Vectoren en Biociden Verslag workshop Kennisnetwerk Biociden 22 juni 2009

Vergelijkbare documenten
BIJLAGE V: SOORTEN BIOCIDEPRODUCTEN EN HUN BESCHRIJVING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Indeling op basis van het beoogde doel en werking

Online registratie voor professionele gebruikers van biociden van het gesloten circuit. Niels Ingelaere

De toelating van biociden voor drinkwaterdesinfectie. Lonne Gerritsen. College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

november 2014 Biociden in het onderwijs

Monitoring Vectoren. Achtergrondinformatie bij de monitoring van steekmuggen en teken, uitgevoerd door het Centrum Monitoring Vectoren.

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant

Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Van Dekken (PvdA) en Leenders (Pvda) over de Q-koortsepidemie (2016Z18051).

Visie op het vaccinatiebeleid

Wetgeving biociden van een nationaal naar Europees systeem. Diane Heemsbergen

INFOFOLDER FYTO EN BIOCIDEN

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals

INFOFOLDER. Geregistreerd verkoper en erkend gebruiker van fytofarmaceutische producten. NieuW 2011

Overzicht. Exotische muggen en bestrijding. 2. Steekmuggen en infectieziekten CRISISBEHEERSING BIJ VWS

INFOFOLDER FYTOLICENTIE EN BIOCIDEN

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Veldman (VVD) over het bericht Rijk wist in 2016 al van meningokok-gevaar (2018Z16176).

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 8 Dierziekte

Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie

Biociden. Karolien Cools Consulent akkerbouw Boerenbond

Vrijstelling op grond van artikel 65, inzake het middel Dimilin Spuitpoeder 25% (6774N).

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Rijksoverheid EU-GHS. Eén systeem voor indelen, etiketteren en verpakken van chemische stoffen en mengsels

Q-koorts en werk, de geitenhouderij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

Klimaat-adaptatie: mogelijke risico's van infectieziekten in groen en blauw en ontwikkeling van een nationaal versnellingsprogramma

De mug achter de olifant

Centrum Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Vraag 2 Wat vindt u van het feit dat het aantal meldingen van rattenoverlast in Nederland nog nooit zo hoog is geweest?

Datum 21 december 2017 Betreft Beantwoording vragen over het bericht "De overheid is de regie kwijt in het bestrijden van overlast van ratten"

Dierziekten en plantenziekten

Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over de explosieve stijging van het aantal Q-koorts gevallen in Brabant

Welkom. Heleen Prinsen. Specialist Diergezondheid en paardenhouderij

Notitie Landelijke en regionale OneHealth netwerken in de praktijk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Wat hebben wij nodig??

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Resultaten Q-koorts onderzoek (Q-VIVE) melkgeitensector

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 februari 2016 Betreft Kamervragen uitbraak Zikavirus

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Richtlijnen Dierplaagbeheersing laatst bijgewerkt:

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Symptomen. Er zijn paarden die een infectie doormaken maar niet ziek zijn. Als paarden wel ziek worden kunnen de ziekteverschijnselen

andelijke dvisering ij infectie-

2 uren gewijd aan de kennis van de giftigheid van de ontsmettingsmiddelen,

2013D34445 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 7 Infectieziekte

Beleid zieke kinderen

Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

ons kenmerk BAOZW/U Lbr. 09/126

Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming Continu veiliger

De rol van het ministerie van LNV bij besmettelijke dierziekten

De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 25 november jongstleden, kenmerk

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport De heer A. Klink Postbus EJ DEN HAAG

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

Centrum Immunologie van Infectieziekten en Vaccins

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee.

Intentieverklaring milieuzone voor lichte bedrijfsauto s

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Minsterie van VWS t.a.v. de heer P.H. Huyts. Ministerie van LNV t.a.v. mevrouw A. Burger. Geachte heer Huyts, geachte mevrouw Burger,

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD West-Brabant

Vragen en antwoorden over ebola

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Toelichting voor de Staatscourant

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 augustus 2010 Betreft Q-koorts. Geachte Voorzitter,

Bestrijding ongezonde leefstijl hard nodig om forse stijging diabetes, hart- en vaatziekten en nierfalen te voorkomen.

Werkstroomformulier - Regionaal

Advies van de directeur bureau Risicobeoordeling Aan de minister van LNV en de minister van VWS. Advies over Jakobskruiskruid in diervoeders

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ONTWERPRESOLUTIE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 september 2010 Betreft Stand van zaken Q-koorts

Procedure afhandeling meldingen Havens Noordzeekanaal Juni 2015 versie 2.2

Federaal fonds ter bestrijding van de verslavingen - oproep

Informatie voor zorgpersoneel. Vaccinatie tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) Bescherming tegen de Mexicaanse Griep ZO HOUDEN WE GRIP OP GRIEP

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

1 Kent u het bericht Politiek: Euthanasie asieldieren voorkomen? 1)

Mensen en Natuur PLANNEN MET NATUUR! Inleiding

Risicocommunicatie. Gezondheid als uitgangspunt, een kwestie van vertrouwen?? Henk Jans, arts Inhoudsmanager Bureau GMV 10 juli 2008

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Vectoren en Biociden Verslag workshop Kennisnetwerk Biociden 22 juni 2009

Vectoren en Biociden Verslag workshop 22 juni 2009 Marieta Braks, Mark Montforts A B Inhoud Samenvatting 4 1. Aanleiding voor en opzet van de workshop 6 1.1. Aanleiding 7 1.2. Casus: West Nijl virus (WNV) 8 2. Interactief gedeelte van de workshop 10 2.1. Bevoegd Gezag 11 2.2. Vectorbestrijding 12 2.3. Groep Leefomgeving 13 3. Resultaat van de workshop 14 Afkortingen 16 Deelnemers 17 Augustus 2009

Samenvatting Biociden en vectoroverdraagbare infectieziekten op het raakvlak volksgezondheid en milieu Bij sommige infectieziekten zijn insecten als verspreiders betrokken, de vectoren. biociden van de stad om de muggen te bestrijden? Naast de voordelen van de bestrijding van deze vectoren met biociden kleven er - Wat te gebruiken voor het bestrijden van de larven in de waterlopen en het echter ook risico s aan. Het onlangs opgerichte kennisnetwerk Biociden heeft de Naardermeer)? mogelijkheden en de risico s voor gezondheid en milieu in een workshop tegen het - Wat zijn risico s van biocidegebruik voor volksgezondheid? licht gehouden. - Wat zijn de effecten voor het milieu, en hoe wegen deze mee in de besluitvorming? Vectoren 3. Het wettelijke kader waarin de bestrijding of beheersing van de uitbraak met De laatste jaren zijn diverse infectieziekten opgedoken in Europa waarbij een vector biociden kan of moet worden uitgevoerd. de verspreider is. Voorbeelden hiervan zijn blauwtong, verspreid door de knut en chi- - Welke regels moeten in acht worden genomen? kungunya verspreid door de tijgermug. Een essentieel onderdeel van een effectieve - Welke instanties worden geacht op te treden en wie besluit daarover? A B beheersing van vectoroverdraagbare infectieziekten is de bestrijding van de vector. - Wat zijn de opties als er geen middelen worden toegelaten om muggen te 4 5 Maar wie is daartoe bevoegd? En wat komt daar nog meer bij kijken? bestrijden in de openbare ruimte? - Welke medewerking wordt verwacht van welke actoren? Workshop Het onlangs opgerichte kennisnetwerk Biociden organiseerde de workshop. Aan deze Uitkomst: een complex en veelzijdig probleem workshop namen 35 experts op het gebied van (dier)gezondheid, plaagdierbestrijding, ecologie en leefomgeving deel. Deze experts waren afkomstig van 18 verschillende kennisinsti- buitengewoon complex en veelzijdig is, zelfs voor de specialisten die zich al langer met Na afloop van de workshop was de algemene indruk bij de deelnemers dat het probleem tuten (waarvan zeven centra van het RIVM), departementen en professionele uitvoeringsorganisaties. vector-control bezighouden. Over de hele keten, van regie, via afstemming, naar uitvoering (het gebruik van biociden) is er sprake van onzekerheid over verantwoordelijkheden, Fictieve casus wie betrokken zou moeten zijn, maar ook over de aanwezigheid van de infrastructuur Als concreet probleem werd bij de workshop een fictieve casus gebruikt. Dit betrof een uitbraak om de bestrijding daadwerkelijk uit te voeren. van het West Nijl virus rond Naarden-Vesting en het Naardermeer, waarbij zowel burgers (ziek) als paarden (dood) besmet zijn geraakt. Het virus werd ook in muggen aangetoond. Dit virus wordt door Van casus naar de praktijk muggenbeten tussen vogels overgedragen. Vogels vormen het reservoir van het virus, en het virus Mocht zich een echte uitbraak voordoen, dan zal (op basis van de Wet Publieke Gezondheid) het Centrum Infectieziektebestrijding een Outbreak Management team in het leven kan ook overgedragen worden op mensen en paarden. Besmette paarden en mensen geven het virus niet door aan muggen. Door de betrokkenheid van mensen, paarden en vogels raakt deze casus aan roepen. Dit team adviseert een Bestuurlijk Afstemmingoverleg (BAO). Het BAO neemt de volksgezondheid, diergezondheid en natuurbescherming. beslissingen om in te grijpen. Om duidelijk te krijgen wat allemaal geregeld moet zijn om een werkelijke uitbraak afdoende te beheersen, werd vanuit de deelnemers aanbevolen een generiek draaiboek op Probleem benaderd vanuit drie belangen De deelnemers van de workshop werden verdeeld in drie groepen. Elke groep benaderde het te stellen en daarmee te oefenen. De beslissing een initiatief tot een generiek draaiboek probleem vanuit een ander belang: te nemen zal bij de gezamenlijke ministeries liggen. 1. Bescherming van de volksgezondheid en diergezondheid. Hierbij is er een groot belang om de verdere verspreiding te voorkomen door aan vectorbestrijding Kennisnetwerk te doen. Hierbij werd vooral gekeken naar de noodzaak om muggen met biociden te bestrijden Een van de doelen van het Kennisnetwerk Biociden is al bereikt. De verschillende experts 2. De bescherming van de leefomgeving. hebben ervaren hoe hun (beperkte) kennis bijdraagt aan het oplossen van een groter - Hoe zwaar moet de bescherming van natuur, milieu, en bewoners (leefmilieu) tegen risico s probleem. Het op te richten netwerk rond biociden begint vorm te krijgen en kan daadwerkelijk in een maatschappelijke behoefte voorzien. van biocidegebruik wegen? - Hoe goed moet de risicobeoordeling zijn? - Hoe om te gaan met de publieke opinie (wegnemen van bezorgdheid over het bespuiten met

1. Aanleiding voor en opzet van de workshop Het RIVM, als deelnemer aan het Kennisnetwerk Biociden, organiseerde op 22 juni 2009 een workshop worden met als speerpuntthema: Biociden en Vectoren. 1.1. Aanleiding In recente jaren zijn verschillende vectoren en/ of vector-overdraagbare infecties opgedoken of toegenomen in diverse delen van Europa. Het opduiken van dergelijke vectoren en/ of ziektes wordt in verband gebracht met klimaatveranderingen, landschapsveranderingen en andere menselijke activiteiten zoals internationaal handelsverkeer en toerisme. Het blijkt dat er geen organisatie/ instituut eigenaar is van het probleem van vectorbestrijding, wat een essentieel onderdeel is van Overzicht producttypen biociden Ontsmettingsmiddelen en algemene biociden PT 1: biociden voor menselijke hygiëne PT 2: desinfecterende middelen voor privégebruik en voor de openbare gezondheidszorg PT 3: biociden voor veterinaire hygiënedoeleinden PT 4: ontsmettingsmiddelen voor gebruik in de sector voeding en diervoeders PT 5: ontsmettingsmiddelen voor drinkwater 6 7 Conserveringsmiddelen PT 6: conserveringsmiddelen in conserven PT 7: filmconserveringsmiddelen PT 8: houtconserveringsmiddelen PT 9: conserveringsmiddelen voor vezels, leer, rubber en gepolymeriseerde materialen PT 10: conserveringsmiddelen voor metselwerk PT 11: conserveringsmiddelen voor vloeistofkoelings- en verwerkingssystemen PT 12: slijmbestrijdingsmiddelen PT 13: conserveringsmiddelen voor metaalbewerkingsvloeistoffen Plaagbestrijding PT 14: rodenticiden PT 15: aviciden (voor de bestrijding van vogels) PT 16: mollusciciden (voor de bestrijding van weekdieren) PT 17: pisciciden (voor de bestrijding van vis) PT 18: insecticiden, acariciden en producten voor de bestrijding van andere geleedpotigen PT 19: insectwerende en lokstoffen Andere biociden PT 20: conserveringsmiddelen voor voedingsmiddelen of diervoeders PT 21: aangroeiwerende middelen PT 22: vloeistoffen voor balsemen en opzetten PT 23: bestrijding van andere gewervelde dieren

effectief beheersen van vectoren en de ziektes die ze kunnen overbrengen. In het buitenland is de bestrijding van de vectoren met biociden één van de instrumenten die de overheid inzet. In Nederland zijn echter geen biociden toegelaten voor dat doel. Onder Biociden worden bestrijdingsmiddelen buiten de landbouw verstaan. De Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb, 2007) omschrijft een biocide als een werkzame stof of een preparaat dat één of meer werkzame stoffen bevat, bestemd of aangewend om een schadelijk organisme te vernietigen, af te schrikken, onschadelijk te maken, de effecten daarvan te voorkomen of het op andere wijze langs chemische of biologische weg te bestrijden. Binnen de biociden worden de producttypen (PT) onderscheiden. Van belang voor de bestrijding van vectoren is de groep producttypen voor de plaagbestrijding. Voor de casus gaat het met name om PT 18 en PT 19. 1.2. Casus: West Nijl virus (WNV) ad. 1, 2 - Muggen worden alleen besmet door het steken van geïnfecteerde vogels. Besmette mensen en paarden kunnen het virus niet overdragen op andere muggen. - Muggen planten zich voort door eitjes af te zetten in water. De larven ondergaan enkele groeistadia in het water, waarna ze zich verpoppen. - De volwassen vrouwtjes hebben bloed nodig om eieren af te kunnen zetten. Beheersing van een uitbraak is gebaseerd op twee sporen: beperken van vector-gastheer contact en bestrijding van de vector. Elk spoor kent een viertal opties, op volgorde van voorkeur gerangschikt. Het gebruik van biociden is in beide sporen de minst preferente optie. A. Verminder vector/gastheer contact i. Blijf binnen tijdens actieve periode mug ii. Gebruik van repellents, ook op huisdieren iii. Gebruik van repellents in ruimtes iv. Gebruik insecticide in ruimtes In Naarden is een 64 jarige man positief bevonden op het West Nijl virus (WNV). Een monstername van muggen is positief bevonden op de aanwezigheid van het virus. De GGD adviseert de bevolking binnenshuis te blijven tijdens schemering, en gebruik te maken van repellents. De plaatselijke krant pakt groots uit met het nieuws van de uitbraak. Bekend is dat het virus voornamelijk wordt overgedragen van vogels door bepaalde muggensoorten (Culex genus), op mensen en paarden. Aan de hand van een fictieve casus zijn de verschillende actoren, problemen, hiaten en oplossingsrichtingen door de deelnemers geïdentificeerd volgens drie hoofdthema s : De vectorbestrijding zelf, waarbij vooral de wenselijkheid/ noodzaak van het bestrijden van vectoren met (of zonder) biociden belicht wordt. Het wettelijke kader waarin de bestrijding met biociden kan of moet worden uitgevoerd (wie is verantwoordelijk, is toelating biocide geregeld, plicht van gemeentes om publiek te beschermen) De leefomgeving waarin de vectoren bestreden moeten worden en dus het zal plaatsvinden (wat is de publieke opinie, wat zijn risico s voor volksgezondheid; wat zijn de effecten voor het milieu) B. Bestrijd muggenpopulatie i. Management van het landschap (o.a. waterbeheer) ter vermindering van broedplaatsen voor steekmuggen, ii. Biologische bestrijding van larven in het water (o.a. inzetten van vissen), iii. Bestrijding van larven in het water door gebruik biociden iv. Bestrijding van volwassen muggen door gebruik biociden Naast oppervlaktewateren kunnen zich in en om het huis kunnen zich veel situaties (zie 3) voordoen die een gunstige omgeving voor Culex muggen(-larven) creëren. De bestrijding van de uitbraak richt zich op het beheer in beide omgevingen. Het nieuws staat niet stil. Onder de bevolking groeit de onrust, zeker wanneer de dood van een aantal paarden in verband wordt gebracht met het WNV. Intussen heeft ook de landelijke media het nieuws opgepikt en worden de zorgen van de patiënt breed uitgemeten. De overheid wordt ter verantwoording geroepen: hoe is het zover kunnen komen; en wat gaat de overheid ondernemen? Daarop breidt de scope van het nieuws zich verder uit. Terwijl de patiënt herstelt, groeit de onrust onder de burgers, inclusief de Bekende Nederlanders. Ook de zorg voor de natuurkwaliteit van het bekende Naardermeer komt sterk op de voorgrond. Is het middel erger dan de kwaal? 8 9 1 2 3 De overheid wordt geacht een centrale rol te spelen in deze kwestie. Op welke wijze kunnen de belangen van de bescherming van de leefomgeving en de bestrijding van uitbraak verenigd worden? Wat komt er allemaal bij kijken, welke informatie is relevant, wie is in staat de benodigde kennis aan te reiken? Welk gezag is feitelijk bevoegd om beslissingen te nemen? 1 Culex Muggencyclus 2 West Nijl Virus Cyclus 3 Muggenbroedplaatsen

2. Interactief deel van de workshop 2.1. Bevoegd Gezag Deze groep vertegenwoordigt het Bevoegd Gezag in alle vormen: Rijk, provincie, gemeente, waterschap, recreatieschap, ZBOs. Vragen aan en opdrachten voor het Bevoegd Gezag. U bent verantwoordelijk voor het correct toepassen en uitvoeren van regelgeving. U brengt in beeld 1 welke concrete stappen genomen moeten worden voordat er daadwerkelijk bestreden kan worden 2 welke regelgeving van toepassing is 3 in welke handelingen, om te komen tot bestrijding, deze regelgeving voorziet 4 welk gezag bevoegd is om op te treden 5 welke vormen van afstemming noodzakelijk zijn 6 wie zou mogen besluiten om over te gaan tot bestrijden, op welke gronden en met welke informatie 10 11 Het team Bevoegd gezag rapporteerde de volgende bevindingen terug. De deelnemers aan de workshop werden verdeeld in 3 groepen. Elke groep vertegenwoordigde een belang: het bevoegd gezag, de bestrijding van de uitbraak, of de bescherming van de leefomgeving. De drie groepen kregen de opdracht binnen twee uur tijd een korte vragenlijst te beantwoorden, vanuit het perspectief van het belang dat zij vertegenwoordigen. 1 Concrete stappen Diagnose / verificatie van de infectie / het probleem Vraag: diagnose: welke criteria hanteer je? Wat zegt 1 zieke en 1 mug? Dat betekent dat er een besmette brug-vector is. Er is sprake van een gevestigde populatie met de ziekte. Wat zou je eigenlijk willen doen gezien het probleem? 2 Welke regelgeving is van toepassing? Infectieziekten wet - meldingsplicht WGB DGW 3 Handelingen Doel van handelen: a) beheersen (bescherming volksgezondheid) en b) bestrijden. Daartoe zijn verschillende wettelijke maatregelen mogelijk. Monitoring om een beeld van de verspreiding te krijgen. Mensen Muggen Dieren: paarden / vogels

4+5 Welk gezag is bevoegd om op te treden en welke vormen van afstemming zijn noodzakelijk? Dan afstemmen met gezag en experts: VWS en LNV: mensen, dieren en natuur; VROM: vrijstelling voor biocide nodig. 6 Welke maatregelen ga je nemen? Ter plekke bestrijden a) In het water b) In het woongebied mensen c) In woningen d) In stallen Ad a) bestrijden in het water: probleem toelating biociden, als de Wgb het water beschermt tegen neveneffecten (slotgracht; Naardermeer). Ad b): denk aan foggen in alle straten; nog niet aan de orde bij 1 zieke persoon en 5 dode paarden, wel larven bestrijden. Vogels kan je niet bestrijden. Biociden zijn beschikbaar; duurt een paar dagen voordat VROM ze vrijstelt. Ad c): voorlichting en middelen beschikbaar stellen 4+5 Wie moet actie ondernemen teneinde uw doelen te bereiken? Van wie wordt medewerking verwacht? VWS en LNV moeten noodzaak vaststellen én info leveren aan anderen: VROM: vrijstellen biociden LCI: GGD: monitoring GGD en VWA: info verspreiden en halen bij artsen en vaccinatie starten. KAD: mogen wel bestrijden; maar missen de expertise: kunnen ze het wel? Kennis invliegen uit buitenland: mogen ze dat? 6 Wie mag besluiten om over te gaan tot bestrijding? Outbreak management team (OMT): beslissing van de directeur CIb. Heeft CVI nog een rol, als ook dieren betrokken zijn? Hoe goed werken CIb en CVI samen? OMT adviseert een Bestuurlijk AfstemmingsOverleg (BAO) dat weer de coördinerende minister adviseert. Moet BAO wachten op toestemming voor bestrijden? Moet vrijstelling eerst genotificeerd worden? 2.2. Vectorbestrijding Deze groep vertegenwoordigt het bevoegd gezag dat verantwoordelijk is voor het beheersen van infectieziekten casu quo het beschermen van de bevolking. Vragen aan en opdrachten voor bestrijding van vectoren U bent verantwoordelijk voor het oplossen van de uitbraak van de infectieziekte. U brengt in beeld: 1 Met welke argumenten de noodzaak tot bestrijden wordt onderbouwd 2 Welke informatie u daarvoor gebruikt 3 Op welke regelgeving u zich baseert 4 Wie bepaalde acties zou moeten ondernemen teneinde uw doel te bereiken 5 Van wie u bepaalde medewerking verwacht 6 Wie zou mogen besluiten om over te gaan tot bestrijden, op welke gronden en met welke informatie Het team Vectorbestrijding rapporteerde de volgende bevindingen terug: 1 Met welke argumenten wordt de noodzaak voor het bestrijden ondersteund? Voor een dergelijke ernstige ziekte voor mensen geldt een meldingsplicht. Er is sprake van vectoroverdracht; daar moet je iets mee. Er is economische (paarden; milieu; ziektekosten) en emotionele schade. Er is geen vaccin voor mens, dus bestrijden van vectoren zo vroeg mogelijk. 2 Welke info heb je daarvoor nodig Info over omvang probleem: incidentie mug/vogel/paard/mens. Mug: welke soort; hoeveel zijn er? Waar? Zijn het brugvectoren? Kennis over het verspreidingsgebied: welke brugvectoren komen daar voor? Casus persoon: welke historie heeft deze? Infectie opgelopen in buitenland of niet? Herkomst van de info? Is de info juist? Zie bv. De tijgermug-hoax van 22 juni 2009 in de Belgische kranten. Kennis over leefwijze vector nodig; epidemiologie van de ziekte 3 Op welke regelgeving baseert u zich? Meldingsplicht is van VWS. Heeft LNV ook info-plicht? Onduidelijk of er regelgeving was over bestrijdingsplicht? 2.3. Groep Leefomgeving Deze groep vertegenwoordigt het bevoegd gezag dat verantwoordelijk is voor een veilige, schone en duurzame leefomgeving, inclusief natuur en milieu. Vragen aan en opdrachten voor bescherming van de leefomgeving U bent verantwoordelijk voor het bewaken en voorkomen van onaanvaardbare risico s voor mens (inclusief toepasser), natuur en milieu als gevolg van het bestrijden met biociden U brengt in beeld 1 welke informatie u daarvoor gebruikt 2 op welke regelgeving u zich baseert 3 wie verantwoordelijk is voor deze analyse 4 wie bepaalde acties zou moeten ondernemen teneinde uw doel te bereiken 5 van wie u bepaalde medewerking verwacht 6 wie zou mogen besluiten om over te gaan tot bestrijden, op welke gronden en met welke informatie Het team Leefomgeving rapporteerde de volgende bevindingen terug. 1 Informatie nodig Waar, en welke habitats Risico s mens (van de ziekte) Mate besmetting vogels? Welke biociden wil je inzetten: daarvan heb je risicoprofielen nodig. Wáár wil je bestrijden Ervaringen andere landen Rol van de waterschappen 2 Regelgeving Wet publieke gezondheid (WPG) Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) Flora en faunawet / habitat richtlijn / Natura 2000 3 Verantwoordelijkheden De burgemeester is verantwoordelijk (WGP) ; ondersteuning door VWS, RIVM, VROM; ook rol rijksoverheid om burgemeester te ondersteunen als hij daarom verzoekt. 12 13

4 Acties Voorlichting: GGD en RIVM Bestrijding: burgemeester beslist tot overgaan uitvoering? Uitvoering: wie mag het eigenlijk doen? Infectieziekten: monitoring 5 Medewerking van Waterschappen VenW Natuurbeschermingsorganisaties VWS VROM/ LNV 6 Wie beslist Burgemeester. Bij de presentatie werd de volgende vraag gesteld vanuit de andere groepen: wat denk je dat het publiek ervan vindt? Het team Leefomgeving reageerde als volgt: het publiek moet goede voorlichting over risico s virus en bestrijding krijgen, afspraken maken met wijkraden, mede met inzet van internet. Heel goed communiceren. hoe hun (beperkte) kennis bijdraagt aan het oplossen van een groter probleem. Het op te richten netwerk rond biociden begint vorm te krijgen en kan daadwerkelijk in een maatschappelijke behoefte voorzien. 3. Resultaat van de workshop Na afloop van het interactieve deel was de algemene indruk dat het probleem buitengewoon complex en veelzijdig is; zelfs voor de specialisten die zich al langer met vector-control bezighouden. Er is duidelijk sprake van versnippering: niemand ziet het grote plaatje. Daarbij komt ook dat er weinig kennis is over de verspreiding van ongedierte in Nederland. Daarbij kunnen virussen zich aanpassen aan nieuwe vectoren. Voor een adequate ondersteuning is virus-vector onderzoek blijvend nodig. Over de hele keten, van regie, via afstemming, naar uitvoering (het gebruik van biociden) is er sprake van onzekerheid. Met betrekking tot verantwoordelijkheden, wie betrokken zou moeten zijn, en over de aanwezigheid van de infrastructuur om de bestrijding daadwerkelijk uit te voeren, worden de juiste vragen gesteld, maar de antwoorden blijven uit. Van casus naar de praktijk Mocht zich een echte uitbraak voordoen, dan zal (op basis van de Wet Publieke Gezondheid) het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) een Outbreak Managementteam in het leven roepen. Dit team adviseert een Bestuurlijk Afstemmingoverleg (BAO). Het BAO neemt de beslissingen om in te grijpen. Om duidelijk te krijgen wat allemaal geregeld moet zijn om een werkelijke uitbraak afdoende te beheersen, werd vanuit de deelnemers aanbevolen een generiek draaiboek op te stellen en daarmee te oefenen. Het draaiboek is bedoeld om scenario s vast te leggen, inclusief het (pro-actief) toelaten/ vrijstellen van middelen, met afweging van risico s voor toepasser en leefomgeving. De bestrijding is (in eerste instantie) een lokale aangelegenheid. Daarbij heeft VWS geen uitvoeringsapparaat. Een burgemeester kan echter niet beslissen over bestrijding zolang middelen er niet zijn. De beschikbaarheid van middelen moet daarom vooraf geregeld zijn. Ook dan blijft de vraag wie voor de uitvoering beschikbaar is: licentiehouders voor biociden; licentiehouders voor gewasbeschermingsmiddelen? 14 15 De beslissing een initiatief tot een generiek draaiboek te nemen zal bij de gezamenlijke ministeries liggen. De vertegenwoordigers van de ministeries van LNV, VWS en VROM benadrukken de complexiteit van de materie. Daarbij valt ook op dat bij LNV veel centraal wordt aangestuurd, en bij VWS meer decentraal. De vraag is hoever het ministerie moet gaan met draaiboeken en trainen van mensen; wat kan er geregeld worden met waakvlamcontracten? Kennisnetwerk Een van de doelen van het Kennisnetwerk Biociden is al bereikt. De verschillende experts hebben ervaren hoe hun (beperkte) kennis bijdraagt aan het oplossen van een groter probleem. Het op te richten netwerk rond biociden begint vorm te krijgen en kan daadwerkelijk in een maatschappelijke behoefte voorzien.

Afkortingen Deelnemers BAO Bestuurlijk Afstemmingsoverleg Miranda Berendsen RIVM miranda.berendse@rivm.nl BZK Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Sandor Beukers VWS s.beukers@minvws.nl CBG College ter Beoordeling van Geneesmiddelen Jeroen Bonet LNV j.m.a.bonet@minlnv.nl CIb Centrum Infectieziektebestrijding Marieta Braks RIVM marieta.braks@rivm.nl Ctgb College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden Mike Brooks KAD mbrooks@kad.nl CVI Centraal Veterinair Instituut Roel Fleuren RIVM roel.fleuren@rivm.nl DGW Diergeneesmiddelenwet Lonne Gerritsen Ctgb lonne.gerritsen@ctgb.nl GD Geneeskundige Dienst (GG&GD; zie ook GGD) Marcel Griffioen LNV m.w.griffioen@minlnv.nl GGD Gemeentelijke (Gewestelijke, Gemeenschappelijke) Gezondheidsdienst Edwin Hagelen UMCU e.hagelen@umcutrecht.nl KAD Kenniscentrum Dierplagen Agnetha Hofhuis RIVM agnetha.hofhuis@rivm.nl KNB Kennisnetwerk Biociden Rob van Ittersum VROM rob.vanittersum@minvrom.nl LCI Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding Henk Jans GGD Brabant h.jans@ggd-bureaugmv.nl LNV Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Claudia Jilisen PD c.j.t.j.jilesen@minlnv.nl OMT Outbreak Management Team José Jonis CBG-MEB ja.jonis@cbg-meb.nl PD Plantenziektenkundige Dienst Jan Kliest RIVM jan.kliest@rivm.nl PT Product type Bart Knols K&S Consulting bart@malaria-world.com RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Henri Kuppen Kuppen Boomverzorging info@kuppen-bomen.nl UMCU Universitair Medisch Centrum Utrecht Roel Lagendijk UMCU rlagendijk@umcutrecht.nl UU VenW Universiteit Utrecht Ministerie van Verkeer en Waterstaat Floris Leijdekkers LNV f.b.leijdekkers@minlnv.n Robert Luttik RIVM robert.luttik@rivm.nl 16 17 VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Kees van Maanen GD c.v.maanen@gddeventer.com VWA Voedsel en Waren Autoriteit Mark Montforts RIVM mark.montforts@rivm.nl VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Rob Moormann WUR rob.moormann@wur.nl WGB Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden Chantal Reusken RIVM chantal.reusken@rivm.nl WNV West Nijl virus Emil Schols RIVM emile.schols@rivm.nl WPG Wet publieke gezondheid Ernst Jan Scholte PD e.j.scholte@minlnv.nl WUR Wageningen Universiteit en Researchcentrum Marianne Sloet UU m.sloet@uu.nl ZBO Zelfstandig Bestuursorgaan Olaf Stenvers VWA olaf.stenvers@vwa.nl Harry Stinis Werkgroep Infectiepreventie Leiden h.p.stinis@amc.uva.nl Bianca van de Ven RIVM bianca.van.de.ven@rivm.nl Piet Verdonschot WUR/Alterra piet.verdonschot@wur.nl Pieter Verheugd DNV-CIBIT Pieter.Verheugd@dnv.com Nico Vonk KAD nvonk@kad.nl Suzanne Waelen LNV s.waelen@minlnv.nl Jan Willem Zijlker LNV j.w.f.zijlker@minlnv.nl

A B Contact Mark Montforts is de coördinator van het Kennisnetwerk Biociden. e-mail: mark.montforts@rivm.nl telefoon: 030 2742529 (niet op woensdag) Deze uitgave is verzorgd door het RIVM. Opmaak: Uitgeverij RIVM SEC12353a00 RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl