HAVEN AFVALSTOFFEN PLAN



Vergelijkbare documenten
Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN. zeehavens Amsterdam. 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP)

Besluit Tarieven Havenafvalplan per 01/04/2016

Scheepsafval. in het Noordzeekanaalgebied

Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied

HAVEN AFVALBEHEERSPLAN Conform Wet voorkoming verontreiniging door schepen

1.1 EU - Richtlijn, 1.2 Bijzondere positie visserij in het kader van indirecte financiering 1.3 Inhoud Visserij Haven - afvalplan

Raadsvergadering d.d. 30 juni 2016 Registratienummer: 2016/ Onderwerp: Wijziging Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied L.

..,,.,. r. jg4 A?i! BT. s ~<$,-...-~. c,,?-&, i k?+!jd:{.jfd. t a".,. r-.: q". j :,-.. <. - 7 iui" Middelburg, 6 juli 201 0

3 december 1992, houdende plaatsing in het

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 2/2000. door de Raad vastgesteld op 8 november 1999

Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied Versie: 17 augustus 2018

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Havenafvalplan Groningen Seaports

Haven Afvalstoffen Plan 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

Intitulé : LANDSVERORDENING van 21 december 1993 ter voorkoming verontreiniging door schepen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Havenafvalbeheersplan 2015

HAVENAFVALSTOFFENPLAN HARLINGEN 2012

Formulier voor de overdracht van scheepsafvalstoffen Ship waste transfer form

HOOFDSTUK 5. Bepalingen over het beheer van specifieke materiaalkringlopen en afvalstoffen

Besluit inzamelen afvalstoffen

BEKENDMAKING AAN DE SCHEEPVAART IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer. Basijn nr: 26/2015 IJmuiden, 12 augustus 2015

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling havenontvangstvoorzieningen

38350 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 juni 2013

BEKENDMAKING AAN DE SCHEEPVAART IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Teylingen; gelet op het bepaalde in de Wet bescherming persoonsgegevens; besluiten:

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

Eerste Kamer der Staten-Generaal

TRACTATENBLAD VAN HET

Privacy reglement. Inleiding

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014 (Gemeenteblad 2014, nr. );

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gastouderbureau Alles Kids Zoetermeer Privacyreglement

Verwerkersovereenkomst tussen u en Van den Heuvel Logistiek B.V.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Documentnummer Verkorte inhoud document

Presentatie De Vervuiler Betaalt

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Reglement kade- en ligplaatsgeld 2012

Het Besluit beheer elektrische en elektronische apparatuur wordt als volgt gewijzigd:

Samenwerkingsprotocol

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Model Leegstandverordening

TRIPARTIETE OVEREENKOMST 2015

Subsidieregeling abortusklinieken

Privacyreglement Spoor 3 BV. Artikel 1. Begripsbepalingen. Voor zover niet uitdrukkelijk anders blijkt, wordt in dit reglement verstaan onder:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

8.50 Privacyreglement

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Publicatieblad van de Europese Unie

Concept Bewerkersovereenkomst uitvoering

Havengeld. Verordening op de heffing en de invordering van havengeld 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Havenafvalplan Port of Den Helder

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Zundertse Regelgeving

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Klachtenregeling Cliënten van Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, nr. BWV gelezen en besluit;

De Keizer Kennismakelaar bij Haven Amsterdam

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht en de bijlage

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 april 2014 (OR. en) 7911/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0079 (NLE) PECHE 147

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN. In overeenstemming met de Minister van Financiën;

PRIVACY REGLEMENT TERSCHELLING ENERGIE COÖPERATIEF U.A.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Privacyreglement KOM Kinderopvang

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Afvalafgifte in de beroepsbinnenvaart Het hoe, wat en waar

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Transcriptie:

HAVEN AFVALSTOFFEN PLAN Noordzeekanaalgebied Conform EU- Richtlijn nr. 2000/59/EG Betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen Dit Haven Afvalstoffen Plan omvat de havens van de Gemeenten: Amsterdam Beverwijk Zaanstad Velsen 1 e herziening (2006)

Status: definitief Pagina 2 van 78

0. Autorisatie Vaststelling Haven Afvalstoffen Plan Noordzeekanaalgebied Vaststelling door College van Burgemeester & Wethouders van de Gemeente Amsterdam Status: definitief Pagina 3 van 78

Status: definitief Pagina 4 van 78

Vaststelling door College van Burgemeester & Wethouders van de Gemeente Zaanstad Status: definitief Pagina 5 van 78

Status: definitief Pagina 6 van 78

Vaststelling door College van Burgemeester & Wethouders van de Gemeente Beverwijk Status: definitief Pagina 7 van 78

Status: definitief Pagina 8 van 78

Vaststelling door College van Burgemeester & Wethouders van de Gemeente Velsen Status: definitief Pagina 9 van 78

Status: definitief Pagina 10 van 78

Goedkeuring Haven Afvalstoffen Plan Noordzeekanaalgebied Goedgekeurd door de Minister van Verkeer en Waterstaat, Plaats:.. Datum:.. Status: definitief Pagina 11 van 78

Status: definitief Pagina 12 van 78

INHOUD 0. AUTORISATIE....... 3 1. INLEIDING... 15 2. BEGRIPPEN... 17 3. TOEPASSINGSBEREIK... 20 3.1 Havens... 20 3.2 Havenbeheerder... 20 3.3 Schepen... 20 3.4 Soorten afval... 22 4. ORGANISATIESTRUCTUUR... 23 4.1 Haven Afvalstoffen Plan - stuurgroep... 23 4.2 Inspraak, vaststelling, goedkeuring en evaluatie... 23 4.3 Havenbeheerder... 24 4.4 Uitvoering van taken... 25 4.4.1 Meldingen aan het CNB... 25 4.4.2 Administratieve Organisatie Haven Afvalstoffen Plan (AO HAP)... 25 5. CAPACITEIT HAVENONTVANGSTVOORZIENINGEN... 27 5.1 Afgifte scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen... 27 5.2 Huidige capaciteit havenontvangstvoorziening... 27 5.3 Verwachte afgifte... 27 5.4 Beoordeling huidige capaciteit met verwachte behoefte... 28 5.5 Beleid aanwijzingen... 28 6. MELDING & REGISTRATIE... 29 6.1 Meldingen... 29 6.2 Procedure vooraanmelden... 29 6.3 Procedure operationele meldingen... 31 6.4 Procedure afgiftemelding... 31 6.5 Registratie scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen... 32 6.6 Verantwoordelijkheden ten aanzien van melding en registratie... 32 6.6.1 Verantwoordelijkheden schip... 32 6.6.2 Verantwoordelijkheden inzamelaar... 32 6.6.3 Verantwoordelijkheden Administratieve Organisatie HAP... 32 7. AFGIFTE EN INNAME... 33 7.1 Procedure afgifte en inname... 33 7.2 Procedure afgifte Annex II restanten van schadelijke stoffen... 35 7.3 Verantwoordelijkheden ten aanzien van afgifte en inname... 35 7.3.1 Verantwoordelijkheden schip... 35 7.3.2 Verantwoordelijkheden inzamelaar... 36 7.3.3 Verantwoordelijkheden havenbeheerder... 36 7.3.4 Verantwoordelijkheden Administratieve Organisatie HAP... 37 8. VERWERKING... 38 8.1 Procedure verwerking scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen... 38 8.2 Verantwoordelijkheden inzamelaar... 38 8.3 Verantwoordelijkheden verwerker... 38 9. FINANCIËLE AFHANDELING... 39 9.1 Algemeen... 39 9.2 Verantwoordelijkheden schip... 40 9.3 Verantwoordelijkheden havenbeheerder... 40 9.4 Tarieven... 40 9.5 Afgifterecht... 40 9.6 Procedure financiële afhandeling... 41 10. KWALITEITSBORGING HAP... 43 Status: definitief Pagina 13 van 78

10.1 Distributie... 43 10.2 Evaluatie... 43 10.2.1 HAP - overleg... 43 10.2.2 Audits... 44 11. VRIJSTELLING, ONTHEFFING EN AFZIEN VAN AFGIFTE... 45 11.1 Vrijstelling... 45 11.2 Ontheffing... 45 11.3 Afzien van afgifte... 46 12. KLACHTEN EN TEKORTKOMINGEN... 47 12.1 Melden klachten en tekortkomingen... 47 12.2 Procedure afhandeling klachten en tekortkomingen... 47 13. TOEZICHT EN AANHOUDING... 50 14. VISHAP... 51 XI Tabblad A Tabblad B Tabblad C Tabblad D Haven Gemeente Amsterdam Haven Gemeente Zaanstad Haven Gemeente Beverwijk Havens Gemeente Velsen Bijlagen BIJLAGE 1: KAART NOORDZEEKANAALGEBIED...52 BIJLAGE 2: REGELGEVING...53 BIJLAGE 3: INHOUD RAPPORTAGES AAN HAVENBEHEERDER...55 BIJLAGE 4: KWALITEITSCRITERIA HAVENONTVANGSTVOORZIENINGEN...56 BIJLAGE 5: VOORAANMELDINGSFORMULIER...57 BIJLAGE 6: AFGIFTEFORMULIER...58 BIJLAGE 7: KLACHTENFORMULIER...59 BIJLAGE 8: BELEIDSREGELS ONTHEFFING...61 BIJLAGE 9: BELEIDSREGELS AFZIEN VAN AFGIFTE...62 BIJLAGE 10: ADRESSEN...63 Procedures Procedure 1. Goedkeuren HAP...24 Procedure 2: Overzicht van de meldingen...29 Procedure 3: Vooraanmelding aan CNB...30 Procedure 4: Afgiftemelding...31 Procedure 5: Afgifte & inname...33 Procedure 6. Overzicht betaling...42 Procedure 7. HAP-Overleg...444 Procedure 8. Klachten en tekortkomingen...48 Tabellen Tabel 1: HAP-havenbeheerders Noordzeekanaalgebied...20 Tabel 2: Indeling verschijningsvorm ladingstype 2001...21 Tabel 3: Scheepsbewegingen Noordzeekanaalgebied naar GT in 2002...22 Tabel 4: Overzicht soorten afval naar Marpol Annex...22 Tabel 5. Afgiftecijfers Amsterdam 2002...27 Tabel 6: inschatting jaarlijkse hoeveelheid afgifte afval...28 Tabel 7: Samenwerking ter voorkoming van onnodig oponthoud...34 Tabel 8: Standaardafmetingen van flenzen voor aansluitingen voor afgifte...36 Tabel 9: Tarieven voor schepen met verschillende GT-maten...40 Tabel 10: Toepassing van het afgifterecht...41 Tabel 11: Beheerders van het HAP Noordzeekanaalgebied...43 Tabel 12: Beleidslijn voor afzien van afgifte van scheepsafvalstoffen...62 Status: definitief Pagina 14 van 78

1. INLEIDING Verplichting In 1986 is in Nederland de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (WVVS) van kracht geworden. Met deze wet voldoet Nederland aan de verplichtingen die voortkomen uit het MARPOL 1 -verdrag. De WVVS bevat ondermeer een verbod op het lozen van schadelijke stoffen door schepen en een verplichting voor havenbeheerders om te zorgen voor voldoende voorzieningen voor het in ontvangst nemen van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen van schepen. Een en ander is nader uitgewerkt in een aantal amvb s en ministeriële regelingen. Op 28 december 2002 is de Richtlijn nr. 2000/59/EG betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van kracht geworden. Deze richtlijn is opgesteld met als doel: het tegengaan van de mariene vervuiling door afvalstoffen afkomstig van zeeschepen. De implementatie van Richtlijn 2000/59 vindt plaats door een aanpassing van de WVVS. Door middel van deze wijziging, worden regels met betrekking tot havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen in de wet opgenomen. In artikel 6 lid 3, 4 en 5 van de WVVS wordt het opstellen van een Haven Afvalstoffen Plan (HAP) voorgeschreven. Het artikel luidt als volgt: Artikel 6 lid 3, 4 en 5 - WVVS 3. De havenbeheerder stelt, na overleg met de betrokken partijen, in het bijzonder de havengebruikers, voor een termijn van ten hoogste drie jaar, een passend plan voor ontvangst en verwerking van scheepsafval en de in het eerste lid bedoelde andere stoffen vast. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gegeven met betrekking tot de inhoud, de wijze van vaststelling, de aanbieding aan het met de goedkeuring belaste bestuursorgaan en de bekendmaking van het havenafvalplan. 4. Twee of meer havenbeheerders kunnen gezamenlijk een havenafvalplan als bedoeld in het derde lid vaststellen, mits daarin de behoefte aan en de beschikbaarheid van havenontvangstvoorzieningen voor elke haven apart worden vermeld, onverminderd het bepaalde bij en krachtens het derde lid. 5. Het havenafvalplan behoeft de goedkeuring van Onze Minister. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat aan het plan goedkeuring wordt verleend dan wel onthouden door een bij die maatregel aangewezen ander bestuursorgaan. Instrumenten De WVVS geeft een aantal instrumenten: Meldplicht 2 : elk schip dat een EU haven nadert, meldt van alle scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen, soort en hoeveelheid, die zich aan boord bevinden, inclusief de daarvoor bestemde totale opslagcapaciteit; Afgifteplicht: elk schip is behoudens bij, of krachtens de WVVS geformuleerde uitzonderingen, verplicht al het scheepsafval en schadelijke stoffen af te geven; Indirecte financiering: elk schip draagt bij in de kosten voor inname en verwerking van scheepsafval (minimaal 30% 3 van de kosten van de havenontvangstvoorzieningen moeten middels indirecte financiering worden geïnd); Haven Afvalstoffen Plan (HAP): elke haven beschikt over een HAP dat de organisatie beschrijft van de inzameling en verwerking van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen; 1 Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door de scheepvaart (Zie hoofdstuk 2). 2 Voor een volledig overzicht van de te melden gegevens, zie Regeling Communicatie en Loodsaanvragen zeevaart en bijlage 5 (Vooraanmeldingsformulier). 3 Dit percentage wordt vastgesteld door middel van een ministeriële regeling. Er wordt begonnen met een percentage van dertig procent indirecte financiering. Het doel is dat dit op termijn honderd procent wordt. Er zal jaarlijks een evaluatie plaatsvinden, waarna dit percentage eventueel zal worden aangepast. Status: definitief Pagina 15 van 78

Toezicht en aanhouding: verschillende partijen wisselen informatie uit over het afgiftegedrag van schepen zodat gerichte handhaving mogelijk is. Haven Afvalstoffen Plan Noordzeekanaalgebied Dit Haven Afvalstoffen Plan omvat de zeehavens in het Noordzeekanaalgebied en is door Royal Haskoning in opdracht van de stuurgroep HAP Noordzeekanaalgebied opgesteld. Het doel van het plan is een indicatie te geven van de te verwachten afvalstromen, de behoefte aan ontvangstvoorzieningen te prognosticeren, het beschrijven van de ontvangstvoorzieningen waarover de haven beschikt, het vastleggen van de procedures rondom de afgifte, het beschrijven van het financieringssysteem en het vormen van de basis voor informatieverstrekking aan bezoekende schepen. Dit plan voldoet aan de eisen van de WVVS, als omschreven in artikel 6. Status: definitief Pagina 16 van 78

2. BEGRIPPEN In dit Haven Afvalstoffen Plan worden de volgende begrippen gebruikt 4 : Aanwijzing : de door het gemeentelijke bevoegde gezag afgegeven vergunning voor het inzamelen van scheepsafvalstoffen en (restanten van) schadelijke stoffen in de betreffende gemeente in het Noordzeekanaalgebied. Afval : onder afval wordt in dit plan altijd verstaan scheepsafval en/of (restanten van) schadelijke stoffen. Administratieve Organisatie Haven Afvalstoffen Plan : Organisatie belast met het verwerken van meldingen en de financiële afhandeling die in het kader van dit plan benodigd zijn (AO HAP). Binnen - buiten schepen : schepen met zowel een zee- als binnenvaart meetbrief. Voorbeeld: kruiplijncoaster. Buitenlands schip : een schip, dat daartoe gerechtigd, een andere vlag dan de Nederlandse voert. Centraal Nautisch Beheer (CNB) : een op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen gevormd openbaar lichaam. Het oefent binnen het Noordzeekanaalgebied bevoegdheden van de deelnemende gemeenten op het gebied van het nautisch beheer uit. Directe financiering : het rechtstreeks, door een exploitant van een schip aan de ontvanger van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen, betalen van de kosten van die afgifte. Exploitant : de eigenaar, rompbevrachter of ieder ander die de zeggenschap heeft over het gebruik van een schip. Haven : een rede, pier of steiger en in het algemeen iedere plaats, al of niet in zee, waar schepen ligplaats kunnen hebben of waar opvarenden en zaken ingescheept of ontscheept kunnen worden. Havenbeheerder 5 : de plaatselijke autoriteit, in wiens gebied de haven ligt en die bevoegd is de nodige publiekrechtelijke regels te stellen ter waarborging van een goed verloop van de dagelijkse gang van zaken en goede outillage in die haven 6. Havenontvangstvoorziening : vaste, drijvende of mobiele voorziening die geschikt is voor de ontvangst van scheepsafval en / of (restanten van) schadelijke stoffen. 4 De definities van de begrippen zijn conform de WVVS en Richtlijn nr. 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van Europese Unie van 27 november 2000 betreffende haven ontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen. Waar definities van de Richtlijn verschillen van die van de WVVS, is gekozen voor de omschrijvingen van de WVVS. De cursief gedrukte begrippen zijn afkomstig uit artikel 1 van de Gemeenschappelijke Regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied. 5 Het begrip havenbeheerder wordt door in WVVS niet nader geduid. Uit de wet volgt echter dat het gaat om de 'lokale regelgevende autoriteit' (Handelingen II, 1982/83, blz. 4833; memorie van antwoord, Kamerstukken II 1982/83, 17 320, nr. 6, blz. 4). Dit komt overeen met de definitie in de nota's van toelichting (zoals noot 5) bij de algemene maatregelen van bestuur die tot op heden vastgesteld zijn ter implementatie van de bijlagen bij het Verdrag. 6 Toelichting bij het Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen. Status: definitief Pagina 17 van 78

Indirecte financiering : het door een exploitant van een schip, ongeacht of het scheepsafval afgeeft of niet, bijdragen in de kosten voor inzameling en verwerking van het scheepsafval door een heffing. Criteria voor de bepaling van de bijdrage hebben betrekking op scheepsgrootte en andere relevante factoren voor de hoeveelheid door het schip gegenereerde afvalstoffen. Kapitein : de gezagvoerder of schipper van een schip dan wel degene die deze vervangt. Als in de tekst wordt vermeld dat het schip een handeling uitvoert dan wordt hiermee de kapitein bedoeld. Restanten van schadelijke stoffen : de restanten van schadelijke stoffen van lading in ruimen of tanks aan boord die na het lossen en schoonmaken achterblijven, met inbegrip van restanten na lading of lossing en morsingen. Lozen : elk vrijkomen (ook bij een calamiteit) van schadelijke stoffen van een schip, hoe ook veroorzaakt, waaronder begrepen ontsnappen, overboord zetten, wegvloeien, weglekken, pompen of ledigen. Marpol 7 73/78 / Verdrag: het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147), en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en Aanhangsels (Trb. 1978,188). Minister : De Nederlandse Minister van Verkeer en Waterstaat. Nautisch beheer : het coördineren, optimaliseren, begeleiden en handhaven van een veilige, vlotte, ordelijke en milieuverantwoorde afwikkeling van het scheepvaartverkeer en het scheppen van voorwaarden hiervoor binnen het beheersgebied. Noordzeekanaalgebied (NZKG) : de havenbekkens en aangrenzende havengebieden behorende tot de gemeenten Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad, waar onder mede begrepen havenbekkens en havengebieden in privaatrechtelijk beheer en als nader aangeduid op de bij het Havenafvalstoffenplan Noordzeekanaalgebied behorende kaart (bijlage 1). Pleziervaartuig : schip, bestemt of gebruikt voor sport of vrijetijdsbesteding, ongeacht het type en de wijze van voortstuwing. Richtlijn : Richtlijn nr. 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en restanten van schadelijke stoffen. Schadelijke stof : een stof die, indien zij in zee terecht komt, gevaar kan opleveren voor de gezondheid van de mens, schade kan toebrengen aan het mariene milieu, de recreatiemogelijkheden die de zee biedt kan schaden of storend kan werken op enig ander rechtmatig gebruik van de zee en die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur is aangewezen. Scheepsafval : afval, met inbegrip van residuen, niet zijnde restanten van schadelijke stoffen, en sanitair afval, dat ontstaat tijdens de bedrijfsvoering van een schip en valt onder de reikwijdte van de Bijlagen I, IV en V van het Verdrag, alsmede ladinggebonden afval, zijnde al het materiaal dat aan boord bij de stuwage en verwerking van lading als afval overblijft, met inbegrip van stuwmateriaal, schoorpalen, laadborden, verpakkingsmateriaal, houten platen, papier, karton, draad en stalen banden. 7 Marine Pollution. Status: definitief Pagina 18 van 78

Schip : elk vaartuig, van welk type ook, dat op zee wordt gebruikt waaronder begrepen draagvleugelboten, luchtkussenvoertuigen, afzinkbare vaartuigen en drijvend materieel, alsmede installaties gedurende de tijd dat zij drijven, behoudens wanneer het schip als hierboven bedoeld boven de zeebodem is geplaatst voor het instellen van een onderzoek naar de aanwezigheid van delfstoffen of voor het winnen daarvan. Vissersvaartuig : schip, uitgerust of met commercieel oogmerk gebruikt voor het vangen van vis of andere levende rijkdommen van de zee. Status: definitief Pagina 19 van 78

3. TOEPASSINGSBEREIK Het toepassingsgebied van dit Havenafvalstoffenplan Noordzeekanaalgebied wordt beschreven naar geografische indeling (havens), naar scheepstypen en naar soorten afval. 3.1 Havens Dit Haven Afvalstoffen Plan is van toepassing op de zeehavens 8 van de gemeente Amsterdam, Zaanstad, Beverwijk en Velsen. 3.2 Havenbeheerder In het kader van de WVVS wordt het begrip havenbeheerder bewust niet nader omschreven. Wie de beheerder is, volgt volgens de memorie van toelichting bij de WVVS uit de feiten en omstandigheden. Dit kan in de praktijk publiekrechtelijk of privaatrechtelijk georganiseerd zijn. In de nota s van toelichting bij de amvb s die tot op heden vastgesteld zijn ter implementatie van de annexen van het Marpolverdrag, wordt opgemerkt dat de havenbeheerder de plaatselijke autoriteit is, in wiens gebied de haven ligt en die bevoegd is de nodige publiekrechtelijke regels te stellen ter waarborging van een goed verloop van de dagelijkse gang van zaken en goede outillage in die haven. Tabel 1 geeft een overzicht van de havenbeheerders in het Noordzeekanaalgebied. Instantie belast met de verantwoordelijkheden en bevoegdheden op het gebied van de uitvoering van afvalinzameling Amsterdam Haven Amsterdam gemandateerd door Gemeente Amsterdam Zaanstad Gemeente Zaanstad Beverwijk Milieudienst IJmond gemandateerd door Gemeente Beverwijk IJmuiden / Velsen Milieudienst IJmond gemandateerd door Gemeente Velsen Tabel 1: HAP-havenbeheerders Noordzeekanaalgebied De rol van de havenbeheerder in dit Haven Afvalstoffen Plan wordt beschreven in hoofdstuk 4. 3.3 Schepen In artikel 3 en 4 van de WVVS wordt omschreven welke schepen onder de Wet vallen. Deze omschrijving geldt ook voor dit havenafvalstoffenplan. De artikelen luiden: Artikel 3 Het bij of krachtens deze wet bepaalde is niet van toepassing op oorlogsschepen, schepen in gebruik als marinehulpschepen of andere schepen in eigendom van of in beheer bij een Staat ten tijde dat zij uitsluitend worden gebruikt in dienst van de overheid voor andere dan handelsdoeleinden. Artikel 4 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën van schepen geheel of gedeeltelijk van de toepassing van een of meer krachtens deze wet gegeven regels en voorschriften worden uitgezonderd. Dit Haven Afvalstoffen Plan is ook van toepassing op buitenlandse schepen. 8 Voor de begripsomschrijving zie Hoofdstuk 2: haven. Status: definitief Pagina 20 van 78

In de WVVS wordt onder schip een vaartuig ( ) dat op zee wordt gebruikt 9 verstaan. Met als gevolg dat de WVVS niet van toepassing is op binnenvaartschepen. Voor de binnenvaart is sinds 1993 het SAB 10 verantwoordelijk voor het creëren, het in stand houden en het uitbreiden van een netwerk van havenontvangstvoorzieningen voor de binnenvaart. Voor binnen-buitenschepen geldt dat de WVVS alleen van toepassing is als deze schepen van zee komen. In dit geval vallen deze schepen ook onder het voorliggende Haven Afvalstoffen Plan. Het Haven Afvalstoffen Plan is niet van toepassing op binnen-buitenschepen die uitsluitend de haven aandoen om in te klaren. Voor visserijvaartuigen en pleziervaartuigen waarmee ten hoogste twaalf passagiers mogen worden vervoerd geldt, dat de afgifteplicht van toepassing is, maar de meldplicht niet (WVVS artikel 12a lid 7). Voor deze vaartuigen kan een andere wijze van financiering worden gekozen (WVVS artikel 6 lid 7). De visserijactiviteiten vallen wel onder het toepassingsgebied van dit plan, maar voor de visserijactiviteiten in de Nederlandse havens wordt door het SFAV 11 een apart Haven Afvalstoffen Plan (VISHAP) opgesteld voor alle Nederlandse havens. Voor pleziervaartuigen geldt een vergelijkbare regeling als voor de visserij. Voor deze schepen is het Jachthavenbesluit van toepassing. In het Noordzeekanaalgebied vinden jaarlijks ruim 9.000 scheepsbewegingen plaats waarmee een overslag van 68 miljoen ton wordt gerealiseerd. De onderverdeling naar verschijningsvorm is weergegeven in tabel 2. Verschijningsvorm Procentueel aandeel in soort goederen Droge bulk 66 % Natte bulk 24 % Containers 1 % Ro/Ro 1 % Overig 8 % Totaal 100 % Tabel 2: Indeling verschijningsvorm ladingstype 2001 12 Uit deze tabel blijkt dat 90% van de lading die in de havens van het Noordzeekanaalgebied aan- en afgevoerd wordt, in bulkvorm voorkomt. Dit gegeven heeft direct invloed op de soort schepen die de haven aandoen en de kengetallen die hier aanhangen. Met name heeft dit invloed op de inschatting van behoefte aan ontvangstvoorzieningen. Hier wordt verder op ingegaan in hoofdstuk 5. Naast de verschijningsvorm is tevens de indeling naar inhoudsgrootte (Gross Tonnage) van het schip van belang (tabel 3). Op basis van deze indeling kan een voorspelling worden gedaan over de in de toekomst te verwachten toename in afvalafgifte. 9 Voor de begripsomschrijving zie Hoofdstuk 2: schip. 10 Stichting Scheepsafvalstoffen Binnenvaart. 11 Stichting Financiering Afvalstoffen Visserij. 12 Bron: aanloopgegevens Centraal Nautisch Beheer. Status: definitief Pagina 21 van 78

GT 13 (*1000) Scheepsbewegingen 2002 0 2 1.698 33% 2 3 955 19% 3 6 672 13% 6-10 329 6% 10-20 508 10% 20-30 368 7% 30-40 182 4% 40-50 115 2% 50-70 156 3% 70-90 145 3% 90-110 17 0% > 110 0 0% Totaal 9.387 100% Tabel 3: Scheepsbewegingen Noordzeekanaalgebied naar GT in 2002 3.4 Soorten afval Dit Haven Afvalstoffen Plan is van toepassing op scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen zoals bedoeld in Annex I, II, IV en V van Marpol 73/78. Het Marpol verdrag maakt onderscheid in een aantal klassen. De betreffende klassen worden in verschillende annexen van dit verdrag besproken. Tabel 4 geeft een overzicht van de verschillende annexen en de bijbehorende soorten en afvalstoffen. Marpol Annex I Soort afval Afvalstoffen Categorie Olie houdend Slops I Ballastwater en -olie Waswater en olie, incl. ladingrestanten Oliehoudende restanten (MK) Afgewerkte (smeer)olie Brandstofresten / sludge Bilgewater (Restanten van) schadelijke stoffen scheepsafval scheepsafval scheepsafval Mogelijkheid tot afgifte in havens van: -Amsterdam -Zaanstad -Beverwijk -Velsen II Chemicaliën in bulk Slops II Waswater / chemicaliën, incl. ladingrestant Overige II Verpakt vloeibaar afval (Restanten van) schadelijke stoffen (Restanten van) schadelijke stoffen -Amsterdam IV 14 V Sanitair afval Vuilnis Sewage Sanitair afval Huisvuil Voedselrestanten Plastic Klein gevaarlijk afval (kga) Overige vaste afvalstoffen, incl. ladinggebonden afval Restanten van droge lading scheepsafval scheepsafval scheepsafval scheepsafval scheepsafval scheepsafval (Restanten van) schadelijke stoffen -Amsterdam -Zaanstad -Beverwijk -Velsen -Amsterdam -Zaanstad -Beverwijk -Velsen Tabel 4: Overzicht soorten afval naar Marpol Annex 13 GT = Gross Tonnage. 14 Van toepassing en vanaf 27 september 2004 operationeel. Status: definitief Pagina 22 van 78

4. ORGANISATIESTRUCTUUR Uit de WVVS vloeien een aantal taken voort met het oog op het innemen van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen. In dit hoofdstuk worden de rollen van de verschillende betrokken publieke partijen toegelicht. 4.1 Haven Afvalstoffen Plan - stuurgroep Ter uitvoering van de nieuwe bepalingen 15 in de WVVS is er in het Noordzeekanaalgebied voor gekozen om een gezamenlijk Haven Afvalstoffen plan op te stellen. Om hier invulling aan te geven is er een HAP-stuurgroep ingesteld die zo vaak als nodig samenkomt. De volgende partijen nemen zitting in het overleg: Haven Amsterdam (voorzitter van de HAP - stuurgroep) Haven van Beverwijk Haven van Zaanstad Milieudienst IJmond namens gemeenten Beverwijk en Velsen Zeehaven IJmuiden N.V. CORUS Staal B.V. Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland Deze stuurgroep heeft geen bevoegdheden. Zij is een overlegorgaan waarin bijvoorbeeld de uitvoering en mutaties van het plan en mogelijke oplossingen voor knelpunten worden besproken en voorbereid. De functie van de HAP stuurgroep is drieledig: 1. De stuurgroep geeft advies aan de Colleges van B&W over het vaststellen en van het plan; 2. De stuurgroep geeft advies aan de Colleges van B&W over het actualiseren van het plan; 3. De stuurgroep geeft advies aan de Colleges van B&W over operationele wijzigingen 16. 4.2 Inspraak, vaststelling, goedkeuring en evaluatie Voor vaststelling van het Haven Afvalstoffen Plan zijn (vertegenwoordigers van de) reders, agenten, cargadoors en de inzamelaars uitgenodigd om deel te nemen aan informatiebijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten is gelegenheid aan de gebruikers geboden om hun mening te geven over het plan en om hun voorkeur aan te geven voor één of meerdere wijzen waarop het plan kan worden uitgewerkt. De stuurgroep heeft de tijdens deze bijeenkomsten opgedane bevindingen verwerkt in het Haven Afvalstoffen Plan. Alvorens het plan wordt aangeboden aan de Colleges van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad wordt het tevens voor advies voorgelegd aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. 15 Verwacht wordt dat de nieuwe bepalingen in oktober 2004 van kracht worden, ten tijde van opstelling van het plan was reeds een voorstel van wet ingediend; Kamerstuk 2003-2004, 29400, nr. 1-2, Tweede Kamer. 16 Operationele wijzigingen zijn wijzigingen die noodzakelijk zijn voor een gedegen uitvoering van de in het plan omschreven taken, verantwoordelijkheden, processen en bevoegdheden. Deze wijzigingen moeten direct doorgevoerd worden en kunnen niet uitgesteld worden tot de 3-jaarlijkse evaluatie. Status: definitief Pagina 23 van 78

Havens in het Noordzeekanaalgebied in overleg met havengebruikers Opstellen plan (2004) Colleges van Burgemeester & Wethouders Vaststellen plan Ministerie van Verkeer & Waterstaat Goedkeuren plan Bijstellen plan Havens in het Noordzeekanaalgebied Informeren gebruikers Stuurgroep HAP Noordzeekanaalgebied Evalueren plan (om de 3 jaar) Procedure 1. Goedkeuren HAP Het plan wordt gedurende een periode van acht weken 17 ter inzage gelegd. Gedurende deze periode kunnen belanghebbenden hun zienswijzen naar voren brengen. Voorafgaand aan de ter inzage legging wordt middels publicatie kennis gegeven van het Haven Afvalstoffen Plan. De Colleges van burgemeester en wethouders van Amsterdam, Beverwijk, Velsen en Zaanstad stellen het plan vast. Zij laten zich daartoe adviseren door de stuurgroep. Het plan wordt daarna door de stuurgroep ter kennisname aan het Algemeen Bestuur van het Centraal Nautisch Beheer (CNB) (in de hoedanigheid van Rijkshavenmeester ingevolge de Scheepvaartverkeerswet) aangeboden. De stuurgroep kan namens de Colleges voor publicatie van het plan in de Staatscourant zorgdragen. Na vaststelling door de Colleges van Burgemeester en Wethouders wordt het plan ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. De goedkeuring wordt verleend in overleg met de Minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). 4.3 Havenbeheerder De belangrijkste verantwoordelijkheden in het kader van het Haven Afvalstoffen Plan Noordzeekanaalgebied van de havenbeheerders zijn: het schrijven en onderhouden van het Haven Afvalstoffen Plan Noordzeekanaalgebied; het zorg dragen voor de aanwezigheid van voldoende havenontvangstvoorzieningen; het ontvangen en registreren van de meldingen die in het kader van dit Haven Afvalstoffen Plan zijn vereist; het innen van bijdragen in de kosten van de ontvangst en verwerking van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen; 17 De openbare voorbereidingsprocedure zoals beschreven in paragraaf 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op het Haven Afvalstoffen Plan voor zover het plan of een deel daarvan dient te worden beschouwd als zijnde een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Status: definitief Pagina 24 van 78

het, na ontvangst van een verklaring van verwerking, uit de geïnde bijdragen vergoeden van kosten met betrekking tot de verwerking van het scheepsafval gemaakt door de houders van havenontvangstvoorzieningen. 4.4 Uitvoering van taken De uitvoerende taken zoals: het ontvangen en verwerken van meldingen (zie hoofdstuk 6), het afdoen van de financiële handelingen (zie hoofdstuk 9), het geven van informatie, worden zoveel mogelijk centraal verricht door de Administratieve Organisatie HAP (zie 4.4.2). Dit heeft als voordeel dat er één aanspreekpunt is voor alle belanghebbende partijen (1 loketfunctie). 4.4.1 Meldingen aan het CNB In het Noordzeekanaalgebied is in 1994 het Centraal Nautische Beheer (CNB) opgericht. Het CNB is een, op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen gevormd openbaar lichaam in de Gemeenschappelijke Regeling Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied 18. Het CNB oefent binnen het Noordzeekanaalgebied bevoegdheden van de deelnemende gemeenten op het gebied van het nautisch beheer uit 19. Binnen dit kader ontvangt het CNB reeds andere meldingen bij de aanloop van een schip in het Noordzeekanaalgebied. Daarom is het CNB de aangewezen partij om de gegevens met betrekking tot de in het kader van het Haven Afvalstoffen Plan af te geven afvalstoffen, welke vóór aanloop in een haven in het Noordzeekanaalgebied dienen te worden verstrekt, in ontvangst te nemen 20. De administratieve handelingen behorende bij het ontvangen van deze en de overige meldingen beschreven in dit plan worden uitgevoerd door de Administratieve Organisatie HAP. 4.4.2 Administratieve Organisatie Haven Afvalstoffen Plan (AO HAP) De havenbeheerders in het Noordzeekanaalgebied hebben besloten om ook ten aanzien van de overige administratieve werkzaamheden voortvloeiende uit het Havenafvalstoffenplan één gezamenlijke administratie te voeren. De administratieve afhandeling van deze werkzaamheden wordt opgedragen aan de daartoe opgerichte Administratieve Organisatie Haven Afvalstoffen Plan. Haven Amsterdam, het hoofd Gevaarlijke Stoffen en Milieu 21 verzorgt namens de vier havenbeheerders de invulling van deze Administratieve Organisatie HAP. De Administratieve Organisatie draagt namens de havenbeheerders zorg voor: 1. het verwerken en registreren van de meldingen die in het kader van dit Haven Afvalstoffen Plan binnen komen; 2. het bewaren van de registratie van de in het Noordzeekanaalgebied afgegeven hoeveelheden scheepsafval en overige schadelijke stoffen dan wel restanten van schadelijke stoffen, afkomstig van schepen, gedurende tenminste 5 jaar; 3. het afdoen van de financiële handelingen; 4. het beheer van de geïnde bijdragen; 5. het signaleren van de behoefte om de hoogte van de bijdragen of afgifterechten te wijzigen; 6. het, via de stuurgroep, informeren van de havenbeheerders; 7. het op verzoek verstrekken van gegevens aan de havenbeheerders of de minister; 18 Publicatie in het Gemeenteblad van Amsterdam afdeling 3, nummer 40 (1997). 19 Dit betreft bevoegdheden welke krachtens de Scheepvaartverkeerswet en de Regeling Communicatie en Loodsaanvragen Scheepvaart aan de deelnemende gemeenten dan wel direct aan het CNB zijn opgedragen. 20 Dit betreft de gegevens bedoeld in artikel 12a WVVS. 21 In bijlage 10 worden alle adressen gegeven. Status: definitief Pagina 25 van 78

8. het opstellen van rapportages. De rapportages bevatten in ieder geval de in bijlage 3 opgenomen onderdelen. Aangezien de verantwoordelijkheid voor de taken die door de Administratieve Organisatie HAP worden uitgevoerd blijven rusten bij de havenbeheerders, dienen de havenbeheerders toezicht te houden op de namens haar uitgevoerde taken. Ten behoeve van de uitoefening van dit toezicht worden ten minste jaarlijks, via de stuurgroep, rapportages aan de havenbeheerders verstrekt. De stuurgroep voegt bij de rapportage haar advies. Wanneer de Administratieve Organisatie HAP signaleert dat het noodzakelijk is dat er een wijziging in de hoogte van de bijdragen en/of de hoogte van de afgifterechten wordt doorgevoerd, stelt zij de stuurgroep daarvan op de hoogte. De stuurgroep beoordeelt vervolgens de noodzaak tot wijziging van de hoogte van de bijdragen en/of de hoogte van de afgifterechten. Indien zij dat noodzakelijk acht doet de stuurgroep een voorstel aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de hoogte van de bijdragen en/of de hoogte van de afgifterechten. Een dergelijk voorstel wordt, eventueel gezamenlijk met de periodieke rapportages van de Administratieve Organisatie HAP, aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders voorgelegd. Indien de Colleges van Burgemeester en Wethouders twee maanden nadat zij kennis hebben genomen van een voorstel tot wijziging hierop niet hebben gereageerd dan worden de Colleges van Burgemeester en Wethouders geacht akkoord te zijn gegaan met de voorgestelde wijzigingen en treden deze zonder nadere bekrachtiging door de Colleges van Burgemeester en Wethouders in werking. Status: definitief Pagina 26 van 78

5. CAPACITEIT HAVENONTVANGSTVOORZIENINGEN Elke havenbeheerder is verantwoordelijk voor een juiste inschatting van de benodigde capaciteit van havenontvangstvoorzieningen in zijn haven. Voor de bepaling van de benodigde capaciteit van havenontvangstvoorzieningen in de havens wordt eerst gekeken naar de historische cijfers. Vervolgens wordt er gekeken naar de verwachte behoefte en de huidige capaciteit. Door combinatie van deze drie gegevens wordt nagegaan of de capaciteit toereikend is voor de toekomst. 5.1 Afgifte scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen De historische afgiftegegevens voor het gehele Noordzeekanaalgebied zijn niet bekend. Voor de haven van Amsterdam zijn deze gegevens wel beschikbaar. In het Noordzeekanaalgebied is in de periode van 1 september tot en met 21 december 2003 een pilot geweest. De (geëxtrapoleerde) resultaten uit deze pilot vertonen grote overeenkomsten met de historische gegevens van Amsterdam. Om deze twee redenen is er voor gekozen deze historische cijfers te gebruiken (tabel 5). Categorie Annex I Annex II Annex IV Annex V Hoeveelheid op jaarbasis Oliehoudende restanten (MK) 4.043 m³ Slops I 10.420 m³ Chemicaliën in bulk 200 m³ Sanitair Afval 800 m³ Huisvuil 2.990 m³ KGA 78.000 kg Tabel 5. Afgiftecijfers Amsterdam 2002 Aan bovengenoemde gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. 5.2 Huidige capaciteit havenontvangstvoorziening Conform artikel 6 lid 4 van de WVVS, wordt per haven separaat vermeld wat de beschikbaarheid van de havenontvangstvoorzieningen is. In tabblad A tot en met D staan de bedrijven aangegeven die de havens in het Noordzeekanaalgebied hebben aangewezen. Deze bedrijven zijn aangewezen voor de inname van scheepsafval en of (restanten van) schadelijke stoffen overeenkomstig de uitvoeringsbesluiten 22. Met deze aanwijzingen is de afgiftebehoefte van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen zoveel mogelijk op de capaciteit van inname van het afval afgestemd. 5.3 Verwachte afgifte Op dit moment zijn er onvoldoende afgiftegegevens bekend om een gedegen inschatting te maken van de toekomstige capaciteitsbehoefte aan havenontvangstvoorzieningen. Er is een 22 Besluit voorkoming olieverontreiniging door schepen (Annex I), het Besluit voorkoming verontreiniging door met schepen in bulk vervoerde schadelijke vloeistoffen (Annex II) en het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen (Annex V). Status: definitief Pagina 27 van 78

inschatting gemaakt van de jaarlijkse hoeveelheid af te geven afval voor de havens van het Noordzeekanaalgebied. Deze inschatting is gemaakt op basis van historische aanloopgegevens en verwachtingen van de toekomstige afgifte van schepen. Aan onderstaande inschatting kunnen geen rechten worden ontleend. Annex I II IV V MK (m 3 ) Slops (m 3 ) (m 3 ) (m 3 ) Huisvuil (m 3 ) Kga (kg) Overig Haven Amsterdam 18.855 20.840 400 2.400 10.376 192.248 Nvt Haven Beverwijk 346 0 Nvt Nvt 321 3.135 Nvt Haven Zaanstad 299 0 Nvt Nvt 277 2.736 Nvt Haven Velsen 6.554 0 nvt Nvt 3.602 64.770 Nvt Totaal 26.054 20.840 400 2.400 14.576 262.889 Nvt Tabel 6: inschatting jaarlijkse hoeveelheid afgifte afval 5.4 Beoordeling huidige capaciteit met verwachte behoefte Elke havenbeheerder is verantwoordelijk voor een juiste inschatting van de benodigde capaciteit van havenontvangstvoorzieningen in zijn haven. Daarnaast is de havenbeheerder ook verantwoordelijk dat er voldoende capaciteit beschikbaar is. Op dit moment is de verwachting dat de huidige capaciteit voldoende is voor de toekomstige behoefte. In tabblad A tot en met D zijn de specifieke kenmerken van de verschillende havens weergegeven. Hier is de beoordeling van de capaciteit per haven onderbouwd. 5.5 Beleid aanwijzingen Huidige aanwijzingen Het Haven Afvalstoffen Plan treedt in werking zodra de herziening van de WVVS van kracht is. Op dat moment zijn er havenontvangstvoorzieningen die een aanwijzig hebben tot een bepaalde tijd. Deze aanwijzingen zijn ten tijde van de inwerkingtreding van het Haven Afvalstoffen Plan gebaseerd op verouderde wetgeving. Ook zijn er in dit Haven Afvalstoffen Plan kwaliteitscriteria geformuleerd voor de havenontvangstvoorzieningen (zie bijlage 4). De huidige aanwijzingen komen daarom te vervallen en worden aangepast aan de nieuwe wetgeving en eisen. Alle betrokkenen zullen een nieuwe aanwijzing krijgen voor de resterende periode van de oorspronkelijke aanwijzing. Bijvoorbeeld, een inzamelaar heeft een aanwijzing tot en met mei 2006. Hij krijgt een herziene aanwijzing zodra het plan in werking treedt tot en met mei 2006. Na mei 2006 is de aanwijzing verlopen en moet verlenging worden aangevraagd bij de betreffende havenbeheerder. Over de gang van zaken en de daadwerkelijke wijzigingen zullen alle betrokkenen tijdig worden geïnformeerd. Nieuwe aanwijzingen Uitgangspunt bij het toelaten van afvalinzamelaars in de havens van het Noordzeekanaalgebied vormt het principe van vrije marktwerking. In het Haven Afvalstoffen Plan zijn kwaliteitscriteria voor deze inzamelaars opgenomen. Uitgangspunt is dat alle inzamelaars worden aangewezen die voldoen aan deze kwaliteitscriteria. Evaluatie kwaliteitscriteria Bij iedere evaluatie van het Haven Afvalstoffen Plan kunnen de kwaliteitscriteria worden herzien. Alle havenontvangstvoorzieningen dienen aan deze nieuwe criteria te voldoen. Alle betrokkenen zullen tijdig worden geïnformeerd over wijzigingen in deze criteria. Status: definitief Pagina 28 van 78

6. MELDING & REGISTRATIE Bij de uitvoering van het Haven Afvalstoffen Plan worden drie typen meldingen onderscheiden: vooraanmelding, operationele meldingen en een afgiftemelding. Deze meldingen moeten worden geregistreerd en bewaard. 6.1 Meldingen Door wijziging van de WVVS zijn schepen verplicht een vooraanmelding scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen aan de beheerder van de aanloophaven te doen. Om het proces van aanmelding tot verwerking in goede banen te leiden, is een vooraanmelding niet voldoende. Ook zijn twee operationele meldingen en een melding van afgifte middels het afgifteformulier nodig. Procedure 2 geeft een overzicht van de meldingen die moeten worden gedaan. Vooraanmelding paragraaf 6.2 Operationele melding start inzamelen paragraaf 6.3 Operationele melding einde inzamelen paragraaf 6.3 Afgiftemelding paragraaf 6.4 Procedure 2: Overzicht van de meldingen 6.2 Procedure vooraanmelden De kapitein, reder of agent van een schip, als bedoeld in art 12a WVVS, dat op weg is naar de haven, doet waarheidsgetrouw en nauwkeurig aangifte aan het CNB middels het meldingsformulier 23. De volgende eisen zijn gesteld waarop de vooraanmelding moet worden verricht: a) tenminste 24 uur vóór aankomst 24, wanneer de aanloophaven bekend is, of b) zodra de aanloophaven bekend is, indien deze informatie minder dan 24 uur voor aankomst beschikbaar is, of c) uiterlijk bij vertrek uit de vorige haven, indien de duur van de reis minder dan 24 uur bedraagt. De kapitein, reder of agent neemt zelf tijdig (24 uur vóór aankomst of zodra de aanloophaven bekend is, of uiterlijk bij vertrek uit de vorige haven, indien de duur van de reis minder dan 24 uur bedraagt) contact op met de inzamelaar 25. 23 Zie bijlage 5 Vooraanmeldingsformulier. 24 aankomst dient te worden gelezen als Estimated Time of Arrival (ETA). 25 zie voor aangewezen inzamelaars in het Noordzeekanaalgebied bijlage 10. Status: definitief Pagina 29 van 78

De verplichte aanmelding van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen is beschreven in artikel 12a van de WVVS. Artikel 12a luidt: Artikel 12a - WVVS 1. De kapitein van een schip dat op weg is naar een haven die is aangewezen krachtens artikel 6, eerste lid, verstrekt ten minste 24 uur voor aankomst de havenbeheerder waarheidsgetrouw de bij regeling van Onze Minister in het belang van de doelmatigheid van havenontvangstvoorzieningen en de doeltreffende planning van het afvalbeheer aan te wijzen gegevens. Bij die regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de wijze van verstrekking van de gegevens. 2. Voor zover de bestemming niet ten minste 24 uur voor aankomst bekend is, verstrekt de kapitein van dat schip de in het eerste lid bedoelde gegevens, zodra de bestemming bekend is, doch uiterlijk bij vertrek uit de vorige haven, indien de duur van de reis minder dan 24 uur bedraagt. 3. De kapitein bewaart de in het eerste lid bedoelde gegevens in ieder geval tot de volgende aanloophaven aan boord en geeft die desgevraagd ter inzage aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van de Europese Unie, waarin die volgende aanloophaven is gelegen. 4. De kapitein van een schip dat vanuit een haven van een lidstaat van de Europese Unie, op weg is naar een haven die is aangewezen krachtens artikel 6, eerste lid, bewaart aan boord de gegevens die ter uitvoering van de richtlijn havenontvangstvoorzieningen, al dan niet door tussenkomst van de houder van een havenontvangstvoorziening zijn gemeld aan de daartoe aangewezen bevoegde autoriteit en geeft deze desgevraagd aan Onze Minister ter inzage. De kapitein bewaart deze gegevens in ieder geval tot de eerstvolgende buiten Nederland gelegen aanloophaven aan boord. 5. De havenbeheerder bewaart de aan hem verstrekte gegevens. Artikel 6, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing. De havenbeheerder informeert de inspecteur-generaal onverwijld omtrent de gevallen waarin een kapitein van een schip na daartoe strekkend verzoek geen gegevens verstrekt. 6. Het eerste, tweede, vierde en vijfde lid zijn ook van toepassing op buitenlandse schepen. 7. Dit artikel is niet van toepassing op pleziervaartuigen waarmee niet meer dan 12 passagiers mogen worden vervoerd en vissersvaartuigen. Procedure 3 geeft de procedure van vooraanmelden weer. Schip (bestemming NZKG) Agent meldt scheepsafvalstoffen en/of (restanten van) gevaarlijke stoffen aan CNB welke in ontvangst worden genomen door de AO HAP ja AO HAP gaat na of de melding op tijd ontvangen, volledig en juist is ingevuld nee AO HAP neemt contact op met agent nee Blijvende afwijkingen melden aan IVW-DS door AO HAP Registreren vooraanmelding door AO HAP automatiseringssysteem Legenda: Partij Proces Actie Interne opslag Procedure 3: Vooraanmelding aan CNB Status: definitief Pagina 30 van 78

6.3 Procedure operationele meldingen De inzamelaar dient de Administratieve Organisatie HAP door middel van een operationele melding op de hoogte te brengen bij aanvang en bij beëindiging van de inzameling van het scheepsafval en/of (restanten van) schadelijke stoffen bij het bewuste schip. Deze operationele meldingen worden door de Administratieve Organisatie HAP vastgelegd in een automatiseringssysteem. 6.4 Procedure afgiftemelding De inzamelaar dient bij de afronding van de inzameling van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen het afgifteformulier 26 in te vullen. Het formulier wordt ondertekend door de kapitein en door de inzamelaar. Vervolgens stuurt de inzamelaar het formulier naar de Administratieve Organisatie HAP. Het afgifteformulier wordt door de Administratieve Organisatie HAP vastgelegd in een automatiseringssysteem. De Administratieve Organisatie HAP controleert de feitelijke afgifte met de vooraanmelding. Indien afwijkingen worden geconstateerd, wordt dit gemeld aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Scheepvaart via periodieke rapportages. Procedure 4 geeft de procedure van de afgiftemelding schematisch weer. Inzamelaar (aangewezen door havenbeheerder) Legenda: Partij Proces Actie Inzamelen Interne opslag Melden afgiftegegevens aan AO HAP AO HAP neemt contact op met inzamelaar Zijn de gegevens compleet? Nee Registreren feitelijk inname HOI door AO HAP Automatiseringssysteem Controleren feitelijke afgifte met vooraanmelding door AO HAP AO HAP stuurt de afgifteformulieren naar betreffende havenbeheerder Rapportages aan IVW-DS door AO HAP Procedure 4: Afgiftemelding 26 Zie bijlage 6 Afgifteformulier Status: definitief Pagina 31 van 78

6.5 Registratie scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen De vooraanmelding komt bij het CNB binnen. De operationele meldingen en de afgiftemeldingen komen bij de Administratieve Organisatie HAP binnen. In een automatiseringssysteem worden alle meldingen door de Administratieve Organisatie HAP ingevoerd. Dit systeem is voor de havenbeheerders van het Noordzeekanaalgebied toegankelijk om alle gegevens noodzakelijk voor het uitvoeren van hun taken als genoemd in dit Haven Afvalstoffen Plan inzichtelijk te hebben. 6.6 Verantwoordelijkheden ten aanzien van melding en registratie Deze paragraaf beschrijft de verantwoordelijkheden van het schip, de inzamelaars en de Administratieve Organisatie HAP. 6.6.1 Verantwoordelijkheden schip Het schip of de agent 27 doet de vooraanmelding en deze informatie wordt door het schip of de agent bewaard in ieder geval tot het schip de volgende haven aandoet na het Noordzeekanaalgebied. De gegevens van de werkelijke afgifte (middels een afgifteformulier) worden aan boord van het schip bewaard tenminste tot de volgende haven na het Noordzeekanaalgebied en wordt desgevraagd ter beschikking gesteld aan de daartoe bevoegde instantie 28. 6.6.2 Verantwoordelijkheden inzamelaar De inzamelaar doet een operationele melding aan de Administratieve Organisatie HAP bij de start en het einde van de inzameling. De inzamelaar meldt de door een schip werkelijke hoeveelheid afgegeven scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen aan de Administratieve Organisatie HAP. De inzamelaar bewaart de gegevens tenminste vijf jaar. 6.6.3 Verantwoordelijkheden Administratieve Organisatie HAP De Administratieve Organisatie HAP ontvangt via het CNB de vooraanmelding en ontvangt zelf de operationele meldingen en de afgiftemeldingen. De meldingen worden door de Administratieve Organisatie HAP geregistreerd in een automatiseringssysteem. De geregistreerde gegevens worden tenminste vijf jaar bewaard en kunnen aan bevoegden worden verstrekt. De Administratieve Organisatie HAP maakt melding van de volgende afwijkingen aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Scheepvaart: indien bij de vooraanmelding niet wordt voldaan van volledigheid, juistheid en tijdigheid; indien er wel een vooraanmelding heeft plaatsgevonden, maar geen operationele melding van de start inzameling is geweest. Ook controleert de Administratieve Organisatie de feitelijke gegevens, die vermeld staan op het afgifteformulier met de opgegeven verwachte afgifte van de vooraanmelding. Middels rapportages wordt de Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Scheepvaart van deze gegevens op de hoogte gebracht. Ten slotte stuurt de Administratieve Organisatie HAP de afgifteformulieren naar de desbetreffende havenbeheerder. 27 In de praktijk worden alle aangiftes door de agent gepleegd. 28 Zie voor wetsartikel paragraaf 6.2. Status: definitief Pagina 32 van 78

7. AFGIFTE EN INNAME Met de invoering van de wijziging van de WVVS zijn schepen verplicht hun scheepsafval of (restanten van) schadelijke stoffen af te geven. Dit hoofdstuk gaat in op de procedures die doorlopen worden en op de verantwoordelijkheden van de partijen. 7.1 Procedure afgifte en inname De procedure die bij de afgifte en inname van scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen wordt doorlopen is schematisch weergegeven in procedure 5. Schip Scheepsafval of (restanten van) schadelijke stoffen afgeven? nee Valt het schip onder een vrijstelling of heeft het schip een ontheffing? nee Is het schip gerechtigd tot het afzien van afgifte? AO HAP meldt aan IVW-DS ja Inzameling vindt plaats, zonder onnodig oponthoud en conform MARPOL 73/78 ja Geen afgifte ja Inzamelaar verstuurt afgifteformulier naar de AO HAP Registreren feitelijke inname HOI door AO HAP Automatiseringssysteem Legenda: Partij Proces Actie Interne opslag Procedure 5: Afgifte & inname Indien een schip scheepsafval of (restanten van) schadelijke stoffen wil afgeven, neemt de kapitein, reder of agent tijdig contact op met een inzamelaar 29. De inzamelaar gaat inzamelen, geeft een operationele melding bij aanvang en beëindiging van de inname en vult het afgifteformulier in. Het formulier stuurt de inzamelaar op naar de Administratieve Organisatie HAP. De Administratieve Organisatie HAP zorgt voor de registratie van de feitelijke inname in het automatiseringssysteem (zie ook procedure 4). 29 Zie bijlage 10 voor adressen inzamelaars in het Noordzeekanaalgebied. Status: definitief Pagina 33 van 78

Onnodig oponthoud Procedure 5 laat zien dat tijdens de inname van de inzamelaar wordt verlangd dat hij scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen inneemt zonder onnodig oponthoud en conform MARPOL 73/78 30. Onnodig oponthoud kan ontstaan als de tijd die nodig is voor afgifte van afvalstoffen langer is dan de normale verblijfstijd van het betreffende schip in de betreffende haven. Er kan nooit sprake zijn van onnodig oponthoud als de vertraging is veroorzaakt door het schip, de kapitein, de eigenaar of zijn vertegenwoordigers, veiligheidsmaatregelen of normale havenprocedures. Om te voorkomen dat onnodig oponthoud optreedt, moeten het schip, de overheid en de haven goed samenwerken. Deze samenwerking is in onderstaande tabel weergegeven. Schip Overheid Haven De kapitein of zijn vertegenwoordiger moet tijdig Verzekeren dat de formaliteiten (douane, Moet in staat zijn scheepsafval en (restanten van) schadelijke stoffen te (24 uur) melden. Deze melding gezondheid en milieu) een ontvangen die doorgaans in die haven moet in ieder geval omvatten: ETA en verwachte tijd van afgifte. Over dit laatste moet vlot verloop niet belemmeren. Kosten moeten geen omgaan. De ontvangstcapaciteit moet tijdig worden geleverd. De regelingen die moeten worden getroffen om overeenstemming bestaan met belemmering vormen voor het onnodig oponthoud te voorkomen, zoals de HOI. gebruik van de HOI. melding vooraf, aansluitmogelijkheden (leidingen etc.) worden afgesproken tussen het schip en de HOI. Tabel 7: Samenwerking ter voorkoming van onnodig oponthoud De tijd die nodig is voor afgifte van afvalstoffen speelt geen formele rol bij onnodig oponthoud. Hoofdstuk 12 beschrijft hoe klachten kunnen worden gemeld. Vrijstelling, ontheffing en afzien van afgifte Procedure 5 laat tevens zien dat een schip onder bepaalde omstandigheden niet aan haar verplichting om afval af te geven hoeft te voldoen. Dat is het geval als het schip onder een vrijstellingscategorie valt of een ontheffing van de minister van Verkeer en Waterstaat heeft (zie hoofdstuk 11). Een kapitein kan van afgifte afzien, of slechts een deel van het scheepsafval afgeven, voor zover bij of krachtens de WVVS geregeld. De inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Scheepvaart ziet erop toe dat deze regels worden nageleefd conform de WVVS (zie hiervoor het handhavingsbeleid van de Inspectie V&W - DS). Bovengenoemde is weergegeven in artikel 12 b,c en d van de WVVS: Artikel 12 b,c en d - WVVS Artikel 12b 1. De kapitein van een schip dat een haven aandoet die is aangewezen krachtens artikel 6, eerste lid, geeft voor vertrek van het schip al het scheepsafval af bij een havenontvangstvoorziening. 2. In afwijking van het eerste lid kan de kapitein van afgifte afzien, indien mede uit de op grond van artikel 12a, eerste of tweede lid, gemelde gegevens blijkt dat: a. in de volgende aanloophaven een voldoende havenontvangstvoorziening geschikt voor het in ontvangst nemen van al het scheepsafval beschikbaar zijn, en, b. er aan boord van het schip voldoende afzonderlijke opslagcapaciteit beschikbaar is voor al het scheepsafval dat reeds aan boord is en nog tijdens de voorgenomen reis van het schip naar deze haven zal ontstaan. 3. Dit artikel is ook van toepassing op buitenlandse schepen. 30 MARPOL 73/78, consolidated edition 2002; IMO (2002). Status: definitief Pagina 34 van 78