Preek I van Israël 15 december 2013 Derde zondag van Advent



Vergelijkbare documenten
Terug naar de Essentie

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

10 redenen voor de komst van de Heere Jezus

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

De Bijbel open (22-06)

Ps.103:1,2, 17 en 18 Houten 23 november 2008

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

De Bijbel open (22-09)

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Hervormde gemeente Brandwijk. Naam: Zondag 4 december 2011 Ds Blenk. Waar gaat de preek over? Zingen: Stil gebed. Votum en Groet. Zingen: Tien Geboden

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Tekst: Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan!! Thema: De vervulling van Gods beloften, in verleden, heden en toekomst!!

Geloof Brengt Verandering Toets 1 - antwoorden

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

1. Gods eigendom. Op Toonhoogte 265

1. Samuël de profeet. Lezen: Handelingen 3:11-26

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Voorbeeld voordat de kinderen van groep 4 en 5 naar KBC gaan: Jongens en meisjes, wie van jullie puzzelt wel eens? En dan bedoel ik zo n puzzel.

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

De daden van de vergoddelijkte Augustus, met welke hij de wereld aan het oppergezag van het Romeinse volk onderwierp.

HC zondag 32 en 33. Gemeente van onze HEER Jezus Christus, gasten en luisteraars,

Jezus en jij. Tekst: Willem de Vink. Illustraties: Arjan Wilschut, Timo Visser en Willem de Vink

Epifanie: Feest van de Verschijning in de Vroege kerk werd dit feest gevierd en niet Kerst. Het Feest van de verschijning van Jezus onder de mensen.

De kern van het christelijk geloof

Liedteksten Kerstfeest Zondagsschool Samenzang

Preek over de opdracht: Laat de Geest u vervullen (Efeziërs 5:18b) Van drs Ton de Ruiter. Lees vooraf eerst: Efeziërs 5:1,2 en 5:15-33 en 6:1-10

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

Vraag 62 : Maar waarom kunnen onze goede werken niet de gerechtigheid voor God of een stuk daarvan zijn?

Gemeente van de HEER JEZUS CHRISTUS, gasten & luisteraars,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

Morgendienst. Prediking Lucas 1: Zingen Ps 118: 1, 10 Gebed Collecte Zingen Ps 103: 7, 8 Belijden. Zegen

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HET ONTSTAAN VAN DE EERSTE GEMEENTE

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

40-dagendagboek. Discipelen van Jezus. Leren leven in de kracht van Jezus. Kees de Vlieger. Een Kerygma studie

Alpha Cursus IGGDS DE HOEKSTEN Woensdag 22 april 2015 Restaurant Algorfa Bijeenkomst 12 Waarom en hoe zou ik het anderen vertellen?

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

De Dordtse Leerregels. Artikel 1 t/m 5

De Bijbel open (12-10)

y02 Marcus 15.2 Rinze IJbema - Marcus 15, 2-5. Gemeente van Jezus Christus,

Eén ding is nodig. Deze geschiedenis kun je lezen in Lukas 10 :

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (3)

De gelijkenis van de verloren zoon.

GROTE VERRASSING Efeze 3:9; Colosse 1:26

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2)

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

Wie is er nou blind? Het evangelie naar Johannes 9:

LEER HEM KENNEN 27 bewaarexemplaar. Wijkgemeente Ichthus Noordwijk. Ds. F. van Roest zondag 26 april

Menze Fernandus van Houten

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

De rijkdom van het evangelie

DE HERE JEZUS GAAT IN ONS LEVEN DOOR ZIJN GEEST.

De Bijbel open (30-11)

Welkom in deze dienst Voorganger is ds. P. Molenaar

Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

DIENST VAN SCHRIFTLEZING EN GEBED. 11 januari Eerste Zondag na Epifanie De doop van de Heer in de Jordaan

Tekst: Lucas 24: Thema: Grote vreugde Hemelvaartsdag

Zondag 25, vraag en antwoord 65, 66, 67 en 68.

Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

DE WEEK VOOR WE HET AV0NDMAAL VIEREN

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

OOGGETUIGE. Johannes 20:30-31

DomineeOnline.org Jrg. 1, nr. 8

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VROUW BIJ DE PUT

Jona 2: God is barmhartig a. De koppige Jona wordt een biddend Jona > de Heere redt hem

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag

Wijkgemeente Ichthus Noordwijk EEN LIEFLIJKE. LEER HEM KENNEN 7, bewaarexemplaar. Ds. F. van Roest, zondag 26 januari

Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

De Bijbel open (29-06)

EEN PAAR BELANGRIJKE VRAGEN

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Kerstviering Kleuters

Eén eeuwig verbond. Verbond. Verbond. Discussie. Twee manieren van bijbellezen. blok F - nivo 3 - avond 7

Preek over Luc. 4:18-19 ( )

Votum en groet Ps 78:1,2 ADVENT: HOOR DE DOPER, De tien woorden Ps 19: 3,5,4. Gebed kindermoment Hoor Zacharias. Hoor, Gedicht Hoor GK 148: 2

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest

Daar hij dan een profeet was en wist, dat God hem met een eed had gezworen. heeft hij vooruitgezien en gesproken over de opstanding van de Messias

De Bijbel open (31-08)

De Dordtse Leerregels

Philadelphiadienst Zondag 8 november 2015 Dorpskerk Bodegraven Aanvang: uur

December-januari Weekthema: Op reis naar de eeuwigheid. Maandag 28 december. Gedane zaken nemen geen keer. Lezen: Hebreeën 9: 23-28

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,


C JAAR PREEK ADVENT. H. Maria Maior, Dordrecht. Rorate Coeli. Dauwt heemlen.

In de loop van de vele jaren dat ik in mijn bediening sta, constateerde

BIJBELLEESROOSTER VOOR GEZINNEN met kinderen in de basisschoolleeftijd

Vorige week bekeken we hoe je naar jezelf kijkt. Hoe zie jij jezelf in het licht van God? We hebben het toen van drie kanten benaderd.

Geloof tegenover gevoelens

LITURGIE 2 E PAASDAG 6 APRIL 2015

Votum en groet Ps 78:1,2 ADVENT: HOOR DE DOPER, De tien woorden Ps 19: 3,5,4. Gebed Gedicht Hoor GK 148: 2. Hoor, Schriftlezing Jesaja 40: 1-11

Gemeenteviering rond Jesaja 9:5b

Transcriptie:

Preek I van Israël 15 december 2013 Derde zondag van Advent Schriftlezingen: Jesaja 61:1-3, Lukas 1:67-80 en Matteüs 11:1-6 Teksten voor de preek: Lukas 1:68 en Matteüs 11:3 Gemeente van Christus, I. Moet je nu eens horen. Zo gaan de nieuwtjes door de dorpen. Heb je het al gehoord? En dan gaan de mensen over de tong. De gebeurtenissen, de wetenswaardigheden. De roddels. En de verbazing. Heb je het al gehoord? Zo zal het ongetwijfeld ook gegaan zijn rond Zacharias en Elisabeth. Ze waren het gesprek van de dag. Een zwangerschap. En Zacharias met stomheid geslagen. Hij had een engel ontmoet in de tempel. Wat was er precies gebeur, wat had die engel gezegd? Was dit een aankonndiging dat er nog meer stond te gebeuren? Ondertussen zit Zacharias thuis. Zijn werk kan hij niet meer doen. Communiceren kan hij nauwelijks, alleen een paar woorden op een wasbordje schrijven. Dan duren negen maanden lang. We weten dat van mensen die door een ziekte soms tijdelijk hun spraak verliezen. Dan wordt je wereld klein. Je komt in je hoofd te zitten. Daar gaat het malen en piekeren. Maar, bij Zacharias ontstaat in deze tijd ook een overtuiging. De overtuiging dat de engel de waarheid sprak. Nu zou hij ook gehoorzamen. Dat was het laatste dat hij dan in ieder geval nog doen kon. Na zijn ongeloof een daad van geloof en gehoorzaamheid stellen. Johannes zou hij heten. Op het beslissende moment schrijft hij het met koeienletters op het kleine wasbordje: Johannes is zijn naam. Daarmee zegt Zacharias nu alles. Hij zegt dat hij de engel nu toch gelooft. Dat hij God vertrouwt, dat er in dit kind een nieuw begin gemaakt wordt voor het vastgelopen leven van heel zijn volk. De HEERE is genadig betekent dat. God ontfermt zich over de mensen. Op dat moment kan Zacharias ook weer spreken. En daar maakt hij direct goed gebruik van. Hij gaat niet alleen spreken, hij gaat direct maar zingen. God lof zingen. Dit doet zoveel met hem. Hij werd vervuld met de heilige Geest en profeteerde, schrijft Lukas. Dit heeft hij niet van zichzelf. Van zichzelf was hij een nuchter mens, dat blijkt wel uit zich reactie op de engel in de tempel. Dat kan niet, was zijn nuchtere, doodnuchtere antwoord geweest. Zacharias was een man die je geen knollen voor citroenen kon verkopen. Ja, priester was hij ook geweest, dat is waar. Maar een priester is geen profeet. Een priester is een religieuze official, een werknemer in het 1

godsdienstig bedrijf, die zorgt dat op tijd de offers gebracht worden en de juiste formules gebruikt worden. Een profeet is nog wat anders. Die hadden ze al jaren niet meer gehad. Maar nu wordt de priester profeet. Hij gaat zingen van nieuwe dingen. Geprezen zij de Heere, de God van Israël. II. Op dat laatste gaan we nu vooral letten. De God van Israël. Vandaag zijn we bij de I van Israël. En Israël doortrekt van begin tot eind dit loflied van Zacharias. Uit deze lofzang blijkt, dat Zacharias verlossing voor zijn volk verwacht. Dat blijkt heel sterk als we hem nog eens lezen vanaf vers 68. 1:68 Geprezen zij de Heere, de God van Israël, - zo wordt Hij hier dus met name genoemd. want Hij heeft naar Zijn volk Zijn volk Israël dus - omgezien en er verlossing voor tot stand gebracht. 1:69 En Hij heeft een hoorn van zaligheid voor ons opgericht in het huis van David, Zijn knecht, - hier komt David als koning van Israël naar voren 1:70 zoals Hij gesproken had bij monde van Zijn heilige profeten, die er door de eeuwen heen geweest zijn, 1:71 namelijk verlossing van onze vijanden en bevrijding uit de hand van allen die ons haten, 1:72 om barmhartigheid te bewijzen aan onze vaderen en te denken aan Zijn heilig verbond - het verbond met Israël dus. 1:73 de eed die Hij aan Abraham, onze vader, - na David komt nu ook Abraham als stamvader van het volk uitdrukkelijk naar voren - gezworen heeft om ons te geven, 1:74 dat wij, verlost uit de hand van onze vijanden, Hem zouden dienen zonder vrees. 1:75 in heiligheid en gerechtigheid voor Hem alle dagen van ons leven. En daar eindigt dan de eigenlijke lofzang, daarna begint Zacharias zijn pasgeboren zoon toe te spreken. Als we het zo lezen, dan verwacht Zacharias eigenlijk verlossing voor Israël. Wat wij zo gewend zijn, dat Jezus de verlosser van alle mensen is, is hier eigenlijk niet in beeld. Het staat nog helemaal in het kader van het Oude Testament, met zijn onderscheid tussen Israël en de heidenvolken. God is de God van Israël. Als je sommige kinderbijbels of Jezus films bekijkt, dan blijkt uit weinig dat Jezus een jood was. Hij zag er dan eerder uit als een Amerikaanse goedgebouwde stoere en tegelijk lieve man, zoals we ze graag zien. Dit Adventslied bepaalt ons er weer bij, waar het eigenlijk allemaal gebeurde. We zijn bij een besnijdenis te gast. Want bij de besnijdenis krijgt Johannes zijn naam, acht dagen na zijn geboorte pas. Joodser kan het 2

niet. En zo gaat het later ook met Jezus. Op de achtste dag besneden, en elke keer als Jezus douchte zag hij het weer, hij was een kind van dit volk en hoorde bij déze God. De heidenvolken waren nog lang niet in beeld. Die waren niet uitverkoren, Abraham en zijn zaad, dat was uitverkoren. Zelfs Jezus zelf kon daar in zijn gedachten maar niet of nauwelijks aan ontkomen. We kennen die geschiedenis van de Kananese vrouw, die heidense vrouw die Jezus achternaloopt om een genezing. En Jezus zegt dan tot haar: Nee, want ik ben alleen gezonden tot de verloren schapen van het huis van Israël. En als hij zijn discipelen uitzendt, om het evangelie te verkondigen, dan zegt hij: alleen naar het huis van Israël. Zelfs na de opstanding, na Pasen en Pinksteren, gaat dat door. Het evangelie wordt verkondigd aan het joodse volk overal in en rondom Israël. In de synagogen wordt het blijde nieuws verspreid. En hoe komt het dan bij de heidenen? Eigenlijk door de afwijzing van de joden, zegt Paulus later. Doordat de joden het niet horen wilden, in meerderheid niet horen wilde, ging het van de synagoge naar de heidense tempels, om het daar te vertellen. Ik denk dat dat een element is dat we niet zo paraat hebben, dat niet zo leeft onder ons. het zet ons op de tweede plaats, en bepaalt ons bij de eerste plaats die Israël inneemt. Verkiezing. Daarom nog wel erger: ónze Jezus. Onze christelijke Jezus. Alsof Jezus uit de hemel was komen vallen. Maar Jezus is niet uit de hemel komen vallen. Naar zijn godheid komt Hij wel van boven, van de Vader, maar naar zijn mensheid komt Hij uit Israël, uit dat volk, dat voor de heidenen een aanstoot was en is. In de tweede wereldoorlog heeft de Hervormde kerk het aangedurfd om tegen de bezetter in te getuigen van Gods verbond met Israël. Wij geloven en belijden dat ten tijde door God bestemd uit het volk Israël is geboren de redder der wereld, de verlosser van Israël en van de heidenen, Jezus Christus, God en mens, Gods en Maria s Zoon. 1 III. En wat verwacht Zacharias dan dat er nu zal gaan gebeuren, waar zijn zoon aan mee mag werken? Laten we nog eens kijken. Het gaat dan over verlossing uit de hand van onze vijanden en bevrijding uit de hand van allen die ons haten. Vers 71, en nog eens in vers 74. Verlost uit de hand van onze vijanden. Wie zijn die vijanden? Het lijkt me dat Zacharias gedacht heeft aan de Romeinse bezetting. Dat verwachtte hij van een messias, een verlosser. Wat is een verlosser anders dan iemand die ons hier en nu concreet, op deze aarde, verlost? In dat verschil tussen een concentratie op het geestelijke of op het natuurlijke, zit nog steeds een belangrijk verschil tussen het joodse en het christelijke denken over verlossing, over de Christus. Dat is ook de reden waarom de meeste joden tot de dag 1 Amersfoortse thesen, in: Reformatorica 3

van vandaag niet in Jezus als de messias, de verlosser, geloven. Als Hij werkelijk de verlosser is, waarom is de wereld dan niet veranderd? Waarom is het volk Israël dan niet bevrijd van zijn vijanden? Waarom is het koninkrijk dan nog niet gekomen? IV. Nu hebben wij daar als christenen onze antwoorden wel op gevonden. Het belangrijkste antwoord is, dat we onderscheiden tussen de eerste en tweede komst van Jezus de Verlosser. Bij zijn eerste komst komt Hij ons te verzoenen met God, om de zonden te vergeven, bij de tweede komst komt Hij om de wereld te vernieuwen. Of anders gezegd: we maken een onderscheid tussen de messias en het koninkrijk. De messias is al wel gekomen, het koninkrijk nog niet, dat staat nog uit. Maar dan stelt de jood ons toch een lastige vraag. Namelijk deze: Waar in het Oude Testament wordt er onderscheid gemaakt tussen een eerste en een tweede komst van de messias? Waar in het oude testament vind je zo n onderscheid tussen de messias en het koninkrijk? En met die vraag zit ik wel in mijn maag, want inderdaad is zo n onderscheid niet goed te vinden. In het oude testament liggen de verwachting van de messias en die van het koninkrijk helemaal in elkaar verweven. Jesaja 61. Terugkeer. De verwachting van een politieke verlossing, van de leeuw die bij het lam ligt, en van de vergeving der zonden, die liggen helemaal in elkaar geweven, zodat je ze eigenlijk niet los kunt maken van elkaar. Zodat je eigenlijk niet kunt zeggen: de vergeving komt eerst, en de leeuw bij het lam, is iets heel anders, dat kan nog wel even duren. Daarom liggen voor Israël ook de verwachting van de messias en het koninkrijk in elkaar. als het koninkrijk komt, als er vrede in Jeruzalem komt, dan weten we dat ook de messias gekomen is. Eerder kun je dat niet zeggen. Wat Jezus dus zei toen Hij voor Pilatus stond, namelijk: mijn koninkrijk is niet van deze wereld, dat is wat tussen de kerk en Israël in staat. Wat is dat voor een geestelijk iets? Dat gesprek duurt tot de dag van vandaag. En wij worden er in betrokken, want wij zitten ook met huid en haar aan Israël vast. Wij kunnen dat niet links laten liggen en ons eigen geloof maar een beetje doordoen. Deze lofzang van Zacharias nu heeft wel een joodse psalm in het NT genoemd. En daar zit wat in. Want daar worden we er ook mee geconfronteerd, wat Israël eigenlijk verwachtte. Zeker, vergeving der zonden, vers. Maar ook in één adem door: bevrijding van de vijanden. Concreet koninkrijk van God, niet hemels, maar aards, niet geestelijk, maar reëel tastbaar. V. 4

En nu wordt Johannes daarin betrokken. De doper, de wegbereider. Hoe staat hij daarin? Dat zien we nu in een crisis komen in dat andere gedeelte dat we gelezen hebben, Matteüs 11. Johannes de Doper is volwassen geworden. Hij heeft de weg bereid, hij heeft veel mensen gedoopt tot bekering en vergeving van hun zonden. Hij heeft ook publiekelijk geprotesteerd tegen koning Herodes en dat laatste had hij beter niet kunnen doen, want nu zit hij gevangen en we weten hoe het eindigen, met zijn hoofd op de schotel, aangeboden aan Herodes. Zo eindigt de laatste profeet, de wegbereider van Jezus. En zittend in de gevangenis komt hij in de adventscrisis waar Israël nog steeds in verkeerd en die wij toch ook herkennen. Daar komt die prangende vraag in zijn hart en hoofd: bent u het nu die komen zal, of moeten wij een ander verwachten? Dat is ontzaglijk, als zo je hele levensroeping in de crisis komt. Misschien heb ik mijn hele leven verdaan met een illusie. Moet u zich dat eens indenken, dan stort echt alles in. Het is menig dominee denk ik ook wel eens door het hoofd geflitst in onze tijd, al wordt dat niet vaak openlijk gezegd: stel nu dat het toch een illusie is, stel nu dat ik mijn hele leven bezig ben geweest met het uitdragen van een illusie, een vergissing. Zoiets is mij tenminste wel eens door het hoofd geflitst. Gelukkig duurt dat niet lang, en dan zeg ik ook: ga achter mij, Satan. Maar toch, lang genoeg om niet meer te vergeten, die vraag: bent u het wel die komen zal, of moeten wij toch nog op een ander wachten? In die vraag van de jood kunnen wij ons als christen toch ook wel herkennen? We vieren advent en kerst. Wéér vieren we advent en kerst, de hoeveelste keer al wel niet? Dat kan je ergeren. Als Jezus de beloofde verlosser is, waarom zijn de mensen en de wereld dan nog onverlost? Ik kreeg van onze dichter Harm Meuleman een gedicht met de titel: Vrede op aarde? Als straks sneeuw bedekt de velden In de verte klokken kerstfeest melden Wordt ergens hier beneden Wel weer aan een front gestreden Vrede in dit ondermaanse? Zelden. Dat lijkt me herkenbaar. Je kunt het gevoel hebben: we zingen wel mooi van de redder en de gebrachte vrede, maar we weten drommels goed dat we werkelijkheid anders is. Is Hij het of verwachten wij een ander? Nee, dat is niet alleen een vraag van joden, ook van christenen. VI 5

Ik denk ook aan jongeren. Je bent opgevoed met het geloof, thuis, op school, catechisaties, kerk. je kent de verhalen. En toch misschien ook die vraag: ga ik zelf nu ook dat overnemen, ga ik belijdenis doen, ga ik het zelf allemaal ook doen, of toch, is het een vergissing, is Jezus het, of toch niet? Er is zo weinig van te zien. De engelen zongen in de kerstnacht van vrede op aarde, door Jezus de messias, maar waar is die vrede dan? Vrede in dit ondermaanse? Zelden. Wat is de wereld nu eigenlijk veranderd? Wat krijgt Johannes nu als antwoord op deze vraag? Jezus laat twee discipelen sturen en die zeggen: luister wat er gebeurt. Blinden worden ziende, en kreupelen kunnen lopen, melaatsen worden gereinigd en doven kunnen horen, doden worden opgewekt en aan armen wordt het evangelie verkondigd. Dat antwoord lijkt op het eerste gezicht volkomen duidelijk. Dan betekent het namelijk dit: beste Johannes, ik begrijp dat je die vraag stelt, maar luister eens goed, overal doet Jezus wonderen, en dat is toch een duidelijk bewijs dat Hij inderdaad de verlosser is. En toch, en toch. Als dat de boodschap is, waarom zegt Jezus er dan bij: zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt? Als je wat dieper gaat onderzoeken wat Jezus eigenlijk gezegd heeft, dan kom je daar achter. Jezus geeft aan Johannes namelijk een citaat door uit het OT, verschillende teksten uit Jesaja spreken van blinden die zullen zien en kreupelen die zullen lopen enzovoorts, als de messias komt (Jesaja 26:19, 29:18, 35:5-6, 42:18, 61:1) Johannes kent die teksten natuurlijk wel. Jaja, denkt hij als hij de discipelen de boodschap hoort overbrengen. Maar dan ineens breekt de boodschap af. Aan armen wordt het evangelie verkondigd. Ja, en dan? Dan niks meer. Maar in Jesaja 61 wel! Hoe ging de tekst daar verder? Zo: om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen En voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis. (Jes. 61:1) Zó gaat de profetie van Jesaja verder. Maar precies dat stukje van de profetie vermeldt Jezus niet. Is dat aantsootgevend of is dat aanstootgevend? Logisch dat Jezus zegt: zalig wie aan Mij geen aanstoot neemt. Want wat Johannes nu juist nodig? Dat laatste stukje van de profetie, dat dat ook vervuld zal worden, dat de gevangenen bevrijd zullen worden. Want hij zit gevangen. En hij is in angst over hoe het af zal lopen en of hij zich niet voor een illusie heeft ingespannen. En nu? Nu gebeuren overal om hem heen wonderen, maar die ene belofte waar hij wat aan kon hebben, die gaat niet in vervulling. Zijn hoofd eindigt op een schotel. Jezus antwoord leek zo eenvoudig, maar is dus heel dubbelzinnig. Aan de ene kant: genoeg om te geloven. Aan de andere kant: te weinig om het te weten. Een irritant antwoord is het daarmee, een ergerniswekkend antwoord, een aanstootgevend antwoord. Jezus geeft Johannes teveel om het geloof op te zeggen, en te weinig om zekerheid te krijgen. 6

En is dat niet de situatie waarin wij nog vaak zitten? heeft u dat gevoel nooit: God geeft mij te veel om het geloof vaarwel te zeggen. Dat kan ik niet, daarvoor zijn de dingen te duidelijk. Maar God geeft me ook te weinig voor echte zekerheid. Want dat koninkrijk, daar zie zo weinig van, vooral in mijn eigen leven. Zalig die aan Mij geen aanstoot neemt. Zo blijft het tot de dag van de wederkomst. Laten wij ons niet verheffen boven Israël als het wel aanstoot neemt aan deze verlosser. Wij zijn niet beter, niets beter. Het hoofd van Israël is al vaak op schotels gelegd, juist ook door christenen. Dat je dan enigszins wantrouwend wordt naar de messias die die kerk verkondigd, is wel te begrijpen. Laten we bidden dat wij geen aanstoot zullen nemen aan Hem. Niet zien op het tekort, op de vervulling die er nog niet is, maar zien op wat Hij al wel gegeven heeft. De wonderen die Hij deed en de wonderen die Hij doet. Daarmee houdt God zelf de vlam van de verwachting brandend. En in die verwachting zijn wij één met het joodse volk. In de verwachting van de messias voor Israël en zelfs voor ons heidenen. Johannes krijgt dus geen klip en klaar antwoord op zijn vraag. Hij vraagt: bent u het of moeten wij nog op een ander wachten? En had Jezus nu maar geantwoord: ja, Ik ben het echt, Johannes. Maar dat zegt Hij niet. Hij geeft hem een dubbelzinnig antwoord. Daarmee keert de vraag eigenlijk als een boemerang bij Johannes terug. Hij wordt terugverwezen naar zijn eigen geloof of ongeloof. Geloof jij mij, Johannes? Zo deed Jezus dat wel vaker. Toen er een vader met zijn maanzieke jongen bij Jezus kwam (Marcus 9:14vv), en zei: Als u iets kunt, help ons dan, toen antwoordde Jezus: Als u kunt geloven. Hij laat de vraag omkeren, zodat wij bij onszelf gaan nadenken: wat geloof ik er eigenlijk zelf van? Niet: wat hoor ik er van te geloven, wat zou ik moeten geloven, maar wat geloof ik er zelf van? En wie zou dan iets anders kunnen antwoorden dan die vader toen deed: Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp? Heer, ik geloof, maar ik begrijp de vraag van Johannes en de joden tot vandaag de dag ook zo goed. Ik worstel er ook mee, dat er zo n groot verschil nog is tussen de eerste en de tweede komst, dat er nog zoveel beloften niet vervuld zijn, ook al is de redder gekomen. Help mij, schenk mij het geloof dat ik mezelf niet kan geven, zodat ik geen aanstoot neem aan u. Wij verwachten de messias. Wij kennen zijn naam al, dat is het verschil met Israël. Het is Jezus. Zo verwachten wij die messias mét Israël, die Hem ook verwacht, en tegelijk tegenover Israël, die niet erkend dat wij Hem al kennen. Wij verwachten geen onbekende, wij verwachten Hem die we zullen herkennen aan de wonden in zijn handen en voeten en zijde. O kom, o kom, Immanuël, Verlos uw volk, uw Israël, Herstel het van ellende weer, 7

Zodat het looft uw naam, o Heer! Weest blij, weest blij, o Israël! Hij is nabij, Immanuël! Amen. 8