Studentenstatuut Engineering & Design 2015-2016



Vergelijkbare documenten
Studentenstatuut Engineering & Design

Studentenstatuut Engineering & Design

WERKVELDCONFERENTIE WORKSHOP WERKTUIGBOUWKUNDE. Albert Haan

Studentenstatuut Engineering & Design NOC

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

OPLEIDINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Logistics Engineering en Technische Bedrijfskunde

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

De onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Bijlage A Competenties van de opleiding

OPLEIDING ELEKTROTECHNIEK

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Studentenstatuut Bouw en Infra. Windesheim, versie 1.0,

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

De faculteit Communicatie en Journalistiek kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen:

BASISGGEVENS. Naam Functie

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut

Studentenstatuut Bouw en Infra. Windesheim

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

(vastgesteld door de Algemene Vergadering van de HBO-raad op 24 juni 2011)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Management & Organisatie

Business, IT & Management

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Praktijkopleider agrotechniek

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Associate degree Deeltijd

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Opleiding Informatica

OPLEIDINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Elektrotechniek

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

BASISGEGEVENS. Contactpersoon. Dr. E.W.M. Gielen. Naam. Portfoliomanager & Organisatieontwikkeling Adacademies. Functie

Studentenstatuut OPLEIDING WERKTUIGBOUWKUNDE Opleidingsspecifiek deel. CROHO-nummer: voltijd

Management in de Zorg (Associate degree: duaal/deeltijd)

Bijlagen onderwijs- en examenregeling associate degree-opleiding. Bijzondere bepalingen

BACHELOROPLEIDING DEELTIJD

Studentenstatuut ICT-opleidingen

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

creating tomorrow Logistiek en economie Hva techniek

PVA Jaar 2. Stefan Timmer S Klas: CE 2b

CREaTINg TOmORROw TECHNISCHE BEDRIJFSKUNDE. Hva TECHNIEK

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding [Opleidingsnaam/namen invullen]

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Management & Organisatie

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Toelichting: tekst mag vervallen indien deze niet van toepassing is er moet een uitwerking worden opgenomen die specifiek is voor de opleiding

Management in de Zorg (Bachelor: duaal/deeltijd)

hbo-opleiding Engineering - Werktuigbouwkunde

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Master Healthy Ageing Professional (MHAP)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Bijlagen 3 t/m 6 bij OER Academie Voor Deeltijd Werktuigbouwkunde regulier

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Reactie bachelor OER

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Veel gestelde vragen lijst Deeltijd Human Resource Management

Erratum Studiegids. Bacheloropleiding voltijd. Technische Bedrijfskunde

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

OPLEIDINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Werktuigbouwkunde

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

Onderwijs- en Examenregeling

Informatica. Onderwijs- en examenregeling

Serious Gaming (Master)

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Intake- en vrijstellingsregels voor de HBO-bacheloropleiding Informatica Vastgesteld door de examencommissie NOH-I op 16 september 2013.

Transcriptie:

Studentenstatuut Engineering & Design 2015-2016 Christelijke Hogeschool Windesheim Elektrotechniek CROHO-nummer:34267 CROHO-nummer AD:80017 Voltijd, duaal, AD voltijd en AD duaal Industrieel Product Ontwerpen CROHO-nummer: 34389 CROHO-nummer AD: 80018 Voltijd, duaal, AD voltijd en AD duaal Logistics Engineering CROHO-nummer: 34390 Voltijd Technische Bedrijfskunde CROHO-nummer: 34421 CROHO-nummer AD: 80020 Voltijd, deeltijd, duaal, AD voltijd, AD duaal en AD deeltijd Werktuigbouwkunde CROHO-nummer: 34280 CROHO-nummer AD: 80019 Voltijd, duaal en AD voltijd en AD duaal Bovenstaande opleidingen (m.u.v. de AD opleidingen) leiden op tot Bachelor of Science. Opleiding Geaccrediteerd tot B Elektrotechniek (vt) 31-12-2019 B Industrieel Product Ontwerpen (vt) 3-7-2019 B Logistic Engineering (vt) 7-3-2018 B Technische Bedrijfskunde (vt,dt) 31-12-2019 Ad Technische Bedrijfskunde (dt) 31-12-2019 B Werktuigbouwkunde (vt) 31-12-2018 Tabel 1: accreditatie data per opleiding

Inhoud INLEIDING... 5 Deel 1. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING... 6 1.1 OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING... 6 1.1.1 - De onderwijsvisie van Windesheim... 6 1.1.2 - De onderwijsleeractiviteiten... 7 1.1.3 - Studiebegeleiding... 8 1.1.4 - Kwaliteit en studeerbaarheid... 8 1.1.5 - Vorm van de opleiding... 9 1.2 - DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD... 11 1.2.1 - Doelstelling van de opleiding... 11 1.2.2 - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding... 13 Bachelor Elektrotechniek... 13 Bachelor Industrieel Product Ontwerpen... 14 Bachelor Logistics Engineering... 16 Associate Degree Technische Bedrijfskunde... 19 Bachelor Technische Bedrijfskunde... 19 Bachelor Werktuigbouwkunde... 21 1.2.3 - Inhoud van de opleiding... 22 1.2.4 - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld... 23 1.3 - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS... 25 1.3.1 - Inrichting van de opleiding... 25 1a - De propedeutische fase... 25 1b - De postpropedeutische of hoofdfase... 25 1c - Bijzondere leerwegen... 31 1.3.2 - Overzicht informatie major, minors en onderwijseenheden... 33 1.3.3 - Accreditatie... 33 DEEL 2. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING RECHTEN EN PLICHTEN... 34 Hoofdstuk 1 BEGRIPSBEPALINGEN... 34 Art. 1.1 Algemene begripsbepalingen... 34 Hoofdstuk 2 - TOEGANG EN TOELATING... 38 Artikel 2.1 Toegang (art. 7.24 WHW, art. 7.31a t/m e WHW, art. 7.2.2 WEB)... 38 Artikel 2.2 - Nadere vooropleidingseis (art. 7.25 WHW)... 38 Artikel 2.3 Niet van toepassing... 38 Artikel 2.4a Aanvullende vooropleidingseis deeltijdopleiding (art. 7.27 WHW)... 38 Artikel 2.5 Toelating (art. 7.29 WHW)... 38 Artikel 2.6 - Vrijstelling vooropleidingseis ogv gelijkwaardig diploma (art. 7.10, 7.24 en 7.28 WHW)... 38 Artikel 2.7 - Vrijstelling propedeutisch examen (art. 7.30 WHW)... 39 2

Artikel 2.8 - EVC (art. 7.13 lid 2 sub r WHW)... 39 Artikel 2.9 Ontzegging toegang (art. 7.42a WHW)... 39 Hoofdstuk 3 INRICHTING VAN DE OPLEIDING... 40 Artikel 3.1 Vraaggestuurd en Competentiegericht onderwijs... 40 Artikel 3.2 Structuur van de opleiding - propedeuse, postpropedeuse en Associate degree (Ad)... 40 Artikel 3.3 - Examens en graden van de opleiding... 40 Artikel 3.4 Major... 40 Artikel 3.5 Minors... 40 Artikel 3.6 Premastertraject... 41 Artikel 3.7 - Studiepunten onderwijseenheid... 41 Artikel 3.8 - Onderwijsperioden per studiejaar... 41 Hoofdstuk 4 - STUDIEBEGELEIDING (art. 7.13 lid 2 sub u WHW)... 42 Artikel 4.1 - Studiebegeleiding... 42 Artikel 4.2 Studieloopbaanbegeleiding... 42 Artikel 4.3 Algemene studiebegeleiding... 42 Artikel 4.4 - Bijzondere studiebegeleiding... 43 Hoofdstuk 5 - STUDIEADVIES... 43 Artikel 5.1 - Uitbrengen studieadvies... 43 Artikel 5.2 - Afwijzing bij het studieadvies... 44 Artikel 5.3 - Procedure bij afwijzing bij het studieadvies... 44 Hoofdstuk 6 TOETSEN, TENTAMENS EN EXAMENS... 44 Artikel 6.1 - Vorm van de tentamens... 44 Artikel 6.2 - Schriftelijke toets... 45 Artikel 6.3 - Portfolio of werkstuk als toets... 45 Artikel 6.4 - Mondelinge toets... 45 Artikel 6.5 - Vrijstelling voor tentamens... 45 Artikel 6.6 - Afleggen van tentamens... 46 Artikel 6.7 - Cijfers... 46 Artikel 6.8 Toetsuitslag en tentamencijfer... 46 Artikel 6.9 - Inzage beoordeeld werk... 47 Artikel 6.10 Geldigheidsduur tentamens en vrijstellingen... 47 Artikel 6.11 - Examen... 47 Artikel 6.12 - Cum laude... 47 Hoofdstuk 7 - EXAMENCOMMISSIE... 48 Artikel 7.1 - Instelling en taken examencommissie... 48 Artikel 7.2 - Benoeming en samenstelling examencommissie... 48 Artikel 7.3 - Subcommissies... 49 Artikel 7.4 - Examinatoren... 49 Artikel 7.5 - Getuigschriften en verklaringen... 49 Hoofdstuk 8 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN... 49 Artikel 8.1 - Bezwaar en beroep... 49 Artikel 8.2 - Wijziging van de regeling... 49 Artikel 8.3 - Bijlagen bij onderwijs- en examenregeling... 50 3

Artikel 8.4 - Slot- en overgangsbepalingen... 50 Artikel 8.5 - Inwerkingtreding en looptijd... 50 DEEL 3: REGLEMENT EXAMENCOMMISSIE... 51 DEEL 4: KLACHTENREGELING... 51 Bijlage 1: Uitwerking links... 56 4

INLEIDING Dit document is het onderwijs- en examenregeling van de engineering & design opleidingen van de Hogeschool Windesheim, locatie Zwolle. Het is bestemd voor alle huidige en aankomende studenten van deze opleidingen (voltijd- en deeltijdstudenten) en is toegankelijk op de website van Windesheim. Elk studiejaar komt er een nieuwe Onderwijs- en examenregeling uit, die geldig is voor dat specifieke studiejaar. Het huidige document dat voor je ligt, is dus geldig van september 2015 tot september 2016. Aangezien de OER slechts een jaar geldig is, kunnen studenten geen beroep doen op Onderwijs- en examenregelingen van eerdere studiejaren. Mocht een vak uit eerdere jaren vervallen zijn, dan geldt het overgangsrecht. In de overgangstabel (artikel 8.4 van deel 2) staat welke vakken vervallen zijn en wat het alternatief hiervoor is. De onderwijs- en examenregeling wordt jaarlijks bijgesteld en aangeleverd door het College van Bestuur. De onderwijscommissie van Engineering & Design geeft advies over de inhoud hiervan en de domeindeelraad moet instemming geven over het document voordat het gepubliceerd mag worden. Het studentenstatuut bestaat uit vier delen. Deel 1 en 2 vormen samen de Onderwijs- en examenregeling (OER). Deel 1 beschrijft de opleidingen Elektrotechniek, Industrieel Product Ontwerpen, Logistics Engineering, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde. Deel 2 geeft een beschrijving weer van de rechten en de plichten van de student en de opleidingen. In deel 3 van dit studentenstatuut wordt het reglement van de examencommissie beschreven. Tenslotte is in deel 4 de klachtenregeling van Windesheim beschreven. Deel 1 geldt alleen voor locatie Zwolle. De artikelen in deel 2 gelden voor zowel locatie Flevoland als voor locatie Zwolle, tenzij anders vermeld. Het format voor het Onderwijs- en examenreglement wordt ieder jaar centraal aangeleverd door het College van Bestuur van Windesheim. Het document is gebaseerd op de Wet Hoger Onderwijs, vandaar dat een aantal zaken erg formeel is beschreven. Waar in dit document hij staat, kan ook zij worden gelezen. Namens de opleidingen van Engineering & Design wensen we je een goed studiejaar toe! Ineke van der Wal Directeur Domein Techniek 5

Deel 1. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING 1.1 OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1.1.1 - De onderwijsvisie van Windesheim Windesheim - Voor de professional van morgen Visie op onderwijs Windesheim is een brede kennisinstelling en heeft de ambitie een inspirerende omgeving voor hoger onderwijs te zijn. Onze studenten wordt een excellente opleiding aangeboden, die hen theoretisch en praktisch voorbereidt op een succesvolle en maatschappelijk relevante loopbaan. Om de ontwikkeling van het onderwijs verdere impulsen te geven, wordt praktijkgericht onderzoek verricht. Daarnaast wordt de kennis voortdurend getoetst aan de praktijk door samen te werken met bedrijven en nonprofit-organisaties in de regio. Door onderwijs, onderzoek en ondernemen op deze wijze uitgebalanceerd ten opzichte van elkaar te positioneren, versterken ze elkaar. Onze vier uitgangspunten Ambitieus studieklimaat Windesheim daagt studenten uit. In de leersituatie wordt steeds spanning gecreëerd tussen het bestaande en het volgende competentieniveau, waardoor studenten worden geprikkeld hun grenzen te verleggen. De praktijk van het beroep is de basis waaraan uitdagende opdrachten worden ontleend. Om recht te doen aan de verschillende talenten en ambities kunnen studenten binnen de beroepsgerichte curricula een deel van het onderwijs zelf invullen om tot verbreding, verdieping of verzwaring van het programma te komen. In dit ambitieuze studieklimaat worden kwantitatieve en kwalitatieve eisen gesteld aan de inspanningen van de student. De waarde(n)volle professional Windesheim leidt professionals op die geleerd hebben het eigen professionele handelen kritisch ter discussie te stellen en hierover verantwoording af te leggen. Daarbij hanteren de professionals persoonlijke, institutionele en wettelijke waarden en normen. Door een onderzoekende en reflectieve houding ontwikkelen zij continu hun professionaliteit, vanuit hun idealen over goed samenleven. Vanuit de eigen vakbekwaamheid en met die kritische reflectie leveren zij een bijdrage aan de kwaliteit van de samenleving. De professional is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen op het vakgebied en is door onderzoeksvaardigheden gewapend voor de toekomst en de steeds veranderende beroepspraktijk. Hij ziet kansen, weet deze te benutten, kan innoveren en neemt initiatief. Studentbegeleiding op maat Aan studenten wordt persoonlijke en adequate begeleiding aangeboden, met eerlijke en bruikbare feedback op de prestaties. Al voor de poort maakt de student kennis met Windesheim en vice versa, met het doel de meest passende opleiding te kunnen kiezen. Er wordt gestuurd op resultaat, zodat de student succesvol zijn studie kan doorlopen. Windesheim biedt een omgeving waarin studenten zich maximaal kunnen ontplooien. Hierbij worden zowel uitzonderlijke begaafdheden als specifieke functiebeperkingen serieus genomen. Tevens wordt tijd- en plaatsonafhankelijk werken gefaciliteerd. Hoge kwaliteit van onderwijs De norm is het aanbieden van opleidingen van bovengemiddeld niveau. Een deel van de opleidingen van Windesheim heeft een nóg hoger ambitieniveau en werkt toe naar het predicaat: Topopleiding. Om steeds met de nieuwste inzichten in de diverse vakgebieden te kunnen werken, zijn opleidingen verbonden met Centers of Expertise en kenniscentra. Onderwijs, onderzoek en 6

ondernemen zijn met elkaar geïntegreerd en versterken elkaar daardoor in kwaliteit en vernieuwingskracht. Windesheim laat iedere student zich internationaal oriënteren om de kwaliteit en het beroepsperspectief van de afgestudeerden te vergroten. Windesheim handhaaft en verbetert continu onderwijskwaliteit. Het professioneel handelen van alle medewerkers is het vertrekpunt voor kwaliteit. Docenten vormen de ruggengraat van de kwaliteit van de opleiding. Zij zijn op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Windesheim hanteert hierbij een dubbele professionaliteit: docenten zijn vakbekwaam én didactisch onderlegd. Hoge kwaliteit is voor hen geen toevallige uitkomst, het is een logisch gevolg van de beheersing van het proces en de afstemming met de omgeving. Windesheim Windesheim is een inspirerende kennisinstelling voor met name de regio Zwolle en Almere met een ambitieus studieklimaat en opleidingen van bovengemiddeld niveau. Windesheim biedt een omgeving waar de student zich, met de nodige invloed op het studieprogramma, kan vormen tot een waarde(n)volle professional. Windesheim levert een professional die de regie kan voeren over de eigen loopbaan en over de grenzen van het vakgebied kan heenkijken. 1.1.2 - De onderwijsleeractiviteiten De opleidingen van Engineering & Design leiden engineers op die in binnen- en buitenland in heel verschillende velden werkzaam zijn. Toch onderscheiden zij zich door de manier van denken en aanpak die ze geleerd hebben in hun opleiding. Het geeft een beroepscode en herkenning om innovaties door te voeren en problemen op te lossen. Deze aanpak omvat onder andere het analyseren van een probleem/uitdaging, ontwerpen van mogelijke oplossingen en dit vervolgens realiseren en operationaliseren. Naast deze kerncompetenties heeft de opleiding leeractiviteiten op de competenties managen, onderzoek, adviseren en professionaliseren. De competenties worden in verschillende leerlijnen concentrisch ontwikkeld, waarbij er een groei plaatsvindt in niveau en verdieping. Van jaar 1 tot en met 4 wordt het curriculum uitgewerkt in de volgende leerlijnen : Integrale leerlijn: De student werkt in een groep of individueel aan het ontwikkelen van beroepscompetenties door te werken aan beroepstaken en -producten. Deze beroepstaken en -producten komen uit het beroepenveld of zijn hiervan afgeleid. Deze leerlijn is te vinden in de eerstejaars projecten, het ingenieursbureau/atelier, minoropdrachten, en in stage en afstuderen. Conceptuele leerlijn: De student leert de taal en concepten kennen van een engineer middels het volgen van hoorcolleges, werkcolleges en het doen van zelf- en literatuurstudie. Vaardigheidsleerlijn: practica, huiswerkopgaven en oefenbijeenkomsten waar de verschillende onderdelen uit de integrale of conceptuele leerlijn kunnen worden geoefend alvorens ze worden toegepast in een opdracht. Studiebegeleiding. De student oriënteert zich op mogelijke beroepsperspectieven. Hij plant zijn studie, bespreekt de planning en studievoortgang met de studiecoach. Plannings- en reflectieverslagen geven het verloop van de studie weer. 7

1.1.3 - Studiebegeleiding Studenten worden gedurende hun hele studie begeleid door een studiecoach. Deze studiecoach is zoveel mogelijk de zelfde persoon gedurende het hele studietraject. Iedere opleiding zorgt er voor dat een student aan het begin van het studiejaar op de hoogte is van wie zijn/haar coach is. Vlak voor of na de start van de opleiding voert de coach een intakegesprek of kennismakingsgesprek met de student. Doel is om de student zo snel mogelijk te leren kennen en begeleiding op maat te kunnen aanbieden. Deze begeleiding wordt vooral gegeven in de vorm van individuele of groepsgesprekken waarin de student loopbaancompetenties ontwikkelt. De student leert zelf verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen leer- en ontwikkelingsproces. In dit proces werkt de student samen met andere studenten. In het begin van de opleiding is met name beroepsoriëntatie een belangrijk aspect. Elke student krijgt binnen vijf maanden van inschrijving een onderbouwd voorlopig studieadvies gebaseerd op drie contactmomenten met de coach. Een onderbouwd voorlopig studieadvies is een eerste indicatie van het studiesucces en beantwoordt de vraag of de student op de juiste opleiding zit en een juist beeld heeft van het toekomstig beroep. Naarmate de studie vordert, stuurt de student steeds zelfstandiger zijn (studie)loopbaan aan, en eigent hij zich de in de opleiding aangeboden beroepskennis en -kunde toe. Als een student ernstige studievertraging oploopt, kan er met een speciale studiebegeleider een studieplan gemaakt worden om weer een reële studieplanning te krijgen. De student heeft dan regelmatig een gesprek met deze begeleider om niet verdere vertraging op te lopen cq een vertraging weer in te halen. Studeren met een functiebeperking Alle studenten die bij aanmelding voor de opleiding aangeven een functiebeperking te hebben, krijgen een intakegesprek met de studentendecaan en SMF (studeren met functiebeperking)- contactpersoon van de opleiding. Een student neemt bij voorkeur ouders of begeleiders mee. Voor studenten met dyslexie geldt een andere regeling. Als tijdens de studie een functiebeperking gediagnosticeerd wordt, neemt de student zo snel mogelijk contact op met zijn studieloopbaanbegeleider en de studentendecaan. Hij wordt dan uitgenodigd voor een intakegesprek door de studentendecaan of contactpersoon SMF van de opleiding. De intake wordt uitgevoerd door de studentendecaan en de contactpersoon SMF van de opleiding. In het gesprek informeert de studentendecaan de student over de landelijke en Windesheimvoorzieningen ten aanzien van studeren met een functiebeperking. Vervolgens inventariseren betrokkenen welke beperking(en) de student heeft, welke belemmeringen dat geeft voor de studie en welke voorzieningen deze beperkingen kunnen verminderen of compenseren. Resultaat van het intakegesprek zijn afspraken over een passend pakket van begeleiding, ondersteuning en voorzieningen. Om voor de voorzieningen in aanmerking te komen, dient de student wel een medische of dyslexieverklaring te overleggen. Voorzieningen kunnen betrekking hebben op: a. de studiebegeleiding (aangepast, extra of intensiever) b. het onderwijsprogramma c. materiële en financiële hulpmiddelen 1.1.4 - Kwaliteit en studeerbaarheid Deze paragraaf beschrijft in het kort het landelijk beleid rond kwaliteitszorg en studeerbaarheid. Vervolgens wordt toegelicht hoe Engineering & Design hierop inspeelt. 8

Opleidingen zijn wettelijk erkend na accreditatie door de NVAO (Nederlands- Vlaamse Accreditatie Organisatie). Iedere opleiding wordt eens in de zes jaar getoetst en beoordeeld door een visiterende organisatie op de kwaliteit van het onderwijs. Deze visiterende organisatie geeft na de beoordeling een advies aan de NVAO. De NVAO accrediteert de betreffende opleiding bij voldoende beoordeling, zodat de opleiding de komende zes jaar weer onderwijs mag geven. De NVAO kijkt bij de beoordeling van het onderwijs onder andere naar studenttevredenheid. Engineering & Design geeft invulling aan deze tevredenheidsonderzoeken door jaarlijks een aantal enquêtes af te nemen. Aan de hand van de uitslagen wordt er gekeken hoe de kwaliteit van het onderwijs verbeterd kan worden. Een belangrijke enquête en graadmeter voor de studenttevredenheid is de Nationale Studenten Enquête die afgenomen wordt onder alle huidige studenten. Daarnaast worden de stages en afstudeerprojecten geëvalueerd bij studenten en bedrijven door middel van gesprekken en enquêtes. Afgestudeerden ontvangen een vragenlijst van de hbo-monitor (landelijk onderzoek dat kijkt naar de aansluiting van de opleiding op de eisen in de beroepspraktijk). Naast bovenstaande enquêtes worden er elke periode onderwijsevaluaties afgenomen. De resultaten van deze onderwijsevaluaties worden besproken in kwaliteitspanels. In het kwaliteitspanel gaan de vertegenwoordiger van het semester en een kwaliteitsmedewerker in gesprek met een aantal studenten om de resultaten van de onderwijsevaluatie te bespreken. Tijdens deze gesprekken kunnen studenten vrij hun mening geven over de opleiding, de studeerbaarheid, vakken, docenten, manier van lesgeven, toetsing enzovoort. Naar aanleiding van deze gesprekken bekijkt de opleiding elk semester wat er verbeterd kan worden en bijvoorbeeld ook of de studielast bijgesteld moet worden. De verbeteracties worden verwerkt in het onderwijsaanbod van de volgende jaren. Studeerbaarheid De term studeerbaarheid is feitelijk te omschrijven als de mogelijkheid voor studenten om aan de eisen van de Wet Studie Financiering te voldoen, dus om 60 studiepunten per studiejaar te halen. De opleiding draagt zorg voor een evenwichtige spreiding van de onderwijseenheden en tentamens over het gehele jaar. Per studiejaar zijn er twee semesters van elk 30 studiepunten. Bij sommige opleidingen kan dit iets afwijken doordat de ec s worden toegekend in een latere periode. Van elk tentamen wordt minstens één keer per studiejaar de mogelijkheid geboden het tentamen te herkansen. In het studentvolgsysteem van Windesheim (educator.windesheim.nl) staan drempels genoemd voor onderwijsonderdelen. Voor stage en afstuderen zijn drempels geformuleerd in het reglement examencommissie. Als de student een drempel nog niet behaald heeft, mag hij niet starten. 1.1.5 - Vorm van de opleiding Engineering & Design binnen Windesheim heeft de volgende bacheloropleidingen: Elektrotechniek, Industrieel Product Ontwerpen, Logistics Engineering, Technische Bedrijfskunde en Werktuigbouwkunde. Daarnaast is er een Associate Degree opleiding Technische Bedrijfskunde. In de volgende tabel zijn de varianten weergegeven. Opleiding Voltijd Deeltijd Bachelor Elektrotechniek X Bachelor Industrieel Product Ontwerpen X Bachelor Logistics Engineering X Bachelor Technische Bedrijfskunde X X Associate Degree Technische Bedrijfskunde X Bachelor Werktuigbouwkunde X Tabel 2: opleidingsvormen 9

Naast bovengenoemde opleidingen zijn er nog een Associate degree opleidingen op het gebied van Elektrotechniek, Industrieel Product Ontwerpen en Werktuigbouwkunde. Deze opleidingen kennen geen nieuwe instroom meer en de licenties stoppen per 31-12-2017. Ook zijn er een aantal slapende licenties voor duale varianten van de bovengenoemde opleidingen. Deze licenties stoppen net zoals de voltijd AD varianten per 31-12-2017. Voor deze datum moeten de studenten die deze opleiding doen de opleiding afgerond hebben. De opleiding AD TBK Deeltijd blijft als enige AD opleiding binnen Engineering & Design bestaan. Wat is een Associate degree (Ad)? Een mogelijkheid binnen het hbo is een tweejarig AD-programma. Een AD-opleiding staat voor 120 EC. Een AD-programma maakt deel uit van een hbo-bacheloropleiding. Het programma duurt twee jaar en leidt op tot de wettelijke graad van Associate degree. Deze graad sluit goed aan op passende mboopleidingen (niveau 4) en kent dezelfde toelatingseisen als de bijbehorende bacheloropleiding. Na een AD kan een student eventueel doorgaan met de bijbehorende hbo-bacheloropleiding (na een aanvraag bij de examencommissie). Voltijd en deeltijd leren: verschillen en overeenkomsten Dezelfde competenties, andere leerweg Of een student nu een hbo-opleiding in voltijd volgt, in deeltijd of duaal, aan het eind beschikt hij over dezelfde competenties. Alleen de weg er naar toe is anders. Voor de AD opleiding gelden dezelfde competenties maar geldt niet hetzelfde niveauprofiel. Er zijn twee belangrijke verschillen in de route die de student aflegt naar het bachelordiploma. 1. De verdeling van het aantal uren leren op de hogeschool en leren in de beroepspraktijk 2. De verwevenheid van het werk met de studie Voor zowel de voltijd als de deeltijd geldt dat de opleiding ieder jaar in september start en een omvang heeft van 240 studiepunten. De opleiding biedt in beide varianten een studeerbaar programma aan van 60 studiepunten per studiejaar. Het studiejaar is verdeeld in vier periodes van ongeveer tien/elf weken. In deze vier periodes wordt het onderwijs aangeboden. Periode 5 is collegevrij. In die periode kan de student eventueel onderwijseenheden herkansen. Voltijd (vt) Voor de voltijd geldt dat de colleges overdag zijn van maandag tot en met vrijdag vanaf 08.30 uur. De studielast van voltijdopleidingen is 40 uur per week (inclusief de contacturen). Afhankelijk van de vooropleiding kan een student vrijstellingen aanvragen bij de examencommissie. Deeltijd (dt) De deeltijdopleidingen hebben colleges op donderdag, van 12.30 21.30 uur. Tijdens de studie worden echter enkele excursies georganiseerd die op een andere dag dan de donderdag georganiseerd worden. De opleiding laat dit ruimschoots van te voren weten (minimaal drie weken voor aanvang). De studielast van deze hbo-bacheloropleiding in deeltijd ligt in de regel tussen de 25 en 35 uur per week (inclusief de contacturen). Deze uren zijn als volgt geclassificeerd: 8 contacturen, 12 uur zelfstudie en 5-15 uur opdrachten binnen het werk. De opdrachten binnen het werk zijn beschreven in de kenmerkende beroepssituaties van het betreffende semester, bijvoorbeeld een model of theorie toepassen op een werksituatie. De daadwerkelijke studielast is afhankelijk van de gevolgde vooropleiding(en) en relevante werkervaring. De deeltijdopleiding is niet voor iedere student geschikt. Het curriculum is ontworpen voor studenten met werkervaring op eind mbo-4 niveau in een technische georiënteerde omgeving heeft, waarbij de student werkzaam is op minimaal mbo+ niveau in een voor de opleiding relevante werksituatie. Het bevragen van de werksituatie behoort tot het intakeassessment. Tijdens het 10

afstuderen gaat de opleiding ervan uit dat de student toegang heeft tot opdrachten en werkzaamheden op bachelorniveau om zo aan de eindkwalificaties te werken. Het afstuderen dient in een bedrijf plaats te vinden met begeleiding op minimaal bachelorniveau. De student kan tijdens zijn studie een verkorting van een halfjaar (major 3 stage) aanvragen. Hiervoor moet de student minimaal 1 jaar werkzaam zijn geweest in een relevante werkveldsituatie op mbo4 niveau. Op basis van een werkgeversverklaring en een portfolio waarin behaalde competenties aangetoond worden, bepaalt de examencommissie of deze vrijstelling geaccepteerd wordt. De student kan tijdens zijn studie een versnelling van een halfjaar (minor 2 stage) realiseren door in periode vijf van het eerste en tweede studiejaar te werken aan de stageopdracht (minor 2 stage). Deze stage moet afgerond zijn voordat er gestart kan worden met het afstudeerproject. 1.2 - DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD In paragraaf 1.2 worden de doelstelling, inhoud en relatie met het beroepenveld van de opleidingen beschreven. 1.2.1 - Doelstelling van de opleiding De doelstelling van Windesheim Engineering & Design opleidingen is om startbekwame engineers op te leiden die als waardenvolle professionals een bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij. Een engineer wordt hierin gezien als iemand die beschikt over technische kennis, technische vaardigheden en bijbehorend gedrag waarmee hij technische constructen kan analyseren, ontwerpen, realiseren en beheren. Daarbij heeft een engineer een onderzoekende houding, kan hij projecten managen, opdrachtgevers adviseren en bezit hij professionele vaardigheden. Een waardenvolle professional is iemand die breder kijkt dan zijn eigen omgeving en hierbij internationaal georiënteerd is, hij streeft naar duurzame oplossingen die positief bijdragen aan de maatschappelijke problemen en ontwikkelt zich continu als professional. In gemeenschappelijkheid met alle andere bekostigde engineering opleidingen zijn er landelijke eindkwalificaties gedefinieerd die voor alle opleidingen in Nederland gelijk zijn. Deze zijn beschreven in het boek Bachelor of Engineering. Deze eindkwalificaties zijn opgebouwd uit acht gemeenschappelijke beroepscompetenties en per opleiding geldt een Body of Knowledge and Skills (BoKS). Body of Knowledge and Skills De BoKS is het totaal aan kennis en vaardigheden dat een student moet beheersen en is afhankelijk van de gekozen opleiding. De BoKS verschilt per opleiding, wordt aangeleerd en getoetst in de ondersteunende Onderwijs Eenheden (OE) binnen de major. Beroepscompetenties Een beroepscompetentie is een vermogen dat kennis, vaardigheden en gedragskenmerken omvat om in concrete taaksituaties doelen te bereiken. De gedragskenmerken zijn per beroepscompetentie beschreven en zo ontstaat een competentieprofiel per opleiding. Deze competentieprofielen zijn ontworpen door het landelijke cluster Engineering ten behoeve van de engineering opleidingen. Deze profielen zijn in 2012 gevalideerd door het werkveld doordat het Cluster Engineering dit profiel ter beoordeling heeft voorgelegd aan een groot aantal branches en bedrijven. Het studiejaar 2013-2014 is het eerste jaar waarin de opleidingen met deze competenties zijn gaan werken. 11

De drie beheersingsniveaus van de competenties Studenten worden opgeleid tot het bachelorniveau. Dit bachelorniveau wordt geleidelijk opgebouwd en het beheersingsniveau neemt steeds meer toe. Studenten krijgen in de loop van hun opleiding steeds complexere opdrachten en beroepstaken in een grotere mate van zelfstandigheid. De volgende factoren zijn van invloed op deze niveaus: a. Omvang en complexiteit van de taak b. Complexiteit van de professionele situatie c. Mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid Deze competentieverwerving verloopt via drie niveaus: Niveau I: Aard van de taak: eenvoudig, gestructureerd, past bekende methoden direct toe volgens vaststaande normen. Aard van de context: bekend; eenvoudig, monodisciplinair. Mate van zelfstandigheid: sturende begeleiding. Niveau II: Aard van de taak: complex, gestructureerd, past bekende methoden aan wisselende situaties aan. Aard van de context: bekend; complex, monodisciplinair, in de praktijk onder begeleiding. Mate van zelfstandigheid: begeleiding indien nodig. Niveau III: Aard van de taak: complex, ongestructureerd, verbetert methoden en past normen aan de situaties aan. Aard van de context: onbekend; complex, multidisciplinair in de praktijk. Voor het bereiken van een niveau moeten minimaal twee van de drie factoren dat niveau hebben, bijvoorbeeld. de aard van de taak en de mate van zelfstandigheid. Acht domeincompetenties Het competentieprofiel en daarmee de eindkwalificaties van de opleidingen omvatten acht domeincompetenties: Analyseren: Het analyseren van een engineeringvraagstuk omvat de identificatie van het probleem of klantbehoefte, de afweging van mogelijke ontwerpstrategieën / oplossingsrichtingen en het eenduidig in kaart brengen van de eisen /doelstellingen / randvoorwaarden. Ontwerpen: Het realiseren van een engineeringontwerp en hierbij kunnen samenwerken met engineers en niet-engineers. Realiseren: Het realiseren en opleveren van een product of dienst of de implementatie van een proces dat aan de gestelde eisen voldoet. Beheren: Het optimaal laten functioneren van een product, dienst of proces in zijn toepassingscontext of werkomgeving rekening houdend met aspecten op het gebied van veiligheid, milieu en technische en economische levensduur. Managen: De engineer geeft richting en sturing aan organisatieprocessen en de daarbij betrokken medewerkers. Dit om de doelen te realiseren van het organisatieonderdeel of het project waar hij leiding aan geeft. Adviseren: De engineer geeft goed onderbouwde adviezen over het ontwerpen, verbeteren of toepassen van producten, processen en methoden en brengt renderende transacties tot stand met goederen of diensten. Onderzoek: De engineer heeft een kritisch onderzoekende houding en maakt gebruik van geschikte methoden en technieken met betrekking tot het vergaren en beoordelen van informatie, om toegepast onderzoek uit te kunnen voeren. Professionaliseren: Het zich eigen maken en bijhouden van vaardigheden die nodig zijn om de engineeringcompetenties effectief uit te kunnen voeren. Deze vaardigheden kunnen ook in breder verband van toepassing zijn. Dit omvat onder meer het hebben van een internationale oriëntatie en het kunnen plaatsen van de nieuwste ontwikkelingen, bijvoorbeeld in relatie tot maatschappelijke normen, waarden en ethische dilemma s. 12

Dublindescriptoren De landelijke opleidingsprofielen, die afgeleid zijn van de beroepsprofielen, omvatten de Dublindescriptoren. Dit impliceert dat, wanneer de student voldoet aan het opleidingsprofiel, hij ook voldoet aan zowel het internationaal als nationaal geaccepteerde niveau van de hbo-bachelor. Domeincompetenties Knowledge & understanding Applying knowledge and understanding Making judgements Communication 1. Analyseren X X a,b c,d 2. Ontwerpen X X a,e F 3. Realiseren X a,b c D 4. Beheren X X c D 5. Managen X a b c,d,e 6. Adviseren X d c a,b,d,e 7. Onderzoeken X A b c,d,e e 8. Professionaliseren X X a,b,c d,f X Tabel 3: Relatie domeincompetenties en dublindescriptoren Learning skills Een X houdt in dat alle gedragskenmerken van de betreffende domeincompetentie bijdragen aan de invulling van de Dublindescriptor. Een letter (bijv. a ) geeft aan dat het specifieke gedragskenmerk van die domeincompetentie bijdraagt aan invulling van de Dublindescriptor (een uitwerking van de gedragskenmerken van de domeincompetenties is te vinden in Bachelor of Engineering ). Profilering op Internationalisering Naast de eindkwalificaties van de opleidingen hebben de opleidingen tot doel hun studenten voor te bereiden op hun rol als professional in een toenemende internationale en interculturele context. Deze context speelt daarom een belangrijke rol in de opleidingen. Iedere student krijgt internationale ervaring mee. Dit kan een studiereis zijn, een internationale Engelstalige minor, een project of een stage/afstuderen in het buitenland. 1.2.2 - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding Per opleiding volgt een overzicht van eindtermen c.q. eindcompetenties. Een overzicht van waar aan deze eindcompetenties en BoKS wordt gewerkt en getoetst is te vinden in de competentiematrix van de opleiding. Deze is te vinden op de opleidingscommunity op sharenet. Bachelor Elektrotechniek Het eindniveau van de opleiding Elektrotechniek is gedefinieerd op basis van de acht domeincompetenties met de daarbij horende minimumniveaus en BoKS. Het onderstaande spinnenweb (zie figuur 1) geeft de competenties grafisch weer. 13

Elektrotechniek Analyseren 3 Professionaliseren Onderzoeken 2 1 0 Ontwerpen Realiseren Adviseren Beheren Managen Figuur 1: eindniveau Elektrotechniek Het eindniveau van de competenties wordt behaald en getoetst tijdens het afstuderen*. De BoKS bestaat uit de onderstaande aandachtsgebieden: 1. Netwerktheorie 2. Natuur- en Wiskunde 3. Persoonlijke ontwikkeling en communicatie 4. Programmeren 5. Analoge techniek 6. Digitale techniek 7. Regeltechniek 8. Tele- en datacommunicatie 9. Testen en meten 10. Toegepast onderzoek 11. Ontwerp-/ ontwikkelmethoden Deze aandachtsgebieden worden behandeld en getoetst in de verschillende onderwijseenheden, zoals beschreven in de competentiematrix van de opleiding. In de volgende tabel staat beschreven welke onderwijseenheden behoren tot het eindniveau. De bijbehorende producten worden gearchiveerd. Elektrotechniek: Te archiveren producten t.a.v. het eindniveau: Afstuderen* *Studenten Elektrotechniek die voor 1-9-2015 een stage hebben gevolgd, hebben een uitfaseringsregeling. Zij blijven in de regeling dat het eindniveau gecombineerd bij stage en afstuderen behaald moet worden. Bachelor Industrieel Product Ontwerpen Het eindniveau van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen is landelijk gedefinieerd op basis van de acht domeincompetenties met het daarbij horende minimumniveau. Het onderstaande spinnenweb geeft dit grafisch weer. 14

Industrieel Product Ontwerpen Analyseren 3 Professionaliseren 2 Ontwerpen Onderzoeken 1 0 Realiseren Adviseren Beheren Managen Figuur 2: eindniveau Industrieel Product Ontwerpen (landelijk) Deze acht landelijke beroepscompetenties zijn bij Windesheim teruggebracht tot zes voor de student helder te onderscheiden competenties. De competenties managen, beheren en adviseren zijn hierbij samengenomen en worden integraal uitgevoerd en aangetoond in de competentie regie (zie figuur 3). Binnen deze competentie is het eindniveau van de gedragskenmerken op niveau 2 voor managen en adviseren en op niveau 1 voor beheren. Figuur 3: competenties Industrieel Product Ontwerpen Windesheim De competenties die hierboven in het blauw zijn weergegeven (onderzoek en regie), komen in het eerste jaar nog niet aan de orde. In het tweede jaar worden alle competenties op niveau 1 afgesloten. In de drie opvolgende semesters waarin studenten minoren volgen en stage lopen, worden alle competenties, met uitzondering van de competentie beheer, op niveau 2 gebracht. De betreffende minoren zijn: Allround Designer, About Competitionen Product & Innovation 15

Management. Bij het afstudeerproject worden alle competenties minimaal op eindniveau aangetoond (zie eindniveau IPO). Het afstudeerproject is daarmee de onderwijseenheid waar het eindniveau van de opleiding wordt getoetst. Body of Knowledge and Skills De BoKS bestaat uit de onderstaande aandachtsgebieden: 1. Professional Skills 2. Bedrijfskunde en marketing 3. Onderzoek 4. Methoden en Technieken 5. Vorm & Functie 6. Gebruiker & Gedrag 7. Visualisatie 8. Construeren 9. Materiaalkunde 10. Productietechnieken 11. Testen De vertaling van deze landelijke BoKS bij IPO Windesheim resulteert in vier leerlijnen die de theorie van de opleiding behelzen plus een integrale leerlijn projecten. De leerlijnen lopen door de hele opleiding heen en hebben een duidelijke opbouwende en verdiepende structuur. 1. Hoe werkt het? 2. Hoe maak ik het? 3. Hoe beleef je het? 4. Hoe verkoop ik het? Deze leerlijnen worden behandeld en getoetst in de verschillende onderwijseenheden, zoals beschreven in de competentiematrix van de opleiding. In de volgende tabel staat beschreven welke onderwijseenheden behoren tot het eindniveau. De bijbehorende producten worden gearchiveerd. Industrieel Product Ontwerpen: Te archiveren producten t.a.v. het eindniveau: Afstuderen Bachelor Logistics Engineering Het eindniveau van de opleiding Logistics Engineering is vastgelegd door het Landelijk Platform Logistiek (LPL) hbo in maart 2013. De opleiding Logistics Engineering is hierin nog beschreven als Logistiek en Technische Vervoerskunde. Windesheim heeft er voor gekozen om haar eindniveau van Logistics Engineering te toetsen aan de bachelor of engineering competenties, waarbij er goed gekeken is naar de overeenkomsten met de deelcompetenties, zoals beschreven zijn door de LPL. Er zijn twee belangrijke aanscherpingen gemaakt op de bachelor of engineering eindkwalificaties. 16

De eerste aanscherping die is gemaakt, is dat voor Logistics Engineering de bachelor of engineering competenties uitgevoerd en aangetoond worden in de context van: 1. transport, 2. warehousing, 3. productieomgeving waarbij goederen het onderwerp zijn van logistieke processen of 4. supply chain management en/of demand chain management. De tweede keuze die Windesheim heeft gemaakt, is om ten opzichte van de landelijke afspraken van het LPL meer aandacht te besteden aan de competentie professionaliseren en managen. Studenten van Windesheim sluiten deze competentie op niveau 3 af. Logistics Engineering Professionalis eren Analyseren 3 2 Ontwerpen Onderzoeken 1 0 Realiseren Landelijk profiel LE Windesheim Adviseren Beheren Managen Figuur 4: eindniveau Logistics Engineering De logistieke competentie waar bij Logistics Engineering aan gewerkt wordt, is: Het op professionele wijze ontwikkelen, aansturen en uitvoeren van logistieke processen. Deze logistieke competentie is door het LPL voor Logistics Engineering uitgewerkt in vijf deelcompetenties. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van beleid, aansturen van werkzaamheden, uitvoeren, sociale en communicatieve competenties en een zelfsturende deelcompetentie. Deze deelcompetenties zijn hieronder uitgewerkt: A. Ontwikkelen van beleid 1. Verkrijgt door middel van analyse inzicht in vraagstukken op het gebied van logistiek. 2. Onderzoekt een (technisch) logistiek vraagstuk, ontwerpt een proces of methodiek en adviseert hierover. B. Aansturen van werkzaamheden 1. Geeft leiding aan operationele processen op het gebied van logistiek (managen). 2. Plant en bereidt (technisch) voor, werkt uit en concretiseert, budgetteert en contracteert logistieke werkzaamheden. 3. Kan logistieke processen inrichten, beheersen en verbeteren. 4. Ondersteunt bij het ontwikkelen, implementeren en evalueren van veranderingsprocessen binnen organisaties. C. Uitvoeren 1. Draagt zorg voor de uitvoering en beheer van logistieke operaties. 2. Onderkent problemen binnen logistieke operaties, stelt diagnoses en correcties vast en draagt zorg voor de uitvoering hiervan. 3. Realiseert en implementeert nieuwe processen of methodieken in (technisch) logistieke operaties. 17

D. Sociale en communicatieve deelcompetenties 1. Werkt samen in een beroepsomgeving en denkt mee over doelen en inrichting van de organisatie met als kenmerken multidisciplinariteit, interdisciplinariteit, collegialiteit en leidinggeven. 2. Communiceert effectief en zakelijk in de gangbare bedrijfstaal en in relevante beroepssituaties op alle niveaus. 3. Houdt rekening met (internationale) cultuurverschillen. E. Zelfsturende deelcompetentie 1. Stuurt en reguleert de eigen ontwikkeling op het gebied van leren. 2. Heeft een professionele beroepshouding. 3. Handelt professioneel, ethisch en (maatschappelijk) verantwoord. 4. Draagt bij aan de ontwikkeling van zijn of haar professie in de breedte. Deze deelcompetenties kennen bij Windesheim dezelfde niveau-indeling als de domeincompetenties. Onderstaande tabel laat zien wat de relatie is tussen de domeincompetenties (Bachelor of engineering) en deelcompetenties (LPL). Bovendien is te zien waar de competenties worden getoetst. Domeincompetenties Deelcompetentie Onderwijseenheid (te archiveren voor het eindniveau) Analyseren 3 A1 Afstuderen (30ec) Ontwerpen 3 A2 Afstuderen (30ec) Realiseren 1 C3 Project Ontwerp Logistiek Dienstverlener (8 ec) Beheren 1 B3 Project Ontwerp Logistiek Dienstverlener (8 ec) Managen 3 B1 Afstuderen (30ec) Adviseren 3 A2 Afstuderen (30ec) Onderzoeken 3 A1 en A2 Afstuderen (30ec) Professionaliseren 3 E1, E2, E3, E4, A3, D1, D2, D3 Afstuderen (30ec) Tabel 4:relatie domeincompetenties en deelcompetenties De Body of Knowledge and Skills bestaat uit de volgende tien onderwerpen: 1. Logistics (transport, production, physical distribution, inventory management, warehousing, supply chain management) 2. Operations Management 3. Transportation, Transshipment and (material) handling techniques 4. Law & Economics 5. Procurement 6. ICT including E-business & Management Information Systems 7. Organizational behavior & HRM 8. Quantitative techniques 9. Strategic management 10. Communication skills In de volgende tabel staat beschreven welke onderwijseenheden behoren tot het eindniveau. De bijbehorende producten worden gearchiveerd. Logistics Engineering: Te archiveren producten t.a.v. het eindniveau: Afstuderen Project Ontwikkeling Logistiek Dienstverlener 18

Associate Degree Technische Bedrijfskunde Het eindniveau van de deeltijdopleiding Associate degree Technische Bedrijfskunde is gedefinieerd op basis van de acht competenties met de daarbij horende minimum niveaus. Het onderstaande spinnenweb geeft dit grafisch weer. AD Technische Bedrijfskunde Deeltijd Professionaliseren Onderzoeken Analyseren 3 2 1 0 Ontwerpen Realiseren Adviseren Managen Beheren Figuur 5: eindniveau AD Technische Bedrijfskunde Deeltijd Het eindniveau van deze opleiding wordt getoetst in de onderwijseenheid Associate Degree Afstudeerproject deeltijd. De Body of Knowledge and Skills bestaat uit de volgende componenten: 1. Bedrijfseconomie 2. ICT 3. Marketing 4. Onderzoeksmethoden 5. Operationeel en ketenmanagement 6. Organisatiekunde 7. Sociale vaardigheden 8. Techniek 9. Veranderkunde In de volgende tabel staat beschreven welke onderwijseenheden behoren tot het eindniveau. De bijbehorende producten worden gearchiveerd. AD Technische Bedrijfskunde Deeltijd: Te archiveren producten t.a.v. het eindniveau: Associate Degree Afstudeerproject deeltijd Bachelor Technische Bedrijfskunde Het eindniveau van zowel de voltijd- als de deeltijdopleiding Technische Bedrijfskunde is gedefinieerd op basis van de acht competenties met de daarbij horende minimumniveaus. Het onderstaande spinnenweb geeft dit grafisch weer. 19

Technische Bedrijfskunde Analyseren 3 Professionaliseren Onderzoeken 2 1 0 Ontwerpen Realiseren Adviseren Beheren Managen Figuur 6: eindniveau Technische Bedrijfskunde Het eindniveau van de voltijdopleiding wordt getoetst in de tweedejaarsonderwijseenheid Project Zelfstandig Ondernemen (8ec) en tijdens het afstudeerproject van 30 ec. TBK voltijd Onderwijseenheid Eindniveau van de competentie Project Zelfstandig Ondernemen (8 ec) Realiseren 2 Ontwerpen 2 Beheren 2 Afstuderen (30 ec) Analyseren 3 Managen 3 Adviseren 3 Onderzoeken 2 Professionaliseren 3 Realiseren óf Ontwerpen óf Beheren 2 Tabel 5: toetsing eindniveau TBK - voltijd Het eindniveau van de deeltijdopleiding wordt getoetst in de tweedejaarsonderwijseenheid Keuzeopdracht (7 ec) en tijdens het afstudeerproject van 30 ec. TBK deeltijd Onderwijseenheid Eindniveau van de competentie Keuzeopdracht (7 ec) Realiseren 2 Ontwerpen 2 Beheren 2 Afstuderen (30 ec) Analyseren 3 Managen 3 Adviseren 3 Onderzoeken 2 Professionaliseren 3 Realiseren óf Ontwerpen óf Beheren 2 Tabel 6: toetsing eindniveau TBK - deeltijd 20

De Body of Knowledge and Skills bestaat uit de volgende componenten: 1. Bedrijfseconomie 2. ICT 3. Marketing 4. Onderzoeksmethoden 5. Operationeel en ketenmanagement 6. Organisatiekunde 7. Sociale vaardigheden 8. Techniek 9. Veranderkunde In de volgende tabel staat beschreven welke onderwijseenheden behoren tot het eindniveau. De bijbehorende producten worden gearchiveerd. Technische Bedrijfskunde voltijd: Te archiveren producten t.a.v. het eindniveau: Project Zelfstandig Ondernemen Afstuderen Technische Bedrijfskunde deeltijd: Te archiveren producten t.a.v. het eindniveau: Keuze project 2 TBK Afstuderen TBK deeltijd Bachelor Werktuigbouwkunde Het eindniveau van de opleiding Werktuigbouwkunde is gedefinieerd op basis van de acht competenties met de daarbij horende minimumniveaus. Het onderstaande spinnenweb geeft dit grafisch weer. Werktuigbouwkunde Analyseren 3 Professionaliseren Onderzoeken 2 1 0 Ontwerpen Realiseren Adviseren Beheren Managen Figuur 7:eindniveau Werktuigbouwkunde De opleiding Werktuigbouwkunde van Windesheim heeft voor de eindkwalificatie een aanvulling op het spinnenweb gedefinieerd. Naast het spinnenweb moet één van de competenties 'realiseren, beheren of onderzoeken' op niveau 3 afgerond worden. 21

Competentie Niveau Waar getoetst (1) Analyseren 3 Bij AP (2) Ontwerpen* 3 Bij stage of AP (3) Realiseren* 2 of 3 Niveau 2 in KBS, niveau 3 in stage of AP 4) Beheren* 2 of 3 Niveau 2 in KBS, niveau 3 in stage of AP (5) Managen 2 Bij AP (6) Adviseren 2 Bij AP (7) Onderzoeken* 2 of 3 Niveau 2 in KBS, niveau 3 in stage of AP (8) Professionaliseren 3 Bij AP Tabel 7: toetsing eindniveau Werktuigbouwkunde *=keuzecompetentie, één hiervan aan te tonen bij stage, één hierbij aan te tonen bij AP. De student gaat bij aanvang van de stages en het afstuderen in gesprek met de begeleidend docent over de te behalen competenties en het niveau. De onderwerpen uit de Body of Knowledge and Skills onderwerpen komen aan de orde voor iedere student, meestal in het eerste of tweede leerjaar. De BoKS is verdeeld in de volgende kennisdomeinen: 1. Wiskunde 2. Mechanica 3. Productietechnieken 4. Materiaalkunde 5. Energietechniek 6. Ontwerpen/construeren 7. Besturing/automatisering/regeltechniek/systeemkunde 8. Bedrijfskunde/onderhoud 9. Professionele vaardigheden De kennisdomeinen zijn vastgelegd op de landelijke vergadering van Werktuigbouwkunde opleidingen in januari 2013. In de volgende tabel staat beschreven welke onderwijseenheden behoren tot het eindniveau. De bijbehorende producten worden gearchiveerd. Werktuigbouwkunde: Te archiveren producten t.a.v. het eindniveau: Stage 1 Stage 2 Competentie Beheren Competentie Realiseren Competentie Onderzoeken Competentie Ontwerpen Afstuderen Werktuigbouwkunde 1.2.3 - Inhoud van de opleiding De opleiding heeft een inhoud en programma dat afgestemd is op een verscheidenheid aan beroepen. Hieronder wordt uitgewerkt welke functies en beroepen mogelijk zijn. 22

Elektrotechniek: Na de opleiding Elektrotechniek kan de afgestudeerde in tal van functies aan de slag, bijvoorbeeld als engineer, ontwerper of programmeur. Hij kan een baan vinden in de elektrotechnische industrie maar ook bij een ingenieursbureau of installatiebedrijf. Verder kan hij als ingenieur bij nutsbedrijven en openbaarvervoersbedrijven aan het werk. Industrieel Product Ontwerpen: Door het technische en creatieve karakter van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen kan de afgestudeerde in tal van functies terechtkomen, zoals die van conceptueel ontwerper of design engineer. Ook kan hij kiezen voor een functie waarbij een marktanalyses uitgevoerd wordt of in een functie waarbij hij zich bezighoudt met concept-ideeontwikkeling. Hij richt zich dan op trendverkenning, stylingprognoses, kleurenkennis en innovatief materiaalgebruik. Verder kan de afgestudeerde aan de slag als ergonomisch consultant, producttester of als project- en productmanager. Logistics Engineering: Speerpunten van de opleiding Logistics Engineering zijn: logistic performance management, supply chain (logistieke) engineering, synchromodaal transport en warehousing development. Na deze opleiding zijn functies mogelijk, zoals logistiek manager, manager planning, distributiemanager, transportcoördinator, warehousemanager, supply chain manager, supply chain engineer, consultant logistiek of projectleider logistiek. Technische Bedrijfskunde: Na de opleiding Technische Bedrijfskunde kan de afgestudeerde bijvoorbeeld aan de slag als productiemanager, logistiek manager, commercieel manager, kwaliteitsmanager, mileu- en veiligheidsmanager, technisch/logistiek consultant of general manager. Ook kan de afgestudeerde ervoor kiezen zelf een bedrijf te runnen als zelfstandig ondernemer. De kwaliteiten als afgestudeerd technisch bedrijfskundige kan hij uitstekend inzetten in een eigen bedrijf. Werktuigbouwkunde: Door het technische en exacte karakter van de opleiding Werktuigbouwkunde zijn er diverse functies mogelijk. Als engineer op een ontwerpafdeling van bedrijf waarbij op basis van opdrachtspecificaties onderdelen van een machine worden gemaakt, als junior onderzoeker bij een R&D-afdeling waar onderzoek wordt gedaan naar materialen en productieprocessen, als constructeur om met tekeningen in 3D ontwerpen te maken, als maintenance engineer het onderhoudsplan op te stellen van een machinepark en hier verbeteringen op door te voeren. 1.2.4 - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld In deze paragraaf wordt beschreven hoe de relatie tussen Engineering & Design en het beroepenveld is en op welke manier hieraan vorm wordt gegeven. De opleiding houdt de relaties met de beroepspraktijk in stand door middel van: Werkveldadviescommissies Deze commissies zijn ingericht per opleiding en bestaan uit leden afkomstig uit het bedrijfsleven. De commissie fungeert als een klankbordgroep vanuit het beroepenveld. De leden kunnen gevraagd en ongevraagd adviseren over belangrijke ontwikkelingen op bedrijfskundig en technologisch gebied. Bij het bewaken van de kwaliteit en het eindniveau van de opleiding spelen ze een belangrijke rol. Landelijk clusteroverleg Engineering en landelijke opleidingsoverleg van de verschillende opleidingen Het clusteroverleg biedt de mogelijkheid om met opleidingen die samenwerken op landelijk niveau contacten met bedrijven, instellingen en brancheorganisaties te leggen. Het clusteroverleg fungeert 23