Demografische Verkenning 2012



Vergelijkbare documenten

Stadsmonitor. -thema Bevolking-

Bevolking I.O MVANG EN LEEFTIJDSOPBOUW

Demografische verkenning

Stadsmonitor. -thema Bevolking- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -thema Bevolking- 1

Demografische Verkenning 2015

Monitor Waalsprong Bevolking en woningen in de Waalsprong

Stadsmonitor. -thema Bevolking-

Bevolkingsprognoses Deventer 2013

Waalsprongmonitor Bevolking en woningen in de Waalsprong

Waalsprongmonitor Bevolking en woningen in de Waalsprong

Bevolkingsprognose Arnhem

Monitor Waalsprong 2017

Bevolkingsprognose van Amersfoort Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 2013

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop

DEMOGRAFIE DEMOGRAFISCHE TRENDBREUK DOOR VERMINDERDE WONINGBOUW

De bevolkings- en woningbehoefteprognoses Noord-Brabant actualisering 2011: een samenvatting

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal

Bevolkingsprognoses Deventer oktober 2012

Bevolkingsprognose gemeente Groningen

Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Bevolkingsprognose Nieuwegein 2011

Bevolkingsprognose s-hertogenbosch

Demografische ontwikkelingen

Bevolkingsprognose Purmerend

Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof

Centraal Bureau voor de Statistiek

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland

Bevolkingsprognose Deventer 2015

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Demografische ontwikkelingen gemeente Groningen tot Narly Rambharos September

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING

Bevolkingsprognose Gemeente Houten 2011 t/m 2031

Figuur 1: Veronderstellingen per onderdeel uit de Nationale CBS-Prognoses 2008 en 2012

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Demografische (wijk-) analyse van de woningbouwplannen Deventer 2015

Demografische ontwikkeling Gemeente Andijk

Bevolkingsprognose Lansingerland 2015

Krimp én groei PRIMOS BEVOLKINGSPROGNOSE Op basis van deze factsheet trekken we de volgende conclusies: 2 Bevolkingsomvang

Primos-model. Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Tempo vergrijzing loopt op

Wijkprognoses gemeente Oosterhout

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Planbureau voor de Leefomgeving PERSBERICHT. Bevolking daalt in kwart Nederlandse gemeenten. Nieuwe regionale bevolkingsprognoses tot 2040:

Woningmarktanalyse Gooise Meren

Vlugschrift Bevolkingsprognose

BEVOLKINGSPROGNOSE PURMEREND

Bevolkingsprognose 2016

WMO-huishoudelijke hulp in natura Ontwikkelingen in Nijmegen. Analyse en vooruitblik

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Bevolkingsprognose Schiedam Schiedam, juli 2004

Bevolkingsprognose Zoetermeer

Bevolkingsprognose 2017

Bevolkingsprognose Rotterdam Onderzoek en Business Intelligence

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2016

Monitor gebruik voorschoolse voorzieningen door 0-4 jarigen

Kernprognose : tijdelijk minder geboorten

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Bevolkingsprognose Noordoostpolder

Masterclass Krimp. Presentatie Angelique vanwingerden. 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN)

Bevolkingsprognose Gemeente Beuningen

Gemeente Valkenswaard

Fact sheet. Bevolkingsprognose. Jaarlijks Amsterdammers erbij. Amsterdam blijft groeien. nummer 4 mei 2014

Onderzoeksflits. Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons. IB Onderzoek, 22 mei Utrecht.

Woningmarktmonitor provincie Utrecht; de staat van de woningmarkt medio 2018

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 19 november 2014

Bevolkingsprognose Gemeente Tiel

Demografische ontwikkelingen gemeente Groningen tot Narly Rambharos Juli

Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010)

dem Nieuwe EU-lidstaten vergrijzen het sterkst ROB VAN DER ERF inhoud

Bevolkingsprognose

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2014

Bevolkingsprognose Gemeente Houten

Artikelen. Huishoudensprognose : uitkomsten. Coen van Duin en Suzanne Loozen

Woningmarktrapport 4e kwartaal Gemeente Amsterdam

PEARL: uitkomsten van de regionale bevolkings- en allochtonenprognose voor provincies

Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Bevolking per Inleiding

Kernprofiel Biervliet

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Demografische ontwikkelingen gemeente Groningen tot Narly Rambharos November

Overzichtsrapport SER Gelderland

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Transcriptie:

Demografische Verkenning 2012

Demografische Verkenning 2012 Datum: augustus 2012 Colofon Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek contactpersoon: Jenny Zonneveld tel.: (024) 329 98 89 e-mailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl Verkrijgbaar Open Huis, Stadswinkel Mariënburg 75 6611 PS Nijmegen tel: (024) 329 24 08 of via www.nijmegen.nl (onderdeel wonen & leven > onderzoek en cijfers)

Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 1 1 Inleiding 5 2 Nijmegen tot 2012 7 2.1 Een groeiende stad 7 2.2 Groei bij twintigers en groep rond de 60 8 2.3 Studentenpopulatie kenmerkend voor leeftijdsprofiel 8 2.4 Uiteenlopende karakteristieken van wijk tot wijk 9 2.5 Groeifactoren: migratiesaldo en geboorteoverschot 10 2.6 Migratiebewegingen nader bekeken 11 2.7 Geboorte en sterfte nader bekeken 14 3 Stadsprognose 17 3.1 Aannames 17 3.2 Uitkomsten 17 3.3 Vergelijkingen met andere prognoses 20 4 Stadsdeel- en wijkprognose 23 4.1 Inleiding 23 4.2 Prognose per stadsdeel 24 4.3 Prognose op wijkniveau 27 4.4 Cijfers 32

Samenvatting en conclusies Bevolkingsgroei in Nijmegen De bevolking van Nijmegen, die in 2012 ruim 165.000 mensen groot was, zal in 2025 gegroeid zijn tot 177.000 à 184.000 personen. hoofdscenario alternatief scenario inwoners woningen inwoners woningen 2012 165246 71900 165246 71900 2015 169500 75000 168000 74000 2020 176500 80000 173000 77500 2025 184000 85000 177500 81000 Figuur 1 Bevolkingsontwikkeling Nijmegen volgens hoofd- en alternatief scenario De groei is niet gelijkmatig gespreid over alle leeftijdsgroepen. Tot 2020 zal de toename het sterkst zijn in de leeftijdsklassen 60-69 (14% groei) en 70-79 (28%). Dit is het effect van het ouder worden van de grote geboortegeneraties uit de jaren 50 en 60. De groep 40-ers zal juist in omvang afnemen. Deze daling doet zich niet alleen in Nijmegen voor, maar zal landelijk nog sterker optreden. Eind jaren 70 waren de geboortecijfers op z n laagst. De leeftijdsklasse waar deze geboortegeneratie binnenschuift heeft daardoor altijd te maken met een daling. Landelijk wordt verwacht dat de bevolkingsgroei rond 2035/2040 zal stoppen. Wanneer zullen we in Nijmegen te maken gaan krijgen met het eind van de bevolkingstoename? In de periode die in de Demografische Verkenningen bekeken wordt, tot 2025, is dat nog niet aan de orde. In de CBS/PBL-prognose voor lokale bevolkingsontwikkeling wordt na 2030 een kleine daling van het Nijmeegse inwoneraantal voorzien. Uiteenlopende ontwikkeling in verschillende delen van Nijmegen De bevolkingstoename zal vooral te merken zijn in de stadsdelen waarvoor nog een flinke bouwopgave in de planning staat: Nijmegen-Noord (Waalsprong) en Oud-West (Waalfront). Ook in het Stadscentrum kan het aantal inwoners nog groeien. De andere staddelen en wijken zullen te maken krijgen met een beperkte toe- of zelfs afname van het inwoneraantal. Samenvatting en conclusies - 1

Figuur 2 Toe- en afname bevolking per wijk, 2012-2020 Ook naar leeftijdsgroep gekeken kunnen de ontwikkelingen erg uiteenlopen. Zo doet vergrijzing zich weliswaar in de hele stad voor, maar verschilt het tempo van wijk tot wijk. In Lindenholt zal vooral de groep 60-ers de komende jaren flink toenemen, in Dukenburg groeit de groep 70-ers het hardst. Daarnaast zijn er ook wijken, vooral aan de zuidrand van de stad, waar het aantal ouderen veel minder dan gemiddeld groeit. Het aantal pubers, dat vooral in Nijmegen-Noord absoluut en relatief flink zal toenemen, zal in een aantal wijken ten zuiden van de Waal met soms wel meer dan 20% afnemen: t Broek, Malvert, Brakkenstein, Heyendaal. De basisschoolgeneratie gaat in Lent het sterkst groeien. De wijken Heyendaal, Hees, Malvert, Goffert en de Benedenstad daarentegen zullen met een flinke terugloop van het aantal basisschoolkinderen te maken krijgen. Ook het afgelopen decenium groei en uiteenlopende ontwikkelingen De demografische ontwikkelingen die ons de komende jaren te wachten staan zijn lang niet altijd nieuw, en vaak zelfs het gevolg van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren: In de periode 2000-2012 is de stad met meer dan 13.000 inwoners gegroeid In die periode hadden we te maken met een toename van de groep 20-ers en 60-ers en een afname van de groep 30-ers 2 - Samenvatting en conclusies

De bevolkingsgroei concentreerde zich ook in de afgelopen jaren in Lent, Oosterhout en het Stadscentrum. Grote lijnen en specifieke inzichten Deze samenvatting beperkt zich tot de grote lijnen in de bevolkingsontwikkeling van Nijmegen. Voor veel toepassingen is juist zicht op specifieke gebieden en leeftijdsklassen belangrijk. Zulke inzichten laten zich moeilijk samenvatten. In de hoofdtekst van het rapport wordt in meer detail ingegaan op de uitkomsten van de Demografische Verkenningen 2012. Wie vragen heeft die door het in het rapport gepresenteerd niet beantwoord worden kan bij de afdeling Onderzoek en Statistiek een beroep doen op het basismateriaal van de prognose. Samenvatting en conclusies - 3

1 Inleiding Waarom maken we een Demografische Verkenning? Veranderingen in omvang en samenstelling van de bevolking hebben invloed op allerlei gemeentelijke beleidsvelden: Veranderingen in aantal en woonwijk van kinderen heeft effecten op de vraag naar onderwijs, jeugd- en sportvoorzieningen, etc. Toename van het aantal ouderen (in bepaalde delen van de stad) gaat samen met toename aan zorgvraag (b.v. Wet Maatschappelijke Opvang), gebruik van gezondheidsvoorzieningen en andere voorzieningen voor ouderen. Veranderingen in samenstelling van de beroepsbevolking zijn van invloed op de stedelijke economie. Om voor alle inwoners goede huisvestingsmogelijkheden te kunnen bieden is zicht op de toekomstige huishoudensontwikkelingen belangrijk Daarom bestaat er binnen de gemeente behoefte aan inzicht in toekomstige bevolkingsontwikkelingen. Sinds enige jaren wordt er veel gesproken over groei versus krimp van de bevolking en de effecten daarvan op beleid. Deze maatschappelijke discussie maakt de behoefte aan inzicht in de bevolkingsontwikkeling in Nijmegen nog groter. Bestaat een autonome bevolkingsontwikkeling en een autonome prognose? De redenen waarom behoefte bestaat aan gegevens over de toekomstige bevolking zijn duidelijk. Maar is het ook mogelijk een eenduidig antwoord te geven op de vraag naar omvang en samenstelling van de toekomstige inwoners? Eigenlijk niet. Het is niet zo dat de bevolking van een stad een eigen, zelfstandige, onafhankelijke ontwikkeling doormaakt. Of de bevolking groeit of krimpt, hoe veranderingen in leeftijdsopbouw zijn wordt deels bepaald door de uitgangssituatie, de kenmerken van de mensen die nu al in de gemeente wonen. Maar daarnaast hebben ook andere ontwikkelingen grote invloed. Denk aan (veranderingen in) de aantrekkingskracht van de opleidingsinstellingen in Nijmegen, de economische situatie in onze regio en in Nederland als geheel, veranderingen op wereldschaal (wel of niet toestroom van asielzoekers/vluchtelingen) en politieke beslissingen (worden woningen in gemeente a, b of c gebouwd). Ook geldt dat individuele personen en huishoudens vaak meer dan één optie hebben bij demografische beslissingen. Zo kan iemand die van verderweg in (de regio) Nijmegen komt werken in de stad komen wonen, kiezen voor een van de gemeenten in de regio of over langere afstand gaan forenzen, afhankelijk van het woningaanbod, de aantrekkelijkheid van woonmilieus en zijn persoonlijke omstandigheden. Bij een vergelijkbare behoefte zijn daarom meerdere bevolkingsontwikkelingen mogelijk. Welke relatie bestaat er tussen woningbouwplanning en verwachte bevolkingsontwikkeling? Woningbouw en bevolkingsontwikkeling verhouden zich tot elkaar in een soort kip-ei-relatie. Zonder woningbouw is er weinig ruimte voor bevolkingsgroei, andersom maakt verwachte bevolkingsgroei dat (meer) woningbouw nodig is. Inleiding - 5

Woningbouw heeft daardoor een element van selffulfilling prophecy in zich. Bouw je niet, dan zal de bevolking niet of beperkt toenemen, bouw je wel dan kan de bevolking wel groeien. Dat woningbouw altijd tot bevolkingsgroei leidt is echter niet waar: De vergrijzing en de, steeds langzamer voortgaande, huishoudensverdunning zorgen ervoor dat we voor een bevolking van dezelfde omvang steeds meer woningen nodig hebben Extra woningen geven ruimte om belangstelling vanuit de eigen gemeente of van buiten op te vangen. Maar als die belangstelling er niet is, b.v. omdat een regio economisch niet aantrekkelijk is, zal alleen woningbouw niet tot meer bewoners leiden. Sinds de economische crisis is er een nieuw element toegevoegd aan de relatie woningbouwbevolkingsontwikkeling. Waar in het verleden gold dat stilvallen van woningproductie vaak een lokale kwestie was (en er in concurrerende gemeenten wel aanbod bleef bijkomen) is nu de woningbouw landsbreed in de knel. In het verleden waargenomen verbanden hoeven minder geldig te zijn voor de toekomst. Zijn uitkomsten van bevolkingsprognoses hard? Een bevolkingsprognose is gebaseerd op een samenstelsel van aannames die stuk voor stuk anders kunnen uitpakken. Dat maakt dat de uitkomsten van bevolkingsprognoses per definitie niet hard zijn. Daarom kijken we in de Demografische Verkenning naast het hoofdscenario ook naar een variant van de toekomstige ontwikkelingen waarin aangepaste aannames zijn verwerkt. Zo proberen we de bandbreedte van bevolkingsontwikkelingen in beeld te brengen. Waarom maken we een eigen gemeentelijke prognose als er ook al landelijke prognoses zijn die op gemeentelijk niveau uitkomsten geven? In Nederland zijn er twee gerenommeerde landelijke prognoses (regionale prognose van het CBS/PBL en de Primosprognose van VROM/IM/ABF) die uitkomsten geven over bevolkingsontwikkeling op gemeentelijk niveau. Waarom maken we in Nijmegen dan ook nog een eigen prognose? De uitkomsten van de twee prognoses kunnen nogal van elkaar verschillen. Om de uitkomsten van deze prognoses te waarderen is eigen inzicht in bevolkingsontwikkelingen nodig. Zowel Primos als CBS geeft één uitkomst per gemeente. Juist omdat bevolkingsontwikkeling met veel onzekerheden omgeven is willen we graag varianten kunnen bekijken. De informatiebehoefte stopt niet op het niveau van de gemeente als totaliteit. Daarom wordt in deze Demografische Verkenning ook verwachte ontwikkelingen per stadsdeel en wijk gepresenteerd. Naast de Demografische Verkenning wordt ook jaarlijks de Waalsprongmonitor opgesteld, waarin speciaal gekeken wordt naar de mogelijke bevolkingsontwikkeling in Nijmegennoord, het stadsdeel met de meeste nieuwbouwplannen. Wat komt er in dit rapport aan de orde? In hoofdstuk 2 kijken we naar demografische ontwikkelingen in Nijmegen in het verleden en typeren we de huidige situatie. Hoofdstuk 3 beschrijft de stadsprognose in twee scenario s: welke aannames, welke uitkomsten, vergelijking met landelijke prognose, groei en krimp. In hoofdstuk 4 kijken we naar mogelijke ontwikkelingen op stadsdeel- en wijkniveau. 6 - Inleiding

2 Nijmegen tot 2012 2.1 Een groeiende stad Op 1 januari 2012 telde Nijmegen ruim 165.000 inwoners, een toename van meer dan 13.000 mensen in de periode 2000-2012.. Deze groei, van ongeveer 8%, is vergelijkbaar met die van veel andere steden: na een periode van suburbanisatie in de jaren 70 en 80 zijn sinds de jaren 90 de steden weer meer in trek. Bij een landelijk groeipercentage van 5% (2000-2011) nam in de 100.000+gemeente het aantal inwoners met 8% toe. In de kleinere gemeente lag de groei gemiddeld wat lager, rond de 3%. Nederland 5% 100.000+ steden* 8% rest Nederland* 3% Nijmegen 8% Figuur 3 Bevolkingstoename 2000-2011, bron: CBS * bij benadering, ivm gemeentelijke herindeling Utrecht en Venlo Ook met individuele gemeenten vergeleken is de bevolkingstoename in Nijmegen gemiddeld. Almere Haarlemmermeer Amersfoort Zwolle 's-gravenhage(gemeente) Zoetermeer Groningen (gemeente) 's-hertogenbosch Breda Zaanstad Nijmegen Arnhem Eindhoven Tilburg Amsterdam Ede Enschede Emmen Rotterdam Apeldoorn Haarlem Leiden Dordrecht Maastricht Nederland -10% 0% 10% 20% 30% 40% Figuur 4 Bevolkingstoename 2000-2011 100.000+-gemeenten Nijmegen tot 2012-7

2.2 Groei bij twintigers en groep rond de 60 De groei in de periode 2000-2012 is geconcentreerd in de leeftijdsklasse 55-65 en bij de twintigers. Daaraan liggen twee verschillende processen ten grondslag. De toename van de groep 55-65 is het gevolg van het doorschuiven van de grote geboortegeneraties uit de jaren 1945-1965. Dit verschijnsel doet zich in heel Nederland voor, niet alleen in Nijmegen. De toename van de groep 20-ers is veel meer een specifiek Nijmeegse verschijnsel, de toename in deze leeftijdsklasse deed zich in Nijmegen veel sterker voor dan landelijk. Het afgelopen decennium zijn er steeds meer jonge mensen naar Nijmegen gekomen, vooral vanwege de opleidingsmogelijkheden in de stad. Overigens is deze toename administratief enigszins overschat doordat een aantal spookinwoners in deze groep zit. Met name buitenlandse studenten die naar Nijmegen komen om hier tijdelijk te studeren schrijven zich wel in bij de burgerlijke stand, maar niet meer uit, wanneer zij vertrekken. Naar schatting betreft dit zo n 500-1000 personen. Niet in alle leeftijdsklassen is er sprake geweest van groei: de groep 30-ers is de laatste 10 jaar juist iets kleiner geworden. Nu zitten in deze leeftijdsklasse mensen die geboren zijn tussen 1970 en 1980. In die periode lagen de geboortecijfers op het laagste niveau sinds WOII. In Nijmegen is de daling in deze leeftijdsgroep iets kleiner dan landelijk. Van de grote groep jongeren die naar Nijmegen trekt blijft een deel in de stad wonen, wat een remmend effect heeft gehad op de daling van de groep dertigers in de stad. De groep 70+-ers is sinds 2000 wel toegenomen, maar veel minder sterk dan de twintigers en zestigers. 4500 4000 3500 2000 2012 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 85 90 95 100 Figuur 5 Nijmeegse bevolking naar leeftijd, 2000 en 2012, Bron: GBA 2.3 Studentenpopulatie kenmerkend voor leeftijdsprofiel Zoals ook al in Figuur 5 te zien is kent de leeftijdsopbouw van de Nijmeegse bevolking een flinke piek bij de twintigers. Hierin wijkt de samenstelling van de Nijmeegse bevolking sterk af van die van Nederland als geheel. De jongste leeftijdsklassen (tot 17 jaar) en de leeftijdsgroep tussen de 35 en 65 zijn in Nijmegen juist relatief weinig vertegenwoordigd. 8 - Nijmegen tot 2012

2,5% 2,0% Nederland Nijmegen 1,5% 1,0% 0,5% 0,0% 0 jaar 10 jaar 20 jaar 30 jaar 40 jaar 50 jaar 60 jaar 70 jaar 80 jaar 90 jaar Figuur 6 Leeftijdsopbouw Nijmegen en Nederland, 2011/2012 Bron:GBA en CBS/Statline 2.4 Uiteenlopende karakteristieken van wijk tot wijk Tussen de Nijmeegse wijken bestaan veel verschillen. Zo zijn er wijken waar het inwoneraantal afneemt, terwijl de stad als geheel groeit. Ook de leeftijdsopbouw kan per wijk sterk afwijken van het gemiddelde in de stad. In Figuur 7 is per wijk te zien hoe de leeftijdsopbouw zich verhoudt tot het Nijmeegse gemiddelde en of het inwoneraantal van de wijk de afgelopen 5 jaar is toe- of afgenomen. Enkele opvallende gegevens: In veel wijken van Dukenburg, Lindenholt en Oud-west is het inwoneraantal de laatste 5 jaar teruggelopen Niet verrassend is het inwoneraantal in de Waalsprongwijken Oosterhout en Lent toegenomen. Maar ook in het Stadscentrum is, samenhangend met in relatief grote nieuwbouwproductie, het aantal inwoners behoorlijk gegroeid. Daarnaast was er ook in de wijken Bottendaal, St. Anna en Zwanenveld een redelijke bevolkingsgroei. De wijken in het Centrum en in Oost, en ook Heyendaal hebben vaak een hoog percentage jong-volwassenen (studenten/kamerbewoners) en juist weinig kinderen en tieners. In de Dukenburgse wijken is het aandeel 60-70-ers hoog In de wijken van Lindenholt wonen juist veel mensen in de leeftijdsklasse 40-59 De hoogste aandelen 80-ers zijn te vinden in wijken waar verzorgingshuizen staan (Groenewoud, Brakkenstein, Hees) In Oosterhout en Lent zijn zowel de kinderen als de leeftijdsklasse 25-39 sterk vertegenwoordigd. Nijmegen tot 2012-9

leeftijdsopbouw 1-1-2012 bev. ontw. 0-11 12-17 18-24 25-39 40-59 60-79 80+ 2007-2012 Benedenstad 5% 4% 13% 23% 32% 20% 3% -2% Stadscentrum 2% 1% 35% 38% 14% 8% 2% 15% Bottendaal 7% 3% 27% 31% 24% 8% 1% 9% Galgenveld 9% 4% 26% 23% 20% 13% 6% 4% Altrade 9% 5% 22% 24% 27% 11% 1% 4% Hunnerberg 6% 5% 19% 17% 23% 23% 6% 3% Hengstdal 11% 6% 9% 18% 34% 19% 3% 1% Kwakkenberg 8% 7% 20% 12% 25% 22% 6% 1% Groenewoud 5% 4% 38% 15% 15% 13% 9% 3% Nije Veld 12% 6% 17% 25% 26% 13% 2% -2% Hazenkamp 14% 8% 9% 17% 31% 17% 4% 1% Goffert 8% 6% 11% 25% 30% 18% 3% -4% St. Anna 13% 5% 9% 20% 26% 21% 6% 10% Hatertse Hei 13% 6% 13% 22% 30% 14% 3% 3% Grootstal 12% 6% 9% 15% 30% 22% 5% 1% Hatert 10% 5% 15% 21% 24% 22% 5% 2% Heijendaal 5% 5% 29% 30% 17% 11% 3% 0% Brakkenstein 10% 9% 11% 10% 29% 21% 10% 0% Biezen 10% 5% 14% 24% 29% 15% 2% -3% Wolfskuil 12% 5% 17% 26% 26% 13% 1% -6% Hees 11% 5% 10% 14% 25% 24% 11% 1% Heseveld 12% 6% 13% 25% 27% 14% 2% 2% Neerbosch-Oost 12% 6% 12% 24% 23% 16% 7% 3% Tolhuis 14% 7% 7% 20% 30% 21% 2% -2% Zwanenveld 11% 6% 8% 22% 30% 20% 3% 5% Meijhorst 14% 7% 9% 21% 25% 19% 4% -1% Lankforst 13% 5% 7% 20% 29% 21% 4% 0% Aldenhof 14% 7% 9% 20% 26% 20% 4% -4% Malvert 10% 6% 12% 21% 19% 25% 7% -9% Weezenhof 12% 7% 6% 13% 27% 30% 5% -3% t Acker 15% 8% 10% 24% 34% 9% 1% -2% De Kamp 13% 7% 10% 22% 30% 17% 1% 2% t Broek 14% 10% 10% 16% 37% 11% 1% -5% Oosterhout 32% 6% 3% 28% 27% 4% 0% 32% Lent 19% 6% 10% 25% 26% 12% 2% 19% Nijmegen 11,6% 5,7% 14,5% 22,2% 26,6% 15,9% 3,5% 2,7% tot 6% tot 3% tot 6% tot 16% tot 18% tot 10% tot 1% -9 tot -3% 6-10% 3-5% 6-10% 16-20% 18-24% 10-13% 1-2% -3 tot 0% 10-14% 5-8% 10-19% 20-24% 24-30% 13-19% 2-5% 0-5% 14-19% 8-9% 19-25% 24-28% 30-34% 19-24% 5-8% 5-10% 19+% 9+% 25+% 28+ 34+% 24+ 8+% 10+% Figuur 7 Leeftijdsopbouw en ontwikkeling inwoneraantal Nijmeegse wijken, kleuren in leeftijdsopbouw geven afwijking tov Nijmeegse gemiddelde aan, een donkere kleur geeft aan dat de betreffende leeftijdsgroep relatief veel voorkomt in de wijk 2.5 Groeifactoren: migratiesaldo en geboorteoverschot De bevolkingstoename van Nijmegen, gemiddeld rond de 1000 mensen per jaar, is het gecombineerde effect van natuurlijke groei (geboorteoverschot) en groei door verhuizingen (migratiesaldo). Het geboorteoverschot, het verschil tussen het aantal geboortes en sterfgevallen, is een vrij stabiel gegeven. Het zorgde het afgelopen decennium voor een groei van de bevolking met 400-600 personen per jaar. Het migratiesaldo varieert meer. Van rond of meer dan 1000 in topjaren, tot zelfs een klein bevolkingsverlies in 2007 en 2008. 10 - Nijmegen tot 2012

1.400 1.200 1.000 800 600 400 200 0-200 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 geboorteoverschot migratiesaldo Figuur 8 Geboorteoverschot en migratiesaldo Nijmegen, 2000-2011, bron: GBA 2.6 Migratiebewegingen nader bekeken Binnenlandse en buitenlandse migratie De binnenlandse en buitenlandse migratiestromen hebben ieder hun eigen dynamiek. De binnenlandse migratie kende hoge saldi in de jaren 2004-2006, om in 2007 en 2008 tot net onder 0 te zakken. In de jaren daarna is weer sprake van een licht positief saldo. De buitenlandse migratie kende in de jaren 2004/2005 juist een hoog vertrekoverschot: er waren veel meer verhuizingen (deels ook administratieve verwerkingen van oudere verhuizingen) naar het buitenland dan vestigingen vanuit het buitenland. Sinds 2006 ligt het migratiesaldo met het buitenland weer boven 0. 1500 1000 500 0-500 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 totaal saldo buitl+onb binnenland -1000-1500 Figuur 9 Binnen- en buitenlandsmigratiesaldo Nijmegen, 2004-2011, Bron: GBA Nijmegen tot 2012-11

Veel buitenlandse vestiging opleidinggerelateerd De afgelopen jaren vestigden zich jaarlijks steeds rond de 2000 mensen vanuit het buitenland in Nijmegen. De meerderheid van hen, zo n tweederde, komt uit westerse landen. In de leeftijdsopbouw van deze migranten ligt het zwaartepunt bij de mensen tussen 15 en 25. Hierin zullen veel mensen zitten die om opleidingsredenen naar Nijmegen komen. 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 65 jr e.o. 50-64 jr 25-49 jr 15-24 jr 0-14 jr 400 200 0 westers niet-westers Figuur 10 Samenstelling vestigers vanuit het buitenland, 2011, Bron: GBA Ongeveer 1/3 van de migranten komt uit niet-westerse landen. Onder deze groep ligt het zwaartepunt bij de leeftijdsklassen 25-49. Ook bij verhuizingen binnen Nederland speelt opleiding belangrijke rol Voor verhuizingen van en naar Nijmegen kunnen mensen verschillende motieven hebben, die gerelateerd kunnen worden aan kenmerken als leeftijd en herkomst/bestemming. De belangrijkste verhuisstromen voor Nijmegen zijn: Opleidingsmigratie: verhuizingen van jongeren naar Nijmegen, aangetrokken door het onderwijsaanbod van KU en HAN. Jaarlijks komen zo n 2000 jongeren meer naar Nijmegen dan er vertrekken Verhuizingen met regiogemeenten, waarbij de verhuisreden vaak in de woningmarktsfeer zal liggen: welk woonmilieu spreekt je aan, waar zijn woningen beschikbaar en betaalbaar? Het migratiesaldo met de regio is sinds 2004 elk jaar negatief geweest. Verhuizingen met de rest van Nederland, waarbij de verhuisreden vaak met arbeidsmarktoorzaken te maken zal hebben (eerste of nieuwe baan). Ook dit migratiesaldo is alle jaren negatief geweest, en in omvang nog wat belangrijker dan de migratie met de regio. Per saldo verlaten zo n 1000 mensen in deze migratiestroom de stad. Het vertrekoverschot op de laatste twee verhuisstromen hangt logisch samen met de winst uit de opleidingsmigratie: nadat ze hun opleiding hebben afgerond verlaten immers veel van de oud-studenten de stad weer. 12 - Nijmegen tot 2012

2500 2000 1500 1000 500 0-500 -1000-1500 200320042005200620072008200920102011 binnenl. mig.saldo opleiding regio rest Nederland Figuur 11 Migratiesaldi per verhuisstroom Resultaat: vooral instroom van jongeren Het resultaat van alle verhuizingen van en naar Nijmegen is dat de stad een grote instroompiek van jonge mensen, rond de 20, kent. De uitstroom, die meestal wat kleiner is dan de instroom, is over wat meer leeftijdsjaren verspreid. De meeste uitstroom is er tussen de 25 en 30 maar ook in de leeftijdsgroep 30-40 kent Nijmegen een vertrekoverschot. 1400 1200 1000 saldo vertrekkers vestigers 800 600 400 200 0-200 1 7 13 19 25 31 37 43 49 55 61 67 73 79 85 91 97-400 Figuur 12 Totaal aan vestigers, vertrekkers en migratiesaldo, naar leeftijd, 2011, Bron: GBA Relatie migratiesaldo en woningproductie In de migratiestromen spelen jongeren en verhuizingen om opleidingsreden een hoofdrol. Maar in het uiteindelijk resultaat, het (binnenlands) migratiesaldo, is een duidelijke relatie met de woningproductie zichtbaar. In de jaren van hoge woningproductie (2005/2006) is het binnenlandsmigratiesaldo ook hoog. Wanneer de bouwproductie terugzakt, in 2007, volgen ook Nijmegen tot 2012-13

twee jaar met een negatief binnenlandsmigratiesaldo. De laatste drie jaar was, bij een wat hogere bouwproductie, ook het binnenlandsmigratiesaldo weer boven 0. 1600 1400 1200 1000 800 600 400 binnenl. mig.saldo uitbreiding voorraad 200 0-200 200320042005200620072008200920102011-400 Figuur 13 Binnenlands migratiesaldo en uitbreiding woningvoorraad 2.7 Geboorte en sterfte nader bekeken Sterfte In de periode 2002-2008 is het aantal sterfgevallen in Nijmegen gestaag gedaald, met in totaal zo n 15%. In Nederland als geheel was deze ontwikkeling ook te zien. Deels wordt dit veroorzaakt door het uitblijven van grote griep- en koudegolven in deze periode. Daarnaast nemen sterftekansen, door verbeterde behandelingen, preventie en leefstijlen al jarenlang af. In 2009 en 2010 is zowel in Nijmegen als in Nederland het aantal sterfgevallen weer iets toegenomen. In die jaren stierven ruim 1200 Nijmegenaren per jaar. Het gestandaardiseerde 1 sterftecijfer in Nijmegen schommelt voor vrouwen rond het landelijk gemiddelde. Voor mannen ligt dit cijfer meestal iets boven het landelijke cijfer. Dat betekent dat iets meer Nijmeegse mannen overlijden dan gemiddeld, rekening houdend met de leeftijdsopbouw in Nijmegen en Nederland. 1 In het gestandaardiseerde sterftecijfer worden effecten van verschillen in leeftijdsopbouw verrekend. 14 - Nijmegen tot 2012

10 9,5 9 8,5 8 7,5 7 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Ned man Ned vrouw Nijm man Nijm vrouw Figuur 14 Gestandaardiseerd sterftecijfer, Nijmegen en Nederland, bron: CBS Geboortecijfers in Nijmegen 20% onder landelijk gemiddelde In Nijmegen worden jaarlijks 1700-1800 kinderen geboren. Gerelateerd aan het aantal vrouwen dat hier woont, is dit een laag cijfer. In Nijmegen ligt het gemiddeld kindertal per vrouw 20% onder het landelijk gemiddelde (het aantal kinderen dat een vrouw zou krijgen als de in een bepaald jaar waargenomen vruchtbaarheid per leeftijdsjaar haar hele leven zou gelden). Wel is zowel in Nijmegen als landelijk een stijgende tendens zichtbaar in het gemiddeld kindertal. 1,9 1,8 1,7 1,6 1,5 1,4 1,3 1,2 1,1 1 Nederland Nijmegen 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Figuur 15 Gemiddeld kindertal per vrouw, Nijmegen en Nederland, bron: CBS Vooral vrouwen tot 34 jaar krijgen in Nijmegen relatief weinig kinderen. Dit is een typisch patroon voor studentensteden, dat ook in b.v. Leiden, Maastricht en Groningen is terug te vinden. De jonge vrouwen in deze plaatsen volgen een opleiding of zijn, hoog opgeleid, pas kort aan het werk. Vrouwen boven de 35 krijgen in Nijmegen in verhouding tot het Nederlandse gemiddelde juist wat meer kinderen. Nijmegen tot 2012-15

16 - Nijmegen tot 2012

3 Stadsprognose 3.1 Aannames Woningbouw en binnenlandse migratie Voor de woningbouwaannames sluit het hoofdscenario aan bij de Woningmarktverkenning 2010-2020. Daarin wordt op basis van behoefteanalyse een gewenste woningbouw van ongeveer 1000 woningen per jaar berekend. Uitgaande van het verband tussen woningbouw en binnenlandse migratie in de afgelopen jaren verwachten we dat dat zal leiden tot een binnenlands migratiesaldo van 700 mensen. Voor jaren na 2020 is dit cijfer constant gehouden, tot 2025 zal er in ieder geval in de Waalsprong nog flink gebouwd worden. Buitenlandse migratie In de prognose rekenen we met een buitenlandsmigratiesaldo van +100 per jaar. Dit is het gemiddelde van het buitenlands migratiesaldo over de laatste 5 jaar. Sterfte In de landelijke prognose voorziet CBS/PBL een voortdurende daling van de sterftecijfers. We willen deze daling verwerken in de gemeentelijke prognose maar tegelijkertijd ook rekening houden met het enigszins afwijkende sterftepatroon in Nijmegen. Daarom hebben ze op de gemiddelde Nijmeegse sterftecijfers van de afgelopen 3 jaar te landelijke ontwikkeling toegepast. Geboorte Landelijk wordt heel licht daling van het vruchtbaarheidsniveau verwacht. Voor Nijmegen gaan we ervan uit dat de afstand tot het Nederlandse cijfer iets kleiner zal worden, zodat per saldo de vruchtbaarheid in Nijmegen nog iets zal stijgen Alternatief scenario In het hoofdscenario berekenen we hoe de bevolking zich zal ontwikkelingen bij realisatie van het woningbouwbeleid. Sinds de kredietcrisis heeft de nieuwbouwsector het echter moeilijk. Hoewel de woningbouw in Nijmegen de afgelopen jaren nog redelijk op peil is gebleven geldt in het algemeen dat er minder woningen verkocht en gebouwd worden. Daarom is naast het hoofdscenario is ook een alternatief scenario doorgerekend, waarin met minder woningbouw, en daardoor met een lager migratiesaldo wordt gerekend. De bouwproductie is met 1/3 naar beneden bijgesteld, tot ongeveer 650 woningen per jaar. Het migratiesaldo zakt mee, van 800 (700+100) in het hoofdscenario naar 350 in het alternatief scenario. 3.2 Uitkomsten Omvang van de toekomstige bevolking Het aantal inwoners zal tot 2025 blijven toenemen. In het hoofdscenario, waarin uitgegaan wordt van een woningbouwprogramma conform de Woningmarktverkenning 2010-2020 van 1000 woningen per jaar stijgt het aantal inwoners tot 176.500 in 2020 en 184.000 in 2025. Stadsprognose - 17

In het alternatieve scenario, waarin de woningbouw 1/3 lager wordt geraamd, komt het inwonertal ook iets lager uit: 173.000 in 2020 en 177.500 in 2025. hoofdscenario alternatief scenario inwoners woningen inwoners woningen 2012 165246 71900 165246 71900 2015 169500 75000 168000 74000 2020 176500 80000 173000 77500 2025 184000 85000 177500 81000 Figuur 16 Inwoners en woningen Nijmegen in 2 scenario s Voor beide scenario s geldt dat het geraamde aantal inwoners in Nijmegen in 2025 iets hoger is dan in het hoofd- en alternatiefscenario van de Demografische Verkenning 2009. Het inwoneraantal van de stad is in de afgelopen paar jaar iets harder is gegroeid dan in de Demografische Verkenning 2009 berekend is. Dit heeft tot gevolg dat we voor het inschatten van de ontwikkelingen vanaf 2012 vanaf een wat hoger startniveau vertrekken maar ook dat de aannames iets naar boven zijn bijgesteld. In vergelijking tot de afgelopen periode betekenen deze uitkomsten een voortzetting van de trend: de stijging van het aantal inwoners en woningen doet zich al vanaf het eind van de jaren 90 voor. Veranderingen in leeftijdsopbouw In Figuur 17 en Figuur 18 is te zien welke veranderingen er zullen optreden in de leeftijdsopbouw van de Nijmeegse bevolking. De belangrijkste wijzigingen zijn: De toename is het grootste bij de groep 60-ers en 70-ers. Dit is het gevolg van het ouder worden van de na-oorlogse geboortegeneraties Ook de groep 30-ers neemt in omvang toe. Dit is vooral een reactie op de daling van deze leeftijdsgroep de afgelopen 10 jaar. Het kleine cohort dat de afgelopen jaren in deze leeftijdsklasse heeft gezeten wordt opgevolgd door een wat grotere groep. De daling van de groep 40-ers hangt is gevolg van hetzelfde proces. De wat kleine groep mensen die nu in de 30 is is in 2020 tussen de 40 en 50. Het aantal jonge kinderen zal wat toenemen. Het verschil tussen het hoofdscenario en het alternatieve scenario concentreert zich in de leeftijdsklassen 20-29 en 30-39. Dat komt omdat vooral de migratieaannames verschillen tussen de twee scenario s. En het zijn de mensen tussen 20-39 die het meest verhuizen. 18 - Stadsprognose

20000 18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 2012 2015 2020 2025 4000 2000 0 Figuur 17 Toekomstige leeftijdsopbouw Nijmegen, hoofdscenario 90+ 80-89 70-79 60-69 50-59 40-49 alternatief hoofdscenario 30-39 20-29 10-19 0-9 -2000-1000 0 1000 2000 3000 4000 Figuur 18 Veranderingen per leeftijdsgroep 2012-2020, hoofdscenario en alternatief scenario Stadsprognose - 19

hoofdscenario alternatief scenario 2012 2020 2025 2020 2025 0-9 16044 17500 18500 17000 18000 10-19 17951 18000 18500 17500 18000 20-29 32931 34500 34500 33000 32500 30-39 22275 24500 26000 24000 24500 40-49 22860 21500 22000 21000 21000 50-59 21021 22000 22000 22000 21500 60-69 16397 19000 20000 19000 20000 70-79 9912 12500 15000 12500 15000 80-89 5012 5500 6500 5500 6000 90+ 843 800 1000 1000 1250 totaal 165246 176500 184000 173000 177500 Figuur 19 Omvang per leeftijdsgroep in 2 scenario's 3.3 Vergelijkingen met andere prognoses Er worden in Nederland twee landelijke prognoses met uitkomsten op gemeentelijk niveau gemaakt: de regionale prognose van het CBS/PBL en de Primosprognose van het Ministerie VROM/IM. De aannames wat betreft woningbouw van de CBS/PLB prognose liggen in de buurt van de Nijmeegse hoofdvariant. De woningbouwaannames van de Primosprognose lijken op die van het alternatief scenario. De geraamde bevolkingsaantallen in de CBS/PBL vertonen de eerste jaren een sterke stijging, duidelijk meer dan de afgelopen jaren te zien is geweest. Na 2015, en zeker naar 2020 zwakt de stijging af. Het Nijmeegse hoofdscenario laat een geleidelijkere stijging zien. In 2025 komen de verwachte bevolkingsaantallen in deze twee benaderingen (CBS en hoofdscenario) uiteindelijk samen. De uitkomsten van de Primosprognose en het alternatieve scenario lijken sterk op elkaar. 20 - Stadsprognose

190000 185000 180000 175000 170000 165000 160000 155000 150000 145000 140000 2000 2005 2010 2015 2020 2025 werkelijk hoofdscen. alternatief scen. Primos CBS/PBL Figuur 20 Geraamde bevolkingsontwikkeling Nijmegen in 4 prognoses De ontwikkelingen in leeftijdsopbouw laten in de verschillende prognoses overeenkomsten, maar ook verschillen zien. Overeenkomsten: Zowel bij het hoofdscenario als het regionale prognose van CBS/PBL is een toename van kinderen, dertigers en zestigers, zeventigers en tachtigers te zien De groep veertigers neemt in beide prognoses af Verschillen: In de CBS/PBL-prognose neemt de groep 10-19-jarigen af, in het Nijmeegse hoofdscenario niet. De stijging van ouderen en kinderen is in de CBS/PBL-prognose sterker dan in het Nijmeegse hoofdscenario. Stadsprognose - 21

40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80-89 90+ 2012 hoofdscenario CBS/PBL Figuur 21 Leeftijdsopbouw 2025 in hoofdscenario en CBS/PBL-prognose Op langere termijn krimp? Hoe verder de toekomst in, des te groter worden de onzekerheden en de marges rond uitkomsten van prognoses. Daarom kijkt de Demografische Verkenning niet voorbij 2025. De regionale prognose van CBS/PBL rekent tot 2040. De verwachting is dat rond de periode 2035/2040 de bevolkingsgroei voor Nederland als geheel zal stoppen. 190 185 180 175 170 165 160 155 150 145 140 2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030 2035 2040 Nederland (*100000) Nijmegen (*1000) Figuur 22 Ontwikkeling tot 2040, CBS/PBL Voor Nijmegen voorziet de CBS/PBL-prognose na de bovengemiddelde bevolkingsgroei in de jaren 2010-2025 tussen 2025 en 2030 een periode met een stabiele bevolkingsomvang. Tussen 2030 en 2040 wordt een lichte terugloop van het inwoneraantal berekend: van 185.000 inwoners in 2030 naar 182.000 in 2040. 22 - Stadsprognose

4 Stadsdeel- en wijkprognose 4.1 Inleiding Uiteenlopende ontwikkelingen Het inwoneraantal van Nijmegen blijft voorlopig doorgroeien. Maar dat hoeft dat niet zo te zijn voor iedere wijk in de stad. Net zoals er in de afgelopen jaren wijken zijn geweest die te maken hadden met een teruglopend inwoneraantal zal dat in de komende jaren ook het geval zijn. Ook ontwikkelingen als vergrijzing, vergroening of ontgroening komen niet in alle wijken in dezelfde mate voor. Deze uiteenlopende ontwikkelingen zijn voor het gemeentelijk beleid net zo belangrijk als de bevolkingsontwikkeling op stedelijk niveau. Daarom kijken we in dit hoofdstuk naar de veranderingen in bevolkingsomvang en samenstelling tot 2020 op stadsdeel- en wijkniveau. Dilemma: maximale aandacht voor wijk of afstemming met totaal-prognose Bij het maken van wijkprognoses zijn er twee, tegengestelde, uitgangspunten: Zo goed mogelijk recht doen aan de bijzonderheden van iedere wijk Afstemming van de uitkomsten per wijk met de uitkomst voor Nijmegen als geheel De werkwijze die voor de wijkprognose is gevolgd is dat eerst voor iedere wijk, op basis van analyse van bevolkingsontwikkeling uit het verleden en aannames voor de toekomst, een vooruitberekening wordt gemaakt. De optelling van al deze wijkprognoses komt nooit precies overeen met het uitkomsten van de prognose voor Nijmegen. Daarom worden na de berekeningen per wijk een correctieslag uitgevoerd waarin de uitkomsten van de wijkprognose passend te maken met de stadsprognose. De uitkomsten per wijk worden dus iets aangepast om tot de meest waarschijnlijk geachte ontwikkeling voor de stad te komen. Dit is mede de reden waarom de uitkomsten van de Waalsprongmonitor, waarin alleen geschat wordt hoe de bevolkingsontwikkeling in Nijmegen-Noord zal verlopen, iets afwijken van de uitkomsten voor Nijmegen-Noord in de Demografische Verkenning. Welke woningbouwaannames? De context waarbinnen de wijkprognose is berekend is die van het hoofdscenario uit het vorige hoofdstuk. Dat betekent dat er voor de jaren tot 2020 van een woningvoorraaduitbreiding van gemiddeld 1000 woningen per jaar wordt uitgegaan. Voor de wijkprognose moeten we ook aannames doen over de wijken waarin die uitbreiding plaats zal hebben. In het Woningbouwprogramma van Nijmegen wordt een overzicht gegeven van bouwprojecten in ontwikkeling. Als al die projecten gerealiseerd zouden worden dan overstijgen we dat gemiddelde van 1000 woningen per jaar, vooral in de eerste paar jaar. Een woningbouwprogramma moet ook groter zijn de behoefte omdat er in praktijk altijd projecten uitvallen/doorschuiven in de tijd. Maar welke projecten dat zullen zijn, in welke wijken is nu nog niet bekend. Toch moeten er voor de wijkprognose aannames gedaan worden over de ontwikkeling van de woningvoorraad per wijk. Aansluitend bij beleidsvoornemens en politieke keuzes (woningbouw in Waalsprong en Waalfront heeft voorrang) hebben we de aangenomen dat de bouw in deze gebieden conform planning plaats zal hebben. De ruimte die dan nog overblijft om tot 1000 woningen per jaar te komen wordt naar rato opgevuld met bouwplannen in de rest van de stad. Stadsdeel- en wijkprognose - 23

Onzekerheden in de uitkomsten Nog meer dan voor de totaalprognose geldt dat de uitkomsten van de wijkprognose onzeker zijn. Zeker wanneer je naar leeftijdsklassen binnen wijken gaat kijken betreft het vaak in absolute cijfers kleine groepen. Toevalligheden en afwijkingen van de aannames kunnen daardoor relatief grote effecten hebben op de uitkomsten. 4.2 Prognose per stadsdeel Bevolkingsgroei geconcentreerd in Noord en Oud-West Tussen 2012 en 2020 zal naar verwachting het aantal inwoners van Nijmegen met zo n 10.000 mensen toenemen. Die groei komt vooral in Nijmegen-Noord en Oud-West terecht. Dit zijn de stadsdelen waarvoor de meeste nieuwbouwplannen bestaan. Ook voor het stadsdeel Centrum zijn er relatief veel bouwplannen. Dat resulteert in (een wat kleinere) groei van het inwoneraantal. In de overige stadsdelen blijft het aantal inwoners stabiel, of loopt zelfs iets terug (Dukenburg en Lindenholt. Noord Lindenholt Dukenburg Zuid Midden Nieuw-West Oud-West Oost Centrum 0 5000 10000 15000 20000 25000 30000 35000 40000 2020 2012 Figuur 23 Inwoneraantal bij stadsdeel,2012 en 2020 Groei en afname naar leeftijdsklasse Binnen een groeiende of in omvang stabiele bevolking kunnen zich behoorlijke verschuivingen in leeftijdsopbouw voordoen. In Figuur 24 is per stadsdeel te zien hoe de bevolkingsopbouw van 2012 zich verhoudt tot de ramingen voor 2020. 24 - Stadsdeel- en wijkprognose

6000 10000 5000 8000 4000 3000 2000 2012 2020 6000 4000 1000 2000 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+ 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+ 4000 Centrum 3000 Oost 3000 2500 2000 2000 1500 1000 1000 500 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+ 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+ 4000 Oud-West 4000 Nieuw-West 3000 3000 2000 2000 1000 1000 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+ 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+ 3500 Midden 3000 Zuid 3000 2500 2000 1500 1000 500 2500 2000 1500 1000 500 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+ 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+ Dukenburg Lindenholt Stadsdeel- en wijkprognose - 25

5000 4000 3000 2000 2012 2020 1000 0 0-9 10-19 20-29 30-39 40-49 50-59 60-69 70-79 80+ Noord Figuur 24 Leeftijdsopbouw per stadsdeel, 2012 en 2020 De extra-inwoners die het Centrum door de nieuwbouw in 2020 zal hebben zorgen vooral voor een groei van de groepen twintigers en dertigers. Het woonmilieu in het centrum is voor veel mensen uit deze groep aantrekkelijk. Het aantal tieners en kinderen in de basisschoolleeftijd, dat nu ook al laag is, zal daarentegen nog iets verder afnemen. Het aantal ouderen neemt wel toe, maar in een relatief rustig tempo. In Nijmegen-Oost zal tot 2020 sprake zijn van ontgroening. Vooral het aantal tieners zal dalen. Daar staat tegenover dat het aantal ouderen, vooral de zestigers en zeventigers, behoorlijk zal toenemen. Het aantal 80-ers blijft ongeveer gelijk, terwijl in deze leeftijdsklasse in Nijmegen als geheel een toename verwacht wordt. In Oud-West zorgen de omvangrijke nieuwbouwplannen voor een flinke bevolkingstoename in alle leeftijdsklassen. Relatief de sterkste groei is te zien bij de ouderen, omdat daar groei als gevolg van nieuwbouw gecombineerd wordt met een vergrijzingstendens vanuit de zittende bevolking. Voor dit stadsdeel geldt heel sterk dat de prognosecijfers indicatief zijn. Er is veel nieuwbouw gepland, we hebben nog nauwelijks ervaringsgegevens om aannames te doen over de samenstelling van de bevolkingsgroep die daar wil gaan wonen. Veranderingen in de aannames kunnen grote gevolgen hebben voor de uitkomsten. In Nieuw-West gaat een terugloop in alle leeftijdsklasse tot 50 jaar samen met een groei van de leeftijdsklassen boven de 50. De groei van de groep ouderen ligt in dit stadsdeel, dat op dit moment tot de meest vergrijsde van Nijmegen hoort, onder het stedelijk gemiddelde. In bijna alle leeftijdsklassen tot 60 jaar zal in Nijmegen-Midden het aantal inwoners dalen. Relatief de sterkste afname is te zien bij de groep tieners. De leeftijdsklassen boven de 60 stijgen, maar de groei zal, vooral bij de 70+-ers, in Midden wat minder groot zijn dan in Nijmegen als geheel. Samen met Nieuw-West is Nijmegen-Zuid op dit moment het meest vergrijsde stadsdeel van de stad. En nog sterker dan in Nieuw-West betekent dit dat het aantal ouderen wel zal groeien, maar flink onder het Nijmeegse gemiddelde. Vooral onder de 70-ers zal de toename relatief gering zijn. In veel leeftijdsklassen onder de 50 zal sprake zijn van terugloop van het aantal inwoners. 26 - Stadsdeel- en wijkprognose

In de bevolkingsomvang en opbouw van Dukenburg is de afgelopen jaren het effect van het ouder worden van (de inwoners van) een nieuwbouwwijk zichtbaar geweest: meer ouderen, minder kinderen, minder inwoners. Ook tot 2020 heeft deze ontwikkelingen nog effecten. De aantallen inwoners in alle leeftijdsklassen tot 50 jaar gaat dalen. Voor de ouderen geldt dat het aantal jonge ouderen, de zestigers, op dit moment z n piek heeft bereikt en zal gaan dalen. Het aantal 70+-ers zal wel flink gaan groeien. Bij elkaar blijft de groei van het aantal jongeren en oudere ouderen wat achter bij het Nijmeegse gemiddelde. Lindenholt maakt tot 2020 een duidelijk herkenbare ontwikkeling door. Deze wijk is, nog niet al te lang geleden, in een relatief korte tijd gebouwd. Dat maakt dat de verouderingscyclus van een traditionele nieuwbouwwijk hier goed zichtbaar is. De daling van het aantal kinderen en van het aantal twintigers, dertigers en veertigers gaat door. Het aantal ouderen gaat flink toenemen. Omdat Lindenholt wat jonger is dan Dukenburg zie je hier ook in de leeftijdsklasse 60-70 een sterke toename. Dat maakt mede dat de groei van het totale aantal ouderen hier heel hoog zal zijn. In Nijmegen-Noord, de grootste nieuwbouwlocatie van de stad, neemt het inwoneraantal in alle leeftijdsklassen toe. De groei wordt echter niet alleen veroorzaakt door bewoners van nieuwbouwwoningen. Zo is de groei van de groep tieners en 60+-ers ook voor een belangrijk deel gestuurd door de leeftijdsopbouw van de nu aanwezige bewoners: huidige bewoners onder de 10 of rond de 55 zijn in 2020 8 jaar ouder dan nu, en vullen dan de op dit moment nog beperkt bezette leeftijdsklassen 10-19 en 60+. In de Monitor Waalsprong worden uitgebreidere berekeningen gepresenteerd over de mogelijke toekomstige omvang en samenstelling van de bevolking in Nijmegen-Noord. 4.3 Prognose op wijkniveau 4.3.1 Groeiende en krimpende wijken In de afgelopen 5 jaar waren er, terwijl de stad als geheel met meer dan 4000 mensen, ongeveer 3%, groeide, 13 wijken die te maken hadden met een terugloop van het aantal inwoners. In de jaren tot 2020 verwachten we, bij een blijvende toename van het stedelijk inwoneraantal, in een wat groter aantal wijken inwonerverlies. Vier wijken kunnen met een (relatief) wat groter verlies in inwonersaantal te maken krijgen: Hunnerberg, Heyendaal, Malvert en t Broek. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van factoren. Ten eerste het gebrek aan nieuwbouwplannen voor deze wijken. Daarnaast zal er, zeker in Heyendaal en t Broek, sprake zijn van een bovengemiddelde gezinsverdunning: in deze wijken wonen veel gezinnen met oudere kinderen die het huis uit zullen gaan. Veel van de Dukenburgse en Lindenholtse wijken gaan, net als in de afgelopen periode, ook in de komende jaren te maken krijgen met vermindering van het aantal inwoners. Uitzondering hierop zijn de wijken Tolhuis en Zwanenveld, waarvoor nog plannen zijn voor een redelijk aantal nieuwbouwwoningen. Flinke toename van het inwonercijfer is er natuurlijk vooral te verwachten in wijken waar een grote bouwproductie gepland staat: Oosterhout, Lent en de Biezen (Waalsprong en Waalfront). Maar ook het Stadscentrum, Groenewoud en Nije Veld kunnen op grond van de voor die wijken (relatief) omvangrijke woningbouwplannen een toename van het aantal inwoners verwachten. Stadsdeel- en wijkprognose - 27

Ook in Galgenveld, Grootstal, Hatert, Hees, Tolhuis en Zwanenveld zijn de nieuwbouwmogelijkheden van zo n omvang dat ze de natuurlijke tendens tot daling van de bevolkingsomvang compenseren. Figuur 25 Verandering in omvang bevolking, 2012-2020 4.3.2 Uiteenlopende ontwikkelingen per leeftijdsgroep Sterkste groei jeugdigen in Noord en Biezen Het aantal basisschoolkinderen 2 zal vooral in de wijken met meest bouwplannen groeien: Lent, Oosterhout en de Biezen. Voor wat betreft de ontwikkeling in de Biezen/Waalfront zijn de bevolkingsverwachtingen nog onzeker. Veel meer dan in de Waalsprong zal er hier sprake zijn van gestapelde/etagebouw. Voor het effect dat dat heeft op de vestiging van verschillende doelgroepen zijn meerdere mogelijkheden: worden vooral jongeren, ouderen of een mix van bewonersgroepen met ook gezinnen aangetrokken? Elf wijken zullen naar verwachting te maken krijgen met een duidelijke terugloop van het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd. Zij liggen verspreid door Nijmegen ten zuiden van de Waal. In de meeste andere wijken blijft de basisgeneratie ongeveer even groot. 2 Basisgeneratie zoals gebruikt in het onderwijsbeleid: 4-11-jarigen +30% van de 12-jarigen 28 - Stadsdeel- en wijkprognose

Figuur 26 Verandering van aantal kinderen in basisschoolleeftijd, 2012-2020 Ook voor de 12-17 jarigen geldt dat de sterkste stijging verwacht wordt in Noord en de Biezen. Voor deze leeftijdsgroep geldt dat in Lent en Oosterhout ook zonder nieuwbouw al een flink aantal tieners bij zal komen: de jeugd die er nu al woont, is voor het merendeel maximaal 10,12 jaar oud en zal de komende jaren de nu nog beperkt gevulde leeftijdsklassen 12-17 instromen. In Nijmegen ten zuiden van de Waal zal in veel meer wijken het aantal tieners afnemen (19 wijken) dan groeien ( 4 wijken) of ongeveer stabiel blijven (9 wijken). De omvang van de daling is soms heftig: in 7 wijken gaat tussen 2012 en 2020 het aantal 12-17- jarigen met meer dan 20% (soms wel een kwart of een derde) afnemen. Stadsdeel- en wijkprognose - 29

Figuur 27 Ontwikkeling van aantal 12-17 jarigen, 2012-2020 Vergrijzing zorgt voor stadsbrede toename van aantal ouderen Het aantal ouderen zal in Nederland en ook in Nijmegen de komende jaren, met het ouder worden van de na-oorlogse geboortegeneratie flink gaan groeien. Dit heeft zijn weerslag op alle wijken van Nijmegen. Er zullen de komende jaren nauwelijks/geen wijken zijn waar het aantal ouderen afneemt. Wel wijken waar de groei van het aantal ouderen lager dan gemiddeld is, en natuurlijk ook wijken die juist met een verhoogde groei van het aantal ouderen te maken hebben. In Lindenholt is zowel absoluut als relatief gezien de grootste stijging van het aantal 65+-ers te verwachten: er wonen nu nog maar een beperkt aantal mensen in deze leeftijdsklasse terwijl de groep vijftigers, die de komende jaren voor aanvulling van de groep 65+ gaat zorgen, prominent aanwezig is. In Lent en vooral Oosterhout wonen nu nog maar weinig 65+-ers. Vandaar dat de absoluut gezien niet zo sterke groei van de groep ouderen toch voor een sterke relatieve toename zorgt. In veel andere wijken, vooral aan de zuidkant van de stad, stijgt het aantal ouderen juist minder hard dan gemiddeld. 30 - Stadsdeel- en wijkprognose

Figuur 28 Ontwikkeling van het aantal 65+-ers, 2012-2020 Stadsdeel- en wijkprognose - 31

4.4 Cijfers 2012 Centrum Oost Oud-West Nw-West Midden Zuid Dukenb. Lindenh. Noord 0-9 255 2269 1188 1608 1718 2076 2367 1787 2695 10-19 677 3525 1338 1825 2087 2535 2438 2090 1312 20-29 4476 9242 2654 2829 3657 3453 2918 2173 1378 30-39 1545 3784 1993 2332 2361 2687 2890 2104 2475 40-49 959 4029 1864 2218 2412 3182 3200 2620 2234 50-59 934 4397 1680 1849 2500 3068 2909 2496 1044 60-69 814 3287 1185 1559 1817 2455 3090 1412 672 70-79 344 1684 592 1188 1106 2182 1942 478 364 80+ 240 1375 234 928 611 1266 883 139 168 10244 33592 12728 16336 18269 22904 22637 15299 12342 2020 0-9 300 2300 1500 1600 1800 2200 2350 1750 3700 10-19 600 3150 1350 1750 1850 2300 2250 1900 2550 20-29 5050 9400 3350 2650 3500 3300 2700 1750 2500 30-39 1800 3650 2650 2200 2500 2800 2850 2050 4000 40-49 800 3300 2000 2050 2200 2750 2750 2200 3350 50-59 800 4200 2300 1900 2300 3150 3000 2350 3050 60-69 800 3800 1800 1650 2050 2700 2950 1850 1150 70-79 450 2350 1100 1400 1250 2250 2500 800 550 80+ 250 1300 450 1050 650 1450 1100 250 250 10900 33400 16700 16200 18200 23000 22400 14800 20200 Figuur 29 Inwoneraantallen per stadsdeel 32 - Stadsdeel- en wijkprognose

2012 2020 woningvoorraad inwoners BG 12-17 65+ inwoners BG 12-17 65+ 2012-2020 Benedenstad 2693 99 117 367 2600 75 75 500 0% Stadscentrum 7551 78 54 558 8300 75 50 550 15% Centrum 10244 177 171 925 10900 150 143 1050 10% Bottendaal 4812 180 138 266 4700 175 125 400 3% Galgenveld 6701 399 288 962 6900 400 300 1100 7% Altrade 6450 386 316 468 6300 375 300 700 1% Hunnerberg 3847 177 200 797 3700 150 125 1000 0% Hengstdal 7147 505 394 1026 6900 475 350 1400 0% Kwakkenberg 1252 81 82 264 1200 75 75 300 0% Groenewoud 3383 131 144 622 3700 150 125 550 14% Oost 33592 1859 1562 4405 33400 1800 1400 5400 3% Nijeveld 4932 402 273 437 5200 450 300 500 8% Hazenkamp 5242 523 429 734 5100 525 350 900 2% Goffert 2533 151 150 348 2500 125 100 450 4% St. Anna 3443 278 183 685 3400 300 175 700 0% Heyendaal 2119 77 96 241 2000 50 75 250 0% Midden 18269 1431 1131 2445 18200 1450 1000 2800 3% Hatertse Hei 4094 364 245 491 4000 350 250 500 0% Grootstal 5242 420 337 1109 5300 400 325 1200 4% Hatert 9705 586 451 2063 10000 700 450 2200 4% Brakkenstein 3865 283 331 966 3700 250 250 1100 2% Zuid 22906 1653 1364 4629 23000 1700 1250 5000 3% Biezen 6695 469 330 784 10700 675 450 1700 72% Wolfskuil 6034 419 298 537 6000 425 250 700 4% Oud-West 12729 888 628 1321 16700 1100 700 2400 41% Hees 2776 219 152 766 2800 175 150 850 6% Heseveld 6058 485 370 710 6000 475 350 800 3% Neerbosch Oost 7503 594 482 1367 7400 625 475 1600 2% Nieuw-West 16337 1298 1004 2843 16200 1275 975 3250 3% Tolhuis 3385 333 246 508 3400 300 225 700 7% Zwanenveld 4870 334 300 759 5000 350 250 1000 6% Meijhorst 3469 307 244 614 3400 300 225 700 2% Lankforst 2115 175 107 384 2100 175 125 500 0% Aldenhof 2594 239 187 495 2500 250 175 500 0% Malvert 2607 186 144 661 2500 150 100 600 1% Weezenhof 3597 311 259 945 3500 275 225 1100 0% Dukenburg 22637 1885 1487 4366 22400 1800 1350 5100 3% 't Acker 5505 541 446 276 5400 550 400 450 2% De Kamp 5735 533 410 568 5600 500 425 900 0% 't Broek 4060 415 413 304 3800 350 325 450 0% Lindenholt 15300 1489 1269 1148 14800 1425 1150 1800 1% Oosterhout Nijmegen 5567 1133 358 120 8000 1350 750 250 61% Lent Nijmegen 6777 830 398 672 12100 1450 750 1000 90% Noord 12344 1963 756 792 20100 2800 1500 1300 78% Nijmegen 165246 12721 9437 22953 176500 13600 9500 28400 11% Figuur 30 Inwoneraantallen per wijk Stadsdeel- en wijkprognose - 33