Juridisch in je recht,



Vergelijkbare documenten
Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen. 22 maart Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jouw schuld, mijn schuld?

De wet aanpassing gemeenschap van goederen

Huwelijksvermogensrecht. Goed geregeld

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Lijst van verkort aangehaalde literatuur 17. Enkele afkortingen 19. Deel 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 25

Werkgroepopdrachten -vennootschappen en rechtspersonenrecht DEEL B

Invoering beperkte gemeenschap van goederen. Inleiding; voorgeschiedenis. Moderniseringswetgeving huwelijksvermogensrecht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

Estate Planning Specialist 1 (Traject 19) Wettelijke gemeenschap van goederen algemeen. Wettelijke gemeenschap van goederen

Nieuw huwelijksvermogensrecht

12 Huwelijksvermogensrecht

Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014

Werkgroepopdrachten Relatievermogensrecht DEEL A

For better and worse?!

Aanpassing. op een oor na gevild. wettelijke gemeenschap van goederen. In mei 2003 is het Wetsvoorstel tot aanpassing van de algehele gemeenschap

Het Nederlandse huwelijksvermogensrecht op de schop

Van dat stelsel gaan wij dus binnenkort afscheid nemen en wel op 1 januari 2018 wanneer de nieuwe Wet in werking treedt.

Het vernieuwde Nederlandse huwelijksvermogensrecht, in het bijzonder de wettelijke regeling van de vergoedingsrechten

Huwelijksvermogensrecht journaal. Oktober 2015

Voorbeelden Schenkbelasting Voorbeeld 1

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht

t voorbij? Toepassing van de Wet W aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen Afstudeerscriptie HBO-Rechten van Aben & Slag Advocaten

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 De gemeenschap van goederen

Expert Meeting 6 oktober Invoering beperkte huwelijksgemeenschap. mr. Margot E. Burger MfN RFEA Chantal M. Scherpenhuijzen MfN RFEA

Nieuw huwelijksvermogensrecht

De knelpunten van het huwelijksvermogensrecht met betrekking tot schulden

In- of uitsluiten: that s the question

Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden

Kluwer Online Research

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

NETHERLANDS INSTITUTE FOR LAW AND GOVERNANCE KOUDE UITSLUITING

SCHEIDEN EN SCHULDEN

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding

Aangenomen en overgenomen amendementen

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)

Webinar Jurisprudentie P en F uitspraken Hoge Raad 27 oktober uur. Mr A.A.M. Ruys-van Essen

Huwelijkse voorwaarden

WEBINAR Hoge Raad Rechtspraak Personen-, familie- en erfrecht. 11 februari 2015 Prof. Mr. T.J. Mellema-Kranenburg

PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Dukers & Baelemans. Invloed huwelijksvermogensrecht op inkomen ondernemer

Webinar Personen, familie- en erfrecht, 8 september Prof. Mr. Tea Mellema-Kranenburg

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Blok 4/dag 7 Berry van Zuidam

Advies Netwerk Notarissen m.b.t. wetsvoorstel beperking wettelijke gemeenschap van goederen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd

Familie en Scheiding Ontbijtseminar 13 november 2014

HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

Kluwer Online Research. EB. Tijdschrift voor scheidingsrecht, Wettelijke rente bij verrekenen en verdelen

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling

Op het downloaden en gebruik van dit model zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing.

Levensverzekering, premiesplitsing. Jasper Commandeur Fiscalist bij Reaal

THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES

ECLI:NL:RBROT:2016:4320

HUWELIJK MET INTERNATIONALE ASPECTEN HUWELIJK OVER DE GRENZEN

De uitsluitingsclausule

Hoge Raad 23 november 2012, LJN: BX5880: als twee vechten om een been, mag de WAM-verzekeraar van de medeschuldenaar er mee heen?

Vergoedingsrechten in het huwelijksvermogensrecht

Grafiek 1: inschrijvingen in Centraal Register van Huwelijksovereenkomsten

Inhoud. 1 Uw bedrijf en uw familie: uw familiezaak? 2 Spelregels om te trouwen. Inhoud

Veranderingen in het huwelijksvermogensrecht

Rolnummer Arrest nr. 109/2003 van 22 juli 2003 A R R E S T

Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1

Vragenlijst effectief verdelen huwelijkse voorwaarden

SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT

Hoofdstuk 1 - Algemeen

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

Rolnummer Arrest nr. 57/2004 van 24 maart 2004 A R R E S T

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Welkom! Duidelijkheid vaststellen eigenwoningschuld! Drs. J.O. (Jasper) Horsthuis

3. Trouwen zonder huwelijkse voorwaarden: van een algehele naar een beperkte gemeenschap van goederen... 13

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERMOGENSDELING BIJ ECHTSCHEIDING

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari Rapportnummer: 2014/010

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

..., de man, ..., de vrouw, Partijen zijn op..., te..., gehuwd;

Transcriptie:

Universiteit van Tilburg Juridisch in je recht, moreel onrechtvaardig! Shahrzad Hassasian S309463

Titelblad Naam student : Shahrzad Hassasian Studentnummer : S309463 Titel scriptie : Juridisch in je recht, moreel onrechtvaardig! Opleiding : Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Universiteit : Universiteit van Tilburg Datum uitgifte scriptie : 30 augustus 2012 Scriptiebegeleider : Prof. mr. P. Vlaardingerbroek Shahrzad Hassasian, S309463 2

Voorwoord Graag bied ik u hierbij mijn afstudeerscriptie ter afsluiting van een turbulente, uitermate leerzame en voor mij onvergetelijke studieperiode ten aanzien van de master rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Tilburg aan. Mijn dank gaat naar mijn afstudeerbegeleider prof. mr. P. Vlaardingerbroek, voor de deskundige adviezen, steun en tijd die hij mij tijdens mijn afstudeerperiode heeft geschonken. Daarnaast ben ik mijn partner, ouders en zusje erkentelijk, voor hun onvoorwaardelijke steun gedurende mijn opleidingsperiode en mijn afstudeeronderzoek. Shahrzad Hassasian Eindhoven, 30 augustus 2012 Shahrzad Hassasian, S309463 3

Inhoudsopgave Titelblad... 2 Voorwoord... 3 Inhoudsopgave... 4 Inleiding... 6 H1: De onderzoeksopzet... 7 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 7 1.2 Huidige situatie... 7 1.3 Probleemstelling en onderzoeksvraag... 9 1.4 De methoden van onderzoek... 10 1.5 De maatschappelijke relevantie... 10 1.6 De wetenschappelijke relevantie... 11 H2: Hoe ziet het Nederlandse gemeenschapssysteem er heden ten dage uit?... 12 2.1 Inleiding... 12 2.2 Gemeenschap van goederen... 14 2.2.1 Andere primaire stelsels... 15 2.3 Uitzonderingen op de gemeenschap van goederen... 16 2.4 Aansprakelijkheid, draagplicht en verhaalbaarheid... 18 2.5 Gemeenschapsschulden en privéschulden... 21 2.6 De schuldenregeling... 22 H3: Wat houdt de wetswijziging van 1 januari 2012 in?... 25 3.1 Inleiding... 25 3.2 De weg naar de aanname van wetsvoorstel 28 867... 25 3.3 Belangrijkste wetswijzigingen voor de gemeenschap van goederen... 26 3.3.1 Inlichtingen, bestuur en stand vermogen... 26 3.3.2 Vergoedingsrecht, beleggingsleer... 27 3.3.3 Vervroeging van het tijdstip van ontbinding van het huwelijksgemeenschap... 29 3.3.4 Het bestuur van de gemeenschap... 30 3.3.5 Zaaksvervanging en vergoedingsvorderingen... 30 3.3.6 Beperking verhaalsmogelijkheid privéschuldeisers en afschaffing hoofdelijke aansprakelijkheid art. 1:102 BW... 31 3.3.7 Het vervallen van de rechterlijke goedkeuring ten behoeve van het maken en wijzigen van huwelijkse voorwaarden... 32 3.4 Gevolgen van de wetswijziging ten aanzien van aansprakelijkheid voor schulden van de echtgenoot... 33 H4: Het Nederlands wettelijk gemeenschapsstelsel en geldverkwisting... 35 4.1 Inleiding... 35 4.2 Wat kan er preventief gedaan worden om aansprakelijkheid van de echtgenoot te beperken?... 36 Shahrzad Hassasian, S309463 4

4.2.1 Informeren financiële stand van zaken van partner... 36 4.2.2 Opstellen huwelijkse voorwaarden... 37 4.3 Wat kan er curatief gedaan worden om aansprakelijkheid van de gedupeerde echtgenoot te beperken?... 39 4.3.1 Opheffing van gemeenschap bij beschikking... 40 4.3.2 Ontheffing aansprakelijkheid voor huishoudelijke schulden... 42 4.3.3 Het opstellen van huwelijkse voorwaarden staande het huwelijk... 44 4.3.4 Scheiding van tafel en bed... 45 4.3.5 Ondercuratelestelling... 46 4.3.6 Onderbewindstelling... 47 4.3.7 Afstand van de gemeenschap... 49 4.3.8 Echtscheiding... 51 H5: Conclusies & aanbevelingen... 52 5.1 Inleiding... 52 5.2 Conclusie... 53 5.3 Aanbevelingen... 57 Literatuurlijst... 60 Bijlage... 64 Shahrzad Hassasian, S309463 5

Inleiding Schuldenvrij door het leven gaan is een luxe die voor velen niet is weggelegd. Denk aan de aanschaf van een eigen woning. Hiervoor wordt in de meeste gevallen een hypotheek afgesloten. Dit is een voor de hand liggend voorbeeld van een van de schulden die men tijdens het leven aan kan gaan. Maar wat als men in gemeenschap van goederen is gehuwd? Wat zijn de consequenties van de schulden voor beide echtgenoten? Op het moment dat men in gemeenschap van goederen trouwt neemt men als het ware de schulden die partijen voor het huwelijk hadden en de schulden die eventueel tijdens het huwelijk ontstaan, op de koop toe. Nu kan dat een bewuste keus zijn met het principe van lotsverbondenheid als basis. Echter, mijns inziens staan toekomstige echtelieden vaak niet lang genoeg stil bij de consequenties die het huwelijk in gemeenschap van goederen met zich mee brengt ten aanzien van elkaars schulden en de aansprakelijkheid van beide echtgenoten jegens derden. Dit onderzoek heeft betrekking op excessieve schulden die een van de partners tijdens het huwelijk aangaat waardoor de andere partner gedupeerd wordt. Er wordt getracht in kaart te brengen wat de wettelijke regelingen en juridische consequenties in deze zijn, wat de wetswijziging van 1 januari 2012 hiermee van doen heeft en wat men preventief en curatief kan doen om het risico van aansprakelijkheid voor de schulden van de partner te verkleinen. Shahrzad Hassasian, S309463 6

H1: De onderzoeksopzet 1.1 Aanleiding van het onderzoek Het komt vaak voor dat twee mensen na jaren getrouwd te zijn geweest toch eindigen met een scheiding. In veel gevallen is de scheiding te wijten aan financiële problemen binnen het gezin. Met name in de huidige periode van economische recessie krijgen veel mensen te maken met een financiële noodsituatie. Bij een scheiding als gevolg van financiële problemen betreft het vaak een lange lijdensweg voor één of beide partners. Meestal worstelen partners al een tijd met hun problemen totdat deze zodanig boven hun hoofd uitstijgen dat scheiden de enige uitkomst lijkt te zijn. 1 Niets is echter minder waar, vaak is dit voor partners die gehuwd zijn in gemeenschap van goederen slechts het begin van een reeks aan problemen. 2 1.2 Huidige situatie Het huwen in gemeenschap van goederen is in Nederland de meest voorkomende huwelijksvorm. Dit is logisch en merkwaardig tegelijkertijd. Logisch, omdat men in Nederland automatisch in gemeenschap van goederen trouwt indien er niets anders geregeld wordt. En aangezien veel echtparen niets regelen, huwen anno 2011 ongeveer zeventig procent van de stellen in gemeenschap van goederen. 3 Dit verschijnsel is echter merkwaardig omdat Nederland wat dit thema betreft een vreemde eend in de bijt lijkt. Dit, daar in veel andere Europese landen men het concept van huwen in algehele gemeenschap van goederen niet kent. Kort gezegd is het gevolg van deze huwelijksvorm wat betreft de passiva en activa van de partners, dat vanaf het moment van het huwelijk alle bezittingen en schulden van de twee partners samensmelten. Wat zijn de consequenties van een scheiding als het huwelijkspaar in gemeenschap van goederen is getrouwd? In het geval van een huwelijk in gemeenschap van goederen vindt er op moment van scheiding over het algemeen een gelijke verdeling plaats van schulden en bezittingen. 4 Dit is de algemene regeling die geldt bij scheiding wanneer men gehuwd is geweest in gemeenschap van goederen. 5 Er zijn echter tal van scenario s voor te stellen waarbij 1 In gemeenschap van goederen, geld en schulden < http://financieel.infonu.nl/geld/53903-in-gemeenschap-van-goederen-geld-en-schulden.html> 2 Schulden van een ex partner <http://mens-en-samenleving.infonu.nl/man-en-vrouw/41794-schulden-van-een-ex-partner.html 3 Algehele gemeenschap van goederen <http://www.echtscheidingservice.nl/algehele-gemeenschap-van-goederen-n37m10> 4 Verdeling gemeenschap http://www.familierechtsite.nl/verdeling-gemeenschap/index.html 5 Aansprakelijkheid schulden na einde relatie <http://financieel.infonu.nl/lenen/6489-aansprakelijkheid-schulden-na-einde-relatie.html> Shahrzad Hassasian, S309463 7

deze standaard volkomen indruist tegen normen en waarden, rechtvaardigheidsgevoel en juridische sense van goed en kwaad. Een keuze die een echtpaar bijvoorbeeld vijfentwintig jaar geleden gemaakt heeft (bewust of in veel gevallen onbewust) kan na een scheiding leiden tot een financieel ondraagbare toestand. In een geval als deze staat een van de partners misschien juridisch in zijn recht, echter voelt het vaak (ook voor een buitenstaander) aan als morele onrechtvaardigheid. Onderstaand volgt een voorbeeld om deze morele onrechtvaardigheid te illustreren. Voorbeeldscenario Twee partners huwen in gemeenschap van goederen. Na vijftien jaar huwelijk blijkt één van de partners (persoon A) een verslaving te ontwikkelen waardoor betrokkene veel schulden maakt zonder dat de wederhelft (persoon B) daarvan op de hoogte is. Deze schulden lopen op een zeker moment dermate hoog op dat het niet langer verborgen kan blijven. Persoon A heeft spijt en belooft beterschap. Doordat persoon B loyaal blijft en omwille van de kinderen persoon A een tweede kans geeft, besluiten zij samen een tweede hypotheek op hun woning te nemen. Op deze wijze wordt geprobeerd om de schulden af te betalen en de nieuwe schuld in de jaren daarna te voldoen. Vervolgens gaat het vijf jaar later weer verkeerd. Persoon A is opnieuw in de fout getreden. Persoon B besluit dat er een einde moet komen aan deze situatie. Persoon B beseft dat alle schulden die persoon A maakt zolang ze gehuwd zijn ook voor rekening van haar zullen komen. Zij zijn tenslotte in gemeenschap van goederen gehuwd. Om zichzelf veilig te stellen voor de eventuele toekomstige schulden die persoon A zal maken besluit persoon B te scheiden. Maar wat gebeurt er met de reeds gemaakte schulden door persoon A? De scheiding heeft omvangrijke consequenties. Persoon A en B zijn op dit moment gescheiden en persoon B kan niet meer aansprakelijk worden gesteld voor de schulden die persoon A in de toekomst zal maken. Persoon B blijft echter afhankelijk van persoon A en blijft iedere maand weer onzeker over haar juridische en financiële positie, omdat de schulden die tijdens het huwelijk gemaakt zijn door persoon A nog steeds gedeeltelijk voor rekening van persoon B komen. De bank heeft bijvoorbeeld een opeisbare vordering op zowel persoon A als B voor de lening die deze heeft verstrekt. Dit heeft nogal wat consequenties voor persoon B indien persoon A niet langer in staat is de maandelijkse hypotheeklasten te voldoen. Bovenstaand voorbeeld is veelvoorkomend. Niet iedereen die is gescheiden en in het bezit is van een koophuis is in staat de ander uit te kopen. Vaak wordt onderling afgesproken dat persoon A die de schulden heeft gemaakt, deze ook zal dragen. Deze overeenkomst heeft echter geen werking tegenover derden. Het is een constructie die verre van ideaal en vaak zenuwslopend is voor de persoon die er op moet vertrouwen dat de ander zijn verplichtingen nakomt. Regelmatig gaat dit mis, waardoor de ex partner toch nog opdraait voor de helft van de schulden. Shahrzad Hassasian, S309463 8

1.3 Probleemstelling en onderzoeksvraag Indien men in Nederland in gemeenschap van goederen is gehuwd, is men ook aansprakelijk voor de schulden die zijn of haar partner tijdens het huwelijk maakt. Voor getrouwde stellen die te maken krijgen met een partner die op een gegeven moment binnen het huwelijk excessieve schulden maakt waardoor de andere partner gedupeerd wordt, is er geen mogelijkheid om de gedupeerde echtgenoot van aansprakelijkheid uit te sluiten. Dit kan een groot probleem zijn met vergaande gevolgen. De onderzoeksvraag van deze scriptie luidt: hoe verhoudt de fundamentele ratio van het Nederlandse gemeenschapssysteem zich tot iemand die financiële schade toebrengt aan zijn of haar partner door het maken van excessieve schulden tijdens de huwelijkse periode ten koste van de partner en met name welke gevolgen heeft deze vorm van geldverkwisting 6 voor de aansprakelijkheid van de gedupeerde partner? Deelvragen die hierbij aan de orde komen zijn: Hoe ziet het Nederlandse gemeenschapssysteem er heden ten dage uit? Wat houdt de wetswijziging van 1 januari 2012 in? Wat zijn de gevolgen van de wetswijziging van het huwelijksvermogensrecht ten aanzien van de aansprakelijkheid voor schulden van de echtgenoot? Wat kan er preventief gedaan worden om de aansprakelijkheid van de echtgenoot te beperken? Wat kan er curatief gedaan worden om de aansprakelijkheid van de gedupeerde echtgenoot te beperken? 6 In de context van deze scriptie zal met het woord geldverkwister worden bedoeld: iemand die financiële schade toebrengt aan zijn of haar partner door het maken van excessieve schulden tijdens de huwelijkse periode ten bate van haar- of hemzelf ten koste van de partner. Shahrzad Hassasian, S309463 9

1.4 De methoden van onderzoek Teneinde de deelvragen te kunnen beantwoorden en daarmee de onderzoeksvraag, is er een literatuurstudie gedaan om zo inzicht te krijgen in de huidige wet- en regelgeving op het gebied van het huwelijksvermogensrecht in Nederland. De recente wetswijziging maakt natuurlijk onderdeel uit van de huidige huwelijksvermogensrecht. Dat maakt dat er een vertaalslag gemaakt dient te worden van de meeste doctrines die gebaseerd zijn op de wet zoals die was vόόr januari 2012, naar de situatie zoals die momenteel geldt. In het bijzonder wordt er stilgestaan bij de bestaande wettelijke mogelijkheden om de aansprakelijkheid van een in gemeenschap van goederen gehuwde partner, voor de door de andere partner gemaakte excessieve schulden, te beperken. Vervolgens is er getracht, naar aanleiding van de literatuurstudie, in kaart te brengen wat men preventief kan doen om niet in deze situatie terecht te komen en wat men curatief kan doen indien men reeds in deze situatie is beland. Op basis van de resultaten die voortkomen uit de literatuurstudie zullen aanbevelingen worden gegeven ten aanzien van het huidige wettelijke stelsel van huwelijksvermogensrecht, met name met betrekking tot partneraansprakelijkheid. Wat dient er te gebeuren zodat de huidige wetgeving beter zal aansluiten bij de hedendaagse problematiek? 1.5 De maatschappelijke relevantie Tegenwoordig scheiden meer mensen, dan voorheen het geval was. 7 Aangezien we in een wereld leven waarin luxe en materialisme geen onbekend fenomeen zijn, en geld en bezittingen een grote rol spelen, is het niet vreemd dat er hieromtrent steeds meer conflicten ontstaan tussen partners. Ook bij scheiding zorgen deze punten voor veel stress en onenigheid. Door de regels van het huwelijksvermogensrecht wordt er enige structuur en richtlijn gegeven om alles zo goed mogelijk te verdelen. 8 Echter wanneer er een geldverkwister in het spel zit, wordt alles gecompliceerder. Hiervoor heeft de wetgever geen separate regels opgenomen. Alles dient alsnog verdeeld te worden op grond van de regels van het bestaande huwelijksgoederenregime. Wanneer men in gemeenschap van goederen is gehuwd, gelden de wettelijke regelingen uit titel 6 en titel 7 van boek 1 BW. Doordat er geen bijzondere regeling bestaat ten aanzien van de aansprakelijkheid voor iemand die te maken krijgt met een partner die excessieve schulden maakt, zal de niet schuldenmakende echtgenoot de dupe worden van 7 CBS, Bevolkingtrends 2011, nr. 59 8 Gemeenschap van goederen: de verdeling van alle bezittingen na de echtscheiding <http://www.judex.nl/rechtsgebied/familie_%26_echtscheiding/echtscheiding/artikelen/694/gemeenschap-vangoederen%3a-de-verdeling-van-alle-bezittingen-na-de-echtscheiding.htm> Shahrzad Hassasian, S309463 10

de geldverkwisting van de ander. Derhalve is het maatschappelijk relevant om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn, zodat de aansprakelijkheid van een partner die in gemeenschap van goederen is gehuwd met een geldverkwister, preventief danwel curatief beperkt kan worden. Dit onderzoek kan gezien worden als leidraad voor zowel mensen die in gemeenschap van goederen gehuwd zijn en die te maken krijgen met een partner die excessieve schulden maakt, als voor mensen die voornemens zijn te trouwen en willen weten wat de eventuele financiële gevolgen voor hen kunnen zijn en waar ze vooral op moeten letten. Ook kan men door dit onderzoek inzicht krijgen in de wettelijke regels omtrent de aansprakelijkheid voor schulden van zijn of haar partner. Het onderzoek brengt de rechten en plichten van partners ten aanzien van elkaars schulden in kaart. 1.6 De wetenschappelijke relevantie De wetenschappelijke relevantie van dit onderzoek is, dat een belangrijk, veel voorkomend en in mijn opinie vergeten probleem onder de aandacht wordt gebracht. Er zijn veel wetenschappelijke boeken, artikelen en schrijven te vinden over het huwelijksvermogensrecht en alles wat daarmee van doen heeft. Echter heb ik tot nu toe bijna geen wetenschappelijke stukken gevonden die inzichtelijk maken wat, wat betreft de aansprakelijkheid, de gevolgen zijn van het huwelijk in gemeenschap van goederen met iemand die excessieve schulden maakt dan wel geld verkwist en wat men kan doen teneinde deze aansprakelijkheid voor de partner van de schuldenaar te beperken. De problematiek die komt kijken bij een huwelijk in gemeenschap van goederen met een geldverkwister, is er een die zelden in teksten en literatuur is besproken. Enerzijds bemoeilijkt het ontbreken van gerichte literatuur voor mij de bestudering van dit onderwerp anderzijds is dit een zeer goede reden om mij in dit vaarwater te begeven. Getracht wordt een oplossing te geven voor een probleem waarvoor geen separate regeling bestaat. Shahrzad Hassasian, S309463 11

H2: Hoe ziet het Nederlandse gemeenschapssysteem er heden ten dage uit? 2.1 Inleiding Voor eenieder die geen afwijkende huwelijkse voorwaarden laat maken ten aanzien van het huwelijk geldt in Nederland vanaf de huwelijkssluiting de wettelijke gemeenschap van goederen (art.1:94 BW). In Nederland maakt ruim zeventig procent van de gehuwden geen gebruik van huwelijkse voorwaarden. 9 De algehele gemeenschap van goederen fungeert in Nederland dan ook als primair stelsel. De wenselijkheid van de wettelijke gemeenschap van goederen als primair stelsel in Nederland is vandaag de dag onderwerp van discussie en zorgt voor uiteenlopende meningen. In het rapport van de commissie rechten en plichten van echtgenoten 10 zijn voor- en nadelen genoemd van het wettelijke hoofdstelsel van het huwelijksvermogensrecht. 11 De voordelen zijn onder andere: Het betreft een betrekkelijk eenvoudig stelsel doordat er slechts één gemeenschappelijk vermogen bestaat. Het stelsel past bij uitstek bij huwelijken zonder al te veel vermogen of schenkingen of erfrechtelijke verkrijgingen en echtgenoten die geen risicodragende activiteiten willen of gaan ontplooien. Bijvoorbeeld: geen voornemen om een eigen onderneming te starten. Het stelsel is bekend onder de Nederlandse bevolking. In het rapport van de Commissie rechten en plichten van echtgenoten zijn zoals eerder gezegd tevens een aantal nadelen opgenoemd ten aanzien van de gemeenschap van goederen zoals in Nederland geldt. De belangrijkste zijn: Het feit dat alle goederen gemeenschappelijk worden kan in veel gevallen tot ongewenste en betrekkelijk willekeurige vermogensverschuivingen leiden. De schuldeisers van een echtgenoot kunnen op de gehele gemeenschap van goederen verhaal nemen. Dit wil zeggen dat het aandeel van de ene echtgenoot in de gemeenschap ook tot verhaal strekt van de schuldeisers van de andere echtgenoot. Dit kan een groot bezwaar zijn wanneer de andere echtgenoot 9 Van Mourik 2009, p. 63. 10 Stille 1999, p.63. 11 Burgerhart & Schols 2011, p. 44. Shahrzad Hassasian, S309463 12

risicodragende activiteiten ontplooit. De bescherming van de schuldeisers gaat in dat geval zeer ver. Als gevolg van de discussie omtrent het Nederlandse gemeenschapssysteem, is er op 7 mei 2003 het wetsvoorstel 28 867 (derde tranche wijzigingen huwelijksvermogensrecht) ingediend bij de Tweede Kamer. Met dit wetsvoorstel werd beoogd het wettelijke uitgangspunt van de algehele gemeenschap van goederen te vervangen door een beperkte gemeenschap. Het beoogde resultaat is niet behaald, maar per 1 januari 2012 is eindelijk de wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen van kracht gegaan. Hoofdstuk 3 gaat verder in op het wetsvoorstel en de uiteindelijke wijzigingen. De huidige wet maakt slechts vier vormen van uitzondering mogelijk op de algehele gemeenschap van goederen namelijk: 12 De uitsluitingclausule (art. 1:94 lid 2 a BW): dit zijn goederen waarbij door een uiterste wilsbeschikking van een erflater of bij gift is bepaald dat zij buiten de gemeenschap vallen. Pensioenrechten zoals in de wet verevening pensioenrechten bij scheiding van toepassing zijn (art. 1:94 lid 2 sub b BW). Rechten op het vestigen van vruchtgebruik (art. 1:94 lid 2 c BW) als bedoeld in art. 4:29 en 4:30 BW. Alsmede hetgeen wordt verkregen op grond van art. 4:34 BW jo. art. 1:94 lid 3 BW genoemde bijzondere wijze van verknochtheid aan goederen of schulden. In dit hoofdstuk wordt kort weergegeven wat de belangrijkste aspecten van het huidige wettelijke gemeenschapsstelsel van Nederland zijn. Ook wordt stilgestaan bij wettelijke gemeenschapsstelsels uit andere landen. Verder wordt aandacht besteed aan de twee meest voorkomende uitzonderingen op de gemeenschap van goederen in Nederland, namelijk de uitsluitingclausule en de bijzondere wijze van verknochtheid van goederen of schulden. 12 Hoe nu verder met het onthoofde wetsvoorstel 28 867 <http://publishing.eur.nl/ir/repub/asset/14037/nuytinck,%20hoe%20nu%20verder%20met%20het%20onthoofde%20 wetsvoorstel.pdf> Shahrzad Hassasian, S309463 13

2.2 Gemeenschap van goederen In Nederland geldt de gemeenschap van goederen, tenzij echtgenoten bij huwelijkse voorwaarden hiervan afwijken. Dit is gecodificeerd in art. 1:93 BW. Vanaf het moment van de voltrekking van het huwelijk ontstaat tussen de echtgenoten van rechtswege een gemeenschap van goederen indien zij geen huwelijkse voorwaarden hebben opgesteld. De gemeenschap omvat alle goederen en schulden van de echtgenoten die op het moment van de huwelijksvoltrekking aanwezig zijn. Tevens omvat het alle goederen en schulden die de echtelieden tijdens het huwelijk zullen verkrijgen. Hierop is een aantal uitzonderingen aangebracht die in paragraaf 2.3 worden besproken. Met de wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen die per 1 januari 2012 in werking is getreden, heeft er een beperking van de gemeenschap van goederen plaatsgevonden. Dit wordt zichtbaar door het opnemen van een algemene bepaling over zaaksvervanging en de vergoedingsvordering die ontstaan wanneer een echtgenoot zowel onder aanwending van gelden uit de gemeenschap als onder aanwending van privévermogen goederen aanschaft. Art.1:95 BW geeft namelijk aan dat indien een goed dat een echtgenoot anders dan om niet verkrijgt en welk goed voor meer dan de helft van de tegenprestatie ten laste van zijn eigen vermogen komt, bijvoorbeeld door gebruik van een verkregen geclausuleerde erfenis, buiten de gemeenschap blijft. Echter, voor zover de tegenprestatie ten laste van de gemeenschap komt, dient de echtgenoot de waarde van de tegenprestatie aan de gemeenschap te vergoeden. Andersom geldt: indien een goed tot de gemeenschap gaat behoren en een echtgenoot bij de verkrijging ervan een bijdrage heeft geleverd uit eigen vermogen, heeft deze het recht op een vergoeding uit de gemeenschap. De hoogte van deze vergoedingsvordering wordt op basis van de beleggingsleer (art. 1:87 BW) bepaald. In paragraaf 2.6 zal uitgebreid stil worden gestaan bij de beleggingsleer. Een praktisch bezwaar tegen het vergoedingsrecht dat uit art. 1:95 BW voortvloeit, is mijns inziens het probleem dat echtgenoten vaak niet meer weten wat zij geïnvesteerd hebben. De vergoeding waar het om gaat, dient vaak bij beëindiging van het huwelijk te worden teruggestort. Bij een huwelijk die jaren heeft bestaan, is het moeilijk na te gaan welk goed voor meer dan de helft uit privévermogen danwel uit de gemeenschap is voldaan. Het is derhalve moeilijk om vast te stellen wie een vergoedingsplicht heeft jegens de ander of jegens de gemeenschap. In dat geval is de vergoeding zoals in art. 1:95 BW is opgenomen niet mogelijk. 13 13 Burgerhart & Schols 2011, p. 71-75 Shahrzad Hassasian, S309463 14

Om een duidelijk en bondig beeld te krijgen van de verdeling binnen de algehele gemeenschap van goederen in Nederland, biedt onderstaand schema een hulpmiddel. Algehele gemeenschap van goederen (Nederland) Voor huwelijk Alle voor het huwelijk verkregen goederen/vermogen vallen in de gemeenschap, inclusief giften en erfenissen, tenzij een uitsluitingclausule is opgenomen door de erflater/schenker danwel er sprake is van zeer verknochte goederen. Tijdens Alle tijdens het huwelijk verkregen goederen/vermogen vallen in de huwelijk gemeenschap, inclusief giften en erfenissen, tenzij een uitsluitingclausule is opgenomen door de erflater/schenker danwel er sprake is van zeer verknochte goederen. Bij scheiding Evenredige verdeling van goederen/vermogen (50%-50%). 2.2.1 Andere primaire stelsels Nederland is wat betreft de algehele gemeenschap van goederen een vreemde eend in de bijt. De meeste ons omringende landen hanteren de beperkte gemeenschap van goederen als primair wettelijk stelsel. Specifiek wil dit zeggen dat de aanbrengsten, giften en erfelijke verkrijgingen buiten de gemeenschap vallen en de gemeenschap wordt beperkt tot het vermogen dat tijdens het huwelijk is verkregen. 14 Voorbeelden hiervan zijn onder andere het klassieke systeem van gemeenschap van aanwinsten, het Anglo-Amerikaanse scheiding van goederen en het Duitse Zugewinngemeinshaft. Onderstaande schema s geven wederom een duidelijk en bondig beeld van de verschillende gehanteerde stelsels. 15 Klassieke systeem: gemeenschap van aanwinsten (België, Italië, Zuid-Amerika, Spanje) Voor huwelijk Alle voor het huwelijk verkregen goederen/vermogen vallen onder het privévermogen. Tijdens Alle tijdens het huwelijk verkregen goederen/vermogen vallen in de huwelijk gemeenschap tenzij het een gift of erfenis betreft. Bij scheiding Privévermogen blijft privé, hetgeen in de gemeenschap valt wordt evenredig verdeeld (50%-50%). 14 Forder & Verbeke, Geen woorden maar daden, in Gehuwd of niet: maakt het iets uit?, Intersentia, 2005, p. 542-543 15 A. Verbeke, ongelijkheid in huwelijks- en samenlevingscontracten, tijdschrift conflicthantering, nr. 8, 2009 Shahrzad Hassasian, S309463 15

Anglo-Amerikaans systeem Voor huwelijk Alle voor het huwelijk verkregen goederen/vermogen vallen onder het privévermogen. Tijdens Alle tijdens het huwelijk verkregen goederen/vermogen vallen onder het huwelijk privévermogen. Bij scheiding 1- Privévermogen blijft privé. 2- According to equity: op grond van billijkheid kan de rechter anders oordelen (participatiemogelijkheid). Deze kijkt naar de duur van het huwelijk, aantal kinderen, hulp in het bedrijf enzovoorts. De grondslag is dus de bijdrage van de partner. Zugewinngemeinshaft: Duits stelsel Voor huwelijk Alle voor het huwelijk verkregen goederen/vermogen vallen onder het privévermogen. Tijdens Alle tijdens het huwelijk verkregen goederen/vermogen vallen onder het huwelijk privévermogen tenzij opgebouwd als aanwinst (arbeid). Bij scheiding Privévermogen blijft privé en het vermogen opgebouwd door arbeid (aanwinst) wordt evenredig verdeeld (50%-50%). 2.3 Uitzonderingen op de gemeenschap van goederen Zoals eerder is aangegeven, is er in het Nederlands Burgerlijk Wetboek een aantal uitzonderingen opgenomen ten opzichte van hetgeen in de gemeenschap van goederen valt. In art. 1:94 BW zijn de uitzonderingen opgesomd. Op de volgende twee uitzonderingen zal verder worden ingegaan: 1) Goederen waarvan bij uiterste wilsbeschikking van de erflater of bij de gift is bepaald dat zij buiten de gemeenschap vallen (geclausuleerde verkrijging). Een geclausuleerde verkrijging is een verkrijging waarbij de schenker bij een gift of een erflater bij een uiterste wilsbeschikking wil voorkomen dat de goederen in de gemeenschap vallen van een gehuwde verkrijger of in het geval betrokkene ooit mocht trouwen. Hiermee wordt voorkomen dat de echtgenoot van de verkrijger, mede-eigenaar wordt van hetgeen is verkregen. De schenker of erflater kan dus bij de gift of bij de uiterste wilsbeschikking een dergelijke clausule opnemen. Dit wordt ook wel de uitsluitingclausule genoemd. Shahrzad Hassasian, S309463 16

2) Goederen en schulden die aan een der echtgenoten op enigerlei bijzondere wijze verknocht zijn, vallen slechts in de gemeenschap voor zover die verknochtheid zich hiertegen niet verzet. Deze regel wil zeggen dat gewone verknochte goederen in beginsel binnen de gemeenschap vallen. Enkel in het geval dat verknochtheid zich niet verenigt met het feit dat het goed in de gemeenschap zou vallen, valt het goed buiten de gemeenschap. In ieder geval zal steeds moeten worden bekeken of en in hoeverre er van verknochtheid sprake is en wat daar het gevolg van zou kunnen zijn. De bijzondere wijze van verknochtheid kan met name belangrijk zijn voor de vraag of de niet schuldenmakende echtgenoot aansprakelijk is voor een bepaalde schuld aangegaan door de partner. De rechter in Rotterdam heeft op 29 juli 2009 een vonnis 16 gewezen omtrent de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap van een voorheen in algehele gemeenschap van goederen gehuwd stel. De vrouw vordert de helft van de openstaande schulden op de man. De man voert hiertegen aan dat de schulden buiten zijn medeweten door de vrouw zijn aangegaan waarbij zelfs voor het aangaan van een lening zijn handtekening zou zijn vervalst. Hierdoor zou de vrouw onrechtmatig jegens de man hebben gehandeld. Volgens de rechter gaat deze stelling niet op, zelfs niet in het geval de vrouw de handtekening van de man zou hebben vervalst. Dit is hooguit onrechtmatig jegens de geldschieter maar niet in de onderlinge verhouding van de andere echtgenoot. Het feit dat het geleende geld niet zou zijn aangewend ten behoeve van de gemeenschap levert net zo min onrechtmatigheid jegens de man op. De rechtbank brengt ter vergelijking het volgende voorbeeld naar voren: bij een echtgenoot die schulden maakt naar aanleiding van een gokverslaving, profiteert de gemeenschap ook niet. Toch levert het geen onrechtmatigheid jegens de andere echtgenoot op. De man is tevens van oordeel dat de schulden aan de vrouw verknocht zijn en daarom niet als schulden van de gemeenschap kunnen worden aangemerkt. De schulden zijn volgens hem namelijk buiten zijn medeweten aangegaan, zijn handtekening voor de lening is vervalst en het geleende geld is niet ten goede van de gemeenschap gekomen. De rechtbank heeft hierop als volgt geoordeeld: 17 het enkele feit dat schulden buiten medeweten van de man zijn aangegaan maakt niet dat deze schulden verknocht zijn aan de vrouw. Nergens staat beschreven dat slechts schulden die met medeweten van de andere echtgenoot zijn aangegaan kunnen worden aangemerkt als schulden van de gemeenschap. Ook buiten medeweten geleend geld kan ten goede zijn gekomen 16 Rb. Rotterdam, 29 juli 2009, LJN BJ4187 17 Rb. Rotterdam, 29 juli 2009, LJN BJ4187, ROV 4.5. Shahrzad Hassasian, S309463 17

aan de gemeenschap. Maar zelfs dat hoeft niet. Ook hier kan eerder genoemde vergelijking met de gokverslaafde worden gemaakt. Naar gangbare maatschappelijke opvattingen is de andere echtgenoot hiervoor mede aansprakelijk, omdat in ieder geval een van de deelgenoten van de gemeenschap hierbij was gebaat (gokken). Dit vloeit voort uit de aard van de verbintenis tussen echtelieden. Ook indien hiertoe de handtekening van een van de echtgenoten is vervalst. Slechts indien een van de echtgenoten buiten medeweten van de ander, met vervalsing van diens handtekening, geld heeft geleend met het oogmerk een derde te bevoordelen en de andere echtgenoot daarvan geheel onkundig heeft gelaten, is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een verknochte schuld. In dat geval kan van de andere echtgenoot niet worden gevergd dat hij aan de interne verhouding tussen partijen meebetaalt. In dat geval dient de man aannemelijk te maken dat de vrouw buiten zijn medeweten een geldlening is aangegaan en zijn handtekening heeft vervalst, dit allemaal met het oogmerk om een derde te bevoordelen en de man hiervan geheel onkundig te laten. De man is hier onvoldoende in geslaagd. 18 2.4 Aansprakelijkheid, draagplicht en verhaalbaarheid Het is van essentieel belang om het verschil tussen de volgende begrippen duidelijk in het vizier te houden voor de begrijpelijkheid van het leerstuk over schulden binnen de gemeenschap van goederen. Aansprakelijkheid: wie kan worden aangesproken tot het verrichten van een prestatie? Meestal is dit de schuldenaar, diegene die de overeenkomst is aangegaan, de contractspartij. Aansprakelijkheid kan ook uit de wet voortvloeien, bijvoorbeeld iemand die op grond van onrechtmatige daad tot een schadevergoeding verplicht is of op grond van art. 1:85 BW waarin de hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van schulden aangegaan ten behoeve van de gewone gang van huishouding wordt geregeld. 19 Aansprakelijkheid betekent niet dat diegene die aansprakelijk is altijd de prestatie geheel of gedeeltelijk dient te voldoen. Voor huishoudelijke schulden bijvoorbeeld, is in art. 1:85 BW opgenomen dat beide echtgenoten voor het geheel aansprakelijk zijn. 18 Rb. Rotterdam, 29 juli 2009, LJN BJ4187, ROV 4.6.. 19 Van Mourik & Verstappen 2006, p. 36 Shahrzad Hassasian, S309463 18

Draagplicht: te wiens laste komt de prestatie uiteindelijk? Het zou kunnen dat iemand niet aansprakelijk is voor een schuld, maar wel draagplichtig is. Een in gemeenschap van goederen gehuwde man koopt een auto. Deze is aansprakelijk jegens de verkoper van de auto. Echter, dienen beide echtgenoten deze schuld gezamenlijk te dragen daar de schuld tot de huwelijksgemeenschap behoort. 20 Verhaalbaarheid: wiens goederen komen voor uitwinning in aanmerking? Uitgangspunt is de in art. 3:276 BW opgenomen bepaling dat een schuldeiser tenzij de wet of overeenkomst anders bepaald, zijn vorderingen op alle goederen van de schuldenaar kan verhalen. 21 Uit art. 1:96 BW blijkt dat voor alle schulden van echtgenoten, ongeacht of deze in de gemeenschap vallen, zowel de gemeenschapsgoederen als zijn eigen goederen kunnen worden uitgewonnen. Zowel gemeenschapsschulden als privéschulden kunnen o.g.v. art. 1:96 lid 1 BW worden verhaald op het privévermogen en het gemeenschapsvermogen van de schuldenaar. Een uitzondering hierop is art. 1:96 lid 2 BW, waarbij de goederen van de gemeenschap niet kunnen worden uitgewonnen voor een niet in de gemeenschap gevallen schuld, indien een echtgenoot eigen goederen van de schuldenaar kan aanwijzen die voldoende verhaal bieden. Door de wetswijziging van 1 januari 2012, is er enerzijds een verruiming en anderzijds een beperking opgenomen ten aanzien van de aansprakelijkheid en verhaalbaarheid van de gemeenschapsschulden. Na ontbinding van de gemeenschap zijn beide echtgenoten hoofdelijk met elkaar verbonden voor schulden van de gemeenschap waarvoor men voor de ontbinding niet aansprakelijk was art. 1:102 BW. Dit betreft de verruiming van de aansprakelijkheid van partners. Voorheen waren de echtgenoten slechts voor de helft aansprakelijk voor deze schulden. Deze wijziging is ter bescherming van de schuldeisers voor het geval er geen gemeenschap meer is. De verhaalbaarheid is echter beperkt tot de goederen of de waarde van deze goederen die betrokkene uit de verdeling heeft verkregen art. 1:102 BW. 22 Uit de jurisprudentie blijkt dat er tevens zaken zijn waarbij op grond van de redelijkheid en billijkheid afgeweken wordt van de verhaalsregeling zoals in art. 1:100 BW is opgenomen. Ter illustratie volgt een samenvatting van en een korte toelichting op een van deze zaken. 20 Van Mourik 2009, p. 13 21 Van Mourik & Verstappen 2006, p. 37 22 Burgerhart & Schols 2011, p. 98-100 Shahrzad Hassasian, S309463 19

Op 21 oktober 2010 heeft het gerechtshof te Leeuwarden in zijn beschikking 23 ten aanzien van de draagplicht van gemeenschapsschulden het volgende opgemerkt. In het licht van de omstandigheden is het hof van oordeel dat de man naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid de schuld, bestaande uit de terugvordering van het persoonsgebonden budget aan een zorgkantoor, volledig als eigen schuld en zonder verrekening voor zijn rekening dient te nemen. Dit is in afwijking van hetgeen in art. 1:100 BW is opgenomen dat uitgaat van een onderlinge draagplicht bij helfte. Dit oordeel betekent niet dat de werking van art. 1:102 BW, hetgeen de aansprakelijkheid voor schulden na de ontbinding regelt, uitgesloten wordt. De positie van de vrouw jegens het zorgkantoor blijft buiten de procedure. Art. 1:102 BW regelt de externe aansprakelijkheid van de gemeenschapsschulden van de echtgenoten na ontbinding, hetgeen concreet betekent dat de vrouw na ontbinding van de gemeenschap voor de helft aansprakelijk 24 is voor de schulden van de man aan het zorgkantoor, zijnde een gemeenschapsschuld die van de zijde van de man in de gemeenschap is gevallen. Op grond van voorgaande beschikking kan derhalve duidelijk het verschil tussen draagplicht en aansprakelijkheid worden vastgesteld. Draagplicht is de vraag te wiens laste de prestatie dient te komen. De schuld die ten laste van de huwelijksgemeenschap behoort, dient normaliter door de echtgenoten gezamenlijk te worden gedragen op grond van art. 1:100 BW. Echtgenoten zijn derhalve in beginsel ieder voor de helft draagplichtig voor de gemeenschapsschulden. 25 In bovenstaande beschikking, is hier een uitzondering op gemaakt en is het hof van oordeel geweest dat op grond van de redelijkheid en billijkheid de man de schuld als eigen schuld en zonder verrekening voor zijn rekening dient te nemen. Aansprakelijkheid betreft de vraag wie aangesproken kan worden tot het verrichten van een prestatie. 26 In bovenstaande beschikking, is de externe aansprakelijkheid uit art. 1:102 BW van de vrouw niet uitgesloten. Op grond van dit artikel worden de aanspraken van de crediteuren na ontbinding van het huwelijk gewaarborgd. Derhalve is de vrouw in deze wel aansprakelijk voor deze schuld op grond van art. 1:102 BW, echter op grond van de redelijkheid en billijkheid niet draagplichtig zoals in art. 1:100 BW is geregeld. Het gevolg hiervan is dat zij in de onderlinge verhouding niet mee hoeft te betalen aan de schuld. In de externe verhouding kan zij daarentegen in rechte door crediteuren worden aangesproken. 23 Gerechtshof Leeuwarden, 21 oktober 2010, LJN BO2881 24 Aansprakelijkheid voor de helft vloeide uit art. 1:102 BW oud. Dit artikel gold als hoofdregel ten aanzien van de aansprakelijkheid vόόr de wetswijziging van 1 januari 2012. 25 Schulden bij echtscheiding <http://www.woudegraaf.nl/praktijk/schulden_bij_echtscheiding.html> 26 Van Mourik 2009, p13 Shahrzad Hassasian, S309463 20

2.5 Gemeenschapsschulden en privéschulden De schulden binnen een huwelijk kunnen als volgt worden onderscheiden: schulden die in de gemeenschap vallen (gemeenschapsschulden); schulden die niet in de gemeenschap vallen (privéschulden). Op grond van art. 1:94 lid 5 sub a en b BW omvat de gemeenschap wat haar lasten betreft alle schulden van ieder der echtgenoten, met uitzondering van schulden betreffende de gemeenschap uitgezonderde goederen en schulden uit een der echtgenoten gedane giften, gemaakte bedingen en aangegane omzettingen als bedoeld in art. 4:126 lid 1 en lid 2 sub a en c BW. Een schuld betreffende een van de gemeenschap uitgezonderd goed kan bijvoorbeeld zijn: een schuld die is aangegaan om een privégoed te onderhouden of een schuld die wordt opgelegd aan een van de echtgenoten aangaande zijn of haar privévermogen, zoals belastingschulden. Een voorbeeld van een schuld die buiten de gemeenschap valt als gevolg van een gedane gift, gemaakt beding of aangegane omzetting door een van de echtgenoten kan zijn: een gift zoals in art. 1:88 lid 4 BW is opgenomen. Dit zijn giften die pas zullen worden uitgevoerd na het overlijden van diegene die de gift doet, bijvoorbeeld een testamentaire schenking. Ten aanzien van de in de gemeenschap vallende schulden geldt bij een huwelijk in gemeenschap van goederen niet per definitie dat beide echtgenoten schuldenaar zijn. Behoudens voor de schulden uit art. 1:84 BW en art. 1:85 BW, wordt de niet schuldenmakende echtgenoot, niet aangemerkt als schuldenaar van de door de andere echtgenoot gemaakte gemeenschapsschulden. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor privéschulden. De niet schuldenmakende echtgenoot zal hierin evenmin als schuldenaar worden gezien. 27 Wel hebben de schuldeisers verhaal op de gehele gemeenschap. De andere echtgenoot wordt in dat geval voor de helft van de gemeenschapsschuld draagplichtig. 28 Wanneer men spreekt over de kosten der huishouding geldt art. 1:84 BW. Deze regeling omvat behalve de kosten van opvoeding en verzorging van de kinderen ook andere aan het samenlevingsverband dienstbare uitgaven. 27 Asser/ de Boer 2010, nr. 322 28 Asser/ de Boer 2010, nr. 379j Shahrzad Hassasian, S309463 21

Het is van essentieel belang het onderscheid tussen schulden in het kader van de gewone gang van de huishouding en de huishouding in het vizier te houden, omdat o.g.v. art. 1:85 BW de echtgenoten hoofdelijk aansprakelijk 29 zijn tegenover derden voor de schulden die zijn ontstaan door de gewone gang van de huishouding. Wat de gewone gang van huishouding is, wordt niet bepaald aan de hand van een objectief criterium. Dit wordt aan de hand van de gebruikelijke leefwijze van de echtgenoten bepaald. Het gaat in beginsel om de alledaagse aangelegenheden binnen een huishouden. Dit betekent dat de hoofdelijke aansprakelijkheid kan leiden tot verhaal op de gemeenschapsgoederen als ook op de eigen goederen van de echtgenoot die zelf niet de verbintenis aanging. Dit is bezwaarlijk wanneer de schuld niet verhaald kan worden op de gemeenschap en de schulden uit de goederen van de feitelijk niet handelende echtgenoot voldaan moeten worden. Een mogelijke oplossing die de rechter heeft geboden in een dergelijke situatie is de in art. 1:86 lid 1 BW gelegen regeling. De rechtbank kan, wanneer daartoe gegronde redenen bestaan, op verzoek van een echtgenoot bepalen dat deze niet aansprakelijk zal zijn voor de door de andere echtgenoot in het vervolg aangegane art. 1:85 BW verbintenissen ten behoeve van de gewone gang van huishouding. In subparagraaf 4.3.2 zal uitgebreid worden ingegaan op de mogelijkheid tot ontheffing aansprakelijkheid voor huishoudelijke schulden. 2.6 De schuldenregeling Op grond van art. 1:96 lid 1 BW kunnen voor schulden van een echtgenoot, ongeacht of deze in de gemeenschap vallen, zowel goederen uit de gemeenschap als eigen goederen worden uitgewonnen. Bij een huwelijk in gemeenschap van goederen is het derhalve in beginsel niet van belang of een schuld een gemeenschapsschuld of een eigen schuld betreft. De schuld kan zowel op de gemeenschapsgoederen als op de eigen goederen worden verhaald. Echter, indien een schuld buiten de gemeenschap valt, dus het een privéschuld betreft, kunnen de goederen van de gemeenschap niet worden uitgewonnen indien de andere echtgenoot eigen goederen van de eerstgenoemde kan aanwijzen, aldus art. 1:96 lid 2 BW. Indien toch de goederen der gemeenschap worden uitgewonnen, is de echtgenoot wiens schuld uit de gemeenschap is voldaan, gehouden een vergoeding te betalen aan de gemeenschap volgens art. 1:96 lid 4 BW. Ook indien een schuld binnen de gemeenschap valt, maar de schuld uit eigen goederen is voldaan, ontstaat er een vergoedingsrecht op grond van art. 1:96 lid 3 BW, waardoor het recht op vergoeding uit de 29 Art. 6:6 lid 2 BW: voor het geheel aansprakelijk Shahrzad Hassasian, S309463 22

gemeenschap der goederen ontstaat voor de echtgenoot uit wiens eigen goederen de gemeenschapsschuld is voldaan. De omvang van dat vergoedingsrecht is vastgesteld in art. 1:87 BW. Wanneer een echtgenoot met het privévermogen van de andere echtgenoot een goed verkrijgt dat buiten de gemeenschap valt, betreft de vergoeding een gedeelte van de waarde van dat goed op het tijdstip waarop de vergoeding is voldaan. Dit gedeelte is dan evenredig aan het uit diens vermogen afkomstige aandeel in de tegenprestatie van dat goed. 30 Dit wordt de beleggingsleer genoemd. Onderstaand voorbeeld illustreert de omvang van de vergoeding op grond van dit artikel. Voorbeeld: Piet koopt een woning van 400.000,-. Piet financiert deze woning met geld dat hij met een geclausuleerde erfenis van zijn oma ten bedrage van 300.000,- heeft ontvangen. Het restant van 100.000,- wordt door Ans, de vrouw van Piet, voldaan uit een geclausuleerde erfenis van Ans vader. De woning wordt eigendom van Piet door middel van zaaksvervanging art. 1:95 lid 1 BW. Echter, heeft Ans recht op een vergoeding. In de meeste gevallen wordt dit pas verrekend op het moment dat echtgenoten uit elkaar gaan. Als Piet en Ans na 10 jaar uit elkaar gaan en er afgerekend dient te worden, is de woning door waardestijgingen 1.000.000,- waard. De vergoeding voor Ans bedraagt dan geen 100.000,- meer (hetgeen ze heeft ingelegd), maar ¼ deel van de waarde van de woning op dat moment zijnde 250.000,-. In het geval dat de woning niet in waarde stijgt, maar bijvoorbeeld op het tijdstip van vergoeding slechts 300.000,- waard is, zal de vergoeding aan Ans ¼ deel van 300.000,- zijnde 75.000,- zijn, tenzij Piet zonder toestemming van Ans haar geld heeft gebruikt. In dat geval zal de hoogte van de vergoeding minimaal het nominaal ingelegde bedrag zijn. In dit geval dus 100.000,- aldus art. 1:87 lid 3 sub a BW. Vόόr de wetswijziging van 1 januari 2012 was de hoofdregel ten aanzien van vergoedingsvorderingen het nominaliteitsbeginsel. Dit wil zeggen dat slechts het nominale bedrag dat was bijgedragen door een van de echtgenoten voor vergoeding in aanmerking kwam. Over dit bedrag was geen rente verschuldigd tenzij uit een overeenkomst of wet anders voortvloeide. Het nominaliteitsbeginsel werd door velen als onbillijk ervaren. Dit heeft te maken met de verschuivingen van de economische waarde van goederen. In het arrest Kriek/Smit 31 had er reeds een nuancering plaatsgevonden ten aanzien van de nominaliteitsleer. Op grond van redelijkheid en billijkheid werd de mogelijkheid tot verrekening met betrekking tot waardestijgingen niet geheel uitgesloten. 32 Met de 30 Burgerhart & Schols 2011, p. 7-10 31 HR 12 juni 1987, NJ 1988,150 32 Burgerhart & Schols 2011, p. 12-13 Shahrzad Hassasian, S309463 23

wetswijziging van 1 januari 2012 is van deze hoofdregel afgestapt en is de beleggingsleer aangenomen. Dit geldt nu dus ook voor de gemeenschap van goederen in navolging van de reeds bestaande verrekenbedingen van afdeling 2 titel 8 van boek 1 BW. Op dit onderwerp wordt in paragraaf 3.3 nader ingegaan. Concreet betekent een huwelijk in gemeenschap van goederen waarin een van de echtgenoten schulden maakt het volgende voor beide echtgenoten: beide echtgenoten zijn aansprakelijk voor alle schulden. Totaal irrelevant is de vraag wie de schuld is aangegaan. Dus: schulden van voor het huwelijk vallen volgens de hoofdregel in de gemeenschap van goederen zodat de andere echtgenoot daarvoor mede aansprakelijk wordt. Schulden aangegaan door een der echtgenoten of door beide echtgenoten tijdens het huwelijk, vallen ook in de gemeenschap. Ook als een echtgenoot niet op de hoogte was van het feit dat de andere echtgenoot schulden maakte. Dit behoudens de uitzonderingen uit paragraaf 2.3. Shahrzad Hassasian, S309463 24

H3: Wat houdt de wetswijziging van 1 januari 2012 in? 3.1 Inleiding De bezwaren van de gemiddelde Nederlander omtrent de onwenselijkheid van het in de gemeenschap vallen van giften of erfenissen was groot. Het wettelijke systeem werd derhalve als onrechtvaardig beschouwd. Het op 7 mei 2003 ingediende wetsvoorstel was bedoeld om de wettelijke gemeenschap van goederen te beperken door hetgeen door giften of erfrecht verkregen was, buiten de gemeenschap te laten vallen. De algehele gemeenschap van goederen zou worden verlaten en de beperkte gemeenschap van goederen zou worden geïntroduceerd. Op het moment dat de beperkte gemeenschap van goederen zou worden gehanteerd zouden er drie vermogens ontstaan. Twee privévermogens van iedere partner apart en een gezamenlijke gemeenschap. Dit leek ingewikkelder dan het behoud van een gemeenschappelijk vermogen. Door het aannemen van het amendement Anker in september 2008 is het kernonderdeel van het wetsvoorstel weggevallen, namelijk een beperking van de omvang van de gemeenschap van goederen door erfrechtelijke verkrijgingen en giften van rechtswege buiten de gemeenschap te laten vallen. 33 Echter, bevatte het wetsvoorstel meer belangrijke punten die toch aanpassing van de wet rechtvaardigen. 34 3.2 De weg naar de aanname van wetsvoorstel 28 867 Tijdens de plenaire behandeling van de motie Haubrich-Gooskens is een onderzoek naar de aan te passen wetsartikelen voorgesteld. 35 De wet is door de Eerste Kamer op de plank gelegd om uit te zoeken of Sikkema en Nuytinck gelijk hebben in hun kritiek dat dit wetsvoorstel na amendering door de Tweede Kamer onevenwichtigheden bevat en dat deze onevenwichtigheden zouden moeten worden aangepast. 36 Op 18 juli 2010 hadden Neleman en Nuytinck hun onderzoek reeds ingediend bij de minister van Justitie. Echter, dit rapport was pas in februari 2011 aangeboden aan de Kamer. De aanbeveling was om een tweetal artikelen aan te passen die door het amendement Anker waren aangenomen. Dit zou in een novelle 37 dienen te gebeuren. Het betreffen de artikelen 1:97 lid 1 BW de 33 A. Spoormans, nieuwe wet over huwelijk is een gemiste kans, Het Financieel Dagblad 28 april 2011 34 A.J.M. Nuytinck, hoe nu verder met het onthoofde wetsvoorstel 28 867 (Wet aanpassing gemeenschap van goederen)?, WPNR 2008/ 813-819 35 Kamerstukken I 2009/10, 28 867, G 36 Kamerstukken I 2010/11, 23, nr. 5 37 Novelle: wetsvoorstel dat dient ter verbetering of aanvulling van een wetsvoorstel dat reeds bij de eerste kamer aanhangig is of al wel is aangenomen maar nog niet van kracht is. Shahrzad Hassasian, S309463 25

wijziging van de bestuursregeling en art. 1:133 lid 2 BW de omvang van de verplichting tot verrekening. Ook raadden ze aan meteen andere onvolkomenheden in de novelle aan te passen. De staatssecretaris volgde het advies van Neleman en Nuytinck niet op en verzocht tot stemming over te gaan, waarna hij beloofde de onvolkomenheden en de problemen die zouden ontstaan door de amendering zo snel mogelijk door een reparatiewet te zullen oplossen. 38 Naar aanleiding van het bovenstaande is op 12 april 2011 het wetsvoorstel tot wijziging van de titel 6,7 en 8 van Boek 1 BW aangenomen door de meerderheid van de Eerste Kamer. De nieuwe wet is afgekondigd en in het staatsblad gepubliceerd en vervolgens in werking getreden per 1 januari 2012. 39 3.3 Belangrijkste wetswijzigingen voor de gemeenschap van goederen In deze paragraaf wordt stilgestaan bij de belangrijkste wijzigingen van titel 6 inzake de rechten en verplichtingen van echtgenoten en titel 7 (de wettelijke gemeenschap van goederen) van Boek 1 BW, daar dit de wijzigingen zijn die van invloed zijn op de gemeenschap van goederen. 40 De wijzigingen van titel 8 (huwelijkse voorwaarden) van Boek 1 worden buiten beschouwing gelaten aangezien dat de regelingen zijn die voor dit onderzoek minder relevant zijn. Onderstaand wordt een uiteenzetting gegeven van de belangrijkste wijzigingen die de Derde Tranche met zich mee brengt. Hierbij wordt uitgebreider aandacht besteed aan de artikelen die een bijzondere betekenis hebben voor dit onderzoek. 3.3.1 Inlichtingen, bestuur en stand vermogen Art. 1:83 BW nieuw komt inhoudelijk overeen met art. 1:98 BW oud. Het verschil zit in de plaatsing van het artikel in titel 6 in plaats van titel 7 van Boek 1 BW. Hiermee is het wederzijdse recht op informatie over het vermogen van de ander dwingendrechtelijk opgelegd. 41 Dit is noodzakelijk omdat voor de uitvoering van de meeste huwelijksgoederenstelsels het van essentieel belang is te beschikken over de financiële gegevens van de partners. 38 Kamerstukken II 2010/11, 32 870, nr. 3 39 Stb. 2011, 205, zie bijlage voor een overzicht van alle gewijzigde artikelen van Boek 1 BW. 40 Kamerstukken II 2007/08, 28 867, nr. 14 41 Burgerhart & Schols 2011, p. 3 Shahrzad Hassasian, S309463 26