Convenant over schuldsanering tussen de Belastingdienst en het Vakcentrum. Belastingdienst DV 387 1Z*1ED



Vergelijkbare documenten
Convenant over kwaliteit van fiscale aangiften van SRA-kantoren tussen de Belastingdienst en SRA. Belastingdienst DV 362 1Z*2ED

Convenant tussen de Belastingdienst en Alfa Accountants en Adviseurs

Convenant Horizontaal Toezicht tussen de Graaf + Plaisier accountants en belastingadviseurs en de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. de Belastingdienst en JAN Accountants en Belastingadviseurs B.V.

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. PricewaterhouseCoopers Compliance Services B.V. en de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. Noord Negentig accountants en belastingadviseurs. de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht tussen Maatschap Steens & Partners Accountants en Adviseurs en de Belastingdienst

Koepelconvenant Horizontaal Toezicht

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. RSW accountants, belastingadviseurs & consultants. de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. Niehof Van der Meulen Accountants V.O.F. en de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht tussen de Belastingdienst en M & K HILVERSUM B.V.

Convenant tussen de Belastingdienst en. de Vereniging Bloemist Winkeliers AL 849 1Z*1ED

Koepelconvenant tussen de Belastingdienst en NEXIA Nederland

Convenant. tussen de. Belastingdienst. en de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland

Convenant Horizontaal Toezicht

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. Maatschap Westelijke Accountants-kantoren Deltaland. en de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht. tussen. Omnyacc Accountants & Belastingadviseurs. de Belastingdienst/Holland-Noord

Convenant inzake samenwerking met in het Register Normering Arbeid opgenomen NEN gecertificeerde uitzendondernemingen en (onder)aannemers bij

Inhoudsopgave. Convenant Belastingdienst en Stichting Normering Arbeid

Convenant HorzontaaI Toezicht

Overgangsrecht Wet inkomstenbelasting 2001

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Convenant. STIBA/ Belastingdienst/Oost

ilndviducel convenant

Belastingdienst. Individeel convenant horizontaal toezicht Naam belastingplichtige. Avr GIME F N VLISSINGEN

Bijna elke ondernemer heeft ermee te maken, oninbare debiteuren. Met ingang van 1 januari 2017 is de wet- en regelgeving hieromtrent gewijzigd.

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING UITKERINGEN WET WERK EN BIJSTAND 2013

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning

Partijen hebben het convenant geëvalueerd en hebben elkaar schriftelijk bevestigd het convenant te verlengen voor onbepaalde tijd.

*Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z / Onderwerp

Convenant. tussen de. Belastingdienst. en de Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland

Convenant Horizontaal Toezicht met de Belastingdienst

Convenant Horizontaal Toezicht

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN TUSSENKOMST Opgesteld door de Belastingdienst nr

Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord of de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen. Ontwerpadvies 2010/X

Overeenkomst van (ver)koop van aandelen. [naam vennootschap]

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel?

27 juni Belastingdienst Vereniging van accountants- en belastingadviesbureaus SRA. en Accountantsadministratieconsulenten

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen

10. Hoe verrekent u uw WBSO-voordeel?

De onderstaande Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle door Fruit in Bedrijf afgesloten verkoop- en leverovereenkomsten.

Overeenkomst tot KAPITAALSTORTING voor de mestverwerkinginstallatie

OVEREENKOMST inzake consignatie

Algemene Voorwaarden. Buro MK bv Piet Heinstraat JN Zutphen

Het concept wetsvoorstel krijgt in zijn algemeenheid de instemming van het RB. Desondanks heeft het RB enkele opmerkingen.

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 februari 2012 in de zaak tussen

Overeenkomst tot KAPITAALSTORTING voor de mestverwerkinginstallatie

ACHTERGRONDINFORMATIE STAALBANKIERS HYPOTHECAIRE LENING IN ZWITSERSE FRANKEN

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Algemene bepalingen voor geldleningen NEF0408

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Convenant. Ter bevordering van de productie van de Nederlandse film en Nederlandse publieksfilms in het bijzonder en het bioscoopbezoek in Nederland

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr

Mantelovereenkomst inzake de inhuur van een zelfstandige zonder personeel

Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand. 1 januari 2005

vb_tandheelkun_dienstv_ _ pagina 1

Modelovereenkomst agrarische werkzaamheden; geen werkgeversgezag

Fiscaal Actueel

-OVEREENKOMST - INZAKE GELDLENING. 2. De heer., BSN, geboren op. 19, te, wonende. te (.. ) aan de..nader te noemen: Geldnemer.

ALGEMENE VOORWAARDEN ALLROUND BACKOFFICE

Franchise Supermarkten

Politieke schriftelijke vragen (art. 39 RvO)

de contractspartij van RL-Incasso, dan wel cliënte, dan wel de opdrachtgever;

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

Aangiftebiljet B 2016

10. Een WBSO-verklaring

ECLI:NL:RBGEL:2016:6941

-OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening

Algemene voorwaarden BudgetNL te Amersfoort ALGEMEEN. Artikel 1.

Uit de verstrekte gegevens blijkt dat de compensatieregelingen leiden tot de volgende tegemoetkomingen:

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Conceptteksten tot aanpassing van artikel 29 van de Wet op de omzetbelasting 1968 en artikel 92 van de Wet belastingen op milieugrondslag

Overeenkomst. inzake. receptiedienstverlening. tussen. Stichting Nuffic. Opdrachtnemer

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve

I. ALGEMENE BEPALINGEN... 1 II. DIENSTEN INZAKE TOT STAND KOMEN VAN OVEREENKOMSTEN... 2 III. OVERIGE VOORWAARDEN... 5

Algemene voorwaarden. Onze algemene voorwaarden en privacy policy zijn te downloaden op

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

2. [NAAM BEDRIJF/ ORGANISATIE] gevestigd te [PLAATSNAAM], hierna te. noemen: de uitlener, vertegenwoordigd door de heer/mevrouw [NAAM

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

ALGEMENE VOORWAARDEN. Kikk Consult B.V. Nevelgaarde ZZ NIEUWEGEIN. Toepasselijkheid van deze voorwaarden

Bemiddelingsovereenkomst van intermediaire dienstverlening

Addendum behorende bij de vaststellingsovereenkomst Belastingplicht Woningcorporaties (d.d. 15 januari 2007) Projectgroep Belco 14 maart 2007

KOOPOVEREENKOMST INZAKE OVERNAME VAN ACTIVITEITEN VAN

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

Administratiekantoor Bouw-Mouw

Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening

BIJLAGE bij werkinstructie resultaatbeoordeling

Samengesteld op: 1 december 2014

UITVOERINGSOVEREENKOMST

Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland

Concept uitvoeringsbesluiten informatieverplichting. Artikel I (artikel 12bis van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001)

Algemene voorwaarden Kalmann Mediaproducties

Uitvoeringsovereenkomst tot levering. Hulp bij het huishouden 2016

HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

OVEREENKOMST VAN OPDRACHT

Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1

Licentievoorwaarden. Werkingssfeer:

Transcriptie:

Convenant over schuldsanering tussen de Belastingdienst en het Vakcentrum Belastingdienst DV 387 1Z*1ED

Convenant Schuldsanering Vakcentrum Partijen Het Vakcentrum gevestigd aan de Blekerijlaan 1 te Woerden, in dezen vertegenwoordigd door mevrouw mr. P.E.H. Hoogstraaten, directeur, en de Belastingdienst, in dezen vertegenwoordigd door drs. T.W.M. Poolen, lid Managementteam Belastingdienst, sluiten een convenant. Preambule In dit convenant worden de uitgangspunten en de wijze waarop partijen met elkaar om wensen te gaan, vastgelegd. Partijen werken met elkaar samen op basis van wederzijds vertrouwen, begrip en transparantie, met betrekking tot de in dit convenant opgenomen werkwijze in geval van schuldsanering van detaillisten. Doelstelling van deze afspraken is het inrichten van efficiënt en effectief toezicht. Dit door het op een eenduidige manier afwikkelen van schuldsaneringen, wat duidelijkheid schept voor zowel schuldeiser als schuldenaar, waarbij de fiscale belangen in acht worden genomen. Het Vakcentrum is voor de Belastingdienst een trusted third party. Zij bindt schuldeisers en schuldenaars aan het convenant. Schuldeiser en schuldenaar verklaren schriftelijk dat zij de schuldsanering met in achtneming van de afspraken in dit convenant zullen afwikkelen. Het Vakcentrum wordt als vertegenwoordiger van de supermarktbranche regelmatig geconfronteerd met gevallen van schuldsanering. Hierbij spelen fiscale aspecten altijd een belangrijke rol. Bij schuldsanering van supermarkten gaat het meestal om grote bedragen, waarbij in de onderhandelingen de schuld geconcentreerd is/wordt bij één leverancier. Uitgangspunt is dat de ondernemer meewerkt aan een regeling waarvan de verrekenbare verliezen een wezenlijk onderdeel vormen. Deze manier van schuldsanering biedt een maatschappelijk voordeel aangezien op die manier ook de lonen van het personeel inclusief afdrachten sociale premies en loonbelasting betaald worden plus de lopende BTW-afdrachten. Het voordeel voor de leverancier is gelegen in het voorkomen van een faillissement. Partijen bepalen een gezamenlijke werkwijze ten aanzien van de fiscale aspecten die in de schuldsanering een rol spelen. Zij identificeren daarbij de fiscale risico s en nemen daarover snel en actueel een standpunt in, binnen de kaders van wet-, regelgeving en jurisprudentie, teneinde de rechtszekerheid te vergroten. Partijen streven naar het gezamenlijk vormgeven van een effectief en efficiënt toezicht op de naleving van deze standpunten.

1 Uitgangspunten Rechten en verplichtingen op basis van wet- en regelgeving zijn en blijven zonder enige beperking van toepassing. Partijen en de deelnemende ondernemingen spreken de intentie uit hun onderlinge relatie te baseren op vertrouwen, begrip en transparantie. Partijen en de deelnemende ondernemingen streven naar het bevorderen van een correcte behandeling van de fiscale aspecten in de schuldsanering. Centraal staan rechtszekerheid, compliance en effectief toezicht. Partijen en de deelnemende ondernemingen leggen actief de in de schuldsanering gesignaleerde fiscale risico s, aan elkaar voor. Hiertoe hebben partijen periodiek op initiatief van de Belastingdienst ten minste éénmaal per jaar overleg. Partijen en de deelnemende ondernemingen verstrekken daarbij binnen wet- en regelgeving zonder terughoudendheid en zonder voorbehoud inzicht in de feiten en omstandigheden. De rechten en verplichtingen op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en overige belastingwetten gelden voor partijen en de deelnemende ondernemingen onverkort. Partijen en de deelnemende ondernemingen streven naar het gezamenlijk duiden van de fiscale aspecten van de schuldsanering en het vormgeven van toezicht op de naleving hiervan. De Belastingdienst, regio Amsterdam, voert voor de uitvoering van dit convenant door Belastingdienst de landelijke regie. Zij is eerste aanspreekpunt voor het Vakcentrum. Partijen komen overeen dat de looptijd van dit convenant geldt voor de periode van twee kalenderjaren, te weten vanaf 1 april 2009 tot en met 31 maart 2011. 2 Afspraken over de afwikkeling van de fiscale winstaspecten Bereik Deze paragraaf gaat over de winstaspecten van een schuldsanering betreffende een onderneming onder de Wet inkomstenbelasting 2001. In geval de schuldsanering een onderneming onder de Wet vennootschapsbelasting 1969 betreft, treden partijen in overleg om de aspecten die voortvloeien uit de toepassing van die wet nader te bespreken. Etikettering De afwikkeling van een schuld uit onderneming na staking van die onderneming, vindt plaats onder het regime van hoofdstuk 3 van de Wet IB 01 (box 1). Kwijtscheldingwinst Indien een niet voor verwezenlijking vatbare schuld uit onderneming wordt kwijtgescholden ontstaat bij de schuldenaar winst uit onderneming, waarop de regeling van artikel 3.13, eerste lid onder a Wet IB 01 van toepassing is (hierna: kwijtscheldingswinst). Schuldeiser en schuldenaar stellen na uiterlijk vijf jaar vanaf de dag waarop de schuldsaneringovereenkomst in werking treedt (saneringsperiode) onder verwijzing naar deze overeenkomst gezamenlijk vast welk deel van de schuld onder de

schuldsaneringovereenkomst is terugbetaald en welke schuld nog resteert. Deze vaststelling geschiedt schriftelijk en behoort tot de administratie van de schuldeiser en de schuldenaar. Voor het antwoord op de vraag wanneer sprake is van een kwijtschelding wordt aangesloten bij de wet- en regelgeving dienaangaande. Kwijtscheldingswinst is onder voorwaarden vrijgesteld en wordt in aanmerking genomen na de saneringsperiode, tenzij zich eerder een situatie voordoet als hieronder bedoeld onder a), c) of d). In dat geval wordt de kwijtscheldingswinst in aanmerking genomen zoals deze bedraagt op het moment onmiddellijk voorafgaand aan het moment dat de situatie als bedoeld onder a), c) of d) zich voordoet. Onder a) tot en met d) hieronder zijn vier situaties beschreven alsmede de fiscale behandeling van de schuld en de restschuld in de betreffende situatie. Een situatie die hieronder niet is beschreven valt niet onder het bereik van deze overeenkomst. In het geval zich een dergelijke situatie voordoet, zullen partijen met elkaar in overleg treden over de fiscale behandeling van die situatie. a) De schuldeiser scheldt de niet voor verwezenlijking vatbare restschuld kwijt. Daardoor ontstaat kwijtscheldingswinst. b) De restschuld wordt volledig voldaan. Er is geen sprake meer van een schuld noch van een restschuld. In deze situatie is geen sprake van kwijtscheldingswinst. c) De schuldeiser is bereid, indien de schuldenaar de overeengekomen verplichtingen niet of niet geheel is nagekomen, om tegen eenmalige betaling de restschuld kwijt te schelden. Het verschil tussen de nominale waarde van de restschuld en de eenmalige betaling, wordt aangemerkt als kwijtscheldingswinst. d) De schuldenaar doet een beroep op de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), aangezien geen overeenstemming over de restschuld met de schuldeiser kan worden bereikt. Voor zover de restschuld als gevolg van de Wsnp vrijvalt, wordt die schuld geacht te zijn kwijtgescholden. Hieruit vloeit kwijtscheldingswinst voort. De fiscale behandeling van de vier situaties doet niets af aan de toepassing van regelgeving gericht op het beperken van de verliesverrekening of de verliesverrekeningstermijn. Bij overeenkomsten tussen schuldeiser en schuldenaar waarbij op een toekomstig moment wordt voorzien in kwijtschelding van (een deel van) de restschuld, dient met het volgende rekening te worden gehouden. Indien aan de kwijtschelding van een niet voor verwezenlijking vatbare restschuld een opschortende voorwaarde is verbonden is sprake van kwijtscheldingswinst op het moment dat aan de opschortende voorwaarde is voldaan. Indien aan de kwijtschelding van een niet voor verwezenlijking vatbare restschuld een ontbindende voorwaarde is verbonden dan is sprake van kwijtscheldingswinst op het moment waarop de overeenstemming wordt bereikt.

3 Afspraken over de fiscale afwikkeling van de omzetbelasting aspecten Bereik Deze paragraaf gaat over de omzetbelastingaspecten van een schuldsanering. Artikel 29 Wet OB Aan het niet-voldoen van een voor verrichte prestaties verschuldigde vergoeding verbindt artikel 29 van de Wet OB een tweetal gevolgen, zowel voor de leverancier als voor de afnemer. De wettekst kent in dit opzicht een verschil, waar de leverancier steeds moet aantonen dat diens afnemer de vergoeding niet heeft voldaan en ook niet zal voldoen, terwijl de afnemer door het enkel verstrijken van een termijn van twee jaren bij wetsfictie geacht wordt zijn verplichtingen niet meer te zullen nakomen. Blijkens het bepaalde in artikel 29, tweede lid, van de Wet OB wordt de ondernemer, die ingevolge artikel 15 van de Wet OB belasting in aftrek heeft gebracht (hierna: de afnemer), het afgetrokken bedrag naar evenredigheid als belasting verschuldigd op het tijdstip waarop en voor zover redelijkerwijs moet worden aangenomen dat hij de vergoeding waarop dat bedrag betrekking heeft, niet of niet geheel zal betalen. De afnemer moet dan de aftrek uiterlijk corrigeren over het tijdvak waarin twee jaren zijn verlopen sinds het opeisbaar worden van de vergoeding. De termijn voor de twee jaar wordt dan ook niet opgeschort ongeacht of moet worden aangenomen dat de vergoeding niet zal worden betaald. Omzetting koopschuld in leenschuld Een oplossing om duidelijkheid te scheppen binnen de tweejaartermijn, over wanneer redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de afnemer de vergoeding waarop dat bedrag betrekking heeft, niet of niet geheel zal betalen, is dat de "koopschuld " door de leverancier en de afnemer wordt omgezet in een "leenschuld ". Dit vraagt om actie van zowel de leverancier als de afnemer. De conversie van "koopschuld " naar "leenschuld " betekent dat op het moment waarop het krediet is verleend de koopsom volledig moet worden geacht te zijn voldaan en een nieuwe, nu op het krediet gebaseerde, schuld is ontstaan. De vraag of koopschulden in leenschulden zijn omgezet kan alleen door de leverancier en de afnemer gezamenlijk worden beantwoord. De partijen betrokken bij de schuldomzetting zullen ondubbelzinnig de omzetting moeten overeenkomen. In het geval van een schuldomzetting moet de vergoeding voor de koop geacht worden te zijn voldaan en is er geen ruimte voor toepassing van artikel 29, tweede lid, Wet OB. Dit heeft tot gevolg dat bij het niet voldoen voor de koper aan zijn uit de kredietovereenkomst voortvloeiende verplichtingen niet meer wordt toegekomen aan de toepassing van artikel 29, eerste lid, Wet OB. De vergoeding ter zake van de levering is en blijft voldaan. Voor de leverancier en de afnemer heeft dit het volgende tot gevolg: Leverancier De schuld is volledig voldaan door de omzetting in een leenschuld. De leverancier krijgt

geen BTW op grond van artikel 29, eerste lid, letter a van de Wet OB terug. Afnemer De afnemer hoeft geen op grond van artikel 29, tweede lid van de Wet OB juncto artikel 14 van de Wet OB verschuldigde omzetbelasting te voldoen omdat de schuld volledig is voldaan. 4 Toezicht Partijen hebben afgesproken het toezicht op naleving van de afgesproken werkwijze zal plaatsvinden door een steekproefcontrole door de Belastingdienst. Deze steekproef heeft tot doel te evalueren of de afgesproken werkwijze tot het gewenste resultaat heeft geleid. De resultaten zullen in de jaarlijkse evaluatie worden betrokken. 5 Looptijd Partijen komen overeen dat de looptijd van dit convenant geldt voor de periode van twee kalenderjaren, te weten vanaf 1 april 2009 tot en met 31 maart 2011. Partijen treden ten minste één maal jaar met elkaar in overleg om de voortgang van de pilot te bespreken en zonodig het convenant te actualiseren. De deelnemende ondernemingen houden zich het recht voor om tussentijds aansluiting bij het convenant te beëindigen. Zij zullen dit met redenen omkleed aan de belastingdienst kenbaar maken. Door beëindiging vervalt voor de individuele onderneming het verminderde toezicht op naleving van de afgesproken werkwijze met ingang van de maand volgend op de maand waarin het convenant is beëindigd. 6 Ondertekening Namens de Belastingdienst: -------------------------------- Drs. T.W.M. Poolen Namens het Vakcentrum: -------------------------------- Mr. P.E.H. Hoogstraaten

Bijlage 1 Begrippenlijst Koopschuld Schuld die ontstaat wanneer goederen worden geleverd zonder dat daar de overeengekomen en gefactureerde waarde voor wordt betaald. Kwijtscheldingswinst Voordeel waarop de regeling van artikel 3.13 lid 1 letter a Wet Inkomstenbelasting 2001 van toepassing is. Leenschuld Schuld die ontstaat wanneer een bedrag beschikbaar wordt gesteld aan de ander in de vorm van een lening Omzetbelasting Belasting geheven over de toegevoegde waarde volgens de Wet Omzetbelasting 1968. Restschuld Het bedrag van de schuld dat overblijft na afloop van de schuldsaneringperiode en voor kwijtschelding in aanmerking komt als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Saneringsperiode Een periode van maximaal 5 jaar na de inwerkingtreding van de schuldsaneringsovereenkomst. Schuld Het bedrag dat de schuldenaar verschuldigd is aan de schuldeiser op het moment waarop de saneringsperiode ingaat. Schuldeiser De commerciële organisatie/franchisegever die een vordering heeft op de schuldenaar. Schuldenaar De (ex)ondernemer/franchisenemer die zijn bedrijf heeft afgestoten en een schuld heeft aan zijn commerciële organisatie/franchisegever. Schuldsaneringovereenkomst Overeenkomst waarin de afspraken worden vastgelegd tussen schuldeiser en schuldenaar betreffende de schuld. Vakcentrum Brancheorganisatie voor de zelfstandige ondernemer in de levensmiddelenbranche, gevestigd te Woerden. WSNP Wet schuldsanering natuurlijke personen.

Bijlage 2 Voorbeelden Voorbeeld 1: (situatie als bedoeld onder a) convenant) Ondernemer A heeft na overdracht van zijn bedrijf aan zijn organisatie een restschuld bij zijn organisatie van 500.000,-- Stand verrekenbare verliezen is 300.000,-- Schuldregeling gedurende 5 jaar: - Van het bruto inkomen boven de 45.000,-- dient de ondernemer 50% aan de organisatie te betalen - De IB teruggaven naar aanleiding van de verrekenbare verliezen voor de komende 5 jaar worden aan de organisatie afgedragen - De auto van het merk: Audi type: A4 wordt binnen 3 maanden verkocht en de opbrengst (verwachting 15.000,--) zal worden afgedragen aan de organisatie. - De vordering is renteloos zolang A zich aan zijn afspraken houdt Wanneer A zich de komende 5 jaar aan deze regeling houdt, zal het restant van de schuld na 5 jaar worden gekweten. Stel: er is na 5 jaar 100.000,-- betaald waarvan 50.000,-- afkomstig van verrekenbare verliezen ( 33,3 % van 150.000,--), 15.000,-- door verkoop van de auto en 35.000,-- uit inkomen. Kwijting bedraagt 400.000,--. Deze kwijting valt voor 150.000,-- weg tegen het restant van de verrekenbare verliezen en de rest van de kwijting ad. 250.000,-- valt dan onder de vrijgestelde kwijtscheldingswinst. De BTW over de onbetaalde goederen is neutraal verrekend door de koopschuld om te zetten in leenschuld. De organisatie (schuldeiser) kan door deze omzetting geen BTW terugvragen en de ondernemer schuldenaar behoeft geen aangifte te doen en wordt derhalve niet met een aanslag geconfronteerd. Voorbeeld 2: (situatie als bedoeld onder a) convenant) Ondernemer B heeft na overdracht van zijn bedrijf aan zijn organisatie een restschuld bij zijn organisatie van 250.000,--. Stand verrekenbare verliezen 75.000,-- Schuldregeling gedurende 5 jaar of zoveel eerder als het einddoel is bereikt: - De woning waarin B woont heeft een overwaarde van 100.000,--. B gaat akkoord met een hypothecaire inschrijving van 100.000,-- ten gunste van zijn organisatie. Daarbij wordt overeengekomen dat B zelf het moment kan bepalen wanneer hij zijn huis verkoopt en dat de afrekening van deze (rentevrije) vordering pas op moment van verkoop wordt afgerekend. - De IB teruggaven naar aanleiding van de verrekenbare verliezen voor de komende 5 jaar worden aan de organisatie afgedragen - De vordering is renteloos zolang A zich aan zijn afspraken houdt Wanneer A zich de komende 5 jaar aan deze regeling houdt, zal het restant van de schuld na 5 jaar worden gekweten.

Stel: er is dan 25.000,-- betaald afkomstig van verrekenbare verliezen (33,3% van 75.000,--) Kwijting bedraagt derhalve 125.000,--. Er zijn geen verrekenbare verliezen meer dus de kwijting ad. 125.000,-- valt dan onder de vrijgestelde kwijtscheldingswinst. BTW conform voorbeeld 1. Voorbeeld 3: (situatie als bedoeld onder b) convenant) Ondernemer D heeft na overdracht van zijn bedrijf aan zijn organisatie een restschuld van 100.000 en een verrekenbaar verlies van 120.000. Na 5 jaar heeft hij de gehele restschuld voldaan, waarvan 40.000 afkomstig van verrekenbare verliezen (33,3% van 120.000). Er is geen sprake van kwijting van enige restschuld en dus ook niet van kwijtscheldingswinst. Voorbeeld 4: (situatie als bedoeld onder c) convenant) Als voorbeeld 1, doch ondernemer A houdt zich niet aan de aflossingsregeling op zijn inkomen. Er is inmiddels 65.000,-- betaald waarvan 50.000,-- uit verrekenbare verliezen en 15.000,-- uit verkoop van de auto. Partijen komen na 5 jaar bij elkaar en de schuldeiser wenst in verband met het niet nakomen van de inkomensregeling (had 35.000,-- moeten zijn) een eenmalige betaling van 25.000,--. In ruil daarvoor is de schuldeiser bereid om de afspraken ter zake van de kwijting gestand te doen. A gaat akkoord. Uiteindelijke betaling is derhalve 90.000,-- (i.p.v. 100.000,--). Er is derhalve 90.000,-- betaald waarvan 50.000,-- afkomstig van verrekenbare verliezen ad. 150.000,--. Kwijting bedraagt 410.000,--. Deze kwijting valt voor 150.000,-- weg tegen het restant van de verrekenbare verliezen en de rest van de kwijting ad. 260.000,-- valt dan onder de vrijgestelde kwijtscheldingswinst. BTW als voorbeeld 1. Voorbeeld 5: (situatie als bedoeld onder d) convenant) Ondernemer C kan geen overeenstemming bereiken (maakt niet uit of het bij aanvang van de besprekingen over de afwikkeling van de restschuld is, of tijdens de saneringsperiode wegens het niet nakomen van verplichtingen). C doet een beroep op de WSNP. De schuld aan het einde van deze periode (in principe 3 jaar) bedraagt 100.000 en wordt gekweten. Na verrekening met het restant van de verrekenbare verliezen gesteld op 25.000 valt van de kwijting een bedrag van 75.000 onder de vrijstelling kwijtscheldingswinst. Voorbeeld 6: (opschortende voorwaarde ( als voorbeeld 2)) In voorbeeld 2 is ten aanzien van de kwijtschelding van de restschuld opgenomen dat, Wanneer A zich de komende 5 jaar aan deze regeling houdt, zal het restant van de schuld na 5 jaar worden gekweten. Er is hier sprake van een opschortende voorwaarde. Dat wil in dit geval zeggen dat de kwijtschelding plaatsvindt na afloop van de 5 jaren. De afwikkeling van de overeenkomst vindt dan plaats zoals in voorbeeld 2 aangegeven.

Voorbeeld 7: (ontbindende voorwaarde) Indien anders dan in voorbeeld 2, ten aanzien van de kwijtschelding van de restschuld wordt opgenomen dat, Rekening houdend met het voorgaande wordt het restant van de schuld gekweten. Indien A zich in de komende vijf jaren niet aan de regeling houdt zal hij/zij alsnog voor de gehele schuld worden aangesproken. In dit geval is sprake van een ontbindende voorwaarde. Dat wil in dit geval zeggen dat de kwijtschelding direct bij het afsluiten van de overeenkomst plaatsvindt. Dit heeft tot gevolg dat de te verrekenen verliezen ad 75.000 direct worden verrekend met de kwijtscheldingswinst ad 150.000 (restschuld 250.000 -/- overwaarde pand 100.000). Er zal dan geen IB teruggave zijn in verband met verrekenbare verliezen ad 25.000. Toelichting: De verdeling van hoeveel wordt er betaald en hoeveel wordt er gekweten hangt van een aantal factoren af, bijvoorbeeld: a) De verwijtbaarheid, of wel: waarom kon het zo ver komen, voldeed de ondernemer niet of was het project te mooi voorgesteld door de organisatie; b) Heeft de ondernemer een eigen woning met overwaarde; c) Heeft de ondernemer de priveopnamen in de loop der jaren bescheiden gehouden in verband met de slechte resultaten van het bedrijf d) Etc