3,3 1,0 2,2 Vervoer en communicatie 12.800 14.600 27.400 11,7 15,0 13,2 Financiële dienstverlening 7.400 9.900 17.300 6,8 10,2 8,4 Zakelijke dienstverlening 24.400 30.900 55.300 22,2 31,8 26,7 Overheid 4.300 2.300 6.600 3,9 2,3 3,2 Onderwijs 2.000 4.100 6.100 1,9 4,2 3,0 Zorg en welzijn 10.600 4.900 15.500 9,7 5,0 7,5 Cultuur en overige dienstverlening 4.700 3.300 8.100 4,3 3,4 3,9 Totaal 109.900 97.200 207.000 100,0 100,0 100,0 Bron: ECABO, UWV, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. De sector handel en reparatie kent op mbo-niveau het grootste aantal ontstane vacatures (26.900), gevolgd door de zakelijke dienstverlening (24.400) 18. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal ontstane vacatures binnen de sector zakelijke dienstverlening licht gedaald, terwijl handel en reparatie juist een toename kende. Op hbo-niveau kent de zakelijke dienstverlening het grootste aantal ontstane vacatures (30.900), gevolgd door handel en reparatie (17.600). Op hbo-niveau is het aantal ontstane vacatures in de sector zakelijke dienstverlening ten opzichte van vorig jaar juist toegenomen. Daarnaast is er sprake van een relatief grote toename van het aantal ontstane vacatures in 2011 in de sectoren handel en reparatie (4.300), vervoer en communicatie (4.500) en onderwijs (1.600). 5.1.2 Vacatures naar ECABO-richting In figuur 5.1 is de verdeling van het aantal ontstane vacatures weergegeven binnen het ECABO-domein, waarbij onderscheid is gemaakt naar mbo- en hbo-niveau. 18 Het uitzendwezen vormt een belangrijk onderdeel van de zakelijke dienstverlening. Het merendeel van de ontstane vacatures die binnen de uitzendbranche ontstaan, heeft echter betrekking op een andere economische activiteit dan de zakelijke dienstverlening. Bij de vacatureregistratie wordt hiermee onvoldoende rekening gehouden. Dit betekent dat het aantal ontstane vacatures binnen de zakelijke dienstverlening in de praktijk kleiner is dan hier is aangegeven. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 48 / 105

Figuur 5.1 Aantal ontstane vacatures binnen ECABO-domein naar onderwijsniveau, 2011 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 SEC FIN COM BV ICT JUR MBO niveau HBO niveau Bron: ECABO, UWV, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Binnen het ECABO-domein heeft de richting Commercieel met 66.980 vacatures (32,3%) het grootste aantal vacatures, gevolgd door de richtingen ICT en media (49.280) en Financieeladministratief (35.830). De richting ICT en media kent op hbo-niveau het grootste aantal vacatures, gevolgd door de richtingen Commercieel en Financieel-administratief. Op mbo-niveau is de richting Commercieel het grootst, gevolgd door de richtingen Financieel-administratief en Secretarieel. Tabel 5.2 Aantal ontstane vacatures ECABO-domein op mbo-niveau naar sector en richting, 2011 19 Bedrijfssector ECABO SEC FIN COM BV ICT JUR Landbouw en visserij 1.500 270 440 470 70 180 90 Industrie en nutsbedrijven 8.500 1.250 2.130 3.250 150 1.250 420 Bouw 3.100 600 1.000 720 60 510 180 Handel en reparatie 26.900 3.270 5.620 14.430 500 2.230 840 Horeca 3.700 1.570 690 1.030 100 140 130 Vervoer en communicatie 12.800 1.460 3.530 4.290 170 2.760 620 Financiële dienstverlening 7.400 980 750 1.820 2.860 670 350 Zakelijke dienstverlening 24.400 5.040 4.340 7.640 650 3.880 2.830 Overheid 4.300 720 730 530 150 640 1.540 Onderwijs 2.000 720 480 330 30 330 160 Zorg en welzijn 10.600 4.060 1.840 1.480 480 1.380 1.400 Cultuur en overige dienstverlening 4.700 1.060 990 1.700 160 530 320 Totaal 110.000 21.000 22.500 37.700 5.400 14.500 8.900 Bron: ECABO, UWV, Jobfeed, EIM, LISA, bewerking Etil. In tabel 5.2 wordt het aantal ontstane vacatures binnen het ECABO-domein op mbo-niveau weergegeven naar sector en ECABO-richting. Veruit de meeste vacatures zijn er voor de richting Commercieel, gevolg door Financieel-administratief en Secretarieel. 5.1.3 Vacatures naar district In tabel 5.3 is met vacaturegraden (%) weergegeven hoe de regionale verdeling is van de vacatures op mbo-niveau binnen het ECABO-domein. De vacaturegraad wordt aangegeven als het totale aantal ontstane vacatures per 100 arbeidsplaatsen. Met behulp van vacaturegraden is het makkelijker om richtingen regionaal met elkaar te vergelijken. Door gebruik te maken van vacaturegraden wordt er gecorrigeerd voor de totale werkgelegenheidsomvang. Een regio met relatief veel arbeidsplaatsen zal namelijk absoluut gezien ook meer ontstane vacatures 19 Door afronding tellen de onderdelen mogelijk niet exact op tot de totalen. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 49 / 105

kennen. In de onderstaande tabel zijn de vacatures in de verschillende ECABO-richtingen afgezet tegen de totale werkgelegenheid binnen deze richtingen in de desbetreffende regio s. Het district met de grootste vacaturegraad binnen een ECABO-richting is telkens met donkerblauw aangegeven en het district met de kleinste vacaturegraad is aangegeven met lichtblauw. Tabel 5.3 Vacaturegraad op mbo-niveau naar ECABO-richting en district, 2011 District ECABO SEC FIN COM BV ICT JUR Noord 8,8 7,0 6,7 11,7 8,2 12,5 8,7 Oost 8,8 6,9 6,6 11,6 8,4 12,5 8,6 Middenwest 8,8 6,9 6,7 11,9 7,7 12,2 8,2 Noordwest 8,7 7,0 6,7 11,8 6,9 12,1 8,6 Zuidwest 9,5 7,5 7,1 12,5 8,6 13,4 9,5 Zuidoost 9,1 7,3 6,9 12,0 8,2 12,9 9,1 Totaal 8,9 7,1 6,8 11,9 7,9 12,6 8,7 Bron: ECABO, UWV, Jobfeed, EIM, LISA, bewerking Etil. Landelijk zijn er binnen het ECABO-domein ongeveer negen vacatures per honderd arbeidsplaatsen. Er is weinig verschil in vacaturegraden tussen de districten. Deze is het hoogst in Zuidwest en dan vooral binnen de richtingen Commercieel en ICT en media. 5.1.4 Vacatures naar kwalificatie en vraag naar schoolverlaters In het volgende onderdeel gaan we in op de samenstelling van het aantal vacatures binnen de afzonderlijke ECABO-richtingen naar kwalificatie. Door middel van staafdiagrammen wordt de verdeling van het aantal ontstane vacatures weergegeven, waarbij telkens wordt aangegeven hoeveel vacatures er geschikt zijn voor schoolverlaters. Figuur 5.2 Verdeling aantal ontstane vacatures binnen de richting Secretarieel (totaal 21.000), naar kwalificatie en geschiktheid voor schoolverlaters, Nederland, 2011 Telefonist/receptionist (2) 4.210 2.180 Secretarieel medewerker (2) 2.440 1.340 Secretaresse (3) 3.290 2.170 Directiesecretaresse/Managementassistent (4) 2.430 2.970 Bron: ECABO, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. geschikt voor schoolverlater 0 4.000 8.000 niet geschikt voor schoolverlater Binnen de richting Secretarieel heeft de kwalificatie Telefonist/receptionist met 30% (6.390 vacatures) het grootste aandeel in de vacatures, gevolgd door de kwalificaties Secretaresse en Directiesecretaresse/managementassistent (beide 26%). Binnen deze richting is ongeveer 59% (12.370) van het totale aantal vacatures op mbo-niveau geschikt voor schoolverlaters. Binnen de kwalificaties Telefonist/receptionist en Secretarieel medewerker is dit aandeel relatief groot met respectievelijk 66 en 65%, terwijl binnen de kwalificatie Directiesecretaresse/managementassistent dit aandeel (45%) relatief laag is. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 50 / 105

Figuur 5.3 Verdeling aantal ontstane vacatures binnen de richting Financieel-administratief (totaal 22.500), naar kwalificatie en geschiktheid voor schoolverlaters, Nederland, 2011 Bedrijfsadministratief medewerker (2) 3.100 1.630 Financieel administratief medewerker (3) 3.900 2.730 Bedrijfsadministrateur (4) 3.260 2.970 Assistent accountant (4) 1.780 1.310 Salarisadministrateur (4) 870 980 Bron: ECABO, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. geschikt voor schoolverlater 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 niet geschikt voor schoolverlater Binnen de richting Financieel-administratief heeft de kwalificatie Financieel administratief medewerker met 29% het grootste aandeel vacatures, gevolgd door de kwalificaties Bedrijfsadministrateur (28%) en Bedrijfsadministratief medewerker (21%). Binnen deze richting is ongeveer 57% (12.910) van het totale aantal vacatures op mbo-niveau geschikt voor schoolverlaters. Binnen de kwalificaties Bedrijfsadministratief medewerker en Financieel administratief medewerker is dit aandeel relatief groot, met respectievelijk 66 en 59%. Binnen de kwalificatie Salarisadministrateur (47%) is dit aandeel relatief laag. Figuur 5.4 Verdeling aantal ontstane vacatures binnen de richting Commercieel (totaal 37.700), naar kwalificatie en geschiktheid voor schoolverlaters, Nederland, 2011 Commercieel medewerker binnendienst (3) Contactcenter medewerker (3) 8.190 8.030 4.220 3.540 Contactcenter teamleider (4) 1.600 1.440 Marketing medwerker (4) Assistent communicatiemedewerker (4) Medewerker evenementen-organisatie (4) 1.940 130 490 1.840 60 420 Junior accountmanager (4) 2.880 2.920 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 geschikt voor schoolverlater niet geschikt voor schoolverlater Bron: ECABO, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Binnen de richting Commercieel heeft de kwalificatie Commercieel medewerker binnendienst met 33% het grootste aandeel vacatures, gevolgd door de kwalificaties Contactcenter medewerker (31%) en Junior accountmanager (15%). Binnen deze richting is 62% van het totale aantal vacatures op mbo-niveau geschikt voor schoolverlaters, hetgeen neerkomt op 23.260 vacatures. Binnen de kwalificaties Contactcenter medewerker, Medewerker evenementenorganisatie en Commercieel medewerker binnendienst, is het aandeel van de vacatures geschikt voor schoolverlaters relatief groot, met respectievelijk 69, 68 en 66%. Binnen de kwalificatie Junior accountmanager (50%) is dit aandeel duidelijk lager. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 51 / 105

Figuur 5.5 Verdeling aantal ontstane vacatures voor de ECABO-kwalificatie Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (totaal 5.400), en geschiktheid voor schoolverlaters, Nederland, 2011 Totaal 5.400 niet geschikt voor schoolverlater geschikt voor schoolverlater 2.620 2.780 Bron: ECABO, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. 0 2.000 4.000 6.000 geschikt voor schoolverlater niet geschikt voor schoolverlater Totaal Bij de Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen gaat het om één kwalificatie. Ongeveer 51% van het totale aantal vacatures op mbo-niveau is geschikt voor schoolverlaters, hetgeen neerkomt op 2.780 vacatures. Figuur 5.6 Verdeling aantal ontstane vacatures binnen de ECABO-richting ICT en media (totaal 14.500), naar kwalificatie en geschiktheid voor schoolverlaters, Nederland, 2011 Medewerker ICT (2) Medewerker beheer ICT (3) 1.550 1.240 690 680 ICT-beheerder (4) 3.490 2.350 Applicatieontwikkelaar (4) 1.480 1.030 Netwerkbeheerder (4) 1.040 890 Particulier digitaal onderzoeker (4) 30 20 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 geschikt voor schoolverlater niet geschikt voor schoolverlater Bron: ECABO, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Binnen de richting ICT en media heeft de kwalificatie ICT-beheerder met 40% het grootste aandeel vacatures. Binnen deze richting is bijna 61% van het totale aantal vacatures op mboniveau geschikt voor schoolverlaters, hetgeen neerkomt op 8.830 vacatures. Binnen de kwalificatie Medewerker ICT is het aandeel van de vacatures geschikt voor schoolverlaters relatief groot, namelijk 70%. Binnen de kwalificatie Netwerkbeheerder (54%) is dit aandeel het kleinst. Figuur 5.7 Verdeling aantal ontstane vacatures binnen de richting Juridisch (totaal 8.900), naar kwalificatie en geschiktheid voor schoolverlaters, Nederland, 2011 Medewerker personeel en arbeid (4) 2.900 2.410 Medewerker sociale zekerheid (4) 530 360 Juridisch medewerker - openbaar bestuur (4) 650 560 Juridisch medewerker - zakelijke dienstverlening (4) 1.000 440 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 geschikt voor schoolverlater niet geschikt voor schoolverlater Bron: ECABO, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 52 / 105

Binnen de richting Juridisch heeft de kwalificatie Medewerker personeel en arbeid met 60% het grootste aandeel vacatures. Binnen deze richting is 57% van het aantal vacatures op mboniveau geschikt voor schoolverlaters, hetgeen neerkomt op 5.080 vacatures. Binnen de kwalificatie Juridisch medewerker zakelijke dienstverlening is het aandeel van de vacatures geschikt voor schoolverlaters relatief het grootst (69%), terwijl dit aandeel voor Juridisch medewerker openbaar bestuur het laagst is (54%). 5.2 VERWACHTE ONTWIKKELINGEN 5.2.1 Landelijke prognose vacatures 2012-2016 In figuur 5.9 is de landelijke ontwikkeling van het aantal ontstane vacatures weergegeven gedurende de periode 1998-2016. Figuur 5.9 Ontwikkeling totaal aantal ontstane vacatures per jaar (x 1.000), Nederland, 1998-2016 1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0 Bron: CBS, CPB, Jobfeed, EIM, bewerking Etil. In 2011 was er sprake van een toename van het aantal ontstane vacatures (9%, 863.000), ondanks het verslechterde klimaat door bijvoorbeeld de Europese schuldencrisis. Een belangrijke oorzaak hiervoor is de steeds groter wordende vervangingsvraag als gevolg van pensionering. In 2011 werden de eerste babyboomers 65 jaar, waardoor er ook de komende jaren sprake is van een relatief grote uitstroom. Naar verwachting zal vanaf 2011 het aantal nieuwe vacatures dan ook blijven toenemen, al is de toename per jaar redelijk beperkt (in de periode 2011-2016 jaarlijks gemiddeld 1,5%). In tabel 5.4 is het gemiddeld aantal vacatures in Nederland naar sector weergegeven gedurende de periode 2011-2016, waarbij 2011 als realisatiejaar geldt en de cijfers voor de jaren 2012-2016 prognoses zijn. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 53 / 105

Tabel 5.4 Gemiddeld aantal ontstane vacatures per jaar naar sector (x 1.000), NL, 2011-2016 Sectoren 2011 2012 2013 2014-2016 Landbouw en visserij 15 15 15 14 Industrie en nutsbedrijven 77 71 66 62 Bouw 36 40 48 56 Handel en reparatie 207 208 215 222 Horeca 64 66 71 76 Vervoer en communicatie 73 73 75 76 Financiële dienstverlening 29 28 27 26 Zakelijke dienstverlening 143 154 155 156 Overheid 19 17 17 16 Onderwijs 39 39 39 38 Zorg en welzijn 122 125 131 137 Cultuur en overige dienstverlening 39 39 39 40 Totaal 863 876 896 919 Bron: CBS, UWV, CPB, EIM, Etil. In 2011 waren in Nederland de meeste vacatures in de sectoren handel en reparatie en zakelijke dienstverlening. Voor 2012 en 2013 wordt een verdere stijging van het aantal vacatures verwacht. Voornamelijk in de sectoren zakelijke dienstverlening, bouw, en zorg en welzijn zal het aantal nieuwe vacatures in 2012 toenemen. Ook op middellange termijn (2014-2016) zet de stijging van het aantal vacatures door. De grootste stijgers zijn dan de sectoren bouw, handel en reparatie, en zorg en welzijn. 5.2.2 Prognose vacatures ECABO-domein 2012-2016 In figuur 5.10 is de landelijke ontwikkeling van het aantal ontstane vacatures op mbo-niveau binnen het ECABO-domein weergegeven gedurende de periode 2011-2016. Hierin zijn de prognosejaren 2012-2016 afgezet tegen het realisatiejaar 2011. Figuur 5.10 Jaarlijkse procentuele ontwikkeling aantal ontstane mbo-vacatures binnen het ECABO-domein, Nederland, 2011-2016 140.000 130.000 120.000 110.000 1,5% 1,5% 0,9% 0,9% 0,9% 100.000 90.000 80.000 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Bron: CBS, CPB, Jobfeed, UWV, EIM, bewerking Etil. N.B.: de percentages geven de jaarlijkse ontwikkeling aan. In 2011 waren er binnen het ECABO-domein op mbo-niveau 110.025 vacatures. Naar verwachting zal het aantal nieuwe vacatures blijven stijgen tot 116.500 in 2016. Figuur 5.10 laat echter zien, dat de jaarlijkse stijging beperkt blijft tot 1,5% in 2012 en 2013, en bijna 1% in 2014, 2015 en 2016. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 54 / 105

In tabel 5.5 is de verwachte procentuele ontwikkeling van het aantal ontstane vacatures naar ECABO-richting en regio weergegeven. Tabel 5.5 Ontwikkeling aantal ontstane mbo-vacatures naar ECABO-richting, jaargemiddelde (%) 2012-2016 ECABO SEC FIN COM BV ICT JUR Nederland 1,1 0,5 1,2 1,6-0,1 1,4 1,0 Noord 1,2 0,6 1,2 1,7-0,3 1,4 1,2 Oost 1,3 0,7 1,3 1,7-0,2 1,5 1,2 Middenwest 1,1 0,5 1,3 1,6-0,4 1,4 0,9 Noordwest 1,3 0,7 1,4 1,8 0,6 1,5 1,1 Zuidwest 0,8 0,3 0,9 1,2-0,8 1,1 0,9 Zuidoost 1,1 0,4 1,1 1,5 0,3 1,2 1,0 Bron: CPB, Jobfeed, UWV, EIM, CBS, bewerking Etil. Gedurende de periode 2011-2016 groeit in het ECABO-domein het aantal ontstane vacatures elk jaar gemiddeld met 1,1%. Dat is iets lager dan landelijk, waar het aantal ontstane vacatures op mbo-niveau gemiddeld met 1,5% per jaar groeit. Binnen het ECABO-domein kent de richting Commercieel relatief de grootste groei in vacatures met gemiddeld 1,6% per jaar. In Oost en Noordwest groeit het aantal ontstane vacatures sneller dan in de overige regio s (gemiddeld jaarlijks 1,3%), al is het verschil beperkt. In figuur 5.11 is de procentuele groei (gemiddeld jaarlijks) van het aantal ontstane vacatures naar kwalificatie weergegeven. De kwalificaties met de grootste gemiddelde groeipercentages per jaar gedurende de periode 2011-2016 zijn: Contactcenter teamleider (gemiddeld jaarlijks 3,0%); Netwerkbeheerder (gemiddeld jaarlijks 2,6%); Marketingmedewerker (gemiddeld jaarlijks 2,5%); Assistent communicatiemedewerker (gemiddeld jaarlijks 2,4%); en Bedrijfsadministrateur en Junior accountmanager (gemiddeld jaarlijks 2,2%). De kwalificaties met de kleinste gemiddelde groeipercentages (in dit geval afname) per jaar gedurende de periode 2011-2016 zijn: Juridisch medewerker openbaar bestuur (gemiddeld jaarlijks -1,4%); Medewerker ICT (gemiddeld jaarlijks -0,7%); en Secretarieel medewerker (gemiddeld jaarlijks -0,6%). Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 55 / 105

Figuur 5.11 Ontwikkeling aantal ontstane vacatures naar ECABO-kwalificatie, jaargemiddelde (%), 2012-2016, Nederland 20 Telefonist/receptionist (2) Secretarieel medewerker (2) Secretaresse (3) Directiesecretaresse/Managementassistent (4) Bedrijfsadministratief medewerker (2) Financieel administratief medewerker (3) Bedrijfsadministrateur (4) Assistent accountant (4) Salarisadministrateur (4) Commercieel medewerker binnendienst (3) Contactcenter medewerker (3) Contactcenter teamleider (4) Marketing medwerker (4) Assistent communicatiemedewerker (4) Medewerker evenementen-organisatie (4) Junior accountmanager (4) Comm. medewerker bank en Medewerker ICT (2) Medewerker beheer ICT (3) ICT beheerder (4) Applicatieontwikkelaar (4) Netwerkbeheerder (4) Particulier digitaal onderzoeker (4) Medewerker personeel en arbeid (4) Medewerker sociale zekerheid (4) Juridisch medewerker - openbaar bestuur (4) -1,4 Juridisch medewerker - zakelijke ECABO 0,0-0,6-0,4-0,1-0,7-0,4 0,9 1,5 0,7 2,2 2,0 2,1 0,9 1,3 3,0 2,5 2,4 2,1 2,2 0,2 1,9 1,7 2,6 1,8 1,5 1,9 1,1-2,0-1,0 0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 In % Bron: CPB, Jobfeed, UWV, EIM, CBS, bewerking Etil. 5.2.3 Verwachtingen leerbedrijven In de ECABO-enquête zijn enkele vragen opgenomen over de verwachtingen van de leerbedrijven ten aanzien van ontwikkelingen op de arbeids- en onderwijsmarkt in het ECABOdomein. In figuur 5.8 wordt de verwachte verhoging van het gewenste opleidingsniveau voor personeel in functies binnen de ECABO-richtingen in de komende drie jaar getoond. 20 De kleuren in de grafiek verwijzen naar de zes ECABO-richtingen die in dit rapport worden onderscheiden, namelijk Secretarieel (oranje), Financieel-administratief (lichtblauw), Commercieel (paars), Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (groen), ICT en media (rood) en Juridisch (donkerblauw). Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 56 / 105

Figuur 5.8 Verwachte verhoging gewenste opleidingsniveau naar ECABO-richting, 2012-2014 Totaal 7% 7% 17% 7% 62% SEC 9% 6% 12% 4% 70% FIN 7% 9% 22% 9% 53% COM 9% 8% 17% 8% 59% B&V 12% 34% 18% 36% ICT 4% 9% 23% 12% 52% JUR 6% 26% 13% 55% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Ja, hoger mbo-niveau Ja, niveau tussen mbo en hbo Nee Ja, mbo-niveau met extra instroomeisen Ja, hbo-niveau Bron: ECABO, bewerking Etil. In totaal geeft 38% van de bedrijven aan dat het gewenste opleidingsniveau voor personeel in functies binnen de ECABO-richtingen in de komende drie jaar naar verwachting hoger zal worden. Aan de bedrijven die aangeven een verhoging te verwachten, is ook gevraagd hoe ze deze verhoging precies zagen. Het meest werd hierbij aangegeven dat men een verhoging naar een niveau tussen mbo en hbo verwacht (17%), gevolgd door hbo-niveau, hoger mboniveau, en mbo-niveau met extra instroomeisen (alle 7%). Vooral voor de kwalificatie Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (64%) geven relatief veel bedrijven aan een verhoging in het gewenste opleidingsniveau te verwachten. Binnen de richting Secretarieel geeft daarentegen de meerderheid (70%) van de bedrijven aan geen verhoging in het gewenste opleidingsniveau te verwachten. Upgrading kwalificatievereisten Uit bovenstaande blijkt, dat werkgevers hogere eisen verwachten te gaan stellen aan de kwalificaties van (nieuwe) medewerkers. Dit wordt bevestigd door de vacaturegraden voor de ECABO-richtingen. Deze blijken, behalve bij Juridisch, op hbo-niveau groter te zijn dan de vacaturegraden op mbo-niveau. Ook dit geeft een indicatie dat er binnen het ECABO-domein sprake is van upgrading van kwalificatievereisten. Hieronder wordt de verschuiving van de werkgelegenheid op mbo-niveau naar een hoger opleidingsniveau verstaan, doordat werkgevers hogere kwalificaties eisen als gevolg van nieuwe technologieën, veranderende productietechnieken of voor een efficiëntere inzet van mensen (ROA, 2007). Aanvullende verklaringen zijn de verdergaande digitalisering en een verschuiving in competenties behorend bij bepaalde opleidingsniveaus. 5.3 AANBOD OP DE ARBEIDSMARKT 5.3.1 Aanbodcategorieën Het totale aanbod op de arbeidsmarkt kan globaal in vier groepen worden ingedeeld: baanwisselaars, (gediplomeerde) schoolverlaters, (niet-werkende) werkzoekenden en een groep overig aanbod die uit een situatie van niet-participatie de arbeidsmarkt betreedt, met daarin onder andere herintreders en immigranten. Onder de groep overig aanbod bevinden zich met name veel (her)intredende vrouwen. De meeste vacatures worden opgevuld door baanwisselaars (circa 43%), gevolgd door personen die voorheen een opleiding volgden (circa 25%). Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 57 / 105

In deze paragraaf gaan we nader in op de arbeidsmarktinstroom vanuit het mbo-onderwijs en op de belangrijkste groep binnen het overige aanbod, de niet-werkend werkzoekenden. Er wordt tevens stilgestaan bij substitutiemogelijkheden voor werkgevers. 5.3.2 Arbeidsmarktinstroom mbo-schoolverlaters In hoofdstuk 3 zijn de ontwikkelingen omtrent leerlingen, gediplomeerden en bestemmingen van gediplomeerden aan bod gekomen. Gezamenlijk bepalen deze drie elementen de arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters. Voordat we voorspellingen kunnen doen over de ontwikkeling van de arbeidsmarktinstroom, brengen we eerst de gerealiseerde arbeidsmarktinstroom in 2011 vanuit het mbo-onderwijs in beeld. Tabel 5.6 Aandeel arbeidsmarktinstroom als percentage van gediplomeerden, 2011 Gediplomeerden 2011 Arbeidsmarktinstroom 2011 % SEC 4.710 2.890 61% FIN 6.350 2.690 42% COM 4.550 1.980 44% BV 870 470 53% ICT 6.090 2.740 45% JUR 2.430 1.160 48% Totaal 25.000 11.930 48% Bron: DUO, DUO Onderwijsonderzoek, Etil. In totaal hebben 11.930 gediplomeerden binnen het ECABO-domein de arbeidsmarkt betreden (tabel 5.6). Dit betekent dat van alle gediplomeerden bijna 48% heeft besloten om de arbeidsmarkt op te gaan. In de ECABO-richting Secretarieel stroomt ruim 61% van de gediplomeerden de arbeidsmarkt op. Bij de richtingen Financieel-administratief en Commercieel stroomt respectievelijk 42 en 44% van de gediplomeerden de arbeidsmarkt op. De totale ECABO-arbeidsmarktinstroom is verder uit te splitsen naar richting en district (tabel 5.7). Tabel 5.7 Arbeidsmarktinstroom vanuit mbo, naar richting en district, 2011 (absoluut) SEC FIN COM BV ICT JUR Totaal Noord 270 200 210 40 300 100 1.120 Oost 570 470 400 70 570 210 2.290 Middenwest 570 610 410 100 610 290 2.590 Noordwest 370 460 330 60 380 220 1.820 Zuidwest 710 560 250 90 450 150 2.210 Zuidoost 400 390 380 110 430 190 1.900 Totaal 2.890 2.690 1.980 470 2.740 1.160 11.930 Bron: DUO, DUO Onderwijsonderzoek, Etil. Het blijkt dat de arbeidsmarktinstroom het grootst is in de richting Secretarieel (2.890), gevolgd door ICT en media (2.740) en Financieel-administratief (2.690). De hoge arbeidsmarktinstroom bij Secretarieel is opvallend, omdat deze richting niet het grootste aantal gediplomeerden heeft. De reden is, dat het aandeel gediplomeerden dat direct aan het werk gaat binnen deze richting het grootst is. De omvang van de instroom van de overige richtingen komt wel overeen met de volgorde bij gediplomeerden. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 58 / 105

De absolute instroom is het grootst in Middenwest (2.590), gevolgd door Oost (2.290), en Zuidwest (2.210). In Noord is sprake van de kleinste instroom (1.120). Dit kan worden afgezet tegen de werkgelegenheidsstructuur in de verschillende regio s (tabel 5.8). Tabel 5.8 Instroom vanuit mbo-onderwijs naar de arbeidsmarkt per 1.000 banen, 2011 SEC FIN COM BV ICT JUR Totaal Noord 10 7 8 7 32 11 11 Oost 10 8 7 6 28 12 10 Middenwest 8 8 6 6 22 11 9 Noordwest 7 8 6 4 18 12 8 Zuidwest 16 11 5 10 25 10 12 Zuidoost 8 7 7 10 22 11 9 Totaal 10 8 6 7 24 11 10 Bron: DUO, DUO Onderwijsonderzoek, LISA, Etil. De relatief grootste instroom doet zich voor in Zuidwest, met name in de richtingen Secretarieel, Financieel-administratief en Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen. De instroom is relatief het kleinst in Noordwest, vanwege de relatief kleine instroom in de richtingen ICT en media, Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen en Secretarieel. 5.3.3 Prognose arbeidsmarktinstroom vanuit mbo-onderwijs De gegevens over de ontwikkelingen van het aantal leerlingen, gediplomeerden en de bestemmingen van gediplomeerden spelen een belangrijke rol bij het prognosticeren van de verwachte arbeidsmarktinstroom. Zo wordt op basis van deze ontwikkelingen een raming gemaakt van de toekomstige belangstelling voor de afzonderlijke ECABO-richtingen en - kwalificaties. Door dit te combineren met de verwachte demografische ontwikkelingen naar leeftijd, wordt een prognose verkregen van het aantal leerlingen en gediplomeerden naar ECABO-kwalificatie. Hierbij wordt aangesloten bij de referentieramingen van het Ministerie van OCW 21. Eerst wordt de prognose van de arbeidsmarktinstroom naar richting gepresenteerd, en vervolgens wordt de arbeidsmarktinstroom naar kwalificatie uitgesplitst. In het prognosemodel wordt ervan uitgegaan, dat het gemiddelde van de gerealiseerde gegevens over de bestemmingen die schoolverlaters kiezen gedurende de periode 2006-2011, een goede indicatie geeft van de bestemmingen gedurende de periode 2012-2016. Arbeidsmarktinstroom naar ECABO-richting Figuur 5.12 laat de arbeidsmarktinstroom in het ECABO-domein gedurende de periode 2011-2016 zien, die de ontwikkeling van het aantal gediplomeerden volgt. 21 De referentieraming 2011 is de leerlingen- en studentenraming die als onderbouwing dient voor de begroting van het Ministerie van OCW. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 59 / 105

Figuur 5.12 Arbeidsmarktinstroom in het ECABO-domein, 2011-2016 14.000 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 11.900 11.800 11.900 11.800 11.700 11.600 2.000 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Bron: DUO, CBS, ROA, DUO Onderwijsonderzoek, bewerking Etil. Het aantal gediplomeerde schoolverlaters dat instroomt op de arbeidsmarkt vanuit het ECABO-domein, zal vanaf 2011 afnemen tot 11.600 in 2016. Wanneer de verwachte instroom op de arbeidsmarkt vanuit het mbo naar richting wordt bekeken, is te zien dat gedurende de periode 2012-2016 de grootste instroom zal komen vanuit de richting Secretarieel (tabel 5.9). Tabel 5.9 Aandeel arbeidsmarktinstroom als percentage van gediplomeerden, gemiddelde 2012-2016, naar richting Arbeidsmarktinstroom Gediplomeerden % SEC 4.500 2.800 62% FIN 6.200 2.600 42% COM 4.900 2.200 45% BV 800 400 50% ICT 5.900 2.700 46% JUR 2.300 1.100 48% Totaal 24.600 11.800 48% Bron: DUO, CBS, ROA, DUO Onderwijsonderzoek, bewerking Etil. Gemiddeld zal er vanuit deze richting elk jaar 62% van de gediplomeerden instromen op de arbeidsmarkt. De gemiddelde instroom is relatief het kleinst voor de richtingen Financieeladministratief en Commercieel. Respectievelijk 42 en 45% van de gediplomeerden in deze richtingen zal jaarlijks instromen op de arbeidsmarkt. Over alle richtingen bezien, zal de instroom op de arbeidsmarkt vanuit het ECABO-domein op mbo-niveau in de periode 2012-2016 naar verwachting gemiddeld met 0,9% per jaar afnemen (figuur 5.13). Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 60 / 105

Figuur 5.13 Gemiddelde jaarlijkse procentuele ontwikkeling instroom op de arbeidsmarkt vanuit onderwijs 2012-2016, naar richting 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 2,6% -1,0% -2,0% -1,6% -0,7% -1,2% -1,4% -0,9% -3,0% -4,0% -3,3% SEC FIN COM BV ICT JUR ECABO Bron: DUO, CBS, ROA, DUO Onderwijsonderzoek, bewerking Etil. De grootste gemiddelde jaarlijkse afname voor de arbeidsmarktinstroom wordt verwacht voor de kwalificatie Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (-3,3%). Alleen voor de instroom vanuit de richting Commercieel wordt een jaarlijkse groei van 2,6% verwacht. Arbeidsmarktinstroom naar ECABO-kwalificatie Om in een later stadium de arbeidsmarktperspectieven van schoolverlaters en werkgevers te kunnen bepalen, is inzicht nodig in de arbeidsmarktinstroom voor specifieke ECABOkwalificaties. Voor het bepalen van de instroom naar kwalificatie wordt dezelfde methodiek van leerlingen, gediplomeerden en bestemmingen gehanteerd. Het voert hier echter te ver om deze analyse uitvoerig te presenteren. Daarom zal hier worden volstaan met de arbeidsmarktinstroom naar kwalificatie in 2011 en 2016 (figuur 5.14). De top vijf van kwalificaties met de grootste arbeidsmarktinstroom zijn: Directiesecretaresse/managementassistent (4) Bedrijfsadministrateur (4) Medewerker beheer ICT (3) Secretarieel medewerker (2) Financieel administratief medewerker (3) De arbeidsmarktinstroom zal tussen 2011 en 2016 het meest toenemen bij de kwalificatie Contactcenter medewerker (3). Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 61 / 105

Figuur 5.15 Absolute instroom op de arbeidsmarkt vanuit onderwijs in 2011 (donkere kleur) en 2016 (lichte kleur), naar kwalificatie Telefonist/receptionist (2) Secretarieel medewerker (2) Secretaresse (3) Directiesecretaresse/Managementassistent (4) Bedrijfsadministratief medewerker (2) Financieel administratief medewerker (3) Bedrijfsadministrateur (4) Assistent accountant (4) Salarisadministrateur (4) Commercieel medewerker binnendienst (3) Contactcenter medewerker (3) Contactcenter teamleider (4) Marketing medewerker (4) Assistent communicatiemedewerker (4) Medewerker evenementen-organisatie (4) Junior accountmanager (4) Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (4) Medewerker ICT (2) Medewerker beheer ICT (3) ICT-beheerder (4) Applicatieontwikkelaar (4) Netwerkbeheerder (4) Particulier digitaal onderzoeker (4) Medewerker personeel en arbeid (4) Medewerker sociale zekerheid (4) Juridisch medewerker - openbaar bestuur (4) Juridisch medewerker - zakelijke dienstverlening (4) 20 20 20 20 10 10 80 100 Bron: DUO, CBS, ROA, DUO Onderwijsonderzoek, bewerking Etil. 190 190 250 260 230 220 200 170 190 160 300 310 250 240 350 360 340 460 380 390 470 530 360 440 460 390 580 550 520 560 510 510 680 660 660 620 680 630 770 740 920 860 1.060 1.010 1.230 1.310 0 500 1.000 1.500 Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 62 / 105

5.3.4 Substitutie Hiervoor werd de arbeidsmarktinstroom vanuit het middelbaar beroepsonderwijs beschreven. Voor de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt vormt deze groep dan ook de kern van het ECABO-domein. De aanbodkant van de arbeidsmarkt voor ECABO-beroepen is echter breder dan alleen de instroom vanuit het mbo. Feitelijk bestaat deze uit iedereen die zich aanbiedt op de arbeidsmarkt voor een baan in het ECABO-domein. Dit houdt in dat naast de mboschoolverlaters, de totale aanbodzijde van het ECABO-domein uit de volgende groepen bestaat: mbo-schoolverlaters met een andere achtergrond dan ECABO-richtingen schoolverlaters vanuit andere opleidingsniveaus dan mbo baanwisselaars werklozen (ingeschreven als werkzoekend voor ECABO-beroepen) (her)intreders Wanneer een bedrijf een vacature heeft openstaan zou deze door aanbod uit deze groepen kunnen worden ingevuld. Het zijn dan ook de zogenaamde substitutiemogelijkheden voor werkgevers, ten opzichte van mbo-schoolverlaters. De substitutie kan langs twee assen gebeuren: mbo-schoolverlaters binnen het ECABOdomein kunnen concurrentie ondervinden van werkzoekenden die reeds werkervaring hebben, of van andere schoolverlaters, zonder een mbo-opleiding voor de desbetreffende kwalificatie. Om een idee te krijgen van zowel de voorkeuren van werkgevers als de keuzes die zij daadwerkelijk maken, is dit onderwerp in de ECABO-enquête van afgelopen jaar opgenomen. De invulling van vacatures in het afgelopen half jaar is onderzocht: zijn deze ingevuld door schoolverlaters of andere werkzoekenden? Verder is aan werkgevers gevraagd of de aangenomen personen een specifieke (opleidings-)achtergrond voor de betreffende functie hadden. Figuur 5.15 Categorieën van waaruit vacatures afgelopen half jaar vervuld zijn, naar richting en mbo-niveau 22 100% 12% 14% 14% 6% 22% 15% 14% 14% 17% 26% 80% 60% 40% 20% 0% 46% 12% 20% 50% 8% 29% 56% 8% Bron: ECABO-enquête, Etil, 2011. 47% 42% 59% 15% 12% 9% 22% 25% 31% 26% 45% SEC FIN COM CMBV ICT JUR mboniv. 2 Schoolverlater specifiek Overige werkzoekende specifiek 55% 10% 8% 47% 12% 48% 11% 20% 23% 28% 24% mboniv. 3 mboniv. 4 Schoolverlater anders Overige werkzoekende anders ECABO totaal Werkgevers geven duidelijk aan voornamelijk werkzoekenden te hebben aangenomen die reeds werkervaring hadden in de betreffende functie (figuur 5.15). De vervulling van vacatures door schoolverlaters neemt iets toe voor functies op hogere mbo-niveaus. 22 Vanwege ruimtegebrek zijn de categorieën onder de figuur verkort weergegeven. Bij schoolverlaters wordt er echter onderscheid gemaakt in het wel of niet hebben van de specifieke opleiding, die in de vacature is gevraagd. Bij overige werkzoekenden wordt onderscheid gemaakt in het wel of niet beschikken over specifieke werkervaring. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 63 / 105

Aan de werkgevers is ook gevraagd welke groep hun voorkeur heeft bij de vervulling van vacatures in het komende half jaar (figuur 5.16). Figuur 5.16 Voorkeuren werkgevers voor de vervulling van vacatures in het komende half jaar, naar richting en mbo-niveau 23 100% 80% 60% 40% 20% 0% 48% 4% 24% 8% 15% 29% 2% 26% 8% 34% 45% 3% 29% 10% 13% Bron: ECABO-enquête, Etil, 2011. 33% 4% 26% 12% Uit de resultaten blijkt dat bijna de helft van de werkgevers vooraf geen bijzondere voorkeur zegt te hebben voor een bepaalde groep. Kennelijk willen zij voor de meeste van hun vacatures alle opties openhouden, om op basis van de sollicitanten die zich aandienen de meest geschikte kandidaat te kiezen. Over het totale ECABO-domein bezien genieten de schoolverlaters verder bijna even vaak de specifieke voorkeur als overige werkzoekenden (respectievelijk 28 en 29%). Wel is er bij overige werkzoekenden een duidelijkere voorkeur voor mensen met specifieke werkervaring. Uitgesplitst naar de verschillende mbo-niveaus blijkt dat op mbo-niveau 2 een absolute meerderheid van de werkgevers aangeeft op voorhand geen voorkeur te hebben voor een bepaalde aanbodcategorie. Op mbo-niveau 3 en niveau 4 is er slechts een lichte voorkeur voor overige werkzoekenden boven schoolverlaters. Schoolverlaters in het ECABO-domein ondervinden dus concurrentie van zowel andere schoolverlaters als andere werkzoekenden. Met name werkzoekenden met specifieke werkervaring lijken (op alle mbo-niveaus) vaak goede papieren in handen te hebben. 5.3.5 Niet-werkend werkzoekenden 45% 1% 23% 29% 0% 38% 8% 12% 25% 22% 21% 54% 4% 19% SEC FIN COM CMBV ICT JUR mboniv. 2 Schoolverlater specifiek Overige werkzoekende specifiek Geen voorkeur 8% 45% 4% 25% 8% 39% 44% 2% 29% 3% 26% 9% 9% 15% 18% 21% 19% mboniv. 3 mboniv. 4 ECABO totaal Schoolverlater specifiek of anders Overige werkzoekende specifiek of anders De niet-werkende werkzoekenden vormen een deel van de arbeidsmarkt dat minder transparant is dan het aanbod dat van de scholen afkomt. Dit komt enerzijds doordat niet alle werkzoekenden zich als zodanig inschrijven (bijvoorbeeld bij UWV of uitzendbureaus). Anderzijds is het niet altijd zeker dat iedereen die wel als werkzoekende ingeschreven staat, daadwerkelijk actief op zoek is naar werk of direct inzetbaar is op de arbeidsmarkt. Vooral jongeren vormen een grote groep werkzoekenden die zich niet inschrijft bij het UWV, aangezien zij veelal niet voor een uitkering in aanmerking komen. 23 Vanwege ruimtegebrek zijn de categorieën onder de figuur verkort weergegeven. Er is aan werkgevers gevraagd of ze voorkeur hebben voor een schoolverlater met een specifieke opleiding, voorkeur voor schoolverlater met deze of andere opleiding, voorkeur voor overige werkzoekenden met specifieke werkervaring of voorkeur voor overige werkzoekenden met of zonder specifieke werkervaring. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 64 / 105

Hieronder volgt een overzicht van de niet-werkende werkzoekenden (NWW) die in september 2011 bij het UWV stonden ingeschreven voor beroepen binnen het ECABO-domein (tabel 5.10). Het betreft alleen de niet-werkende werkzoekenden die korter dan een half jaar staan ingeschreven. Deze groep heeft een relatief kleine afstand tot de arbeidsmarkt en zij kunnen zodoende als directe concurrenten voor schoolverlaters beschouwd worden, aangezien zij een goed alternatief kunnen vormen voor werkgevers die tussen een schoolverlater en overig aanbod moeten kiezen om een vacature in te vullen. Tabel 5.10 Niet-werkende werkzoekenden (<6 maanden) ingeschreven bij het UWV voor ECABOberoepen, september 2011 ECABO-richting Noord Oost M-west N-west Z-west Z-oost Totaal SEC 650 1.270 1.780 970 1.300 1.040 7.010 FIN 290 580 710 450 620 510 3.160 COM 160 330 400 250 300 270 1.710 BV 20 30 40 20 30 30 170 ICT 150 180 300 180 200 150 1.160 JUR 80 160 240 160 180 120 940 Totaal 1.350 2.550 3.470 2.030 2.630 2.120 14.150 Bron: UWV, SBB, bewerking Etil. In totaal stonden 14.150 NWW ers ingeschreven voor ECABO-beroepen in september 2011. Het grootste aantal kortdurig niet-werkende werkzoekenden stond ingeschreven in de richting Secretarieel (7.010), gevolgd door Financieel-administratief ( 3.160) en Commercieel (1.710). Een kleiner aantal werklozen stond ingeschreven in de richtingen Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (170) en Juridisch (940). Regionaal gezien is het grootste aantal werkzoekenden in Middenwest geregistreerd (3.470) en het kleinste aantal in Noord (1.350). Wanneer de relatieve verdeling van kortdurend niet-werkende werkzoekenden naar richting per district wordt bekeken, zien we geen grote regionale verschillen (figuur 5.17). In alle districten stond het merendeel van de werklozen geregistreerd in de richtingen Secretarieel en Financieel-administratief. Figuur 5.17 Relatieve verdeling van bij het UWV voor ECABO-beroepen ingeschreven nietwerkende werkzoekenden (< 6 maanden), naar richting en district, september 2011 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 6 6 7 8 7 6 11 7 1 9 9 8 7 1 1 1 1 1 13 12 12 11 13 12 Bron: UWV, SBB, bewerking Etil. 21 23 20 49 50 51 48 49 49 22 24 24 Noord Oost Middenwest Noordwest Zuidwest Zuidoost SEC FIN COM BV ICT JUR Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 65 / 105

5.4 ARBEIDSMARKTPERSPECTIEVEN Door de uitkomsten van de prognoses aan de vraag- en aanbodkant met elkaar te combineren, kunnen we een beeld geven van de arbeidsmarktperspectieven. Zoals aangegeven kunnen deze vanuit de optiek van schoolverlaters en vanuit de optiek van werkgevers worden bekeken. Het doel van beide perspectieven is om de bij onderwijs en arbeidsmarkt betrokken partijen binnen het ECABO-domein beter inzicht te bieden in de huidige en toekomstige ontwikkelingen in de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, verbijzonderd naar regio en kwalificatie. Met dit inzicht kunnen betrokkenen betere beslissingen nemen, zodat discrepanties tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt verminderen. Relevante partijen in dit verband zijn onder andere (organisaties van) werkgevers en onderwijsinstellingen, instanties als het UWV en de afdeling Sociale Zaken van gemeenten, intermediairs, en overheid. 5.4.1 Perspectief schoolverlaters Met behulp van het perspectief schoolverlaters wordt inzicht gegeven in de toekomstige ontwikkeling van de arbeidsmarktpositie van schoolverlaters: het gemak waarmee een schoolverlater een baan kan vinden in het verlengde van zijn opleiding. Naarmate de indicator hoger is, is de kans op de gewenste baan voor een schoolverlater groter en daarmee is het arbeidsmarktperspectief beter. Vanuit de optiek van het onderwijs is het interessant om inzicht te hebben in het perspectief op de middellange termijn, tot eind 2016. Een leerling kan namelijk met behulp van deze informatie het arbeidsmarktperspectief van zijn studiekeuze bepalen voor de periode tot eind 2016. Binnen de periode 2012-2016 zal hij zijn opleiding hebben afgerond en op zoek gaan naar werk. Voor leerlingen die een opleiding op mbo-niveau 4 volgen, sluit de datum van afstuderen en het zich op de arbeidsmarkt aanbieden goed aan bij deze termijn van vijf jaar. Het merendeel van de leerlingen binnen het ECABO-domein volgt een opleiding mbo-niveau 4 (circa 57%). Leerlingen die een opleiding op mbo-niveau 2 of 3 volgen, zullen eerder dan het jaar 2016 beschikbaar komen op de arbeidsmarkt. Het perspectief schoolverlaters over een termijn van twee, drie of vier jaar is vrijwel gelijk aan de perspectieven voor de periode 2012-2016. Bij de interpretatie van het perspectief schoolverlaters, is het belangrijk om te weten dat geen rekening is gehouden met de langere termijn. Dit speelt vooral een rol op niveau 2. Naar verwachting zullen kwalificaties op mbo-niveau 2 niet altijd meer als startkwalificatie beschouwd worden door werkgevers. Op basis van de vacaturegegevens blijkt er toch een behoorlijke vraag te zijn naar jongeren met een diploma op niveau 2. Het is echter de vraag in hoeverre leerlingen op mbo-niveau 2 op langere termijn interessant blijven voor werkgevers. De leerlingen worden namelijk duurder naarmate ze ouder worden. Indien hun productiviteit (kennis en vaardigheden) niet tegelijkertijd toeneemt, lopen ze op langere termijn meer kans op werkloosheid of non-participatie. De methodiek voor het bepalen van de arbeidsmarktperspectieven zoals die door Etil is toegepast, gaat uit van de relatie tussen het aantal vacatures geschikt voor schoolverlaters dat gedurende een jaar ontstaat en de arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters 24. Het totale aantal ontstane vacatures in een jaar is ongeveer vier keer zo groot als het totale aantal openstaande vacatures op enig moment. Er zijn daardoor aanzienlijk meer ontstane vacatures geschikt voor schoolverlaters dan er schoolverlaters zijn die de arbeidsmarkt zullen instromen. 24 Zie bijlage 1 Onderzoeksmethodiek. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 66 / 105

In tabel 5.11 is een schematisch overzicht weergegeven van de arbeidsmarktperspectieven van schoolverlaters naar ECABO-kwalificatie voor de periode tot eind 2016. Tabel 5.11 Kans op werk 2012-2016 naar kwalificatie, landelijk en naar district 25 Crebo-nr. Kwalificatie NL Noord Oost Secretarieel Middenwest Noordwest 95391 Directiesecretaresse/managementassistent (4) - - - - - - =/- 93230 Secretaresse (3) = =/- = =/+ + = = 90473 Telefonist/receptionist (2) =/+ = =/+ =/+ =/+ = =/+ 90472 Secretarieel medewerker (2) =/- = =/- =/- =/- =/- =/- 90440 Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (1) - - - - - - - Financieel-administratief 93211 Assistent accountant (4) = = = =/+ =/+ =/- =/+ 93212 Bedrijfsadministrateur (4) =/- = =/- =/- - =/- = 93213 Salarisadministrateur (4) + + + + + + + 93200 Financieel administratief medewerker (3) = =/+ =/+ = =/+ = = 90471 Bedrijfsadministratief medewerker (2) = + =/+ = =/+ =/- + Commercieel 90531 Assistent communicatiemedewerker (4) - - - - - - - 90532 Marketing medewerker (4) = = = =/- = = = 90534 Medewerker evenementenorganisatie (4) - - - - - - - 93860 Contactcenter teamleider (4) + + + + + + + 93801 Junior accountmanager (4) + + + + + + + 90111 Commercieel medewerker binnendienst (3) + + + + + + + 90114 Contactcenter medewerker (3) + + + + + + + Banken, verzekeraars en financiële intermediairs 90500 Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (4) + + + + + =/+ =/+ ICT en Media 95311 Applicatie ontwikkelaar (4) =/+ = + =/+ =/+ + + 95323 Netwerkbeheerder (4) =/+ = = = =/+ = + 95321 ICT-beheerder (4) =/+ = = =/+ =/+ = =/+ 92200 Particulier digitaal onderzoeker (4) =/- * * - * - * 95070 Medewerker beheer ICT (3) - - - - - - - 95060 Medewerker ICT (2) - - - - - - - Informatiedienstverlening 90522 Bibliotheekmedewerker (4) = = = = = = = 90523 Informatieverzorger (4) = = = = = = = Juridisch 94900 Medewerker personeel en arbeid (4) =/+ =/+ =/+ =/+ =/+ =/+ =/+ 94910 Medewerker sociale zekerheid (4) =/- = =/- =/- =/- =/+ = 94891 Juridisch medewerker zakelijke dienstverlening (4) =/- =/- =/- =/- =/- =/- =/- 94892 Juridisch medewerker openbaar bestuur (4) =/- =/- =/- =/- =/- =/- =/- Orde en veiligheid 90550 Coördinator beveiliging (3) =/- - =/- = - =/- =/- 94810 Handhaver toezicht en veiligheid (3) = = = = = =/- = 95090 Aankomend onderofficier veiligheid en vakmanschap (3) =/+ =/+ =/+ =/+ =/+ =/+ =/+ 94850 Beveiliger (2) = =/+ = =/+ = = = 95080 Aankomend medewerker veiligheid en vakmanschap (2) =/+ =/+ =/+ =/+ =/+ =/+ =/+ 93280 Medewerker toezicht en veiligheid (2) =/- =/- = =/- - =/- =/- 93270 Assistent toezicht en veiligheid (1) - - - - - - - Zuidwest Zuidoost Legenda De tekens zijn indicatief voor de kans dat de werkzoekende gediplomeerden de gewenste arbeidsplaats vinden in het verlengde van de betreffende opleiding, gedurende de periode 2012-2016. Kans op werk: + : goed =/+ : ruim voldoende = : voldoende (evenwicht tussen vraag en aanbod) =/- : matig - : gering 25 Voor de indeling van districten en arbeidsmarktregio s, zie bijlage 3. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 67 / 105

De perspectieven voor schoolverlaters zijn wisselend. In 2011 was er, mede door een grote vervangingsvraag, sprake van een toename van het aantal ontstane vacatures. Naar verwachting zal ook vanaf 2011 het aantal nieuwe vacatures blijven toenemen, al is de toename tot en met 2016 redelijk beperkt. Ook deze toename kan grotendeels verklaard worden door de steeds groter wordende vervangingsvraag als gevolg van pensionering, hetgeen een krappere arbeidsmarkt tot gevolg heeft. Voor werkgevers is het perspectief van schoolverlaters daardoor ook relevant. Het geeft namelijk ook een indicatie van de op de middellange termijn mogelijke knelpunten in de personeelsvoorziening. Bij goede perspectieven van schoolverlaters zullen werkgevers meer moeite hebben hun gewenste personeelssamenstelling te realiseren. Arbeidsmarktperspectief schoolverlaters per kwalificatierichting Hieronder wordt per ECABO-richting nader ingegaan op het arbeidsmarktperspectief voor gediplomeerde schoolverlaters binnen het ECABO-domein 26. Secretarieel Binnen de richting Secretarieel variëren de perspectieven eind 2016 van gering tot goed. Van alle kwalificaties binnen Secretarieel is het landelijke perspectief voor de kwalificatie Telefonist/ receptionist (2) het best. Belangrijke oorzaak van dit goede perspectief is dat er slechts weinig leerlingen deze opleiding volgen, hetgeen een relatief kleine arbeidsmarktinstroom tot gevolg heeft. De kwalificatie Secretarieel medewerker (2) daarentegen kent in Nederland een matig perspectief, met in Middenwest en Zuidwest een gering perspectief. Aangezien beide kwalificaties eenzelfde opleidingsniveau hebben, bestaat de kans dat het tekort aan Telefonisten/receptionisten voor een deel gecompenseerd wordt door de overschotten bij de kwalificatie Secretarieel medewerker. De landelijke perspectieven voor Secretaresse zijn voldoende. In Middenwest en Noordwest zijn deze ruim voldoende tot goed. Voor de kwalificatie Directiesecretaresse/ managementassistent (4) zijn de landelijke perspectieven gering. Het geringe perspectief voor deze kwalificatie wordt niet veroorzaakt door weinig vacatures. De arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters is binnen deze kwalificatie juist relatief groot, waardoor werkgevers vrij eenvoudig in hun personeelsbehoefte kunnen voorzien. Het geringe arbeidsmarktperspectief voor deze kwalificatie kan tot gevolg hebben dat de Directiesecretaresses/ managementassistenten gaan solliciteren op vacatures bestemd voor een lager mbo-niveau en mogelijk de lagere opleidingsniveaus verdringen. Voor de kwalificaties Telefonist/receptionist (2), Secretarieel medewerker (2) en Secretaresse (3) is het belangrijk onderscheid te maken in de perspectieven op korte en middellange termijn. De perspectieven voor deze kwalificaties zijn namelijk minder gunstig voor de periode 2012-2013 dan voor de periode 2012-2016. Dit kan verklaard worden door het grote aantal werklozen op korte termijn in deze kwalificaties. Hierdoor is het aanbod in de periode 2012-2013 erg groot, hetgeen leidt tot matige tot geringe arbeidsmarktperspectieven voor schoolverlaters in de betreffende kwalificaties. Financieel-administratief Binnen de richting Financieel-administratief kent de kwalificatie Salarisadministrateur (4) het beste perspectief. De kwalificatie Bedrijfsadministrateur (4) kent het minst goede perspectief, namelijk overwegend matig en in Noordwest gering. Dit wordt veroorzaakt door de relatief grote arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters. Hierdoor komen werkgevers vrij eenvoudig aan personeel. De overige kwalificaties binnen deze richting kennen een landelijk arbeidsmarkt- 26 De beschikbare kwantitatieve informatie over de richtingen Informatiedienstverlening en Orde en veiligheid is beperkt. De uiteindelijke perspectieven in het overzicht zijn daarom gebaseerd op kwalitatieve informatie van de betreffende sectorspecialisten van ECABO. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 68 / 105

perspectief dat voldoende is. Bij de kwalificatie Bedrijfsadministratief medewerker (2) zijn er wel meer positieve uitschieters (Noord en Zuidoost) dan negatieve uitschieters (Zuidwest). Zoals eerder al genoemd, is het echter de vraag in hoeverre leerlingen op mbo-niveau 2 op langere termijn interessant blijven voor werkgevers. De leerlingen worden duurder naarmate ze ouder worden en indien hun productiviteit niet tegelijkertijd toeneemt, lopen ze op langere termijn meer kans op werkloosheid of non-participatie. Commercieel Voor het merendeel van de kwalificaties binnen de richting Commercieel (vier van de zeven kwalificaties) geldt, dat door de grote vraag naar deze functies en de relatief kleine instroom van schoolverlaters, de perspectieven goed zijn in alle districten. Echter, voor de kwalificaties Assistent communicatiemedewerker (4) en Medewerker evenementenorganisatie (4) worden geringe perspectieven verwacht. Dit komt deels doordat het relatief populaire opleidingen zijn, waarvoor ten opzichte van de overige kwalificaties binnen de richting Commercieel verhoudingsgewijs minder vraag is. Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen Op het zuiden van het land na zijn de perspectieven voor schoolverlaters vanuit de opleiding Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (4) goed. In Zuidwest en Zuidoost zijn de vooruitzichten ruim voldoende. Deze goede tot ruim voldoende perspectieven komen met name door de dalende arbeidsmarktinstroom. Het aantal ontstane vacatures zal ook een zeer lichte daling tonen, maar omdat deze daling niet zo sterk is als de daling in arbeidsmarktinstroom, blijven de perspectieven voor schoolverlaters ruim voldoende tot goed. ICT en media Voor twee van de zes kwalificaties binnen de richting ICT en media zijn de perspectieven voor schoolverlaters in alle districten de komende vijf jaar gering: Medewerker ICT (2) en Medewerker beheer ICT (3). Dit zit met name in de relatief grote arbeidsmarktinstroom vanuit deze twee kwalificaties. Voor de kwalificatie Particulier digitaal onderzoeker (4) worden landelijk matige perspectieven verwacht. De perspectieven voor de kwalificaties ICT-beheerder (4), Applicatieontwikkelaar (4) en Netwerkbeheerder (4) zijn landelijk gezien ruim voldoende. Juridisch Voor de kwalificatie Medewerker personeel en arbeid was in het afgelopen jaar al ruim voldoende arbeidsmarktperspectief voor schoolverlaters en dit zal in de komende periode ook zo blijven. Dit ligt met name aan het relatief grote aantal vacatures voor deze kwalificatie. Daarentegen zijn de kansen voor schoolverlaters in de overige juridische kwalificaties over het algemeen geringer. Informatiedienstverlening Voor de kwalificaties binnen de richting Informatiedienstverlening wordt uitgegaan van een evenwichtssituatie. Zowel het aantal vacatures als de arbeidsmarktinstroom is relatief beperkt. Orde en veiligheid Binnen de kwalificatierichting Orde en veiligheid zijn de perspectieven overwegend voldoende. De opleidingen binnen het domein Defensie springen er gunstig uit. Voor de Assistent toezicht en veiligheid (1) zijn de perspectieven op werk in het verlengde van de gevolgde opleiding gering. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 69 / 105

Perspectieven ten opzichte van vorig jaar Ten opzichte van vorig jaar treden enkele verschillen in de arbeidsmarktperspectieven op. De algemene trend is dat veel perspectieven voor schoolverlaters net iets geringer zijn dan de uitkomsten van vorig jaar. Deze verschillen zijn voornamelijk toe te schrijven aan veranderingen in arbeidsmarktomstandigheden dit jaar. Daarnaast is van belang dat er een verfijning van de prognosemodellen heeft plaatsgevonden, waardoor de uitkomsten deze keer in sommige gevallen accurater zullen zijn dan de uitkomsten van vorig jaar. Het meest in het oog springende verschil ten opzichte van vorig jaar is het minder gunstige perspectief voor de Assistent communicatiemedewerker en Medewerker evenementenorganisatie (beide niveau 4). 5.4.2 Arbeidsmarktperspectief werkgevers Voor het perspectief van werkgevers bekijken we de mate waarin er knelpunten zijn in de personeelsvoorziening naar kwalificatie. Het is lastig exact te bepalen in hoeverre bedrijven in de toekomst hun vacatures zullen kunnen invullen. Het is namelijk nagenoeg onmogelijk om de exacte omvang van de aanbodzijde van de arbeidsmarkt in kaart te brengen, omdat deze niet transparant genoeg is. Om toch inzicht te kunnen geven in de arbeidsmarktsituatie vanuit het perspectief van de werkgevers is een indicator ontwikkeld, waarmee de relatieve ruimte c.q. krapte op de arbeidsmarkt gemeten kan worden. De arbeidsmarktkrapte indicator geeft de mate aan waarin de openstaande vacatures voor specifieke functies in september 2011 kunnen worden opgevuld met het op dat moment beschikbare aanbod, te weten de som van de arbeidsmarktinstroom van schoolverlaters en de kortdurig niet-werkende werkzoekenden. Er zijn enkele verschillen in de berekening tussen het werkgeversperspectief en het perspectief voor schoolverlaters. In tegenstelling tot het arbeidsmarktperspectief voor schoolverlaters (middellange termijn), staat bij het werkgeversperspectief de huidige arbeidsmarktsituatie centraal. Daarnaast worden voor het werkgeversperspectief alle vacatures meegenomen, terwijl bij het schoolverlatersperspectief alleen de ontstane vacatures meegenomen worden waarvoor schoolverlaters in aanmerking komen. Tot slot worden bij het werkgeversperspectief alle niet-werkende werkzoekenden meegenomen, terwijl bij het schoolverlatersperspectief alleen die niet-werkende werkzoekenden worden meegenomen, die als concurrent gezien kunnen worden voor de schoolverlaters. Vanwege de bovenstaande verschillen in berekening is het perspectief voor werkgevers geen spiegelbeeld van het perspectief voor schoolverlaters. In tabel 5.12 is de relatieve ruimte op de arbeidsmarkt weergegeven vanuit het werkgeversperspectief. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar kwalificatie en district. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 70 / 105

Tabel 5.12 Werkgeversperspectief arbeidsmarkt, september 2011 Crebo-nr. Kwalificatie NL Noord Oost Secretarieel Middenwest Noordwest 95391 Directiesecretaresse/managementassistent (4) + + + + + + + 93230 Secretaresse (3) + + + + =/+ + + 90473 Telefonist/receptionist (2) + + + + + + + 90472 Secretarieel medewerker (2) + + + + + + + 90440 Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (1) + + + + + + + Financieel-administratief 93211 Assistent accountant (4) =/+ + =/+ =/+ = + = 93212 Bedrijfsadministrateur (4) =/+ = =/+ =/+ + + = 93213 Salarisadministrateur (4) =/+ =/+ = =/+ = =/+ = 93200 Financieel administratief medewerker (3) + + + + + + + 90471 Bedrijfsadministratief medewerker (2) =/+ =/+ =/+ + =/+ + = Commercieel 90531 Assistent communicatiemedewerker (4) + + + + + + + 90532 Marketing medewerker (4) = = = =/- = = = 90534 Medewerker evenementenorganisatie (4) + + + + + + + 93860 Contactcenter teamleider (4) * * * * * * * 93801 Junior accountmanager (4) * * * * * * * 90111 Commercieel medewerker binnendienst (3) - =/- =/- - - =/- =/- 90114 Contactcenter medewerker (3) - - - - - - - Banken, verzekeraars en financiële intermediairs 90500 Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (4) =/- =/- =/- =/- - = = ICT en Media 95311 Applicatie ontwikkelaar (4) =/- = =/- = =/- =/- - 95323 Netwerkbeheerder (4) =/- = = = =/- = - 95321 ICT-beheerder (4) =/+ + =/+ =/+ = =/+ = 92200 Particulier digitaal onderzoeker (4) * * * * * * * 95070 Medewerker beheer ICT (3) + + + + + + + 95060 Medewerker ICT (2) + + + + + + + Juridisch 94900 Medewerker personeel en arbeid (4) =/- =/- =/- =/- =/- =/- =/- 94910 Medewerker sociale zekerheid (4) + + + + + + + 94891 Juridisch medewerker zakelijke dienstverlening (4) + + + + + + + 94892 Juridisch medewerker openbaar bestuur (4) + + + + + + + Bron: Arbeidsmarkt ECABO-domein 2011-2016, Etil. Zuidwest Zuidoost Legenda De tekens zijn indicatief voor de ruimte op de arbeidsmarkt en daarmee voor de kans dat werkgevers in hun personeelsbehoefte kunnen voorzien (september 2011). Arbeidsmarktkrapte-indicator: + : zeer ruim =/+ : ruim = : gemiddeld =/- : krap - : zeer krap *: Onvoldoende gegevens beschikbaar om conclusies aan te verbinden. Op basis van tabel 5.12 kan geconcludeerd worden, dat het perspectief voor werkgevers wisselend is. Het perspectief voor de richtingen Secretarieel, Financieel-administratief en Juridisch (met uitzondering van Medewerker personeel en arbeid), is overwegend ruim tot erg ruim, terwijl voornamelijk de richting Commercieel op enkele kwalificaties krapte kent. Hieronder wordt per richting kort ingegaan op het werkgeversperspectief. Secretarieel Net zoals het voorgaande jaar is de arbeidsmarkt voor secretariële kwalificaties in vrijwel alle districten zeer ruim. De ruime arbeidsmarkt voor Telefonisten/receptionisten, Secretarieel medewerkers en Secretaresses wordt voornamelijk veroorzaakt door kortdurig werklozen, terwijl Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 71 / 105

de relatieve ruimte op de arbeidsmarkt voor Directiesecretaresses/ managementassistenten voornamelijk door het aanbod van schoolverlaters komt. Financieel-administratief Voor geen enkele financieel-administratieve kwalificatie is er sprake van krapte op de arbeidsmarkt. Er zijn echter wel verschillen tussen kwalificaties en districten, variërend van gemiddeld tot zeer ruim. Alleen voor de kwalificatie Financieel administratief medewerker (3) is het werkgeversperspectief in alle districten zeer ruim. Commercieel Voor de kwalificaties Assistent communicatiemedewerker (4) en Medewerker evenementenorganisatie (4) is de arbeidsmarkt zeer ruim. De ruimte op de arbeidsmarkt is voor de Marketing medewerker (4) over het algemeen gemiddeld. De kwalificaties Commercieel medewerker binnendienst (3) en Contactcenter medewerker (3) kennen gemiddeld genomen juist een zeer krappe arbeidsmarkt. De meest recente economische ontwikkelingen doen echter vermoeden dat deze krapte in de praktijk minder gevoeld zal worden. Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen Voor de kwalificatie Commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen (4) varieert de ruimte op de arbeidsmarkt tussen de districten van gemiddeld tot zeer krap. Alleen in Noordwest is het perspectief zeer krap en in Zuidwest en Zuidoost gemiddeld. ICT en media Binnen de richting ICT en media is voor de kwalificaties Medewerker ICT (2) en Medewerker beheer ICT (3) sprake van een zeer ruime arbeidsmarkt. Voor de kwalificatie ICT-beheerder (4) is het perspectief ruim en voor de kwalificaties Applicatieontwikkelaar (4) en Netwerkbeheerder (4) krap. Voor deze drie kwalificaties geldt dat de arbeidsmarkt met name in Noordwest en Zuidoost krapper is dan in de overige districten. Juridisch Voor de kwalificaties binnen de richting Juridisch is sprake van een zeer ruime arbeidsmarkt, met uitzondering van de kwalificatie Medewerker personeel en arbeid (4). Voor deze kwalificatie is het perspectief in alle districten krap. Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 72 / 105

6 Stageperspectieven In dit hoofdstuk staan de stageperspectieven centraal. Deze worden bepaald door de verwachte mate waarin met het reguliere aanbod van stageplaatsen bij erkende leerbedrijven kan worden voorzien in de vraag vanuit het beroepsonderwijs. 6.1 CONFRONTATIE VRAAG EN AANBOD ECABO brengt op twee manieren de stagemarkt in beeld, namelijk door het gebruik van een berekeningsmodel en op basis van een jaarlijkse inventarisatie onder de eigen buitendienstadviseurs. In het berekeningsmodel wordt de actuele stand van zaken op de stagemarkt op het niveau van kwalificatierichting en kwalificatie berekend, door het geregistreerde aanbod aan leerplaatsen binnen erkende leerbedrijven van ECABO af te zetten tegen de vraag vanuit ROC s. De resultaten worden in zogenaamde Confrontatietabellen weergegeven. De berekening gebeurt op basis van een aantal aannames, bijvoorbeeld dat er op jaarbasis één leerplaats nodig is voor twee BOL-leerlingen en één per BBL-leerling. Het berekende verhoudingsgetal aanbod gedeeld door vraag is indicatief; er wordt van uitgegaan, dat aanbod en vraag gelijkmatig over het jaar zijn verdeeld. Op basis van het berekeningsmodel is in het volgende geografische plaatje per arbeidsmarktregio de verhouding aangegeven tussen het aantal beschikbare leerplaatsen en het (minimum) aantal benodigde leerplaatsen voor het ECABO-domein (figuur 6.1). Figuur 6.1 Verhouding aanbod en vraag leerplaatsen ECABO-domein Bron: ECABO, januari 2012 Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 73 / 105