Handboek GDI-Vlaanderen. Deel 3: Begrippenlijst

Vergelijkbare documenten
Handboek GDI-Vlaanderen. Deel 2: Praktische leidraad GDI-Vlaanderen

INSPIRE in Vlaanderen : plan van aanpak. Luc Depredomme (AGIV)

Publicatieblad van de Europese Unie L 274/9

Juli OVERZICHT REGELGEVING GEOGRAFISCH INFORMATIE SYSTEEM VLAANDEREN

De INSPIRE-richtlijn en de gevolgen voor het GIS-decreet.

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Kennissessie INSPIRE

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende het Geografisch Informatie Systeem Vlaanderen TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

dro - DSI Info voor software leveranciers

Wat betekenen de INSPIRE-richtlijn en het GDI-decreet voor de lokale besturen? Luc Depredomme en Leen De Temmerman (AGIV)

Aansluiten op Geopunt: beter te vinden, te bekijken en te downloaden

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data- Infrastructuur Vlaanderen, artikel 22, laatste lid;

Een introductie tot GDI-Vlaanderen en het GDI-Handboek

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

De huidige netwerkstatus van de GDI in Vlaanderen. Joris Sanders

INSPIRE dataprovider: en wat nu? Deel II. Introductie INSPIRE vereisten. Michel Grothe, Geonovum 24 januari 2013, Amersfoort

Gratis gebruik van GDI-Vlaanderen geodata en diensten voor onderwijs

Kennissessie INSPIRE. Algemene vereisten & architectuur Metadata View Services Download Services Ondersteuning vanuit Geonovum.

Nederlands WMS - SLD Profiel. Versie 1.0

OPEN DATA VAN DOV, HOE AAN DE SLAG ERMEE? Marleen Van Damme DOV-coördinator (LNE-ALBON)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, artikel 22, eerste lid;

INSPIRE en wat te doen bij wijzigingen

INSPIRE richtlijn Gevolgen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

CRAB & GRAB in de praktijk. Hans Van den Heede Diensthoofd

GEOPUNT VLAANDEREN ONDER DE MOTORKAP. Sessie 26. AGIV-Trefdag ICC Gent, 28 november 2013

Dit voorbeeldproject beschrijft het gebruik van web services (open standaarden) voor de ontsluiting van kernregistraties bij de gemeente Den Haag.

GeoKey en Catalog Services

GEOPUNT VLAANDEREN HET NIEUWE GEOPORTAAL VAN DE VLAAMSE OVERHEID. Infosessie Geopunt Voorjaar 2015

Analyse van de beslissingsniveaus van de huidige overlegstructuur in functie van het nieuwe stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid

De kracht van (internationaal) samenwerken. Individually, we are one drop. Together, we are an ocean. Ryunosuke Satoro

Nederlands profiel op ISO Geographic information Web Feature Service

Decreet betreffende het Centraal Referentieadressenbestand (citeeropschrift: "CRAB-decreet")

OVERZICHT REGELGEVING CENTRAAL REFERENTIEADRESSENBESTAND

en in praktijk Intergraph Shuttle Geo in Business Intelligence Shuttle

Jouw data in Geopunt, metadata zijn de sleutel. Geraldine Nolf Expert Metadata - AGIV

Nederlands profiel op ISO Geographic information Web Feature Service

15 mei Inspire richtlijn van kracht

Handboek GDI-Vlaanderen. Deel 1: Kader voor de uitbouw van de Vlaamse GDI

Geografische Informatie, killer-app voor SOA

Gelet op het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand (hierna: het CRABdecreet );

OVERZICHT WETGEVING GEOGRAFISCHE DATA-INFRASTRUCTUUR VLAANDEREN

Hoofdvraag SPATIALIST. Projectkenmerken SPATIALIST. Ontwikkeling. SPATIALIST-onderzoeksresultaten

..over. Geoportalen. en: Interoperabiliteit, Open Standaarden en WebService Architecturen. Presentatie GIN 17 november 2004 Theo Thewessen Geodan IT

/// STAPPENPLAN INSPIRE- DATAHARMONISATIE

HELP IK GIS! INSTRUMENTEN OP MAAT. AGIV-trefdag ICC Gent, 27 november 2014

INSPIRE Infrastructure for Spatial Information in Europe. Rapportage monitoring INSPIRE 2011

GEOPUNT VLAANDEREN HET NIEUWE GEOPORTAAL VAN DE VLAAMSE OVERHEID. AGIV-Trefdag ICC Gent, 28 november 2013

De omgevingsvergunning en geografisch gekoppelde gegevens

(Voor de EER relevante tekst)

INSPIRE ruimtelijke datadiensten. INSPIRE Kennissessie Amersfoort, 5 juli 2016

AGIV - KLIP Web API 0.6

GESCHIEDENIS EN GEOGRAFIE

Canonieke Data Modellering op basis van ArchiMate. Canonieke Data Modellering op basis van Archimate Bert Dingemans

Opname geo-standaarden op de lijst voor pas toe of leg uit en status uitstekend beheer. Forum Standaardisatie Stuurgroep Standaardisatie

TROWA. Visie en scope Informatiemodel Waterschapsverordening. Datum : : 2.0, definitief

GEOPUNT 2.0 WAT BRACHT 2014? PLANNING VOOR AGIV-trefdag ICC Gent, 27 november 2014

Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV)

Op weg naar INSPIRE. Ontwikkeling tbv INSPIRE binnen Het Kadaster

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

BelRAIgebruiksvoorwaarden. softwareontwikkelaars

INHOUDSTAFEL. Deel I Commentaar

Adressenmonitor. Crab-decreet (8 mei 2009) Krachtlijnen. CRAB-decreet Datawarehousing Monitor van adressen 1

Metadataset: Orthofoto's, middenschalig, kleur, provincie Oost-Vlaanderen, opname 2006

INSPIRE Infrastructure for Spatial Information in Europe. Rapportage monitoring INSPIRE 2012

Leesmij. Grenzen van polders en wateringen. Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

Context Informatiestandaarden

Hoe kunnen we onze gegevens vertrouwen? NORA-gebruikersdag 29 mei 2018 Themasessie over Kwaliteit van Gegevensmanagement

BeSt-Address. Ziggy Vanlishout

WFS 3.0 De geo-api van de toekomst. Linda van den Brink, Geonovum 13 februari #DataToBuildOn

De complete oplossing voor uw kadastrale informatievoorziening.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Leesmij. Gebieden met recht van voorkoop, nv De Scheepvaart 21/03/2012. Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

Leesmij. Beschermingszones van grondwaterwinningen 06/07/2006. Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

Nederlands WFS Profiel. Version 1.0

- - Actieplan aangaande de uitbouw van de Geografische Data Infrastructuur. GDI-uitvoeringsplan Pagina 1

Support Center GIS-Flanders

Data-ontsluiting MercatorNet

Uitbreiding van UM Aquo cluster metingen, toevoegen optioneel attribuut Identificatie waarnemingssoort aan klasse WaardeReeks MIDDELGROOT

Inhoud. De onstuitbare opmars van GIS. Perspectieven voor optimale integratie van GIS in de gemeente

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Statistisch Product. Doodsoorzaken

OVERZICHT REGELGEVING AGENTSCHAP VOOR GEOGRAFISCHE INFORMATIE VLAANDEREN

Workshop 4 CRAB gebruik. Jan Laporte Relatiebeheerder Dienst Klantenrelaties

Research & development

Artikel 2 Toepassingsgebied van de privacyverklaring

Portability, Interoperability of toch maar Connectivity Portability, Interoperability of toch maar Connectivity.

Advies 82/2018 van 5 september 2018

Productspecificatie DKK in PDOK

VR DOC.1037/1

Data Governance van visie naar implementatie

Protocol dat de onafhankelijkheid van Vlaamse openbare statistieken garandeert

Metadata. Geraldine Nolf Expert Metadata

Conclusies en aanbevelingen standaardisatie. Danny Vandenbroucke

Hierbij wordt het werk van mijn college s Anuja Dangol, Thérèse Steenberghen en mezelf voorgesteld, met medewerking van Diederik Tirry.

10/12/2015. Vlaamse Basisregisters: Gebouwenregister. Ziggy Vanlishout. Stelsel van basisregisters

Beleid en standaarden

Viewer MapGuide Open Source/Enterprise

Leesmij. Bodemassociaties. Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen

Transcriptie:

Handboek GDI-Vlaanderen Deel 3: Begrippenlijst Juni 2010

INHOUDSTAFEL 1 Inleiding... 1 1.1 Doel van de begrippenlijst... 1 1.2 Organisatie van de begrippenlijst... 1 2 Geografische data-infrastructuur... 2 2.1 Algemene begrippen... 2 2.2 GDI-Vlaanderen... 5 2.2.1 Algemene begrippen... 5 2.2.2 Organisatie... 5 2.2.3 Monitoring en rapportering... 8 2.2.4 Toegang tot en gebruik van geografische gegevensbronnen en diensten... 9 2.3 INSPIRE... 10 2.3.1 Algemene begrippen... 10 2.3.2 Organisatie... 10 3 Geografische gegevens en metadata... 13 3.1 Modelleren van geografische gegevens... 13 3.1.1 Definities... 13 3.1.2 Standaarden voor gegevensmodellering... 14 3.2 Metadata... 16 3.2.1 Definities uit het en de... 16 3.2.2 Standaarden voor metadata... 17 4 GDI-architectuur... 20 4.1 Service-georiënteerde architectuur... 20 4.2 Geografische diensten... 22 4.2.1 Definities uit het en de... 22 4.2.2 Standaarden voor geografische diensten... 26 Bijlage Lijst van afkortingen ii

INDEX A Algemene gegevensmodellen voor geografische informatie... 13 Authentieke geografische gegevensbron... 3 D Downloaddienst... 24 E Enterprise Service Bus... 21 G GDI-architectuur... 19 GDI-deelnemer... 5 GDI-knooppunt... 7 GDI-raad... 6 GDI-Vlaanderen... 5 GDI-werkgroep... 6 Gegevensmodel... 12 Gegevensspecificaties... 12 Geografisch object... 3 Geografische data-infrastructuur - GDI... 2 Geografische dienst... 3 Geografische gegevens... 2 Geografische gegevensbron... 3 Geografische Service Bus... 21 Geographic Markup Language (GML)... 13 Geoportaal... 4 H Harmonisering van geografische gegevensbronnen... 4 Het agentschap AGIV... 6 I Implementatiespecificatie... 25 INSPIRE geoportaal... 10 INSPIRE Guidance document... 11 INSPIRE metadatastandaard... 17 INSPIRE SDIC, LMO, Drafting team, Thematic Work group... 11 INSPIRE- uitvoeringsbepaling... 11 INSPIRE-gegevensspecificaties... 14 INSPIRE-referentie-dataset... 10... 10 INSPIRE-thema... 10 Instantie... 5 Interoperabiliteit... 4 ISO Metadata standaard... 16 K Kwaliteit van netwerkdiensten... 22 M Metadata... 2 Metadata-editor... 16 Metadata-element... 15 Metadata-profiel... 15 Metadata-uitwisselingsbestand... 16 Metagegevens... 2 Monitoren en rapportering... 8 Monitoring... 8 N Netwerkdienst... 21 netwerkdienst, beschikbaarheid... 22 netwerkdienst, capaciteit... 22 netwerkdienst, prestaties... 22 O Onrechtstreekse overdrachtdienst... 24 Overdrachtdienst... 23 P Portretteren van geografische gegevens... 13 R Raadpleegdienst... 23 Raadpleegdiensten - Web Map Services (WMS)... 26 Raadpleegtoepassing... 23 Rapportering... 9 Rechtstreekse Overdrachtdienst... 24 Rechtstreekse overdrachtdiensten - Web Feature Services (WFS)... 26 S Service-georiënteerde architectuur (SOA)... 19 Stuurgroep GDI-Vlaanderen... 6 T Toegang tot en gebruik van geografische gegevensbronnen en diensten... 9 Transformatiemodel... 13 V Verwerkingsdienst... 24 Vlaamse metadatastandaard voor geografie - GIS-Vlaanderen metadataprofiel... 17 W Web-services... 20 Z Zoekdienst... 22 Zoekdiensten - Catalog Services for the Web (CS-W)... 25 Zoektoepassing... 22 iii

1.1 Doel van de begrippenlijst 1 Inleiding De begrippenlijst geeft een overzicht van de belangrijkste begrippen die doorheen het Handboek GDI- Vlaanderen aan bod komen. Elk begrip wordt verklaard aan de hand van een korte beschrijving en er wordt verwezen naar documentatie waar verdere informatie over het begrip kan gevonden worden. Deze begrippenlijst vormt Deel 3 van het Handboek GDI-Vlaanderen, en moet gelezen worden samen met de andere delen van dit handboek: Deel 1: Kader voor de uitbouw van de Vlaamse GDI Dit deel van het handboek beschrijft het kader voor de uitbouw van de Vlaamse GDI: de aanleiding, de toepasselijke wetgeving, de technologische achtergrond, enzovoort. Deel 2: Praktische leidraad GDI-Vlaanderen Dit deel begeleidt beheerders en gebruikers van geografische gegevens bij de concrete implementatie van het. 1.2 Organisatie van de begrippenlijst De begrippenlijst is georganiseerd in volgende secties: Begrippen die gebuikt worden in het en de (zie pagina 2) Begrippen die aspecten van het beheer van geografische gegevens en metadata beschrijven (zie pagina 13) Begrippen die de GDI-architectuur beschrijven (zie pagina 20). Via de index vooraan de begrippenlijst (pagina iii) kunnen begrippen ook op een alfabetische manier teruggevonden worden. 1

2 Geografische data-infrastructuur 2.1 Algemene begrippen Geografische data-infrastructuur - GDI Met de term "Geografische data-infrastructuur" (GDI) wordt het geheel aangeduid van geografische gegevens, technologie, beleid en organisatorische/institutionele afspraken dat nodig is om de beschikbaarheid van en toegang tot geografische gegevens mogelijk te maken en te vereenvoudigen. Het woord "infrastructuur" wordt gebruikt om het concept van een duurzame, ondersteunende omgeving, analoog aan bijvoorbeeld een wegen- of telecommunicatienetwerk, te promoten. De infrastructuur bestaat uit volgende GDI-componenten: metadata, geografische gegevensbronnen en diensten, technische specificaties en standaarden, afspraken omtrent de toegang tot en het gebruik van geografische gegevens en diensten, mechanismen processen en procedures voor het monitoren en de coördinatie van de infrastructuur. Harmonisatie en interoperabiliteit van de GDI-componenten zorgen ervoor dat geografische gegevens en diensten op een geïntegreerde wijze kunnen worden aangesproken en op een consistente wijze kunnen worden gecombineerd. Naast de term "Geografische data-infrastructuur", worden ook de termen "Spatial data infrastructure" '(SDI) en "Ruimtelijke data-infrastructuur" veel gebruikt. SDI Cookbook http://www.gsdidocs.org/ Metagegevens of Metadata Informatie waarin geografische gegevensbronnen en geografische diensten worden beschreven en die het mogelijk maakt die gegevens of diensten te inventariseren, te vinden en te gebruiken. Geografische gegevens Elektronische gegevens die direct of indirect verwijzen naar een specifieke locatie of een specifiek geografisch gebied. Een perceelscontour is een voorbeeld van een geografisch gegeven dat direct verwijst naar een specifieke locatie, een adres is een voorbeeld van een geografisch gegeven dat, via het gebouw of perceel waaraan het wordt toegekend, indirect verwijst naar een specifieke locatie. De spreekt van "ruimtelijke gegevens". 2

Geografische gegevensbron Een identificeerbare verzameling van geografische gegevens. De Bodemkaart is een voorbeeld van een geografische gegevensbron. De spreekt over een "ruimtelijke gegevensbron". Authentieke geografische gegevensbron Een authentieke geografische gegevensbron is een op elektronische wijze bijgehouden verzameling van geografische gegevens die als de meest volledige en kwalitatief hoogstaande door de Vlaamse Regering erkend is, en die nuttig of noodzakelijk is in het kader van het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer. Een authentieke geografische gegevensbron biedt kwaliteitsgaranties in verband met actualiteit, nauwkeurigheid en volledigheid; is beschreven aan de hand van metadata die conform zijn aan het GDI-Vlaanderen metadataprofiel; is raadpleegbaar via een raadpleegdienst; is overdraagbaar via overdrachtdienst (downloaddienst); is geharmoniseerd overeenkomstig de voorschriften opgelegd door de stuurgroep GDI- Vlaanderen. EGOV-decreet Geografische dienst De bewerking van geografische gegevens die zich in geografische gegevensbronnen bevinden of de verwerking van de aanverwante metadata door middel van een computertoepassing. De AGIV metadata zoekdienst en de CRAB webservice zijn voorbeelden van geografische diensten, evenals een Web Map Service die de bodemerosiekaart aanbiedt. De spreekt van "diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens". Geografisch object Een abstracte voorstelling van een reëel verschijnsel in relatie tot een specifieke locatie of een specifiek geografische gebied. Een adres kan voorgesteld worden door een puntobject (xy-coördinaat). Een perceel kan voorgesteld worden door een polygoonobject dat de contouren en oppervlakte van het perceel beschrijft met een bepaalde nauwkeurigheid. De spreekt over "ruimtelijk object". 3

Interoperabiliteit De mogelijkheid om, zonder terugkerende handmatige verrichtingen, geografische gegevensbronnen zodanig te combineren en geografische diensten zodanig op elkaar in te laten werken dat het verkregen resultaat coherent is en de meerwaarde van de geografische gegevensbronnen en geografische diensten verhoogd wordt. Door gebruik te maken van standaarden kan interoperabiliteit bereikt worden. nteroperabiliteit op het niveau van de geografische gegevens wordt bereikt door de harmonisatie van geografische gegevensbronnen (zie begrip Harmonisering van geografische gegevensbronnen op pagina 4). Door interoperabiliteit is het bijvoorbeeld mogelijk dat een gebruiker kaartdiensten die door verschillende organisaties worden aangeboden kan combineren in zijn GIS software pakket, zonder dat hij wakker moet liggen van formaten of protocollen, of dat hij gegevens zelf moet converteren. Harmonisering van geografische gegevensbronnen Interoperabiliteit van geografische gegevensbronnen betekent dat het mogelijk moet zijn om op een consistente manier geografische gegevens en diensten uit verschillende bronnen te combineren, tussen verschillende organisaties en domeinen, tussen regio's en tussen Europese lidstaten. Harmonisatie gebeurt het best op niveau van de geografische objecten, dat wil zeggen op niveau van de afspraken over de manier waarop de "vertaling" van een verschijnsel in de werkelijkheid naar een virtueel digitaal object in een geografische databron gebeurt. Deze harmonisatie gebeurt op verschillende niveaus: semantische consistentie: welke verschijnselen worden wel en niet opgenomen in een geografische gegevensbron? Welke objecten nemen we op in de objectencatalogus? geometrische consistentie: hoe worden "werkelijke" objecten omgezet naar geometrische objecten? In welk projectiesysteem worden de gegevens opgenomen? Met welke precisie? consistentie in de aanmaak van de gegevens: hoe bouwen we een netwerk op? Hoe worden gegevens gegeneraliseerd? topologische consistentie: hoe sluiten geografische objecten op de rand van een geografische gegevensbron aan op een aansluitende gegevensbron? Hoe sluiten overlappende gegevensbronnen op elkaar aan? logische consistentie: werken we met een gemeenschappelijk data model en definitie van objecten? Daarnaast leggen de dataspecificaties ook richtlijnen vast om de gegevens te portretteren, om ze te beschrijven met metadata-elementen en om ze aan te leveren. Door gebruik te maken van een gemeenschappelijk gegevensmodel voor het thema "Hydrografie" dat overeengekomen is tussen verschillende regio's, is het mogelijk om grensoverschrijdende toepassingen te maken, waarbij de gebruiker de zekerheid heeft dat bv. het object "oever" op dezelfde wijze gedefinieerd en ingewonnen is over de grenzen heen, en dat de oevers ook over de grenzen heen aansluiten. Geoportaal Een internetsite die een centrale toegang verschaft tot de GDI, of een equivalent ervan. Binnen een GDI kunnen verschillende geoportalen opgesteld worden, bv. per organisatorisch niveau. 4

Het INSPIRE geoportaal is de centrale toegang voor het Europese GDI. Via het INSPIRE geoportaal (http://www.inspire-geoportal.eu/) kan de gebruiker geografische gegevensbronnen en diensten opzoeken en de geografische gegevensbronnen bekijken van alle Europese lidstaten. 2.2 GDI-Vlaanderen 2.2.1 Algemene begrippen Zie hoofdstuk 2.1 2.2.2 Organisatie Het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data-infrastructuur Vlaanderen () vervangt het GIS-decreet van 17 juli 2000 dat in de oprichting van het samenwerkingsverband GIS-Vlaanderen voorzag. Het is ook de formele verplichting van Vlaanderen om de kaderrichtlijn om te zetten in eigen regelgeving. GDI-Vlaanderen Het richt een samenwerkingsverband GDI-Vlaanderen op. GDI-Vlaanderen staat in voor de uitbouw en de exploitatie van de GDI van Vlaanderen. GDI Vlaanderen is georganiseerd als volgt: Deelnemers van GDI-Vlaanderen Het agentschap Stuurgroep GDI-Vlaanderen GDI-Raad GDI-deelnemer GDI-deelnemers zijn de Vlaamse instanties. Instantie Instantie is een begrip uit het Vlaamse decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Een bestuursinstantie heeft een ruimere invulling dan administratieve overheid. Onder bestuursinstantie worden begrepen: een rechtspersoon die is opgericht bij of krachtens de grondwet, een wet, decreet of ordonnantie; een natuurlijk persoon, een groepering van natuurlijke personen, een rechtspersoon of groepering van rechtspersonen die in hun werking bepaald en gecontroleerd worden door bovenstaande rechtspersoon; 5

een natuurlijk persoon, een groepering van natuurlijke personen, een rechtspersoon of groepering van rechtspersonen voor zover zij door bovenstaande rechtspersoon zijn belast met de uitoefening van een taak van algemeen belang. Meer concreet zijn instanties: het Vlaams Parlement en de eraan verbonden instellingen; diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest. Daarmee worden bedoeld: ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse wetenschappelijke instellingen en alle Vlaams openbare instellingen. Ook alle nieuwe entiteiten die worden opgericht vallen hieronder; de gemeenten en districten; de provincies; gemeentelijke en provinciale instellingen die in een openbare dienst voorzien (bv. gemeentelijke vzw's, gemeentescholen, autonome gemeentebedrijven); verenigingen van provincies en gemeenten; OCMW's; polders en wateringen; de kerkfabrieken; alle andere instanties binnen het Vlaamse Gewest en de Vlaamse gemeenschap (bv. Aquafin, onderwijsinstellingen); Vlaamse decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur Het agentschap AGIV Het AGIV is verantwoordelijk voor de operationele coördinatie van de uitbouw en exploitatie van de GDI. Stuurgroep GDI-Vlaanderen De stuurgroep GDI-Vlaanderen bestaat uit afgevaardigden van de deelnemers aan GDI- Vlaanderen. De stuurgroep bepaalt hoe de GDI in Vlaanderen zal uitgebouwd en geëxploiteerd worden. Ze zal bijvoorbeeld vaststellen aan welke functionaliteiten de GDI moet voldoen, welke geografische gegevensbronnen en diensten moeten kunnen uitgewisseld worden via de GDI. Ze zal voorstellen formuleren omtrent welke gegevensbronnen moeten evolueren naar authentieke gegevensbronnen, welke standaarden dienen gebruikt te worden, enz. GDI-raad De GDI-raad bestaat uit vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke actoren (wetenschappelijk experts, belanghebbenden uit de private sector,...) en onafhankelijke experts. Ze heeft de opdracht om strategisch advies te geven aan de minister of de stuurgroep GDI- Vlaanderen over de uitbouw van de GDI. 6

GDI-werkgroep In de schoot van de stuurgroep GDI-Vlaanderen werd een werkgroep GDI-Vlaanderen (GDIwerkgroep) opgericht, die zich vooral aan de technische en organisatorische aspecten van de uitbouw van de GDI zal wijden. De GDI-werkgroep zal instaan voor het uittekenen van de architectuur van de GDI en het nodige afsprakenkader om deze te operationaliseren. GDI-knooppunt GDI-Vlaanderen wordt opgebouwd onder de vorm van een netwerk van knooppunten. Een GDIknooppunt omvat de organisatorische en technische infrastructuur voor de toegang tot en het gebruik van geografische gegevensbronnen. De geografische gegevensbronnen worden ontsloten via geografische diensten: zoekdiensten, raadpleegdiensten en overdrachtdiensten (downloaddiensten) en via het knooppunt ter beschikking gesteld. In functie van de grootte van het knooppunt en de diensten die het knooppunt aanbiedt, worden de GDI-knooppunten als volgt gecategoriseerd: mini-knooppunt Een mini-knooppunt beheert de geografische gegevensbronnen en metadata van haar organisatie en zorgt ervoor dat deze geografische gegevensbronnen en metadata ontsloten worden volgens geografische netwerkdiensten die conform zijn aan de GDI-richtlijnen. Een organisatie kan aansluiten bij een medio-knooppunt en ervoor kiezen de geografische gegevensbronnen en metadata niet zelf te ontsluiten, maar via de diensten die aangeboden worden door het medio-knooppunt. Een mini-knooppunt kan ook rechtstreeks koppelen aan een hoofdknooppunt, om op die manier de geografische gegevensbronnen en metadata beschikbaar te maken voor andere organisaties. medio-knooppunt Een medio-knooppunt is een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties die samen een organisatorische en technische infrastructuur opzetten. Verschillende samenwerkingsverbanden zijn mogelijk: volgens regio (een groepering van verschillende Vlaamse overheidsdiensten (bijvoorbeeld het Mercator knooppunt voor de departementen LNE, MOW, RWO), een provinciaal of interlokaal medio-knooppunt voor lokale besturen, een themagroepering (bijvoorbeeld knooppunt Vlaamse Hydrografische Atlas). Een medio-knooppunt koppelt de diensten van de aangesloten mini-knooppunten en voorziet eventueel in een zoekdienst waarmee deze diensten kunnen gevonden worden. Een medio-knooppunt koppelt aan een hoofdknooppunt om op die manier de geografische gegevensbronnen ook voor andere organisaties toegankelijk te maken. hoofdknooppunt Een hoofdknooppunt koppelt alle onderliggende medio- en mini-knooppunten en zorgt ervoor dat alle geografische diensten van die knooppunten ontsloten worden naar andere hoofdknooppunten. Het bevat een centrale zoekdienst waarmee alle de geografische gegevensbronnen en diensten kunnen gevonden worden. Een hoofdknooppunt voorziet een geoportaal, een internettoepassing die een centrale toegang verschaft tot de GDI. Het geoportaal bevat een zoektoepassing, een raadpleegtoepassing een downloadtoepassing en een beveiligingsmechanisme dat de gegevens afschermt voor oneigenlijk gebruik. In haar rol van operationele coördinator van de uitbouw en exploitatie van de GDI zet het AGIV het hoofdknooppunt op voor GDI-Vlaanderen. Hiertoe zet het AGIV een Geografische Service Bus op en het Vlaamse geoportaal. INSPIRE hoofdknooppunt Op Europees niveau is er één hoofdknooppunt, het INSPIRE hoofdknooppunt. Via het INSPIRE geoportaal van dit knooppunt is het mogelijk om toegang te krijgen tot alle geografische 7

gegevensbronnen en diensten die in het kader van de door de lidstaten ontsloten worden. Hoofd INSPIRE Hoofd (nationaal Belgisch) Hoofd ( andere regio ) Hoofd ( AGIV ) Hoofd ( ander land ) Medio Medio Medio Mini Mini Mini Mini Mini Mini Mini Mini Mini Figuur 1: Schema van de GDI-knooppunten 2.2.3 Monitoring en rapportering Monitoring en rapportering De Vlaamse Regering bezorgt elk jaar aan het Vlaams Parlement een rapport over de stand van zaken van de GDI en het gebruik ervan. De Vlaamse Regering rapporteert ook om de drie jaar aan de Europese Commissie. Deze informatie is belangrijk om de evolutie van de GDI-Vlaanderen en van de Europese geografische data infrastructuur op een gefundeerde manier te sturen. Deze rapporten worden publiek gemaakt via het Internet. De concrete regels i.v.m. monitoring en rapportering worden vastgelegd in de stuurgroep GDI- Vlaanderen. Voor de rapportering aan de Europese Commissie moeten deze regels voldoen aan het betreffende INSPIRE-uitvoeringsbepaling. Monitoring Beschikking van de Commissie van 5 juni 2009 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft toezicht en verslaglegging (2009/442/EG) Monitoring gebeurt op een kwantitatieve manier om een aantal indicatoren af te leiden omtrent: het bestaan van metadata voor geografische gegevensbronnen en diensten, en de conformiteit van die metadata; 8

de geografische gegevensbronnen die worden aangeboden, hun bedekking, en conformiteit aan de dataspecificaties; de toegang tot metadata via de zoekdiensten; de toegang tot geografische gegevensbronnen via raadpleeg- en overdrachtdiensten; het gebruik van de netwerkdiensten en hun conformiteit aan de specificaties. Rapportering Rapporteren gebeurt op een kwalitatieve manier over: de coördinatie tussen leveranciers en gebruikers van geografische gegevensbronnen en diensten, inclusief de kwaliteitsbewaking; de bijdrage die de deelnemers aan GDI-Vlaanderen of derden leveren voor de werking en coördinatie van de GDI; de afspraken die tussen de deelnemers aan GDI-Vlaanderen gemaakt zijn omtrent gegevensuitwisseling; de kosten en baten van de implementatie van GDI-Vlaanderen en INSPIRE. 2.2.4 Toegang tot en gebruik van geografische gegevensbronnen en diensten Toegang tot en gebruik van geografische gegevensbronnen en diensten Het doel van het en de is om is om voor een vlotte uitwisseling van gegevens en diensten te zorgen, tussen de deelnemers van GDI-Vlaanderen, maar ook met andere instanties (Belgische en andere regionale overheden, Europese overheid en Europese lidstaten,...), de burger en het bedrijfsleven. De grote lijnen voor de toegang tot en gebruik van geografische gegevensbronnen en diensten die toegevoegd zijn aan GDI-Vlaanderen worden vastgelegd in het. Nadere toegangs- en gebruiksregels worden vastgesteld door de Vlaamse Regering op voorstel van de stuurgroep GDI- Vlaanderen. Voor de geografische gegevensbronnen die behoren tot één van de INSPIREthema's houden de regels rekening met de betreffende uitvoeringsbepaling van de INSPIRErichtlijn. Belangrijkste principes voor toegang en gebruik: Deelnemers aan GDI-Vlaanderen hebben kostenloos toegang tot gegevens en diensten voor het vervullen van hun taken van algemeen belang. Andere instanties: Belgische instanties (Federale en regionale overheden en instanties) hebben toegang tot de gegevens en diensten voor het uitvoeren van taken van algemeen belang. De Vlaamse Regering sluit hiertoe overeenkomsten met de federale staat, de regio's en gemeenschappen, of de instanties die ervan afhangen. Instellingen en organisaties van de Europese Gemeenschap hebben kostenloze toegang tot en gebruik van de gegevens en diensten voor het vervullen van hun taken van algemeen belang met betrekking tot het milieu. De deelnemers kunnen, in overleg met de stuurgroep GDI-Vlaanderen, vergoedingen vaststellen om hun gegevens en diensten ter beschikking te stellen aan derden. Andere organisaties krijgen toegang tot geografische gegevensbronnen en diensten via het Vlaamse geoportaal. In principe zijn alle geografische gegevensbronnen en diensten toegankelijk. Een beperking kan enkel worden ingeroepen wanneer de rechtsgang, de openbare veiligheid, de nationale defensie of de internationale betrekkingen in gevaar worden gebracht. De toegang kan ook beperkt worden 9

indien de geografische gegevensbron informatie over geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke personen bevatten (Privacywet). Andere organisaties hebben kostenloze toegang tot en gebruik van zoek- en raadpleegdiensten. Voor overdracht- en verwerkingsdiensten kunnen de deelnemers, in overleg met de stuurgroep GDI-Vlaanderen, vergoedingen vaststellen. 2.3 INSPIRE 2.3.1 Algemene begrippen Zie hoofdstuk 2.1 INSPIRE-thema De heeft betrekking tot een aantal thematische categorieën die ondergebracht worden in de bijlagen van de richtlijn. Er zijn drie bijlagen (I, II en III). De regels en de mijlpalen die de richtlijn vastlegt kunnen verschillen van bijlage tot bijlage. Bijvoorbeeld, het thema Beschermde gebieden valt onder Bijlage I, het thema Bodemgebruik onder Bijlage II en het thema statistische eenheden onder Bijlage III, INSPIRE Website: http://inspire.jrc.ec.europa.eu/index.cfm INSPIRE-dataset De brengt geografische informatie onder in een aantal thematische categorieën die ondergebracht worden in de bijlagen van de richtlijn. Door de Vlaamse overheid en door de federale overheid worden geografische gegevensbronnen beheerd die onder één van deze thema's vallen. Een INSPIRE-dataset is de dataset die door de Belgische overheid wordt aangeduid om te voldoen aan haar INSPIRE-verplichtingen voor een bepaald thema. Het Voorlopige Coördinatie Comité (VCC), dat voor België de uitvoering van de coördineert, stelt een proces op punt om INSPIRE-datasets aan te duiden. Ze doet dit in overleg met de beheerders van de geïdentificeerde geografische gegevensbronnen. Het is mogelijk dat meer dan één geografische gegevensbron wordt aangeduid indien deze complementair zijn, bv. op basis van de toepasselijke schaalniveaus of objecten die ze bevatten. INSPIRE geoportaal Het INSPIRE geoportaal is de centrale toegang voor het Europese GDI. Via het INSPIRE geoportaal kunnen de geografische gegevens en diensten van alle Europese lidstaten worden opgezocht en geraadpleegd. Zie ook: Geoportaal Zie http://www.inspire-geoportal.eu/. 2.3.2 Organisatie De Europese richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (INSPIRE) 10

Met deze richtlijn wil de Europese Commissie een kader scheppen waarbij ten behoeve van het Gemeenschappelijk milieubeleid, of beleid met een directe of indirecte impact op het milieu een Europese geografische data-infrastructuur wordt opgebouwd. INSPIRE bouwt verder op de GDI's die in de 27 lidstaten van de Europese Unie worden opgericht. De richtlijn legt zich toe op 34 (ruimtelijke) thema's die een sleutelelement vormen voor het uitvoeren van milieubeleid en -toepassingen. INSPIRE Website: http://inspire.jrc.ec.europa.eu/index.cfm INSPIRE-uitvoeringsbepaling De wordt voor de specifieke actieterreinen (Metadata Dataspecificaties, Netwerkdiensten, Toegang en gebruik, en Monitoring en rapportering) geconcretiseerd door middel van uitvoeringsbepalingen (Implementing Rules). De uitvoeringsbepalingen worden goedgekeurd en aangenomen door de Commissie en gepubliceerd in het Officieel Publicatieblad van de EU. INSPIRE-uitvoeringsbepalingen zijn dus bindend. Het opstellen van de verschillende uitvoeringsbepalingen en de voorlegging ervan aan het INSPIRE-comité gevolgd door de goedkeuring ( aanneming ), gebeuren gefaseerd. De gefaseerde aanpak komt o.a. naar voor in de deadlines die in de uitvoeringsbepalingen zelf worden opgelegd. INSPIRE Website: http://inspire.jrc.ec.europa.eu/index.cfm INSPIRE Guidance document De INSPIRE-uitvoeringsbepalingen worden ondersteund door bijhorende technische documenten: INSPIRE Technical Guidance. De documenten geven verdere technische beschrijvingen en aanbevelingen om de uitvoeringsbepaling te realiseren. INSPIRE Website: http://inspire.jrc.ec.europa.eu/index.cfm INSPIRE SDIC, LMO, Drafting team, Thematic Work group De voorziet dat alle betrokken partijen - gebruikers, leveranciers, dienstverleners en coördinatie-instanties - kunnen bijdragen tot de regels en afspraken voor de uitvoering van de. Mogelijke bijdragen zijn bv. het aanbieden van referentiemateriaal, deelnemen aan consultatierondes, voorstellen bespreken en becommentariëren. SDICs - Spatial Data Interest Communities - groeperen organisaties rond een bepaald interessegebied (thematisch, geografisch, type gebruik, technologisch, ), zij brengen hun expertise te samen. Voorbeelden van SDIC's zijn: Belgian Environmental Information System (EIONET-be), Federaal Platform voor Geo-Informatie, SDI-GIS Flanders. LMOs - Legally Mandated Organisation - zijn overheidsinstanties uit de Europese lidstaten die een wettelijk mandaat hebben om binnen hun gebied één of meer componenten van een nationale of regionale GDI uit te bouwen. Voorbeelden van LMO's zijn: het AGIV, het NGI,... Drafting Teams De drafting teams maken de voorstellen op voor de uitvoeringsbesluiten van de. Ze worden per topic samengebracht en zijn samengesteld uit experts die afgevaardigd zijn door de SDIC's en LMO's. Een drafting team verzamelt en analyseert hiertoe alle mogelijk relevant materiaal voor de topic die aangebracht worden door alle betrokken SDIC's en LMO's. Voorbeeld is het Drafting team voor INSPIRE metadata. 11

Thematic workgroup Thematische werkgroepen assisteren bij de opmaak van de technische gegevensspecifcaties voor de thema's uit de. De Thematische werkgroepen zijn samengesteld uit experts die afgevaardigd zijn door de SDIC's en LMO's, gespecialiseerd in te betreffende thema's. 12

3 Geografische gegevens en metadata 3.1 Modelleren van geografische gegevens 3.1.1 Definities Geografische gegevens Zie pagina 2 Geografisch object Zie pagina 3 Dataspecificaties Dataspecificaties beschrijven in detail een gegevensbron. Samen met aanvullende informatie maken dataspecificaties het mogelijk om geografische gegevens te creëren volgens gemaakte afspraken, ze te onderhouden, ze aan andere gebruikers aan te leveren en ze te gebruiken in toepassingen. Gegevensmodel Dataspecificaties worden vastgelegd in een gegevensmodel (of data schema). Een conceptueel gegevensmodel is een modelmatige samenvatting van een gegevensverzameling en drukt de informatie-behoeften uit voor de gebruikers van de informatie. Het legt vast welke gegevens in een informatiesysteem vastgelegd kunnen worden, hoe deze gegevens gestructureerd zijn en wat de verbanden zijn tussen die gegevens. Een conceptueel gegevensmodel wordt meestal uitgedrukt in een de Unified Modeling Language (UML). Figuur 2: Extract uit het UML model voor "PhysicalWaters" (INSPIRE thema Hydrografie) 13

Transformatiemodel Om geografische gegevens van het ene gegevensmodel naar het andere gegevensmodel om te zetten, wordt een transformatiemodel gebruikt. Een transformatiemodel beschrijft hoe de objectendefinities, objectrelaties, objectkenmerken en coderingswijze van het ene gegevensmodel naar het andere worden omgezet. Een transformatiedienst gebruikt een transformatiemodel om een geografische gegevensbron om te zetten van een bekend bronmodel naar een bekend bestemmingsmodel. 3.1.2 Standaarden voor gegevensmodellering Algemene gegevensmodellen voor geografische informatie De internationale organisaties ISO en OGC hebben voor het domein van de geografische informatie algemene gegevensmodellen en schema's vastgelegd. De ISO 19107 standaard specificeert het conceptuele schema voor het beschrijven van de ruimtelijke kenmerken van geografische objecten en de ruimtelijke operatoren die samen met deze objecten kunnen gebruikt worden. De ISO 19109 bepaalt de regels om toepassingschema's te creëren en te documenteren. Om een conceptueel gegevensmodel te gebruiken in een databank of softwaretoepassing wordt het conceptueel gegevensmodel omgezet naar een fysisch gegevensmodel, geschikt voor een specifieke softwaretoepassing. ISO 19107 - Geographic information -- Spatial schema ISO 19109 - Geographic information -- Rules for application schema Geographic Markup Language (GML) Om geografische gegevens uit te wisselen wordt een UML gegevensmodel gecodeerd onder de vorm van een XML schema. De Geographic Markup Language GML is een XML codering voor de representatie van geografische gegevens. GML definieert XML codering voor het overbrengen en opslaan van geografische informatie, waaronder zowel de geometrie als de eigenschappen van geografische objecten. GML is een zeer uitgebreide en algemene taal om alle mogelijke geografische concepten uit te drukken. Een GML Application Profile of GML toepassingsschema is de toepassing van de algemene GML op een specifiek geografisch domein, of voor een specifieke toepassing met een geografische component. GML wordt voornamelijk ontwikkeld door het OGC (huidige versie 3.2.1) en is gepubliceerd als internationale ISO standaard ISO 19136. ISO 19136 - Geographic information -- Geography Markup Language (GML) OGC Geography Markup Language (GML) Encoding Standard, version 3.2.1 Portretteren van geografische gegevens Geografische gegevens worden op kaart weergegeven aan de hand van een legende en een stijl (symbologie). Dat is het portretteren van geografische gegevens. Het OGC heeft een taal ontwikkeld om de legende en stijl voor geografische gegevens vast te leggen. De Symbology Encoding Standard geeft de algemene methodologie. Een specifieke stijl wordt vastgelegd in een Styled Layer Descriptor (SLD) bestand. Door gebruik te maken van een SLD-bestand kan de legende en stijl voor een geografische gegevensbron eenduidig worden vastgelegd. 14

OGC Symbology Encoding Implementation Specificatio OGC Styled Layer Descriptor Profile of the Web Map Service Implementation Specification INSPIRE-dataspecificaties Geografische gegevensbronnen die horen onder een INSPIRE-thema, moeten geharmoniseerd worden volgens de INSPIRE-dataspecificaties. Voor ieder thema wordt een INSPIRE dataspecificatie uitgewerkt door de betreffende INSPIRE thematische werkgroep. Om dit proces te stroomlijnen heeft INSPIRE een kader opgezet dat de algemene richtlijnen uitzet om de geografische gegevens te modelleren, het INSPIRE Conceptual Modeling Framework. Dit kader omvat: een generisch conceptueel model (documentatie en UML model) technische richtlijnen voor het coderen van geografische gegevens een methodologie voor het ontwikkelen van dataspecificaties de definitie van de thema's in bijlage van de een objectencataloog een begrippenlijst Naast het eigenlijke gegevensmodel leggen de INSPIRE-dataspecificaties ook vast op welke manier de geografische gegevens dienen geportretteerd te worden. Voor de thema's uit de INSPIRE bijlage I werden de INSPIRE-dataspecificaties reeds opgesteld. Generic Conceptual Model, version 3.1(D2.5) http://inspire.jrc.ec.europa.eu/reports/implementingrules/dataspecifications/d2.5_v3.1.pdf Guidelines for the encoding of spatial data, version 3.0 (D2.7) http://inspire.jrc.ec.europa.eu/reports/implementingrules/dataspecifications/d2.7_v3.0.pdf Methodology for the development of data specifications: version 3.0 (D 2.6) http://inspire.jrc.ec.europa.eu/reports/implementingrules/dataspecifications/d2.6_v3.0.pdf Definition of Annex Themes and Scope, version 3.0 (D2.3) http://inspire.jrc.ec.europa.eu/reports/implementingrules/dataspecifications/d2.3_definition_of _Annex_Themes_and_scope_v3.0.pdf INSPIRE Consolidated UML model http://inspire-twg.jrc.ec.europa.eu/inspire-model INSPIRE Feature Concept Dictionary http://inspire-registry.jrc.ec.europa.eu/registers/fcd INSPIRE Glossary http://inspire-registry.jrc.ec.europa.eu/registers/glossary INSPIRE-dataspecificaties http://inspire.jrc.ec.europa.eu/index.cfm/pageid/2 INSPIRE Data Specification on Protected Sites - Guidelines INSPIRE Data Specification on Transport Networks - Guidelines INSPIRE Data Specification on Cadastral Parcels - Guidelines INSPIRE Data Specification on Geographical Names - Guidelines INSPIRE Specification on Geographical Grid Systems - Guidelines INSPIRE Specification on Coordinate Reference Systems - Guidelines INSPIRE Data Specification on Administrative Units - Guidelines INSPIRE Data Specifications on Addresses - Guidelines INSPIRE Data Specification on Hydrography - Guidelines 15

3.2 Metadata 3.2.1 Definities uit het en de Metagegevens of metadata zie pagina 2 Metadata-element Metadata worden opgebouwd door metadata-elementen. De structuur van de metadata-elementen wordt vastgelegd in een metadatamodel. Sommige elementen dienen verplicht ingevuld te worden, andere zijn optioneel. Sommige elementen kunnen herhaald worden, andere elementen komen slechts één keer voor. Elementen kunnen met elkaar verbonden zijn door middel van (hierarchische) associaties. Voor sommige elementen bestaan codelijsten of enumeraties. Voorbeelden van metadata-elementen zijn: Identificatie: Via deze elementen wordt een geografische gegevensbron of dienst op een unieke manier geïdentificeerd. Ze geven ook een korte beschrijving van de bron, het type van de bron, de taal (of talen) die in de bron gebruikt worden. Classificatie van geografische gegevens en diensten Deze elementen brengen de geografische gegevensbron of -dienst onder in bepaalde categorieën, zoals bijvoorbeeld onderwerp of type dienst. Trefwoorden Een of meerdere trefwoorden kunnen de geografische gegevensbron of -dienst beschrijven, ze zijn erg handig bij zoekopdrachten. Geografische locatie De geografische locatie van een geografische gegevensbron of dienst kan bijvoorbeeld uitgedrukt worden onder de vorm van een geografische rechthoek. Tijdsreferentie De tijdsreferentie geeft informatie over de tijdsdimensies van de gegevens: temporele dekking (welke tijdspanne beslaat de bron), datum waarop de bron ter beschikking is gekomen, datum waarop de bron de laatste keer herzien is, datum waarop de bron is aangemaakt. Kwaliteit en geldigheid Hieronder worden de herkomst van de gegevens beschreven en de ruimtelijke resolutie (graad van detail). Overeenstemming Deze elementen leggen uit in welke mate de geografische gegevensbron of dienst overeenstemt met de uitvoeringsbepalingen van de of het. Beperking met betrekking tot toegang en gebruik Deze elementen beschrijven de voorwaarden voor de toegang tot en het gebruik van de gegevens en de vergoedingen die daar eventueel tegenover staan. Hier worden ook beperkingen tot de openbare toegang beschreven. Verantwoordelijke organisaties Onder deze elementen worden de organisaties opgelijst die verantwoordelijk zijn voor de creatie, het beheer, de bijhouding, het onderhoud en de verspreiding van de geografische gegevensbron of dienst. 16

Metadataprofiel Een metadataprofiel is een subset of deelverzameling van het metadatamodel en beschrijft alle metadata-elementen waaruit het is opgebouwd. Het metadataprofiel bestaat uit een aantal verplichte metadata-elementen en een aantal optionele. De verplichte metadata-elementen zijn de minimaal vereiste elementen voor metadata. Deze vereisten bevatten voornamelijk de identificerende elementen van een dataset. De optionele elementen zijn een uitbreiding op de minimaal vereiste elementen, zodat alle behoeften om geografische gegevensbronnen en diensten te beschrijven, kunnen opgenomen worden in de metadata. Metadataprofielen kunnen opgesteld worden voor een specifiek toepassingsdomein (bv. geologie), voor bepaalde types van gegevens (bv. aardobservatiegegevens), of voor een bepaalde groep van gebruikers (bv. GDI-Vlaanderen). Metadata-editor Een metadata-editor is een softwaretoepassing waarmee de gebruiker metadata kan creëren, aanpassen en verwijderen. Een metadata-editor kan een web-gebaseerd toepassing zijn of een desktop-toepassing. Een metadata-editor kan ingebed zijn in de GIS-software die gebruikt wordt om de geografische gegevens te beheren. Metadata-uitwisselingsbestand Om metadata uit te wisselen tussen verschillende gebruikers en toepassingen, wordt een metadatauitwisselingsbestand gedefinieerd. Dit uitwisselingsbestand is gebaseerd op het metadatamodel, of indien van toepassing op het metadataprofiel. Meestal worden uitwisselingsbestanden opgemaakt in XML. 3.2.2 Standaarden voor metadata ISO Metadatastandaard De ISO-standaard voor metadata (ISO 19115 - Geographic Information - Metadata) is een bouwdoos, bestaande uit bouwstenen, bouwvoorschriften en blauwdrukken om metadatamodellen te bouwen die geografische gegevensbronnen beschrijven. De ISO 19115 metadatastandaard definieert onder andere: de verplichte, conditionele en optionele metadata-elementen en hun associaties; de minimum set van metadata-elementen die nodig is om geografische gegevensbronnen op te zoeken, hun gebruiksmogelijkheden en -voorwaarden te evalueren, en toegang te verkrijgen tot de gegevens; optionele metadata-elementen die toelaten om de geografische gegevensbronnen nog uitgebreider te beschrijven indien dit nodig is; de methode om de metadatastandaard uit te breiden met nieuwe metadata-elementen die nodig zijn voor een specifiek toepassingsgebied of type gegevens. De ISO-standaard voor Services (ISO 19119 - Geographic information -- Services) definieert hoe de metadata voor geografische diensten opgesteld dienen te worden. De metadata-elementen voor een geografische dienst beschrijven hoe een dienst moet aangeroepen worden en welke operatoren ondersteund worden. Beide ISO-standaarden zijn conceptuele standaarden, uitgedrukt in de vorm van een model. Om de standaarden te kunnen gebruiken bij software-ontwikkeling wordt een implementatiespecificatie uitgewerkt die software-ontwikkelaars op een eenduidige manier aangeeft hoe het metadatamodel moet gerealiseerd worden. De ISO-19139 Technical specification legt uit hoe het ISO 19115 metadatamodel, of afgeleide metadataprofielen, kunnen gecodeerd worden in XML. 17

Figuur 3: Voorbeeld van metadata in XML vorm ISO 19115 Geographic Information - Metadata ISO 19119 Geographic Information - Services ISO 19139 Geographic Information - Metadata -- XML schema implementation Vlaamse metadatastandaard voor geografie - GIS-Vlaanderen metadataprofiel De Vlaamse metadatastandaard voor geografie bevat een aanbeveling voor de uitwisseling van metadata. Het is een formele beschrijving van de metadatastandaard die het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen heeft opgesteld op basis van verschillende ISO-normen en de (INSPIRE Implementing Rule for Metadata). Deze aanbeveling is bedoeld om de uitwisseling van metadata mogelijk te maken zoals bepaald in het. De aanbeveling is geschreven voor de gebruikersgemeenschap van metadatasystemen en iedereen die de algemene principes voor het opstellen en uitwisselen van metadata wil kennen. Bij elke uitwisseling van geografische informatie waar deelnemers aan GDI-Vlaanderen bij betrokken zijn, horen metadata volgens de Vlaamse metadatastandaard opgesteld te zijn. De ISO-19139 Technical specification legt uit hoe het ISO 19115 metadatamodel, of afgeleide metadataprofielen, kunnen gecodeerd worden in XML. Vlaamse metadatastandaard voor geografie - GIS-Vlaanderen metadataprofiel INSPIRE metadatastandaard De INSPIRE metadatastandaard is gebaseerd op de ISO standaarden voor metadata en wordt vastgelegd in het uitvoeringsbesluit "Verordening ter uitvoering van betreffende metagegevens". De technische documentatie wordt beschreven in "INSPIRE Metadata Implementing Rules: Technical Guidelines based on EN ISO 19115 and EN ISO 19119". 18

Verordening (EG) Nr. 1205/2008 Van De Commissie van 3 december 2008 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende metagegevens INSPIRE Metadata Implementing Rules: Technical Guidelines based on EN ISO 19115 and EN ISO 19119 19

4 GDI-architectuur 4.1 Service-georiënteerde architectuur GDI-architectuur De GDI-architectuur is een service-georiënteerde architectuur die bestaat uit volgende componenten: geografische gegevens en bijhorende metadata; geografische netwerkdiensten die worden aangeboden door GDI-knooppunten (miniknooppunten, medio-knooppunten en hoofdknooppunten); geografische service bus van het hoofdknooppunt, beheerd door het AGIV, dat ondersteunende diensten biedt; het Vlaamse geoportaal dat een centrale toegang verschaft tot de GDI; toepassingen die gebruik maken van de geografische netwerkdiensten. Figuur 4: Schets van de GDI-architectuur Service-georiënteerde architectuur (SOA) De architectuur van de GDI en ook van INSPIRE is gebaseerd op een service-georiënteerde architectuur of 'Service Oriented Architecture' (SOA). Een service-georiënteerde architectuur is een set van methodes voor systeemontwikkeling en integratie, waarbij functionaliteit "verpakt" wordt als interoperabele diensten. Deze diensten zijn toegankelijk via een netwerk. De diensten communiceren met elkaar door ofwel het doorgegeven van gegevens van de ene dienst aan de ander, ofwel door het coördineren van activiteiten tussen twee of meer diensten ("service orchestration"). Software-ontwikkelaars kunnen deze diensten gebruiken en combineren om op een flexibele en efficiënte manier software-toepassingen te gebruiken. De belangrijkste kenmerken van een service-georiënteerde architectuur zijn: herbruikbare diensten; 20

losse koppeling tussen diensten; functionaliteit wordt modulair verpakt. Daarbij is het belangrijk dat volgende regels worden gerespecteerd: gebaseerd op standaarden; neutraal inzake software leverancier ("vendor-neutral"). Een service-georiënteerde architectuur biedt een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van andere systemen: Een dienst is een logische presentatie van een stukje business logica met een specifieke output. Voor de eindgebruiker is het als het ware een black box. De afnemer heeft geen weet van de implementatie van de dienst, waardoor de verantwoordelijkheid expliciet is vastgelegd. De leverancier is verantwoordelijk. De afnemer heeft als het ware een contract met de leverancier voor de levering van welbepaalde functionaliteit. Een dienst is gestandaardiseerd. Hierdoor is de dienst makkelijk te vervangen (modulair) door een service van een andere leverancier. Een dienst is "los" gekoppeld. Dit wil zeggen dat de afnemer maximaal onafhankelijk is van de implementatie door de leverancier en vice versa. De technologische benadering van een service-georiënteerde architectuur is bedoeld om platformonafhankelijke communicatie te bewerkstelligen. De diensten zijn vaak gedistribueerd, dat betekent dat ze zich op verschillende plekken bevinden, op verschillende software platformen en beheerd door verschillende organisaties. Een service -georiënteerde architectuur komt daarom vooral tot zijn recht in organisaties waar het aspect van distributie belangrijk is. Web-services De diensten in een service-georiënteerde architectuur worden uitgebouwd als web-services. Webservices zijn modulaire, zelfstandige componenten, gebouwd volgens open standaarden en die met elkaar spreken volgens een gemeenschappelijk protocol. In het geval van de GDI-Vlaanderen zijn de diensten geografische netwerkdiensten die geografische gegevensbronnen op verschillende manieren ontsluiten, via een zoekdienst, een raadpleegdienst en een overdrachtdienst. Hieronder worden een aantal belangrijke standaarden voor web-services vermeld. WSDL (Web-service Description Language) is een XML-taal waarmee de interfaces van webservices worden beschreven. Deze WSDL-documenten zijn bedoeld om gelezen te worden door de toepassingen die de web-service aanspreken zodat ze weten hoe de web-service kan gebruikt worden. UDDI (Universal Description, Discovery and Integration) is een op XML gebaseerd register voor organisaties, waarmee organisaties een catalogus van diensten (web-services) kunnen aanbieden (Publish). Afnemers van Web-services kunnen deze UDDI registry doorzoeken (Find) en de gevonden informatie vervolgens gebruiken om te connecteren op een service (Bind). Zo kunnen organisaties elkaars web-services vinden en hun systemen laten samenwerken volgens het Publish, Find, Bind concept dat weergegeven is in Figuur 5. Figuur 5: Web-services: Publish - Find Bind 21