Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 3e kwartaal 2007



Vergelijkbare documenten
Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Kwartaalrapportage 1/08

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Leefstijl Nederlander niet verbeterd. Weer meer mensen met overgewicht

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2008

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verbetering gezonde leefstijl stagneert

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezondere leefstijl blijkt voor velen moeilijk haalbaar

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 3e kwartaal 2009

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2010

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

V O LW A S S E N E N

Landelijke Jeugdmonitor. Kinderopvang

BEWEGEN IN NEDERLAND

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

BEWEGEN IN NEDERLAND

Bewegen in Nederland

Overgewicht 4-19 jaar

Landelijke Jeugdmonitor 1/1010. Jongeren in het hoger onderwijs en hoogopgeleiden op de arbeidsmarkt

Meningen over het takenpakket van de overheid

Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006

Overgewicht 2-4 jaar. JGZ-Organisatie: Yunio, Inleiding

Voorpublicatie Diversiteit in cijfers 2005

Bewegen en overgewicht onder Nederlandse werknemers

BEWEGEN IN NEDERLAND

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Hoeveel mensen voldoen aan de door de Gezondheidsraad geadviseerde Beweegrichtlijnen 2017?

Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom

27 september Statistisch Bulletin. no. Jaargang. Centraal Bureau voor de Statistiek

Statistisch Bulletin. Jaargang

Verhuizingen 0n n van personen tussen Twentse gemeenten, 2007

Verschillen in cijfers over huisartscontacten. en de statistiek tiek Geregistreerde contacten met de huisarts

Bewegen in Nederland

Jongeren met een tijdelijk contract in 2009 en 2010

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Bewegen en overgewicht in Purmerend

1 2 JUNI Raadsinformatie. Aan: CC: Onderwerp: Bijlagen:

Statistisch Bulletin. Jaargang

Beweging, voeding en. (over)gewicht

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Te licht. Tips als uw kind niet wil eten. Eet- en beweegkalender

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%.

Statistisch Bulletin. Jaargang

Aanvullende module Leefstijlmonitor Bewegen en Ongevallen 2015

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Prijsindexcijfers 0f Reclamediensten

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 3e kwartaal 2010

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Dik is duur. Wat werkgevers kunnen doen aan overgewicht

Factsheet. Bewegen en sporten. Gelderland-Zuid. Onderzoek onder volwassenen en ouderen

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Afvallen? Bereken je BMI.

Hoofdstuk 5. Ouderen. 5.1 Inleiding

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

Statistisch Bulletin. Jaargang

veiligheid en economische zaken, minder voor bijstand en onderwijs

BEWEGEN EN OVERGEWICHT NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

Statistisch Bulletin. Jaargang

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Indicator 5 Gezondheid

Obligatiemarkt arkt Amsterdam ruimschoots s verdubbeld sinds eeuwwisseling

Prijsindexcijfers Zee- en kustvaart

Media Maatwerktabellen TNO Centrum voor Beleidsstatistiek

Inhoud Hoe BRAVO ben jij?

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017

Opkomende e groeimarkten voor Nederland steeds belangrijker

Hoofdstuk 3. Jeugd. 3.1 Inleiding

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN

Factsheet Sportparticipatie in Utrecht

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt:

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht,

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Managers zijn de meest tevreden werknemers

Welzijn en (gezondheids)zorg

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmermeer

Statistisch Bulletin. Jaargang

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Overname van dit rapport of gedeelten daaruit is toegestaan, mits de bron wordt vermeld.

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN WESTERVELD

Gezond gewicht: BOFT. Gezonde eet- en beweegadviezen. voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar

Bevolkingstrends Bevolkingsgroei in grote steden vooral dankzij Vinex-wijken

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN EMMEN

Hoofdstuk 4. Volwassenen

BMI-GEGEVENS VAN DE JEUGD IN TYNAARLO

Transcriptie:

Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 3e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007

Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met 0 (0,0) = het getal is minder dan de helft van de gekozen eenheid niets (blank) = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen 2005 2006 = 2005 tot en met 2006 2005/2006 = het gemiddelde over de jaren 2005 tot en met 2006 2005/ 06 = oogstjaar, boekjaar 1995/ 96 2005/ 06 = boekjaar enz., 1995/ 96 tot en met 2005/ 06 In geval van afronding kan het voorkomen, dat de som van de aantallen afwijkt van het totaal. Colofon De Landelijke Jeugdmonitor wordt samengesteld in opdracht van het Programmaministerie voor Jeugd en Gezin. De gegevens zijn afkomstig van: Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) Dienst Justitiële Jeugdinrichtingen (DJI) Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) Intomart GfK Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Justitie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Programmaministerie voor Jeugd en Gezin Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu (RIVM) STIVORO TNO Trimbos-instituut Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) De uitvoering van de Landelijke Jeugdmonitor is in handen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Omslag-ontwerp: TelDesign, Rotterdam Inlichtingen: Infoservice Jeugd, telefoon (088) 570 75 75 (maandag vrijdag, 09.00 17.00 uur) of via het contactformulier op http://www.landelijkejeugdmonitor.cbs.nl Copyright: Centraal Bureau voor de Statistiek. 6014107030 G-90

Aandacht voor overgewicht Nederland kent veel jongeren van 2 tot en met 24 jaar met overgewicht. In 2006 was bijna één op de zeven te dik. Jongeren met overgewicht hebben niet alleen meer kans op het krijgen van diabetes, hart- en vaatziekten, gewrichtsproblemen en overgewicht op latere leeftijd, maar ook op psychosociale problemen. Vandaar dat sterk wordt ingezet op het terugdringen en voorkomen van overgewicht. Initiatieven vanuit het kabinet daarvoor zijn onder andere het convenant overgewicht en de interventie Hallo Wereld. Overgewicht is in Nederland een belangrijk volksgezondheidsprobleem. Meer dan de helft van de volwassen mannen gaf in 2006 aan te zwaar te zijn. Bij de vrouwen was 42 procent te zwaar. Overgewicht is niet alleen een probleem dat speelt onder volwassenen. In Nederland zijn veel kinderen op jonge leeftijd al te dik. In 2006 was bijna één op de zeven jongeren (2 tot en met 24 jaar) te dik. Van deze jongeren had ruim 3 procent zelfs een ernstig overgewicht (obesitas). Dikke jongeren worden dikke volwassenen Het aantal jongeren met overgewicht vertoont sinds begin jaren tachtig een stijgende tendens. Over de jaren heen zijn de jongeren in Nederland dus dikker geworden. Dat veel jongeren te dik zijn, is zorgwekkend. Veel van deze jongeren die nu te zwaar zijn, zullen ook als ze volwassen zijn te zwaar zijn. Daarnaast krijgen zij op jonge leeftijd te kampen met chronische aandoeningen als diabetes, hart- en vaatziekten en gewrichtsproblemen. Zij leven daardoor langer in een minder goede gezondheid. Deze jongeren worden vaker gepest en hebben een minder positief zelfbeeld. Vandaar dat sterk wordt ingezet op het terugdringen en voorkomen van overgewicht onder jongeren. Een ongezonde leefstijl en te weinig in beweging Veruit de meeste jongeren met overgewicht hebben een ongezonde levensstijl. Zij hebben bijvoorbeeld een verkeerd voedingspatroon, ze roken, ze drinken te veel en ze bewegen te weinig. De hoeveelheid calorieën die ze eten is niet in balans met de mate waarin ze bewegen. Deze verstoorde balans wordt veroorzaakt door meerdere factoren. Het is voor jongeren in vergelijking met een tiental jaren geleden bijvoorbeeld makkelijker Jeugdmonitor, 3e kwartaal 2007 3

geworden om op school een ongezonde snack als tussendoortje te nemen. Toch zijn het niet alleen de jongeren zelf die er ongezonde voedingsgewoontes op na houden. Ouders spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het gewicht van hun kinderen en zij moeten dus letten op een verantwoorde voeding. Ook bij de mate waarin jongeren bewegen spelen verschillende risico s een rol. In plaats van buiten te spelen, zitten jongeren na schooltijd vooral voor de televisie of achter de computer. Het zelf naar school of naar de sportclub fietsen of lopen wordt te gevaarlijk gevonden en ouders pakken vaker de auto om de kinderen weg te brengen. De mate waarin jongeren bewegen kan worden weergegeven door de zogeheten Combinorm. Jongeren voldoen aan deze Combinorm als zomers én s winters of de Fitnorm of de Nederlandse Norm Gezond Bewegen halen. Het percentage jongeren van 12 tot en met 17 jaar dat aan de Combinorm voldoet, is de laatste jaren gestegen. In 2005 bewoog bijna drie kwart van hen voldoende. Jongens en meisjes bewegen ongeveer in dezelfde mate. Het percentage jongeren van 12 tot en met 17 jaar dat voldoende beweegt, wordt echter wel overschat, zie daarvoor ook de uitleg van de normen voor bewegen bij de lijst van gebruikte begrippen. Meer risico bij de 18-plussers Bij overgewicht zijn verschillende achtergrondkenmerken van belang. Bijvoorbeeld het geslacht van de jongeren. Voor de totale groep 2 tot en met 24-jarigen hadden in 2006 4 Centraal Bureau voor de Statistiek

jongens iets vaker overgewicht dan meisjes. Naast geslacht is ook de leeftijd van invloed. Van de 18 24-jarigen was in 2006 één op de zes te zwaar terwijl dat voor de 18-minners ongeveer één op de negen was. Een verklaring zou kunnen worden gevonden in de zogeheten lifetime events (belangrijke gebeurtenissen in een mensenleven) die bij ongeveer een leeftijd van 16 tot 18 jaar beginnen. Voorbeelden zijn het gaan studeren en het op kamers gaan wonen, de eerste baan en het gaan zorgen voor kinderen. Het blijkt veelal dat deze gebeurtenissen samengaan met een meer dan gemiddelde gewichtsvermeerdering van 500 gram per persoon per jaar. Tot slot speelt mogelijk de regio waarin jongeren wonen een rol. In het Noorden van Nederland lijken iets meer jongeren overgewicht te hebben dan in de rest van Nederland. Deze verschillen zijn echter te klein om er een betrouwbare uitspraak over te doen. Begeleid verder Aanpakken van overgewicht en obesitas vereist een lange adem. Om veranderingen in eetpatronen te stimuleren is het zaak om zo vroeg mogelijk te beginnen. Ouders kunnen daaraan zelf bijdragen. Eetgewoonten kunnen veranderd worden, je kunt meer gaan bewegen, meer buitenspelen in plaats van televisie kijken of computerspelletjes spelen en vaker de fiets pakken in plaats van de auto. Vaak zal het daarbij om een (complete) gedragsverandering moeten gaan. Dit is niet van de een op de andere dag gebeurd. Ook weet niet iedereen hoe ze hun eigen gedrag kunnen veranderen. Vandaar dat op allerlei manieren en door verschillende organisaties aandacht wordt gegeven aan het aanpakken van overgewicht. Maar ook de overheid zet zich hiervoor in. Het kabinet wil de burger helpen door bijvoorbeeld de gezonde keuze de gemakkelijkste te maken via het ondersteunen van het ik kies bewust-logo. Door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is in 2004 het convenant overgewicht gesloten. Hierin zijn maatschappelijke partners (19) actief om het overgewicht bij kinderen en volwassen een halt toe te roepen en het tij te keren. Een van de jongste initiatieven is het toesturen van de Hallo Wereld welkomst cd aan alle pasgeborenen na 1 september 2007. De intentie van deze cd is om jonge ouders attent te maken op http://www.hallowereld.nl en te helpen met een gezonde levensstijl. Jeugdmonitor, 3e kwartaal 2007 5

Lijst van gebruikte begrippen (Ernstig) Overgewicht Om te bepalen of iemand overgewicht heeft, wordt de zogeheten Body Mass Index (BMI) gebruikt. Hiervoor wordt het gewicht (in kg) gedeeld door de lengte in het kwadraat (in meters). Voor jongeren vanaf 18 jaar en volwassenen geldt dat sprake is van overgewicht bij een BMI-waarde hoger dan 25 kg/m 2. Naast overgewicht wordt ook gesproken van ernstig overgewicht, ofwel obesitas. Iemand met obesitas heeft een BMI-waarde hoger dan 30 kg/m 2. Omdat jongeren nog groeien en langzaam volwassen worden, is één vaste waarde voor overgewicht en obesitas niet bruikbaar. Daarom zijn voor leeftijden jonger dan 18 jaar per leeftijdsjaar en apart voor jongens en meisjes afkappunten bepaald voor de Body Mass Index waarboven dan sprake is van overgewicht of obesitas (zie: Cole T.J., Bellizzi M.C., Flegal K.M. Dietz W.H.). Normen voor bewegen In Nederland gelden drie belangrijke normen voor bewegen: De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) houdt in dat minimaal een half uur matig intensieve activiteit verricht moet worden op ten minste vijf dagen van de week. Voor de Fitnorm moet minstens drie keer per week 20 minuten inspannende lichaamsbeweging verricht worden. De Combinorm is een combinatie van de NNGB en de Fitnorm. Voor de Combinorm moet zomers én s winters of de Fitnorm of de NNGB gehaald worden. De Landelijke Jeugdmonitor maakt gebruik van de Combinorm. De NNGB heeft een aparte norm voor jongeren, namelijk dat jongeren tot en met 17 jaar alle dagen van de week minimaal zestig minuten matig intensieve arbeid moeten verrichten. Vanaf 2006 zal in het TNO onderzoek Ongevallen en Bewegen In Nederland (OBIN) hier expliciet naar gevraagd worden. Voor de cijfers tot en met 2005 is de norm voor volwassenen gehanteerd. Het percentage jongeren (12 17 jaar) dat voldoende beweegt, wordt dus zowel bij de NNGB als bij de Combinorm overschat. Permanent Onderzoek LeefSituatie (POLS) Het Permanent Onderzoek LeefSituatie (POLS) is een steekproefonderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In dit onderzoek worden het gewicht en de lengte van proefpersonen niet gemeten, maar is sprake van zelfrapportage. Hierdoor zijn de gegevens over overgewicht waarschijnlijk iets onderschat. Standaardfout Omdat de POLS enquête een steekproef betreft, zijn de cijfers onderhevig aan toevalsfluctuaties. De betrouwbaarheidsmarges bij een bepaalde waarde (zoals een gemiddelde of percentage) kunnen worden berekend door middel van een standaardfout. De standaardfouten zijn afhankelijk van het aantal waarnemingen en de grootte van een effect. Vermenigvuldigd met de factor 1,65 geven deze de 90%-betrouwbaarheidsmarge weer, vermenigvuldigd met 1,96 geven ze de 95%-betrouwbaarheidsmarge. 6 Centraal Bureau voor de Statistiek

Literatuur CBS (2004). Een op de negen kinderen is te dik. http://www.cbs.nl. GGD Amsterdam, Cluster JGZ (2006). Overgewicht en psychosociale problematiek onder tweede-klassers in het Voortgezet Onderwijs in Amsterdam. Schooljaar 2004/2005. Amsterdam: GGD, Cluster Jeugdgezondheidszorg. Hirasing, R. & Gouwerok, M. (2007). Kinderen en overgewicht. Een actieplan voor ouders. Rean Uitgeverij. Hurk, K. van den, Dommelen, P. van, Wilde, J.A. de, Verkerk, P.H., Buuren, S. van & Hirasing, R.A. (2006). Prevalentie van overgewicht en obesitas bij jeugdigen 4 15 jaar in de periode 2002 2004. TNO-rapport. KvL/JPB/2006.010. Leiden: TNO. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (2005). Brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake convenant overgewicht. DBO-CB-U 2565640. Jeugdmonitor, 3e kwartaal 2007 7