Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Heupafwijkingen. Informatie en tips over behandeling en verzorging van kinderen met een heupafwijking

Vergelijkbare documenten
Heupdysplasie. Heupdyplasie

Heupdysplasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Orthopedie Heupdysplasie

Spreidbroekje. Patiënteninformatie PR/ Spreidbroekje omdoen

Spreidbroek bij heupdysplasie

GIPSBROEK BIJ KINDEREN

Heupafwijkingen bij pasgeborenen (heupdysplasie)

Gipsbroek bij kinderen

Verzorging van uw kind in een gipsbroek

Tractiebehandeling bij heupdysplasie

Inhoud. Inleiding 3. Optillen en liggen 3. Verschonen 4. Wassen 4. Kleding 5. Voeding 5. Spelen 5. Bewegen 6. Slapen 6. Vervoer naar huis 6

Gipsbroek bij kinderen. Gipskamer

Patiënteninformatie over een gipsbroek

We beperken in ons in deze folder tot de heupdysplasie omdat dit bij uw kind geconstateerd is. Over de heupluxatie is een aparte folder beschikbaar.

Tractiebehandeling bij aangeboren heupafwijking

Kinderen met een aangeboren heupafwijking

Voorkomen van een voorkeurshouding In deze folder worden adviezen bij de dagelijkse verzorging gegeven

Inhoudsopgave. Inleiding 5. Waarom een gipsbroek? 5. Congenitale heupdysplasie 6. Dijbeenbreuk (femurfractuur) 8. Gipsbroek 9

Heupluxatie bij een kind

Uw kind krijgt een gipsbroek

Adviezen voor de hantering van uw baby

Mijn baby heeft een. voorkeurshouding... Wat nu? Adviezen voor de hantering van uw baby

Aangeboren heup afwijking. (Congenitale heupdysplasie)

Mijn baby heeft een voorkeurshouding... Wat nu?

Aangeboren heupafwijking Congenitale heupdysplasie Orthopedie

Tips bij de behandeling met een gipsbroek

Adviezen bij de dagelijkse verzorging van uw baby

Wat is een gipsbroek? pagina 2. Waarom een gipsbroek pagina 3. Het aanbrengen van een gipsbroek pagina 3. Verzorging kind pagina 3

Gipskamer Gipsbehandeling bij kinderen met heupdysplasie / aangeboren heupluxaties

Heupdysplasie Onderontwikkeling van de heupkom

Gipsbroek bij heupluxatie of heupdysplasie

Behandeling van heupdysplasie

Aangeboren heupafwijking

Gedrag en ontwikkelingsondersteuning

Kleine beschadigingen aan het gips zijn niet erg, het gips mag echter niet scheuren of breken waardoor beweging mogelijk is.

Aangeboren heupdysplasie

Kinderfysiotherapie. tips en adviezen. Paramedische afdeling

Op schoot en in een stoeltje. Algemeen

Gipsbroek. (heupdysplasie) Patiënteninformatie PR/ Gipsbroek

De gipsbroek. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk

Mijn baby heeft een. voorkeurshouding... Wat nu? Adviezen voor de hantering van uw baby

Congenitale (= aangeboren) heupdysplasie

Aangeboren heupdysplasie

Heupdysplasie en heupluxatie

Wat is een gipsbroek? Waarom een gipsbroek?

(door middel van de pavlik bandage)

Heupdysplasie. Orthopedie. alle aandacht. (Congenitale heupdysplasie of. heupontwrichting/heupluxatie)

Mijn baby heeft een voorkeurshouding... Wat nu?

Wilhelmina Kinderziekenhuis. Hantering en verzorging van jonge kinderen met Osteogenesis Imperfecta (OI) Voor ouders en hulpverleners

Behandeling met spreidbroekje

Omgang met uw baby Tips en adviezen

Patiënteninformatie. Gipsbroek

Mijn baby heeft een voorkeurshouding... Wat nu?

Vo o r k e u r s h o u d i n g b i j b a b y ' s

Tractiebehandeling bij heupluxatie

Heupluxatie bij heupdysplasie. Informatie voor ouders Kind met een aangeboren heupafwijking

Heupafwijkingen bij jonge kinderen

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Sleutelbeenbreuk bij baby s (Claviculafractuur) rkz.nl kinderwebsite.rkz.nl

Gipsbroek. Albert Schweitzer ziekenhuis januari 2015 pavo 0584

Overstrekken bij baby s

Gebroken sleutelbeen bij een zuigeling Clavicula fractuur. Vrouw Moeder - Kind centrum (VMK)

Vooraf te regelen. Vervoer. Wandelwagen. Autostoel.

Voorkeurshouding bij baby s

Congenitale heupdysplasie

De Heupen. Werkstuk : De Heupen

gebroken sleutelbeen of bovenarm bij baby

adviezen Gipscorset na een ZorgSaam

Richtlijnen houdingsadviezen bij zuigelingen

PATIËNTEN INFORMATIE. Gipsbroek. Kinderen

Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Een gebroken sleutelbeen of bovenarm bij uw baby

De beroertepatiënt thuis Adviezen bij transfer en correcte houding

LETSEL AAN SCHOUDER EN/OF ARM BIJ KINDEREN, ONTSTAAN TIJDENS DE BEVALLING

De verzorging van uw kind

Oefeningen en adviezen na een totale heupoperatie

Voorkeurshouding bij baby s

Adviezen na totale heupoperatie

Subject: Taak

Fysiotherapie. Omgang met uw baby.

Kinderfysiotherapie Nazorgpoli prematuren

Bryant tractie. behandeling van een breuk in het bovenbeen bij kinderen. afdeling kindergeneeskunde

Een zorgvrager met zelfzorgpassiviteiten volledig wassen

Oefenenprogramma na een HNP (hernia)operatie of een kanaalstenoseoperatie

De trap op of aflopen: Probeer uw lichaam rechtop te houden en niet voorover te kantelen.

Het dragen van gips of een hard kunststof verband

Operatie van de heupkom:

Orthopedie. Instructies voor patiënten met een kunstheup

Handen wassen. Voorbereiding: Lees de instructiekaart. Verzamel de benodigdheden. Doe je sieraden af. Was je handen.

Fysiotherapie. Ontwikkelingspolikliniek. Beter voor elkaar

De gipsbroek. Gipskamer. Locatie Hoorn/Enkhuizen

Heupdysplasie/Heupluxatie

De medische term voor doorliggen is decubitus. Het is een beschadiging van de huid. U kunt het krijgen als u veel in één houding ligt of zit.

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. De totale heupprothese (nieuwe heup)

LEUK. orthopedie. Jewett. Hyperextensie corset

Doorliggen. Wat kunt u daar aan doen?

Houdingsadviezen voor kinderen met strekgedrag

Til les, les 2. A : Hogerop in bed verplaatsen bij een persoon die nog veel zelf kan Beginsituatie: Een persoon onderuitgezakt in bed

Het verzorgen van de baby

Houdingsadviezen voor kinderen met strekgedrag

slaap veilig slaap lekker

Transcriptie:

Heupafwijkingen Informatie en tips over behandeling en verzorging van kinderen met een heupafwijking

HEUPAFWIJKINGEN INLEIDING De consultatiebureauarts of huisarts verdenkt na het heuponderzoek (beenlengte gelijk, het goed spreiden van de beentjes in de heupen, kniehoogte gelijk en de bilplooien gelijk) bij uw kind een heupafwijking. Ouders merken dit meestal niet op. Bij een ernstige heupafwijking kan het zijn dat uw kind pijn had en huilde bij het bewegen en verschonen, zonder dat u wist waarom. Uw kind wordt door de consultatiebureauarts verwezen naar de huisarts, deze vraagt een echo-onderzoek aan van de heupen. Bij twijfel wordt altijd een röntgenfoto gemaakt. Veronderstelt de consultatiearts een ernstige heupafwijking dan wordt u direct naar de orthopeed verwezen. Na de eerste schrik vraagt u zich af hoe uw kind behandeld gaat worden en wat daar allemaal bij komt kijken. Tijdens de behandeling merkt u dat uw kind extra verzorging nodig heeft. Het wassen, aankleden en verschonen bijvoorbeeld verloopt minder gemakkelijk en vraagt een andere aanpak dan bij een kind zonder heupafwijking. Ongeveer 1 à 2 kinderen op de 100 baby s hebben een aangeboren heupafwijking. Elk kind wordt hierop bekeken en onderzocht tijdens de bezoeken aan het consultatie- bureau voor zuigelingen. Er zijn twee vormen van heupafwijkingen: a. Een vorm die berust op een aangeboren slapte van het gewrichtskapsel. b. Een vorm die ontstaat door een ontwikkelingsstoornis van de gewrichtskom. Wanneer de afwijking op tijd wordt ontdekt, verloopt het genezingsproces vlot. Opmerkelijk is dat deze afwijking meer voorkomt bij meisjes dan bij jongens. De heupafwijking komt ook vaker voor bij kinderen die in een stuitligging geboren zijn. De medische termen voor aangeboren heupafwijkingen zijn: heupdysplasie, heupsubluxatie en heupluxatie. Afhankelijk van de ernst van de afwijking zijn er verschillende vormen van behandeling mogelijk. De ontwikkeling van het kind zal door de behandeling geen schade

ondervinden. Net als elk ander kind bepaalt het kind een eigen tempo: wat eerder met het een en wat later met het ander. Deze brochure probeert u wat meer te vertellen over de behandeling en verzorging van een kind met een heupafwijking. U zult gaandeweg merken dat ook u handig wordt in het bedenken van oplossingen voor uw kind. De inhoud van de brochure is in twee gedeelten opgesteld: In het eerste gedeelte komt u meer te weten over de afwijking zelf en de behandelingsmogelijkheden. Het tweede gedeelte gaat in op de verzorging van het kind en de praktische zaken die daarbij komen kijken. DEEL 1 WAT IS EEN AANGEBOREN HEUPAFWIJKING? Het heupgewricht is een kogelgewricht en bestaat uit een dijbeenkop en een heupkom. De kop past in de kom en draait mee met alle bewegingen. Wanneer een heupafwijking wordt geconstateerd, zijn er drie verschillende, in ernst oplopende mogelijkheden: Heupdysplasie: de meest voorkomende en, bij vroegtijdig ontdekken, de minst ernstige afwijking. De kop en/of kom zijn slecht gevormd en passen niet goed in elkaar. Heupsubluxatie: de kop staat gedeeltelijk naast de kom en dreigt uit de kom te schieten. Heupluxatie: is de meest ernstige vorm: de kop staat buiten de kom, zie tekening 4.

BEHANDELING De behandeling van dysplasie, subluxatie en luxatie vindt plaats in het ziekenhuis door een specialist, meestal is dat een orthopeed. Opname in het ziekenhuis is alleen noodzakelijk wanneer de kop buiten de komt ligt (luxatie). Tegenwoordig kan deze behandeling ook (gedeeltelijk) thuis worden uitgevoerd. Verder is de behandeling poliklinisch en berust op het spreiden van de benen. De kop en de kom krijgen zodoende gelegenheid zich in de juiste vorm en stand te ontwikkelen. Bij een heupdysplasie krijgt de baby een spreidbroek, spreidkussen of -beugel aan, die het gewricht in de goede stand moet houden. Na verloop van tijd past de kop normaal in de kom. Bij subluxatie, wanneer de kop uit de kom dreigt te schieten, krijgt het kind eerst een spreidbroek van gips aan. Na enige tijd gaat men over op de spreidbeugel. Ook deze wordt zolang als nodig is gedragen. Soms wordt de gipsbroek overgeslagen en wordt meteen geprobeerd of de spreidbeugel een goed resultaat geeft. Bij luxatie ligt de kop buiten de kom en wordt het kind opgenomen in het ziekenhuis. Door middel van een rekverband (tractie) wordt het heupgewricht in de goede stand gebracht. Dit kan enige tijd duren. Vervolgens krijgt het kind een tijdlang een gipsbroek en tenslotte een spreidbeugel. Alleen op deze manier krijgt het heupgewricht de tijd om zich goed passend te ontwikkelen. DE SPREIDBEUGEL EN ABDUCTIEKUSSEN De spreidbeugel of het abductiekussen houdt de benen in de spreidstand, waardoor de heupkop diep in de heupkom ligt. De beugel of het kussen houdt de kop in de kom op zijn plaats, zodat het gewricht in de normale vorm kan uitgroeien.

Het materiaal van de spreidbeugel (Camp-spreider, zie plaatje) bestaat uit een rugplaatje en dijbeenmanchetten. Deze zijn van kunststof. De manchetten zijn met elkaar verbonden door een verstelbare beugel, die aangepast wordt aan de groei van het kind. De beugel sluit om de buik en de dijbenen met een soepel bandje en klittenband. Andere spreidbeugels die ook gebruikt worden zijn de Pavlik bandage, Hilgenreiner-beugel, het Frejka-kussen en de Visser-spreidbeugel. Deze laatste beugel heeft hetzelfde rugdeel als de Camp-spreider, maar tussen het rugplaatje en de dijbeenmanchetten bevinden zich scharniertjes, daardoor hebben de benen een beperkte bewegingsvrijheid. DE GIPSBROEK Wanneer het kind behandeld wordt voor een (sub)luxatie, krijgt hij of zij een gipsbroek. Vanaf de taille tot de enkel komt gips, met een opening bij de stuit. De rand van het gips wordt afgeplakt met een breed pleister. De benen worden in de meeste gevallen in spreidstand gehouden door een metalen dwarsverbinding in het gips tussen de knieën. Als er kunstgips wordt gebruikt voor de gipsbroek, is er geen dwarsverbinding nodig. De noodzakelijke inentingen (bijv. BMR, DKTP) kunnen gewoon doorgaan. De prikken worden in dat geval in de arm gegeven. CONTROLEBEZOEKEN De ontwikkeling van het heupgewricht zal regelmatig gecontroleerd worden door de specialist in het ziekenhuis. Tijdens de controlebezoeken worden er o.a. foto s gemaakt en kunnen ouders vragen stellen over de behandeling, ontwikkeling en verzorging van hun kind. Om te voorkomen dat sommige vragen vergeten worden of over het hoofd worden gezien, volgen hieronder enkele tips.

Tips: Bedenk van tevoren wat u wilt weten. Schrijf deze vragen op en neem het briefje mee tijdens het controlebezoek. Vraag duidelijke instructies over de manier waarop u met het materiaal van spreidbeugel en gipsbroek moet omgaan. Laat u goed voordoen hoe u uw kind kunt verzorgen, bijv. bij het verschonen, wassen en optillen. Dit kunt u het beste vragen aan de instrumentenmaker of aan de gipsmeester. Volg de adviezen van de specialist op en vraag bij elke controle wat u wel of niet mag doen. In het ziekenhuis komen ook andere ouders van kinderen met een heupafwijking. Het kan plezierig zijn om uw ervaringen eens met hen uit te wisselen. Ook kunt u contact opnemen met de Vereniging Aangeboren Heupafwijkingen of kijken op internet www.heupafwijkingen.nl. De lengtemeting mag niet meer verricht worden zolang uw kind de beugel draagt, noch op het consultatiebureau, noch in het ziekenhuis. DEEL 2 OMGAAN MET EN HET VERZORGEN VAN DE BABY Kinderen met een aangeboren heupafwijking hebben in hun korte leventje al heel wat achter de rug. Zij worden regelmatig onderzocht en krijgen een behandeling. Door het dragen van een spreidbeugel of gipsbroek liggen zij niet altijd even gemakkelijk en worden zij, naarmate zij ouder worden, in hun bewegingen beperkt. De behoefte aan veiligheid en geborgenheid is groter wanneer het kind vaker van de ouders gescheiden is geweest. Ook de ouders zelf hebben een andere start met hun kind gemaakt dan zij zich hadden voorgesteld. Het dragen van een spreidbeugel of gipsbroek hoeft geen belemmering te zijn om het kind aan te halen en op schoot te nemen. Kinderen hebben behoefte aan (lichamelijk) contact en vinden het fijn geknuffeld te worden. Wanneer het kind zwaar wordt om op schoot te hebben, kan er een andere houding worden uitgeprobeerd, bijv. samen spelen, liggend op bed, bank of op een zachte deken op de grond.

Tijdens het verzorgen van het kind met een spreidbeugel of gipsbroek stuiten ouders op hindernissen. Wassen, verschonen, aankleden en bewegen verlopen minder vanzelfsprekend. Voor sommige activiteiten moeten oplossingen worden bedacht. In dit hoofdstuk wordt de dagelijkse verzorging stap voor stap doorgelopen. Van het wassen s ochtends tot het weer naar bed gaan s avonds en over alles wat daartussenin ligt. Ook worden er tips gegeven. DAGELIJKSE VERZORGING WASSEN Wanneer de spreidbeugel niet af mag of het kind een gipsbroek draagt, kan het kind niet in bad. Over het algemeen wordt aangeraden het kind zowel s ochtends als s avonds te wassen met een washandje. De stuit is daarbij belangrijk. U kunt echter niet overal bijkomen met de washand. Als u de spreidbeugel niet af mag doen, kunt u de buikband even losmaken en het kind verder wassen. Van belang is dat u de huid van het kind zo droog mogelijk houdt, onder het gips ontstaat al gauw jeuk. HAREN WASSEN Wanneer u een ligbad bezit, legt u daar overheen een brede plank met blokjes aan de onderkant om het verschuiven tegen te gaan. Op de plank vouwt u een handdoek dubbel waarop u het kind legt tijdens het wassen. Op de rand van het bad zittend zeept u het hoofd in en spoelt u de haren weer uit. Als het hoofd over de rand van de plank uitsteekt, heeft het ondersteuning nodig. Het kind kan ook op dezelfde wijze op de commode gelegd worden. Soms is het kind met een spreidbeugel of gipsbroek te breed voor de commode. Een tafel met een plat aankleedkussen of een extra breed kussen biedt meer ruimte. Met een emmer op de stoel en een schenkkan met warm water kunt u het ingezeepte hoofd afspoelen.

Ook een mogelijkheid is het kind op het aanrecht te leggen met het hoofd boven de spoelbak. Hierbij kan het aankleedkussen (plat) gebruikt worden. Let in ieder geval goed op uw werkhouding en zoek de voor u meest geschikte werkhoogte waarbij u uw rug rechthoudt (dit is een goede werkhouding voor uw rug). N.B.! Ook kinderen met een beugel of een gipsbroek kunnen van de tafel vallen, wanneer zij daarop in een onbewaakt ogenblik alleen liggen! DROGEN Om huidirritatie te voorkomen is het gewenst om de huid van het kind goed droog te houden. Een kind vindt het soms heerlijk om droog geföhnd te worden (stand op koud i.v.m. verbranding). Het gebruik van zalf en poeder is niet aan te raden. Poeder klontert en zalf gaat broeien, waardoor juist huidirritaties ontstaan. Tip: Als de spreidbeugel toch vuil wordt, kan hij met een vochtig doekje, zachte zeep of met wat alcohol worden schoongemaakt. Er is een mogelijkheid om direct in het begin een hoes of compleet kussen extra te vragen. N.B.! De beugel kan niet op de verwarming of bij de kachel worden gedroogd. Het plastic wordt in dat geval hard en brokkelig en kan zelfs smelten. VERSCHONEN Kinderen met een spreidbeugel of gipsbroek moeten vaker worden verschoond om het nat worden van de materialen te voorkomen. Als de beugel niet af mag, gebruik dan in elk geval wegwerpluiers. Ook als hij wel af mag (af en toe) is het raadzaam om deze luiers te gebruiken, omdat de verschoontijd dan tot een minimum beperkt kan worden; katoenen luiers met plastic zijn namelijk moeilijker aan te doen. Leg de luier zo glad mogelijk tussen bips en beugel en doe de luier verder gewoon aan. In plaats van spelden kunt u afplakband gebruiken, verkrijgbaar in Doe-het-zelf zaken. Bij het verschonen van de luier de billen omhoog tillen door het kind onder de billen vast te pakken, niet omhoog tillen door aan de voeten vast te pakken.

Tip: Het beste is om de spreidbeugel het eerst aan de aangedane kant vast te maken. De gipsbroek kan droog geföhnd worden (koud) wanneer hij toch wat nat geworden is. AAN- EN UITKLEDEN, HANDIGE KLEDING Het aan- en uitkleden verloopt sneller met gemakkelijke, ruimzittende kleding met handige sluitingen van klittenband, (deelbare) ritsen of drukknoopjes. Het is niet eenvoudig om passende kleding te vinden. Richt u zich bij het kopen vooral op: grote maten; broeken met doorknoopsluitingen, zie tekening 5; boxpakken of hansopjes met doorknoopsluitingen langs de binnenbeennaad, zie tekening 6 en 7; brede slaap-/trappelzak (eventueel zelf verbreden of extra breed kopen). De slaap-/trappelzak is ook buiten de wandelwagen te gebruiken, zie tekening 8; lange kniekousen i.p.v. maillot; een katoenen broekje waar de spreidbeugel over heen valt, vooral handig in de zomer.

Denk bij het veranderen, maken of vermaken van kleding aan: wijd elastiek in taille; sluiting langs de binnenbeennaad; sluiting langs de zijnaad; vermijden van sluitingen op de rug; geen stugge broekjes, ook onder de beugel niet; rekbare stof. Tips: Klittenbandsluitingen dichtgeplakt in de wasmachine beschadigen minder en blijven dus langer goed. Als het klittenband, vooral het haakjesgedeelte, vol geslibd is met haartjes en andere dingen, dan sluit het klittenband niet meer goed. U kunt een ander stuk haakjesbank gebruiken om het haakjesgedeelte van het kledingstuk schoon te maken. Met een strook stof aan de binnennaad (in bijpassende of afstekende kleur) maakt u een te krappe broek passend. Op de extra ruimte kunt u een nieuwe sluitnaad maken. SLAPEN De baby ligt het gemakkelijkst op de rug. De wieg zal gauw te smal zijn; een ledikantje geeft meer ruimte. Door het gips kunnen holtes ontstaan bij het liggen. Wees daar attent op. N.B.! Het kan gebeuren dat het kind in de gipsbroek stuwing in de benen krijgt. Dit komt doordat de benen te weinig kunnen bewegen. De stuwing uit zich door wat dikke voeten. Een dunne, opgevouwen molton onder het matras waar de benen liggen voorkomt het stuwen. Tip: Als uw kind vaak de voeten tussen de spijlen van het bed krijgt, kunt u langs de zijkant een plank of hardboard bevestigen of een laken door de spijlen heen vlechten, géén schuimrubber.

Kinderen in het gips zijn zwaar. Met het in en uit bed tillen kunt u uw rug sparen wanneer u: de baby hoog in bed legt; met een rechte rug door uw knieën buigt. ZITTEN Gipskinderen kunnen niet zelfstandig zitten. Uw kind zal pas gaan zitten wanneer het een aangepast gipsbroek heeft of wanneer het gips verwijderd is. Forceer het zitten niet uit angst dat uw kind achterop raakt in zijn/haar ontwikkeling. Voor een kind met een spreidbeugel moeten eerst de rompspieren goed stevig zijn om te kunnen zitten. Is dit niet het geval, dan verliest hij of zij het evenwicht. Wipstoeltjes zijn te smal en te diep om er een kind in te zetten. Een enkel stoeltje kunt u geschikt maken met een kussen er in. Pas de wipstoelgordel erbij aan. Als het kind groter is zijn er een aantal dingen waar u op moet letten als u uw kind wilt laten zitten in een stoeltje. De zitting van de stoel mag niet te breed zijn, de onderbenen moeten kunnen bengelen of de benen moeten volledig ondersteund zijn. Met schuimplastic kunt u de vorm van de zitting veranderen. Dit moet wel stevig op de zitting bevestigd worden. Een goede rugleuning is belangrijk om achterover vallen te voorkomen en is nodig om uw kind voldoende te steunen bij het zitten. Uw kind moet met een band gefixeerd (vastgezet) kunnen worden om ongelukken te voorkomen. De armleuningen van de stoel moeten aan de voorkant niet doorlopen naar de zitting om voldoende instapruimte te hebben. Een eventueel voorblad moet er af te halen zijn. Tip: Soms is een oude keukenstoel eenvoudig te veranderen door aan de zijkanten van de zitting inhammen te zagen, zodat de benen ruimte krijgen. Let hierbij wel op dat de stoel voldoende stevigheid houdt.

VOEDEN Als het kind nog niet kan zitten, is het plezierig het kind op schoot te nemen tijdens het eten geven. Met de benen tegen uw buik aan heeft u ook contact met uw kind. U kunt uw voeten op een voetenbankje zetten, zodat uw kind geruggensteund wordt door uw bovenbenen, zie tekening 10. In deze houding heeft u uw handen vrij. Ook kunt u het kind in de rug steunen met een wigvormig kussen tegen de tafelrand. Bij borstvoeding is het goed dat vóór het aanleggen aan de borst de baby niet te hongerig is. Soms kan vaker voeden hierbij een mogelijkheid zijn. Als de baby even zonder de spreidbroek mag, kunt u hem ook eerst even laten drinken om de ergste honger te stillen en daarna de spreidbroek weer aan doen. De eerste keren kan hulp van bijvoorbeeld de partner nodig zijn. Zitten op een stoel zonder leuningen of op een bank heeft de voorkeur. Draai de baby in één beweging naar u toe, waarbij u uw armen tussen de benen van de baby plaatst. Probeer met kussens een goede en comfortabele houding te vinden. Een voetenbankje is handig om met uw benen een hoek van 90 graden te realiseren. Tip: Leg beschermende kleding op uw benen. KRUIPEN, STAAN, LOPEN In vergelijking met leeftijdsgenootjes zonder gipsbroek of beugel kan het langen duren voordat uw kind zich gaat omdraaien en weer terugdraait. Wanneer het eenmaal gelukt is, probeert het kind ook te gaan zitten en kruipen. Stimuleer dit niet te veel, maar laat het kind zijn eigen tempo bepalen. Het kruipen ziet er in het begin uit als het schuifelen van een zeehond. Met een beugel kunnen de knieën niet naar voren, zodat het kind meer kracht haalt uit de armen en het bovenlichaam. Dit heeft geen nadelige invloed op de latere ontwikkeling van uw kind.

Met een gipsbroek kan een kind niet kruipen, staan en lopen. Het iets grotere kind kan zich op de buik voortbewegen op en zelfgemaakte lage plank met wielen (rolplank). Geef daarom het kind naast ruimte in de box ook de ruimte in de kamer, zie tekening 11. Het kan dan peddelen met de handen. Een veiligheidsgordel, zoals bijv. de gordel in de kinderstoel, voorkomt dat het kind van de plank afglijdt. Scherm de wielen zodanig af dat er geen vingers tussen kunnen komen. Tip: Kniestukken op de binnennaad van de broek geven bescherming aan de knieën en voorkomen slijtage aan de broek. VERVOER De wandelwagen biedt kinderen met een spreidbeugel het meeste aan ruimte. Soms is de zijkant los te maken, waardoor de benen kunnen uitsteken. De benen moeten wel voldoende worden gesteund en niet bekneld raken. Het zitgedeelte kan extra worden verbreed door er een met zachte stof bekleden plank in te leggen. Deze steunt ook de onderbenen. Een buggy is te smal en te diep. Een reiswieg is te soepel en te smal en daardoor minder geschikt. De kinderwagen is meestal ook te smal. Met een extra kussen kan de wagen opgevuld worden, waardoor het kind meer naar boven komt, zie tekening 12. Een nadeel is dat de baby meer kou en/of wind opvangt en uit de wagen zou kunnen vallen. Een combikinderwagen is soms om te bouwen naar een wandelwagen in ligstand, deze is breder. Een combikinderwagen is eventueel te huren via Baby-Rent.

IN DE AUTO Kinderen met een gipsbroek of beugel passen niet goed in de autostoeltjes. U kunt een kussen onder in het autostoeltje leggen, zodat de benen op de armleuning kunnen rusten. De veiligheid is dan wel minder en het kind kan gaan schuiven. Een andere mogelijkheid is het kind achterin op schoot te nemen. Gebruikt u dan wel een heupgordel. Tips: Om het schuiven in het autostoeltje tegen te gaan is het beste om zowel de heupgordel te verlengen als de gordel met de veiligheidspal. Dit kunt u laten doen bij een schoenmaker. Een andere oplossing, weliswaar minder veilig, zou kunnen zijn om een lus te maken aan de gordel met de veiligheidspal en daar doorheen de heupgordel te halen. Een (2 e hands) tweelingkinderwandelwagen, bestaande uit 1 bak, biedt veel ruimte. Bij een bolderkar haalt u enkele spijlen er uit en legt er een matras is. N.B.! Het tillen van een kind met een gipsbroek is geen licht karwei, vooral wanneer het vaker op een dag gebeurt. Het is van belang goed op uw rug te letten! Tip: Een kind met een spreidbeugel kunt u het beste op de heup dragen. Denk aan een draagdoek. Bij de gipskinderen lukt dit natuurlijk niet. SPELEN, SPEELGOED Het speelgoed hoeft voor kinderen met gipsbroek of beugel niet aangepast te worden. Elk kind heeft voor zijn eigen ontwikkeling materiaal nodig dat aansluit bij zijn mogelijkheden. Kinderen maken gebruik van hun zintuigen: proeven (aftasten), kijken, luisteren en voelen. Wat later leren zij materialen vormen en kleuren te onderscheiden.

Spelen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen en is een steeds terugkerende activiteit in het dagelijkse leven. Elk kind heeft zijn eigen voorkeur voor bepaalde spelletjes en speelgoed en geen enkel kind speelt op dezelfde wijze. Het spelen is afhankelijk van de mogelijkheden die er thuis zijn: bijv. ruimte, aandacht van de ouders, variatie in het speelgoed en de hoeveelheid speelgoed. Een kind speelt gemakkelijker met een beperkt aanbod dat af en toe wordt afgewisseld. Heel veel speelgoed tegelijkertijd is voor een kind nog niet te overzien. Goed speelgoed hoeft niet altijd uit de winkel te komen. Zolang speelgoed maar niet te moeilijk of ingewikkeld is en vooral de nieuwsgierigheid van het kind weet te prikkelen. Dat is voor kinderen met gipsbroek of beugel niet anders. LIGGEN Wanneer het kind veel op de rug ligt, zal het veel kijken en luisteren, pakken en aftasten. Daarvoor is een ruime keuze in wiegenhangers, grove (kralen) snoeren, rammelaars, piepbeesten en knuffeldieren. Het speelgoed moet wel binnen handbereik van het kind zijn, bijv. boven het bed en/of in de box. Als u het speelgoed regelmatig afwisselt, heeft het kind steeds iets nieuws. ZITTEN Als het kind nog niet zelf kan zitten, kunt u het op een bepaalde tijd op schoot nemen en samen bijv.: plaatjes kijken; liedjes zingen; in de handen klappen. Op schoot kan het kind gemakkelijker iets pakken en vasthouden (bijv. bellenblokjes, prentenboek, stapelbekers). OP DE BUIK Zodra het kind zich kan omdraaien, is beweegbaar speelgoed heel spannend, bijv.: een bal met muziek er in; beestje op wielen. In een afgeschermd hoekje kan het speelgoed niet ver weg rollen.

OP VERKENNING Een gipsbroek staat kruipen en tijgeren in de weg. Toch willen wat grotere kinderen graag op ontdekkingsreis door de kamer. U kunt het kind op de plank met wieltjes leggen. Daarnaast vinden kinderen het heerlijk om buiten te zijn. Een dagelijkse wandeling biedt afwisseling. Een andere mogelijkheid is om uw kind buiten in een babyhuisje te leggen, mits het voorluikje groot genoeg is. INFORMATIE Voor verdere informatie kunt u tevens terecht bij: Vereniging kind en ziekenhuis (landelijk bureau)tel. 078-6146361 Vereniging Aangeboren HeupafwijkingenTel.: 0900-4387397; internet www.heupafwijkingen.nl Baby Rent, Groningen, tel. 050-5252728; internet www.babyrentgroningen.nl Daarnaast kunt u bij uw huisarts of de specialist in het ziekenhuis alle informatie, advies en hulp vragen die u nodig heeft voor de verzorging, ontwikkeling van uw kind met een aangeboren heupafwijking.