Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jakarta» 25 maart Hierbij moge ik Uwer Excellentie mijn incidenteel rapport m% IH/2/82/Conf. aanbieden met als onderwerp "Defensiebeleid",

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van Veiligheid en Justitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

TOESPRAAK VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATENGENERAAL TER GELEGENHEID VAN DE OPENING VAN DE

VERTROUWELIJK. 2. De dienst bezit generlei executieve bevoegdheden.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJKDERNEDER LAN DEN. JAARGANG 1951 No. 4 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

Plein 1813 nr. 4- 's-geavewhage. Onderwerp: Weekoverzicht.

BOTSCHAFT DER BUNDESREPUBLIK DEUTSCHLAND - VERTEIDIGUNGSATTACHÉ- Oberstleutnant i.g. Joachim Schmidt

Tweede Kamer der Staten-Generaal

van de juiste contacten, is natuurlijk bij het VNO-NCW ongeëvenaard.

WlJ JULIANA, BU DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ.

1 van :23

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samen werken aan goed openbaar bestuur

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus EB Den Haag. Den Haag, november 2004

Nummer archiefinventaris:

1. FUNCTIE-INFORMATIEGEGEVENS. Assistent Defensie Attaché Buitenlandse zaken HMA te Jakarta Defensieafdeling 7 (zie bijgevoegde salarisschaal)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Vervoer gevaarlijke stoffen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

STAGEVERSLAG. Amsterdam, 03 november Betreft: Verslag van stage in het buitenland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

buza Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken s-gravenhage, 11 september 2001

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

buza Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken 1 maart 2002

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

EURO-MEDITERRAAN PARLEMENTAIR FORUM

Ter uwer informatie. ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~16 maart 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal


Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NO.: Datum: BETREFT : Nieuwe plannen tot "Bevrijding" van de Molukken.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 17 mei 2006 Rapportnummer: 2006/182

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over de aanpak van pgb-fraude (persoonsgebonden budget) (2013Z07932).

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eindverslag der Commissie van Rapporteurs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

rust zetten. rust gezet) Commandant der Strijdkrachten.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 049 Indonesië Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 7 juli 2000 Onlangs, van 31 mei 2000 tot 5 juni, heb ik een werkbezoek aan Indonesië gebracht. Hierbij bied ik u het verslag van dit bezoek aan. De Minister van Defensie, F. H. G. de Grave KST47194 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2000 Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 049, nr. 27 1

Verslag van het bezoek van minister De Grave aan Indonesië, van 31 mei tot 5 juni 2000 Inleiding In het kader van het regeringsbeleid om de bilaterale banden met Indonesië aan te halen en daarmee het democratiseringsproces van de regering-wahid te ondersteunen, heb ik van 31 mei tot 5 juni jl. een bezoek gebracht aan Indonesië. Het doel van de reis was de mogelijkheden van militaire samenwerking te verkennen, vooral gericht op de professionalisering van een moderne Indonesische krijgsmacht onder democratische controle. Een dergelijke samenwerking maakt deel uit van de «Agenda voor hernieuwde en geïntensiveerde samenwerking» die de beide ministers van Buitenlandse Zaken tijdens het bezoek van president Wahid aan Nederland, van 2 tot 4 februari jl., zijn overeengekomen. Gezien het doel van de besprekingen maakte de Chef Defensiestaf deel uit van de Nederlandse delegatie. Mijn bezoek viel samen met dat van het Nederlands-Belgische «Fairwind»- eskader, dat op 3 juni de thuisreis heeft aanvaard. Zoals bekend is een deel van het eskader nog enige tijd in het gebied gebleven om assistentie te verlenen na de zware aardbeving die Sumatra op 4 juni trof. Het bezoek van het vlootverband bood vertegenwoordigers van Nederlandse bedrijven de gelegenheid zich te presenteren en was een uiting van de Nederlandse bereidwilligheid de contacten tussen de marines van beide landen te intensiveren. Met het oog hierop zal de Indonesische bevelhebber van de Marine zijn collega in Nederland bezoeken. Het eskader heeft in de Straat van Malakka een krans gelegd ter nagedachtenis van de duizenden geallieerde dwangarbeiders die op 16 september 1944 om het leven zijn gekomen toen het Japanse vrachtschip Junyo Maru door een Engelse onderzeeboot werd getorpedeerd. Zelf heb ik een krans gelegd op het Nederlandse ereveld Menteng Pulo en het Indonesische ereveld Kalibata, beide in Jakarta. Bij de ceremonie op Menteng Pulo waren officieren en manschappen van het eskader aanwezig. Besprekingen Ik heb gesprekken gevoerd met president Abdurrahman Wahid, minister van Defensie Juwono Soedarsono en Chef Defensiestaf admiraal Widodo. Voorts waren er ontmoetingen georganiseerd met parlementsleden, met vertegenwoordigers van het defensie-instituut Lemhannas en met leden van het Centre for Strategic and International Studies (CSIS) in Jakarta. Vermeldenswaard is ook het bezoek aan het hoofdkwartier van het Korps Mariniers in Cilandak. Mijn ambtgenoot Juwono Sudarsono was vanaf 1998 achtereenvolgens minister van Milieu en van Onderwijs en Cultuur voordat hij in 1999 de eerste burger werd die het ambt van minister van Defensie bekleedt. Hij heeft een academische achtergrond en is hoogleraar aan de faculteit van Sociale en Politieke Wetenschappen van de Universteit van Indonesië. Zijn openheid en toewijding aan het democratiseringsproces in Indonesië maakten indruk. Hij ging frank en vrij in op de moeilijke overgangssituatie waarin de Indonesische krijgsmacht verkeert en de problemen waarmee de regering-wahid heeft te kampen. Minister Juwono bepleitte Nederlandse assistentie aan de marine en de politie. Wat de marine betreft, noemde hij met name de versterking van de Indonesische kustwacht. Hij benadrukte het Indonesische belang zich ter Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 049, nr. 27 2

zee beter te kunnen doen gelden. Hij wees er onder meer op dat 46 procent van de handel van China en Japan met het Midden-Oosten door Indonesische wateren gaat. Een zee- en luchtpolitie zou in de twaalfmijlszone, met name in de Straat van Malakka en de Straat van Singapore, de illegale visserij en piraterij moeten bestrijden. Er is vooral behoefte aan snelle patrouilleboten en niet-letale wapens om de berovingen op zee, naar schatting in totaal voor $ 6 miljard per jaar, te bestrijden. De huidige middelen zijn verouderd en volstrekt ontoereikend. Indonesië is, aldus minister Juwono, op zee slechts formeel soeverein, maar materieel niet. Japan heeft marine-steun aangeboden, maar de aanwezigheid van buitenlandse eenheden zou in Indonesië gevoelig liggen. De voorkeur gaat dan ook uit naar materiële steun. Ik heb het belang van de beheersing van de eigen wateren onderstreept en toegezegd dat aan Nederlandse kant de mogelijkheden voor ondersteuning operationeel, maar ook door de uitwisseling van informatie zullen worden bezien. De politie in Indonesië was tot voor kort volledig onderdeel van het ministerie van Defensie en, evenals het leger, een steunpilaar van het regime- Soeharto. Inmiddels is besloten het beheer bij Defensie te laten, maar het beleid onder te brengen bij Binnenlandse Zaken. President Wahid zou later meedelen dat de chef van de politie begin juli nieuwe rangen zal voorstellen, niet langer volgens het militaire model maar in overeenstemming met wat ook bij de Nederlandse politie gebruikelijk is. Minister Juwono wees erop dat de rol van de politie en de krijgsmacht moet veranderen: de steun onder de bevolking moet groeien, terwijl de directe bemoeienis met het dagelijks leven moet afnemen. De minister achtte hiervoor een overgangsfase van tenminste drie tot vijf jaar noodzakelijk en benadrukte dat succes mede zal afhangen van de politieke steun, vooral in het parlement, voor de regering en de mate waarin de belangrijkste actoren in het democratische proces, met name de politieke partijen, kunnen bogen op de waardering en de steun van de Indonesische bevolking. Een goed functionerend rechtssysteem, toereikend financieel beheer en «good governance» zijn daartoe noodzakelijk, aldus mijn ambtgenoot. Wat de krijgsmacht betreft, wees minister Juwono op de noodzaak van betaalbare behuizing en gezondheidsvoorzieningen voor militairen en geld voor de scholing van hun kinderen. Zonder welzijn kan er naar zijn overtuiging van professionaliteit geen sprake zijn. Inmiddels zijn er teams samengesteld om het welzijn van individuele militairen te verbeteren, maar het parlement moet de uitgaven nog goedkeuren. Het huidige defensiebudget 5,5 procent van het totale budget of 1,3 procent van het Indonesische BBP is zijns inziens niet toereikend om de transformatie van de krijgsmacht te schragen en om te bewerkstelligen dat militairen zich onthouden van nevenactiviteiten die corruptie in de hand kunnen werken. De penibele economische situatie waarin het land verkeert en het strenge financiële beleid dat in verband daarmee op aandringen van het IMF en de Wereldbank wordt gevoerd, laten de regering echter weinig financiële armslag. De Indonesische regering streeft ernaar op termijn het hoofdkwartier van de krijgsmacht in Jakarta te verkleinen ten gunste van die van de krijgsmachtdelen. Het centrale hoofdkwartier is onder Soeharto in de jaren tachtig ingesteld, toen promotie afhing van loyaliteit aan de president en niet van deskundigheid. De beoogde herstructurering zou tevens de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de krijgsmacht ten goede komen. Minister Juwono schatte dat het vijf tot tien jaar zou vergen om de krijgsmacht te reorganiseren en te professionaliseren. Hij verklaarde dat de top van de krijgsmacht ervan is doordrongen dat deze benadering de juiste is en haar dan ook steunt, maar wees er tevens op dat de doelstel- Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 049, nr. 27 3

lingen moeten worden verwezenlijkt tegen de achtergrond van een economische crisis, 35 miljoen werklozen en aanhoudende regionale onrust. In reactie op de uiteenzetting van minister Juwono heb ik onderstreept dat de Nederlandse regering van mening is dat de huidige Indonesische regering van meet af aan steun verdient om de democratische ontwikkeling te bevorderen. Het voornaamste doel van de militaire samenwerking is Indonesische militairen vertrouwd te maken met de positie en de functie van een krijgsmacht in een democratisch bestel. Het uiteindelijke doel is een professionele krijgsmacht die is toegesneden op het functioneren in een rechtsstaat. Om de behoeften aan Indonesische zijde zo goed mogelijk te inventariseren en te komen tot concrete voorstellen voor samenwerking, heb ik minister Juwono voorgesteld een werkgroep van deskundigen uit beide landen in te stellen die al op korte termijn aan de slag zou kunnen. De werkgroep zou de volgende terreinen in ogenschouw kunnen nemen: de deelneming van Indonesische officieren, werkzaam bij staven en bij eenheden, aan cursussen en opleidingen in Nederland; de uitwisseling van informatie, in eerste instantie met de marine, over personeelsbeleid, opleiding en onderhoud; de overdracht van ervaringen die in Nederland zijn opgedaan met de herstructurering van de krijgsmacht en met vredes- en hulpverleningsoperaties; gezamenlijke oefeningen, met name op maritiem gebied; de overdracht van materieel. Minister Juwono verwelkomde deze benadering. Hij bevestigde dit later tijdens het diner dat hij de Nederlandse delegatie aanbood. Ook in de gesprekken met president Wahid en de Chef Defensiestaf admiraal Widodo werd steun voor deze benadering uitgesproken. Het gesprek met president Wahid, waarbij ook minister Juwono aanwezig was, vond plaats in een openhartige sfeer. De president, die zich belangstellend en goed geïnformeerd toonde, onderstreepte het belang van de transformatie van de politie, die zijns inziens gepaard zou moeten gaan met een decentralisering van het beleid. Dat zou regionaal en lokaal dus daar waar de meeste problemen zich voordoen in plaats van centraal moeten worden bepaald. Ook hij wees op het belang van een toereikende salariëring van militairen. Hij kondigde aan dat de staat dit jaar $ 6 miljard aan extra inkomsten verwacht en dat bij de verdeling hiervan de salariëring van militairen hoge prioriteit heeft. Ook de marine verdiende volgens de president steun. Hij was hierbij explicieter dan zijn minister van Defensie en vroeg Nederland om hulp bij de vervanging van turbines van de Van Speijk-klasse fregatten. Onderdelen voor F-16 s en F-5 s waren ook van groot belang, maar daarvoor zou hij zich rechtstreeks tot de Verenigde Staten wenden. President Wahid meende overigens dat de versterking van de Indonesische scheepvaart in het algemeen noodzakelijk is, omdat thans 95 procent van de commerciële scheepvaart in buitenlandse handen is. Vooral de scheepvaart tussen de eilanden zou Indonesisch moeten zijn, aldus de president. Van Nederlandse kant is de situatie van Ballast Nedam in Batam ter sprake gebracht. De president zegde toe bij de procureurgeneraal een snelle afhandeling van deze zaak te zullen bepleiten. Tijdens de ontmoeting met admiraal Widodo en een aantal generaals van zijn staf bevestigde de Chef Defensiestaf desgevraagd dat de top van de krijgsmacht solidair is met de democratisch gekozen regering en achter de democratiseringsplannen van president Wahid staat. Hij ging in op de uitdagingen en de problemen waarvoor de krijgsmacht staat en zette de prioriteiten uiteen. In de eerste plaats moeten de aanpassingen die de krijgsmacht ondergaat worden geconsolideerd. In de nieuwe situatie moet Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 049, nr. 27 4

de krijgsmacht een nieuwe, eigen identiteit opbouwen en moet de professionaliteit worden vergroot. Ook moet, ongeacht alle veranderingen, de veiligheid gegarandeerd blijven. Gegeven de slechte economische situatie en de beperkte financiën streeft admiraal Widodo naar de optimale inzet van de beschikbare middelen. Doelmatigheid en doeltreffendheid zijn hierbij kernbegrippen. Op materieelgebied leidt deze benadering tot onderhoud en reparatie van materieel in plaats van de verwerving van nieuw materieel. Ook de admiraal wees in dit verband op de slechte toestand van de turbines van de Van Speijk-klasse fregatten en de noodzaak deze te vervangen. Admiraal Widodo verklaarde dat de top van de krijgsmacht de transformatie van de krijgsmacht steunt. Deze kent juridische aspecten (wetten, doctrines en procedures), structurele aspecten (reorganisaties van hoofdkwartieren, krijgsmachtdelen en belangrijke commando s) en, vooral, culturele aspecten. Het zal de nodige tijd kosten om de veranderingen tot op het individuele niveau te internaliseren en tegelijkertijd een nieuwe identiteit te creëren. Desgevraagd ging admiraal Widodo in op de situatie in Atjeh en de Molukken en op de rol die de krijgsmacht daar speelt. In Atjeh staat de krijgsmacht een sociaal-culturele macro-benadering voor om een politieke verzoening te bereiken, aldus de admiraal. Onderdelen van de krijgsmacht treden niet offensief of repressief op, maar slechts responsief. In de Molukken, zo verklaarde Widodo, woedt een horizontaal conflict met religieuze aspecten. De belangrijkste taak van de krijgsmacht is het voorkomen van verdere escalatie; waakzaamheid blijft geboden. In de gedachtewisseling met een aantal parlementsleden kwamen uiteenlopende onderwerpen aan de orde. In de eerste plaats werd ingegaan op de samenstelling en de werkwijze van het 500 leden tellende Huis van afgevaardigden en de negen commissies en vier comité s. Met het oog op de situatie waarin Indonesië verkeert, wezen de afgevaardigden op het grote belang van het Volkscongres (het Huis plus 200 regionale vertegenwoordigers) dat van 16 tot 18 augustus a.s. bijeenkomt. Er staan belangrijke aanpassingen van de constitutie op de agenda, onder meer inzake de rol van het leger, regionale zelfstandigheid en verzoening. De eenheid van het land staat onverminderd voorop, maar niet langer de eenvormigheid van wetten en regels, waarmee decennialang de verscheidenheid van de in totaal 17 508 eilanden is onderdrukt. Beide zijden benadrukten de noodzaak van de ontvlechting van krijgsmacht en politie. Desgevraagd heb ik de Nederlandse situatie geschetst, in het bijzonder het onderscheid tussen de bestuurlijke aansturing door BZK en de operationele aansturing door de beleidsdriehoek burgemeester, commissaris en officier van justitie. De gesprekken met representanten van het defensie-instituut Lemhannas en leden van het Centre for Strategic and International Studies (CSIS) waren zeer de moeite waard. Van Indonesische zijde toonde men zich goed op de hoogte van de internationale politiek-militaire ontwikkelingen, ook in Europa. Zo ontspon zich bij zowel Lemhannas als het CSIS een interessante gedachtewisseling over de heroriëntatie van de Navo na de val van de Berlijnse Muur, in het bijzonder waar het gaat om crisisbeheersingsoperaties. Opvallend was dat de Indonesische gesprekspartners zich mede naar aanleiding van het verloop van de Kosovo-crisis afvroegen of de Navo in de gewijzigde machtsverhoudingen bezig is geleidelijk taken van de VN over te nemen. Dit was voor mij aanleiding de uitgangspunten en overwegingen uiteen te zetten die ten grondslag liggen aan de actuele bemoeienis van het bondgenootschap met de situatie in het voormalige Joegoslavië. Verder werd in beide gesprekken een vergelijking getrokken tussen de Indonesische krijgsmacht en die van Nederland. Deskundigen van Lemhannas en het CSIS benadrukten dat er in hun land, met name bij de landmacht, nog een lange en ook moeilijke Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 049, nr. 27 5

weg moet worden afgelegd voor er sprake is van een democratische inbedding van de strijdkrachten. Het volstrekt ontoereikende defensiebudget werd genoemd als een van de belangrijkste factoren die het beoogde aanpassingsproces belemmeren. Van mijn kant heb ik toegezegd dat Nederland dit proces zoveel mogelijk zal ondersteunen. Tweede Kamer, vergaderjaar 1999 2000, 26 049, nr. 27 6