Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.



Vergelijkbare documenten
Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VMBO-KB. aardrijkskunde CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 18 mei uur

thema 1 Nederland en het water topografie

aardrijkskunde CSE KB

Examen VMBO-BB. aardrijkskunde CSE BB. tijdvak 1 dinsdag 23 mei uur. Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

aardrijkskunde CSE BB

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

aardrijkskunde CSE KB

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

aardrijkskunde CSE GL en TL

Waar moeten we bouwen en waar (nog) niet. Gerard Marlet 11 oktober 2016

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

aardrijkskunde CSE GL en TL

Correctievoorschrift VMBO-KB 2015

2 Landschapszones op aarde SO 1

Eindexamen aardrijkskunde oud progr vwo I

De waarde van winkels

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 27 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

aardrijkskunde CSE GL en TL

Groep 7/8. 0 Hoofstuk. Groep 7/8

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

Het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is.

Toiletreclame Regionale Tarieven Indoormedia

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

2e Paasdag maandag 17 april

Weer is de toestand van de weerselementen op een bepaalde tijd op een bepaalde plaats.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Een wadi is een rivier die slechts een deel van het jaar water bevat. Je kunt er gemakkelijk grondwater winnen.

Examen VMBO-KB. aardrijkskunde CSE KB. tijdvak 1 maandag 23 mei uur

Correctievoorschrift VMBO-KB 2015

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2015

De waarde van de Academie. Gerard Marlet Antwerpen 7 november 2013

Correctievoorschrift VMBO-KB 2015

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Examen HAVO. Centraal Examen Havo Aardrijdskunde 2014 tijdvak 1 Opgaven aardrijkskunde

Examen VMBO-KB. aardrijkskunde CSE KB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur

Examen VMBO-KB. aardrijkskunde CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

STEL JE VOOR: HET ZIET ER COSMOPOLITISCH UIT. OP EEN DING NA.

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Examen VMBO-GL en TL 2015

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VMBO-KB. aardrijkskunde CSE KB. tijdvak 1 woensdag 15 mei uur

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 woensdag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

Werkblad:weersverwachtingen

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Rivieren vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

3 havo 4 water, 2 t/m 4

Ruimte voor de rivier hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Help! Het water komt!

Bijlage HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1. Bronnenboekje b

Overijssel FRYSLÂN DRENTHE FLEVO- LAND DUITSLAND. Zwolle GELDERLAND. Steenwijk* Giethoorn* Hardenberg* Kampen* Vecht* Ommen* Nijverdal* Almelo

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

CRITERIA PRODUCTRATING OPSTALVERZEKERING PRIJS

Bijlage 1: Uitwerking per regio

D C B F. Welke provincie ligt in het midden van het land? Utrecht of Drenthe? Utrecht

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2015

Totaaloverzicht beoordeling gemeenten en politieke partijen. Gemiddelde per. Gemiddelde per. Totaal aantal gemeenten. (percentage)

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 maandag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

BIJLAGEN. Betrekkelijke betrokkenheid Studies in sociale cohesie. Sociaal en Cultureel Rapport Redactie: Paul Schnabel Rob Bijl Joep de Hart

In bovenstaande figuur staat de kringloop van het water weergegeven.

Bedreigingen. Broeikaseffect

Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting Water

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden.

Kennis 2p 1 Zet de onderstaande begrippen in chronologische volgorde. A Infiltreren. B Verdampen. C Condenseren. D Bevriezen.

BANANEN LANGS DE NOORDZEE antwoordblad

Foto van de Drechtsteden

1 Het gevaar van water

Score-overzicht. 2 0 Correctievoorschrift: Uit het antwoord moet blijken dat in het oosten de matigende invloed van de zee kleiner is.

5.1 De kaart van Nederland

Examen VWO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II

2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A. toets par 4, 5 en 6.

Bijlage verzuimcijfers

Examen VMBO-GL en TL. aardrijkskunde CSE GL en TL. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 29 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Conceptsyllabus centraal examen 2021: aardrijkskunde vmbo. Examen VMBO 2022 aardrijkskunde CSE. tijdvak 1 vrijdag 20 mei

Examen VWO. aardrijkskunde (oude stijl)

Den Haag, 17 mei 2000

Examen HAVO. aardrijkskunde Compex. Vragen 1 tot en met 23. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten natuursteen polijsten marmer polijsten

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 4. 1ste druk

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 53e druk.

Examen VWO Arabisch. tijdvak 1 woensdag 24 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een antwoordblad.

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl I

Transcriptie:

Examen VMBO-KB 2015 tijdvak 1 woensdag 20 mei 13.30-15.30 uur aardrijkskunde CSE KB Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen bestaat uit 42 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 55 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. KB-0131-a-15-1-o

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Open vragen Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. Weer en klimaat bron 1 Weerbericht Vanavond lang warm Amsterdam, 22 juli 2013 De hitte bereikt de komende twee dagen haar hoogtepunt. Vandaag en morgen wordt het tropisch warm met maxima die plaatselijk kunnen oplopen tot 34 graden Celsius. Woensdag worden regen- en onweersbuien verwacht. Daarna blijft het broeierig warm. Vanavond blijft het nog lang warm en valt lokaal een (onweers)bui. Om 21.00 uur is het 25 tot lokaal nog 30 graden Celsius. In de nacht daalt de temperatuur uiteindelijk tot rond de 17 graden Celsius. bron 2 Nederland N 1 3 2 4 Legenda: provinciegrenzen 0 40 80 km KB-0131-a-15-1-o 2 / 29 lees verder

2p 1 In het weerbericht van bron 1 wordt door het KNMI een middagtemperatuur met maxima tot 34 graden Celsius voorspeld. Bij welk cijfer op de kaart van bron 2 is de kans het grootst dat het 34 graden Celsius wordt? Geef een argument voor je keuze. 1p 2 Naast temperatuur en neerslag wordt er in een weerbericht ook vaak gesproken over andere weerelementen. Noem twee andere weerelementen. 2p 3 Drie leerlingen doen ieder een uitspraak over de kans op het ontstaan van regen. Uitspraak 1: Regen kan ontstaan bij een botsing tussen een koufront en een warmtefront. Uitspraak 2: Regen kan ontstaan bij stuwing van vochtige lucht tegen een hoger gelegen gebied. Uitspraak 3: Regen kan ontstaan bij dalende lucht in de subtropen. Neem de cijfers 1, 2 en 3 van de uitspraken over op het antwoordblad en geef van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is. bron 3 Nieuwjaarsduik Scheveningen, Noordzeekust 1p 4 Bron 3 toont een foto van de jaarlijkse Nieuwjaarsduik in Scheveningen. Wat is juist over de situatie op het strand in Scheveningen op 1 januari? A Bij een oostenwind is het relatief warm op 1 januari. B Bij een oostenwind is het relatief nat op 1 januari. C Een voordeel bij deze duik is dat de zee relatief warm is op 1 januari. D Een voordeel bij deze duik is dat het land relatief warm is op 1 januari. KB-0131-a-15-1-o 3 / 29 lees verder

bron 4 Luchtdruk en bijbehorende neerslagkans Luchtdruk* Neerslagkans (%) 990 80 994 70 998 60 1002 50 1007 40 1011 30 1016 20 1020 10 * Luchtdruk wordt uitgedrukt in hectopascal en millibar. bron 5 Luchtdruk in Europa op 10 september 2013 996 1000 1004 1008 1024 1016 1013 1004 1000 992 988 P 1016 1028 1032 1024 Q 968 972 1013 996 1000 1004 1008 1008 1004 R 1008 1013 1012 1008 1020 1028 1016 1012 1013 1012 1008 1024 1020 S 1013 1013 1012 1p 5 Gebruik de tabel van bron 4 en de kaart van bron 5. Hoe groot was de neerslagkans op 10 september 2013 in Midden-Nederland? A rond de 20% B rond de 30% C rond de 40% D rond de 50% KB-0131-a-15-1-o 4 / 29 lees verder

1p 6 De kaart van bron 5 gaat over de verschillen in luchtdruk in Europa. Bij welke letter in bron 5 was de windsnelheid op 10 september 2013 het hoogst? A bij letter P B bij letter Q C bij letter R D bij letter S bron 6 Weerbericht Weerbericht, zondag 15 september 2013 Vandaag schijnt de zon volop, de middagtemperaturen kunnen gemakkelijk oplopen tot 32 graden Celsius. Vannacht koelt het af naar 22 graden Celsius. Het blijft de komende dagen warm en droog. 1p 7 Lees bron 6. Bij welk land past het weerbericht uit bron 6, bij Spanje of Nederland? Geef een argument voor je keuze. 2p 8 Hier staan vier uitspraken over weer en klimaat. Uitspraak 1: Een depressie is een hogedrukgebied. Uitspraak 2: Luchtdruk wordt gemeten met een barometer. Uitspraak 3: Isobaren zijn lijnen op een kaart die plaatsen met dezelfde temperatuur met elkaar verbinden. Uitspraak 4: De windkracht wordt ingedeeld met de schaal van Beaufort. Neem de cijfers 1, 2, 3 en 4 van de uitspraken over op het antwoordblad en geef van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is. KB-0131-a-15-1-o 5 / 29 lees verder

bron 7 Weersverwachting voor de Verenigde Staten -12 2 Anchorage Legenda: landsgrens 9 Seattle 3 20 Los Angeles -4 New York -2 24-11-2013 15:00-2 28 1p 9 Bron 7 geeft de weersverwachting voor de Verenigde Staten op 24 november. Deze weersverwachting past in het klimaatbeeld van de Verenigde Staten voor deze tijd van het jaar. Geef de verklaring voor de hoge temperatuur in Seattle ten opzichte van New York. KB-0131-a-15-1-o 6 / 29 lees verder

bron 8 Baan van de aarde om de zon 1p 10 In bron 8 is bij P, Q, R en S niet aangegeven welk seizoen het betreft. Welke beschrijving hoort bij Q te staan? A Op het noordelijk halfrond begint de winter, op het zuidelijk halfrond begint de zomer. B Op het noordelijk halfrond begint de zomer, op het zuidelijk halfrond begint de winter. C Op het noordelijk halfrond begint de herfst, op het zuidelijk halfrond begint de lente. D Op het noordelijk halfrond begint de lente, op het zuidelijk halfrond begint de herfst. KB-0131-a-15-1-o 7 / 29 lees verder

bron 9 De Verenigde Staten, bodemgebruik Seattle Willamettedal Columbia 2 Duluth Thunder Bay San Francisco Sacramento Central Valley 1 Colorado Denver 2 Missouri Z u i v e l 3 Ohio Detroit Cleveland Z u i v e l New York Boston Los Angeles Zuid-California Phoenix Dallas 4 Savannah Mississippi Grande Rio New Orleans Legenda: Improductief Bos Intensieve veeteelt 1 2 3 Overige akkerbouw Groenten, fruit, wijnbouw Tabak Citrusvruchten Aardnoten 4 Miami 0 300 600 km 1p 11 Bekijk bron 9. Op de kaart en in de legenda is een aantal vormen van bodemgebruik vervangen door de cijfers 1, 2, 3 en 4. Achter welke letter staat het juiste bodemgebruik? A B extensieve veeteelt extensieve veeteelt 1 2 3 4 C katoen extensieve veeteelt tarwe soja en maïs katoen katoen tarwe soja en maïs soja en maïs tarwe D katoen soja en maïs tarwe extensieve veeteelt KB-0131-a-15-1-o 8 / 29 lees verder

bron 10 Het versterkte broeikaseffect Atmosfeer Zonnestraling Uitstoot van koolstofdioxide, stikstof, methaan en andere broeikasgassen. CO 2 -opname Zee- en landijs Oceanen 1p 12 Het versterkte broeikaseffect wordt onder andere veroorzaakt doordat de mens broeikasgassen uitstoot. Stel dat in een land de uitstoot van broeikasgassen tot een absoluut minimum is beperkt. Geef met behulp van bron 10 een maatregel die dat land dan nog zou kunnen nemen om het versterkte broeikaseffect te verminderen. 1p 13 Bij veeteelt komen broeikasgassen vrij. Welk broeikasgas komt vooral vrij bij veeteelt? bron 11 New York en zeespiegelstijging Gaat New York ten onder? Hilversum, 23 juni 2013. Als de zeespiegel een meter stijgt, zit een groot deel van New York diep in de problemen. Bij twee meter is er geen redden meer aan. 2p 14 In bron 11 kun je lezen dat New York in de problemen komt bij zeespiegelstijging. De onderstaande begrippen beschrijven wat er gebeurt bij zeespiegelstijging. 1 afsmelten landijs 2 overstromingsgevaar 3 het versterkte broeikaseffect 4 zeespiegelstijging Zet de cijfers 1, 2, 3 en 4 van de begrippen in chronologische volgorde op het antwoordblad. KB-0131-a-15-1-o 9 / 29 lees verder

Water bron 12 De stroomgebieden van vier rivieren Legenda: Rijn Maas Schelde Eems P Q R bron op 409 m bron boven de 1500 m 0 60 120 km 1p 15 Bekijk bron 12. Nederland maakt onder andere deel uit van de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. Wat is juist? A P is de Maas en de Maas is een gemengde rivier. B P is de Rijn en de Rijn is een regenrivier. C Q is de Rijn en de Rijn is een gemengde rivier. D Q is de waterscheiding van de Rijn en de Maas. E R is de Maas en de Maas is een regenrivier. F R is de Rijn en de Rijn is een gletsjerrivier. KB-0131-a-15-1-o 10 / 29 lees verder

bron 13 Invultekst Het rivierengebied van Nederland ligt in de K (benedenloop / bovenloop) en is vooral een L (sedimentatiegebied / erosiegebied). De rivieren hebben er M (wel een / geen) delta gevormd. Richting de Noordzeekust ligt de bodem N (onder / boven) het NAP. Bij de monding is er sprake van O (verzilting / ontzilting) van het rivierwater. 2p 16 Bekijk bron 12 en lees de tekst van bron 13. Neem de letters K, L, M, N en O uit bron 13 over op het antwoordblad en kies telkens het juiste woord. KB-0131-a-15-1-o 11 / 29 lees verder

bron 14 Verkeersintensiteit waterwegen Legenda: Waterwegen miljoen ton vervoerd gewicht, per jaar, 2007 minder dan 5 5-10 10-25 25-50 Den Helder 50 of meer Groningen Leeuwarden Sneek Heerenveen Assen Emmen Alkmaar Hoorn Kampen Meppel Haarlem Leiden Den Haag Nieuwe Waterweg Dordrecht Lelystad Amsterdam Almere Amsterdam- Rijnkanaal Rotterdam Apeldoorn Amersfoort Utrecht Arnhem Nijmegen Zwolle Deventer Zutphen Winterswijk Almelo Enschede Middelburg Tilburg Breda s-hertogenbosch Westerschelde Roosendaal Schelde Antwerpen Eindhoven Venlo Roermond Maastricht Heerlen 2p 17 Drie leerlingen doen ieder een uitspraak over bron 14. Erwin zegt: Over het Amsterdam-Rijnkanaal werd in 2007 tussen de 25 en 50 miljoen ton vervoerd. Isa zegt: Vanuit Rotterdam wordt per binnenvaartschip meer over de Waal naar Duitsland vervoerd dan over de Maas naar Frankrijk. Luca zegt: Binnenvaartschepen hoeven vanuit Rotterdam niet via de Noordzee om naar de haven van Antwerpen te varen. Neem de namen Erwin, Isa en Luca over op het antwoordblad en geef van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is. KB-0131-a-15-1-o 12 / 29 lees verder

1p 18 Na de dreigende overstromingen in 1995 wilde de overheid de rivieren in ons land meer ruimte geven. Eén van de maatregelen binnen dit beleid is de aanleg van overloopgebieden. Welke functie heeft een overloopgebied? A Het is een bergingsgebied voor opvang van vervuild water. B Het is een bergingsgebied voor opvang van zout water. C Het is een gebied voor tijdelijke opvang van overtollig water. D Het is een opslagplaats voor drinkwater. bron 15 Elektriciteitscentrale 1p 19 Bekijk bron 15. Waarvoor gebruiken elektriciteitscentrales veel water? KB-0131-a-15-1-o 13 / 29 lees verder

bron 16 Watervoorziening en waterwinning in het duingebied in Nederland voorgezuiverd rivierwater vallei vallei vallei opgepompt leidingwater zee zoet water brak en zout water brak en zout water 1p 20 Het waterschap heeft maatregelen getroffen om verdere verzilting van het duingebied te voorkomen. Geef met behulp van bron 16 de maatregel die verzilting van het duingebied tegengaat. 1p 21 Het Nederlandse rivierenlandschap is onder andere opgebouwd uit oeverwallen en komgronden, die elk hun eigen kenmerken hebben. Achter welke letter staan de juiste kenmerken bij komgrond en oeverwal? A B C D komgrond bestaat uit grof zand, wordt gebruikt als akkerland, is hoger gelegen en ligt niet direct naast de rivier bestaat uit grof zand, wordt gebruikt als akkerland, is lager gelegen en ligt direct langs de rivier bestaat uit zware rivierklei, wordt gebruikt als weiland, is lager gelegen en ligt direct langs de rivier bestaat uit zware rivierklei, wordt gebruikt als weiland, is lager gelegen en ligt niet direct langs de rivier oeverwal bestaat uit zware rivierklei, wordt gebruikt als weiland, is lager gelegen en ligt dicht bij de rivier bestaat uit zware rivierklei, wordt gebruikt als weiland, is lager gelegen en ligt verder weg van de rivier bestaat uit grof zand, wordt gebruikt als akkerland, is hoger gelegen en ligt verder weg van de rivier bestaat uit grof zand, wordt gebruikt als akkerland en voor bewoning, is hoger gelegen en ligt dicht bij de rivier KB-0131-a-15-1-o 14 / 29 lees verder

bron 17 De Drieklovendam 1p 22 Bekijk bron 17. De Drieklovendam is in de Chang Jiang aangelegd. Naast de dam zijn vijf dubbele scheepvaartsluizen en een scheepslift aangelegd. Geef de reden waarom deze scheepvaartsluizen en scheepslift van belang zijn voor de havenstad Shanghai. KB-0131-a-15-1-o 15 / 29 lees verder

bron 18 Oost-Azië reliëf Hoogland C H I N A He Huang Bergland Noord-Chinees Chinees Laagland Huang He Legenda: <0 m 0-200 m 200-500 m 500-2000 m 2000-5000 m >5000 m rivier landsgrens van Tibet Himalaya Chiang Jiang Zuid-Chinees Bergland 0 275 550 km bron 19 Oost-Azië neerslag Legenda: Jaarlijkse neerslag in mm 0 400 800 km minder dan 100 100-250 250-500 500-1000 1000-2000 2000 of meer KB-0131-a-15-1-o 16 / 29 lees verder

bron 20 Invultekst De Huang He en de Chang Jiang zijn twee belangrijke rivieren in China. De Huang He ligt in P (Noord-China / Zuid-China) en is een Q (gemengde rivier / gletsjerrivier). Het stroomgebied van de Huang He is een R (droger / natter) gebied dan dat van de Chang Jiang. De Chang Jiang is een S (gemengde rivier / gletsjerrivier). 2p 23 Bekijk bron 18 en bron 19 en lees bron 20. Neem de letters P, Q, R en S uit bron 20 over op het antwoordblad en kies telkens het juiste woord. 1p 24 Bekijk bron 18. Veel rivieren in China ontspringen in de Himalaya en het Hoogland van Tibet. Ze lopen via het Zuid-Chinees Bergland of het Noord-Chinees Bergland naar het Chinees Laagland. Achter welke letter staan de juiste kenmerken van de rivieren bij Himalaya/Hoogland van Tibet en Chinees Laagland? A B C D Himalaya en Hoogland van Tibet bovenloop, er is evenwicht tussen sedimentatie en erosie bovenloop, er vindt vooral erosie plaats middenloop, er is evenwicht tussen sedimentatie en erosie middenloop, er vindt vooral sedimentatie plaats Chinees Laagland benedenloop, er is evenwicht tussen sedimentatie en erosie benedenloop, er vindt vooral sedimentatie plaats benedenloop, er vindt vooral erosie plaats benedenloop, er vindt vooral sedimentatie plaats KB-0131-a-15-1-o 17 / 29 lees verder

bron 21 Grote Kanaal Beijing Tianjin Legenda kanaal rivier Shijiazhuang Jinan Xuzhou Jining GELE ZEE Nanjing Shanghai Hangzhou 0 130 260 km 2p 25 Op de kaart in bron 21 zie je dat de meeste rivieren in China in een bepaalde hoofdrichting stromen. Het Grote Kanaal loopt van Hangzhou naar Beijing. Noem de twee redenen waarom dit kanaal is aangelegd. KB-0131-a-15-1-o 18 / 29 lees verder

bron 22 Israël / Palestina irrigatie MIDDELLANDSE ZEE Kiryat Shmona Legenda: 1 2a 2b 2c Aquifer Kustaquifer Noordelijke bergaquifer Westelijke bergaquifer Oostelijke bergaquifer Irrigatieleiding Landsgrens Tel Aviv-Jaffa Haifa 1 National Water Carrier Jarkon 2b Galilea l a 2a Nazareth Nablus 2c Bet She an Jordaan -209 Oost-Ghorkanaal Meer van Kinneret Jarmuk Jeruzalem Z e e Gaza Kiryat Gat Be er Sheva -418 D o d e Dimona 0 25 50 km 2p 26 Op de kaart van bron 22 zie je de National Water Carrier, een kanaal voor watertransport in Israël. Noem eerst het doel van de National Water Carrier. Noem vervolgens de belangrijkste bron van de National Water Carrier. KB-0131-a-15-1-o 19 / 29 lees verder

bron 23 Ontziltingsfabriek 1p 27 Zie bron 23. Het ontzilten van zeewater wordt steeds meer toegepast om het Midden-Oosten van water te voorzien. Geef een reden waarom het ontzilten van zeewater niet duurzaam is. 1p 28 In Nederland worden akkers en weilanden vaker beregend dan dat er druppelirrigatie wordt toegepast. Noem hiervoor een reden. KB-0131-a-15-1-o 20 / 29 lees verder

Bevolking en ruimte bron 24 Krantenartikel Krimp bedreigt het platteland: verlaten huizen, afgebladderde verf en dichtgespijkerde ramen. De journaalbeelden uit 2008 van het Groningse gehucht Ganzedijk stemmen droevig. Ze zijn symbool geworden voor het schrikbeeld voor veel bestuurders op het platteland: bevolkingskrimp. 1p 29 Lees bron 24. Er zijn verschillende oorzaken van regionale bevolkingskrimp op het platteland. Achter welke letter staan twee juiste oorzaken? A immigratie en ontgroening B remigratie en natuurlijke bevolkingsgroei C negatief geboorteoverschot en urbanisatie D sterfteoverschot en segregatie 2p 30 Regionale bevolkingskrimp is volgens bron 24 een schrikbeeld voor bestuurders op het platteland. Geef twee nadelige gevolgen van bevolkingskrimp voor de leefbaarheid in deze plattelandsregio s. KB-0131-a-15-1-o 21 / 29 lees verder

bron 25 Krimp- en groeigebieden in Nederland N 1 2 4 3 Legenda: provinciegrenzen 0 30 60 km 1p 31 Op de kaart in bron 25 zijn vier regio s aangegeven. Twee van deze regio s zijn krimpgebieden en in twee regio s groeit de bevolking. Wat is de juiste combinatie van cijfer en soort gebied? krimpgebied A 1 en 2 3 en 4 B 1 en 4 2 en 3 C 2 en 3 1 en 4 D 3 en 4 1 en 2 gebied met bevolkingsgroei KB-0131-a-15-1-o 22 / 29 lees verder

bron 26 Oorzaken bevolkingsdaling in krimpgebieden. De bevolking in krimpgebieden daalt of verandert van samenstelling doordat: 1 er minder kinderen geboren worden 2 gezinnen met kinderen verhuizen naar grotere steden 3 jongeren en hoogopgeleiden verhuizen naar grotere steden 2p 32 Tijdens de aardrijkskundeles hebben Esther, Lin en Michelle een discussie over de tekst van bron 26. Zij doen ieder een bewering. Esther zegt: Oorzaak 1, 2 en 3 hebben alle drie te maken met migratie. Lin zegt: Oorzaak 2 en 3 hebben te maken met het begrip urbanisatie. Michelle zegt: Bij oorzaak 3 past het begrip braindrain. Neem de namen Esther, Lin en Michelle over op het antwoordblad en geef van elke bewering aan of deze juist of onjuist is. bron 27 Drie bevolkingsdiagrammen leeftijd 65 Legenda: senioren economisch actieven jongeren 15 0 piramide toren urn 1p 33 Bron 27 laat drie verschillende vormen van bevolkingsdiagrammen zien. Welk bevolkingsdiagram hoort bij een gebied waar het bevolkingsaantal terugloopt? A piramide B toren C urn KB-0131-a-15-1-o 23 / 29 lees verder

bron 28 Migratie van Oost-Duitsland naar West-Duitsland, 1950 2003 aantal personen (x1000) 500 400 300 200 100 0 1950 1954 1958 1962 1966 1970 1974 1978 1982 1986 1990 1994 1998 2002 1p 34 Bron 28 laat de migratie van Oost-Duitsland naar West-Duitsland tussen 1950 en 2003 zien. Geef de reden waarom in de periode 1962 1989 veel minder mensen van Oost-Duitsland naar West-Duitsland migreerden dan in de periode ervoor en erna. bron 29 Van stad naar stedelijke zone stad agglomeratie stadsgewest stedelijke zone 1p 35 Bron 29 laat de ontwikkeling zien van stad naar stedelijke zone. Binnen deze ontwikkeling passen de begrippen suburbanisatie en urbanisatie. Achter welke letter staan de begrippen die het best passen bij agglomeratie en stedelijke zone? agglomeratie stedelijke zone A suburbanisatie suburbanisatie B suburbanisatie urbanisatie C urbanisatie suburbanisatie D urbanisatie urbanisatie KB-0131-a-15-1-o 24 / 29 lees verder

bron 30 Stedelijke zones Q R P S T U 0 30 60 km 1p 36 Met welke letter is de stedelijke zone Bandstad Twente aangegeven in bron 30? A met letter P B met letter Q C met letter R D met letter S E met letter T F met letter U 1p 37 In oude industriegebieden zoals het Ruhrgebied krijgen oude gebouwen soms een nieuwe functie. Zo probeert men de ruimtelijke kwaliteit van zo n gebied weer te verbeteren. Voordat daadwerkelijk tot herinrichting wordt overgegaan, is er veel overleg nodig tussen gemeente en bewoners. Hoe noemen we het overleg van de gemeente met de bewoners? A inspraak B integratie C leefbaarheid D sociale controle KB-0131-a-15-1-o 25 / 29 lees verder

bron 31 Bevolkingsdichtheid China Qiqihar Harbin Ürümqi Kreeftskeerkring G O B Lanzhou Chengdu Kunming I Daqing Jilin Changchun Shenyang Baotou Datong Anshan Benxi Beijing Pyongyang Tangshan Seoul Dalian Daegu Taiyuan Tianjin Daejoen Busan Shijiazhuang Handan Jinan Qingdao Gwangju Xi'an Luoyang Xuzhou Huainan Nanjing Zhengzhou Wuxi Hefei Wuhan Chongqing Suzhou Shanghai Hangzhou Changsha Nanchang Fuzhou Taipei Guiyang Shenzhen Guangzhou Taichung Kaohsiung Shantou Nanning Hongkong Legenda: Inwoners per km 2 minder dan 1 1-50 50-100 100-200 200 of meer Agglomeratie of stad met 5 miljoen of meer inwoners Agglomeratie of stad met 1-5 miljoen inwoners 0 450 900 km 2p 38 Bron 31 laat zien dat de bevolking erg ongelijk gespreid is over China. Geef twee natuurlijke oorzaken van de lage bevolkingsdichtheid in het westen van China. KB-0131-a-15-1-o 26 / 29 lees verder

bron 32 Bevolkingsomvang (na 2014: voorspelde bevolkingsomvang) 1750 x miljoen 1500 1250 Legenda: China India Europa USA 1000 750 500 250 0 1950 1970 1990 2010 2030 2050 bron 33 Leeftijdsdiagram van China in 2010 mannen 100+ 95-99 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 vrouwen 80 60 40 20 0 0 x miljoen 20 40 60 80 1p 39 Johnny en Andrea bekijken bron 32 en bron 33. Ze doen ieder een uitspraak over deze bronnen. Johnny zegt: Ondanks de bevolkingsafname van China in de toekomst, blijft China tot 2050 het gebied waar de meeste mensen van de wereld wonen. Andrea zegt: Door de bevolkingspolitiek is in China een mannenoverschot ontstaan. Neem de namen Johnny en Andrea over op het antwoordblad en geef van elke uitspraak aan of deze juist of onjuist is. KB-0131-a-15-1-o 27 / 29 lees verder

bron 34 Wijk in Beijing 1p 40 Bron 34 laat een oude wijk in Beijing zien. Hoe noemen we zo n wijk in China? A bidonville B hukou C hutong D krottenwijk 2p 41 Zie bron 34. De laatste jaren verdwijnen deze oude woonwijken uit de Chinese steden. Geef twee redenen waarom deze oude woonwijken steeds meer verdwijnen. KB-0131-a-15-1-o 28 / 29 lees verder

bron 35 Bevolkingsgroei in China, 2000 2010 Legenda: Gemiddelde jaarlijkse bevolkingsgroei in procenten, 2000-2010 afname 0-0,5 0,5-1 1-2 2 of meer 0 450 900 km 1p 42 Bekijk bron 35. Wat is een oorzaak van de bevolkingsgroei in het westen van China? A de natuurlijke bevolkingsgroei B de sociale bevolkingsgroei C het migratieoverschot Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd. einde KB-0131-a-15-1-o 29 / 29 lees verder