EERSTE AFDELING ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1



Vergelijkbare documenten
Artikel 1 1. Artikel 2

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

1965 No.10. Landsverordening van 22 augustus 1964 houdende bepalingen met betrekking tot de arbeidsbemiddeling (Arbeidsbemiddelingsverordening).

ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Artikel 1 1. Artikel 2

Geldende tekst bij SB No. 4 z.a. gewijzigd bij SB 2008 no. 134 en inwerking getreden m.i.v. 11 november 2008.

EERSTE AFDELING ALGEMENE BEPALINGEN

Gemeente n Eergen op Zoom

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN

De Provinciewet en de Rekenkamer


Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Vastgesteld 21 maart Inwerkingtreding met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014

IN NAAM DER KONINGIN. DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen,

Artikel 5 5. Artikel 6 6

Verantwoordelijke personen Begin en einde van de verplichting tot inschrijving

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Artikel 1 2. Artikel 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wettelijk kader integriteit

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007

************************* AB 2007 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 april 2014 *************************

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1

============================================= 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Artikel 1 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

==================================================================== Artikel 1

SURINAME HOOFDSTUK IV VAKANTIEWET

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen =====================================================================

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Regeling ambtseed of belofte griffie Gemeente Bronckhorst 2019

LANDSVERORDENING van de 7de maart 1968 houdende nieuwe voorschriften inzake middelen tot bestrijding van schadelijke dieren en planten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Gew. bij S.B no. 104.

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

Wet van 30 mei 1968, houdende vaststelling Leerplichtwet 1969

Artikel 1. Artikel 2. Artikel Met de algemene zorg voor het statistiekwezen is belast het ABS.

Citeertitel: Retributie- en legesbesluit Bureau Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister

Wijzigingen: AB 2000 no. 11; AB 2004 no. 47; AB 2010 no. 17; AB 2011 no. 41 ====================================================================

Wet afbreking zwangerschap

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

2012 no. 63 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA. LANDSVERORDENING van 27 december 2012 houdende regels inzake het houden van honden (Hondenverordening)

Wet financiële betrekkingen met het buitenland

STAATSEXAMEN EIND MULO* 2019

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2007, 06jos14047; raadsstuk ;

ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B no. 87)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

: Landsverordening accijns minerale oliën. Citeertitel: Landsverordening accijns minerale oliën

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

HOOFSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 1

GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

DECREET van 19 november 1980, houdende machtiging tot oprichting van de Stichting Staatsziekenfonds (S.B no. 120).

Citeertitel: Landsbesluit dagscholen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. ==================================================================== HOOFDSTUK I

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

opleiding BOA Besluit BOA

WET van 13 maart 1996, houdende regelen inzake de brandweer in Suriname (Wet Brandweer Suriname 1993) (S.B no. 16). ALGEMENE BEPALINGEN

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,

Onderdeel C dient ingevuld te worden door de werkgever of de zelfstandige. Onderdeel D dient te worden ingevuld door het hoofd van de school.

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Volksgezondheidswetgeving LANDSVERORDENING ORGANISATIE BLOEDVOORZIENING

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

11 MEI Wet tot bescherming van de titel en van het beroep van landmeter-expert.

A 2012 N 18 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

- gelet op het bepaalde in artikel 4:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Den Haag (ARG),

LANDSVERORDENING houdende regels betreffende het houden van algemene volkstellingen

GESTRUCTUREERDE VRAGENLIJST BEWUSTWORDINGSGESPREK KANDIDAAT DB-LEDEN

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden

Wetsartikelen ter toelichting van de OER

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Artikel 1. Het muntstelsel van Suriname omvat munten en muntbiljetten. Artikel De rekeneenheid van het muntstelsel in Suriname is de dollar.

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 september 2006 b e s l u i t

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 27, vijfde lid, van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het treffen van maatregelen ter voldoening aan of uitvoering van internationale verplichtingen

SURINAME. WET OP DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST 1962 GOUVERNEMENTSBLAD van SURINAME NO. 106

Tweede Kamer der Staten-Generaal

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

==================================================================== Artikel 1

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

PRESIDENT van de REPUBLIEK SURINAME

Transcriptie:

WET van 22 september 1960 tot regeling van het Lager Onderwijs in Suriname (G.B. 1960 no. 108), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij G.B. 1965 no. 127, G.B. 1965 no. 128. EERSTE AFDELING ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 De Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling is belast met het toezicht op het Lager Onderwijs. Dit toezicht wordt in zijn opdracht en onder de bevelen van de Directeur van Onderwijs uitgeoefend door een inspectie-apparaat. Artikel 2 De bij het inspectie-apparaat verbonden ambtenaren kunnen naar een bij of krachtens beschikking van de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling aangewezen inspectieressort worden gedetacheerd. Artikel 3 De Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling stelt de instructies vast, volgens welke de bij het inspectie-apparaat betrokken functionarissen hun taak zullen volvoeren en waarin tevens hun titulatuur en bevoegdheden zijn omschreven. Artikel 4 De Directeur van Onderwijs en de ambtenaren van het inspectie-apparaat leggen bij de aanvaarding van hun ambt in handen van de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling de volgende eed of belofte af: "Ik zweer (beloof), dat ik mijn betrekking naar mijn beste weten en getrouw zal vervullen en de mij in die betrekking gegeven bevelen getrouw zal nakomen, en dat ik, hetgeen uit hoofde van mijne betrekking aan mij bekend wordt, aan niemand zal openbaren, zonder daartoe ambtshalve verplicht te zijn. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (dat beloof ik)". Artikel 5 De Directeur van Onderwijs en de ambtenaren van het inspectie-apparaat bekleden geen ander uit 's Landskas bezoldigd ambt of bediening, zonder toestemming van de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling. Artikel 6 1. Hij, die in Suriname enig lager onderwijs geeft, moet aan de volgende vereisten voldoen: a. de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt; b. in het bezit zijn ener akte van bekwaamheid daartoe; c. voorzien zijn van een bewijs van goed zedelijk gedrag, afgegeven door het daartoe bevoegd gezag der plaats of plaatsen, alwaar hij gedurende de laatste twee jaren gewoond heeft; 1

d. in handen van de Directeur van Onderwijs of een door hem aangewezen ambtenaar de volgende eed (belofte) hebben afgelegd: "Ik zweer (beloof), dat ik mijn betrekking naar mijn beste weten en getrouw zal vervullen en de mij in die betrekking gegeven bevelen getrouw zal nakomen, en dat ik, hetgeen uit hoofde van mijne betrekking aan mij bekend wordt, aan niemand zal openbaren, zonder daartoe ambtshalve verplicht te zijn. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (dat beloof ik )". e. voorzien zijn van een bewijs, dat de vereiste stukken door of namens de Directeur van Onderwijs zijn gezien en in orde bevonden. 2. Van de in het eerste lid van dit artikel vereisten zijn vrijgesteld: a. ouders, voogden of verzorgers, die zelf hun kinderen of pupillen onderwijzen en b. degenen, die na daartoe verkregen vergunning van de Directeur van Onderwijs uitsluitend aan de kinderen van één gezin lager onderwijs geven. 3. Van het in punt b van het eerste lid van dit artikel vereiste zijn vrijgesteld: a. de academisch geschoolden en de bezitters van de akten voor het middelbaar onderwijs door de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling geval voor geval te bepalen; b. de ongegradueerde kwekelingen, mits zij een vergunning van de Directeur van Onderwijs hebben bekomen. Artikel 7 1. Om tot hoofd van een lagere school te worden aangesteld, moet de betrokkene aan de volgende vereisten voldoen: a. de leeftijd van tenminste drie en twintig jaar hebben bereikt; b. in het bezit zijn ener akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer; c. een bewijs van tenminste twee-jarige werkzaamheid aan een school voor tenminste lager onderwijs, kunnen overleggen. 2. De Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling kan van de bepalingen van het eerste lid van dit artikel, dispensatie verlenen, hetzij geheel hetzij ten dele of voor een zekere tijd. Artikel 8 Allen, die onderwijs geven in strijd met de in deze Wet gestelde eisen of, die zich gedragen op een wijze welke een goed onderwijzer niet betaamt, kunnen disciplinair worden gestraft. Zonodig kan de President, op voordracht van de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling en van Binnenlandse Zaken, hun de bevoegdheid tot het geven van onderwijs voor een bepaalde tijd of blijvend ontnemen. Artikel 9 De onderwijzers zorgen ervoor, dat de lokalen, waarin zij school houden, steeds rein en zindelijk gehouden worden. Geen schoolonderwijs wordt gegeven in de lokalen welke door de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, na ingewonnen advies van de Minister van Volksgezondheid, voor de gezondheid schadelijk zijn verklaard, of welke onvoldoende ruimte bieden voor het aantal schoolgaande kinderen. 2

Artikel 10 1. Het is aan degene die tot hoofd van een school is aangesteld, verboden om in de school onderwijzers, kwekelingen en leerlingen toe te laten, die niet bij hem ingeleverd hebben een door een geneeskundige hunner woonplaats afgegeven verklaring, houdende dat zij niet aan een besmettelijke ziekte lijdend zijn. De verklaringen zijn vrij van zegel en geldig voor de tijd van een jaar. 2. De Gouvernementsgeneesheren zullen, volgens aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, geregeld zittingen houden tot het onderzoeken der kinderen. De door deze geneesheren af te geven verklaringen naar aanleiding van dit onderzoek zijn kosteloos. Deze verklaringen, en een gelijke betreffende de onderwijzer zelf die aan het hoofd ener school staat, blijven bij deze berusten en worden door hem aan ieder der met het toezicht op het lager onderwijs belaste personen op aanvrage vertoond. 3. Bij eerste indiensttreding zal, alvorens tot het geven van onderwijs te worden toegelaten, iedere onderwijzer en iedere kwekeling aan de Directeur van Onderwijs een verklaring van de Geneeskundige Commissie in Suriname, of een door de Minister van Volksgezondheid erkende Commissie, moeten hebben overgelegd, dat hij lichamelijk en geestelijk geschikt wordt geacht tot het geven van onderwijs. Voor de kwekelingen in de districten buiten Paramaribo kan met een verklaring van de aangewezen gouvernementsgeneesheer in dat district worden volstaan. 4. Het vorenstaande is niet van toepassing op een school, die bestemd is voor leerlingen, die verdacht worden aan een bepaalde besmettelijke ziekte te lijden, voor zover het deze ziekte betreft. Artikel 11 1. Het onderwijs zal op de school voor zoveel dit kan plaats vinden, klassikaal gegeven worden. 2. De hoofden van scholen moeten zorg dragen, dat de werkzaamheden of oefeningen voor elke dag of schooltijd van tevoren bepaald zijn in een lesrooster, dat voor iedere leerling zichtbaar is. Artikel 12 De regelen, betreffende het vereiste aantal der onderwijzers op de scholen worden bij Staatsbesluit vastgesteld. Artikel 13 Het schoolonderwijs zal zodanig moeten ingericht zijn, dat de verstandelijke vermogens der kinderen ontwikkeld worden en zij opgeleid worden tot alle maatschappelijke deugden. Artikel 14 3

1. Per schooldag zal tenminste gedurende vier uren onderwijs worden gegeven. 2. Het geven van onderwijs in de godsdienst wordt overgelaten aan de kerkgenootschappen. Dit onderwijs zal echter alleen buiten de schooluren, in de scholen mogen gegeven worden. TWEEDE AFDELING BIJZONDERE BEPALINGEN Artikel 15 Het schoolonderwijs wordt onderscheiden in : a. Het gewoon lager onderwijs (G.L.O.); b. Het voorgezet of uitgebreid lager onderwijs (U.L.O.); c. Het meer uitgebreid lager onderwijs (M.U.L.O.). Artikel 16 1. Het gewoon lager onderwijs omvat tenminste het onderwijs in : a. het lezen b. het schrijven. c. het rekenen. d. de vormleer. e. de nederlandse taal. f. de aardrijkskunde. g. de geschiedenis. h. de kennis der natuur, en i. het zingen. 2. Het onderwijs op een U.L.O.- en een M.U.L.O. school wordt door de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling naar omstandigheden bij beschikking geregeld. 3. Het gewoon lager onderwijs, evenals dat, bedoeld in artikel 15 sub b en c, wordt voorzover de Landsfinanciën het gedogen door middel van bijdragen uit 's Landskas bevorderd en kosteloos gegeven. 4. Op scholen als bedoeld in artikel 15 lid b en c kan, bij Staatsbesluit te regelen, schoolgeld geheven worden, waarbij de mogelijkheid wordt geopend tot vrijstelling van betaling ten gunste van hen die hiervoor naar de beoordeling van de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling in aanmerking komen. Artikel 17 Bij Staatsbesluit wordt het boslandonderwijs geregeld. Artikel 18 1. Aan leerlingen, die het onderwijs in de hoogste klasse van een school als bedoeld in artikel 4

15 sub a en b, tot het einde toe, met vrucht hebben gevolgd, wordt als bewijs hiervan kosteloos een getuigschrift uitgereikt. 2. Voor scholen als bedoeld in artikel 15 sub c, wordt dit getuigschrift slechts uitgereikt na een met goed gevolg afgelegd eindexamen. Artikel 19 De regelen inzake het behalen van het getuigschrift, als bedoeld in artikel 18 en al hetgeen daarmede samenhangt, worden door de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling bij beschikking vastgesteld. Artikel 20 Ouders, voogden of verzorgers zijn verplicht om aan de kinderen of pupillen van 7-12 jaren, waarover zij de ouderlijke macht uitoefenen of die aan hun zorg zijn toevertrouwd, waar gelegenheid hiertoe bestaat, geregeld lager onderwijs te doen geven, door de daartoe volgens deze Wet bevoegde personen. Van deze plicht kan bij beschikking van de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling vrijstelling worden verleend. Artikel 21 1. Iedere onderwijzer, die als hoofd ener school is aangesteld, houdt een algemeen register, volgens door de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling vast te stellen model, waarin voorkomen: a. naar alphabetische orde, de namen en voornamen van al de bij hem ter school gaande kinderen, met vermelding van hun geboortedatum; b. de datum van in- en van afschrijving en van de vaccinatie; c. de namen der ouders. 2. Iedere onderwijzer, die aan het hoofd van een klasse staat, houdt een register, volgens de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling vast te stellen model, waarin voorkomen: a. naar alphabetische orde namen en voornamen van al de leerlingen zijner klasse, met vermelding van hun geboortedatum; b. het tijdstip sedert wanneer zij in de klasse zijn gekomen; c. het schoolverzuim van ieder hunner, met vermelding van zijn opmerkingen daaromtrent. 3. Het in de voorgaande leden bedoelde register wordt door de Directeur van Onderwijs verstrekt en door of namens deze gewaarmerkt door nummering der bladzijden, waarvan de eerste en de laatste van een handtekening en de overige van een paraaf zijn voorzien. Artikel 22 Iedere onderwijzer, die als hoofd ener school is aangesteld, alsmede iedere onderwijzer of gegradueerde kwekeling is gehouden de voorschriften t.a.v. de verzuimregisters, gegeven door de Directeur van Onderwijs stipt na te komen. DERDE AFDELING DE AKTEN VAN BEKWAAMHEID 5

Artikel 23 De akten van bekwaamheid voor het geven van lager onderwijs, worden verkregen nadat met goed gevolg de examens ter verwerving van die akten ten overstaan van door de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling te benoemen examencommissies zijn afgelegd. Artikel 24 1 De in Suriname te verwerven akten van bekwaamheid zijn: 1. de akte van hoofdonderwijzer; 2. de akte van onderwijzer; 3. de akte van hulponderwijzer; 4. de akte van onderwijzeres-a; 5. de akte tot het geven van onderwijs in: a. de Nederlandse taal, b. de Engelse taal, c. de Spaanse taal, d. de Franse taal, e. de Duitse taal, f. de wiskunde, g. de natuurkunde, h, de biologie, i. de landbouwkunde, j. de handelskennis, k. het tekenen, l. de handenarbeid, m. de muziek en zang, n. de lichamelijke opvoeding, o. het handwerken, p. de huishoudkunde. Artikel 25 1. Het getuigschrift van de Surinaamse Kweekschool is gelijkgesteld met de akte van de onderwijzer. 2. Het getuigschrift van de Opleidingsschool voor onderwijzeressen-a is gelijkgesteld met de akte van onderwijzeres-a. Artikel 26 De Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling bepaalt welke buiten Suriname verworven akten, gelijkgesteld worden met die vermeld in artikel 24. Artikel 27 1 Gew. bij G.B. 1965 no. 127, G.B. 1965 no. 128. 6

De regelen voor de examens als bedoeld in artikel 23 en al hetgeen daarmede samenhangt, worden door de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling bij beschikking vastgesteld. Artikel 28 Tenminste eenmaal per jaar wordt gelegenheid gegeven de examens als bedoeld in artikel 23 af te leggen. Artikel 29 De Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling is bevoegd bij beschikking aanvullende regelen te stellen voor de bevoegdheid tot het geven van onderwijs aan scholen als bedoeld in artikel 15 sub b en c. Artikel 30 Voor het afleggen van de examens als bedoeld in artikel 23 worden, tegen kwitantie welke vrij van zegel is, de bij Staatsbesluit te bepalen examengelden bij vooruitbetaling voldaan. Teruggaaf van gestorte examengelden heeft in geen geval plaats. VIERDE AFDELING HET TOEZICHT Artikel 31 De Directeur van Onderwijs zal zoveel mogelijk zorg dragen: a. dat het onderwijs op een geregelde en zoveel doenlijk algemeen nuttige wijze plaats vindt; b. dat de onderwijzers voor hun taak berekend zijn; c. dat de bestaande wettelijke regelingen voor het lager onderwijs worden nageleefd; d. dat alle hinderpalen, die het geven van goed onderwijs in de weg staan, uit de weg worden geruimd. Artikel 32 1. Bij beschikking van de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling worden regels vastgesteld, met betrekking tot het toezicht op het onderwijs op de scholen en de af te nemen onderwijzers- en schoolexamens, alsmede de daarbij te volgen richtlijnen. 2. De Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling wijst de commissies aan voor het afnemen van schoolexamens. Deze commissies bestaan uit het schoolhoofd en onderwijzers der school. Aan deze commissies kunnen deskundigen worden toegevoegd. 3. Alle scholen, plaatsen, en inrichtingen waar schoolonderwijs wordt gegeven, zowel openbare als bijzondere, moeten steeds toegankelijk zijn en onverwijld worden geopend voor de Directeur van Onderwijs en de ambtenaren van het Inspectie-apparaat indien zij daarom vragen, overeenkomstig de aan hen verleende bevoegdheid. 4. De hoofden der scholen en de overige onderwijzers zijn gehouden aan de in het derde lid genoemde functionarissen of aan de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling de 7

verlangde inlichtingen omtrent de school en het onderwijs te geven. Zij zijn hiertoe verplicht in elke vorm en op elk gewild tijdstip. Artikel 33 2 De Directeur van Onderwijs en de ambtenaren van het Inspectie-apparaat, ieder binnen de kring hunner bevoegdheid, zien toe, dat de wettelijke voorschriften betreffende het onderwijs in Suriname worden nageleefd. Zij maken een procesverbaal op van elke geconstateerde overtreding van deze regelingen. Deze processen-verbaal die de medeondertekening dragen van het hoofd der school of diens vervanger, zullen gelden als schriftelijke bescheiden zoals bedoeld in artikel 338 van het Surinaams Wetboek van Strafvordering. VIJFDE AFDELING STRAFBEPALING Artikel 34 Niet naleving van de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijfhonderd gulden. De in dit artikel bedoelde strafbare feiten worden beschouwd als overtredingen. ZESDE AFDELING OVERGANGSBEPALING Artikel 35 De Commissie van Onderwijs en sub-commissie van Onderwijs zijn met het inwerkingtreden van deze wet ontbonden. De onder deze Commissie berustende archieven moeten onverwijld aan de Directeur van Onderwijs worden overgedragen. Artikel 36 Bij Staatsbesluit wordt tot een nader te bepalen tijdstip gelegenheid gelaten het examen voor hulponderwijzer af te leggen, waarvoor tegen kwitantie de som van zeven gulden en vijftig cent bij vooruitbetaling moet worden voldaan. Artikel 37 Zij, die bevoegd zijn lager onderwijs te geven op grond van de thans vervallen wet als vermeld in artikel 38, behouden deze bevoegdheid. Artikel 38 1. De wet van de 8ste december 1876 (G.B. 1877 No. 10), houdende voorlopige voorzieningen betrekkelijk het Lager Onderwijs in Suriname, in afwachting ener 2 Zie artikel 330 van het Wetboek van Strafvordering (S.B. 1977 no. 94). 8

definitieve regeling van het onderwerp (geldende tekst G.B. 1954 No. 29) wordt ingetrokken. 2. Deze wet kan worden aangehaald als " de Lager Onderwijswet 1960". Zij treedt in werking op de tiende dag na uitgifte van het Gouvernementsblad waarin zij is geplaatst. 9