Netlaw PENSIOEN en ECHTSCHEIDING 26 mei 2011 Ingemarie Hofmeijer (Pensioen Perspectief) Ruud Derksen
Onderwerpen Pensioen algemeen Pensioenstelsel Pensioenovereenkomsten Pensioenpartijen Pensioen en echtscheiding Korte historie Wvps conversie afstorting
Pensioenstelsel 3 pijlers Eerste pijler (overheid) Wettelijke regelingen (AOW, ANW, WIA) niet onder Pensioenwet Tweede pijler (sociale partners) Pensioen op basis van de arbeidsovereenkomst (PW pensioen) Derde pijler (individu) Verzekeringen (lijfrente, banksparen, kapitaalverzekeringen) niet onder Pensioenwet
Eerste pijler (overheid) AOW 65 jaar, 2% per jaar (16 66 2020) ca. 9.400 p.p. 65+ per jaar Anw Voorwaardelijke nabestaandenuitkering (max ca. 14.200 per jaar) plus wezenuitkering WIA IVA en WGA
derde pijler (privé) Lijfrente / banksparen Maximale fiscale aftrek afhankelijk van pensioenopbouw / pensioenruimte (factor A) Kapitaalverzekeringen (spaarverzekeringen)
Tweede pijler (PW pensioen) Aanvulling op eerste pijler Pensioenovereenkomst tussen werkgever en werknemer (of wettelijke grondslag) Uitwerking in pensioenreglement 3 vormen pensioenovereenkomst in PW Uitkeringsovereenkomst Premieovereenkomst Kapitaalovereenkomst
Pensioenovereenkomst Uitkeringsovereenkomst Uitkering van bepaalde hoogte Salaris diensttijdregeling (eindloon of middelloon) Langlevenrisico en beleggingsrisico liggen bij uitvoerder Kapitaalovereenkomst Hoogte kapitaal bij ingang pensioen staat vast Beleggingsrisico bij uitvoerder, langlevenrisico bij deelnemer Premieovereenkomst Aanspraak is de beschikbaar te stellen premie Langlevenrisico en beleggingsrisico liggen bij deelnemer
Pensioenvormen Ouderdomspensioen Pensioendatum 65 jaar, uiterlijk 70 jaar 66 jaar 2020? Arbeidsongeschiktheidspensioen Partnerpensioen Risico en opbouw Wezenpensioen 40-deelnemingsjaren pensioen Voorwaardelijk extra pensioen (met uitstelfinanciering) Overbruggingspensioen / prepensioen (op 31/12/2004 bestaande regelingen)
Begrippen pensioenberekening Pensioengevend loon incidentele beloning niet op eindloonbasis Diensttijd vanaf datum in dienst, vanaf leeftijd 21 jaar Franchise AOW-inbouw, 10/7 AOW (minmaal 12.898 bij max. opbouw) Opbouwpercentage OP, max. 2,25% bij middelloon en 2% bij eindloon (in 35 jaar) Wetsvoorstel verhoging AOW-leeftijd
Wetsvoorstel verhoging AOW leeftijd 66 jaar in 2020 Oplopend met levensverwachting Opbouw in 50 jaar (16-66 ipv 15-65) Fiscaal kader (per 1/1/2013) Opbouw in 40 jaar (ipv 35 jaar) Eindloon 1,75% Middelloon 2,0% Beschikbare premiestaffels naar rato Pensioenakkoord?!
Pensioenberekening (aanspraken) Eindloon Inkomen 42.209,- (lft 25) Franchise 12.209 Pensioengrondslag 30.000 Opbouwpercentage 2% per jaar (600,--) Dienstijd 40 jaar Ouderdomspensioen op 65 jaar is 24.000 (40 x 600) Nabestaandenpensioen 70% van OP is 16.800 Salarisstijging op lft 45 naar 62.209 OP: 80% van (62.209 -/- 12.209) 50.000 = 40.000 Backservice bedraagt inkoop van 8000 pensioen per jaar (20 x 400) (koopsom is ca. 42.000)
Beschikbare premie staffel Voorbeeld staffel: 20 t/m 24 8.1% 25 t/m 29 9,8% 20 t/m 34 11,7% 35 t/m 29 14,2% 40 t/m 22 17,1% 45 t/m 49 20,6% 50 t/m 54 24,9% 55 t/m 59 30,2% 60 t/m 64 36,9%
Pensioenberekening (aanspraken) Beschikbare premie Inkomen 42.209,- Franchise 12.209 Pensioengrondslag 30.000 Beschikbaar premiepercentage obv staffel 8% stijgend tot 37% (afgerond) Lft 25 storting 2.400 (8% van 30.000) Lft 44 storting van 15% van 30.000 is 4.500 Salarisstijging op lft 45 naar 62.209 (PG 50.000) storting 20,6% v 50.000 is 9.500 Saldo op 45 jaar is ca. 85.000. saldo op 65 jaar is ca. 450.000 (rente 80.000) Ouderdomspensioen ca. 28.000 per jaar (factor 16)
Pensioenpartijen Werkgever: Werknemer: doet aanbod tot sluiten pensioenovereenkomst. aanvaart pensioenaanbod, onderdeel arbeidsovereenkomst. Pensioenovereenkomst is afspraak tussen werkgever en werknemer over pensioen (of wettelijke grondslag) Zonder arbeidsovereenkomst geen pensioenovereenkomst Pensioenuitvoerder: verplicht buiten eigen onderneming. pensioenfonds Verzekeraar PPI Geen pensioenplicht (uit hoofde van de Pensioenwet) (DGA valt niet onder de Pensioenwet)
Pensioenpartijen Pensioenuitvoerder Uitvoerings- reglement (en startbrief) Werkgever Pensioenovereenkomst Pensioenovereenkomst Werknemer
Pensioenuitvoerders Bedrijfstakpensioenfondsen (Bpf) Verplicht en niet verplicht gestelde Bpf-en (Bouw, Metaal, Textiel) Verplichtstelling op basis van de Wet Bpf 2000 Ondernemingspensioenfonds (Opf) Shell, Vredestein, ING, DSM, Ahold, Philips Beroepspensioenfondsen (Bpr) Wet Bpr (apothekers, huisartsen, notarissen) Verzekeraars PPI Pensioeninstelling uit andere EU-lidstaat Eigen beheer - DGA
Kenmerken Pensioenuitvoerders Bpf: Opf: Bpr: Werkzaam in specifieke bedrijfstak, werkingssfeer in statuten Doorsneepremie Vrijstelling van verplichtstelling mogelijk Verbonden aan onderneming of concern Werkzaam voor beroepsgroep Doorsneepremie Verzekeraar: Ten behoeve van restgroep Actuariële premie
Pensioen en echtscheiding - Korte historie - Wvps -Wat wordt verevend -Conversie -Afstorting -Overige aspecten
Verknochtheid Beslissend is aard goed, mede bepaald door maatschappelijke opvattingen Pensioen OBU (HR 15 februari 2008) Smartegeld
Korte historie pensioenrechten HR 7 oktober 1959 Pensioen is verknocht aan rechthebbende Pensioen valt niet in de gemeenschap Geen verrekening van waarde HR 27 november 1981 (Boon/Van der Loon) Pensioen weliswaar verknocht aan rechthebbende Nog niet ingegane OP- en NP-rechten zijn voorwaardelijke vorderingsrechten die in de gemeenschap vallen Verrekening waarde
Wet verevening pensioenrechten bij scheiding Vanaf 1 mei 1995 OP- en NP rechten vallen buiten gemeenschap (geen verrekening) maar als WVPS toepasselijk is: wel verevening Reikwijdte breder dan alleen PSW-pensioen
Verrekening (Boon/Van Loon regime) Gehele opgebouwde OP en NP (ook: aandelen in een Pensioen BV) Vorderingsrecht jegens pensioengerechtigde Omvang en wijze verrekening: redelijkheid en billijkheid Vastbedrag / vast percentage / afkoop van vorderingsrecht Als geen gemeenschap bestaat koude uitsluiting; geen verrekening pensioen (HR 5 oktober 1990, NJ 1991, 576)
WVPS Regeling van eigen aard Geen vermogenrechtelijk en verzorgingsrechtelijke benadering Achtergrond: hetgeen door beider inspanning is opgebouwd tijdens huwelijk / GPS komt bij scheiding aan beiden toe (pensioenopbouw staat centraal) Staat los van alimentatie en huwelijksvermogensrecht deling van rechtswege
Inhoud WVPS Van toepassing bij: echtscheiding, scheiding van tafel en bed en GPS Uitsluiten toepassing WVPS: bij huwelijksvoorwaarden of scheidingsconvenant = regelend recht Gaat niet om verrekening van de contante waarde van de opgebouwde aanspraken, maar om deling van het pensioen van rechtswege (verevening)
Inhoud WVPS Heeft betrekking op: aanvullend OP (art. 1 lid 4 Wvps) niet: PP (art. 57 PW), AO pensioen, VUT niet: 40-deelnemingsjarenpensioen voor kwalificatie niet: voorwaardelijk extra pensioen voor financiering recht op uitbetaling jegens de uitvoerder uitbetaling gaat in op moment dat OP tot uitkering komt. uitstel OP is mogelijk zonder instemming van de vereveningsgerechtigde
WVPS Echtscheiding na 1 mei 1995 Verdelingen van voor 1 mei 1995 (en na 27 november 1981) Ingeval van echtscheiding (niet scheiding tafel en bed): Conversie eigen recht instemming uitvoerder
Wat wordt verevend? (artikel 3 lid 1 Wvps) Helft van het opgebouwde OP tijdens het huwelijk Fictie: gehuwd / GPS tijdens pensioengerechtigde periode Indexatie: Indexatie ingegaan pensioen (3 lid 2 Wvps) Ook vereveningsdeel evenredig verhogen Niet ingegaan pensioen Eindloon: geen indexatie Middelloon: veelal wel indexatie Vereveningsdeel stijgt mee met loonstijging/indexering (carrière niet) Nu regeling geen indexatie kent (eindloon) geen indexatie mbt verevening (Rb Utrecht 20/05/2009 (PJ 2009,138))
Kenmerken pensioen ouderdomspensioen Opbouwkarakter Ingang van bereiken bepaalde leeftijd Recht op periodieke uitkering, afhankelijk van het leven van de pensioengerechtigde NB Tijdelijke pensioenen, aansluitend op dienstbetrekking vallen buiten Wvps (VUT / OBU) (art. 1 lid 3 Wvps) Partnerpensioen Partner (art. 1 PW): echtgenoot, GPS, partner in de zin van de pensioenovereenkomst Bijzonder partnerpensioen (art. 57 PW)
Hoe vereveningsaanspraak vastgesteld? Verdeling bij helfte (afwijking mogelijk) Omvang: - deelneming gedurende huwelijk/gps - deelneming is beëindigd bij scheiding fictie: tijdsevenredig pensioen Hof A dam 8/02/2011: - indien geen andere afspraken: ieder de helft van alle afzonderlijke polissen en eigen beheer deel.
Beschikbare premieregelingen Wvps analoog toepassen: - Geen pensioen berekenen, maar kapitaal - Waarde corresponderend met PP (stel verzekerde overleden op datum einde huwelijk) in mindering brengen
Welke vrijheid hebben echtgenoten nog? a. toepassing Wvps uitsluiten b. andere verdeling dan bij helfte - vast percentage c. periode waarover verevend wordt, verlengen of verkorten d. conversie Voorwaarden: - overeenkomen bij huwelijkse voorwaarden of scheidingsconvenant - b t/m d: overlegging aan pensioenuitvoerder binnen twee jaar na scheiding - d: instemming van pensioenuitvoerder
Conversie (art. 5 Wvps) bijzonder PP en voorwaardelijk OP wordt geconverteerd in een onvoorwaardelijk OP op leven van vereveningsgerechtigde ingaand op pensioenleeftijd vereveningsgerechtigde conform het reglement instemming van pensioenuitvoerder is vereist voorwaarde kan zijn: medische keuring (wmk is niet van toepassing, niet aan arbeidsverhouding verbonden) niet bij scheiding van tafel en bed
Conversie Voordelen: eigen recht op ouderdomspensioen, gaat in op eigen pensioenleeftijd van de gerechtigde eventueel waardeoverdracht voor eigen regeling mogelijk Nadelen: vereveningspichtige is OP definitief kwijt bijzonder PP valt weg (evenals alimentatie bij overlijden) verval van indexatie
DGA met pensioen in eigen beheer DGA onder Wvps (via art. 79 IPW) ouderdomspensioen partnerpensioen (art. 3a Wvps) - let op: eventueel dienstverband in periode voor DGA tot verevening verplichte DGA, maar ook de BV van de DGA, dienen in principe zorg te dragen voor afstorting bij externe verzekeraar van het benodigde kapitaal - afhankelijk van de omstandigheden van het geval kan dit anders zijn (liquidatiemiddelen, continuïteit)
Afstorting eigen beheer HR 19/1/1996, NJ 1996/617 afstorting eigen OP vrouw (in dienst bij BV) redelijkheid en billijkheid risico pensioengerechtigde HR 12/3/2004, NJ 2004/636 verevening van pensioen van DGA geschil tussen BV en vereveningsgerechtigde wel redelijkheid en billijkheid tussen partner geen R en B voor BV
Afstorting RB Utrecht 28/7/2004 afstorting geconverteerd pensioen R en B risico pensioengerechtigde RB Arnhem 25/1/2006 afwijzing afstorting alleen in bijzondere omstandigheden
Afstorting HR 20/3/2009 afstortingsplicht in beginsel ook voor de BV R en B werkt door naar BV noodzaak liquidatieprobleem (slechts debiteur) niet nodig
Afstorting Afstorting naar maatstaven van R en B onaanvaardbaar (RB Rotterdam (23/2/11 LJN: BP 6657): continuïteit van de onderneming - jaarrekeningen van de accountant - verliesgevende onderneming beschikbaar weerstandvermogen verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in relatie tot de beoogde liquiditeit solvabiliteit resultaten in het verleden en huidige resultaten van belang
Afstorting: RB Zutphen 25/2/2009 LJN: B10348 flexibele pensioendatum, uitstel leidt tot latere uitbetaling - keer op keer eenzijdig uitstellen leidt tot latere uitbetaling - instemming vereveningsgerechtigde niet nodig - aanspraak op pensioen wordt niet aangetast - omvang van het kapitaal - koopsom obv onderbrengen recht bij verzekeraar (kosten, provisie) - waarde in economisch verkeer - helft van wat daadwerkelijk is opgebouwd - RB: niet op basis van koopsom bij verzekeraar, maar daadwerkelijke opbouw - geen vaste indexatie van 3%