Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing



Vergelijkbare documenten
Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

Gebruikershandleiding Explorer Alle modellen

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

Gebruikershandleiding Speed Triple S en Speed Triple R

Montage-instructies: Speed Triple (vanaf VIN ) - Speed Triple R - Street Triple - Street Triple R (vanaf VIN ) A en A

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

Thunderbird Storm. Thunderbird Storm. Inhoudsopgave

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

Gebruikershandleiding Tiger Sport

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwingen en opmerkingen. Voorzichtig. Waarschuwing

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwingen en opmerkingen. Voorzichtig. Waarschuwing

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

NL ESP-Systeem

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

Verwarming en ventilatie

1. Lader Onderdelen. Lader Contactpunt. Bedieningsdisplay. Groen indicatielampje Stekker

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B

Gebruikershandleiding Bonneville Bobber, Bonneville Bobber Black en Bonneville Speedmaster

LCD scherm va LCD scherm

Gebruikershandleiding Bonneville Bobber

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product!

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

Verkorte gebruiksaanwijzing

BIZOBIKE Display handleiding E-Motion

LCD scherm ve LCD scherm

Alleen voor Trip 2, 2L, 3 en 5W Gebruikershandleiding. NEDERLANDS

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

Voorwoord VOORWOORD. Waarschuwing, voorzichtig en let op. Voorzichtig. Waarschuwing

Handleiding. E-Trendy Lithium fietscomputer. 1. Inleiding P. 2

HANDLEIDING TEMPO / TEMPO+ TRANZX PST

Gebruikershandleiding Speed Triple S en Speed Triple RS

Powerpack. gebruikshandleiding

Handleiding. Trenergy E-relax fietscomputer. Pagina: 1

F I A T B R A V O NL S N E L G I D S

Voertuigcontrole Kawasaki Z650 (BRAVOK)

Trip 1 en Trip 4W Gebruikershandleiding. NEDERLANDS

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

Gebruikershandleiding Peugeot CE22, CE33, CE141, CE132, CE122, CE151, CE101, CE111

VOERTUIGCONTROLE ( BRAVOK)

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama

HANDLEIDING FJR1300AS 2D DA

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive

Om een prettige ondersteuning te behouden, adviseren wij u eens per maand de E-bike te kalibreren.

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Handleiding Volkswagen Caddy (Maxi) voor rolstoelvervoer. (Versie 1.5 Nederlands)

GfS Push Bar Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Opbouw GfS Push Bar Alarm...p. 3. Installatie GfS Push Bar Alarm...p. 4

De voorkant. De zijkant. De banden

Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. HANDLEIDING FJR1300A 1CY-F8199-D0

Elektrische fiets. Handleiding

TECHNISCHE HANDLEIDING

Waarschuwingslampjes WAARSCHUWINGSLAMPJES

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF

Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. HANDLEIDING XT1200Z 23P-F8199-D0

HANDLEIDING XT660Z XT660ZA

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

Gebruikershandleiding Inhoud

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508

Verkorte gebruiksaanwijzing

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011

200 bar, 15 l/min., l, tandemasser met honda benzine motor (11,7 Hp 8.6 kw) Instructies voor gebruik, onderhoud en transport.

INHOUDSOPGAVE LCD DISPLAY INTELLIGENT 800S... 2

Korte introductie van de Vogue E-bike. 1 Motor 2 Display 3 Accu 4 Controller 5 Pedaal sensor. Aan/uit knop

Handleiding: instelling en werking E-Drive LCD display

BEP 600-TLM2 CONTOUR MATRIX TANK MONITOR INSTALLATIE EN GEBRUIKS AANWIJZING

YP250R YP250RA YP250R Sports

Gebruikers handleiding versie

Fleischmann Tachowagen HO

RIJVAARDIGHEID CATEGORIE A

Module nr

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden.

Gebruikershandleiding Tiger XCA, Tiger XCX, Tiger XR, Tiger XRT, Tiger XRX en Tiger XRX-LRH

Praktijk Vragen over auto

Instructiehandleiding

Handleiding. Breeze. Elektrische fiets

Automatische transmissie

Handleiding. Bijlage LCD Display. +32 (0)

HANDLEIDING FZ1-N 2D1-F8199-D1

HANDBOEK E-BIKE Handboek e-bike

Gebruikershandleiding. Nimoto Trendy-R

Stel de Trevler module niet bloot aan water of andere vloeibare substanties om gevaar voor u en schade aan het apparaat te voorkomen.

Handleiding SE scootmobiel

y Verwarming op brandstof 87

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

RCW Afstandsbediening

HS-2R Radio-hoofdtelefoon van Nokia Gebruikershandleiding Uitgave 2

Parameters Zichtbaarheid. Inleiding

MiBlock gebruikershandleiding

Boor de gaten in het spatbord. Diameter van de montagegaten: 5,5 mm, het gat voor de draaddoorvoer 10 mm.

GEBRUIKSAANWIJZING EN. PROJECTION ALARM CLOCK INSTRUCTION MANUAL DE. PROJEKTIONSWECKER

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

Gebruikershandleiding Inhoud

INITIALISATIEPROCEDURE ACCUTOESTAND (i-stop-instelling) [SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G 2.5]

Transcriptie:

Voorwoord VOORWOORD Dit handboek bevat informatie over Triumph-motorfietsen Tiger 800 en Tiger 800XC. Bewaar dit handboek voor de eigenaar altijd bij de motorfiets en raadpleeg de informatie wanneer nodig., voorzichtig en let op In dit handboek voor de eigenaar wordt belangrijke informatie op de volgende manier gepresenteerd: Dit waarschuwing-symbool geeft speciale instructies of procedures aan, die persoonlijk letsel of levensgevaar tot gevolg kunnen hebben wanneer deze niet correct worden opgevolgd. Voorzichtig Dit voorzichtig-symbool geeft speciale instructies of procedures aan, die schade aan of vernieling van apparatuur tot gevolg kunnen hebben wanneer deze niet strikt worden opgevolgd. Let op: Dit let op-symbool geeft punten van speciaal belang voor efficiëntere en gemakkelijkere bediening aan. 1

Voorwoord slabels Dit symbool (links) wordt op bepaalde plaatsen op de motorfiets weergegeven. Het symbool betekent 'VOOR- ZICHTIG: RAADPLEEG HET HANDBOEK' en wordt gevolgd door een grafische voorstelling van het betreffende onderwerp. Probeer nooit de motorfiets te berijden of een aanpassing uit te voeren zonder de in dit handboek beschreven relevante instructies te raadplegen. Zie pagina 12 voor de plaatsen van alle labels met dit symbool. Dit symbool wordt, indien nodig, ook weergegeven op de pagina s die de relevante informatie bevatten. Onderhoud Om een lang, veilig en probleemvrij gebruik van uw motorfiets te garanderen, dient het onderhoud te worden uitgevoerd door een erkende Triumph-dealer. Alleen een erkende Triumph-dealer beschikt over de noodzakelijke kennis, apparatuur en vakkundigheid om uw Triumph-motorfiets goed te onderhouden. Bezoek de Triumph-website op www.triumph.co.uk of neem telefonisch contact op met de bevoegde distributeur in uw land voor informatie over de dichtstbijzijnde Triumph-dealer. De adressen worden ook vermeld in het bij dit handboek geleverde servicerecordboek. Geluiddempingssysteem Wijzigen van het geluiddempingssysteem is verboden. Eigenaars worden gewaarschuwd dat het wettelijk verboden is om: een onderdeel of ontwerpcomponent, bedoeld voor geluiddemping en verwerkt in elk nieuw voertuig, vóór de verkoop of aflevering aan de uiteindelijke koper, of tijdens het gebruik, te verwijderen of buiten werking te stellen door welke persoon dan ook - om andere redenen dan voor onderhoud, reparatie of vervanging - en het voertuig te gebruiken, nadat zo n onderdeel of ontwerpcomponent is verwijderd of buiten werking is gesteld. Terreinrijden De Tiger 800XC is bedoeld voor gebruik op de weg en licht terreinrijden. De Tiger 800 is uitsluitend bedoeld voor gebruik op de weg. 2

Voorwoord Handboek voor de eigenaar Dank u voor het kiezen van een Triumphmotorfiets. Deze motorfiets is het resultaat van Triumph s toepassing van beproefde technieken, grondige tests en het voortdurend streven naar superieure betrouwbaarheid, veiligheid en prestaties. Lees voordat u gaat rijden dit handboek aandachtig door om volledig vertrouwd te raken met de werking van de bedieningselementen, de kenmerken, de capaciteiten en de beperkingen van uw motorfiets. Dit handboek bevat tips voor veilig rijden, maar omvat niet alle technieken en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het veilig berijden van een motorfiets. Triumph beveelt ten stelligste aan dat alle motorrijders de nodige lessen nemen om een veilige bediening van deze motorfiets te garanderen. Dit handboek is bij uw plaatselijke dealer tevens beschikbaar in het: Duits; Engels; Frans; Italiaans; Japans; Spaans; Zweeds. Dit handboek voor de eigenaar en alle overige instructies die bij uw motorfiets worden geleverd, maken integraal deel uit van uw motorfiets en moeten bij de motorfiets blijven, ook wanneer deze wordt doorverkocht. Iedereen die uw motorfiets gaat berijden, dient dit handboek en alle overige instructies die bij uw motorfiets worden geleverd, aandachtig te lezen om volledig vertrouwd te raken met de werking van de bedieningselementen, de kenmerken, de capaciteiten en de beperkingen van uw motorfiets. Leen uw motorfiets niet aan anderen uit, want het berijden ervan zonder vertrouwd te zijn met de werking van de bedieningselementen, de kenmerken, de capaciteiten en de beperkingen van de motorfiets kan leiden tot een ongeval. Praat met Triumph Onze relatie met u stopt niet bij de aankoop van uw Triumph. Uw feedback over de ervaringen tijdens aankoop en bezit zijn zeer belangrijk voor ons om onze producten en diensten voor u te ontwikkelen. Help ons daarom ervoor te zorgen dat uw dealership uw e-mailadres heeft en dat bij ons registreert. U ontvangt dan van ons op uw e-mailadres een uitnodiging voor een onlineklanttevredenheidsonderzoek waar u ons deze feedback kunt geven. Het Triumph-team. 3

Voorwoord Informatie De informatie in deze uitgave is gebaseerd op de meest recente, op het moment van publicatie beschikbare informatie. Triumph behoudt zich het recht voor te allen tijde, zonder voorafgaande mededeling of verplichting, wijzigingen aan te brengen. Niets uit deze publicatie mag - in zijn geheel of gedeeltelijk - worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van Triumph Motorcycles Limited. Copyright 10.2010 Triumph Motorcycles Limited, Hinckley, Leicestershire, Groot-Brittannië. Publicatie onderdeelnummer 3855183 versie 1. Inhoudsopgave Dit handboek bevat een aantal verschillende hoofdstukken. Onderstaande inhoudsopgave helpt u het begin van elk hoofdstuk op te zoeken, waar u - in het geval van grotere hoofdstukken - een meer gedetailleerde inhoudsopgave aantreft, die u helpt het betreffende onderwerp te vinden. Voorwoord.................................................................. 1 slabels......................................................... 12 Omschrijving van onderdelen................................................. 14 Serienummers.............................................................. 19 Algemene informatie......................................................... 21 Het berijden van de motorfiets................................................. 57 Accessoires, belading en passagiers............................................. 71 Onderhoud en afstelling...................................................... 75 Stalling................................................................... 127 Specificaties................................................................ 129 4

Voorwoord Veiligheid voorop VOORWOORD VEILIGHEID VOOROP De motorfiets De Tiger 800XC is bedoeld voor licht terreinrijden. Extreem terreinrijden kan leiden tot verlies van controle over de motorfiets en een ongeval. De Tiger 800 is uitsluitend bedoeld voor gebruik op de weg. Hij is niet geschikt voor gebruik in ruw terrein. Gebruik in ruw terrein kan het verliezen van de controle over de motorfiets veroorzaken, wat kan leiden tot een ongeval met letsel of de dood als gevolg. Deze motorfiets is niet ontworpen voor het trekken van een aanhanger of het gebruik van een zijspan. Het gebruik van een zijspan en/of aanhanger kan het verliezen van de controle over de motorfiets of een ongeval tot gevolg hebben. Deze motorfiets is ontworpen voor het gebruik als tweewielig voertuig voor het vervoeren van een berijder alleen of een berijder met één passagier. Het totale gewicht van de berijder, een eventuele passagier, accessoires en bagage mag niet hoger zijn dan het maximale laadvermogen van: Tiger 800-225 kg; Tiger 800XC - 223 kg. Deze motorfiets is uitgerust met een katalysator onder de motor, die samen met het uitlaatsysteem zeer hoge temperaturen kan bereiken wanneer de motor draait. Brandbare materialen, zoals gras, hooi/stro, bladeren, kleding en bagage enz. kunnen ontbranden wanneer ze in contact komen met een willekeurig onderdeel van het uitlaatsysteem en de katalysator; zorg er altijd voor dat brandbare materialen niet in aanraking kunnen komen met het uitlaatsysteem of de katalysator. 5

Voorwoord Veiligheid voorop Brandstof en uitlaatgassen BENZINE IS UITERST BRANDBAAR: Schakel de motor altijd uit vóór u gaat tanken. Niet tanken of de vuldop van de tank openen terwijl u rookt of in de buurt van open vuur (vlammen). Zorg ervoor dat tijdens het tanken geen brandstof op de motor, de uitlaatpijpen of de dempers wordt gemorst. Indien brandstof wordt ingeslikt, ingeademd of in de ogen komt, dient direct medische hulp te worden ingeroepen. Indien benzine op de huid terechtkomt, dient deze onmiddellijk te worden gewassen met water en zeep en met brandstof verontreinigde kleding dient onmiddellijk te worden uitgetrokken. Contact met brandstof kan brandwonden en andere ernstige huidaandoeningen veroorzaken. Valhelm en kleding Bij het berijden van de motorfiets dienen de berijder en de passagier altijd valhelm, oogbescherming, handschoenen, laarzen, broek (nauw aansluitend rond de knieën en de enkels) en een felgekleurd jack te dragen. Felgekleurde kleding verhoogt de zichtbaarheid van de berijder (of de passagier) voor andere weggebruikers aanzienlijk. Hoewel volledige bescherming niet mogelijk is, kan het dragen van de juiste beschermende kleding het risico op verwondingen bij het berijden van uw motorfiets verlagen. De motor nooit in een afgesloten ruimte starten of laten draaien. De uitlaatgassen zijn giftig en kunnen binnen korte tijd bewusteloosheid en de dood tot gevolg hebben. Gebruik uw motorfiets uitsluitend in de open lucht of in een ruimte met afdoende ventilatie. 6

Voorwoord Veiligheid voorop Een valhelm is een van de belangrijkste uitrustingsstukken, omdat deze bescherming biedt tegen hoofdletsel. Uw valhelm en die van uw passagier dienen met zorg te worden gekozen en comfortabel en stevig om het hoofd te passen. Een felgekleurde helm verhoogt de zichtbaarheid van de berijder (of passagier) voor andere weggebruikers aanzienlijk. Een valhelm met open voorzijde biedt enige bescherming bij een ongeval, maar een integraalhelm biedt betere bescherming. Draag altijd een vizier of een goedgekeurde beschermende bril voor beter zicht en ter bescherming van uw ogen. cbma Parkeren Altijd de motor uitschakelen en de contactsleutel verwijderen voordat u uw motorfiets onbeheerd achterlaat. Door het verwijderen van de contactsleutel wordt het risico van gebruik door onbevoegde en onervaren personen verkleind. Denk aan het volgende als u uw motorfiets parkeert: Zet de motorfiets in de eerste versnelling om te voorkomen dat deze van de standaard rolt. De motor en het uitlaatsysteem zijn na het rijden sterk verhit. Parkeer NOOIT op plaatsen waar voetgangers, dieren en/of kinderen de motorfiets kunnen aanraken. Parkeer nooit op een zachte ondergrond of op een hellend oppervlak. Indien de motorfiets onder deze omstandigheden wordt geparkeerd, kan deze omvallen. Zie voor nadere informatie het hoofdstuk 'Het berijden van de motorfiets' in dit handboek voor de eigenaar. 7

Voorwoord Veiligheid voorop Onderdelen en accessoires Onderhoud/apparatuur De eigenaar dient erop te letten, dat goedgekeurde onderdelen, accessoires en wijzigingen voor een Triumph-motorfiets uitsluitend door Triumph officieel goedgekeurde onderdelen zijn die door een erkende Triumph-dealer op de motorfiets worden aangebracht. Het is met name bijzonder gevaarlijk om onderdelen of accessoires aan te brengen of te vervangen waarvoor het noodzakelijk is om het elektrische of het brandstofsysteem te demonteren, of hierop uitbreidingen aan te brengen. Dergelijke aanpassingen kunnen de veiligheid in gevaar brengen. Het aanbrengen van niet-goedgekeurde onderdelen, accessoires of wijzigingen kunnen een nadelig effect hebben op het rijgedrag, de stabiliteit en andere aspecten van de werking van de motorfiets, waardoor een ongeval kan worden veroorzaakt dat kan leiden tot letsel of de dood. Triumph accepteert geen aansprakelijkheid voor gebreken die zijn veroorzaakt door het aanbrengen van niet-goedgekeurde onderdelen, accessoires of wijzigingen of door het aanbrengen van goedgekeurde onderdelen, accessoires of wijzigingen door onbevoegd personeel. Raadpleeg uw erkende Triumph-dealer indien u twijfelt aan de juiste of veilige werking van deze Triumph-motorfiets. Onthoud dat het blijven gebruiken van een niet goed werkende motorfiets een fout kan verergeren en de veiligheid in gevaar kan brengen. Controleer of alle wettelijk vereiste apparatuur is gemonteerd en correct functioneert. Verwijderen of wijzigen van de verlichting, dempers, uitstoot- en geluiddempingssystemen van de motorfiets kunnen een overtreding van de wet betekenen. Onjuiste of niet toegestane aanpassingen kunnen een nadelig effect hebben op het rijgedrag, de stabiliteit en andere aspecten van de werking van de motorfiets, waardoor een ongeval kan worden veroorzaakt met letsel of de dood als gevolg. 8

Voorwoord Veiligheid voorop Indien de motorfiets betrokken is bij een ongeval, aanrijding of valpartij dient deze voor inspectie en reparatie naar een erkende Triumph-dealer te worden gebracht. Elk ongeval kan schade aan de motorfiets veroorzaken, die indien niet op de juiste wijze gerepareerd een tweede ongeval kan veroorzaken met letsel of de dood als gevolg. Het rijden De motorfiets nooit berijden indien u moe bent of onder invloed verkeert van alcohol of andere verdovende middelen. Het berijden van een motorfiets onder invloed van alcohol of andere verdovende middelen is verboden. Het berijden van een motorfiets terwijl u moe bent of onder invloed van alcohol of andere verdovende middelen verkeert, vermindert het vermogen van de berijder om de motorfiets onder controle te houden waardoor een ongeval kan worden veroorzaakt. Alle rijders moeten in het bezit zijn van een rijbewijs voor motorfietsen. Het zonder rijbewijs besturen van een motorfiets is verboden en kan gerechtelijke vervolging tot gevolg hebben. Het rijden op een motorfiets zonder formele training in de juiste rijtechnieken die nodig zijn om een rijbewijs te halen, is gevaarlijk en kan resulteren in verlies van de controle over de motorfiets en een ongeluk. 9

Voorwoord Veiligheid voorop Rijd altijd defensief en draag de elders in dit voorwoord genoemde beschermende uitrusting. Onthoud dat een motorfiets bij een ongeval minder bescherming biedt dan een auto. Deze Triumph-motorfiets mag de wettelijk geldende snelheidslimieten niet overschrijden. Het met hoge snelheid op een motorfiets rijden kan gevaarlijk zijn, aangezien de tijd om op bepaalde verkeerssituaties te reageren bij hogere snelheden aanzienlijk wordt verkort. Pas de snelheid altijd aan aan eventueel gevaarlijke rijomstandigheden, zoals slecht weer of druk verkeer. Wees altijd bedacht op veranderingen in het wegdek, het verkeer en de wind en pas uw rijgedrag hierop aan. Alle tweewielige voertuigen zijn onderhevig aan krachten van buitenaf die een ongeval kunnen veroorzaken. Deze krachten zijn onder andere: Windstoten van passerende voertuigen; Gaten in de weg, oneffenheden of beschadigingen in het wegdek; Slecht weer; Fouten van de berijder. Rijd altijd met matige snelheid en vermijd druk verkeer, totdat u zich volledig vertrouwd hebt gemaakt met het rijgedrag en de rijeigenschappen van de motorfiets. Overschrijd nooit de wettelijk geldende snelheidslimiet. Overhellen onder een onveilige hoek kan instabiliteit, verlies van controle over de motorfiets of een ongeval veroorzaken. 10

Voorwoord Veiligheid voorop Handgrepen en voetsteunen De berijder dient het voertuig onder controle te houden door te allen tijde de handen aan het stuur te houden. De besturing en stabiliteit van de motorfiets worden nadelig beïnvloed indien de berijder het stuur loslaat, hetgeen kan leiden tot verlies van controle over de motorfiets en een ongeval. De berijder en de passagier dienen tijdens het berijden van het voertuig altijd de voetsteunen te gebruiken. Door de voetsteunen te gebruiken wordt voor zowel de berijder als de passagier het risico op onbedoeld contact met onderdelen van de motorfiets verminderd en wordt ook de kans op verwondingen, veroorzaakt door het vast komen zitten van kledingstukken, verminderd. 11

slabels WAARSCHUWINGSLABELS De op deze en de volgende pagina s beschreven labels maken u attent op belangrijke veiligheidsinformatie in dit handboek. Voordat u de motorfiets gaat berijden, dient u ervoor te zorgen dat alle berijders alle informatie, waarop deze labels betrekking hebben, hebben begrepen en naleven. Plaats van de waarschuwingslabels - Tiger 800 en Tiger 800XC Windscherm (pagina 100) Inrijden (pagina 54) Koelvloeistof (pagina 85) R.P.M. Versnellingsstand (pagina 60) 6 5 4 3 2 N 1 Aandrijfketting (pagina 92) Banden (pagina 106) cgjs_1 12

slabels Plaats van de waarschuwingslabels - Tiger 800 en Tiger 800XC (vervolg) Voorzichtig Alle waarschuwingslabels en stickers, met uitzondering van het label over inrijden, worden op de motorfiets aangebracht met een sterke lijm. In sommige gevallen worden labels aangebracht voorafgaand aan het aanbrengen van de laklaag. Daarom zal elke poging om de waarschuwingslabels te verwijderen, schade veroorzaken aan lakwerk of carrosserie. Dagelijkse veiligheidscontrole (pagina 55) Loodvrije brandstof (pagina 45) Helm (pagina 6) Motorolie (pagina 82) cgjr_1 13

Omschrijving van onderdelen OMSCHRIJVING VAN ONDERDELEN Tiger 800 1 2 3 4 5 6 7 14 13 12 11 10 9 8 1. Koplamp 2. Richtingaanwijzers voor 3. Fitting elektrische accessoires 4. Brandstoftank en tankdop 5. Accu en zekeringdozen 6. Gereedschapsset/opberglocatie beugelslot 7. Zadelslot 8. Achterwielafsteller 9. Aandrijfketting 10.Zijstandaard 11. Schakelpedaal 12.Drukdop radiateur/ koelvloeistofreservoir 13.Remklauw voorrem 14.Remschijf voorrem 14

Omschrijving van onderdelen OMSCHRIJVING VAN ONDERDELEN Tiger 800 (vervolg) 15 16 17 18 19 20 21 28 27 26 25 24 23 22 15. Achterlicht 16.Vloeistofreservoir achterrem 17. Olievuldop 18. Spiegel 19. Koplampafsteller 20.Scherm 21. Koelvloeistofexpansiereservoir 22.Voorvork 23.Koppelingskabel 24.Kijkglas motoroliepeil 25.Rempedaal achterrem 26.Stelschroef voorbelasting vering achterwielophanging 27.Achterremklauw 28.Remschijf achterrem 15

Omschrijving van onderdelen Tiger 800XC 1 2 3 4 5 6 7 14 13 12 11 10 9 8 1. Koplamp 2. Richtingaanwijzers voor 3. Fitting elektrische accessoires 4. Brandstoftank en tankdop 5. Accu en zekeringdozen 6. Gereedschapsset/opberglocatie beugelslot 7. Zadelslot 8. Achterwielafsteller 9. Aandrijfketting 10.Zijstandaard 11. Schakelpedaal 12.Drukdop radiateur/ koelvloeistofreservoir 13.Remklauw voorrem 14.Remschijf voorrem 16

Omschrijving van onderdelen Tiger 800XC (vervolg) 15 16 17 18 19 20 21 22 30 29 28 27 26 25 24 23 15. Achterlicht 16.Vloeistofreservoir achterrem 17. Olievuldop 18.Handbeschermers 19. Spiegel 20.Koplampafsteller 21. Scherm 22.Koelvloeistofexpansiereservoir 23.Voorvork 24.Koppelingskabel 25.Kijkglas motoroliepeil 26.Rempedaal achterrem 27.Stelschroef voorbelasting achterwielophanging 28.Stelschroef voor demping terugvering achterschokdemper 29.Achterremklauw 30.Achterremschijf 17

Omschrijving van onderdelen Alle modellen (Tiger 800 afgebeeld) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 cgjo 14 13 12 11 10 1. Koppelingshendel 2. Passeerknop 3. Dimschakelaar koplamp 4. Scherm boordcomputer 5. Snelheidsmeter 6. Toerenteller 7. Vloeistofreservoir voorrem 8. Motorstopschakelaar 9. Remhendel voorrem 10. Startknop 11. Contactschakelaar 12.Fitting elektrische accessoires 13.Richtingaanwijzerschakelaar 14.Claxonknop 18

Serienummers SERIENUMMERS VoertuigIdentificatieNummer (VIN) Motorserienummer 1 cgiv 1. VIN-nummer (Tiger 800 afgebeeld) Het VoertuigIdentificatieNummer (VIN) is in het voorste stuurgedeelte van het frame geslagen. Het staat ook op een plaatje dat is vastgeklonken op het frame aan de linkerkant van het stuurhoofd. Noteer het voertuigidentificatienummer (VIN) in de daarvoor bestemde ruimte hieronder. 1. Motorserienummer (Tiger 800 afgebeeld) Het motorserienummer is direct boven het koppelingsdeksel in het motorcarter geslagen. Noteer het motorserienummer in de ruimte hieronder. 19

Serienummers Deze pagina met opzet blanco 20

Algemene informatie ALGEMENE INFORMATIE Inhoudsopgave Lay-out instrumentenpaneel................................................... 23 Snelheidsmeter en kilometerteller............................................... 24 Toerenteller................................................................. 24 Boordcomputer.............................................................. 24 Kilometerteller/dagteller....................................................... 25 Dagteller............................................................... 25 Dagteller nulstellen....................................................... 26 Kilometerteller........................................................... 27 Klok instellen................................................................ 27 Eenheden wijzigen (Brits, Amerikaans of metrisch)................................. 28 ABS uitschakelen (alleen modellen met ABS)...................................... 30 Controlelampje onderhoudsinterval............................................. 30 Brandstofmeter.............................................................. 31 Bandspanningscontrole-systeem (TPMS)......................................... 31 Functie................................................................. 31 Serienummer bandspanningssensor......................................... 32 Systeemweergave........................................................ 32 Sensorbatterijen.......................................................... 33 Bandspanning........................................................... 34 Vervangende banden..................................................... 34 slampjes....................................................... 35 Richtingaanwijzers........................................................ 35 Grootlicht............................................................... 35 Brandstofniveau laag...................................................... 35 Neutraal................................................................ 35 slampje lage oliedruk......................................... 35 slampje hoge koelvloeistoftemperatuur........................... 35 slampje storing motormanagementsysteem........................ 36 Controlelamp alarminstallatie/startonderbreker................................. 36 Bandspanningswaarschuwings-lampje........................................ 37 21

Algemene informatie Contactsleutel............................................................... 38 Contactschakelaar/stuurslot.................................................... 39 Standen contactschakelaar................................................. 40 Stelschroef remhendel........................................................ 41 Schakelaars rechterstuurstang.................................................. 42 Motorstopschakelaar...................................................... 42 Startknop............................................................... 42 Schakelaars linkerstuurstang................................................... 43 Dimschakelaar koplamp................................................... 43 Richtingaanwijzerschakelaar................................................ 43 Claxonknop............................................................. 43 Passeerknop............................................................. 43 Stuurstangafstelling.......................................................... 43 Brandstofvoorziening/tanken................................................... 45 Brandstoftype............................................................ 45 Tankdop................................................................... 46 Brandstoftank vullen.......................................................... 46 Gereedschapsset en handboek................................................. 47 Standaard.................................................................. 47 Zijstandaard............................................................. 47 Zadels..................................................................... 48 Zadelonderhoud......................................................... 48 Achterzadel............................................................. 49 Berijderszadel............................................................ 50 Hoogteverstelling berijderszadel............................................. 50 Helmhaak.................................................................. 51 Opslag voor Triumph-beugelslot (accessoire)...................................... 52 Fitting elektrische accessoires................................................... 53 Inrijden.................................................................... 54 Veilig gebruik............................................................... 55 Dagelijkse veiligheidscontrole............................................... 55 22

Algemene informatie Lay-out instrumentenpaneel 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 23 22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 1. Klok 2. Controlelampje onderhoudsinterval 3. Snelheidsmeter 4. Brandstofmeter 5. slampje storing motormanagement 6. Lampjes wisselen versnelling 7. Indicator linkerrichtingaanwijzer 8. slampje ABS (uitsluitend modellen met ABS) 9. 'Rode zone' toerenteller 10.slampje bandspanning (mits bandspanningscontrolesysteem (TPMS) gemonteerd is) (TPMS is niet beschikbaar op Tiger 800XCmodellen) 11. Indicator rechterrichtingaanwijzer 12. Neutraal-indicator 13.Indicator grootlicht 14.Indicator brandstofniveau laag 15.Controlelampje status alarminstallatie/startonderbreker (alarminstallatie is optionele accessoire) 16.Toerenteller 17. slampje koelvloeistoftemperatuur te hoog 18.slampje lage oliedruk 19.Bandspanningsdisplay (mits bandspanningscontrolesysteem (TPMS) gemonteerd is) (TPMS is niet beschikbaar op Tiger 800XCmodellen) 20.Het scherm 21. Scherm temperatuur koelvloeistof 22.Knop B 23.Knop A 23

Algemene informatie Snelheidsmeter en kilometerteller De digitale snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van de motorfiets aan. De cijfers geven de rijsnelheid van de motorfiets aan in veelvouden van 1 mijl (of kilometer) per uur. De elektronische kilometerteller en de twee dagtellers bevinden zich in het displayscherm. Meer informatie over de werking van de kilometerteller en de dagtellers vindt u op de volgende pagina's. Toerenteller De toerenteller geeft het motortoerental weer in omwentelingen per minuut - omw/min. Aan het einde van het toerentellerbereik bevindt zich de 'rode zone'. Indien het motortoerental per minuut (omw/min) in de rode zone wordt weergegeven, ligt dit boven het aanbevolen maximale motortoerental en ook boven het motortoerental dat de beste prestaties levert. Voorzichtig Laat het motortoerental nooit oplopen tot in de 'rode zone', dit kan leiden tot ernstige motorschade. Boordcomputer 2 cgjp_1 1. Het scherm 2. Knop A 1 Om de informatie in de boordcomputer weer te laten geven, drukt u op de knop 'A' tot de gewenste display wordt weergegeven en laat u de knop los. De display geeft achtereenvolgens weer: Dagteller 1 Dagteller 2 Bandspanningscontrolesysteem - mits gemonteerd (alleen beschikbaar als accessoire bij Tiger 800- modellen) Set up 24

Algemene informatie Opmerking: Het bandspanningscontrolesysteem (TPMS) is een accessoire die door uw erkende Triumphdealer moet worden gemonteerd. Het TPMS-display wordt vervolgens geactiveerd door uw erkende Triumph-dealer (TPMS is niet beschikbaar bij Tiger 800XCmodellen). Kilometerteller/dagteller 1 2 3 4 5 cgjp_9 1. Knop A 2. Knop B 3. Display kilometerteller/dagteller 4. Dagteller 1 5. Dagteller 2 Dagteller Elke dagteller geeft de afstand weer, die door de motorfiets werd afgelegd, de reistijd, gemiddeld brandstofverbruik, momenteel brandstofverbruik en gemiddelde snelheid sinds de betreffende, weergegeven dagteller op nul werd gesteld. Om de informatie van de dagteller weer te geven, zet u het contact in de stand AAN. Druk op knop 'A' tot de gewenste dagteller in het displayscherm wordt weergegeven en laat de knop dan los. 25

Algemene informatie Druk op knop 'B' tot de gewenste display wordt weergegeven. De display geeft achtereenvolgens weer: Reisafstand Resterende actieradius Reistijd Gemiddeld brandstofverbruik Momenteel brandstofverbruik Gemiddelde snelheid Elk display toont de volgende informatie die berekend is vanaf het moment dat de dagteller voor het laatst is teruggesteld op nul: Reisafstand De totale afgelegde reisafstand. Resterende actieradius Dit is een aanduiding van de afstand die waarschijnlijk zal kunnen worden afgelegd op de brandstof die nog in de tank aanwezig is. Reistijd De totale verstreken tijd. Gemiddeld brandstofverbruik Een melding van het gemiddelde brandstofverbruik. Nadat de display is teruggezet, geeft hij streepjes weer, totdat 0,1 km is afgelegd. Probeer niet om tijdens het rijden te schakelen tussen de weergavestanden van de kilometerteller en de dagteller of de dagteller opnieuw in te stellen want dit kan leiden tot verlies van controle over de motorfiets en een ongeval. Dagteller nulstellen Voor het op nul stellen van een dagtellers, de betreffende dagteller selecteren en weergeven en vervolgens knop 'B' gedurende 2 seconden indrukken. Na 2 seconden wordt de weergegeven dagteller op nul gesteld. Let op: Wanneer een dagteller op nul wordt gesteld, worden reistijd, gemiddeld brandstofverbruik en gemiddelde snelheid voor die dagteller ook op nul gesteld. Om de dagteller te sluiten, drukt u op knop 'A' tot de gewenste display wordt weergegeven en laat u de knop los. Momenteel brandstofverbruik Een aanduiding van het brandstofverbruik op een bepaald moment. Gemiddelde snelheid De gemiddelde snelheid wordt berekend vanaf de laatste reset van de boordcomputer. Nadat de display is teruggezet, geeft de display streepjes weer, totdat 1 km is afgelegd. 26

Algemene informatie Kilometerteller Wanneer het contact ingeschakeld wordt, wordt de kilometerteller gedurende 3 seconden weergegeven, waarna vervolgens de laatst geselecteerde dagteller wordt getoond. De kilometerteller geeft de totale door de motorfiets afgelegde afstand weer. Om de kilometerteller weer te geven terwijl de motor stilstaat en in neutraal staat, drukt u op knop 'A' tot set up (instelling) zichtbaar is in het displayscherm, laat u de knop los en drukt u vervolgens op knop 'B'. Druk op knop 'A' tot de kilometerteller wordt weergegeven en laat de knop los. Om de kilometerteller te sluiten, drukt u op knop 'A' tot return (terug) zichtbaar is in het scherm, laat u de knop los en drukt u vervolgens op knop 'B'. Trip 1 wordt weergegeven in het displayscherm. Klok instellen Probeer onder het rijden niet de klok af te stellen, dit kan leiden tot verlies van controle over de motorfiets en een ongeval. Om de klok te resetten terwijl de motorfiets stilstaat en in neutraal staat, indrukken en loslaten en het contact in de stand AAN draaien. Druk op knop 'A' tot set up zichtbaar is in het displayscherm en laat de knop los. Druk op knop 'B' en t-set (tijd instellen) wordt weergegeven. Druk opnieuw op knop 'B' en de 24 Hr- of 12 Hr-klokweergave wordt getoond. Druk op knop 'A' om de gewenste klokweergave te selecteren en druk vervolgens op knop 'B'. De urenweergave begint te knipperen en het woord Hour (uur) wordt weergegeven in het displayscherm. Voor het instellen van de uurweergave eerst controleren of de uurweergave nog steeds knippert en het woord Hour nog steeds wordt weergegeven. Druk op knop 'A' om de instelling te wijzigen. Elke keer indrukken van de knop verandert de instelling met één cijfer. Indien de knop ingedrukt wordt gehouden, verspringt de display continu in stappen van één cijfer. Druk als de juiste urenweergave wordt weergegeven op knop 'B'. De minutenweergave begint te knipperen en het woord Min (minuten) wordt weergegeven in het displayscherm. De minuutweergave wordt op dezelfde manier ingesteld als de uurweergave. 27

Algemene informatie Zodra zowel uren als minuten correct zijn ingesteld, drukt u op knop 'B' om te bevestigen en t-set wordt weergegeven in het displayscherm. Druk u op knop 'A' tot return zichtbaar is en druk vervolgens op knop 'B'. Trip 1 wordt weergegeven in het displayscherm. 5 2 3 Eenheden wijzigen (Brits, Amerikaans of metrisch) Units (eenheden) beschikt over vier instelbare weergavestanden, zoals hieronder beschreven: mpg - Britse gallons; mpg US - Amerikaanse gallons; L/100 km - metrisch; km/l - metrisch. Elk scherm toont de volgende informatie: mpg (Britse gallons) De snelheidsmeter en de kilometerteller worden weergegeven in mijlen. Het brandstofverbruik wordt gemeten in Britse gallons. cgjp_2 6 1 1. Klokdisplay 2. Afbeelding uren 3. Afbeelding minuten 4. Displayscherm (Hour geselecteerd voor instelling) 5. Knop A 6. Knop B 4 mpg US (Amerikaanse gallons) De snelheidsmeter en de kilometerteller worden weergegeven in mijlen. Het brandstofverbruik wordt gemeten in Amerikaanse gallons. L/100 km (metrisch) De snelheidsmeter en de kilometerteller worden weergegeven in kilometers. Het brandstofverbruik wordt gemeten in liters brandstof per 100 km. km/l (metrisch) De snelheidsmeter en de kilometerteller worden weergegeven in kilometers. Het brandstofverbruik wordt gemeten in kilometers per liter brandstof. 28

Algemene informatie Probeer tijdens het rijden niet de eenheden te wijzigen, want dit kan leiden tot verlies van controle over de motorfiets en een ongeval. Om de weergave van de eenheden te openen terwijl de motorfiets stilstaat en in neutraal staat, indrukken en loslaten en het contact in de stand AAN draaien. Druk op knop 'A' tot set up zichtbaar is in het displayscherm, laat de knop los en druk vervolgens op knop 'B'. Druk op knop 'A' tot UnitS (eenheden) zichtbaar is in het scherm, laat de knop los en druk vervolgens op knop 'B'. 2 Druk op knop 'A' tot het gewenste display wordt weergegeven en laat de knop los. De display geeft achtereenvolgens weer: mpg - Britse gallons; mpg US - Amerikaanse gallons; L/100 km - metrisch; km/l - metrisch. Modellen zonder TPMS: Druk op knop 'B' en raak de knoppen 'A' of 'B' niet aan tot UnitS wordt weergegeven in het displayscherm. Wanneer UnitS wordt weergegeven in het displayscherm, drukt u op knop 'A' tot return zichtbaar is, laat u de knop los en drukt u vervolgens op knop 'B'. Trip 1 wordt weergegeven in het displayscherm. Modellen met TPMS: Druk op knop 'B' en raak de knoppen 'A' of 'B' niet opnieuw aan tot PSI of bar wordt weergegeven. Druk op knop 'A' tot de gewenste bandspanningseenheden worden weergegeven en laat de knop los. Druk op knop 'B' en wacht tot UnitS wordt weergegeven, druk vervolgens op knop A en wanneer return wordt weergegeven, drukt u op knop B. Trip 1 wordt weergegeven in het displayscherm. 3 1 cgjp_3 1. Het scherm 2. Knop A 3. Knop B 29

Algemene informatie ABS uitschakelen (alleen modellen met ABS) Het is mogelijk om het ABS-systeem tijdelijk uit te schakelen. Het ABS-systeem kan niet permanent worden uitgeschakeld, het wordt weer ingeschakeld wanneer het contact uiten weer ingeschakeld wordt. Controlelampje onderhoudsinterval 2 Wanneer ABS uitgeschakeld is, functioneert het remsysteem verder als een remsysteem zonder ABS. In deze situatie kan te hard remmen een blokkering van de wielen veroorzaken, hetgeen kan leiden tot verlies van controle en een ongeval. ABS uitschakelen Om de functie ABS uitschakelen te bereiken, zet u het contact in de stand AAN. Druk op knop 'A' tot set up zichtbaar is in het displayscherm, laat de knop los en druk vervolgens op knop 'B'. Druk op knop 'A' tot ABS wordt weergegeven en laat de knop los. Door op knop 'B' te drukken, wordt het ABSsysteem uitgeschakeld; het bericht ABS OFF (ABS UIT) wordt gedurende 2 seconden weergegeven en het waarschuwingslampje ABS gaat branden. ABS inschakelen Om het ABS-systeem in te schakelen, schakelt u het contact uit en in. cgjp_4 1 1. Onderhoudscontrolelampje 2. Resterende afstand Wanneer het contact wordt ingeschakeld en de afstand tot de volgende onderhoudsbeurt 800 km of minder is, wordt het onderhoudssymbool gedurende 3 seconden weergegeven en in de klok wordt de resterende afstand tot de volgende onderhoudsbeurt getoond. Wanneer de resterende afstand 0 km is, blijft het onderhoudssymbool ingeschakeld tot het onderhoud uitgevoerd is en het systeem door uw erkende Triumph-dealer is gereset. Wanneer het onderhoud achterstallig is, wordt de afstand weergegeven als een negatief getal. 30

Algemene informatie Brandstofmeter Bandspanningscontrolesysteem (TPMS) Opmerking: TPMS is een accessoireoptie alleen voor Tiger 800-modellen. Het is niet beschikbaar voor Tiger 800XC-modellen. 1 cgjp_5 1. Brandstofmeter De brandstofmeter geeft de hoeveelheid brandstof in de tank aan. Terwijl het contact ingeschakeld is, wordt het brandstofniveau aangegeven door het aantal blokjes dat in de display wordt weergegeven. Als de brandstoftank vol is, worden alle 12 blokjes weergegeven, als de tank leeg is, worden geen blokjes weergegeven. Andere aanduidingen geven brandstofniveaus tussen vol en leeg weer. Wanneer er 2 blokjes worden weergegeven, gaat het waarschuwingslampje Brandstofniveau laag branden en 5 seconden later schakelt het displayscherm over naar de weergave 'Bereik' (zie pagina 26). Hiermee wordt aangegeven dat er ongeveer nog 4,5 liter brandstof in de tank is en er bij de eerstvolgende mogelijkheid dient te worden getankt. Na het tanken, worden de gegevens van de brandstofmeter en de resterende actieradius alleen bijgewerkt tijdens het rijden op de motorfiets. Afhankelijk van de rijstijl kan het bijwerken tot 5 minuten duren. Functie Bandspanningssensoren zijn bij het voor- en het achterwiel gemonteerd. Deze sensoren meten de luchtdruk in de band en verzenden de drukgegevens naar de instrumenten. Deze sensoren verzenden de gegevens pas wanneer de motorfiets harder rijdt dan 20 km/h. In het weergavegedeelte worden twee streepjes getoond tot het bandspanningssignaal is ontvangen. Het bandspanningscontrolesysteem (TPMS) is een ingebouwde accessoire die door uw erkende Triumph-dealer moet worden gemonteerd. Het TPMS-display in de instrumenten wordt alleen ingeschakeld wanneer het systeem ingebouwd is. Op de velg wordt een sticker aangebracht om de positie van de bandspanningssensor aan te geven die zich vlakbij het ventiel bevindt. 31

Algemene informatie Serienummer bandspanningssensor Het serienummer voor de bandspanningssensor is afgedrukt op een label dat aan de sensor is bevestigd. De dealer kan dit nummer nodig hebben voor onderhoud of diagnose. Wanneer het bandspanningscontrolesysteem op de motorfiets gemonteerd wordt, dient u te controleren of de serienummers van de spanningssensoren van voor- en achterband door de dealer in de ruimtes hieronder genoteerd zijn. Spanningssensor voorband Systeemweergave Probeer nooit onder het rijden te wisselen tussen de weergavemodi voor voor- en achterband, dit kan leiden tot verlies van controle over de motorfiets en een ongeval. 5 1 3 Spanningssensor achterband 4 6 2 cgjp_6 1. TPMS-symbool 2. Bandspanningsweergave 3. Voorband, geïdentificeerd 4. Achterband, geïdentificeerd 5. Knop A 6. Knop B 32

Algemene informatie Om de bandspanningsweergave weer te geven, zet u het contact in de stand AAN. Druk op knop 'A' tot psi of bar zichtbaar is in het displayscherm en laat de knop los. Druk op knop 'B' om de voor- of de achterbandspanning te selecteren en laat de knop los. Wanneer het bandspanningscontrolesysteem geselecteerd is, wordt psi of bar zichtbaar in het displayscherm tot de motorfiets een snelheid van meer dan 20 km heeft bereikt en het bandspanningssignaal is ontvangen. Om de bandspanningsweergave te sluiten, drukt u op knop 'A' tot de gewenste weergave wordt getoond en laat u de knop los. Sensorbatterijen Wanneer de batterijspanning in een spanningssensor laag is, wordt LO bat (lege batt.) weergegeven en het TPMS-symbool geeft aan welke wielsensor een lage batterijspanning heeft. Wanneer de batterijen volledig leeg zijn, worden alleen strepen weergegeven in het displayscherm, het rode TPMS-waarschuwingslampje brandt en het TPMS-symbool knippert continu. Neem contact op met uw erkende Triumph-dealer om de sensor te laten vervangen en het nieuwe serienummer te laten noteren in de daarvoor bestemde ruimtes op pagina 32. 1 3 5 4 cgjp_7 1. TPMS-symbool 2. Het scherm 3. Voorband, geïdentificeerd 4. Achterband, geïdentificeerd 5. TPMS-waarschuwingslampje 2 Wanneer het TPMS-symbool gedurende 10 seconden knippert terwijl de contactschakelaar in de stand AAN is gedraaid en vervolgens blijft branden, is er een storing in het TPMS-systeem. Neem contact op met uw erkende Triumph-dealer om de storing te laten verhelpen. 33

Algemene informatie Bandspanning De bandspanningen die in uw instrumentenpaneel worden getoond, geven de actuele bandspanning weer op het moment waarop de weergave is geselecteerd. Dit kan afwijken van de bandspanning die ingesteld is wanneer de banden koud zijn, omdat de banden warmer worden tijdens het rijden, waardoor de lucht in de band uitzet en de bandspanning toeneemt. Bij de koude bandspanningswaarden die door Triumph worden opgegeven, is hiermee rekening gehouden. Eigenaren moeten de bandspanningen uitsluitend aanpassen wanneer de banden koud zijn, met behulp van een nauwkeurige bandspanningsmeter (zie pagina 108) en mogen niet de bandspanningsweergave op het instrumentenpaneel gebruiken. Vervangende banden Wanneer banden worden vervangen, moet u altijd uw erkende Triumph-dealer de banden laten monteren en dient u ervoor te zorgen dat ze weten dat er bandspanningssensoren in de wielen zijn gemonteerd (zie pagina 111). Het bandspanningscontrolesysteem mag niet worden gebruikt als een bandspanningsmeter tijdens het aanpassen van de bandspanningen. Voor de juiste bandspanning controleert u altijd de bandspanningen wanneer de banden koud zijn en gebruikt u een nauwkeurige bandspanningsmeter (zie pagina 108). Het gebruik van het TPMS-systeem voor het instellen van de bandspanningen kan resulteren in verkeerde bandspanningen wat leidt tot verlies van controle over de motorfiets en een ongeval. 34

Algemene informatie slampjes Richtingaanwijzers Indien de richtingaanwijzerschakelaar naar links of naar rechts wordt gedrukt, knippert de indicator van de richtingaanwijzer in hetzelfde tempo als de richtingaanwijzer. Grootlicht Wanneer het contact wordt ingeschakeld en de koplampschakelaar is ingesteld op 'grootlicht', gaat het waarschuwingslampje voor grootlicht branden. Brandstofniveau laag De indicator brandstofniveau laag gaat branden wanneer er nog circa 4,5 liter brandstof in de tank aanwezig is. Neutraal De neutraal-indicator geeft aan dat de transmissie in neutraal staat (geen versnelling ingeschakeld). Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de transmissie in neutraal staat terwijl de contactschakelaar in de stand AAN staat. slampje lage oliedruk Als bij draaiende motor de oliedruk gevaarlijk laag wordt, gaat het waarschuwingslampje lage oliedruk in de toerenteller branden. Voorzichtig Schakel de motor direct uit indien het waarschuwingslampje lage oliedruk gaat branden. De motor niet opnieuw starten voordat de storing is verholpen. Indien de motor draait terwijl het waarschuwingslampje lage oliedruk brandt, kan ernstige motorschade ontstaan. Het waarschuwingslampje lage oliedruk in de toerenteller gaat branden, als het contact wordt ingeschakeld en de motor niet draait. slampje hoge koelvloeistoftemperatuur Als bij draaiende motor de koelvloeistoftemperatuur gevaarlijk hoog wordt, gaat het waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur in de toerenteller branden. Voorzichtig Schakel de motor direct uit indien het waarschuwingslampje hogekoelvloeistoftemperatuur gaat branden. De motor niet opnieuw starten voordat de storing is verholpen. Indien de motor draait terwijl het waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur brandt, kan ernstige motorschade ontstaan. 35

Algemene informatie Het waarschuwingslampje hoge koelvloeistoftemperatuur in de toerenteller gaat branden, als het contact wordt ingeschakeld en de motor niet draait. slampje storing motormanagementsysteem Het waarschuwingslampje storing motormanagementsysteem gaat even branden wanneer het contact wordt ingeschakeld (om aan te geven dat het systeem werkt), maar mag niet branden wanneer de motor draait. Indien het waarschuwingslampje gaat branden terwijl de motor draait, betekent dit dat er een storing is opgetreden in een of meer systemen die door het motormanagementsysteem worden geregeld. In dergelijke gevallen schakelt het motormanagementsysteem over naar 'thuisbreng-modus', zodat de rit kan worden voortgezet indien de storing niet zo ernstig is dat de motor niet kan draaien. Verlaag de snelheid en rijd niet langer door dan noodzakelijk is terwijl dit waarschuwingslampje brandt. De storing kan de motorprestaties, de uitlaatemissies en het brandstofverbruik negatief beïnvloeden. Verlaagde motorprestaties kunnen gevaarlijke rijomstandigheden veroorzaken, die kunnen leiden tot verlies van controle en een ongeval. Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Triumph-dealer, om de storing te laten inspecteren en verhelpen. Let op: Als het waarschuwingslampje knippert als het contact wordt ingeschakeld, neem dan zo snel mogelijk contact op met een erkende Triumph-dealer om deze situatie te verhelpen. Onder deze omstandigheden zal de motor niet starten. Controlelamp alarminstallatie/startonderbreker Dit Triumph-model is uitgerust met een motorstartonderbreker die geactiveerd wordt wanneer de contactschakelaar in de stand UIT wordt gedraaid. Wanneer de motorfiets met een origineel Triumph-alarm als accessoire is uitgerust, werkt de startonderbreker als gebruikelijk, maar de controlelamp van de alarminstallatie/startonderbreker werkt zoals hieronder beschreven. Met ingebouwde alarminstallatie De controlelamp van de alarminstallatie/ startonderbreker gaat alleen branden wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden zoals beschreven in de instructies van de originele Triumph-alarminstallatie (accessoire). Zonder ingebouwde alarminstallatie Wanneer de contactschakelaar in de stand UIT is gedraaid, knippert de alarminstallatie/ startonderbreker-lamp gedurende 24 uur om aan te geven dat de startonderbreker ingeschakeld is. Wanneer de contactschakelaar in de stand AAN is gedraaid, zijn startonderbreker en indicatielampje uitgeschakeld. 36

Algemene informatie Als het indicatielampje blijft branden, betekent dit dat er een storing in de startonderbreker is, die nader moet worden onderzocht. Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Triumph-dealer, om de storing te laten inspecteren en verhelpen. ABS-lampje (anti-blokkeerremsysteem) (uitsluitend op modellen met ABS) Wanneer de contactschakelaar in de stand AAN wordt gedraaid, is het normaal dat het waarschuwingslampje ABS gaat knipperen. Het lampje blijft knipperen na het starten van de motor, tot de motorfiets voor het eerst een snelheid van meer dan 10 km/h heeft bereikt, waarna het lampje dooft. Behalve wanneer het ABS-systeem uitgeschakeld is (zie pagina 30) of er een storing aanwezig is, mag het lampje niet gaan branden tot de motor opnieuw wordt gestart. Als het lampje op enig ander moment onder het rijden gaat branden, betekent dit dat er een storing in het ABS is opgetreden, die nader moet worden onderzocht. Bandspanningswaarschuwingslampje Opmerking: TPMS is een accessoireoptie alleen voor Tiger 800-modellen. Het is niet beschikbaar voor Tiger 800XC-modellen. Het bandspanningswaarschuwingslampje werkt samen met het bandspanningscontrolesysteem (zie pagina 31). Het waarschuwingslampje gaat alleen branden wanneer de bandspanning voor of achter onder de aanbevolen spanningswaarde ligt. Het gaat niet branden wanneer de bandspanning te hoog is. Wanneer het waarschuwingslampje brandt, wordt in het weergavegebied automatisch het TPMS-symbool getoond dat aangeeft welke band een te lage bandspanning heeft met de bijbehorende bandspanning. 1 Als het ABS niet werkt, functioneert het remsysteem verder als een niet-abs remsysteem. Rijd niet langer door dan noodzakelijk is terwijl dit lampje brandt. Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Triumph-dealer, om de storing te laten inspecteren en verhelpen. In deze situatie kan te hard remmen een blokkering van de wielen veroorzaken, hetgeen kan leiden tot verlies van controle en een ongeval. Zie ook Remmen op pagina 61. cgjp_8 1. TPMS-symbool 2. Achterband, geïdentificeerd 3. Bandspanning 2 3 37

Algemene informatie De bandspanning waarbij het waarschuwingslampje gaat branden, is temperatuurgecompenseerd tot 20 C maar de numerieke drukweergave die daar bij hoort, is dat niet (zie pagina 109). Zelfs wanneer de numerieke weergave de standaard bandspanning precies of ongeveer aangeeft terwijl het waarschuwingslampje brandt, wordt een lage bandspanning aangegeven en is een lekke band de meest waarschijnlijke oorzaak. Zet de motorfiets stil wanneer het bandspanningswaarschuwingslampje gaat branden. Rij niet op de motorfiets tot de banden gecontroleerd zijn en de bandspanningen zich op hun aanbevolen spanning bevinden wanneer ze koud zijn. Contactsleutel ceom 1 1. Sleutelnummerlabel De contactsleutel wordt, behalve voor het bedienen van stuurslot/contactschakelaar, gebruikt voor het openen van het zadelslot en de tankdop. Bij aflevering vanuit de fabriek, worden twee sleutels meegeleverd en een label waarop het sleutelnummer is vermeld. Noteer het sleutelnummer en bewaar de reservesleutel en het sleutellabel op een veilige plaats, niet in de buurt van de motorfiets. 38

Algemene informatie In de sleutel is een transponder aangebracht om de motorstartonderbreker uit te schakelen. Om er zeker van te zijn dat de startonderbreker correct functioneert, altijd maar een van de twee contactsleutels in de buurt van de contactschakelaar houden. Wanneer twee contactsleutels in de buurt van de schakelaar worden gehouden, kan het signaal tussen de transponder en de motorstartonderbreker onderbroken worden. In zo'n situatie blijft de motorstartonderbreker actief, tot een van de contactsleutels verwijderd wordt. Bestel vervangende sleutels altijd bij uw erkende Triumph-dealer. Vervangende sleutels moeten door uw erkende Triumphdealer worden 'gekoppeld' aan de startonderbreker van de motorfiets. Voorzichtig Bewaar de reservesleutel niet bij de motorfiets, omdat hierdoor de beveiliging in gevaar wordt gebracht. Contactschakelaar/stuurslot 2 5 P PUSH 3 OFF 1. Contactschakelaar/stuurslot 2. Stand VERGRENDELD 3. Stand UIT 4. Stand AAN 5. Stand PARKEREN ON 4 1 39