Tweede,Kamer" der' 'Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

-TK--tC-T2C-Wr.<l. Tweede Kamer der Staten-Generaal Het functioneren van kerncentrales. Vergaderjaar NL91C0639

INES meldingen 2013 Kerncentrale Borssele

INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele

INES meldingen 2016 Kerncentrale Borssele

Tweede Kamer der Staten-Generaal

INES meldingen 2012 Kerncentrale Borssele

INES meldingen 2017 Kerncentrale Borssele

Voorlopige INES meldingen 2015 Kerncentrale Borssele

der Staten-Generaal Binnenhof la DEN HAAG

372 BEDRIJFSSTORINGEN KERNCENTRALE BORSSELE Groningen, 24 maart 2011

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen storing Diemen

421 BEDRIJFSSTORINGEN KERNCENTRALE BORSSELE Herman Damveld Groningen, oktober 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stichting Laka: Documentatie- en onderzoekscentrum kernenergie

NOODSTROOMVOORZIENING ZWAKKE PLEK KERNCENTRALE BORSSELE; STEEDS OPNIEUW STORINGEN Herman Damveld, Groningen, juli 2015

INES meldingen 2017 Kerncentrale Borssele

1 Kent u het bericht dat kerncentrale Doel is stilgelegd wegens een mogelijk defect? 1

Bouwtechnologische aspecten van kernreactoren

Meldingen 2018 Kerncentrale Borssele

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stichting Laka: Documentatie- en onderzoekscentrum kernenergie

Technische Briefing. Overzicht Nucleair Park. 11 januari 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers

VROM-Inspectie Kernfysische Dienst 23 september 2003 RT

Veiligheid topprioriteit! Kennismaking met de kerncentrale van Doel Jan Trangez, Site Manager

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2500 EA 'S-GRAVENHAGE

Inleiding. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties in voertuigen 18 augustus Vac installaties in voertuigen

ZX Ronde 14 augustus 2011

Speel op veilig! Reyskens B. 1

De GROOTSTE van Limburg op het gebied van vloerverwarming KLEPPEN EN VENTIELEN

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Robuustheidsonderzoek Kerncentrale Borssele

MD741 GASDETECTIECENTRALE MET 1 ZONE

Verantwoord beveiligen

Stichting Laka: Documentatie- en onderzoekscentrum kernenergie

Gebeurtenissen in de kernenergiecentrales Borssele en Dodewaard, en bij de overigen nucleaire installaties gedurende 1997

Inspectierapport. Demo rapport. MapTools BV. Rapportnummer : 1704

nu

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Rapportage van ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen in 2010

Lockout-stappen. Hoe vergrendelen? Wat is Lockout/Tagout?

Rapportage ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen in 2013

Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF

ECR-Nederland B.V. De ECR-Nederland Softstarter ESG-D-27

Mogelijke Proeve- of BPV-opdrachten Eerste Verbrandingsmotortechnicus (EVMT)

Periodiek Onderhoud Akkoord

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Emissie van chloor door elektriciteitsuitval

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie

Rapportage ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen in 2016

Opdrachten voor de Proeven van bekwaamheid Eerste Verbrandingsmotortechnicus. Crebocode 90900, dossier

DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID. Mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Titel: Aanvullende werkinstructie railsystemen. Procesdeskundige: IV (KEB) Procesbeheerder: Procesbeheerder KEB AM Publicatiedatum:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitval Nood Stroom Aggregaat (NSA) op zuiveringsstation Reijerwaard

1 1 SP 201. Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Elektriciteits-Produktiemaatschappij N.V. Zuid-Nederland

Het begroten van kosten van reservedelen

WATERWERKBLAD. DRUKVERHOGINGINSTALLATIES Algemeen

Nieuwe kernreactoren voor de toekomst. Mondiale energieconsumptie

Bestnr Module SMD- Servotester

Actuele Vraag over Kerncentrale Doel

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik van de s88-n-16/cd terugmeldingsmodule 4. Aansluitingen s-88-n-16/cd 4

Werking van moderne kerncentrales

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

MODULE 13. GEVOLGBEPERKENDE MAATREGELEN

Watertransport leiding Schoonebeek-Twente

KONINKRIJK BELGIE. Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 242 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties

Railkokersystemen geïntegreerd in installaties

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie BEPROEVING UTINA WEIDEPOMP -&&> ^ A W U? ;"!>'- SEPARAAT

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW)

Nucleaire veiligheid. De VROM-Inspectie houdt toezicht en controleert

Geïntegreerde netaansluiting 3x25A

Henks Reparatie Werkplaats - Van IJsendijkstraat LC - Purmerend - Bedienings display

Dossier: Wat is het verschil tussen P 650 (ADR) en PI 650 (IATA)?

Functionele omschrijving Verhulst Basic

Inspectieplan elektrische installaties en -arbeidsmiddelen

INBOUW HANDLEIDING GT403, 404

Reparatievoorschriften Demonteren van het CF500 besturingsventiel

MD751 CO-detectiecentrale Gebruikershandleiding

RUD Utrecht Afdeling Vergunningverlening T.a.v. de heer R. Polman Postbus AE UTRECHT

Algemene Voorwaarden Versie 1.20

ONDERDRUKBEVEILIGING IN SPRINKLERINSTALLATIES

MTCV- Multifunctioneel Thermostatisch Circulatieventiel

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

MEMORANDUM 71A ONDERDRUKBEVEILIGING IN SPRINKLERINSTALLATIES

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Rapportage van ongewone gebeurtenissen in de Nederlandse nucleaire inrichtingen in Datum 31 augustus 2009 Status Definitief

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapportage ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen in 2015

PRS 9. Gebruiksaanwijzing Programmaschakelaar PRS 9

Deze instructie beschrijft de beproevingsmethoden die door Enexis gestandaardiseerd zijn t.b.v. LS- en OVL- kabelverbindingen.

Calortrans M55. Handleiding

Bedrijfsvoorschriften

Vraag 1 Herinnert u zich uw antwoorden op de eerdere vragen over de veiligheid van de A4-tunnel Midden-Delfland? 1

TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING

1 Heeft u kennis kunnen nemen van het bericht Limburg wil opheldering lek kerncentrale 1?

Transcriptie:

Tweede,Kamer" der' 'Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986--1987 t8226 Het'functioneren,van kerncentrales Nr. 7 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN ENWERKGELE.., GENHElD Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's Gravenhage, 4 augustus 1987 Tijdens het kamerdebat van 27 februari 1980 ter behandeling vande Nota inzake hetkernongeval nabij Harrisburg (VS) is door de toenmalige minister van Sociale Zaken de toezegging gedaan jaarlijks te rapporteren betreffende het functioneren van de Nederlandse kerncentrales. Naar aanleiding hiervandoe ik u hierbij eeno\l~rzichtvande~toringen i,n de kernenergiècentrales Borssele en Dodewaard over het jaar 1986. toekomen.. Zoals uit dit overzicht blijkt, hebben zich in genoemde periode geen ernstige storingen voorgedaan. Bijzondere veiligheidsmaatregelen waren dan ook niet noodzakelijk. Ook hadden deze storingen In geen enkel geval gevolgen voor de omgeving. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. de Koning Tweede Kamer1 vergaderjaar 1986-1987, 16226,'nr. 7 1

Storingen in de kernenergiecentrale. Bor..ele en Dodewaard gedurende 1986 De opgetreden storingen in de kernenergiecentrales Borssele en Dodewaard over het jaar 1986 zijn voor zover mogelijk ingedeeld volgens: a. de categorie-indeling zoals aangegeven en toegelicht in bijlage 1, en b. de IRS-indeling zoals aangegeven in bijlage 2 (IRS: Incident Reporting System). Over 1986 werden in totaal 16 storingen door de beide vergunninghouders aan de overheid i.c. de Kernfysische Dienst gerapporteerd. Eén storing, aangeduid met (i), werd voldoende belangrijk geacht om gegevens daarover internationaal uit te wisselen. Zowel de OESO/NEA (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling/Nuclear Energie Agentschap) te Parijs als de IAEA (Internationaal Atoom Energie Agentschap) te Wenen werden geïnformeerd. Gedurende alle gemelde storingen functioneerde het reactorbeveiligingssysteen van beide centrales goed. De beschikbaarheid van de centrales (dit is het percentage dat aangeeft welk deel van de theoretisch haalbare afgegeven energie aan het net feitelijk is afgegeven) over 1986 bedroeg voor Borssele 91% en voor Dodewaard 85%. De invloed van de opgetreden storingen op de beschikbaarheid van de beide centrales is dus zeer gering geweest. Kemenergiecentrale Borssele Datum Omschriiving Cat.IIRS 14 februari 17 februari 22 februari 24 februari Bii inspectie van de reactorkern bleek er één van de centreerstiften van een splijtstofelement 114 te ziin afgebroken ten gevolge van interkristallijne spanningscorrosie. De positie van de afgebroken stift is zodanig dat er geen probleem voor de centrering van het element ontstaat. Een van de drie noodstroomdieselaggregaten was buiten bedrijf in verband met onder- 3/2 houdswerkzaamheden. Bij een beproeving van één van de twee overgebleven noodstroomdieselaggregaten werd deze abusievelijk met een noodstroomrail verbonden. Een en ander leidde tot een noodstroomsituatie waardoor het resterende noodstroomdieselaggregaat automatisch stante. Inmiddels was het beproefd noodstroomdieselaggregaat uitgevallen ten gevolge van een verkeerde handeling. Beide noodstroomrails werden vervolgens door het automatisch gestane noodstroomdieselaggregaat gevoed. Bij het inspecteren van een regelstaaf met behulp van de spliitstofwisselmachine en een -/3 onderwatenelevisiecamera is de centreereenheid van zijn aanslag afgeschoten en de regelstaafgrijper gevallen. Hierbij is tevens de splijtstofelementengrijper ca. 15 cm naar beneden gevallen. Oe oorzaak was waarschijnliik vervuiling waardoor het hefboomstelsel van de aanslagen niet soepel meer kon bewegen. Alle door de val belaste onderdelen werden geïnspecteerd. Hierbij zijn geen defecten geconstateerd. Verbeteringen in de constructie zijn aangebracht. Bij het plaatsen van een smoorelement in een splijtstofelement met behulp van de -/3 splijtstofwisselmachine werden ten gevolge van een centreerfout. de vingers van het smoorelement kromgebogen. Bij het omhoog halen van het smoorelement werd het splijtstofelement ca. 20 cm omhoog getild en viel daarna terug. Inspectie aan het splijtstofelement gaf geen indicaties van defecten. Oe vergrendeling van de splijtstofwissel machine is verbeterd om verbuigingen van de vingers van de smoorelementen te voorkomen. 27 februari Tijdens de splijtstofwisselstop werd een nieuwe transformator in bedrijf genomen. Deze transformator voorziet de centrale van elektriciteit vanuit het hoogspanningsnet wanneer de centrale zelf buiten bedrijf is. Bij het uittesten van de verbindingen met deze transformator ontstond er een storing en viel de elektrische voeding uit. Slechts één van de drie noodstroomdieselaggregaten werd op een van de beide redundante noodstroomraus geschakeld. Van de beide andere noodstroomdieselaggregaten was er een in revisie en hierbij was abusievelijk achterwege gelaten het signaal van het niet-bedriifsgereed zijn van dit noodstroomdieselaggregaat in te zetten. hetgeen noodzakelijk is om het derde noodstroomdieselaggregaat die de beide noodstroomraus kan voeden, te kunnen laten 3/2 (i) Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987,16226, nr. 7 2

Datum Omschrijving Cat.IIRS toeschakelen op de andere, nog spanningslole rail. Door de opgetreden spanningsonderbreking was de in bedrijf lijnde noodkoelwaterpomp afgevallen. Door de opbouw van dè logica van de besturing van de noodkoelwaterpompen kwam geen van de drie noodkoelwaterpompen in bedrijf. Het enige in bedrijf lijnde noodstroomdieselaggregaat verloor hiermee lijn koelwatervoofliening en viel nu ook af. Door inschakeling'van de elektrische verbindingen met de conventionele centrale werd de kerncentrale van elektriciteit vooflien. 4 maart 3 september Door het verkeerd instellen van het draaimoment van de elektromotor, waarmee de klep 3/2 van een afsluiter voor één van. de drie afblaaskleppen van het primaire systeem bediend wordt, werd het brugstuk van de klep vervormd. Na demontage en reparatie van het brugstuk werd het draaimoment afgesteld en gecontroleerd. Tijdens een periodieke beproeving was het niet mogelijk één van de vier hoge druk 312- kerninundatiepompen automatisch te starten. Het bleek dat de schakelaar van dele pomp Riet correct functioneerde. Nadat de schakelaar was gerepareerd werd de pomp met ' goed gevolg getest. 4 december Ten g~volge van het falen van een elektrische tijdvertragingsbouwsteen viel een van de 3/2 beide hoofdkoelmiddelpompen uit. Het generatorvermogen werd automatisch teruggeregeld naar ca. 15 MWe. Ten gevolge van de wijliging van de instelling van de turbineomloopregeling sprak een breukklepbeveiliging'aan, waardoor de stoomgenerator, behorende bij de nog in bedrijf lijnde hoofdkoelmiddelpomp, werd afgesloten. Hierdoor liep de druk in dele stoomgenerator op toteen waarde waarbij de reactor automatisch werd gescramd. Nadat een reparatie was uitgevoerd werd de cen~rale op 5 december weer in bedrijf gesteld. Kerncentrale Dodewaard Datum Omschrijving Cat./IRS 21 januari 28 januilri 18 februari 12 maart Tijdens de splijtstofwisselstop bleek bij het afpersen van het leidingwerk van het neutro- 3/2 nengifsysteem een afsluiter door te laten. Dit kon bij de periodieke testen tijdens normaal bedrijf niet onderkend worden, omdat dele afsluiter niet meegetest werd. De testprocedure is aangepast lodat ook dele afsluiter bij de periodieke testen beproefd wordt. In de splijtstofwisselstop werd met behulp van niet-destructief onderloek een scheurindi- 3/2 catie aangetoond in de las tussen het safe-end en de reactorvatstomp waarop de toevoerleiding naar het reactorwaterluiveringssysteem is aangesloten. De oorlaak werd toegeschreven aan interkristallijne spanningscorrossie. De reactorvatstomp werd door middèl van een plug afgestopt. De functie van de aansluitende leiding is door een andere leiding overgenomen. Tijdens afstelling van de nieuw aangebrachte reactordrukregeling na de splijtstofwisselstop 3/2 werd bij een reactorvermogen van 3MWth de aftap vanaf de reactor naar de turbineinstallatie abusievelijk gesloten. Hierdoor was de stoomafvoer uit het reactorvat gesloten met als gevolg een drukstijging en het aanspreken van het signaal: «te hoge druk reacton, waardoor een reactorscram werd geïnitieerd. Tijdens het oplopen van de druk had de bypassregeling (BPR) voor voldoende stoomafvoer moeten lorg dragen: De besturing van de BPR-klep bleek in het begin van het regelgebied tetraag te lijnwaardoor de bovenvermelde drukstijging ontstond. De afstelling werd opnieuw aangepast., Bij een volgende beproeving bleek de besturing van de BPR-klep lo snel te reageren dat de reactordruk te ver daalde. De regeling werd op de hand genomen, waarbij de BPR-klep te ver 4ichtgestuurd werd en een drukverhoging optrad. Dele drukverhoging gaf een snelle stijging van de neutronenflux, hetgeen tot een automatische scram van de reactor leidde. Op basis van de beproevingen werd de besturing van de BPR-klep opnieuw ingesteld. Herhaalde beproevingen wèlen uit dat dereactordruk nu op adequate wijle was geregeld. Door een bedieningsfout van de instrumentatie luchtdroger werd deinstrumentatielucht- 3/2 toevoer naar de verbruikers afgesloten. Hierdoor daalde onder andere de luchtdruk van de pneumatische scramkleppen van de regelstaafaandrijvingen tot een waarde waarbij dele kleppen openden en de regelstaven in de kern begonnen te lopen. De wachtploegleider activeerde volgens instructie een reactornoodstop'(handscram). Na het openen van de turbine bypassklep (BPR-klep) bleek dele te lijn vastgelopen in lijn geleidebus. De centrale werd uit bedrijf genomen. Na opluiveren van de geleidebus werd de centrale weer in bedrijf genomen. Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987,16226, nr. 7 3

Datum Omschrijving Cat./IRS 28 maart 8 april 29 juli 28 oktober Bij experimentele metingen in de kern werd gebruik gemaakt van een nieuw type 3/2 (f1ux)detector. De positie-indicatie van het fluxsysteem reageerde door de ongebruikelijke afmetingen van deze detector niet correct. Twee kogelkranen van het systeem liepen dicht op het moment dat de detector de beide kogelkranen nog niet geheel gepasseerd was. Het gevolg was dat de kogelkranen lek raakten. Daar deze deel uitmaken van het containment was hiermee de functie van het containment aangetast. Naar aanleiding van een hoog stikstofverbruik (het éontainment is,geinertiseerd) werd bovenstaand defect onderkend. Op 4 april werd de lekkage gelokaliseerd en werden de kogelkranen vernieuwd. Tijdens werkzaamheden in het onderstation Doodewaard werd abusievelijk een 150 kv 3/2 vermogensschakelaar geopend, waardoor de centrale van het externe net werd gescheiden en op eilandbedrîjf werd overgeschakeld, Hierbij is het noodzakelijk door middel van het insturèn van de regelstaven het vermogen te reduceren. De persdruk voor het'insturen van de regelstaven was echter niet direét voorhanden omdat de in bedrijf zijnde regelstaafaandrijfpomp geen voedingspanning meer had. Door de uitval van het externe net was er een spanningsdip ontstaan zodat de elektrische stroomrail voor de pompwas afgevallen. De andere regélstaafaandrijfpomp kor) niet gestart worden omdat de in bedrijf zijnde regelstaafaandrijfpomp niet was afgeschakeld. Na het bewust uitschakelen van de uitgevallen pomp kon de andere pomp in bedrijf worden genomen, zodat de automatische scramactie die voortdurend aanwezig was, niet behoefde in te grijpen. De schakelvoorwaarden van de regelstaafaandrijfpompen zijn in de splijtstofwisselstop 1987 gewijzigd. Er werd geconstateerd dat van twee neutronenijkposities in het reactorvat geen axiale 3/2 neutronenijkmeting uitgevoerd kon worden. Deze ijkmetingen zijn noodzakelijk voor het bepalen van de vermogenspiekfactoren in de reactor. Bij onderzoek bleek de positiekiezer van het ijksysteem door een vastgelopen lager niet goed in lijn te komen met de buizen waarin de opnemer zich beweegt. De positiekiezer bevindt zich in een vat aangesloten op het containment. Tijdens de reparatie trad er een lekkage op aan de aansluiting tussen het bovengenoemd vat en het containment welke kleiner was dan de limiet genoemd in de Technische Specificaties. Na reparatie werden alle verbindingen op lekkage getest. Ten gevolge van een waterlekkage langs,een spindel van een afsluiter wa, er vocht in een 3/2 eindschakelaar gekomen. Er ontstond een elektrische kortsluiting, waardoor een zekering doorsloeg,en de zuigdrukbeveiliging van de beide regelstaafaandrijfpompen afviel. Na vervanging van de doorgeslagen zekering waren de regelstaafaandrijfpompen weer bedrijfsgereed. De scramfunctie van de reactor bleef tijdens de uitval van de regelstaafaandrijfpompen gehandhaafd door middel van de scramaccumulatoren, De zuigdrllkbeveiliging van de pompen zal op twee gescheiden spanningsgroepen worden gezet. Tweede Kamer. verga~erjaar 1986-1987. 16226. nr.7 4

BIJLAGE 1 Indeling volgens categoriein zoals vanaf 1980 gebruikelijk Omschrijving der categorieën Cat. 1: Storing van een component of een systeem welk(e) niet nodig is voor het bedrijven van de centrale of voor het functioneren van een veiligheidssysteem. Cat. 2: Storing van een component of een systeemwelk(e) nodig is voor het bedrijven van de centrale, maar niet voor het functioneren van een veiligheidssysteem. Cat. 3: Storing van een component of systeem welk(e), gezien de beschikbare reserve, volgens de Technische Specificaties geen onmiddellijke afschakeling van de reactor vereist, maar wel een vermindering van de beschikbaarheid van veiligheidssystemeh geeft. Grote bedrijfsstoring. Cat. 4: Storing van een component of systeem welk(e) volgens de Technische Specificaties onmiddellijke of binnen een vastgestelde tijd afschakeling of vermindering van het vermogen van de reactor vereist. Cat. 5: Een breuk (pijpdiameter kleiner dan 50 mm) van het drukgedeelte van het reactorkoelsysteem welke zich binnen het afsluitsysteem bevindt. Voor drukwaterreactor ook: van het drukgedeelte van het secundaire koelsysteem welke zich binnen het insluitsysteem bevindt. Cat. 6: Overige meer ernstige gebeurtenissen. Toelichting Deze categorie-indeling is overeenkomstig het Zweedse storingsmeldingssysteem dat berust op een graduele indeling van alle voorvallen in categorieën met toenemend veiligheidsbelang. De categorieën 1 en 2 zijn niet opgenomen in de overzichten omdat ze uitsluitend betrekking hebben op componenten en systemen die nodig zijn voor het normale bedrijf van de centrale; deze storingen kunnen geklasseerd worden als «alledaagse» voorvallen en kunnen vergeleken worden metovereenkomstige storingen in niet-nucleaire industriële installaties. Wanneer echter een voorval een kortstondige of langdurige reactorafschakeling of een andere grote bedrijfsstoring tot gevolg heeft, wordt aan deze storing categorie 3 toegekend. De categorieën 3 en 4 betreffen ook storingen aan zogenoemde veiligheidssystemen. Dit zijn systemen die tijdens normaal bedrijf niet behoeven te functioneren, maar slechts tijdens die situaties waarbij de reactor zich buiten de voorgeschreven bédrijfscondities bevindt of dreigt te gaan bevinden eventueel in bedrijf behoeven te komen. Ten behoeve van een grote bedrijfszekerheid zijn deze systemen vaak meervoudig uitgevoerd. In de zogenoemde «Technische Specificaties» (TS) is de minimale beschikbaarheid van de veiligheidssystemen omschreven, waarbij de reactor in bedrijf mag zijn. Storingen welke onder categorie 3 vallen zijn die storingen van veiligheidssystemen die wel een vermindering van hun beschikbaarheid tot gevolg hebben, maar nog niet de in de Technische Specificaties gestelde voorwaarden overschrijden, dus welke geen afschakeling of vermindering van het vermogen vereisen. Storingen welke onder categorie 4 vallen vereisen daarentegen afschakeling van de reactor, hetzij onmiddellijk, netzij binnen een vastgesteld tijdsbestek, dan wel vermindering van het vermogen. Categorie 5 en 6 zijn storingen ván meer ernstige aard waarbij één of meer veiligheidssystemen in actie moeten komen. Ook kan een gebeurtenis die in categorie 5 of 6 valt potentiële gevolgen voor de omgeving hebben. Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 16226, nr. 7 5

BIJLAGE 2 1. Lozing van radioactieve stoffenof blootstelling aan straling, zoals - Blootstelling aan straling die uitgaat boven de voorgeschreven dosislimieten voor de personen die in de centrale werken of voor leden van de bevolking. - Lozing van radioactieve stoffen die de voorgeschreven limieten overschrijden. 2. Vermindering van de integriteit/functie van systemen die van belang zijn voor veiligheid, zoals - Falen van de splijtstofbekleding. - Vermindering van de integriteit van het primaire systeem, de hoofdstoom- of voedingswaterleiding. - Vermindering van de integriteit/functie van het reactorinsluitsysteem. - Vermindering van het bedrijfsgereed zijn/beschikbaar zijn van systemen die de reactiviteit (de afschakelbaarheid) van de reactor moeten beheersen. - Vermindering van het bedrijfsgereed zijn/beschikbaar zijn van systemen die de druk of de temperatuur van het primaire systeem moeten beheersen. - Vermindering van het bedrijfsgereed zijn/beschikbaar zijn van essentiële hulpsystemen. 3. Tekortkomingen in ontwerp, fabricage, bedrijf, kwaliteitsborging of veiligheidsbeoordeling 4. Storingen die op een algemeen veiligheidsprobleem wijzen 5. Gemelde storingen die geleid hebben tot maatregelen elders 6. Storingen van potentieel veiligheidsbelang 7. Door menselijk handelen ofde natuur veroorzaakte, ongewone voorvallen diedirectofindirecthetveilig bedrijfvan de centrafebeïnvloeden B. Storingen die een sterke publieke belangstelling trekken Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 16226, nr.. 7 6