GEBRUIKERSHANDLEIDING HYDRAPAK
INHOUDSOPGAVE PAGINA 1 Gezondheid en veiligheid Gezondheids- en veiligheidspunten 3 2 Algemeen 2.1 Productomschrijving 4 2.2 Identificaties 4 2.3 Leverbare modellen 4 2.4 Technische specificaties 5 3 Montage 3.1 Algemene instructies 6 3.2 Montage Hydrapak 6 3.3 Aansluitingen 8 3.4 Hydraulisch systeem 9 3.5 Hydraulische aansluitingen 10 3.6 Werking 11 3.7 Overdrukventiel 12 3.8 Afstellen overdrukventiel 13 4 Onderhoudsinstructies 4.1 Schema 14 4.2 Omkasting démonteren 15 4.3 Filterelement vervangen 16 4.4 Storingen 17 4.5 Onderdelen diagram 19 2
1 Gezondheids- en veiligheidspunten Statische electriciteit: Verzeker uzelf, dat waar noodzakelijk, de installatie en toebehoren geaard zijn volgens richtlijn BS5958 deel 1 1983 controle van ongewenste statische electriciteit. Hydrapak: Het Hydrapak heeft openingen voor de in- en uitgaande koelluchtstroom. Plaats geen objecten voor deze openingen waardoor oververhitting kan ontstaan. Hoge druk: Hydraulische systemen werken doorgaans met een hoge druk. Gebruik uitsluitend deugdelijke hydrauliekslangen en koppelingen die hiervoor goedgekeurd zijn. 2 Algemeen 3
2.1 Productomschrijving Het Hydrapak is een lichtgewicht, compacte oliekoeler met een geïntegreerd oliereservoir, filter, veiligheidscomponenten welke noodzakelijk zijn in een hydraulisch systeem, in één behuizing. Deze installatie vervangt grote, zware olietanks en aparte toebehoren. Het compacte design van de koeler maakt het mogelijk de installatie op te bouwen op chassis waar ruimte kritisch is. Alle leverbare Hydrapaks kunnen 8 kw warmte met een temperatuursstijging van 40ºC in een omgeving van 45ºC koelen. Minimum/maximum omgevingstemperatuur 30ºC tot +45ºC Alle versies hebben de volgende geïntegreerde componenten: Oliereservoir van 11 liter Koelventilator, radiator en hydraulische motor Overdrukventiel 10 micron filter Filter / radiator bypassklep Olieniveau indicator Filter blokkade indicator Montagekit 2.2 Identificatie Het serienummer van het Hydrapak op het typeplaatje, welke zich bevindt aan de onderkant van de installatie. 2.3 Leverbare modellen Compacte oliekoeler en reservoir Geringe afmetingen = 340 x 607 x 375 Laag gewicht = 17 kg. (exclusief olie) Weinig olie = 11 liter 8 kw warmte met een temperatuursstijging van 40ºC verdrijven Olieniveaumeter Filter indicator De Hydrapak is leverbaar in 2 drukvarianten (200 en 300 bar maximaal) en 3 flowvarianten (60, 100 en 140 liter/min.) Olieretourfiltering (rating = 10 Beta 2) Eenvoudig te vervangen papieren filterelement Filter en radiator bypass bescherming 4
2.4 Maatschets: 3 Montage 3.1 Algemene instructies Het Hydrapak weegt 17 kg., daarvoor is het aanbevolen dat de machine gelift wordt met een speciaal apparaat. Een kraan is het beste apparaat om het Hydrapak heffen, wanneer mogelijk. Om de installatie te liften, dienen de daarvoor bestemde montagepunten gebruikt te worden. Wanneer het Hydrapak niet gebruikt wordt, sla deze dan op in een droge, warme omgeving. Behandel de machine met beleid. 3.2 Montage Hydrapak Het nieuwe Hydrapak heeft 6 montagepunten. Wanneer u het Hydrapak installeerd, gebruikt u montagegaten 1, 2, 5 en 6. Wanneer u een Hydrapak 2 vervangt door een Hydrapak 3, gebruikt u montagegaten 1, 2, 3 en 4. Dit komt de uitwisselbaarheid ten goede. 5
1. Zorg voor een minimale ruimte van 280 mm. boven het Hydrapak, om ervoor te zorgen dat het filter vervangen kan worden. 2. Wanneer u de olievuldop vastzet, gebruikt u alleen uw handen. Gebruik geen gereedschap, dit kan erin resulteren dat er vervorming optreed in de tank. 3. Gedurende de installatie is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de inlaat- en uitlaatpoort niet belemmerd zijn, waardoor er geen goede luchtstroom gewaarborgd wordt. 4. Wanneer het reservoir gevuld wordt met olie, gebruik alleen ISO VG46 hydraulische olie. Het olieniveau moet ongeveer op de helft van het kijkglas aangeven. Laat de unit 1 minuut werken en vul deze daarna tot het maximum. 5. Als het Hydrapak dezelfde montagegaten betreft als de compressor, zorg er dan voor dat u een afschermplaat monteerd, die ervoor zorgt dat de warme uitlaatlucht, niet tegen de compressor aanblaast. 6
3.3 Aansluitingen 7
3.4 Hydraulisch systeem Zorg er altijd voor dat al het hydrauliekleidingwerk de correcte lengte heeft, om alle componenten juist aan te sluiten. Houd er rekening mee, dat de PTO/versnellingsbak ten opzichte van het Hydrapak bewegen. Aandachtspunten: Wanneer het leidingwerk te lang is, kan het knikken, hetgeen voor storingen zorgt. Wanneer het leidingwerk te kort is, kan het uitrekken en defect raken. Zorg ervoor dat het Hydrapak niet onder spanning staat wanneer deze gemonteerd is. Verzeker uzelf ervan dat het Hydrapak niet te dicht bij warmtebronnen is geplaatst. 8
3.5 Hydraulische aansluitingen Lekkage van hydraulische connecties kunnen lucht aanzuigen in het systeem, hetgeen defecten kan veroorzaken aan hydrauliekcomponenten. Slangen en koppelingen moeten voldoen aan de volgende drukeisen: SAE 100R2 - Lage en medium drukslang SAE 100R10- Hoge drukslang Zie het schema hieronder voor een schematische layout. 9
3.6 Werking Bestudeer deze gebruikershandleiding voordat u met het systeem gaat werken. Geluidsniveau Tests uitgevoerd door DRUM International laten geluidswaarden zien die signifikant lager zijn dan 85 db(a). Veiligheid Laat het Hydrapak niet werken zonder omkasting. Visuele contrôle voor het systeem gestart wordt Controleer het olieniveau aan de hand van het kijkglas Zorg ervoor dat alle koppelingen goed bevestigd zijn Het systeem opstarten Zorg ervoor dat de handrem ingeschakeld is Wanneer er een keuzeventiel gemonteerd is, zet deze dan in neutraal Als hydraulische toerenregeling toegepast is, zet deze dan op maximaal Controleer het olieniveau, deze dient halverwege te staan op het peiolglas Schakel de PTO in Bedien (indien gemonteerd) het keuzeventiel voor de juiste draairichting Sluit de snelheidsregelaar (indien gemonteerd) Bij handbediende snelheidsregeling, geleidelijk naar maximum bewegen Het systeem stoppen Breng het motortoerental naar stationair en zorg ervoor dat alle ventielen in neutraal staan Schakel de PTO uit Aandachtspunten Het is mogelijk dat de filterindicator aangeeft dat het filter verstopt is, bij de koude start. Wanneer het systeem op bedrijfstemperatuur is, zal de indicator niet meer in het rood mogen staan. Indien de indicator toch in het rood staat, zal het filterelement vervangen dienen te worden. BIJ TWIJFEL SYLTONE CONTACTEN 10
3.7 Overdrukventiel De werkdruk van het hydraulisch systeem is afhankelijk van de systeemspecificaties. Ondanks dat de Hydrapaks leverbaar zijn in respectievelijk 200 bar en 300 bar, is het overdrukventiel ingesteld op 180 bar en 280 bar. In hoofdstuk 3.8 is beschreven hoe de overdrukventielen op een andere gewenste waarde ingesteld kan worden. Om het overdrukventiel in te stellen, zal een manometer geïnstalleerd dienen te worden, zoals te zien is in onderstaand figuur. NB: Het afstellen van het overdrukventiel, dient alleen uitgevoerd te worden door geautoriseerd personeel met het juiste gereedschap. 11
3.8 Afstellen overdrukventiel 1. Wanneer het bedieningsventiel volledig geopend is, laat het systeem dan werken onder normale omstandigheden en belasting en meet de werkdruk. 2. Doe de klep volledig dicht om de druk in het systeem te verhogen. De aandrijfmotor zal stoppen en het overdrukventiel zal openen. 3. Gebruik een 17 mm. sleutel, draai de borgmoer los van de afstelschroef van het overdrukventiel. 4. Gebruik een 3/16 imbussleutel voor de afstelschroef en draai deze tegen de klok in, om de bypass druk te verhogen, zodat deze 30 bar boven de normale werkdruk is. 5. Verwijden de klep en de manometer uit het hydraulisch systeem (items 11 en 12 uit het figuur op bladzijde 12) en sluit het leidingwerk weer aan. 12
4 Onderhoudsinstructies 4.1 Schema Zorg er voor dat het Hydrapak en het hydraulieksysteem goed onderhouden worden, door onderstaande instructies te volgen. Elke dag Controleer het olieniveau en vul deze zonodig bij 50 uur Vervang de olie Elke 3 maanden Alle bouten betreffende de hydrauliekcomponenten dienen gecontroleerd en zonodig aangedraaid te worden Controleer het systeem op beschadigingen en slijtage. Vervang zonodig hydrauliekslangen of componenten Controleer het systeem op olielekkage en draai zonodig koppelingen aan Controleer het olieniveau en vul deze zonodig bij. Gebruik alleen ISO VG46 hydrauliek olie Controleer de radiator op vervuiling en mogelijke blokkades. Gebruik eventueel perslucht om de radiator schoon te blazen Elke 9 maanden Vervang het filterelement Elke 12 maanden Vervang de hydrauliekolie (gebruik alleen ISO VG46 hydrauliek olie) Zuigslang De zuigslang van het Hydrapak naar de hydrauliekpomp dient zorgvuldig gecontroleerd te worden. Wanneer deze lek is, kan er lucht in het systeem komen, waardoor hydrauliekcomponenten kunnen beschadigen. De zuigslang moet bestand zijn tegen een vacüum tot 6 Hg Power Take Off, pomp en motor Hier verwijzen wij u naar de aanbevelingen van de desbetreffende fabrikanten 13
4.2 Omkasting démonteren 1. Draai de 3 M6 schroeven los en haal de schroeven (2) en ringen (3) uit de omkasting. 2. De omkasting (1) is nu vrij om over de aluminium tank te halen. 14
4.3 Filterelement vervangen De verwachte levensduur van het filter bedraagt ongeveer 9 maanden. Daarvoor adviseerd Syltone regelmatig de conditie van het filter te controleren. Het Hydrapak is uitgerust met een filterindicator (6) welke gemonteerd is aan de voorzijde van het Hydrapak. Wanneer de naald het rode gedeelte van de meter aanwijst, dient het filter vervangen te worden. 1. Draai de vuldop (1) en de filterbevestigingsmoer (2) los. 2. Haal de plaat (3) van de afdichtingsring en verwijder veer (4), welke aan de bovenkant van het filterelement zit. 3. Neem het filterelement (5) uit het reservoir van het Hydrapak. Het is een niet te reinigen filterelement, die vervangen dient te worden bij voorgeschreven termijn (9 maanden). Het monteren van het filterelement, is vice versa aan bovenstaande 4.4 Storingen 15
Rumoerig sy steem Symptomen Pom pcavitatie door: Laag olieniveau Verkeerde type olie Zuigleiding belemmerd Scherpe bocht in zuigleiding Luc ht komt in het systeem: Lekkage in zuigleiding Laag olieniveau Lekkende afdichtingen Mechanische storingen: Versleten of beschadigde pomp Versleten of beschadigde motor P.T.O. storing Vibrerende leidingen: Pompcavitatie Systeemresonantie Instabiel overdrukventiel Oplossing - Vul olie bij - Vervang de olie door de correcte - Verwijder de belemmering - Modificeer het leidingwerk - Inspecteer de leidingconnecties - Vul olie bij - Controleer de afdichtingen en vervang deze zonodig - Repareer of vervang de pomp - Repareer of vervang de motor - Repareer of vervang de P.T.O. - Zie sectie pompcavitatie - Monteer zonodig flexibel leidingwerk of zet het leidingwerk goed vast - Controleer de afstelling of vervang zonodig het overdrukventiel Onvoldoende systeemdruk Symptomen Pomp komt niet op gang Overdrukventiel opent eerder dan afstelling Hydrauliekmotor of pomp is versleten of heeft externe beschadiging Vermogensverlies van de voertuigmotor Pomp is niet gestart Oplossing - Zie sectie rumoerig systeem - Stel het overdrukventiel af d.m.v. een manometer, of vervang het overdrukventiel zonodig - Repareer of vervang de hydrauliekmotor of pomp - Controleer de systeemspecificaties en het motormanagementsysteem - Zie de pompinstallatie instructies Geen / weinig olielevering door pomp 16
Symptomen Oplossing Laag olieniveau - Controleer het leidingwerk op lekkages en vul het olieniveau bij Zuigleiding belemmerd - Zie rumoerig systeem Foutieve pompdraairichting - Controleer de pompdraairichting in relatie tot de P.T. O. Verkeerde olie - Vervang de olie Foutieve P.T.O. snelheid - Controleer de snelheid Wisselende motorwerking Symptomen Opgesloten lucht in de olie door een wisselende pompwerking Foutieve P.T.O. snelheid Luchtbellen in het systeem Oplossing - Zorg ervoor dat de olie in het systeem vrij is van bubbels en schuim - Controleer de snelheid - Verwijder de luchtbellen uit het systeem, door te ontluchten Oververhitting Symptomen Afstelling overdrukventiel te laag, zodat de olie direct de tank in gaat Radiator vervuild of geblokkeerd, zodat koeling niet optimaal is Radiator fan werkt niet Hydrauliekmotor of pomp is versleten of heeft interne lekkages Flow te hoog voor het Hydrapak (maximaal 140 liter/min.) Verkeerde pomp- of motortype gebruikt Oplossing - Stel het overdrukventiel af d.m.v. een manometer, of vervang het overdrukventiel zonodig - Reinig de radiator of verwijder de blokkade - Controleer de fanmotor en vervang deze zonodig - Repareer of vervang de hydrauliekmotor of pomp - Controleer de P.T.O. snelheid en de pomp- en motorspecificaties - Vervang de motor of pomp door de juiste Olieconditie Symptomen Olie ziet er melkachtig uit (door water in het systeem) Oplossing - Controleer het systeem op lekkages, speciaal in de koeler 4.5 Onderdelendiagram 17
18
19
20
21
22